Constant: visionair ruimtevormer LOST EMPIRES, knappe roman van J. B. Priestley Constaterende poëzie als taalsaneerster Kramers Ship of fools wereldwijs filmrelaas Nostalgie naar vóór 1914 K. L. Poll: In huis 'ZONDAGSBLAD ZATERDAG 9 OKTOBER 1965 De kunstenaar Constant (voluit; Constant A. Nieuwen- huis), eens een vooraanstaand lid van de Cobra-groep, is de laatste jaren een beetje aan de aandacht ontsnapt. Wellicht werd er inmiddels een te grote attentie besteed aan die andere Cobra-musketier Karei Appel, die er zelf wel voor zorgde steeds in het nieuws te blijven. Nadat we enige jaren geleden hier kennis konden nemen van het oeuvre van Corneille, heeft het Haags Gemeentemuseum thans een ruime 'plaats ingeruimd voor Constant, van wie men na 1951, toen „Cobra" opgeheven werd, eigenlijk niet veel meer heeft gehoord. Opeens is hij nu weer tevoorschijn gekomen als een visionair ruimtevormer van belang en ofschoon hij daarvoor altijd een ras schilder is geweest met een bijzondere vreugde in zijn vak, toch heeft hij nooit aan de indrukwekkendheid en grootte kunnen tip pen, zoals hij die nu ontplooit. Reeds in het midden van de jaren vijftig, gaat hij zich bezighouden met grotere projecten waar tenslotte zijn toekomststad „New-Babylon" het uiteindelijk resultaat van zal zijn. New-Babylon is niet alleen Constant's ..speelstad", maar zal achteraf blijken een sterke schakel te zijn in het voortbestaan van onze bescha ving. Hier toch laat de kunstenaar zien hoe het leven van de toe komst geleefd zal moeten worden. Toegegeven het is een imaginaire stad, waar het leven zich in concentreert, maar een die dank zij de visionaire kant van Constant leefbaar" te maken is. De tentoonstelling is chronologisch ingericht, zodat men een boeiende schouw van de ontwikkelingsgang van de kunstenaar krijgt, met als tussenfase de opstelling van zijn beeldhouwwerken die zeer overtui gend zijn van ruimtevorming en economische materiaalverwerking. Als een voorproefje van de ambiance waarin deze opmerkelijke ex positie zich afspeelt, is er een soort klimkooi opgesteld in de opvatting van de z.g. anarchitectuur, waar Tummers de uitdenker van is en die werd uitgevoerd door het bouwbureau B. Meijer. Voorts zal er als een soort sfeerbepaling dagelijks een filmpje als toelichting worden ge draaid, afkomstig van de makers Wil Simon en Rob Venema. Bij dit alles echter blijft het werk van Constant terecht de meeste aandacht opeisen en hoezeer terecht, wordt men al gauw gewaar bij een rondgang langs de schilderijen, want hoezeer hij dan in de Cobra- periode een tweede viool mag hebben gespeeld, toch ontpopt hij zich hier als een begena digd schilder, wiens werk eigenlijk nu pas de volle waardering krijgt, waar het al veel eerder recht op had. Constant, die als au todidact architectuur stivloerde, kondigt in feiten in zijn doeken reeds aan, waar het hem later in New-Ba bylon om te doen is. Met zo vele andere vi sionaire architecten, heeft hij gemeen, dat lijn plannen nu nog nauwelijks voor uit voering gedacht zijn, n»aar laten wij er ons klaar van bewust zjjn, dat het zelfs Le Cot- builcr niet anders verging, toen hy kort n?. dc eerste wereld oorlog zijn plannen over de menselijke woonruimte voor de toekomst ontvouwde- Dat vandaag Corbu- sier's stoute plannen gemeengoed zijn ge worden voor elke ar chitect, is genoegzaam bekend. Of overigens de ontwikkeling zich in de richting zal vol trekken