EB
EENS?
KARA ORAKO is
niet meer te koop
Van oerwoudkraal naar superjet
Beroepskeuze is voor
meisjes ook belangrijk
Uw ervaringen
als bruidje
ZATERDAG 16 OKTOBER 1665
IN een armoedige hut
van leem en riet, aan de
oever van de geweldige
Afrikaanse rivier de Niger
werd Kara Orako geboren.
Haar ebbehoutkleurige
ouders met de kroeskrul
letjes wonen nog steeds in
de lawaaiige nederzetting.
Soms kijken zij naar om
hoog naar een overtrek
kend vliegtuig. Dan loopt
het hele dorp uit. Immers
daar in de geheimzinnig
glanzende vogel kan Kara
zitten, Kara, die de vleu
gels heeft uitgeslagen en
als stewardess op de super
jets van de Nigerian Air
ways dienst doet. Van de
kraal naar de „straal".
„Ik was vier jaar toen ik de
eerste blanke zag. Een grote
witte man met een korte grijze
baard was plot
seling ons dorp
aan de rivier
komen binnen
stappen. Hij droeg
een zonnebril en
zware bruine
schoenen. Nóg zie
ik hem zo voor
mij. Met de an
dere kinderen
vluchtte ik in
paniek door de
nauwe ingang van de kraal-
hut naar binnen. Door een
kiertje hielden we de vreemde
ling goed in de gaten. Ik ver
geet het nooit. Het was mijn
eerste kennismaking met die
andere wereld vertelt Kara
Orako terwijl de superjet waar-
mee ik onderweg ben naar La
gos ergens boven de eindeloos
heid van de Sahara zoeft.
Kara is klein. In het potlood-
kleurig gezicht blinken een paar
lieve intelligente koolzwarte ogen.
Kara draagt lange katoenen witte
handschoenen die fel afsteken te
gen de donkere huid van haar bo
venarmen. Het twintigjarige meis
je is met nog twee collega's, die
zeker zo donker van huidskleur
zijn als zij. bezig aan de laatste
fase van haar opleiding tot ste
wardess. Ze beheerst het Engels
perfect. Ze spreekt zacht en melo
dieus. „Ja, soms geloof ik mijn
eigen ogen niet. Mijn ouders zijn
dezelfde eenvoudige mensen geble
ven. Moeder dorst het graan en de
mais nog precies als haar voor
ouders. Vader zet nog steeds zijn
„In een tijd waarin vele
meisjes en jonge vrouwen
werken, zou men ervan uit
moeten gaan dat de meisjes
even zorgvuldig over hun be
roepskeuze nadenken als
jongens." Dit zegt dr. Doro-
thee Wilms, referendaris voor
vrouwen- en jeugdproblemen
van het Duitse Industrie-In
stituut. Zij houdt zich vooral
bezig met de scholing van
jonge arbeidskrachten. Om
dat dit ook voor ons land op-
trouwen. Ik leerde een paar
woorden Engels en wat reke
nen en lezen. Zo belandde ik op
de methodistenschool van Tila-
berry, vijfhonderd km stroom
afwaarts van onze kraal. Ik had
de smaak van het leren te pak
ken. In recordtempo doorliep ik
de lagere school en daarna de
huishoudschool. De zusters ga
ven mij bijlessen.
Pleegouders
.''les mogelijk
Kara Orako droomt echter
riet. De vleugels, die zij zich
heeft aangemeten zijn van alu
minium. Met een snelheid van
tegen de duizend km per uur
spoedt zij zich voort, hoog boven
haar vaderland. In Afrika is alles
mogelijk. Het nieuwe continent
met zijn onvoorstelbare moge
lijkheden en bodemschatten ont
waakt. Kara is het levende voor
beeld van de contrasten en de
kansen die Afrika in zich bergt.
Het vliegtuig suist op een hoog
te van tiendttizehd meter boven de
dorstige gele woestijn. Daar bene
den heerst een temperatuur van
boven de vijftig graden Celsius.
Steeds dichterbij komt de evenaar.
