CEïïvff
Bloedtransfusie
Rotterdamse
toneelspelers
verdiepen zich
toegewijd in
Luthers leven en werk
In Parijs bleef weinig
over van Calvijn
„Een vaste burchtin
onze schouwburgen
ezfwt Mhdatéfmt1:
Nederlandse dienst is
„het" schoolvoorbeeld
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 30 OKTOBER J965
Het mag u verbazen, dat op deze pagina „Geestelijk
leven" ter gelegenheid van Hervormingsdag een artikel
verschijnt van een toneelredacteur, die u meevoert naar
een schouwburg. Maar duidt ons niets euvel, want u zult
algauw bemerken, dat het onderwerp gepast en toepas
selijk is. Het gaat om Luther zoals hij in het toneelspel
van de Britse „angry young man" John Osborne de mo
derne mens aanspreekt: ontdaan van mythe, niets ver
hullend van zwakte en twijfel, indrukwekkend en over
tuigend in gehoorzaamheid vasthoudend aan het Woord
«Jat de rechtvaardige uit het geloof alleen zal leven.
Ruim vier jaar nadat „The
English Stage Company", met
Albert Finney magistraal in de
hoofdrol, dit spel in onze groot
ste steden vertoonde, werkt nu
het Nieuw Rotterdams Toneel in
tens aan de Nederlandse enscene
ring van „Luther". Voor het
eerst in eigen taal zal vrijdag 5
november voor het première pu
bliek in de Rotterdamse Schouw
burg het in machtige cadans ge
zongen „Een vaste burcht" klin
ken. Ter afsluiting van een impo
nerende toneeldaad, tevens als
begin, wellicht voor velen, van
een zich verdiepen in verschijn
selen van voortgaande reforma
tie zoals wij die in onze dagen
kunnen ervaren.
Richard Flink, die „Luther'
regisseert. Osborne's taferelenspel
is razend moeilijk, de repetities
xljn daarom afmattend. Richard
Flink ziet er moe uit Rode vlek
ken op zijn met ringbaard scherp
omlijnd gelaat en de felle oogop-
Reformatie
van Rome
Hier en daar worden morgen
weer hervormingsdiensten ge
houden met rooms-katholie-
ken. En waar protestanten al
leen bijeenkomen zal wel
heel wat genuanceerder over
Rome gesproken worden dan
vroeger wel het geval was.
De tijd van wederzijdse ver
kettering is voorbij. De geest
van onze tijd vraagt dat wij
niet vervloeken, maar begrij-
En toch geloven we dat vele
protestanten heel wat minder
hoopvol gestemd zijn dan en
kele jaren geleden. Rome
blijkt minder geneigd zich te
reformeren dan wij uit opti
mistisch getinte uitspraken
van rooms-katholieken meen
den te mogen opmaken.
Of laat ik me nu leiden door
een gevoel van teleurstelling
over de uitspraak over gods-
te krijgen, nu hebben
nelijk hun stempel gedrukt
op het werk van herziening.
Met kracht wordt Rome gepo
neerd als de ene ware kerk
van Christus. En door tijd
nood gedrongen ziet de meer
derheid van progressieven
geen kans om de wijzigingen
nog weer ongedaan te maken.
Hoewel nog niet definitief
goedgekeurd ligt er nu een
uitspraak voor ons waarin
mooie dingen worden gezegd,
maar waarin ook uitspraken
staan die allerlei interpreta
ties toelaten.
Of laat ik me leiden door een
gevoel van teleurstelling over
de daden van Paus Paulus?
Hij wordt reeds genoemd de
paus-van-de-maren, omdat hij
iedere uitspraak afzwakt in
een bijzin. De rooms-katho-
liek, Xavier Rynne schreef
van hem: „De paus is een
mens, die kennelijK ver
scheurd wordt door twijfels,
gekweld door gewetensang
sten, achtervolgd door perfec
tionisme en boven alles over
heerst door een overdreven
bezorgdheid sommigen noe
men het obsessie voor het
prestige van zijn ambt als
paus. Zijn opmerkingen op
dit gebied vertonen soms een
bijna messiaans vuur, het
geen men niet vindt in de
meer bezadigde uitingen van
zijn voorgangers. Zijn talloze
verklaringen op dit gebied
kan men bijna bij elke gele
genheid horen... roms sleept
hij het pausschap er als het
ware met de haren bij".
