OP WEG NAAR MORGEN?
Naast ze
aan staan
NOG GEEN NIEUWE KOERS
Ouderen alleen
op achtergrond
We moeten in
beweging zijn
is het jeugdwerk
Het seizoen is begonnen. Opnieuw zullen jongeren en
Oud lied
op nieuwe
melodie
DE DAAD
spreekt aan
Ouders hebben
weinig begrip
Vroeger
Humanist: Rob de Nijs vóór Vondeling
volwassenen vraagtekens plaatsen bij de aanpak van het jeugdwerk, bij de wijze waarop verenigin
gen", „clubs" en „instuiven" de jeugd „in hun greep" trachten te houden. De leden van de Ruimte
redactie stelden daarom vragen aan leiders van jeugdorganisaties.
We hebben geen antwoorden gekregen die geheel bevredigden. Dit mochten we ook niet
verwachten. Er zijn echter opnieuw vragen gerdzen. De meeste leiders van het jeugdwerk
behoren tot een oudere generatie; is dit wel juist? Zij staan immers aan de andere zijde van de
is reeds een gemeenplaats steeds breder wordende kloof tussen jong en oud.
C. van Iterson
ER HANGT een gewone, ge
zellige sfeer in het Silvosahuis
(in Bilthoven) dat dienst doet als
landelijk bureau en conferentie
centrum van de Hervormd-Gpte.
formeerde Jeugd Bond. Nee, als
topfiguren van de HGJB zitten
jeugdpredikant ds. A. J. Jorissen
en jeugdwerkleider C. van Iter
son beslist niet achter imponeren
de bureaus.
In het duo Jorissen-Van Iterson is
een verheugende combinatie kerk/
kunst tot stand gekomen. Van
Iterson, die „over de jongeren bene
den de zestien gaat", heeft namelijk
samenwerking gezocht met Jorissen-
Jorissen heeft ze van boven de zes
tien onder zijn hoede.
Basis
„Jongeren met een eigen stijl"
worden de herv.-geref. jongeren wel
genoemd; het blijkt uit het gesprek
met beide heren. Het gezag van de
Heilige Schrift vormt de basis van
het jeugdwerk. De Dabar-groep P
neemt bij de HGJB een grote plaats
in. Het Hebreeuwse woord Dabar
betekent zowel woord als daad. In de
praktijk komt het erop neer, dat de
gedachte diaconaat, zending en een
heid wordt omgezet in daadwerkelij-
Tegen woordig wordt dik
wijls opgemerkt dat de ge
schiedenis in een stroomver
snelling is gekomen. Het
onder woorden brengen van
verschijnselen is niet voldoen
de. We zullen in de stroom
moeten meezwemmen. Doen
we dat, zijn we wel op weg
naar morgen
als volgt
3. Is het tegenwoordige jeugdwerk
□iet teveel een aanpassing van onder de
jeugd levende, steeds wisselende rages?
4. Ontbreekt het het jeugdwerk (in
het bijzonder de jeugdwerkleiders) niet
aan een conceptie, een gerichte aanpak,
die stimulans krijgt door een „ideaal"?
5. Er ontstaat een nieuwe mens. die in
deze en volgende generaties gestalte
krijgt. Houdt het jeugdwerk daarmee
voldoende rekening?
6. Hoe staat het volgens u met de
„begeleiding" door de ouders? Wijzen
zij hun kinderen voldoende op het werk
van de jeugdverenigingen. Laten zij hun
kinderen zelf beslissen?
„JEUGDWERK is het oude lied op
een nieuwe melodie". Jacq. de Smit,
sinds kort directeur van het Centrum
voor Gereformeerd Jeugdwerk, kijkt
vanachter zijn formidabel bureau in
het bondsbureau in Amersfoort, naar
de treurwilg aan de vijver in de
tuin.
„Het leeft", zegt de heer De Smit.
