CEïïvff Bloedtransfusie Rotterdamse toneelspelers verdiepen zich toegewijd in Luthers leven en werk In Parijs bleef weinig over van Calvijn „Een vaste burchtin onze schouwburgen ezfwt Mhdatéfmt1: Nederlandse dienst is „het" schoolvoorbeeld ZONDAGSBLAD ZATERDAG 30 OKTOBER J965 Het mag u verbazen, dat op deze pagina „Geestelijk leven" ter gelegenheid van Hervormingsdag een artikel verschijnt van een toneelredacteur, die u meevoert naar een schouwburg. Maar duidt ons niets euvel, want u zult algauw bemerken, dat het onderwerp gepast en toepas selijk is. Het gaat om Luther zoals hij in het toneelspel van de Britse „angry young man" John Osborne de mo derne mens aanspreekt: ontdaan van mythe, niets ver hullend van zwakte en twijfel, indrukwekkend en over tuigend in gehoorzaamheid vasthoudend aan het Woord «Jat de rechtvaardige uit het geloof alleen zal leven. Ruim vier jaar nadat „The English Stage Company", met Albert Finney magistraal in de hoofdrol, dit spel in onze groot ste steden vertoonde, werkt nu het Nieuw Rotterdams Toneel in tens aan de Nederlandse enscene ring van „Luther". Voor het eerst in eigen taal zal vrijdag 5 november voor het première pu bliek in de Rotterdamse Schouw burg het in machtige cadans ge zongen „Een vaste burcht" klin ken. Ter afsluiting van een impo nerende toneeldaad, tevens als begin, wellicht voor velen, van een zich verdiepen in verschijn selen van voortgaande reforma tie zoals wij die in onze dagen kunnen ervaren. Richard Flink, die „Luther' regisseert. Osborne's taferelenspel is razend moeilijk, de repetities xljn daarom afmattend. Richard Flink ziet er moe uit Rode vlek ken op zijn met ringbaard scherp omlijnd gelaat en de felle oogop- Reformatie van Rome Hier en daar worden morgen weer hervormingsdiensten ge houden met rooms-katholie- ken. En waar protestanten al leen bijeenkomen zal wel heel wat genuanceerder over Rome gesproken worden dan vroeger wel het geval was. De tijd van wederzijdse ver kettering is voorbij. De geest van onze tijd vraagt dat wij niet vervloeken, maar begrij- En toch geloven we dat vele protestanten heel wat minder hoopvol gestemd zijn dan en kele jaren geleden. Rome blijkt minder geneigd zich te reformeren dan wij uit opti mistisch getinte uitspraken van rooms-katholieken meen den te mogen opmaken. Of laat ik me nu leiden door een gevoel van teleurstelling over de uitspraak over gods- te krijgen, nu hebben nelijk hun stempel gedrukt op het werk van herziening. Met kracht wordt Rome gepo neerd als de ene ware kerk van Christus. En door tijd nood gedrongen ziet de meer derheid van progressieven geen kans om de wijzigingen nog weer ongedaan te maken. Hoewel nog niet definitief goedgekeurd ligt er nu een uitspraak voor ons waarin mooie dingen worden gezegd, maar waarin ook uitspraken staan die allerlei interpreta ties toelaten. Of laat ik me leiden door een gevoel van teleurstelling over de daden van Paus Paulus? Hij wordt reeds genoemd de paus-van-de-maren, omdat hij iedere uitspraak afzwakt in een bijzin. De rooms-katho- liek, Xavier Rynne schreef van hem: „De paus is een mens, die kennelijK ver scheurd wordt door twijfels, gekweld door gewetensang sten, achtervolgd door perfec tionisme en boven alles over heerst door een overdreven bezorgdheid sommigen noe men het obsessie voor het prestige van zijn ambt als paus. Zijn opmerkingen op dit gebied vertonen soms een bijna messiaans vuur, het geen men