Uw salaris
per
Vierde (en laatste?) fase
van concilie beslissend?
flFFKTFi UK
LEVEN
Ingrijpende vernieuwing
wettigt groot optimisme
Reukwerk
STILTE
ex/M aahdacwmt1:
Omgaan met onzichtbaar
geld moet even wennen
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1961
VAN ALLE KANTEN van de wereld
reizen in de komende dagen kar
dinalen en bisschoppen van de r.k.
kerk, hun raadgevers en de door
hen of door de concilieleiding uitgenodigde
deskundigen, de waarnemers van vele
Christelijke Kerken en een leger van jour
nalisten voor de vierde maal naar Rome.
Dinsdag 14 september a.s. begint wederom
het interne beraad van de r.k. kerkelijke
leiding binnen de ruimte van de Sint Piet er.
Men zou dit het officiële, institutionele
concilie kunnen noemen, naar rooms-
katholieke visie het 21ste concilie in de
Kerkgeschiedenis.
Het beraad beperkt zich echter geens
zins tot de aula van de Sint Pieter, waar
de zwaar beladen agenda punt voor punt
wordt besproken aan de hand van zgn.
schema's, die door verschillende werkcom-
missies zijn samengesteld. Er is nL ook een
druk en intens overleg in wat men „de wan.
delgangen" pleegt te noemen. Er zijn samen
komsten van de bisschoppen van een bepaald
land met hun raadgevers en deskundigen,
vergaderingen en besprekingen van de bis
schoppen van het ene land met die van een
ander of zelfs van meer landen. Theologen
en andere deskundigen houden openbare,
voor iedereen toegankelijke inleidingen en
referaten over concilie-schema's of belang
rijke onderdelen dastfuit. Daar zijn verder de
wekelijkse besprekingen, uitgaande van het
secretariaat voor de eenheid der christenen,
met de waarnemers, waar deze hun stem
kunnen doen horen en hun zienswijze open
en eerlijk naar voren kunnen brengen. Het
is dan ook allerwege bekend dat de waar
nemers op menig concilie-stuk, zowel op de
inhoud daarvan als op de konkrete tekst,
veel invloed hebben gehad. Naast de vele
persconferenties tenslotte, die regelmatig
worden gehouden, niet alleen door het
concilie-secretariaat maar ook door niet r.k.
leidinggevende figuren door de Nederlandse
stichting Documentatie-centrum van het
Concilie (D.O.C.) e.a., is er het persoonlijk
kontakt, waarbij niet alleen ruimtelijke af
standen zijn weggevallen maar ook ver
schillen van landsaard, geloofsbeleving of
zelfs tegengestelde kerkopvatting niet lan
ger een rol spelen, nog minder verschil van
kerkelijke rang of funktie. Kardinalen en
bisschoppen krijgen protestantse vrienden
en andersom.
ONZE kerkredactie nodigde een
rooms-katholiek geestelijke uit zijn
visie te geven op de vierde en wel
licht laatste fase van het Vaticaans
concilie. Op deze pagina leest u zijn
boeiende bijdrage.
Men noemt dit alles tezamen
wel eens het Ilde concilie, dat voor
de onderlinge toenadering en eens-
Jezindheid, voor de bezinning en
e meningsvorming zeker zo belang
rijk is als het eerste concilie, dat
zich binnen de muren van de Sint
Pieter voltrekt.
Men spreekt soms ook wel van
het lilde concilie: d.i. de meeleven
de en meedenkende kerkgemeen
schap van alle rooms katholieken.
Ja zelfs van alle christenen van heel
de wereld. Dit zgn. derde concilie,
dat vanaf de aankondiging door
paus Johannes XXIII al aanstonds
In het bijzonder dank zij de pers.
Al blijft er in deze nog heel wat
te wensen over, men mag toch
zeker vaststellen dat ook binnen
de r.k. kerk de tijd voorbij is dat
de hele plicht van de leek kon wor
den samengevat in de woorden: ge-
kwen en bidden, gehoorzamen en
Collegiale leiding
Dit concilie als vergadering van
de r.k. wereldkerk is ontegenzeg
lijk een spektakulaire aangelegen
heid. alleen reeds door het aantal
deelnemers plm. 2500 bisschop-
ri). Het is echter nog veel meer.
verhouding met de voorafgaan
de tijd, een revolutionair gebeuren.
Terwijl, vooral sinds de dagen van
de Hervormingsstrijd van de 16-de
eeuw, de kerkelijke gezagsuitoefe
ning en het kerkelijk beleid ge
centraliseerd waren in een kleine
groep met name de paus en de
zgn. Romeinse Curie heeft een
kerkvergadering tot doel het col
lege van bisschoppen in te schake
len in het bepalen van het konkre
te beleid voor de toekomst. Dit was
dan ook de duidelijke opzet van
paus. Johannes. Voortdurend wees
hij op „de vrijheid" van het con-
cU'e.
