TUSSEN DE TROON EN DE
STOELEN
De levensavond van koningin Wilhelmina
Speelplaatsen
geen zorg van
regering
Chirurg reisde met
kaart en aardbol
naar Europa
VRIJDAG 19 NOVEMBER 1965
BIJZONDERE omstandigheden voor
behouden verschijnt op 28 november,
haar sterfdag, een boek over „onze
oude Koningin", geschreven door haar
secretaris Thijs Booy en getiteld ,JDe levens
avond van Koningin Wilhelmina" (uitgave
W. ten Have, Amsterdam, 13,90 paperback,
15,90 gebonden, blz. 287).
Tbijs Booy beeft het voorrecht gekend de
grijze vorstin in haar levensavond te mogen
dienen. Dikwijls en lang heeft zij met hem gesproken, met hem
door het verleden gedwaald en de film van haar leven, die op het
doek van haar herinneringen verscheen, voor hem afgedraaid.
Slechts zeer en zeer weinigen zijn in de gelegenheid geweest van
zo dichtbij haar gade te slaan en haar te leren kennen als Thijs
Booy. De jaren, gelegen tussen de dag, waarop zij het hermelijn
aflegde en de dag, waarop zij voor goed de ogen sloot heeft hij
fijnzinnig beschreven, drie jaar na haar dood. Met dit boek wordt
het Nederlandse volk een blik gegund in de jaren, die op haar
troonsafstand volgden. Een bescheiden blik, maar toch ruim genoeg
Om veel te begrijpen van haar, die „ten laatste de vreemde gestalte
van een gestorven koning en een levend mens (was), die ook haar
zelf vreemd voorkwam".
Onze krant heeft het recht van publicatie van het boek verworven.
In de komende weken zal er in enkele artikelen uitvoerig uit worden
geciteerd.
Er tvaren noorden die prinses Wilhelmina
verafschuwde. Daartoe hoorde jarenlang ook:
levensavonden helemaal teas dit een infer
nale kreet, als de levensperiode waarin zij zich
bevond zo werd aangeduid.
Dit wetend zo schrijft Thijs Booy in zijn
voorwoord wachtte ik mij ivel in de corres
pondentie het woord te gebruiken. Dat was
intussen niet zo simpel. Soms moest ik me suf
piekeren op nog een synoniem.
Een keer, toen ik dit iveer gedaan had, zei zij:
„Waarom niet heel eenvoudig „levensavond"
gezegd?".
„Omdat Uwe Koninklijke Hoogheid hebt
laten blijken, dat u dit woord niet zo op prijs
stelt".
„Ik ben veranderd. Het is een heel, heel mooi
icoord. U mag voortaan gerust over mijn levens
avond spreken. Ik ga het zelf ook gebruiken en
dan denk ik aan een mooie lange zomeravond,
aan na een drukke, warme dag buiten zitten in
de rust en de weldadige koelte van de avond".
Op grond van dit gesprek besloot ik dit boek
over haar laatste levenstraject te noemen„De
levensavond van fConingin Wilhelmina"
Ik hoop dat u zich op de volgende bladen)
verplaatst voelt niet naar een snijdend-koude
januari-avond met mist en gladde wegen, niet
naar een maartavond vol plensregens, maar naar
de wondere gaafheid van de avond van een 31ste
augustus die windhozen, bliksem en hitte bracht
en toen vergleed in een ontzaglijke vrede.
Dat was per saldo haar levensavond: tot heel
laat buiten zitten onder de stillebeloftenrijke
avondhemel. -r,r.