niet vindt in de meer bezadigde uitingen van zijn voorgangers. Zijn talloze verklaringen op dit gebied kan men bijna bij elke gele genheid horen... roms sleept hij het pausschap er als het ware met de haren bij". Hier is geen anti-papist aan het woord, maar een rooms-katho liek die duidelijk zijn kerk lief heeft. Zijn bezorgdheid echter is olie op het vuur van protestantse verontrusting. Juist daarom heeft het zin om dit jaar hervormingsdag te vieren. Alleen... laten we ons niet afzetten tegen Rome dat zo moeilijk te reformeren is. Laten we ons afvragen hoe het staat met onze reforma tie. Willen wij ons laten refor- Parallellen „Het intrigeert ons, dat u als rooms-katholiek gevormd man zo geboeid wordt door het leven van de reformator Luther". Richard Flink veert meteen op. Even denkt hij dat wij bij de to neelspeler een tekort aan inlevings vermogen in religieuze aspecten vermoeden. Maar dan, helemaal „in", zegt hij: „Eerst was het Osborne's spel dat mij fascineerde. Ik had de Engelse voorstelling niet gezien, dus stond ik er volkomen blanco tegenover. Het trok me ge weldig aan, dit stuk in strikte ob jectiviteit met ons eigen gezel schap op te voeren. Toen ben ik me in de persoon van Luther en in zijn tijd gaan verdiepen. Het wer den de parallellen tussen Renais sance en Reformatie enerzijds en onze tijd die mij gingen biologe- borne niet in de eerste „Waarachtig niet, daarvoor zijn de met onze eeuw corresponderen de elementen te sterk. Overigens dat weet je is „Luther" geen realistisch spel in traditionele zin; het is een hersenstuk. Je moet meedenken en kunnen invullen. Osborne kwam tot het schrijven van dit drama, nadat hij in Enge land Brecht had zien spelen. Zijn hierdoor geïnspireerde aanpak is dus niet slechts Brechtiaans als e- &isch taferelenspel, maar ook daar- i dat het geen ontwikkeling van de karakters te zien geeft en ver vreemdingseffecten de realiteit als het ware terugdringen." Geen zijsprong Js dit stuk, gezien Osbor ne's instelling en zijn voor gaande werken, niet een won derlijke zijsprong?" „Dat geloof ik niet. Osborne be- terlijk is, dat de felle criticaster van onze moderne sa menleving, niet alleen voor zich zelf de essentie wist te ontdekken van Luthers „rebellie" die overi gens wijdere dimensies heeft dan het moderne „angry-zljn" maar er ook in is geslaagd, deze kern Indringend en waarachtig over te brengen." „Gelooft u dat er voldoende belangstelling zal zijn voor een zo ernstig stuk, waarvoor je toch wel iets moet weten omtrent de godsdienstige as pecten en historische fei ten?" „Ik hoop het van harte en ik Seloof er wel ln. Wij Nederlan- ers, we hebben een religieuze in slag, ook nog als we niet kerkelijk zijn. Zo is het met mij: in wezen ben ik een religieus mens en zo is het eigenlijk met de meeste toneel spelers gesteld. In het zich inleven in Luther ligt daarom niet de moei lijkheid; die echullt veeleer in de door Osborne gekozen theater vorm. Er is in dit stuk geen door- vloelende ontwikkeling van karak ters en situaties. Osborne gaat met sprongen door de tijd, met over slaan van veel staat hij stil bij de hoogte- en dieptepunten ln Lu thers leven. Om dat goed neer te zetten op toneel, om spanningen gaande te houden en zelfs op te stuwen, dat is razend lastig." John Osborne, schrijver van ver scheidene bytend-felle en wrokkende toneelspelen, teas 32 jaar toen hij in 1961 theaterliefhebbers en theologen verbaasde met