HET AFSCHEID VAN DE KROON
Wilhelmina was ook ontgoocheld—
Drukkers namen afscheid
van twee voormannen
ROOFBOUW
GELUK
WAAROM?
MOEDIG
PANTER®
9
WOENSDAG 24 NOVEMBER 1965
Wanneer begon de levensavond
van Wilhelmina Er is iets voor te
zeggen om te stellen in Londenin
de tijd van haar ballingschap.
Velen onzer hebben het zo gevoeld,
toen zij de foto zagen van de
Koningin Wilhelmina, die in het
voorjaar van 1945 over een grens
van meel haar land weer betrad, of
liever binnenzeulde. In duizenden
huishamers werd toen gezegd: als
een fiere vrouw in de hracht van
haar jaren is ze van ons weggegaan
en als een oud vrouwtje is ze na vijf
jaar oorlog iveer om gekomen, zo
schrijft Thijs Booy in zijn jong
ste boekDe levensavond van
Koningin Wilhelmina.
Het valt niet te ontkennen ver
volgt hij in Londen is Wilhel
mina zichtbaar verouderd. In 40
sprak niemand in het Nederlandse
dorp daar over haar als over „de
oude dame", in '45 schier ieder
een
Haar levensavond kwam volgens
mij toen zij gewaar werd, dat de
kracht haar ontbrak om haar roe
ping verder te volbrengen, en toen
de lust om koningin te zijn weg-
schromjwlde. En die levensavond
was er ineens, volkomen zichtbaar
voor een ieder, toen zij haar volk
met vermoeide stem groette met de
woorden Ik heb de goede strijd ge
streden, ik heb de loop voleindigd,
ik heb het geloof behouden
Toen ik haar, teruggekeerd van
een reis naar Spanje, vertelde dat ik
ook bij de kist van Karei V had ge
staan, was zij er ineens helemaal bij
en zei toen: die man heeft in mijn
leven een grote rol gespeeld, hij
leerde mij dat een vorst weg moet
gaan als hij niet meer kan. Hij
stond mij voor de geest toen ik in
1946,1947, voelde, dat het met mijn
energie gedaan was
Receptie in Hilton hotel
(Van onze sociaal-economische
redactie)
AMSTERDAM „Uw beider
activiteiten zijn voor de gehele
grafische bedrijfstak van grote be
tekenis geweest". Deze waarde
rende woorden sprak de voorzitter
van de Federatie van werkgevers
organisaties in het boekdrukkers
en rasterdiepdrukbedrijf, de heer
Jos. A. M. Cleerdin, tot de twee
mannen waarvan de federatie gis
termiddag node afscheid heeft ge
nomen.
ZIJ, die Wilhelmina karakteriseren als iemand, die zo plakte op de
troon, dat eerst het verval van krachten haar tot mijmeringen
over abdicatie kon bewegen, vergissen zich. Zij mijmerde daar ook
over in de kracht van haar leven.
„Reëel over abdicatie, eigen abdicatie, heeft koningin Wilhelmina
eerst gedacht in de jaren twintig, maar dat had toen niets te maken
met een geconstateerd eigen gebrek aan kracht. Haar levensenergie
bruiste integendeel nog hoog op. Haar overwegingen werden toen
bepaald door de wensen van het parlement om de apparaten der
landsverdediging te besnoeien. Zij achtte dit levensgevaarlijk voor de
staat en vroeg zich af of zij die maatregelen wel met haar verant
woordelijkheid kon dekken. De geschiedenis gaf haar gelijk, met
name met haar wens, dat ten behoeve van de verdediging van Ne-
derlands-Indië een forse vloot beschikbaar zou zijn. Misschien heeft
erbarmen met Juliana haar toen van de grote stap teruggehouden.