Hier is geen anti-papist aan het
woord, maar een rooms-katho
liek die duidelijk zijn kerk
lief heeft. Zijn bezorgdheid
echter is olie op het vuur van
protestantse verontrusting.
Juist daarom heeft het zin om
dit jaar hervormingsdag te
vieren. Alleen... laten we ons
niet afzetten tegen Rome dat
zo moeilijk te reformeren is.
Laten we ons afvragen hoe
het staat met onze reforma
tie. Willen wij ons laten refor-
Parallellen
„Het intrigeert ons, dat u
als rooms-katholiek gevormd
man zo geboeid wordt door
het leven van de reformator
Luther".
Richard Flink veert meteen op.
Even denkt hij dat wij bij de to
neelspeler een tekort aan inlevings
vermogen in religieuze aspecten
vermoeden. Maar dan, helemaal
„in", zegt hij: „Eerst was het
Osborne's spel dat mij fascineerde.
Ik had de Engelse voorstelling niet
gezien, dus stond ik er volkomen
blanco tegenover. Het trok me ge
weldig aan, dit stuk in strikte ob
jectiviteit met ons eigen gezel
schap op te voeren. Toen ben ik
me in de persoon van Luther en in
zijn tijd gaan verdiepen. Het wer
den de parallellen tussen Renais
sance en Reformatie enerzijds en
onze tijd die mij gingen biologe-
borne niet in de eerste
„Waarachtig niet, daarvoor zijn
de met onze eeuw corresponderen
de elementen te sterk. Overigens
dat weet je is „Luther" geen
realistisch spel in traditionele zin;
het is een hersenstuk. Je moet
meedenken en kunnen invullen.
Osborne kwam tot het schrijven
van dit drama, nadat hij in Enge
land Brecht had zien spelen. Zijn
hierdoor geïnspireerde aanpak is
dus niet slechts Brechtiaans als e-
&isch taferelenspel, maar ook daar-
i dat het geen ontwikkeling van
de karakters te zien geeft en ver
vreemdingseffecten de realiteit als
het ware terugdringen."
Geen zijsprong
Js dit stuk, gezien Osbor
ne's instelling en zijn voor
gaande werken, niet een won
derlijke zijsprong?"
„Dat geloof ik niet. Osborne be-
terlijk is, dat de felle
criticaster van onze moderne sa
menleving, niet alleen voor zich
zelf de essentie wist te ontdekken
van Luthers „rebellie" die overi
gens wijdere dimensies heeft dan
het moderne „angry-zljn" maar
er ook in is geslaagd, deze kern
Indringend en waarachtig over te
brengen."
„Gelooft u dat er voldoende
belangstelling zal zijn voor
een zo ernstig stuk, waarvoor
je toch wel iets moet weten
omtrent de godsdienstige as
pecten en historische fei
ten?"
„Ik hoop het van harte en ik
Seloof er wel ln. Wij Nederlan-
ers, we hebben een religieuze in
slag, ook nog als we niet kerkelijk
zijn. Zo is het met mij: in wezen
ben ik een religieus mens en zo is
het eigenlijk met de meeste toneel
spelers gesteld. In het zich inleven
in Luther ligt daarom niet de moei
lijkheid; die echullt veeleer in de
door Osborne gekozen theater
vorm. Er is in dit stuk geen door-
vloelende ontwikkeling van karak
ters en situaties. Osborne gaat met
sprongen door de tijd, met over
slaan van veel staat hij stil bij de
hoogte- en dieptepunten ln Lu
thers leven. Om dat goed neer te
zetten op toneel, om spanningen
gaande te houden en zelfs op te
stuwen, dat is razend lastig."
John Osborne, schrijver van ver
scheidene bytend-felle en wrokkende
toneelspelen, teas 32 jaar toen hij in
1961 theaterliefhebbers en theologen
verbaasde met een diepgaande en
waarheidsgetrouwe dramatisering van
Luthers leven en werk.
„Wanneer je bedoelt, naar room
se of reformatorische kant: beslist
niet Ik ga er van uit. dat wij de
twee machten, als ik ze zo mag
noemen, en de personen die deze
machten vertegenwoordigen, met
volledig behoud van eigen waarde
moeten tonen. Een keuze is niet
aan ons, maar aan het publiek."