een diepgaande en waarheidsgetrouwe dramatisering van Luthers leven en werk. „Wanneer je bedoelt, naar room se of reformatorische kant: beslist niet Ik ga er van uit. dat wij de twee machten, als ik ze zo mag noemen, en de personen die deze machten vertegenwoordigen, met volledig behoud van eigen waarde moeten tonen. Een keuze is niet aan ons, maar aan het publiek." Stuitte de realisering van die Richard Flink, die b\j het Nieuw Rotterdams Toneel de voorstel ling van Osborne's ,J.ulher" re gisseert rechts) naast chef-décor- bouwer Chiel de Mey, die een verrassend procédé toepast om het door Johan Greter ontworpen décor een ouderdom van meer ian vier eeuwen te geven. „Ja, en wel op twee punten. Het stuk is daar, evenals in sommige andere passages, niet sterk en ten tweede hebben we daarin de voor bereidingen voor Luthers eerste mis. Ik dacht, dat onze objectieve benadering gebood, alle rituele handelingen als echt weer te ge ven. Zo heeft een pater ons geadvi seerd hoe de Luthervertolker zich met de misgewaden moet kle den." „Dit brengt ons dan op de bezetting. Hoe is die?" dan de slankere Albert Fi ney. Gerard Hartkamp is Tetzel; dat kan, toneeltechnisch, een mach tige scène worden. Bijzonder mooie taferelen vind ik vooral die met Cajetan (Steye van Brandenberg), als pauselijk nuntius en de scherpzinnige representant van „het gevestigde" zonder oog te heb ben voor de waarde van het nieu we. en dan, eigenlijk nog indruk wekkender, de scènes waarin Lu thers kloosteroverste en oudere vriend Staupitz (Johan Schmitz) optreedt Dat laatste gesprek van die twee, bijna een twist, is zo iets moois. Dit geldt ook voor de rid der als hij zijn rol van aankondi ger van volgende scènes opgeeft en hij deelneemt aan het gebeuren door op het slagveld tijdens de Boerenopstand Luther verwijten te maken. Die lastige ridderrol speelt Hans Culeman." „Welke rol hebt u zelf?" „Ik speel Hans, de vader van Luther. In de scène zijn dan Piet van der Meulen als Lucas, Adólf Rijkens als broeder Weinand, Ro bert Sobels als prior en Edmond Classen als voorlezer. Verderop in het stuk hebben Leo de Hartogh Edmond Classen de moeilijke k om de wat hachelijke scène i de wufte paus Leo X en diens Feiten op de voet gevolgd Voor de geïnteresseerde lezer volgt hieronder het overzicht van Luthers leven, zoals de schrijver John Osborne die in zijn tivaalf taferelen omvattende spel heeft vertcerkt. EERSTE BEDRIJF: Ie tafereel: Erfurt, 1506, Luthers intrede in dc Augustijner-orde. 2e tafereel: Zelfde klooster, voor bereiding tot Luthers eerste mis. 3e tafereel: Zelfde plaats, twist gesprek met vader over het celibaat TWEEDE BEDRIJF: le tafereel: Op dc markt van Jüterborg, 1517, aflaatprcek van Tetse). 2e tafereel: Heremietenklooster te Wittenberg, 1517, Luthers eerste gesprek met de vicaris- generaal Staupitz. 3e tafereel: Wittenberg, 1517, aan de vooravond van Allerheiligen slaat Luther zyn 95 stellingen op de deur van de slotkapel. Zün preek uit Romeinen 1 17. 4e tafereel: Augsburg, oktober 1518, kardinaal Cajetan poogt Luther tot gehoorzaamheid aan de paus te dwingen. 5e tafereel: Magliana in Italië, 1519, paus Leo X, in modieus jagerskostuum, besluit over Luther de banvloek uit te spreken Geheel in jagerstaal zegt hy: „Er is een wild varken in onze wijngaard en hy moet gejaagd en neergeschoten worden." 6e tafereel: Wittenberg, 1520, Luther verbrandt de pauselyke DERDE BEDRIJF: le tafereel: Worms, 1521, Luther voor de Ryksdag. 