Het was spoedig voor iedereen
duidelijk dat Johannes het college
van de bisschoppen erkende als
zijn eigenlijke medewerkers en me
debestuurders. Naargelang het con
cilie vorderde bleek meer en meer
dat deze visie van Paus Johannes
door bijna alle leden werd gedeeld,
met uitzondering van een kleine,
vooral Italiaanse minderheid. Spe
ciaal de Romeinse Curie ge
vormd door een groep kardinalen
met een grote staf van medewer
kers verzette zich fel. Zowel tij
dens Johannes als onder de hui
dige paus Paulus VI hoort men. tot
in de concilieaula. «temmen vanuit
fi eestverwanten o
luwen tegen de o
Paus Paulus heeft de moeilijke taak
het concilie tot een goed einde te
dermijning van het pauselijk ge
zag. Feitelijk is dit een poging
om de oude toestand van centra
lisme te handhaven.
Twijfels
Naar menselijke berekening is
paus Johannes te vroeg gestorven.
Binnen de r.k. kerk is echter de
overtuiging nog steeds levendig
dat zijn initiatief vrucht zal dragen.
Zijn ..aggirnamento", d.i. zijn wil
om de kerk te hervormen en te ver
nieuwen (letterlijk betekent aggior-
n amen to ..up to date maken!")
heeft geest en hart van het me
rendeel der rooms katholieken
blijvend beïnvloed.
Vernieuwing
Dit geldt ook voor de vaders
van het concilie. Daarvan getui
gen de tot nu toe bereikte re
sultaten. Wie zich de moeite ge
troost kennis te nemen van de
concilie-stukken over de liturgie
of eredienst, over de kerk en het
oecumenisme. zal ontdekken dat
er-binnen de r.k.kerk een in
grijpende vernieuwingsbewe
ging is begonnen, die een groot
optimisme wettigt.
Het is echter niet verwonder
lijk dat er nog veel vragen en
onzekerheden overblijven. Zoals
de oecumenische beweging bin
nen de gehele verdeelde chris
tenheid dagelijks nieuwe tegen
stellingen aan het licht brengt,
zo is dit ook bijna noodzake
lijkerwijze het geval binnen de
r.k.kerk. Wat voorheen voor
bijna iedereen binnen en buiten
de r.k.kerk verborgen was, komt
nu in de openbaarheid.
Terwijl Johannes XXIII slechts
ten dele met de bestaande me
ningsverschillen en tegenstellin
gen is gekonfronteerd, staat zijn
opvolger, paus Paulus VI, er
midden in. Op hem rust de on
noemelijk zware last, de botsing
der meningen en het verschil
van visie op werkelijke en ver
meende belangen van de Kerk in
deze tijd, zó op te vangen dat
ze het aggiornamento van paus
Johannes niet in de weg staan.
Want al zijn er pessimisten die
beweren dat de huidige paus te
rug wil naar de oude koers, de
meeste rooms katholieken, voor
al ook onder de hoogste kerke
lijke leiders en invloedrijke
theologen, zijn overtuigd van
Paulus' eerlijke houding jegens
het erfgoed van zijn voorganger.
Dit neemt echter niet weg dat
er een bepaalde onzekerheid
heerst over het verdere verloop
van het concilie.
verklaring over het Jodendom door
een vertragingspolitiek eveneens
nog niet was klaar gekomen, dan
kan men zich de verontwaardiging
alsook de groeiende onzekerheid
van het concilie indenken.
Beleid
Toch rijst hier de vraag: Is
het gebeuren van de zon. jswarte
week" een kwestie van pauselijk
BELEID, die de tegenstanders
zoveel mogelijk tegemoet treedt
om ze alle kansen te geven in
het meegaan met het concilie
m.a.w. stapelt Paulus VI op de
ze wijze vurige kolen op het
hoofd van de conservatieve min
derheid om ze een laatste kans
te geven hun. conservatisme te
laten varen en wil hij door z?n
optreden de tegengestelde groe
peringen tot het einde toe dioin-
gend uitnodigen om het gesprek
te blijven voortzetten, of was
Paulus' ingrijpen een uiting van
een principiële stéllingname?
Ziet hij de „vrijheid" van het
concilie anders dan Johannes
XXIII. Is hij de mening van de
collegialiteit van paus en bis
schoppen niet toegedaan?
Naar ik meen zijn er thans
weinigen, die deze vragen kun
nen beantwoorden. Misschien ts
paus Paulus VI de enige. De toe
komst zal het leren. En om al
deze redenen gaat het concilie
z'n beslissende fase tegemoet.
blijft de collegialiteitsgedachte ge
handhaafd. De paus staat niet naast,
noch minder boven de bisschoppen,
maar maakt deel uit van een col
lege. Samen met de bisschoppen
representeert hij in zichtbare teke
nen van prediking, bestuur en
sacramentele bediening het ene.
onvervangbare hoofd der kerk,
Christus Zelf. De bisschoppen zijn
dus medebestuurders met de paus.