Stuitte de realisering van die
Richard Flink, die b\j het Nieuw
Rotterdams Toneel de voorstel
ling van Osborne's ,J.ulher" re
gisseert rechts) naast chef-décor-
bouwer Chiel de Mey, die een
verrassend procédé toepast om het
door Johan Greter ontworpen
décor een ouderdom van meer
ian vier eeuwen te geven.
„Ja, en wel op twee punten. Het
stuk is daar, evenals in sommige
andere passages, niet sterk en ten
tweede hebben we daarin de voor
bereidingen voor Luthers eerste
mis. Ik dacht, dat onze objectieve
benadering gebood, alle rituele
handelingen als echt weer te ge
ven. Zo heeft een pater ons geadvi
seerd hoe de Luthervertolker zich
met de misgewaden moet kle
den."
„Dit brengt ons dan op de
bezetting. Hoe is die?"
dan de slankere Albert Fi
ney. Gerard Hartkamp is Tetzel;
dat kan, toneeltechnisch, een mach
tige scène worden. Bijzonder mooie
taferelen vind ik vooral die met
Cajetan (Steye van Brandenberg),
als pauselijk nuntius en de
scherpzinnige representant van
„het gevestigde" zonder oog te heb
ben voor de waarde van het nieu
we. en dan, eigenlijk nog indruk
wekkender, de scènes waarin Lu
thers kloosteroverste en oudere
vriend Staupitz (Johan Schmitz)
optreedt Dat laatste gesprek van
die twee, bijna een twist, is zo iets
moois. Dit geldt ook voor de rid
der als hij zijn rol van aankondi
ger van volgende scènes opgeeft
en hij deelneemt aan het gebeuren
door op het slagveld tijdens de
Boerenopstand Luther verwijten
te maken. Die lastige ridderrol
speelt Hans Culeman."
„Welke rol hebt u zelf?"
„Ik speel Hans, de vader van
Luther. In de scène zijn dan Piet
van der Meulen als Lucas, Adólf
Rijkens als broeder Weinand, Ro
bert Sobels als prior en Edmond
Classen als voorlezer. Verderop in
het stuk hebben Leo de Hartogh
Edmond Classen de moeilijke
k om de wat hachelijke scène
i de wufte paus Leo X en diens
Feiten op de
voet gevolgd
Voor de geïnteresseerde lezer
volgt hieronder het overzicht van
Luthers leven, zoals de schrijver
John Osborne die in zijn tivaalf
taferelen omvattende spel heeft
vertcerkt.
EERSTE BEDRIJF:
Ie tafereel: Erfurt, 1506, Luthers
intrede in dc Augustijner-orde.
2e tafereel: Zelfde klooster, voor
bereiding tot Luthers eerste mis.
3e tafereel: Zelfde plaats, twist
gesprek met vader over het
celibaat
TWEEDE BEDRIJF:
le tafereel: Op dc markt van
Jüterborg, 1517, aflaatprcek van
Tetse).
2e tafereel: Heremietenklooster
te Wittenberg, 1517, Luthers
eerste gesprek met de vicaris-
generaal Staupitz.
3e tafereel: Wittenberg, 1517, aan
de vooravond van Allerheiligen
slaat Luther zyn 95 stellingen
op de deur van de slotkapel.
Zün preek uit Romeinen 1 17.
4e tafereel: Augsburg, oktober
1518, kardinaal Cajetan poogt
Luther tot gehoorzaamheid aan
de paus te dwingen.
5e tafereel: Magliana in Italië,
1519, paus Leo X, in modieus
jagerskostuum, besluit over
Luther de banvloek uit te
spreken Geheel in jagerstaal
zegt hy: „Er is een wild varken
in onze wijngaard en hy moet
gejaagd en neergeschoten
worden."
6e tafereel: Wittenberg, 1520,
Luther verbrandt de pauselyke
DERDE BEDRIJF:
le tafereel: Worms, 1521, Luther
voor de Ryksdag.
2e tafereel: Wittenberg, 1525,
Boerenopstand, op het slag
veld.