2e tafereel: Wittenberg, 1525, Boerenopstand, op het slag veld. 3e tafereel: Wittenberg, 1530, ont roerende ontmoeting van Luther en diens vrouw met de oude Staupitz, eindigend met Luthers alleenspraak met zyn kleine stad de gebouwen of pleinen. Boven- aldus ds. Bosc, in de kelder van dien viel ik in handen van Pas- de herberg Au Patriarche, teur Henri Bosc en dat is een kwam in 1559 de eerste Franse belevenis voor me geworden. Gereformeerde Synode bijeen. Hier werd van 27-29 mei de Pasteur Henri Bosc is de direc- Franse kerkenordening opge- teur van het museum en bibliothe- steld en de Gallische Geloofsbe- caris van de bijbehorende biblio- Ujdenis. ZOU IK de grote Ninevé niet verschonen? waarin veel meer dan hon derd en twintig duizend men sen zijn, die geen onderscheid weten tussen hun rechter- en hun linkerhand; daartoe theek de G— n Protestantisme. Wat deze man over bijeen, want de politie van koning in een autobusje naar Parijs deze geschiedenis niet weet, is het Hendrik II loerde dag en nacht op sukkelde, kwamen die woor- weten niet waard. Het schijnt de ketters. We gaan de kelder niet ripn uit Hp nnrip nrnfpet Tona aUe. 150.000 delen van binnen, want het is een kelder den Uit de oude proleet Jona Zljn bibliotheek uit het hoofd als duizenden anderen. De muren voortdurend in rn n herinne- kent. Zijn museum is op histori- kunnen niet vertellen wat zij daar ring, want nu ben ik al zo |cJj* Gemai^de^'p-^ eens aanschouwd hebben. .Protes- het Genootschap op histori- n de wijk Saint Germain des Prés, waar in tanten hangen niet aan heilige" oud en nog nooit was lk eer- de tijd van de vroege Reformatie plaatsen, maar deze kelder'is er zo der in Parijs geweest. lfing van^ger6"-een' Ds.' Bosc weet met zekerheid, Men had me gezegd: nu op^de Studie ------ - Grieks om de Bijbel in het Frans te vertalen. Onze Erasmus verkeer- de abdij der Benedictijnen lllcl kring van geleerden zich toelegde dat hij de juiste plaats van de Hebreeuws en eerste synode heeft gevonden. zal je eindelijk de „nouvel- R le vague-mensen' eens be- de vaak in deze kringjm in 1523 De Kering grijpen, want in je filmbe sprekingen blijkt telkens dat dat maar vreemde dieren voor je zijn! de eerste Franse Bijbelverta ling gereed. Calvijn verkeerde tij- Maar dan is het tijd geworden dens zijn verblijf in Parijs even- het eigenlijke kleinood der Re- Eras^ formatie in Parijs in ogen schouw te nemen. Het kamertje c. iv. ver „V ïf, "V:"?, f Ik ben in Parijs geweest. Nou- zachtmoedigheid). Een humanisti- y°J"\ Achter net rijzige veile vague-mensen heb ik er sche studie, die in de wetenschap- niet ontmoet. Integendeel. Wel peUjke kringen van die tijd voor- veel vriendelijke, voorkomende Soed zijn (aam veeügde. mensen, die alle tijd namen om i ii me, als ik ze dat vroeg, uitvoe- Ultg6r06IG rig de weg te wijzen; of in de stadsbussen me voortdurend op- merkzaam ie mdken o„ beroem- «iKAn Franse ^Revolutie zouden duren' T£' met wortel en tak uitgeroeid. ^ard was' gehoorzaamheid Toch is het ontroerend te lezen onderworpen Zo drukt Calvijn zal een nieuwe ordening komen, j? de boeken met namen van rijke het uit: „tot gehoorzaamheid on- Dat stelt de mensheid voor enorme Franse protestanten, die door Lode- derworpen problemen. We moeten beslissen, naa^ de galeien zijn ver- onze keus bepalen. Waar het de ba"nen- nadat hjJ hun goederen We gaan op nummer 21 weer de essentie van Luthers drama betreft had geconfiskeerd; of de armzalige binnenplaats op. Er zal inmiddels - dat de rechtvaardige uit het houten preekstoel te zien, waarop veel veranderd zyn maar merk- geloof alleen zal leven is het in de »d^sert (de woestijn) in waardiger wijze is één ding niet vurig te hoDen dat wii nu niet S^eime samenkomsten werd ge- veranderd: het kamertje van 3?