De Engelse piloot die over enige
tijd zijn plaats in de cockpit zal
afstaan aan een jonge Nigeriaan-
se vlieger, koerst het toestel feil
loos over bergen en dalen naar het
vaderland van Kara, die zich reeds
op de zon van Nigeria verheugt.
„Interessant Europa, maar de tem
peratuur in Londen bevalt me niet.
Ik heb in mijn hotel twee extra
dekens gevraagd, en ik lig nog te
rillen", lacht zij haar stralende rij
witte tanden bloot.
Vriendinnen
„Laatst maakten we een tussen
landing in Brussel. We hadden mo
torstoring en het oponthoud duur
de drie uur De captain organiseer
de een excursie naar het hart van
de stad. Zo kwamen we terecht
op het mooiste marktplein dat ik
ooit heb gezien. Huizen, eeuwen
oud. met daken die wel goud leken
te zijn. Ik heb mijn ogen uitgeke
ken. Toen ik£o liep te dwalen kwam
er opeens een 'blond meisje naar
mij toe. Ze zei: u bent zeker Ameri
kaanse. Toen ik haar vertelde dat
mijn land in Afrika lag bekeek
zij de insignes op mijn blauwe pet
eens goed. Nigeria, ik zou best meer
van dat land willen weten, zei het
enthousiaste kind. Op het terrasje
zijn we neergestreken. Ik heb haar
duizend en één dingen van Nigeria
(stolpplooi M.A.j. C i
ANNE met rok COCO: Haute
afwerkt. Alles gemaakt
1 x knippen dubbele s
vouw. C mouw 1 x kn. dubb. stof. D (kraag
de stofvouw en 1 x kn. schuin dubb. stof -
Jasje rok garneren (zie tekening).
Bü onze kantoren zü»J verkrijgbaar:
F.cn patronenset vijfbladig in de
maten 36 t/m 48 f 2.50
Dit behoeft u slechts éénmaal aan
te schaffen!
Een mapje met vlsnele voorlich
ting, rokken, pantalons en avond
kleding. Handig als u het schuiven
met patroondelen niet snapt 2.25
COCO
A. voorrok (overslag) 1 x knippen enkele slot 8
voorrok 1 x knipper, enkele slof. C. achterrok 1 x
knippen aan de stofvouw. (Zie voor het knipper var
rok Coco het bijvoegsel „Enkele praktische advie
zen* nummer 8).
Een supplement met elk 35 mo
dellen. prettig als u veel naait en
behoefte hebt aan méér modellen
dan wij iedere veertien dagen als
service brengen. De nummers 2,
3 en 4 kosten per stuk 1.45
Vergeet niet uw maat op te geven
Ontvangst na storting of betaling van het
benodigde bedrag bjj het bureau van
dit blad.
is Kara Orako, de eerste
Nigeriaanse stewardess die een
kopje koffie aanbiedt aan de
f Engelse) piloot. Zij groeide op
de kraal en leeft nu in het
slraaltijdpcrk een enorme stap
'.en meisjesleven en tekenend
r de jonge mens in Afrika.
verteld. Toen we afscheid namen
waren we beste vriendinnen gewor-
Eerste blanke
De schemering boven Afrika
wordt snel gevolgd door de don
kere avond. De superjet jaagt
voort. Wij zijn de grens van Ni
geria al gepasseerd. Over een half
uurtje zullen wij een tussenlanding
in Kano maken. Terwijl de lucht
reus met onfeilbare zekerheid zijn
weg zoekt door het nachtelijke
duister, luister ik gefascineerd naar
de zachte stem van Kara. „Die
witte man van wie ik al vertelde
bleek een dokter te zijn. Een Schot,
die zich tot levenstaak had ge
steld, de stammen aan de boven-
stroom van de Niger te bezoeken
en waar nodig geneeskundige hulp
te verlenen. Hij'-was..'niet alleen,
bleek later. Een groep helpers volg
de hem op de voet. De tam-tam had
hun komst aangekondigd. Vader en
de andere mannen wisten, dat de
witte man een goede man was."