DEN HAAG De regering zal geen
maatregelen treffen om te voorzien in
- het gebrek aan speelruimten voor kin
deren. De aanleg van speelplaatsen is
een taak van de gemeenten. Dit
{antwoord geven de ministers Vrolijk
(cultuur, recreatie en maatschappelijk
werk), Diepenhorst (onderwijs) en Bo-
gaers (ruimtelijke ordening) aan de
heren J. J. Voogd (soc. en Vermooten
r(soc.). De Kamerleden hadden deze
{kwestie aangesneden naar aanleiding
'«■van mededelingen van ir. J. D. Spaar-
garen over het verband tussen leer-
moeilijkheden en woonomstandighe
den. Minister Diepenhbrst antwoordt,
dat wellicht in incidentele gevallen de
school-speelplaatsen voor de kinderen
beschikbaar gesteld kunnen worden.
De ministers wijzen er overigens op,
;dat de ervaringen door de gemeenten
opgedaan met de speelplaatsen teleur
stellend zijn door te gering besef aan
verantwoordelijkheid bij het
bliek.
Vragen over stagnatie
in de gaslevering
DEN HAAG Het lid van de Twee-
de Kamer, de heer Oele (soc) maakt
zich ohgerust over de stagnatie, die
tijdens de laatste vorstperiode optrad
i in de levering van aardgas. Hij vraagt
aan de minister van economische za
ken of in de toekomst op een herha
ling van deze moeilijkheden gerekend
moet worden en dringt aan op het
nemen van afdoende maatregelen.
DC-8 maakte op
Aruba geslaagde
noodlanding
ORANJESTAD Een DC-8 straal-
verkeersvliegtuig heeft gisternacht
een geslaagde noodlanding gemaakt
op de luchthaven Beatrix. Aan boord
waren 162 passagiers en 10 beman
ningsleden.
Zes minuten nadat het toestel
van de Amerikaanse luchtvaartmij
Trans Caribean Airways uit Aruba
vertrok,meldde de bemanning, dat
een der motoren in brand stond. De
bemanning slaagde er in de brand te
blussen en de brandstoftanks boven
zee leeg te laten lopen. Op de luchtha
ven had men inmiddels alle voorzorgs
maatregelen genomen, maar de lan
ding verliep zonder ongelukken.
R.k. socialisten
boos op KVP
UTRECHT Het bestuur van de
Katholieke werkgemeenschap in de
Partij van de Arbeid is boos op de
KVP. De reden is, dat bij een recente
verkiezing van een lid van G.S. in
Limburg weer geen socialist is geko
zen. Er is, aldus de wei'kgemeenschap,
geen rekening gehouden met de demo
cratische spelregels. Hierdoor kan de
juiste verhouding tussen katholieken
en niet-katholieken worden ver
stoord.
Nog meer is de Katholieke werkge
meenschap verstoord, omdat de lande
lijke voorzitter van de KVP heeft ge
probeerd deze foute verkiezing te
rechtvaardigen.
BEA-Trident bleef
aan de grond
SCHIPHOL De captain van een
Britse BEA-Trident heeft gisteravond
onenigheid gekregen met personeel
van de luchthaven. Hem werd gewei
gerd een ontijzelingsinstallatie naar
het begin van de startbaan mee te
geven.
Het toestel was op het platform
door een spuitinstallatie van ijsafzet
ting ontdaan, doch door het typische
weer lag er al weer een laag ijs op de
Trident toen deze op de startbaan ver
scheen. Personeel van Schiphol weiger
de het toestel op de startbaan te be
spuiten, omdat dan het vertrek van
andere toestellen zou worden ver
traagd. Toen eindelijk aan het verlan
gen van de captain kon worden vol
daan, was de vloeistof in de spuitinstal
latie op, zodat de vlucht werd geannu
leerd. De passagiers konden later op
de avond met het laatste lijntoestel
naar Londen vertrekken.
Prinses Wilhelmina was bijgezet in de grafkelder van de Nieuwe
Kerk van Delft, na een aangrijpende, maar ook feestelijke uitvaart
dienst. En toen kwam voor de schrijver het laatste, allerlaatste af
scheid van koningin Wilhelmina.
„Terwijl de kist ontlint werd, daalde mijn blik de andere kisten
af, die der stadhouders, der koningen, der koninginnen, der prinsen.