die thans door Constant wordt aangegeven, valt moei lijk te voorspellen, wel, dat wat hij doet van ongekend belang Is; een belang dat ze- Ver zal bijdragen tot het uitkristalliseren ran de bewuste en ifodige vorm van 's mensens toekomstige levensruimte, zoals de heer Wijsenbeek in het ,,Ten geleide" van de fraaie catalogus stelt. Bijgestaan door een aantal medewerkers heeft drs. H. van Haa- ren, die deel uitmaakt van de wetenschappe lijke staf van het mu seum, een geheel op de been gebracht, dat op zijn beurt uitmunt door breedheid van visie en een moderne en verantwoorde aan pak van het huidige tentoonstellingsbeleid. In een gedegen in leiding tot de expo sitie. met als titel ,.De uitdaging van New Ba byion". ontvouwt hij voorts op uiterst des kundige wijze zijn zienswijze op hetgeen hier wordt getoond. Een geheel dat maar liefst een kleine 200 nummers omvat en dat qua opstelling en aard van het werk. de homo ludens, de spelende mens in vele facetten van zijn spel laat zien. Men kan daartoe t/m 21 nov. a.s. terecht aan de Haagse Stadhou derslaan. GIJS KORDING doek uil 1949. Overzichts expositie in Haags Gemeente museum HET consequent willen ver mijden van het rijm in gedichten is even dogmatisch als het consequent willen toepassen ervan. K. L. Poll in zijn dichtbundel In huis (Uitgave De Bezige Bij, Am sterdam, 65 blz., 2,90) neemt geloof ik het juiste standpunt in, door zijn regels te laten rijmen, wanneer het rijm zich vanzelf aanbiedt, zoals in het versje Manke vergelijking (handelend over overeenkomst en verschil tussen leven en spel): Maar ik kan weer beginnen, iets anders verzinnen, winnen als ik wil. Want het kan niet worden ont kend en het blijft waar. dat het rijm expressieve kwaliteiten be zit, zodra het maar van alle op zettelijkheid en dwang bevrijd is In het proza is het rfjm een las tig .verschijnsel. Het is mijn erva ring 'dat, als ik in proza impro viserend een poos doorschrijf, zich allerlei rijmwoorden opdringen, een in zichzelf zinloze muzikali teit die de redelijke voortgang van de gedachte op zijpaden wil lok ken. Maar als men poëzie schrijft, is er geen sprake van een of an dere vorm van redelijk betoog; laat dan het rijm maar komen, wanneer cn waar het wil. De dich ter, bevrijd van de vormdwang opgelegd tijdens de renaissi het classicisme, doet wijs als Poll aan te sluiten bij de echte primitiviteit van het kind. In het kinderspel woekert het rijm en het halfrijm in het wild; geen li teraire tuinman of bloemkweker is eraan te pas gekomen: J^E nostalgie naar de zorge loze tijd van vóór 1914, die veel van het vroegere werk van de Britse auteur J. B. Priestley ademde (o.m. Angel Pavement en het in deze kolommen besproken autobiografische Margin Re leased) hebben wij ook weer teruggevonden in het nieuw ste boek van de virtuoze schrijver: Lost Empires, dat bij de Londense uitgeverij Heinemann is verschenen (308 blz., 25 shillings). Het is duidelijk, dat in de au gustusmaand van 1914 een perio de werd afgesloten in het leven van Priestley, zoals dat even eens het geval was met alle be wust levende mensen van zijn generatie. Verbluffend gemakkelijk ver telt Priestley het verhaal van de jonge Richard Herncastle, die la ter als aquarellist een grote naam zou gaan maken. Herncast le vertelt, maar het is toch steeds de vakman Priestley, die aan het woord is. De romancier doet het voorko men, alsof hij dit boek heeft sa mengesteld aan