Recordstudie
„Al gauw was ik niet meer
weg te slaan uit de omgeving
van de vreemdelingen. Ik luis
terde en keek. Ik nam alles in
mij op. Een van de verpleeg
sters kreeg plezier in mij. Zij
wist mijn vader te bewegen
mij aan haar zorgen toe te ver-
Dank zij hard studeren bereikte
ik na twee jaar het peil van een
derde klas lyceum. Verder ben ik
nooit gekomen, maar de andere we
reld was voor mij open gegaan.
Af en toe kwam ik nog wel eens
terug naar ons dorp tussen de man
grovebomen aan de kreek. Ieder
een keek tegen mij op en mijn
ouders waren trots op mij. Ik was
de kraal ontgroeid en ik wist dat
dit niet anders kon. Als veertien
jarige kwam ik bij pleegouders in
Lagos. Deze mensen, oorspronke
lijk uit Ierland, woonden veertig
jaar in Nigeria. Zij wezen mij de
weg naar een nieuwe toekomst. Zij
behandelden mij als een eigen kind
en niets was him te veel wanneer
het mijn opvoeding ten goede
kwam.
Kara Oraka vertelt dit alles
in één adem. Toen haar land op
1 oktober 1960 onafhankelijk
werd en de regering besloot tot
oprichting van een eigen lucht
vaartmaatschappij had zij maar
één verlangen: hostess te wor-
den op een Nigeriaans vliegtuig.
Vier jaar moest ze nog wachten.
Toen kreeg ze de kans van haar
leven. Ze was oud genoeg. „Ik
werd aangenomen hoewel ik drie
cm te klein was. Ik vlieg en ben
gelukkig. Mijn zusje in de bush
bush is pas getrouwd met een
jongeman die haar van mijn va
der kocht. Maar ik ben niet te
koop. Ik zoek mijn partner zelf
uit". Dan maakt ze het keukentje
aan kant voor de landing.
Welkom
Kara Orako is weer thuis in het
niéuwe Afrika. Een Afrika dat haar
ouders nooit zullen leren kennen.
Met Kara (ben ik de volgende dag
in een haveloze boot de rivier af
gezakt. TQen we aan wal gingen
op de drassige grond nabij haar
dorp, stonden vier stoere neger-
ruiters gekleed in kleurige dans
kledij het schip te verwelkomen.
Niemand wist dat Kara zou ar
riveren. Maar de feestvreugde in
zo'n negerdorp komt als een ex-
Toen de jonge meisjes van de
kraal in zwierige dansen begonnen
te huppen, kon ook de hostess Kara
de roepstem van de natuur niet
weerstaan en voegde zij zich bij
de dansende schonen. Kara was
plotseling een lid van de stam. De
kraal was dichtbij, de „straal" een
eeuwigheid verder.
gaat willen wij u haar visi^
niet onthouden.
In de Bondsrepubliek is het aan
tal meisjes dat sedert de oorlog
een beroep uitoefent verdubbeld,
maar bij beroepen die veeleisend
zijn is dat geenszins het geval.
De ouders van opgroeiende meis
jes zijn vaak van mening dat een
beroep met een zo kort mogelijke
opleiding en zo hoog mogelijke be
loning het beste is voor hun doch
ter. Zij houden dus slechts reke
ning met de zeer nabije toekomst
van hun dochter, totdat deze zal
trouwen. Het is' echter noodzake
lijk om ouders en dochters uitvoe
rige inlichtingen te verstrekken
over de beroepsmogelijkheden van
de vrouw. Daarbij moet vooral
de nadruk gelegd worden op de
wil tot verdere ontwikkeling, die
niet alleen tot het huwelijk opgaat,
maar voor het gehele leven geldt.
Welke kansen
Al op de lagere school moet men
de kinderen voorbereiden op hun
verdere ontwikkeling. Aan de leer
lingen van de hoogste klassen moet
men duidelijk laten zien welke
kansen zij bezitten, en hoe deze In
overeenstemming zijn te brengen
met hun talenten. Ze moeten leren
om op lange termijn te denken en
plannen te maken. Dat levert
een beter uitgangspunt op, omdat
zij dan een lange opleiding niet
als een „onrendabele investering"
hoeven te beschouwen.