Hij bleef hangen bij die van Wilhelmina's drie broers, alle drie tra
gische figuren, Maurits, als jongen overleden. Willem dertig jaar
's lands kroonprins en vervreemd van de natie in den vreemde ge
storven, nadat zijn vader hem de bruid van zijn hart geweigerd had.
Alexander, die hier in deze grafkelder telkens en telkens luid zat te
snikken bij de kisten van moeder Sophie en broer Willem, en die niet
de kracht vond zich boven deze smarten te verheffen en er toen aan
onderging. Welk een noodlot: een koning heeft drie zonen en ze
worden alle drie voor hem uit de crypte binnengedragen. En welk
een vreemde zegen: een zusje, dat het dochtertje van hen alle drie had
kunnen zijn, redt de dynastie en brengt die tot nieuwe glorie.
Het gezin van koning Willem in
voltallig, moest ik denken. Vandaag,
8 december 1962. Het heeft er lang
over gedaan om hier verenigd te
zijn. Het vierde kind overleefde haar
broers maar liefst respectievelijk 78,
83 en 110 jaar. Ervoer koningin Wil
helmina het nog als een gezin? In
haar ouderdom zeker, althans eniger
mate. Een maand voor haar dood ze:
ze mij, dat zij erover dacht om ir
een der paleizen een portrettenrij te
maken van haar en haar broers.
Midden in dit gepeins zag ik ineens de
minister het lakstempel met het ko
ninklijk wapen en de koningsnaam
nemen en hetzelfde ogenblik was er
nog maar één kist meer, die van
Wilhelmina.
Dit was dan het laatste, het allerlaat
ste, de uiterste aardse daad jegens
haar: de kist werd verzegeld. Ik
voelde mijn hart kloppen. Een mo
ment.... toen was alles, maar dan
ook alles voorbij. Wilhelmina was
ingelijfd bij haar gestorven voorge
slacht. Zij, die enige weken geleden
nog tot mij door de telefoon sprak
als stond een regiment aan de ande
re kant van de lijn opgesteld, was
hoe onwezenlijk nu net zover
bij ons vandaan als Am alia van
Solms en Maaike Meu.
Ik draalde bij het weggaan, overwel
digd door deze gedachte en zo stond
ik tenslotte als laatste bij de kist.
Toen voelde ik dat ik boog en een
ogenblik later zag ik de burgemees
ter van Delft het hek sluiten.
Waarlijk niet toen, maar veel later
was ik blij, dat ik me voor haar
genegen had en diep genegen. Dat
kwam haar toe, dat het laatste kind
van haar volk dat bij haar kist
stond haar hulde bracht, haar een
groet der dankbaarheid bracht".
VREDE
Teruggekeerd op Huis ten Bosch
waar het begrafenismaal al bijna
ten einde was, overweldigde Thijs
Booy het grote contrast in de
stille spelonken onder de Nieuwe
Kerk, muren van dor, dood steen,
hier, in de Oranjezaal, een feest van
kleuren op de wanden, de ene
uitbundige schildering na de andere,
ginds de absentie van alle praal,
hier aan alle tafels goudgestikte ga
la-uniformen en tussen de tafels la
keien in gala. Toen viel zijn oog op
het menu: een kroon erboven en op
hetzelfde ogenblik zag hij de zilve
ren kronen op de kisten weer.
„En hiermee was de kortsluiting voor
hij, het harre contrast werd een won
derbare vrede. Een telg van het huis
van Oranje was begraven, het huis
zette zijn loop voort, onverveerd, de
doden begroeven de levenden niet:
het geheel in de geest van Wilhelmi-
Zelfs het servies deed me nu geen
pijn. het galaservies met de grote
juichende W van Wilhelmina. Zij
zou het verkeerd gevonden hebben,
als het mi'oeumgoed geworden was.