de hand van gro te stapels aantekeningen, bandre corder-herinneringen en monde- PRIESTLEY linge mededelingen van Hern castle over diens jeugdige esca pade naar de planken van het in die periode nog zo bloeiende va riété-toneel. Het is niet na te gaan, of alles ontsproten is aan de fantasie van Priestley (en dat zou dan wel bijzonder knap zijn) of dat er werkelijk authenticiteit in dit verhaal schuilt. Variété Moeder 'k heb zo'n lieve jongen, mag-tie niet es boven kom- Nee, Griet. zanik niet. boven kommen mag-tie niet. Geen kind De volwassen dichter is geen kind rneer. Het klinkt paradoxaal, maar het is waar: hij kan deze kinderlijke techniek" alleen toe passen met behulp van een aan zienlijk raffinement. Dat dit ge beurd is. maakt naar mijn mening de waarde uit van de onderhavige dichtbundel. Daarbij komt, dat Poll heeft weerstaan wat men de ver zoeking van de ruimte zou kun nen noemen. Hjj zoekt het niet in het losgooien van alle remmen, in een dichterlijk stamelen ten over staan van de verbijsterende gehei men van leven, liefde, dood, kos mos. Met andere woorden: hij staat niet op de tenen, doet niet ge wichtig, duister cn verheven (hoe wel ik lang niet alles uit deze zoekt zijn schreeuw in de wattige nevels zonder inspanning, zonder dwang, heilig blijkt te zijn. ncuijiic ui duia a vw»i:vjmvcu li™, p. woede en jaloezie, zwijgend opge- KGIfliging eindelijk ergens ontladen in een verbitterd uitgevochten twist, in zwijgende doodslag, waarbij nauwelijks een kreet wordt gehoord. Een moordenaar eenzaam sterven Afgedwongen De kriticus moet hier wel op passen de karakteristieken te ver meden, die zich op lager niveau aan hem opdringen: fascinerend, eigen geluid, belangrijk debuut (is het een debuut? ik ken geen an der werk van Poll) enz- Een flap tekst ontbreekt, er worden geen bijzonderheden verstrekt; het por tret op de achterkaft stelt een man voor van ongeveer 35 jaar. Als de dichter het zo gewild heeft, is dit een bewijs van kracht. De le zer zal my begrijpen: deze erken ning is min of meer door het werk Mij is verteld: in het noorden van Zweden denken de mensen alle dagen zwijgend aan niets. Hier treft men weer aan wat een van dc grote winstpunten der toe- d ^daagse poëzie is: de concentra tie. de sterk-suggestieve zegging, waardoor met een paar woorden een wereld wordt opgeroepen. In zestien korte woorden wordt een landstreek om ons heen neergezet, aan de grens van mist, kou en dood, mèt de mensen, die door bodem en klimaat zijn gestempeld. Lange dagen, lange nachten. Wie dit vers aandachtig leest, huivert van kou. Hij ziet die grote, lange, zwijgende mensen in hun huizen. afgedwongen: ik gevoel geen on- bepaalde bewondering en vind de poëzie van tegenwoordig zeker niet ideaal, omdat ik persoonlijk eigen lijk heel andere verlangens heb. Maar men merkt dat de dichter weet wat hij wil, dat achter 'dit werk een reeds behoorlijk gerijpte geest en een geoefend sohrijfver- mogen steekt, dat hij het element van primitiviteit bekwaam han teert. Men behoeft het met de nu volgende uitspraak niet eenB te zijn, maar is het niet knap cn kernachtig gezegd, wanneer de dichter in het voorbijgaan een om schrijving geeft van wat hij ziet als heiligheid: Niets is heilig dat niet bij toeval, Ik denk wel eens dat de heden daagse poëzie eigenlijk een reini gingsproces van het proza voor stelt. We worden dagelijks met zo'n enorme stroom woorden over laden (vrouw, zet die