„Het bewijs? Een nieuwe bundel
werkmateriaal vliegt de deur uit in zodanig wordt het in sommige kringen
Amersfoort. Tot nu toe hebben van ook opgevat. Han Timmer maakt niet de
de dertigduizend aangesloten leden
OPTIMISTISCHE CJV-ER:
UITGESPROKEN optimistisch is Han Timmer (35), landelijk
secretaris van het Open Jeugdwerk van het Christelijk 'Jongeren
Verbond (CJV), over de toekomst van jeugdorganisaties. Mits
goed (be)geleid krijgt het jeugdwerk prachtige kansen, als het
wordt beschouwd als een samenleving van jongeren, waarin
ouderen een rol op de achtergrond spelen.
Het klinkt nogal revolutionair.
van de groep, waarvoor deze bundel
is bedoeld, er ruim twintigduizend
het aanvraagformulier ingevuld."
Voor organisator De Smit is dit het
teken dat het jeugdwerk, zoals dat
vandaag wordt gebracht, nog aan
spreekt. Natuurlijk is er ook in gere
formeerde kring wel aanpassing.
AANPASSING JUIST
„Dat men vanuit het jeugdwerk pro
beert aan te passen aan bepaalde be
vliegingen acht ik juist; we moeten
echter wel rekening houden met de
plaatselijke situatie en de doelstelling
van ons werk".
deert hij, dat het christelijke jeugdwerk
een concentratie van krachten op den
duur niet zal kunnen missen. Hij
indruk, dat hij zich daardoor van zijn droomt van één evangelische jongeren-
stuk zal laten brengen. Hem staat een organisatie, maar beseft tegelijkertijd
vorm van jeugdwerk voor ogen, waarin dat dat wellicht een droombeeld zal
de „inbreng" van jongeren volledig blijven,
wordt gehonoreerd; de taak van de
leiding is hoofdzakelijk die van een
positieve beïnvloeding. Een op deze
„formule" samengestelde jeugdorganisa
tie blijft attractief, zo meent hij.
Niet uit de tijd
In de nok van een oud Amsterdams
grachtenhuis waar zijn schaars gemeubi-,
leerd kantoor is ingericht beweert Han
Timmer met enige stemverheffing, dat
jeugdwerk altijd jongeren zal blijven
aantrekken. Tal van kritikasters zeggen,
dat jeugdverenigingen uit de tijd zijn en
geen functie meer hebben, maar daar
service". Natuurlijk is er nog steeds het wil hij niet van horen. „Pessimistische
gewone clubwerk: daarnaast moet er geluiden hoor je tien tegen een van
volgens de heer De Smit ook ruimte mensen, die in aanraking zijn geweest
zijn voor een vorm van ontspanning: met een vorm van jeugdwerk, dat de
„Jongens die graag aan een bromfiets boot heeft gemist",
sleutelen, moeten ook binnen onze orga
nisatie een plaats hebben. De heer De
Smit merkt echter op dat de route van
aanpassing er bij het gereformeerd
jeugdwerk nog slechts ten dele is.
Veel lof heeft hij voor de kadervor
ming en training van leidsters en lei
ders. „Er wordt enthousiast gekaderd,
en de deelname is overweldigend". Of
er niet een beetje te veel wordt gepraat
en weinig gedaan? „Wij streven ernaar
de jonge mens op te zoeken in zijn
eigen sfeer". De daad en de dienst aan
de naaste vormen, aldus de heer De
Smit, de tegenpool van het „kaderen".
DAGERAAD VAN NIEUWE DAG K»P«I™ H», A. J.
De jeugd-van Nederland
met idealen. De
aan de naaste
of „geloven met
de handen",
De Smit liever
spreekt dan van
open jeugdwerk,
zal in de toe
komst ook bij het
gereformeerd
jeugdwerk
steeds belang
rijker worden
en een steeds
grotere plaats
gaan
i jeugd
KAPELAAN Harry A. geven. z.
A. Mourtis (32): „Laten
we 't geen werk of
moeten zelf
vinden op
hetgeen ze bezighoudt.
Vroeger gingen
Ds. A. J. Jorissen
ke hulp aan de medemens. Zo zijn er
de afgelopen twee jaar acties afge
sloten voor bijvoorbeeld Celebes, Al
gerije en Chili. „Dit spreekt de jon
geren nog wel aan" zegt ds. Jorissen,
„al weten wc best, dat we tegen
woordig de honderden niet meer
vangen".