Zij had het voor haar huis besteld
en dat huis overleefde haar. Er was
alleen een blad verwaaid, de boom
De Oranjezaal in het Huis
ten Bosch die in het leven
van prinses Wilhelmina zo'n
belangrijke rol heeft gespeeld.
was blijven staan. Hoezeer in haar
zin, dat boven het onmetelijke woud
van halfstok hangende vlaggen in
den lande in de vroege morgen van
28 november 1962 op het dak van
paleis Het Loo de koninklijke stand
aard in top gehesen werd: het huis
leefde, de kroon was ongerept."
En zittende in die Oranjezaal, ging
Thijs Booy aan het mijmeren.
,Hoe vaak sprak de oude Wilhelmina
erover en met welk een vervoering.
Ja, vervoering. En.... typisch Wilhel
mina.... precisie. Ze wist ver weg op
Het Loo haarfijn te vertellen wat op
de wanden van de Oranjezaal afge
beeld was, en in welke volgorde, en
ze haperde geen moment bij het ver
haal van de lotgevallen van de zaal.
Prinses Amalia was bepaald geen
grote liefde van haar, zij nam haar
een zekere daad kwalijk alsof die
niet drie eeuwen geleden verricht
was, maar gisteravond en alsof die
jegens haarzelf gepleegd was, maar
elke keer als de Oranjezaal aan de
orde kwam, kon er een pluim af.
Dat was een goed ding van haar
geweest, dat zij deze zaal had ge
bouwd. ter ere van haar man, de
stedendwinger. Huis ten Bosch was,
zei ze er soms bij, eigenlijk deze
zaal. Oorspronkelijk heette het ook
ROL
„Die zaal heeft werkelijk een rol in
mijn leven gespeeld", zei Wilhelmi
na eens tegen Thijs Booy. „Ik ben er
niet zelden, als ik voor moeilijke
besluiten stond, naar toe gegaan om
mij te laten inspireren. In het begin
van mijn regering, tijdens de eerste
wereldoorlog en toen dikwijls, en
nadat Hitier begonnen was. Ik
kwam er vaak sterker vandaan."
En Thijs Booy herinnert zich:
„In de tijd toen het besluit om de
kroon neer te leggen in haar handen
kantelde, liet zij zich het diner nog
al eens in deze machtige zaal bren
gen. Symbool van haar koningschap:
alleen aan tafel in deze zaal voor
vele tafels, opblikkend naar de alom
als een proclamatie geschilderde glo
rie der vaderen. Maar ook een
onthutsende illustratie van haar
eenzaamheid.
Toen ik weg reed van Huis ten Bosch
zag ik plotseling in een flits als was
het vorige week gebeurd, weer de
aankomst van prinses Wilhelmina
hier voor me op de eerste prinsjes
dag na de restauratie van het paleis.
Zij had alle leden van haar hofhou
ding in de vroege middag op de
Voorhout besteld en wij waren zo
gek niet of we begrepen, dat er iets
op stapel stond.
Anders haalde zij nooit de hele ploeg
bij elkaar, zij had zelfs die ploeg
niet graag bijeen, we moesten maar
wat op een distantie van elkaar le
ven, ze was geloof ik altijd bang
voor frontvorming. „Ik ga voor het
eerst weer naar mijn oude Huis tén
Bosch en jullie gaan allemaal met
me mee." Het klonk als een legeror
der, maar ik zag dat ze nerveus was
Zij vreesde, geloof ik, dat de restau
ratiestaf al restaurerend de ziel van
het huis weggerestaureerd had. Had
ze dat al eens niet eerder met een
geliefd huis beleefd? En ze zag er
tegenop die dierbare plek terug te
zien. Dan dus je laten omsingelen
door je mensen.
Tot de chauffeur: „Niet bij een grote
ingang voorrijden. Het is een paleis
van de Koningin". Als inbrekers
kwamen we toen het slot binnen,
Wilhelmina voorop zij alleen ken
de de weg wij als ware samen
zweerders er achteraan. Op een
smalle trap passeerden we, doordat
hij ongeveer in de muur kroop, een
hof dignitaris die, dodelijk geschrok
ken van het bekende hoofd dat
ineens voor hem opdook, zijn bran
dende sigaret zo ongeveer in zijn
handpalm drukte. Boven gingen we
schichtig voort alsof we clandestien
binnengedrongen fotojournalisten
waren die door een vertrouwde in
huis naar een goede plaats geloodst
werden.