3e tafereel: Wittenberg, 1530, ont
roerende ontmoeting van Luther
en diens vrouw met de oude
Staupitz, eindigend met Luthers
alleenspraak met zyn kleine
stad de gebouwen of pleinen. Boven- aldus ds. Bosc, in de kelder van
dien viel ik in handen van Pas- de herberg Au Patriarche,
teur Henri Bosc en dat is een kwam in 1559 de eerste Franse
belevenis voor me geworden. Gereformeerde Synode bijeen.
Hier werd van 27-29 mei de
Pasteur Henri Bosc is de direc- Franse kerkenordening opge-
teur van het museum en bibliothe- steld en de Gallische Geloofsbe-
caris van de bijbehorende biblio- Ujdenis.
ZOU IK de grote
Ninevé niet verschonen?
waarin veel meer dan hon
derd en twintig duizend men
sen zijn, die geen onderscheid
weten tussen hun rechter-
en hun linkerhand; daartoe theek
de G—
n Protestantisme. Wat deze man over bijeen, want de politie van koning
in een autobusje naar Parijs deze geschiedenis niet weet, is het Hendrik II loerde dag en nacht op
sukkelde, kwamen die woor- weten niet waard. Het schijnt de ketters. We gaan de kelder niet
ripn uit Hp nnrip nrnfpet Tona aUe. 150.000 delen van binnen, want het is een kelder
den Uit de oude proleet Jona Zljn bibliotheek uit het hoofd als duizenden anderen. De muren
voortdurend in rn n herinne- kent. Zijn museum is op histori- kunnen niet vertellen wat zij daar
ring, want nu ben ik al zo |cJj* Gemai^de^'p-^ eens aanschouwd hebben. .Protes-
het Genootschap
op histori-
n de wijk
Saint Germain des Prés, waar in tanten hangen niet aan heilige"
oud en nog nooit was lk eer- de tijd van de vroege Reformatie plaatsen, maar deze kelder'is er zo
der in Parijs geweest. lfing van^ger6"-een' Ds.' Bosc weet met zekerheid,
Men had me gezegd: nu op^de Studie
------ - Grieks om de Bijbel in het Frans
te vertalen. Onze Erasmus verkeer-
de abdij der Benedictijnen lllcl
kring van geleerden zich toelegde dat hij de juiste plaats van de
Hebreeuws en eerste synode heeft gevonden.
zal je eindelijk de „nouvel- R
le vague-mensen' eens be- de vaak in deze kringjm in 1523 De Kering
grijpen, want in je filmbe
sprekingen blijkt telkens dat
dat maar vreemde dieren
voor je zijn!
de eerste Franse Bijbelverta
ling gereed. Calvijn verkeerde tij- Maar dan is het tijd geworden
dens zijn verblijf in Parijs even- het eigenlijke kleinood der Re-
Eras^ formatie in Parijs in ogen
schouw te nemen. Het kamertje
c. iv. ver „V ïf, "V:"?, f
Ik ben in Parijs geweest. Nou- zachtmoedigheid). Een humanisti- y°J"\ Achter net rijzige
veile vague-mensen heb ik er sche studie, die in de wetenschap-
niet ontmoet. Integendeel. Wel peUjke kringen van die tijd voor-
veel vriendelijke, voorkomende Soed zijn (aam veeügde.