Het dragen van de laatste verantwoor
delijkheid voor de behartiging van
's lands zaken is koningin Wilhelmi
na ook zwaar gevallen, toen haar
regering geen kans zag de mas
sa-werkloosheid van de jaren dertig
baas te worden. Zij had niet veel
kennis van de economische weten
schap en wist geen acceptabel alter
natief voor de Colijn-politiek, maar
zij kon maar niet vatten, dat dat
„jong Holland dat snakte naar
werk," zoals de affiches zeiden, niet
aan werk te helpen was.
Tegen het eind van de jafen dertig
bekoorde de gedachte te abdiceren
haar, omdat zij zich zo graag aan
geestelijk werk wilde gaan wijden.
Terwille van het jonge prinselijk ge
zin heeft zij toen die wens onder
drukt. Kort daarop kwam de oorlog
en van toen af voelde Wilhelmina,
tot het land weer vrij was, troonsaf
stand als verraad.
„Dat de teleurstelling van koningin
Wilhelmina in de na-oorlogse tijd zo
diep ging, had volgens mij ook hier
mee te maken, dat zij in de ure der
bevrijding wel zo ongeveer over
spannen was. Zij had zwaar roof
bouw gepleegd op haar psychische
kracht. Zij had zich in de zwaarste
periode van haar leven praktisch
geen vacantie gegund en dat terwijl
haar hele bestaan er al meer dan
veertig jaar op ingesteld was, dat
met een zekere regelmaat verlof
werd genomen. Zij had vijf jaar de
Nederlandse vlag hoger in de we
reld willen heffen dan zij eigenlijk
kon en dus steeds op de tenen ge
staan met die vlag.
Het waren prof. mr. P. Borst, advi
seur, en mr. dr. F. F. M. Stolwijk,
secretaris van het federatiebestuur. De
eerste gaat, althans voor dit deel
zijn werkzaamheden (hij is ook nog
buitengewoon hoogleraar aan de VU),
met pensioen en mr. Stolwijk aan-
'aardde een benoeming tot rechter bij
de Hoge Raad van Beroep te Utrecht.
Drie aan elkaar gekoppelde zalen in
het Hilton-hotel waren maar net ruim
genoeg om de vele genodigden te ont
vangen, die waren gekomen om de
had, maar alleen met haar Willem
en hun Wimpie-Pimpie-simpie zoals
de Koning haar noemde sinds zij
een keer kans zag haar maagje te
legen op zijn galapak, pony's, geiten,
een chaletje in het bos boordevol
speelgoed. In droomland paste die
naam."
Toen de oorlog gewonnen was, kwam
de zaak der abdicatie weer op de
rol, maar al heel snel stond er een
aantekening achter: eerst moet alles
weer lopen. Toen dat het geval was
en de Koningin tevens zag, dat zij
het eind genaderd was van de
kracht die het aanvoeren van een
regiment vraagt, werd het abdicatie-
vraagstuk acuut.
Ik nader nu aldus Thijs Booy
het brandende braambos met het
grote bord: heilige grond. Waarom
abdiceerde koningin Wilhelmina nu
precies? Meldde zij al haar motie
ven in de rede tot ons volk waarin
zijn aankondigde heen te gaan?
De Koningin gaf als motief op: ver
moeidheid. die niet over wilde gaan:
haar ouderdom en ingezonken
kracht. Zonder erbij te zeggen: dit
is het enige motief. Ik geloof dat
iedereen een aframmeling verdient
die de juistheid in twijfel trekt van
haar constatering, dat zij uitgeput
was. Maar de enige beweegreden
voor het grote besluit was die uitput
ting zeker niet.