„Ga allemaal maar naast mij zitten",
riep de Prinses, toen we in een ka
mer met zicht op het bordes waren
aangekomen. Een ogenblik later
kwam de Koningin met haar gezin
naar buiten en begon een Haagse
huidebetoging.
De Prinses volgde die huidebetoging
alsof zij de regie had, geen detail
ontging haar, en geen woord (hoogst
praktisch had zij direct na binnen
komst het raam op een kier gezet).
De mensen hadden het eens moeten
weten, dacht ik telkens, dat de
vrouw die vijfenveertig jaar als soe
verein in hun stad resideerde achter
de vitrages en bij een schierend ven
ster alles meemaakte. Wat zouden ze
graag, alle Haagse reserve ten spijt,
naar dit raam gestormd zijn om
haar nog eens hun aanhankelijkheid
te betuigen.
Op een gegeven moment klonk een
luid: „Leve de Koningin". Als door
een bliksem getroffen stond Wilhel
mina op, kaarsrecht. Een fractie van
een seconde. Toen, als door een twee
de bliksem getroffen, viel zij, ja viel
zij terug op haar stoel. Je volk groet
je, riep de eerste bliksem. Het is je
volk niet meer, de tweede. Als ik
haar ooit een tragische figuur heb
gevonden, dan toen. Zij was een
ogenblik vergeten, dat zij de Konin
gin niet meer was. De kreet, die
haar van haar tiende tot haar
achtenzestigste jaar toegeroepen
werd, en die nog maar zo kort een
ander gold, die bij haar bestaan pas
te als het Vaticaan bij de paus, als
het Nieuwe Testament bij het Oude,
had haar het stuk papier even uit de
herinnering gebracht waarop zij ge
zegd had, dat zij het uitmaakte met
de kroon. Even, even keek zij, neen
niet ongelukkig, maar schuldbewust,
majesteitsschennis had ze begaan.
Toen verstrakte het gezicht en werd
het gadeslaan voortgezet. Neen, niet
het kijken, het gadeslaan.
Dat was Wilhelmina gedurende haar
levensavond: de Koningin die krach
tens vrije wil particulier was gewor
den en die het nooit helemaal kon
worden, omdat zij Koningin was ge
weest; een vrouw die van de troon
naar een stoel ging en toen nergens
meer op paste, de troon was van een
ander geworden en op een stoel zat
zij onwennig; een mens in een heel
vreemd niemandsland, in vele
eeuwen zelden betreden, enerzijds
de troon, anderzijds het volk, bij
geen van beide werkelijk horend.
De minister-president stapt van het
schip van de staat de wal des volks
op. De koning stapt tussen schip en
wal. Als hij een..duw. gektegen
heeft, het water in. Als hij vrijwillig
gaat, op een heel merkwaardig vlon
dertje".
DOOD
Toen prinses Wilhelmina haar 75ste
verjaardag tegemoet ging werden er
plannen gemaakt haar een aubade
te brengen, met daaraan verbonden
een défilé. Thijs Booy werd ver
zocht de Prinses om toestemming
voor het uitvoeren van de plannen
te verzoeken.
„De Prinses luisterde aandachtig en
ook wel met sympathie. Maar haar
besluit klonk als een atoombom op
de bollenvelden: „Mijnheer, dat is
een heel mooi plan. Maar wat wilt
u? Ik ben dood. Ik dacht, dat mijn
secretaris daar zo langzamerhand
achter gekomen was".
,J2ood, Koninklijke Hoogheid?"
,Ja, mijnheer, al bijna zeven jaar."
,Al bijna zeven jaar?"