„ word?? geslagen met de n avonfrlsk^ Caivijn Hoog boven in de'lucht, blindheid waarmee destiids eeecte- ken ,waarmee deze vervolgde men- als een duiventil, is het wat ultge- liike leidslieden verzet tegen het s^n et Avondmaal van hun Heer bouwd. De originele balken steken bestaande smoorden en *33*55 >1 de ^en muntjes, ™>g naar buiten. We hoeven niet ders van reformatie tot losscheu- 1 ™°esten overhandigen als een naar binnen te gaan, want er ring dwongen losscheu- waarborgi dat 2ij eee„ splonnan w00„, nu Mn orm'e Pi;rijse (ami. huk uwuiigeii. van bnntnB i:„ v- deze kringen mus te eren schreef hij daar 1532 zijn verhandeling over Sene- „De^ Clementja" (Over Panthéon is een armoedig Straat je: Rue Valette; op nummer 21 heeft Calvijn gewoond. In dit ka mertje moet hij tot bekering zijn gekomen. Hij schrijft daaro ver jaren later in zijn voorrede Het museum van Pasteur Bosc is tot de uitlegging van de Psal- bevat niet veel, men: „Door een plotselinge beke- de koning waren... Het is een üe. Er zijn twee De Wer zal naar wii hn afrh«al Va.n bloed t^anen en als rame,n geven pasteur Bosc nog een e iezer zai. naar WIJ no- ds. Bosc daarover begint te spre- puzzle. Hij weet n.L niet uit welke pen, uit dit artikel conclude- kan» kan hij zijn tranen nauwe- van de twee precies Calvijn op 1 ran dat tnrippknpWc mot toe hjks bedwingen. Soms wordt de november 1533 zich langs aan rl- L-eTi aelateu Tuther we we- P emotie hem te sterk bij de herinne- kaar geknoopte beddelakens naar hen gelaten. Lutherwe we wlJ<Jlng en grote ernst wer_ ruig aan het 1 Ijden, dat zijn voor- beneden heeft laten zakken, want ten het mt de Besrfmften, heejt k 5 „ouwe en in X?de.re°a °mhlm sel°o£ hebbe'> u" dlt huis heeft «oelen zich vaak van harde en zelfs ddn ee" getrouwe en in- moeten doorstaan. vluchten om te ontkomen aan de grove taal bediend. Osborne's drukwekkende verbeelding woede der katholieke professoren oorspronkelijke tekst liegt er van Luther en Reformatie. Kruitmaqaziin SS, Sorboniic. Na deze vlucht Is rinn nnir <niot nm Mnt> innrdt. calvijn tweemaal slechts kort in TON HYDRA '0t nog over is gebleven van die eer- ste Franse Reformatie-dagen. Daar- DaDDer man om ging de tocht eerst naar de der„ Benedictij- Die vlucht was wel heel nodig, ggyjgfej»*- banVdf„rg.W?i,8eaVa5o? Vzi7ó rus aeza weerklinken. vriend en rector van de Snrhonn* dan ook niet om. Hoe wordt dit in de vertaling van Gerrit Kouwenaar? „Je bedoelt natuurlijk, dat het Nederlands equivalent van gepe- i kan klin- kamerheer von Miltitz die typisch renaissancistische sfeer te geven. In de Rijksdagscène treedt Robert Sobels op als Luthers geslepen en eigenzinnige aanklager Johan von Eek en de kleine rol van Luthers vrouw wordt vertolkt door Manon Alving." perde taal dubbel ken. 