Lichamelijk was koningin Wilhelmina,
toen zij tot abdicatie besloot, een
echte vrouw, die van vermoeidheid
naar vermoeidheid reisde. Psychisch
was zij als koningin wel ongeveer
op. Om een term te gebruiken die
zij wel eens voor een minister ge
bruikte: zij was uitgeregeerd. De
lust het regiment aan te voeren, was
vergaan, nieuwe injecties in het li
chaam der natie waren van haar
niet meer te verwachten, het staats
leven was voor haar van grijs over-
togen. zij snakte naar de dag, waar
op zij een vrij mens zou zijn, zij
was ook het moet vermeld
ontgoocheld. Wat was er in werke
lijkheid geworden van het visioen,
dat haar in ballingschap van het ver
rezen Nederland verscheen? Het Ne
derlandse leven was veelszins in
haar oog de oude wegen weer opge
gaan en het had voor haar zo vast
gestaan, dat haar volk, gelouterd,
nieuwe wegen zou kiezen.
Haar abdicatie een capitulatie? Dat nu
ook weer niet. Niet in haar oog en
objectief niet. Zij wilde haar idealen
trouw blijven. Dat ging niet goed
als hoogste representant van een
naar haar mening schier allerwegen
naar restauratie strevend Neder
land. Dan op een andere plaats. Met
de bedoeling op die plaats actief te
zijn.
Niet gering was in deze gedachtengang
de rotsvaste overtuiging, dat haar
idealen identiek waren aan de idea
len van degenen die voor Neder
lands vrijheid hun leven gaven en
dat deze mannen en vrouwen, jon
gens en meisjes in hun doodsuur er
ij overschreed de grens bij
Eede-Aardenburg met duizenden do
den op haar rug, verdronken strij
ders ter zee, gefusilleerde illegalen,
vergaste joden. Zij was zelf bij de
Arbeitseinsatz ingedeeld geweest, zij
was zelf getorpedeerd geworden, zij
had zelf de illegale krantjes rondge
bracht, zij had zelf de torpedo's afge
schoten, zij was door alle diepten
met haar mensen meegetrokken. Zij
had bijna astma gekregen van het
hijgen naar de overwinning. Zij had
bijna een attaque gekregen van haar
woede jegens Hitier en Mussert. Zij
had op pèrvitine geregeerd (Neen,
niet op zenuwtabletten. Haar kalmte
was echt). Zij had zo intens met al
het Nederlandse meegeleefd, dat zij
bijna op haar hoofd het vaderland
weer binnenkwam. Ook in dit licht
zie men de eerste vraag van konin
gin Wilhelmina aan zovele figuren
Later zou prinses Wilhelmina
altijd dankbaar terugzien op
haar jeugdjaren. Een foto uit
de album: samen met het ezeltje
(1887).
uit het juist bevrijde gebied, de
vraag, die haar wel kwalijk geno
men werd: „Bent u vernieuwd?".
Aan haar ontgoocheling heeft konin
gin Wilhelmina in het openbaar
slechts eenmaal stem gegeven, in
haar Oudejaarsrede 1947 en wel
zoals het naar haar opvattingen, en
zeker terecht, een monarch betaam
de: in de vorm van een appèl. Nog
hoor ik haar bezwerende stem:
„Velen vergeten te spoedig wat zij
doormaakten, zijn zo vervuld van
eigenbelang en leven zo in zichzel-
ven gekeerd, dat oog, oor, noch hart
meer openstaat voor het leed van
anderen, voor de grote nood, stoffe
lijk, maar vooral geestelijk, waarin
soms de naaste buren verkeren.
Vraagt gij u ooit wel eens af, waar
het meisje is gebleven, dat iedere
veertien dagen trouw, onopvallend
en ongekend, de bonkaarten thuis
bracht voor uw zoon die ondergedo
ken was? Wat is er van de jonge
man geworden die in verachting van
gevaar voor eigen leven u, ongezien,
geregeld de illegale bladen thuis
bracht, uit welker inhoud gij weer
nieuwe moed putte en hoop op de
uiteindelijke bevrijding?
Zijt gij niet al te spoedig vergeten de
schanddaden uit concentratie kam
pen, die de edeisten en besten uit
Na vijf jaar noodgedwongen in
den vreemde te hebben vertoefd,
terug op vaderlandse bodem.