Wat voor beroepsmogelijkheden
zijn er voor vrouwen in onze maat
schappij? Over het algemeen is de
vrouw met een hoge sociale positie
een zeldzaamheid. Vrouwen die hun
beroep uitoefenen op een lagere
trede van de sociale ladder of op
het middelste niveau bezitten van
daag heel wat kansen om vooruit
te komen. De wezenlijke oorzaak
van de problematiek van sociale
en professionele opkomst van de
vrouw ligt in het feit dat we bezig
zijn een nieuwe maatschappelijke
structuur te constitueren en ons op
het ogenblik nog in de overgangs
fase tussen de patriarchale gedacb-
tenwereld van eertijds en het waar
lijk geëmancipeerd denken bevin
den.
Vele vrouwen die In hun la
tere leven naar hun oude beroep
willen terugkeren ondervinden de
moeilijkheid dat ze vroeger niet
de juiste opleiding hebben genoten.
Hun vakkennis is dan onvoldoen-
TK begin vanavond met het schrij
ven van een brief waarvan ik
het einde nog niet in mezelf heb
voltooid, ik zal het al schrijvende
moeten vinden. Dat geeft idet. Ik
krüg zoveel bewogen, hevige,
mooie en warme brieven die er
net zo aan toe zijn. dat ik me maar
rustig zal laten gaan. Ik zal me
met jij en jou richten tot één goe
de vriendin, dat schrijft directer,
maar dc andere zullen hun ant
woorden evengoed vinden. Laatst
vroeg iemand me een jonge
Fransman, protestant, die zo'n
krant als de onze heel niet kent
hoe ik toch al de diversen uit de
brieven kon puren en er dan nog
een beetje samenhangend op ant
woorden. Ik heb hem gezegd: dat
kun je pas ontdekken als je ont
dekt dat je niet op een brief, maar
aan een mens moet antwoorden.
Wéés antwoord, dat is het.
de
ivolle
•arrière in het bedrijfsleven te be
ginnen. Wanneer meer vrouwen dan
tot dusver de gelegenheid zouden
krijgen naar hun vroegere beroep
terug te keren, dan zal het abso
luut noodzakelijk zijn scholings-
r hen in te stellen.
Zij zouden dus in staat moeten
worden gesteld de opleidingen en
examens, die de man gewoonlijk
in zijn jonge jaren doet, op latere
leeftijd in te halen. De opleiding
moet dan wel anders zijn dan die
van de jongelui: de instellingen
zouden b.v. verspreid gelegen moe
ten zijn i.v.m. de grote lokale en
sociale gebondenheid van de oude
re getrouwde vrouw.
Geen wonder boven wonder
Met de eerste koude herfstdagen
verschijnen in krant en tijdschrift
weer de advertenties die de aan
dacht vragen voor „wonderonder-
goed". Dat blijkt dan ondergoed te
zijn dat uit „wondervezels" zou zijn
gemaakt en onder meer het lichaam
zou beschermen tegen reumatische
aandoeningen. Mensen die last van
reuma, spit of jicht hebben kopen
al gauw zulk ondergoed in de me
ning dat hen dat de pijn doet ver
lichten, anderen, die nuchterder
zijn, denken bij zichzelf: „Baat het
niet, het schaadt ook niet". Alleen
uw portemonnaie dan. Men geeft nl.
aanzienlijk meer geld uit voor dit
„wonderondergoed" dan voor ge
woon ondergoed. Maar wonderve
zels die reumatiek en soortgelijke
aandoeningen kunnen genezen, be
staan écht niet. Het bestaat uit dood
gewoon, meestal synthetisch materi
aal. dat overal in de winkels te
Er zijn al heel wat
„bruidjes", die de pen ter
hand genomen hebben om
hun herinneringen te
schrijven en we mogen
wel zeggen dat we de
brieven met plezier gele
zen hebben. We zullen
maar gauw beginnen om
nieuwsgierige lezeressen
niet langer te plagen.