mensen, die alle tijd namen om i ii
me, als ik ze dat vroeg, uitvoe- Ultg6r06IG
rig de weg te wijzen; of in de
stadsbussen me voortdurend op-
merkzaam ie mdken o„ beroem- «iKAn
Franse ^Revolutie zouden duren' T£'
met wortel en tak uitgeroeid. ^ard was' gehoorzaamheid
Toch is het ontroerend te lezen onderworpen Zo drukt Calvijn
zal een nieuwe ordening komen, j? de boeken met namen van rijke het uit: „tot gehoorzaamheid on-
Dat stelt de mensheid voor enorme Franse protestanten, die door Lode- derworpen
problemen. We moeten beslissen, naa^ de galeien zijn ver-
onze keus bepalen. Waar het de ba"nen- nadat hjJ hun goederen We gaan op nummer 21 weer de
essentie van Luthers drama betreft had geconfiskeerd; of de armzalige binnenplaats op. Er zal inmiddels
- dat de rechtvaardige uit het houten preekstoel te zien, waarop veel veranderd zyn maar merk-
geloof alleen zal leven is het in de »d^sert (de woestijn) in waardiger wijze is één ding niet
vurig te hoDen dat wii nu niet S^eime samenkomsten werd ge- veranderd: het kamertje van
3?„ word?? geslagen met de n avonfrlsk^ Caivijn Hoog boven in de'lucht,
blindheid waarmee destiids eeecte- ken ,waarmee deze vervolgde men- als een duiventil, is het wat ultge-
liike leidslieden verzet tegen het s^n et Avondmaal van hun Heer bouwd. De originele balken steken
bestaande smoorden en *33*55 >1 de ^en muntjes, ™>g naar buiten. We hoeven niet
ders van reformatie tot losscheu- 1 ™°esten overhandigen als een naar binnen te gaan, want er
ring dwongen losscheu- waarborgi dat 2ij eee„ splonnan w00„, nu Mn orm'e Pi;rijse (ami.
huk uwuiigeii. van bnntnB i:„ v-
deze kringen
mus te eren schreef hij daar
1532 zijn verhandeling over Sene-
„De^ Clementja" (Over
Panthéon is een armoedig Straat
je: Rue Valette; op nummer 21
heeft Calvijn gewoond. In dit ka
mertje moet hij tot bekering
zijn gekomen. Hij schrijft daaro
ver jaren later in zijn voorrede
Het museum van Pasteur Bosc is tot de uitlegging van de Psal-
bevat niet veel, men: „Door een plotselinge beke-
de koning waren... Het is een üe. Er zijn twee
De Wer zal naar wii hn afrh«al Va.n bloed t^anen en als rame,n geven pasteur Bosc nog een
e iezer zai. naar WIJ no- ds. Bosc daarover begint te spre- puzzle. Hij weet n.L niet uit welke
pen, uit dit artikel conclude- kan» kan hij zijn tranen nauwe- van de twee precies Calvijn op 1
ran dat tnrippknpWc mot toe hjks bedwingen. Soms wordt de november 1533 zich langs aan rl-
L-eTi aelateu Tuther we we- P emotie hem te sterk bij de herinne- kaar geknoopte beddelakens naar
hen gelaten. Lutherwe we wlJ<Jlng en grote ernst wer_ ruig aan het 1 Ijden, dat zijn voor- beneden heeft laten zakken, want
ten het mt de Besrfmften, heejt k 5 „ouwe en in X?de.re°a °mhlm sel°o£ hebbe'> u" dlt huis heeft «oelen
zich vaak van harde en zelfs ddn ee" getrouwe en in- moeten doorstaan. vluchten om te ontkomen aan de
grove taal bediend. Osborne's drukwekkende verbeelding woede der katholieke professoren
oorspronkelijke tekst liegt er van Luther en Reformatie. Kruitmaqaziin SS, Sorboniic. Na deze vlucht Is
rinn nnir <niot nm Mnt> innrdt. calvijn tweemaal slechts kort in
TON HYDRA '0t
nog over is gebleven van die eer-
ste Franse Reformatie-dagen. Daar- DaDDer man
om ging de tocht eerst naar de
der„ Benedictij- Die vlucht was wel heel nodig,
ggyjgfej»*- banVdf„rg.W?i,8eaVa5o? Vzi7ó
rus aeza weerklinken. vriend en rector van de Snrhonn*
dan ook niet om. Hoe wordt
dit in de vertaling van Gerrit
Kouwenaar?
„Je bedoelt natuurlijk, dat het
Nederlands equivalent van gepe-
i kan klin-
kamerheer von Miltitz die typisch
renaissancistische sfeer te geven.
In de Rijksdagscène treedt Robert
Sobels op als Luthers geslepen en
eigenzinnige aanklager Johan von
Eek en de kleine rol van Luthers
vrouw wordt vertolkt door Manon
Alving."
perde taal dubbel
ken. 't Is dikwijls het geval. Maar
willen wij Luther neerzetten, zoals
hij uit eigen geschriften en die
van tijdgenoten tot ons komt, dan
mogen wij zijn uitspraken niet ver
suikeren. Osborne heeft -zich ook
op dit punt gewetensvol gehouden
aan de feiten. Wat anders- is, dat
wij het ongezoutene niet extra zul
len beklemtonen. Het publiek
moet zich echter wel realiseren,
dat onze eigen hooggeroemde
schrijvers uit reformatietij d en
gouden eeuw in gortigheid voor
Luther niet onder deden."