Luide bejubeld door de bevol
king overschreed koningin Wil
helmina op 13 maart 1945 te
Eede-Aardenburg in Zeeuios-
Vlaanderen de Belgisch-Neder
landse grens.
je van ongenade waard. Na de wei
gering moet ze zich wekenlang ge
heel hulpeloos hebben gevoeld. In
„Eenzaam maar niet allen," op zo
gedempte toon gesproken, schreit
die misère toch nog door.
Volkomen Wilhelmina besloot de Ko
ningin niet het risico te nemen var
nog een neen. Koningsblauw vond
ons volk ondergingen en die gruwe
lijker waren dan wat de geschiede
nis ooit heeft gekend
Als koningin Wilhelmina de beslissing
daarvan zelf in handen had gehad,
dan had zij haar troonsafstand niet
persoonlijk aan het Nederlandse
volk meegedeeld. Graag had zij
anderen daarbij ingeschakeld.
„Zij wensteeersi een mededeling
van een gezaghebbend arts en een
prominente ver van de partijpolitiek
staande persoonlijkheid
staatsleven, dat haar kracht zo inge
zonken was, dat zij de lasten van
haar ambt eigenlijk niet meer dra
gen kon. Daarna een communiqué,
waarin werd verklaard, dat zij ook
gezien deze adviezen tot troonsaf
stand had besloten.
Beiden weigerden. Een moedige daad,
want koningin Wilhelmina verlang
de hun attesten, ze verlangde ze in
de zin van: ze eiste ze en in de zin
van: ze smeekte erom. En beiden
kenden ze Wilhelmina, die een haar
geweigerde dienst boekte met letters
van Domhoogte. Met een eeuwige
vlam aan de voet.
Dit was een zaak des konings en een
zaak des konings alleen. Een moedi
ge daad en een wijze daad. De legen
de, die op vorsten afkomt als de bij
op bloemen, had de abdicatie kun
nen maken tot het resultaat van een
paleisrevolutie. En roei legendes
maar uit. De machtigste documenten
slaan ze niet dood. Stel dat de oude
illegaliteit zou gaan fluisteren: Ze
hebben de Moeder van het Verzet
van de troon geschoven, ze was te
fel op ons, ze ziedde om de zuive
ring, ze
En een zuivere daad. Burgers hebben
met de besluitvorming van een vorst
gericht op abdicatie net zoveel te
maken als synodes met het eeuwige
oordeel. De burger vloekt het kruis
van de kroon, als hij zegt: Zoudt u
er niet mee ophouden, majesteit?
Ook als de koning om die vraag
heeft verzocht. Hij maakt de kroon
dan tot de hoogste hoge zijen.
Koningin wilhelmina nam dit
antwoord niet in dank af. Haar toch
al warme bloed ging koken...en, wat
erger was, zij kwam tot een verkeer
de interpretatie van het: neen. Het
was een weigeren haar te helpen,
terwijl zij heel haar leven alleen
maar helpen wilde, het was een wei
geren haar te helpen één van die
weinige keren of de enige keer. dat
zij hulp behoefde.
Ik ben er helaas niet in geslaagd
aldus Thijs Booy deze misvatting
teniet te doen. Het leek me een poos-
was voor haar wat een kruik jene
ver voor Mohammed zou zijn ge
weest. Zij ging nu naar de micro
foon. Met als enig papier in de hand
de eigen verklaring. Het volk zou
haar wel geloven, dat ze echt aan
het eind was. Zij had het nooit mis
leid."
Kort na de aankondiging van de
troonsafstand vernam het Nederland
se volk tot zijn ontsteltenis, dat de
vrouw, die in zijn gevoel sedert de
dagen van Olim de Koningin was
geweest en die naar zijn wens tot
haar dood majesteit zou blijven, van
4 september 1948 af zich op de prin-
sessenbank zou zetten, op de vijfde
plaats.