Allereerst de brief van
mevr. G. W. te dH:
„Wij zijn in mei 1941 ge
trouwd en in een gehuurde,
versierde tram naar stadhuis,
kerk en fotograaf gereden.
Auto's huren ging in die tijd
vrijwel niet. maar een tram
huren kon wel, mits er rails
in de buurt van kerk en stad
huis waren. Dus reden wij op
die onvergetelijke dag in een
met palmen op voor- en ach
terbalkon versierde tram, die.
omdat wij beiden uit een
groot gezin komen, aardig be
zet was. Na de kerkdienst
moesten er zelfs nog mensen
staan, omdat veel bezoek mee
naar huis ging om te felici
teren. Terwijl wij met de
bruidsmeisjes bij de fotograaf
waren, reed de tram met de
gasten een rondrit door de
stad. Jammer, dat het rijden
met die „huwelijkstram" ook
al weer gauw verboden werd",
eindigt mevr. W.
in het eerste het bruidspaar
en in het tweede de bruids
meisjes. Wij reden langs het
water van de toen nog niet
gedempte Schie. Bij een scher
pe en steile bocht viel een
van de paarden van 't bruids
meisjeskoetsje en het koetsje
gleed achteruit naar het wa
ter. Er was geen hek. Onze
koetsier zette ons koetsje er
gens aan de kant en vloog
te hulp om te voorkomen dat
het coupeetje in het water zou
glijden. Het gelukte, 't paard
werd overeind geholpen, de
bruidsdames kwamen met de
schrik vrij. 't Een en ander
trok veel bekijks! Er werd
gefluisterd: „Dat zal wel geen
gelukkig huwelijk worden".
Maar dat bijgeloof is be
schaamd: na negenendertig
jaar zijn we nog even geluk
kig met elkaar als op die
tweede september 1926."
gegaan. Na de dienst in de
consistorie kon ik er niet lan
ger over zwijgen: dominee
wist raad. Gauw een paar pu
naises van de muur gehaald
van platen, en klap, klap op
de schoen. Het was erg aardig,
maar 't hielp niet veel helaas.
Nauwelijks was ik buiten of
ik voelde het al, en maar weer
voet oplichten, en dat met die
jurk, en natuurlijk glimlachen
en groeten! Nee, dat viel lang
niet mee!"
Geen foto's
„Wat heeft u 'n leuk onder
werp bedacht voor de maand
oktober. Ik verheug me al
op de reacties," schrijft mevr.
N. D. te dH. „Aan de dominee
had ik gevraagd of er foto's
in de kerk gemaakt mochten
worden, dat vond hij goed als
het maar niet tijdens de dienst
gebeurde. We hebben er toen
ben de dominee nog dankbaar
dat hij deed alsof hij niets
Hooi-loper
Losse zool
Op hol
„Toen ik in uw oproep las
van „sloegen de gaarden van
de koets op hol", dacht ik ge
lijk aan onze trouwdag, waar
in wij iets dergelijks beleef
den," schrijft mevr. W. S. te
R. „Wij waren op weg naar
de fotograaf, twee koetsjes,
Het geluk van de trouwdag
van mevr. B. te S. werd over
schaduwd door het taaie on
gerief van haar naoorlogse
kledij, leest u maar: „Het was
kort na de oorlog toen wij
trouwden, ik kon niet aan
schoenen komen, maar een
tante had een paar satijnen
schoenen en warempel de
kleur en maat waren precies
wat ik zocht. Ik uit de brand,
dacht ik. Maar o schrik, bij
de kerk gekomen stapte ik uit
het rijtuig en voelde dat van
één schoen de zool los was.
en ik moest nog een heel
stukje lopen, dus de voet bij
iedere stap maar oplichten.