prater eens af, aljeblieft), dat het proza hope loos aan lager wal geraakt is. En de nieuwsberichten geven niets dan stijve formuleringen: schiet partijen, slachtoffers, ongeregeld heden, met gebruikmaking van schablone-achtige werkwoorden zoals plaatsvinden, zich voordoen enz. Nu de poëzie, na te hebben gezongen, gesproken, gepraat, ge kolderd, althans hier ml Poll zich heeft hersteld en kunstig consta teert, kan zij tijdelijk de functie vervullen van taalsaneerster Levenloos Poll is ook hierin op de hoogte van zijn tijd, dat het christendom voor hem een volkomen levenloze zaak is. Hij vraagt zich in het ge dicht Bestemmen af. ..wat doen wij met de kerken/ als alle gelovigen het merken?" (namelijk dat na de hek«en. de duivel, ook God zelf verdwenen is). En dan eindigt het Wat doen wij met de chris tenen die zich jaar in jaar uit v-er- Warschau gisten en op een klaarlichte dag alleen staan, met de schimmen om zich heen van vroeger, zonder spook- roeping om schilder te worden) wordt na de dood van rijn moe der de eerste assistent van zijn oom, de illusionist Nick OUan- ton. Van november 1913 tot au gustus 1914 zwerft de jongeman met de troep mee en komt in aanraking met de kleurrijke vo gels van diverse pluimage, waar aan het variété-leven juist in die tijd zo rijk geweest moet zijn. De figuur van de veeleisende bruut Nick Ollauton, van diens wat meelijwekkende assistente Cissie, de talloze dikwijls excen trieke artiesten, plaatsen, situa ties en atmosfeer zijn door Priestley met bewonderenswaar dige vaart en vaardigheid ge schilderd. Niet breeduit, maar trefzeker. Meer dan in zijn ande re boeken heeft hU ditmaal het ontwakende man-zijn van zijn hoofdfiguur en de daaruit voort vloeiende amoureuze affaires uit gediept, maar nooit gaat hij daarbij over de schreef, die te genwoordig zo „modieus" en zo gemakkelijk wordt gepasseerd. Als de jonge Richard Herncast le de wapenrok heeft aangetrok ken en Nick Ollanton naar Ame rika is vertrokken, omdat hij het einde van het avondland ver wacht, heeft de schrijver de wa re, liefde herontdekt: het meisje Nancy wordt met Herncastle te zamen gebracht en uit de epi loog, die in onze dagen speelt, blijkt, dat het een zeer duur zaam en gelukkig huwelijk is ge worden. Lost Empires heeft onze be wondering voor het oeuvre van J. B. Priestley opnieuw ver sterkt. Nouveauté's Andere nouveauté's van de Brits-Amerikaanse boeken markt: The Town in Bloom, door Dodle Smith. Uitgave Heinemann, Londen. De schrijfster, die naam ver wierf met haar sucóeeboek The Hundred and One Dalmatians'' door Disney verfilmd), weet waarover zij het heeft als zij in deze roman de ervaringen be schrijft van haar ik-figuur Mou se. Dit meisje is er op uit als toneelspeelster een carrière op te bouwen. Dodie Smith is nl. ook een succesvolle toneelschrijf ster, en bovendien zelf actrice. Zij weet dus waarover zij schrijft. (270 blz., 25 shillings) More Golf with the Experts, samengesteld door Tom Scott. Uitgave Heinemann, Lon den. In ons land is golf een weinig bedreven sport. Althans in verge lijking met onze Britse en Ame rikaanse overburen. Expert Tom Scott stelde een bloemlezing van golf-proza (van experts) samen. Hij deed dat zo, dat ook leken er hun plezier aan kunnen bele ven. Slechts voor de golfliefheb- bers zal dit boek een ware lek kernij zijn. (183 blz., 21 shil lings). leer. Met spooklcf.r zal wel hun dog matiek bedoeld z(jn. Het Is goed