„Uit ons gesprek, meneer
Flink, is wel duidelijk geble
ken, dat u zich diepgaand in
de persoon van Luther en de
achtergronden hebt ingeleefd.
Kunt u tot slot samenvatten
wat u het meest heeft gefasci
neerd?"
„Het is met enkele zinnen te
zeggen: Evenals in de zestiende
eeuw leeft de mens van nu in een
tumulteuze tijd. Opnieuw,
Synode
Een nogal alarmerend verhaal over acute tekorten aan
donors (operaties zouden ervoor moeten worden uitgesteld)
heeft ons bewogen naar de stand van zaken bi) de Bloed
transfusiedienst, die in Amsterdam zijn „hoofdkwartier"
heeft, te vragen. Dit verklappen we alvast: het valt geluk
kig best mee. Echter ls er wèl sprake van zoiets als „dank
baar maar niet voldaan". Hierover leest u in bijgaand
artikel.
Sober décor
„Hebt u naar ten continue
rend element gezocht voor uw
enscenering?"
alle scènes wordt ge
bruikt Slechts een enkel wisse
lend detail zal sfeer en plaats van
handeling nader aangeven. Dan is
er natuurlijk de muziek, speciaal
voor ons gecomponeerd door Otto
Ketting. Daar ben ik blizonder te
vreden mee; ik vermoed dat voor
al het in straffe cadans gezongen
Lutherlied aan het slot Indruk zal
maken." Verder heeft de belich
ting in dit spel een belangrijke
functie; om alle acènes „uit te lich-
(Van ecu onzer
redacteuren)
Heeft de Bloedtransfu
siedienst van het Neder-
landsche Roode Kruis vol
doende bloedgevers of do
nors tot zijn beschikking?
Antwoord: Ja. Vormt het
hele leger van ruim
175.000 donors voor on
middellijke bloedafname
het ideale aantal? Ant
woord: Neen. Met deze
twee vragen plus hun
antwoorden is in het kort
de positie getekend waar
in de bloedtransfusiedienst
van ons land zich bevindt.
Laten we voorop stellen: een
positie waarop we trots mogen
zijn. Niet voor niets wordt Ne
derland internationaal „het"
loopt hier blijkbaar allemaal
bijzonder doelmatig en over de
medewerking van de donors
niets dan lof.
Er zit een gestage groei in
het aantaL In 1945 telde ons
land 23.000 donors voor onmid
dellijke afgifte; vijf jaar later
53.000; in 1955 werd met 96.000
donors de honderdduizend al
aardig benaderd en een jaar la
ter was men er al 9000 over
heen. Van 1961 tot en met 1964
was de groei tenslotte: 160.000.
168.000 172.000,175.000.
Eigenlijk niet
Een aardige opgang dus van
zo ongeveer Vijf procent per
jaar. Is die voldoende? Eigen
lijk niet. Toch zou men dat
{eenszins zeggen indien men
ennis nam van het aantal di
recte bloedafnamen, die i
namelijk het aantal
donors aaast het aantal directe
afnamen stellen, bijvoorbeeld
van de jaren 1961 tot 1964, dan
zien we respectievelijk de vol
gende cijfers: 160.000 donors te
gen 210.000 afnamen in 1961;
168.000 donors tegen 220.000 af
namen in 1962; 172.000 donors
tegen 228.000 afnamen in 1963
in 175.000 donors tegen 244.000
afnamen in 1964.
Bedenkt men dat een donor
eenmaal per half jaar bloed
kan geven, dan is inderdaad op
het eerste gezicht een flinke re
serve aanwezig: men behoeft
immers het aantal donors maar
met twee te vermenigvuldigen
om dat te constateren.
Echter zijn er andere facto
ren in het spel, zoals bijzondere
groepen donors die niet altijd
tweemaal per jaar behoeven te
geven, donors die ziek zijn of
enige tijd afwezig, dan wel tij
delijk werden afgekeurd. Deze
factoren leiden ertoe, dat men
slechts 75 procent van het tota
le donorbestand als werkelijk
beschikbaar mag laten gelden.