Minder creatief
Andere vormen zijn de clubs, het
kampwerk en de „weekends". Van
„open jeugdwerk" is slechts incidenteel
sprake, al gaat alles wel met meer
souplesse dan vroeger. Het blijft aftas
ten. Zo wordt geprobeerd aan te sluiten
bij de mens. die steeds minder creatief
is in zijn dagelijks werk. „Dat moet
worden opgevangen op de clubs", vindt
Van Iterson. Ds. Jorissen vult aan. dat
er rekening mee moet worden gehouden,
dat de jeugd van vandaag wordt volge
stopt met moderne literatuur, televisie
en film. De jongens moeten leren „niet
overal heen te vlinderen".
Beide heren geven toe onrustig te zijn
geworden, omdat ze ervan overtuigd
zijn dat het jeugdwerk steeds een nieu
we aanpak blijft vragen.
jeugd zélf moet name- er bijna nergens
lijk in beweging zijn bij."
en blijven". Vier jaar
doet hij z'n pastorale
werk in en vanuit de
Verrijzeniskerk in
Schiebroek-Zuid en
landelijk als jongeren-
predikant („ik draag
dan geen liturgische
ambtskleren; de dienst
improviseren we ter
plaatse"). Hij stimu
leerde in zijn wijk de
jeugdbeweging. Resul
taat: 120 jongeren re
gelmatig bijeen in ge
spreksgroepen.
Toch wordt er ln zijn
kerk volgens hem nog te
weinig aan de Jeugdbe
weging in los verband
gedaan. „Het gesprek
moet nog meer aan aan
dacht winnen, ze moeten
nog bewuster worden
van wat er leeft".
De
Dat daarbij rekening
moet worden gehouden
met wat de jongeren
pakt, staat voor hem
vast. „Met je tijd mee
gaan en je werk nooit
vastleggen op een be
paald stramien. Ook in
onze kerk wordt daar
misschien te weinig aan
aring heeft hem gedaan."
2ijn aan de jeugdbewe
ging, maar de jeugd
beweging moet diensten
verlenen aan de jonge
ren. Ze moeten bege
leid worden, meer uit
groeien tot méns.
„Bij alles wordt in de
rooms-katholieke kerk
steeds meer rekening ge
houden met een nieuwe
mens. Er wordt gezocht
naar vormen. We moeten
een open oog en de hand
aan de pols hebben. Luis
teren wat
BEGELEIDEN
„Een jeugdorganisatie moet flexibel
OUDERS vormen bij het jeugdwerk een zijn. temeer omdat alles snel verandert,
apart hoofdstuk. Hun positie is zo Er moet begeleiding zijn. Het is mijn
velerlei dat ook zij die zich met de indruk dat de jeugd van vandaag gehol-
talloze vormen van jeugdwerk bezig-
houden over die ouders zeer verschil- Pen wil worden. Zij is wars van heiden-
lend denken. Over het algemeen is de dom. Het is echter wel eens moeilijk
belangstelling van de ouders voor het om een geschikte methode, en vooral
-«»«»
zich verschillend uit. Duidelijk is dat leiding geven,
de meeste ouders weinig begrip heb-
de huidige
Wel moet het met het jeugdwerk een
andere kant op. Nieuwe dingen moeten
kritisch worden meebeleefd; ouderen
moeten niet te gauw iets afkeuren,
omdat het niet in hun levenspatroon
past. Jeugdwerkleiders moeten gasthe
ren zijn en gastheren dringen hun
overtuiging niet aan hun gasten op. Wel
mogen zij hen deelgenoot maken van
hun mening. Meer niet!
Positieve draai
Betekent dat een aanpassing aan
allerlei rages en modeverschijnselen
onder de jeugd? Han Timmer vindt
van niet Jeugdwerk moet jongeren
begeleiden op hun weg naar de
maatschappij van morgen. Het moet
daarbij rekening houden met alles
wat zich als modern of als nieuw
voordoet en trachten daaraan zo
nodig een positieve draai te geven.