dat men weet, dat dit meer en nver de publieke opinie over ons wordt. Hoe reageren wij hierop? C. RUNSDORP Mister Doctor: the Life of Janusz Korczak, door Hanna Olczak. Uitgave Peter Davies, Londen. Stanley Kramer, de maker van de comedie ,,'t Is een gekke, rare, dolle, dwaze we reld", heeft thans een nieuwe film aan zijn ptoduktie toe gevoegd, met name de film „Ship of fools". Naast de for midabele lengte van beide produkten hebben deze films met elkaar gemeen, dat zij beschouwelijk zijn en de mens met al zijn eigenschap pen en reacties tot onderwerp hebben. Kramer is een subliem ob servator en weet zijn figuren herkenbaar te tekenen. Hij verstaat daarbij de kunst op badinerende wijze te filoso feren, zonder te ergeren, zo dat men er zich ergens door aangesproken voeltal zal deze kunst niet gelijkelijk door iedereen gewaardeerd voorden. Hij heeft zich in „Ship of fools" niet bediend van kleuren, klaar blijkelijk om dc kijker niet af te lelden van de gebeurtenissen, het geen een aparte waardering ver dient. Het is merkwaardig te con stateren. dat belangrijke films vaak in zwart-wit worden uitge voerd. Voorts heeft Kramer de beschikking gehad over een prima rolbezetting: Vivien Leigh, Simonc Signoret, Jose Ferre, Oskar Werner en Heinz Rühman. „Ship of fools" is geen satire, integendeel zijn figuren zijn dit maal stuk voor stuk min of meer tragisch, slachtoffer van hun eigen handelingen en inzichten, gevan gen in hun eigen levensverhaal op een vol schip, waar zij elkander letterlijk en figuurlijk in dc weg lopen cn op de tenen staan. Zo heeft deze film geen andere achtergrond dan .dat er levens op een Duits schip bijeengebracht zijn dat in 1933 van Vera Cruz naar Brcmerhav-en vaart. We worden ge confronteerd met de wanstaltige dwerg, die het leven bekijkt van uit dc hoogte van het kind. doch de levenswijsheid heeft van een grijsaard. Met Mary Treadwell (Vivian Leigh), een verbitterde gescheiden vrouw, die weet dat zij haar jeugd verspeeld heeft, maar nog steeds droomt van romances. Haar spel voor de spiegel wordt een intrigerende scène. Dominerend vooral is de figuur van Simone Signoret als de gravin La Condesa. die wegens revolutio naire activiteiten uit Cuba is ver bannen en in Tenerife van boord wordt gehaald. Prachtig is haar zuivere liefde voor de nog jonge, maar zieke scheepsdokter Schu mann (Oskar Werner). De laatste verliest zijn hart aan haar door een groeiend respect voor haar dapperleid en levensaanvaarding. Hij verschaft haar de slaapmidde len waaraan zij verslaafd is. Hij overleeft het afscheid van de gra vin niet en sterft ann een hartaan- Aan de tafels hoort men de opkomende storm van het natio naal socialisme. De uitgever Rie- ber verkondigt aan de maaltijd luid, dat de Joden en „andere minderwaardige rassen" in 't wel zijn van de maatschappij uitge roeid dienen te worden en weet zijn blinde haat gestalte te geven door een van de passagiers. Frey- tag (Alf Keiler) van de kapiteins- tafel te verdrijven omdat hij met een Joodse vrouw ia getrouwd. Freytag protesteert heftig, maar bezeert zich tegelijk aan zijn eigen schuld, daar hij zich intussen reeds van zijn vrouw heeft laten scheiden, omdat hij niet meer tegen de stroom op kon en zijn carrière bedreigd zag. Typerend is de houding van een zekere Löwenthal (Heinz Rilh- mann), een Joodse handelaar in religieuze artikelen, die wonderlijk optimistisch blijft en niet gelooft dat het zo'n