Dit verandert de vergelijking
aanzienlijk. Kort en goed de
reserve blijkt dan niet aan de
hoge kant te zijn, Integendeel.
Men ga het maar na bij het
jaar 1964. Driekwart van het
totale aantal donors, zijnde
175.000 Is 130.000. Dit vermenig
vuldigd met twee maakt "60.000
praktisch mogelijke onmiddellij
ke bloedafnamen, tegen het
werkelijke aantal van 244.000!
Problemen
Bedenkt men vervolgens dat
het hier dus een landelijk cij
fer betreft en verschillende
plaatsen weer hun eigen ty
pisch lokale moeilijkheden kun
nen hebben, dan wordt de zaak
er bepaald niet eenvoudiger
op.
Voorbeelden: extra moeilijk
heden ondervinden de grote
en/of universiteitssteden. Die
steden krijgen te maken met
een steeds groter aantal zieken
huisbedden, waarop ook steeds
meer patiënten van buiten
deze steden worden verpleegd.
Geldt het dan bovendien nog
een universiteitsstad dan bete
kent dit nog weer een extra.
De vooruitgang van de medi
sche wetenschap maakt immers
steeds ingewikkelder operaties
mogelijk die op hun beurt zeer
„bloedintensief" kunnen zijn.
Een sprekend voorbeeld van
dat laatste vormen de hartope
raties. Een ingewikkelde opera
tie van een hart kan in het
uiterste geval wel 25 donors no
dig maken!
Bij dit alles dan nog eens in
aanmerking genomen de groei
van onze bevolking en het mo
ge duidelijk zijn, dat een veel
grotere reservecapaciteit dan
thans niet alleen gewenst maar
zelfs noodzakelijk ls.
Men zou zoiets graag in cij
fers uit willen drukken. Welnu,
dat kan. Zoals gezegd eindigde
het vorige jaar met 175.000 do
nors. Wil men de ideale kant
uit, hetgeen betekent dat bij
vele plaatselijke bloedtransfu
siediensten niet meer overda
dig geïmproviseerd behoeft te
worden, dan zou een bestand
van rond 200.000 donors tegen
het einde van dit jaar nodig
zijn.
Extra aanwas
vriend en rector van de Sorbonne
In de Franse Revolutie had ben dj® <*a£ N.B. Allerheiligendag
de kerk als kruitmagazijn inge- 1533 in de kerk der Mathurins
richt, maar op .een dag yloog alles "a<L gehouden,
de lucht ih. Slechts de'büren van
de kerk staan er nog en even ver- Nicolas Cop, de zoon van de lijf
der in een huis heeft men een arts van Koning Frans I, was in
drietal jaren geleden de resten ont- dat iaar rector van de Sorbonne
dekt van het refectorium, de eet- geworden. Hij was een dapper
zaal, waar Erasmus en Calvijn heb- man- die er niet voor terugschrok
ben aangezeten. De middeleeuwse voor de geleerde heren der Sorbon-
bogen zijn benut om een binnen- ne te getuigen van zijn nieuw ver-
muur van het huis op te trekken, worven inzicht in de Schrift. Hij
sprak over: „Zalig zijn de armen
van geest". Hij zegt o. a. „Het
Evangelie biedt de vergeving der
zonden en de rechtvaardiging aan
Daarna voerde ds. Bosc ons ge- om niet. Wij worden ook niet door
zeischap naar een smal steegje G°d aangenomen, omdat wij vol-
in de buurt: Rue de Visconti. <!oe? aa? de Wet- maar enkel door
Hier in dit smalste straat\e var b.elofte van Christus. Mochten
SSf ITÏÏVf e"** "T-d to?'!u,nTbredn!