Als dat het geval is, vervult het
jeugdwerk zijn opdracht goed.
Han Timmer, die, voordat hij in
Amsterdam werd benoemd, zeven jaar
federatie-secretaris was van het CJV in
Rotterdam, staat met beide benen vol
doende stevig op de grond om te weten,
dat velen het met zijn visie niet eens
zijn. Meer nog, dat het lange tijd zal
vergen, voordat zijn gedachte algemeen
ingang zal vinden. Nu al ontmoeten de
instuiven en sociëteiten van het CJV-
Open Jeugdwerk kritiek van tegenstan
ders, die smalend spreken over christe
lijke dancings en huwelijksbureaus. Die
HAN TIMMER
EXPERIMENTERENDE
HAAGSE DOMINEE
maar bitter weinig hebben begrepen.
Ver ln de toekomst kijkend conclu-
jeugdwerk. Teveel nog vergelijken zij
die met de verenigingen uit eigen
jeugd.
Het komt niet vaak voor dat vader of
moeder met de jeugdleiders over hun
kinderen komen praten. Ouderbijeen
komsten zijn doorgaans niet zo goed
bezocht. Toch stellen de meeste jeugd
leiders een goed contact met thuis
zeer op prijs en zij zoeken dat ook.
Uiteraard is de heer De Smit ervan
overtuigd dat er aansluiting moet zijn
tussen de top. en wat hij noemt het
Srondvlak. Leiding geven gebeurt door
e plaatselijke mensen. De top legt niets
op, maar stimuleert en activeert, aldus
de man die zegt dat hij het gerefor
meerd jeugdwerk van binnen en van
buiten kent. In Amersfoort heeft de top
uitzicht op een treurwilg, die een stimu
lans kan zijn om te bedenken dat vaart
en visie pijlers zijn voor het bedrijven
van werk voor de jeugd.
Deze pagina werd samen
gesteld door Aad Begemann,
Wim Barentsen, Riet Diemer,
Huib Goudriaan, Leen de Rui
ter, Wim de Regt en Bram
Oosterwijk.
leeft".
geleerd dat er bij de 15-
tot 25-jarigen opvallend
veel behoefte is aan con
tact. „Maar dan niet in
vereniging of organisa-
Jongeren uit de Verrij
zeniskerkparochie praten
regelmatig met leeftijd
genoten van de hervorm-
tievorm", meent de jeug- de gemeente. Ze
dige kapelaan. „In de kerkdiensten bij en leren
Rooms-Katholieke Kerk eikaars standpunten ken-
„Vriend Jansen leidde na de
pauze een onderwerp uit de
kerkgeschiedenis in. Hij schets
te de grote betekenis van
Augustinus en kwam tot de
conclusie dat het werk van
deze kerkvader beslissend is
geweest voor de ontwikkeling
van de kerk in ons land. Alle
aanwezige leden namen aan de
discussie deel. Zij laaide soms
zo hoog op dat dikke boeken
moesten worden geraadpleegd
om de vragenstellers tevreden
te stellen".
Zo ging dat toen. in 1920. 1930
en op sommige verenigingen mis
schien ook nog wel in 1950 of
1960. Op deze manier is het vele
malen in notulenboeken opgete
kend en „met dank aan de se
cretaris" vastgesteld. Het was
een tijd. waarin op de jongens- en
meisjesverenigingen neg twee in
leidingen per avond werden gele-
seerd. de Katholieke Ar
beiders Jeugd, de Katho
lieke Jongeren uit de
Middengroepen en de
Katholieke Plattelands
Jongeren buiten
schouwing gelaten,
standsorganisa-
Ideaal
Gesprek
We gaan uit van hel
gesprek. Komen maande
lijks met kleine groepjes
samen bij e
paar. Ik laat
gastecht-
Bxj de vraag of er
dat een ideaal achter het
jeugdwerk moet zitten,
zegt hij: „Natuurlijk.