vaart zal lopen. Men kan toch die miljoenen Joden niet vernietigen?, zo meent hij. De Dit zijn slechts enkele voorbeel den van de vele typen, die genera liserend dit met elkaar gemeen hebben, dat ze gekweld worden door schuldgevoelens en uit dit niet altijd gerealiseerde onbehagen elkaar kwetsen en pijn doen, hui chelen en comedie spelen en ach ter dc schermen bevrediging zoe ken ^in een jammerlijk frivool ver- Men zou hier kunnen constateren dat Stanley Kramer ditmaal bewo gen is geweest met zijn mensen, een element dat men in zijn vorige films ernstig miste, wat men hem dan ook terecht verweet. Maar in „Ship of fools" (Het schip vol dwazen) worden wij telkens ge troffen door gevoelige scènes, vol diepe menselijkheid. Uiteindelijk wordt het schip af gemeerd in Bremenhaven en on der de afhalers zien we hartelijke zonen en neven in bruine hemden met hakenkruisbanden De dokter wordt in een kist van boord gedragen. Dan komt Kra mer's veelzeggende laatste acte. Dc dwerg gaat na al de drukte alleen van boord en keert zich plotseling tot de kijker. HIJ zegt: „Als u zich nu afvraagt wat dit alles met u te maken heeft?".... Hij wacht dan even en een glimlach plooit zijn mond. en zegt dan: „Niks". Hij laat de consequentie van dit alles op meesterlijke wijze aan de bios coopbezoeker over. Wij kunnen niet anders doen. Dif werk behoort zeker tot het knapste van Stanley Kramer. Zijn vormgeving is subliem. Zijn stofbeheersing groot. Bin nenkort kunnen de Rotterdam mers deze film zien in Lumière. HERM. STEGGERDA. Dit is het heroieke levensver haal van de Poolse Jood Korc zak, bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog reeds 72 jaar oud, maar nog vitaal ge noeg om in het getto van War schau. zo lang dat mogelijk was, te blijven zorgen voor tweehon derd verweesde kinderen. Nog snijdender dan in de meeste ver halen over deze gruwelijke peri ode uit onze geschiedenis is aan het einde van dit boek de doden mars van deze groep Joodse me demensen naar het Duitse con centratiekamp getekend. Door de zwarte duisternis van deze afschuwelijke nachtmerrie, blijft het licht van het Godsver trouwen schijnen, dat de bejaar de dokter Korczak tot het aller laatste tragische ogenblik van zijn leven wist te behouden. (227 blz., 30 shillings). History of mankind In de Mentor-reeks van de New American Library zijn als paperbacks weer enkele boeken verschenen, die een plaats in iedere boekenkast waard zijn. De Amerikaanse uitgeverij nam het initiatief voor de publicatie van een unieke geschiedenis der mensheid. In één deel behandelt Jacquetta Hawkes de prehisto rie. in een ander beschrijft Sir Leonard Woodley het begin dei- menselijke beschaving Lezin gen. die over de geschiedenis der mensheid handelen, zijn even eens bijeengebracht als Men ton scène, uil .Ship of fools" met de scheepsdokter Schumann Oskar Werneren met kapitein Thiele Charles lïli]5.°*ken' Redacteur Guy Me- horvmj. De laatste zegl dat de gravin die in Tenerife van hoord is gelumld in verband met haar vmrhannine verz®m*1'de in één deel Re de verliefde dokter wel gauw vergelen zal tljn, woarmeda hij ku ebenT onbigi'p Zont"ZLLZelh'lZL'Z, TwentiethCe'ïtuX^'iï .°J 'he bchumnnn. Hi, bar.tiiil k .W, en werp, i. Upu.m een ,1a. cognac in hagaich,. Hij kan LIijger dmThtN.w "P «*V v°' «U°tm dwazen. Hl, bami, deze opwinding ma een dodelijke horwanval. j vgn H

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 17