noten van de stad. Er is een tijd gen meer op de grondslag van het
geweest, dat alle bewoners van Woord, dan op die van het
het steegje protestant waren en zwaard! O, ondankbaar mensen-
Luther op nummer 4 gaan we een smeri- geslacht, dat geen enkele bekom»
ge binnenplaats op. Hieronder, mer"wil verdragen om de naam
van Hem, die voor de zonden van
allen gestorven is, die door zijn
bloed ons heeft verlost van de eeu
wige dood en de boeien van de
satan. Ketters, verleiders, bedrie-
gere, verdoemden, zo pleegt de we-
reld en zo plegen de goddelozen
hén te noemen, die er naar streven
het Evangelie zuiver en ongerept
te doen binnendringen in de zielen
der gelovigen en die achten, dat
zij zich daarmee stellen in de
dienst van God..." Als Cop uitge
sproken is, ontstaat er zo'n rumoer
ln de kerk der Mathurins, dat hij
door het raam moet springen om
aan zijn vervolgers te ontkomen,
*n dezetfde nacht verlaat ook Cal
vijn Parijs, vermomd als wijngaar
denier met bedelzak en houweel
op weg naar Noyon.
veer vijf procer.. 'sjaars dus.
Deze „extra aanwas" zou even
wel over een wat langere perio
de, zeg van nu af aan twee
jaar, verwezenlijkt kunnen wor
den. Dat geeft dan meteen gr-n
nodeloze overspanning als het
Rode Kruis deze (eventuele)
toeloop moet c. angen.
De conclusie ic nu niet moei
lijk meer le kken. Elke ge
zonde Nederlander of Neder
landse tussen 18 en 65 jaar mag
zich gaan afvragen of hij/zij
niet Derlodiek onvervangbaar
bloed zou kunnen afstaan voor
een medemens. Bijvoorbeeld
uit dankbaarheid omdat men
zelf kan èn mag geven.
De procedure is vrij eenvou
dig. Men melde zich telefonisch
dan wel schriftelijk bij het Ro
de Kruis ter plaatse of bij de
plaatselijke dan wel dichtst in
de buurt zijnde bloedtransfusie
dienst. Men krijgt dan een op
roep voor keuring en de zaak
marcheert vanzelf.
Men weet het: gevaar
voor de gezondheid is aan
het donor-zijn niet ver
bonden. Met de prik valt
het zozeer mee, dat men
daar eigenlijk geen woord
over vuil behoeft te ma
ken. En voor de heel erge
securen: als donor bent u
wegens schade verzekerd!
Weinig over
Van dtt alles fs in Parijs
slechts weinig overgebleven. De
grote wereldstad raast eraan
voorbij en tot niemand dringt
het door, dat eens de grootste
theoloog van zijn tijd, Johannes
Calvijn, juist in deze stad tot
bekering is gekomen en zich ge
bogen heeft voor de gehoorzaam
heid, die voortaan heel zijn le
ven vervullen zou.
Na dc woorden van ds. Bosc ver
laat ik diep onder de indruk de
binnenplaats, waar eens Calvijn in
gedachten op uitgekeken heeft.
Achter een der vele ramen staat
een jongedame ons giechelend na te
kijken: „wat moeten die gekken
daar toch?" In de Rue Valette ge
komen kijk ik nog eens om naar
dii. Collége de Calvin, zoals net
officieel genoemd wordt. Op de
grauwe muren heeft een of andere
politieke beweging een cirkel met
een kruis geklad en er bij geschre
ven: Negros dehors (de negers
?ruit' en even Verder: De Gaulle
is gelijk Mendès (De GauUe is het-
zeJ5df. als Mendès-France; het
schrikbeeld van alle nationalisti
sche Fransen). Aan de andere
kant van de poort is een omgekee. -
df, dJi®ta?d geklad. Men legt mij
v iu 4 teken is van het
Volksfront: de drie poten beteke
nen vrijmetselaars, socialisten en
communisten. Er staat een leus bij
van „Liberté" of zoiets origineels.
toui.des athés" (het zijn
allemaal atheïsten) zegt een Fran-
»e dominee mij. Ja. dat is Parijs.
De plaatsen der Reformatie zijn er
K£.a??ovep ze er ziin- °mdat ,a
^4 J,k uU,eenmaal n°oit iets
2n fbr1ven 0t h£l moet vaa
?!ieKnd« i" elkaar zakken. Maar
raSonh 1 unjs van athaïsten en
rassenhaters begon eens de Refor-
matie van Frankrijk- e?n R^for-
g 'u uvaaraan wij zoveel te dan
sen hebben.
EV. GROLE