„Laat ons het rond zeggen: de natie
heeft deze beslissing van koningin
Wilhelmina afgekeurd. Bij een volks
stemming was zeker met een over
weldigende meerderheid uitgespro
ken: zij zal koningin-moeder Wilhel
mina heten."
Maar waarom dan wilde Wilhelmina
geen majesteit blijven, hoewel er is
gepoogd haar van haar besluit de
majesteitstitel neer te leggen, af te
brengen. Eén antwoord is, dat zij
het verfoeide als een Nebensonne
van de regerende Koningin te funge
ren. Niet uit ijdelheid. Maar omdat
naar haar besef haar behouden van
de majesteitstitel ten koste ging van
de souverein.
„Ook omdat de grondwet die zij ge
zworen had, die titel niet voor haar
had. Maar ook om een derde, een
vierde, een vijfde redenZij wei
gerde dit predikaat ook uit dwarsig-
hcid. Iedereen wil dat, ik niet en
wat ik wil gebeurt. En voorts wei
gerde zij het, dacht ik, uit wat men
bij een ander een snobistische grond
zou noemen. Iedereen tracht zich ho
ger te hijsen op de maatschappelijke
ladder, Ik, op de hoogste sport, ga
omlaag.
Bepalend zijn evenwel volgens mij
twee argumenten geweest. Aller
eerst de genoemde wens het plat
form der natie aan Juliana alleen te
laten. Zij wilde zover van de troon
vandaan, dat zelfs haar schaduw
haar opvolgster niet kon raken en
dan was het wel van groot belang,
dat zij ook haar naam prijsgaf. En
vervolgens bekoorde het haar, met
een hevige bekoring, om op haar
laatste levensétappe de naam te dra
gen die zij droeg op haar eerste,
toen zij tussen vader en moeder in
ging. en blijkens haar herinnering,
zo gelukkig was
De naam prinses Wilhelmina had voor
Wilhelmina een gans andere klank
dan voor ons: een vader, die er
uitzag als een schat van een opa en
die zelfs audiënties uitstelde als ze
samen rondtolden, een moeder, die
met heel de staat niets te schaften
„Welk een geluk zou haar wachten als
zij die tovernaam terugkreegHeel
primitief, maar ook heel bijbels ge
dacht: namen hebben machtje
bent anders met een andere naam.
Nee, niet nog een keer koningin Wil
helmina... geen generaalspaard,
maar de pony's. Niet de Ridderzaal,
maar de Veluwse heide. Niets hoe
ven. Gewoon een mensenkind zijn.
Kunnen zeggen wat je voor de
mond komt. De jonge prinses Wilhel
mina begroette een grote des rijks
met: Ha de sik. Koningin Wilhelmi
na zei alleen sik tegen geiten. De
oude Prinses u kunnen mompelen:
zoals de sik, ik bedoel minis
tereens schreef....".
Koningin Wilhelmina heeft er geen
moeite mee gehad, dat zij van de
ene minuut op de andere moest over
schakelen van Koningin op Prinses.
Ze deed het prompt.
„Toen de grootmeester van het
huis der Koningin haar op 6
tember 1948, vlak na de inhuldi
ging, de hand ten afscheid reikte en
„majesteit" zei, viel zij hier subiet
over, hoe 'n vliegende haast zij ook
had om uit Amsterdam weg te ko
men. „U bent. grootmeester en weet
niet wie de Koningin is?". En haar
dienstbaren kregen consigne om
zich niet één keer in de aanspraak
te vergissen. Dit was: Prinses. Mis
schien had zij toen nog liever „me
vrouw" voorgeschreven.
Karakteristiek Wilhelmina: de
kleine luiden, die haar na de ab
dicatie, ook tien jaar daarna, ma
jesteit noemden, liet zij begaan. De
elite kon rekenen op een repriman-
koningsblauwtje de. „O, u zou de Koningin ontmoe-
ken.