,Jk heb geabdiceerd, mijnheer, en wie
geabdiceerd heeft, is dood."
,fllaar u zit daar en u spreekt tegen
me."
Hierop kreeg ik zo'n stuk taart bij
mijn thee, dat ik een tijd niets meer
zeggen kon.
Ziehier de problematiek van de levens
avond van Wilhelmina: zij was 4
september 1948 kort na half twaalf
's morgens overleden, en zij zat nog
achter haar schrijftafel. Zij was als
koning gestorven (en haar ko
ning-zijn had veel met haar
mens-zijn te maken), maar als mens
leefde zij nog (en haar mens-zijn
had veel met haar koning-ge
weest-zijn te maken). Zij leefde tus
sen twee doden. En meer bewust
dan men geneigd zou zijn te denken.
Gevolg van het feit, dat zij haar
abdicatie ernstig nam met uiterste
ernst. Zij noemde dit zelf: de abdica
tie zuiver constitutioneel benaderen,
en citeerde dan nogal eens de grond
wet die in artikel 15 abdicatie van
de soeverein gelijkstelt met overlij.
den („heeft hetzelfde gevolg als
overlijden").... Men concludere uit
een en ander niet, dat zij in onvrede
leefde met haar abdicatie. De rust
en verzekerdheid, ja blijdschap,
waarmee zij 4 september 1948 het
hermelijn aflegde en een mantelpak
aantrok, zijn althans bij mijn we
ten later nimmer aangevochten
geweest.- Maar het %as" eetr'Bijna
bovenmenselijke opgave voor haar
om haar koers te vinden in die zó
vreemde wereld tussen de Mozes en
Aaronzaal van het paleis op de Dam
en de Nieuwe Kerk in Delft".
ONTWORTELING
„Het volk nam haar, die een halve
eeuw de grote „tegenover" was, niet
in zijn rijen op. En had het het wel
gedaan, dan had zij met haar plaats
geen raad geweten. En een „tegeno-
ver"-status wilde zij niet meer. Ja,
k,on zij ook niet meer aan. Voor
iemand met haar karakter, haar per
soonlijkheidsstructuur was het onmo
gelijk van een hele een halve ko
ning te worden. De abdicatie maak
te haar tot een ontwortelde. Het was
intussen niet best geweest, als zij er
-geen ontwortelde door geworden
was. Dan zou zijn aangetoond, dat
haar kroon een gouden hoed was
geweest en niet het cardiogram van
haar zijn.
Bij Wilhelmina hadden we (wel) te
doen met een radicale ontworteling.
Het stoffelijk overschot wordt
de crypte binnengedragen.
„Prinses Wilhelmina ingelijfd
bij haar gestorven voor
geslacht".
Zij was een monarch, die geloofde
in de vocation divine. De koning
wag nie^ de hoogste ambtenaar*
nxaar de gezalfde Christi te midden
der natie; Zij was dankbaar,, dat de
Koning der Wereld haaf had uitver
koren om de Nederlanden te rege
ren. Zij raakte bijna haar hele
mens-zijn kwijt in de koningsop
dracht. Zij was al koning voor ze
een ax-tikel kon vatten van dc grond
wet.
In zulk een situatie betekent abdicatie
een hersenspoeling, een planeet ver
derop trekken, van neger blanke
worden, sterven.
Wie een oordeel wil spreken
over haar levensavond, bedenke
deze dingen. Zij was geen gepen
sioneerde, die actief bleef. Zij
was zoveel niet. Zij was ten laat
ste de vreemde gestalte van een'
gestorven koning en een levend
mens, die ook haar zelf vreemd
voorkwam".