Dat viel niet mee, met een
lange jurk, ik voelde me dan
ook zo opgelaten, dat ik tot
mijn schande moet bekennen
dat veel van de toespraak van
de dominee langs me heen is
l
maar vanaf gezien. Tijdens de
kerkdienst hoorde ik kraken,
ik keek naar links en zag tot
ra'n grote schrik, gehurkt
naast de ouderlingenbank,
een collega foto's nemen. Hij
had me willen verrassen. Ik
kreeg het er benauwd van,
juist omdat ik het aan de do
minee gevraagd had. Zo goed
als ik kon, maakte ik het m'n
collega duidelijk dat dit niet
de bedoeling was en hij rende
als een haas de kerk uit. Ik
„Ons huis was alleen te be
reiken via een bruggetje en
een pad, op onze trouwdag
was het bijzonder nat weer,
dat beloofde wat," schrijft
mevr. M. E. te dll.. „Toen
kwam vader lachend binnen:
kinderen ik heb de loper voor
jullie uitgelegd. Hij had een
dikke laag hooi op het pad
gelegd, zodat wij allen met
droog schoeisel in onze trouw
koets konden stappen. Het
was op zaterdagmiddag toen
het huwelijk werd voltrokken
en de zondagmorgen werd ons
huwelijk kerkelijk bevestigd.
Wel anders dan tegenwoordig,
maar niet gelukkiger".
Luchtalarm
„Wij trouwden midden in
de oorlog, juli 1943," schrijft,
mevr. J. V. te R. „Het was
stralend weer, in koetsjes re
den we naar het stadhuis, toen
fabrieksalarm en daarna
groot alarm werd gegeven.
We hebben twee uur op 't
stadhuis moeten wachten, eer
we „in de echt verbonden"
werden. Zodoende kwamen
we twee uur te laat in de
kerk, juist wilde de dominee
beginnen toen een nieuw
bruidspaar binnenkwam. Die
zelfde dominee zou ook dat
huwelijk inzegenen. Een ver
warrend moment, de koster
greep op de juiste manier in,
door thuis twee leunstoelen te
halen, en die naast ons neer
te zetten, zodat dominee twee
bruidsparen toe kon spreken.
Doordat we zo laat waren,
hebben we de hele dag voort
moeten maken, in plaats van
om half twee begon ons di
neetje om half vier, zodat we
alles rap naar binnen moes
ten werken."
Hebt u ook malle ervarin
gen opgedaan op uw trouw
dag? Schrijf het ons. U komt
dan niet alleen in aanmerking
voor een boekje, maar laat
ons ook allemaal meegenieten
van uw herinneringen.
NU valt dat niet altijd mee. Soms
vraag* iemand je iets en dan
wil je hóar antwoorden, en dan
voelt zij zich wat genomen: zo had
zij hot niet bedoeld. Dat had ik
laatst toen een briefschrijfster me
vroeg: wat vind je nu van die el
lende in Pakistan, en dat nog wel
daar waar Gandhi zo met zijn
geest de mensen heeft weten te
doordringen van iets wat uitreikt
boven dat op elkaar inslaan met
geweren
Ik heb toen geantwoord: ach
jó, daar weet de massa niets meer
van. 't is zo'n groot land en er
kunnen zo weinig luitjes lezen en
schrijven: neem nu eens een klein
land als het onze, en neem een po
pulaire figuur als prinses Beatrix:
er zijn toch altijd nog mensen die
nooit van haar gehoord hebben.
En wat is bij ons dan nog afstand;
en wij hebben bij India en Pa
kistan vergeleken ongelooflijk
veel kranten die ons met nieuws
volproppen: en wij kunnen lezen
Natuurlijk was dat maar „een"
antwoord. Maar niet om me er af
te maken en zeker niet opdat jij
je wat genomen zoudt voelen. Ik
zou je hebben kunnen verwijzen
naar de artikelenreeks van dr.