Maar je moet dat niet
te veel naar later ver
leggen. De jeugd is
jong en ze moet het
..jong zijn" plezierig
beleven. De jongeren
praten. Je moet geen les moeten niet
dienst
Te theoretisch
Het mag volgens kape
laan Mourits niet gebeu
ren dat de jeugdbewe
ging te veel van bovenaf
wordt geleid. „De jonge
ren moeten een grotere
inbreng krijgen, vaak
wordt er van achter bu
reaus nog te theoretisch
gedacht."
Aan het eind van het
gesprek zegt hij nog
maals: „Er moet niet
te veel worden vastgelegd
en omschreven. De jeugd
laat zich minder binden.
We moeten vooruit zien".
„De achtste dag", de
titel van het blad waar
van kapelaan Mourits re-
dakteur is (periodiek ten
behoeve van het gesprek
in jeugdzielzorg en gods
dienstonderwijs) is wat
dat laatste aangaat goed
gekozen. Nader verklaard
zegt Harry Mourits: „God
schiep de wereld ln zes
dagen. De zevende rustte
Hij. Maar de wereld moet
worden uitgebouwd, we
leven ln de dageraad van
een nieuwe dag. Vandaar
die achtste".
en Nieuwe Testament, geloofsbe
lijdenis (afgewisseld met Dordtse
Leerregels). Schriftstudie, politie
ke en maatschappelijke onder:
werpen, vaderlandse geschiedenis
en kerkgeschiedenis 'of zending».
Kortom, het had veel weg van
een werkprogram van een volks
hogeschool.
De jeugdvereniging was. mag
men wel zeggen, intellectualis
tisch Ingesteld. Alleen de kennis
(van de Bijbel) was belangrijk en
vandaar dat velen lang niet alles
begrepen, wat uit boeken van
Hoedemaker, Schilder of Kuyper
werd overgeschreven. Men moet
deze studiezin enerzijds bewonde
ren; aan de andere kant miste
men echter de greep op het volk.
Het was te veel op ne-
gentiend e-eeuwse leest ge
schoeid. Maar vergeet niet, dat
deze verenigingsavond et'en-
tueel met de zang het enige
wekelijkse uitstapje voor de
jongeren was! Bovendien kreeg
vrijwel niemand na de lagere
school nog een verdere oplei
ding
SOCIALISTISCHE jongeren
zijn er ondanks hun (vermeende)
progressiviteit ook nog niet in'
geslaagd een nieuwe koers te
geven aan het werk van hun
jeugdorganisaties.
Pratend in de geest van de Rotter
dammer Gees M. Maasdam (30), lan
delijk voorzitter van Ruimte (de
voortzetting van de AJC), is dat een
ongunstig teken voor het hele jeugd
werk in ons land. Hij (en wellicht
vele van zijn politieke vrienden) zijn
er namelijk rotsvast van overtuigd,
dat de vernieuwing vanuit „algeme
ne" (lees: socialistische) kringen
moet beginnen. Van confessionele
kant moet (mag) men niet veel
verwachten; daar is men te behou
dend, aldus de gedachtengang van
een man, die in het hokje van de
humanistische socialisten thuishoort.
Erfenis
Belast met de erfenis van de AJC en
de verdofte idealen van de oude SDAP
slagen de socialistische jeugdorganisaties
er nauwelijks in. een klein gedeelte van
de PvdA-jeugd te grijpen. Cees Maas
dam, in het dagelijkse leven topman bij
een im- en exportfirma in groente en
fruit, doet daarover een paar uitspra
ken, waarmee hij zijn eigen AJC-tijd
verloochent.
Hij vertelt: ,J)e AJC heeft vele
kant drs. F. E. Hoekstra (57)
is de jeugd niet in de eerste
plaats studieobject. De jeugd zelf,
daarom gaat het bij zijn werk. Dat
blijkt duidelijk in een openhartig
gesprek. Drs. Hoekstra is zestien
vail xiaii ±nn-
de gehele opzet jaar werkzaam onder de buiten
kerkelijken. De laatste negen
jaren is hij daarvoor helemaal
vrijgesteld. Hij onderschrijft dat
er een duidelijke evolutie is in
het jeugdwerk. Hij zegt (en
spreekt dan over het clubhuis
werk): „Je moet met de jeugd
meeleven, je moet je er niet
bovenstellen, maar er naast, en
dan krijg je genoeg jongens en
meisjes.