De heer Cleerdin schetste prof.
Borst (die in 1928 bij de federatie in
dienst kwam, tot 1952 secretaris was
en daarna als adviseur nog een zeer
nauwe band onderhield) als een man,
waarvan de bedrijfstak kolossale
vruchten heeft geplukt, niet in het
minst door zijn juridische studie en
zijn bijzondere belangstelling voor het
duurzame bedrijfsrecht. „Een wijs en
ervaren man, een practicus met hart
voor de medemens. Een man, die ge
dreven werd door de collegialiteitsge-
dachte en de rechtsgedachte", zo teken
de de heer Cleerdin in enkele grote
lijnen het portret van prof. Borst. En
hij bood hem de gouden waarderings
medaille van de federatie aan, alsme
de het eerste exemplaar van het (vol
gende maand verschijnende) Kerst
nummer, dat t.g.v. zijn afscheid aan
prof. Borst is opgedragen.
Deze noemde in zijn dankwoord de
medaille „het prachtigste geschenk,
dat in de grafische wereld ooit een
mens kan krijgen". Prof. Borst haalde
enkele herinneringen op en noemde
het een groot voorrecht gewerkt te
mogen hebben „in de schaduw van
mannen als Diemer, Korthuis en Cleer
din". Ik dank aan de drukkers een
gelukkig leven, aldus prof. Borst, die
daaraan toevoegde: „Maar ik ben dan
ook een gelukskind. Ik ben de zevende
zoon en geboren op een zondag"....
Ook tot mr. Stolwijk sprak de heer
Cleerdin woorden van waardering. Hij
noemde de heer Stolwijk (in 1945 bij
de federatie in dienst gekomen, daar
na adjunct-secretaris van de sociale
afdeling en de laatste jaren secretaris)
een man van grote bedachtzaamheid,
die zich met zijn gehele persoonlijk
heid, tot in de nachtelijke uren toe,
inzette voor de belangen van de fede
ratie. Met bewondering herinnerde de
heer Cleerdin nog eens aan het proef
schrift „De collectieve arbeidsovereen
komst voor de typografie", dat de heer
Stolwijk in 1948 opdroeg aan de pio
nier der federatie de heer H. Diemer
ter gelegenheid van diens 25-jarig
voorzitterschap van de Centrale Com
missie voor het boekdrukkers- en ras
terdiepdrukbedrijf.
„Ook van uw activiteiten heeft de
grafische bedrijfstak fijne vruchten ge
plukt", aldus de voorzitter, die mee
deelde dat mr. Stolwijk als waarde
ringsgeschenk een antieke dekenkist
heeft ontvangen. In zijn dankwoord
noemde de heer Stolwijk zijn dienst
tijd bij de federatie een „essentieel
stuk" van zijn leven.
ten? Die is momenteel op Soest-
dijk".
Tot haar dood heeft haar perso-|
neel haar met „prinses" aangespro-l
ken
(Volgende keer:
Een mooie lange
zomeravond)
Se en laatste waarschuw mg Ik wiZ
me natuurlijk niet opdringen maaf
volgende week (s het Sinterklaas
Vraagt u mijn suggestie voor een
leuk cadeautjet Kijk maar wat ifa
self rook. Eén van die kostelijks'
kleine sigaren van Panter.Nu in ge-
weldigleukegeschenkverpakkingenf
50 stuks Panatellaf. 12.50
50 stuks in assortiment f. 8.50
50 stuks - Domino- f. 8. -
15 stuks in assortiment t. 2.75
dé makers van kleine sigaren
De Moeder van het Verzet
een erenaam door prinses Wil
helmina in ballingschap ver
diend bij een van de grootste
verzetsmonumenten, die Neder
land rijk is: het standbeeld van
de Dokwerker te Amsterdam.