(Volgende keer: Het
afscheid van de kroon)
De troonsafstand is een feit geworden. Prinses Juliana is Koningin. Als het jonge vorstenpaar, na
de plechtige dienst in de kerk, op het balcon van het paleis op de Dam verschijnt is prinses Wilhelmina
de eerste die uitroept: Leve de Koninginl
SCHIPHOL In Europa is men
kennelijk als de dood voor watervlieg
tuigen. Je moet een rijstebrijberg van
papieren invullen, voor je kunt ver
trekken en dan moet je nog per sé
landen op het punt dat je hebt aange
vraagd. Dit zei gisteren de jeugdige
Amerikaanse amateur-vlieger James
Gaston, die dinsdag onverwacht boven
Schiphol verscheen en aan de onthut
ste verkeersleider vroeg of hij met
zijn tweedehands watervliegtuig op de
Ringvaart mocht landen. James is
geen avonturier, geen kolonel, geen
mysterieuze zwerver, doch een zeer
beschaafde, veelbelovende chirurg, die
een jaar lang gaat werken in een zie
kenhuis in Engeland.
De route naar Europa had James
uitgestippeld met behulp van een
aardbol en wat militaire kaarten. Hij
moest nog een tweedehands radio-
installatie kopen en een spoedcursus
radiotelefonie volgen, omdat hij
anders Amerika niet mocht verlaten.
Het begin van de reis verliep voorspoe
dig, maar de cursus had hem drie we
ken op zijn oorspronkelijke plannen
achter gebracht en het gevolg was dat
hij, na Groenland achter zich te heb
ben gelaten onderweg naar IJsland
steeds meer ijs onder zich ontdekte.
Geen nood, dacht James, dan neem ik
de boot.
Per boot
En zo belandde hij per boot in Ko
penhagen. Welgemutst liet de chirurg
zijn vliegtuigje van het dek in het
water van de haven van Kopenhagen
hijsen. Aldus verbaasde hij dinsdag in
deze haven behalve de zeemeermin,
die toch al veel gezien heeft, alle ver
dere vrienden en vijanden door daags
na aankomst, ronkend met zijn ene
propeller en schuim opspattend met
zijn beide pontons, midden uit de ha
ven dwars tussen verschillende sche
pen door het luchtruim te kiezen om
welgemoed koers te zetten naar Devon
via Nederland. Tegen de avond was
hij boven Nederland. Hij wist niet op
welke golflengte hij de verkeerstoren
van de luchthaven bij Amsterdam kon
oproepen, die hij op zijn militaire
kaart zag aangegeven als „Schip
hol".
SOS-seinen
Toen hij boven Groningen was draai
de hij de in de gehele wereld unaniem
erkende sos-golflengte voor in nood
verkerende vliegtuigen voor en vroeg
beleefd aan de verkeerstoren van
vliegveld Eelde op welke golflengte
hij Schiphol moest oproepen. Inder
daad kreeg de chirurg een half uurtje
later de verkeersleider in zijn oor, die
even sprakeloos bleef op de vraag of
een landing op de Ringvaart was toe
gestaan. In de verkeerstoren werd
druk overleg gepleegd maar men wist
geen raad.
Naar Parijs
Intussen cirkelde James maar in de
lucht, totdat hij er genoeg van kreeg
en tenslotte eigener beweging neer
streek op een groot mooi watei da hij
onder zich zag. de Westeinder plas, en
koerste naar Aalsmeer. Hier stapte hij
vlug in een taxi, wandelde onopval
lend de vertrekhal van Schiphol bin
nen, en boekte voor een reis naar Pa
rijs. Kwart voor zeven was hij
opnieuw in de lucht. „Ik wilde in Pa
rijs kennissen van mij bezoeken, ver
telde hij gisteravond. Hij bleef' daar
de hele woensdag en keerde gisteren
terug naar Schiphol, waar hij zoveel
formaliteiten moest vervullen. Ik heb
nu een deugdelijk vliegplan ingediend,
vervolgde hij verbaasd over alle
opwinding. Ik hoop morgen als de
rijkspolitie tenminste mijn vliegtuigje
vrij geeft bij mijn vrouw en kind
te Devon te zijn. „Een bekeuring vind
ik niet zo erg, als ik mijn toestelletje
maar terugkrijg", aldus de chirurg.