Vorming
De heer Hoekstra ook wel de
nozemdominee van Den Haag genoemd
experimenteert veel in zijn werk.
Vrlf ioaüsen 'f ,°?s geen Probleem.
Het is meer het styleren van wat ze
doen, en hun kunnen beteugelen. Hier zit
ook een stuk
vorming in. We
hebben gepro
beerd voor de
oudere jeugd
kleinere ge
mengde groepen
te vormen. Het
lukte niet. Het
is te weinig
vrijblijvend. Ze
zijn liever in DRS. F E. HOEKSTRA
een grote in
stuif en dan moet er veel lawaai zijn.
Bijzonder is dat i» i*
herrie toe t
grote mannen voortgebracht, minis
ters en burgemeesters, maar ik ge
loof er niet meer in. De jeugd van
vandaag tuil een ideaal hebben, maar
dan een eerlijk ideaal. Je schrikt
haar af met het Morgenrooden al
die andere kreten. Het 1 mei-feest,
wat zegt dat nu tegenwoordig? Niets! ...w.
Er wordt bij ons nog veel drukte raatgr oepj^heeft gevormd.^Dit
over gemaakt, maar de mensen ko- e IS ,-J
men voor Rob de Nijs en ze nemen
Vondeling op de koop toe...."
Met een kleine schittering ln zijn
ogen zegt hij dat er uit al doze hanig-,
dans- en herriebijeenkomsten toch een
aantal meisjes is voortgekomen dat een
bij de jongens gevolgd.
Onbeveiligd
Geen organisatie
Drs. Hoekstra laat blijken dat je eerst
het vertrouwen van de jeugd moet
telefoontjes, die het gesprek winnen. Daaruit kunnen dan veel fiine
crhrMtcn »lin nnttir omdat ra blijvende dingen komen. „De maat
schappij is zo gecompliceerd dat da
jeugd moeilijk over alles een overzicht
kan krijgen. We leren ze te proberen
rekening met elkaar te houden, op klein
gebied .iets van een samenleving te
even onderbreken, zijn nuttig, omdat
een andere Cees Maasdam laten zien:
een geroutineerde handelsman, snel pra- w
tend en bits aanwijzingen gevend met kan" krijgen.' We leren
de Ruimte-voorzitter, enigszins behept beleven", zegt hij over zijn eigen teusrt-
met de kwaal, te snreken in lanre werk. J
*■•5?., jong.enti en meisjes zoeken iets
vrijblijvends. Het patriarchale leiden is
met de kwaal, te spreken ln lange
volzinnen met hoogdravende woorden.
Toch blijft hij de practicus, wiens
denkbeelden misschien niet alle in het
straatje van zijn partij passen, maar
toch de moeite waard zijn.
uit de tijd." En wat de toekomst betreft:
„Alle vaste kaders van dit mag niet, en
dat niet. enz. worden doorbroken. Da
De jeugd wil zich niet verwant voelen jeugd krijgt een veel crotere vrijheid.
CEES MAASDAM
jongeren warm jongeren zullen zij zelf moeten beslis-
ftumieu lupeii. zo succesvolle actie 10 sen, óók over hogere zaken. Ik hoop dat
x 10 van een paar iaar geleden is daar dit betekenen gaat dat het geverniste
een goed voorbeeld van. Voor een christendom zal verdwijnen en dat men
dergelijke aanpak is een kader van zich meer zal stellen in (niet van) de
beroepskrachten '„geen theoretici") no- wereld met een meer missionaire hou-
dig. want „de tijd van de goedwillende ding. In het jeugdzorgwerk proberen we
huisvaders op figuurzaagclubjea is defi- de jongens en meisjes steun te bieden,
nitief voorbij". te beveiligen in het clubhuis".