't Is dikwijls het geval. Maar willen wij Luther neerzetten, zoals hij uit eigen geschriften en die van tijdgenoten tot ons komt, dan mogen wij zijn uitspraken niet ver suikeren. Osborne heeft -zich ook op dit punt gewetensvol gehouden aan de feiten. Wat anders- is, dat wij het ongezoutene niet extra zul len beklemtonen. Het publiek moet zich echter wel realiseren, dat onze eigen hooggeroemde schrijvers uit reformatietij d en gouden eeuw in gortigheid voor Luther niet onder deden." „Uit ons gesprek, meneer Flink, is wel duidelijk geble ken, dat u zich diepgaand in de persoon van Luther en de achtergronden hebt ingeleefd. Kunt u tot slot samenvatten wat u het meest heeft gefasci neerd?" „Het is met enkele zinnen te zeggen: Evenals in de zestiende eeuw leeft de mens van nu in een tumulteuze tijd. Opnieuw, Synode Een nogal alarmerend verhaal over acute tekorten aan donors (operaties zouden ervoor moeten worden uitgesteld) heeft ons bewogen naar de stand van zaken bi) de Bloed transfusiedienst, die in Amsterdam zijn „hoofdkwartier" heeft, te vragen. Dit verklappen we alvast: het valt geluk kig best mee. Echter ls er wèl sprake van zoiets als „dank baar maar niet voldaan". Hierover leest u in bijgaand artikel. Sober décor „Hebt u naar ten continue rend element gezocht voor uw enscenering?" alle scènes wordt ge bruikt Slechts een enkel wisse lend detail zal sfeer en plaats van handeling nader aangeven. Dan is er natuurlijk de muziek, speciaal voor ons gecomponeerd door Otto Ketting. Daar ben ik blizonder te vreden mee; ik vermoed dat voor al het in straffe cadans gezongen Lutherlied aan het slot Indruk zal maken." Verder heeft de belich ting in dit spel een belangrijke functie; om alle acènes „uit te lich- (Van ecu onzer redacteuren) Heeft de Bloedtransfu siedienst van het Neder- landsche Roode Kruis vol doende bloedgevers of do nors tot zijn beschikking? Antwoord: Ja. Vormt het hele leger van ruim 175.000 donors voor on middellijke bloedafname het ideale aantal? Ant woord: Neen. Met deze twee vragen plus hun antwoorden is in het kort de positie getekend waar in de bloedtransfusiedienst van ons land zich bevindt. Laten we voorop stellen: een positie waarop we trots mogen zijn. Niet voor niets wordt Ne derland internationaal „het" loopt hier blijkbaar allemaal bijzonder doelmatig en over de medewerking van de donors niets dan lof. Er zit een gestage groei in het aantaL In 1945 telde ons land 23.000 donors voor onmid dellijke afgifte; vijf jaar later 53.000; in 1955 werd met 96.000 donors de honderdduizend al aardig benaderd en een jaar la ter was men er al 9000 over heen. Van 1961 tot en met 1964 was de groei tenslotte: 160.000. 168.000 172.000,175.000. Eigenlijk niet Een aardige opgang dus van zo ongeveer Vijf procent per jaar. Is die voldoende? Eigen lijk niet. Toch zou men dat {eenszins zeggen indien men ennis nam van het aantal di recte bloedafnamen, die i namelijk het aantal donors aaast het aantal directe afnamen stellen, bijvoorbeeld van de jaren 1961 tot 1964, dan zien we respectievelijk de vol gende cijfers: 160.000 donors te gen 210.000 afnamen in 1961; 168.000 donors tegen 220.000 af namen in 1962; 172.000 donors tegen 228.000 afnamen in 1963 in 175.000 donors tegen 244.000 afnamen in 1964. Bedenkt men dat een donor eenmaal per half jaar bloed kan geven, dan is inderdaad op het eerste gezicht een flinke re serve aanwezig: men behoeft immers het aantal donors maar met twee te vermenigvuldigen om dat te constateren. Echter zijn er andere facto ren in het spel, zoals bijzondere groepen donors die niet altijd tweemaal per jaar behoeven te geven, donors die ziek zijn of enige tijd afwezig, dan wel tij delijk werden afgekeurd. Deze factoren