Huizlnga, dat is wel het beknop-
ste in deze materie, en geeft je
bovendien een klein ideetje van
de gecompliceerdheid van de
kwestie. De kwestie is nl niet af
te doen met een zekere primitieve
logica of een: treurig, treurig, de
mensen leren ook nooit
TVE kwestie, de zaak zelf, is een
voudig niet te beantwoorden in
een brief als deze. Alleen al het
lezen van de artikelen de meest
beknopte eist een discipline die
slechts de mens met een geoefend
inzicht in geschiedenis eigen is.
Maar daarom kan ik je nog wel
eens een ónder antwoord geven.
Je komt er als het ware zelf mee.
Je vertelde me in je laatste brie
ven o.a. deze dingen: je had naar
het Jeugd Song Festival geluis
terd (heette het zo niet? of Jazz
Festival, ik ben het kwijt, doet er
ook niet toe) en je zei: genoten,
nu weet ik weer waarover mijn
buren praten,' bovendien blijt ik
er zelf jong bij. En het andere
was „alles" rondom Beatrix-Claus.
Nu vond ik het geweldig van je
dat je luisterde, zoiets bedoelde
ik nu de vorige keer met „aan het
werk gaan" van christenen: dat
ze eens gaan denken over wat hun
buren boeit of kwelt. Fijn vind
ik dat van je, het past ook bij je.
Vroeger was het so wie so ver
keerd. nu maakt het luisteren
wellicht dat een ander ook eens
wil weten waarvan wij zo vol zijn
vooral als ons luisteren en onze
belangstelling eerlijk zijn. Maar
goed. als je zo eens luistert, dan
kun je dezer dagen dikwijls het
ontroerende -lied: Universal Sol
dier horen, het is vaak in een
teen-ager-programma. Bob Dillon
of Donovan zingt het, meen ik, en
het vertelt in eenvoudige zinnen
van de soldaat van alle tijden die
vecht opdat er vrede zij. Altijd
weet neemt de mens een wapen
omdat er anders geen rust komt,
naar hij meent Ik doe het zelf
ook, direct al als ik zeg (zoals jij
terecht opmerkte): „SSer, geluk
kig door de kop geschoten" Dat
is al grijpen naar het zwaard, ik
erken het. Als jij toornt tegen
mensen die het bloed en de tra
nen en het martelen volgens jou
vergeten en vergeven wanneer ze
de verloofde van prinses Beatrix
verwelkomen, dan neem jij ook
het zwaard ter hand. En dan ga
TV7ANT waar liggen de grenzen
Je kunt duidelijk met de vin
ger wijzen naar een jongen die de
wapenrok droeg, toegegeven, maar
kun je uitmaken waar schuld ligt
bijv. bij een man die aan „niets"
deed in de oorlog maar die dan
toch maar lekker de baan van
een vermoorde Jood heeft gekre
gen Op welk vergoten bloed, op
welke gruwelen staat ons huis,
onze baan. onze welstand? Zijn
we niet allen moordenaars? Moet
een jongeman stikken in eisen van
vernedering op vernedering om
dat zijn ouders hem een leger in
stuurden terwijl jij en ik van
harte bereid waren naar het
zwaard te grijpen toen het ging'
om onze vrede en gerechtigheid?
Zijn achtergronden maar niet al
te vaak te gecompliceerd or- dui
delijk te zijn? Als wij in de rij
stonden voor bonkaarten, is het
dan zo verwonderlijk dat kinderen
van ouders die dachten aan Hitier
enige dank schuldig te zijn, of
soms helemaal niet dachten (het
is juist het NIET-denken dat zo'n
schuld legt op het Duitse volk,
en tussen twee haakjes ook wel
eens een keertje op ons), meelie
pen? Komt het in ons hoofd op
uit de rij te lopen als er optocht
is? In Duitsland heeft hij die mid
den in de optocht liep het macaber
doel niet herkend misschien, maar
dan zal hij daarvoor ook zijn hele
leven een akelig gevoel houden;
hij zal mensen zien rillen als ze
hem horen articuleren; hij zal af
schuw en glimlachjes zien; nog
niet genoeg? Moet er nog meer
vergeving en verzoening Gods
over ons mens-zijn? Wordt het
niet tijd te beseffen dat het zo
nooit vrede wordt?