leiden ertoe, dat men slechts 75 procent van het tota le donorbestand als werkelijk beschikbaar mag laten gelden. Dit verandert de vergelijking aanzienlijk. Kort en goed de reserve blijkt dan niet aan de hoge kant te zijn, Integendeel. Men ga het maar na bij het jaar 1964. Driekwart van het totale aantal donors, zijnde 175.000 Is 130.000. Dit vermenig vuldigd met twee maakt "60.000 praktisch mogelijke onmiddellij ke bloedafnamen, tegen het werkelijke aantal van 244.000! Problemen Bedenkt men vervolgens dat het hier dus een landelijk cij fer betreft en verschillende plaatsen weer hun eigen ty pisch lokale moeilijkheden kun nen hebben, dan wordt de zaak er bepaald niet eenvoudiger op. Voorbeelden: extra moeilijk heden ondervinden de grote en/of universiteitssteden. Die steden krijgen te maken met een steeds groter aantal zieken huisbedden, waarop ook steeds meer patiënten van buiten deze steden worden verpleegd. Geldt het dan bovendien nog een universiteitsstad dan bete kent dit nog weer een extra. De vooruitgang van de medi sche wetenschap maakt immers steeds ingewikkelder operaties mogelijk die op hun beurt zeer „bloedintensief" kunnen zijn. Een sprekend voorbeeld van dat laatste vormen de hartope raties. Een ingewikkelde opera tie van een hart kan in het uiterste geval wel 25 donors no dig maken! Bij dit alles dan nog eens in aanmerking genomen de groei van onze bevolking en het mo ge duidelijk zijn, dat een veel grotere reservecapaciteit dan thans niet alleen gewenst maar zelfs noodzakelijk ls. Men zou zoiets graag in cij fers uit willen drukken. Welnu, dat kan. Zoals gezegd eindigde het vorige jaar met 175.000 do nors. Wil men de ideale kant uit, hetgeen betekent dat bij vele plaatselijke bloedtransfu siediensten niet meer overda dig geïmproviseerd behoeft te worden, dan zou een bestand van rond 200.000 donors tegen het einde van dit jaar nodig zijn. Extra aanwas vriend en rector van de Sorbonne In de Franse Revolutie had ben dj® <*a£ N.B. Allerheiligendag de kerk als kruitmagazijn inge- 1533 in de kerk der Mathurins richt, maar op .een dag yloog alles "a<L gehouden, de lucht ih. Slechts de'büren van de kerk staan er nog en even ver- Nicolas Cop, de zoon van de lijf der in een huis heeft men een arts van Koning Frans I, was in drietal jaren geleden de resten ont- dat iaar rector van de Sorbonne dekt van het refectorium, de eet- geworden. Hij was een dapper zaal, waar Erasmus en Calvijn heb- man- die er niet voor terugschrok ben aangezeten. De middeleeuwse voor de geleerde heren der Sorbon- bogen zijn benut om een binnen- ne te getuigen van zijn nieuw ver- muur van het huis op te trekken, worven inzicht in de Schrift. Hij sprak over: „Zalig zijn de armen van geest". Hij zegt o. a. „Het Evangelie biedt de vergeving der zonden en de rechtvaardiging aan Daarna voerde ds. Bosc ons ge- om niet. Wij worden ook niet door zeischap naar een smal steegje G°d aangenomen, omdat wij vol- in de buurt: Rue de Visconti. <!oe? aa? de Wet- maar enkel door Hier in dit smalste straat\e var b.elofte van Christus. Mochten SSf ITÏÏVf e"** "T-d to?'!u,nTbredn! noten van de stad. Er is een tijd gen meer op de grondslag van het geweest, dat alle bewoners van Woord, dan op die van het het steegje protestant waren en zwaard! O, ondankbaar mensen- Luther op nummer 4 gaan we een smeri- geslacht, dat geen enkele bekom» ge binnenplaats op. Hieronder, mer"wil verdragen om de naam van Hem, die voor de zonden van allen gestorven is, die door zijn bloed ons heeft verlost van de eeu wige dood en de boeien van de satan. Ketters, verleiders, bedrie- gere, verdoemden, zo pleegt de we- reld en zo plegen de goddelozen hén te noemen, die er naar streven het Evangelie zuiver en ongerept te doen binnendringen in de zielen der gelovigen en die achten, dat zij zich daarmee stellen in de dienst van God..." Als Cop uitge sproken is, ontstaat er zo'n rumoer ln de kerk der Mathurins, dat hij door het raam moet springen om aan zijn vervolgers te ontkomen, *n dezetfde nacht verlaat ook Cal vijn Parijs, vermomd als wijngaar denier met bedelzak en houweel op weg naar Noyon. veer vijf procer.. 'sjaars dus. Deze „extra aanwas" zou even wel over een wat langere perio de, zeg van nu af aan twee jaar, verwezenlijkt kunnen wor den. Dat geeft dan meteen gr-n nodeloze overspanning als het Rode Kruis deze (eventuele) toeloop moet c. angen. De conclusie ic nu niet moei lijk meer le kken. Elke ge zonde Nederlander of Neder landse tussen 18 en 65 jaar mag zich gaan afvragen of hij/zij niet Derlodiek onvervangbaar bloed zou kunnen afstaan voor een medemens. Bijvoorbeeld uit dankbaarheid omdat men zelf kan èn mag geven. De procedure is vrij eenvou dig. Men melde zich telefonisch dan wel schriftelijk bij het Ro de Kruis ter plaatse of bij de plaatselijke dan wel dichtst in de buurt zijnde bloedtransfusie dienst. Men krijgt dan een op roep voor keuring en de zaak marcheert vanzelf. Men weet het: gevaar voor de gezondheid is aan het donor-zijn niet ver bonden. Met de prik valt het zozeer mee, dat men daar eigenlijk geen woord over vuil behoeft te ma ken. En voor de heel erge securen: als donor bent u wegens schade verzekerd! Weinig over Van dtt alles fs in Parijs slechts weinig overgebleven. De grote wereldstad raast eraan voorbij en tot niemand dringt het door, dat eens de grootste theoloog van zijn tijd, Johannes Calvijn, juist in deze stad tot bekering is gekomen en zich ge bogen heeft voor de gehoorzaam heid, die voortaan heel zijn le ven vervullen zou. Na dc woorden van ds. Bosc ver laat ik diep onder de indruk de binnenplaats, waar eens Calvijn in gedachten op uitgekeken heeft. Achter een der vele ramen staat een jongedame ons giechelend na te kijken: „wat moeten die gekken daar toch?" In de Rue Valette ge komen kijk ik nog eens om naar dii. Collége de Calvin, zoals net officieel genoemd wordt. Op de grauwe muren heeft een of andere politieke beweging een cirkel met een kruis geklad en er bij geschre ven: Negros dehors (de negers ?ruit' en even Verder: De Gaulle is gelijk Mendès (De GauUe is het- zeJ5df. als Mendès-France; het schrikbeeld van alle nationalisti sche Fransen). Aan de andere kant van de poort is een omgekee. - df, dJi®ta?d geklad. Men legt mij v iu 4 teken is van het Volksfront: de drie poten beteke nen vrijmetselaars, socialisten en communisten. Er staat een leus bij van „Liberté" of zoiets origineels. toui.des athés" (het zijn allemaal atheïsten) zegt een Fran- »e dominee mij. Ja. dat is Parijs. De plaatsen der Reformatie zijn er K£.a??ovep ze er ziin- °mdat ,a ^4 J,k uU,eenmaal n°oit iets 2n fbr1ven 0t h£l moet vaa ?!ieKnd« i" elkaar zakken. Maar raSonh 1 unjs van athaïsten en rassenhaters begon eens de Refor- matie van Frankrijk- e?n R^for- g 'u uvaaraan wij zoveel te dan sen hebben. EV. GROLE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 14