Daarom dient de Romeinse Curie
teruggebracht te worden tot een
adviserend, uitvoerend en admini
stratief apparaat, in dienst van een
kroonraad van paus en bisschop-
Geduld
Tijdens de duur van het concilie
heeft menig katholiek geleerd dat
hij geduld en vertrouwen moet heb
ben. Hij. hoopt dat ook de niet r.k
christenheid deze echt Evangelische
gesteltenissen zal handhaven, niet
alleen in het geheel van de oecume
nische beweging, maar ook ten
overstaan van het aggiornamento
binnen de r.k. kerk.
Dit behoeft overigens niets af te
doen aan de konkrete verwach
tingen, die wij als rooms katho
lieken koesteren en die ook ande
re christenen terecht naar voren
brengen.
Het al of niet tijdelijk gebruik la
ten maken van de gereformeerde
Pniëlkerk in Almelo door de rooms-
katholiek en heeft de tongen in de ge
meente wel losgemaakt. Een gemeen-
telid schreef het volgende:
Wat on-gereformeerd, die angst
voor wierook en wijwater in de kerk.
We zingen toch:
Myn bêe met opgeheven handen
Klimt voor Uw heilig aangezicht
als reukwerk, voor u toegericht.
Dat is toch wierook? Dezelfde als de
wierook die de wijzen, mèt goud en
mirre over bergen en door dalen
naar Bethlehems stal sleepten?
Hoe geurt eigenlijk:
„Mir* en kassie, wijd en zijd
en d'aloë, wier geur het hart
verblijd"?
Het wordt tijd, dat we het eens te
Wij kunnen beter zingen:
„Hoe geurt de eau de cologne wijd
en pepermunt, wier zoet 't gebit
Met groot vertoon
pen. Deze kroonraad moet worden
gevormd u;t bisschoppen uit de
gehele wereld.
Het kerkelijk beleid moet uitslui
tend door deze Kroonraad worden
bepaald. Voorzover de Romeinse
Curie adviesraad is, dient zij in
ternationaal te worden samenge
steld en niet louter uit ambtsdra
gers uit het bisdom Rome.
De verwachtingen gaan verder
uit naar een duidelijke stellingna-
me van de r.k.kerk inzake de gods
dienstvrijheid. Naar verluidt, is de
tekst van dit schema inmiddels
weer vernieuwd en nog aanzienlijk
verbeterd. Het besluit van Paulus
VI om deze contitutie op te schor
ten zou derhalve ten gunste van dit
concili-stuk zijn uitgevallen.
Knelpunt
Eén van de konsekwenties van
de godsdienstvrijheid is de her
ziening van de r.k.wetgeving om
trent het gemengde hnwelijk. De
vooruitzichten schijnen omtrent
dit punt minder rooskleurig. Vol
gens sommigen zijn de onlangs
door de paus* genomen beslissin
gen slechts voorlopig en zou het
zijn wens zijn dat het concilie
zelf de nieuwe koers zal vast
stellen.
Het schema over het jodendom
schijnt nog steeds een ernstig knel
punt te zijn. Volgens de bekende
Amerikaanse journalist Xavier
Ryhne zou het in de voorbije
maapden eerst geheel van de agen
da zijn afgevoerd maar onder in
vloed van de Wereldraad van
Kerken, met name Visser 't Hooft,
-zitting zijn
Naast al deze belangrijke zaken
is er tenslotte het concilie-stuk over
de verhouding van kerk en wereld,
een uitermate aktueel probleem,
niet alleen voor de r.k.kerk maar
voor heel de christenheid. Het
gaat hier immers om de verant
woordelijkheid van de kerk van
Christus tegenover en in de huidige
wereld, maar ook mèt de wereld.
Hoewel er over dit punt al veel
in de concilie-aula is gesproken,
zien velen binnen en buiten de
r.k.kerk maar ook buiten de chris
tenheid met een zekere spanning
Hoop
de definitieve tekst
dit
Het bovenstaande moge voldoen
de duidelijk hebben gemaakt waar
om men terecht moet zeggen dat
het Ilde Vaticaans Concüie haar
beslissende fase is ingegaan. Door
diverse teleurstellingen in het ver
leden heerst er een zekere spanning.
Naar ik meen zijn er nochtans ge
gronde redenen voor een hoopvolle
verwachting. Overigens dient men
te beseffen dat de waarde van een
concilie niet alleen kan worden af
gemeten aan de direkte resultaten
Menig rooms katholiek maar ook
veel protestantse christenen vragen
om konkreet nawijsbare winstpun
ten: b.v. de invoering van de volks
taal in de liturgie, toetreding van
de r.k.kerk tot de Wereldraad
van Kerken, opheffing van de
achteruitzetting van protestanten in
Spanje enz.
Hoe begrijpelijk het ook is dat
Boekbespreking
Terugblik en uitricht deel II.
door L. J. Rogier. Uitgave Paul
Brand, Hilversum.
Kort reeds na het eerste deel
van deze gebundelde „versprei
de opstellen" van de Nijmeegse
historicus kwam dit tweede,
even kloeke, van de pers. Ro
gier heeft er weer velen, ook
niet-vakgenoten en niet-ge-
loofsgenoten, mee verplicht. Dit
tweede deel bevat biografische
opstellen alsmede een hoofdstuk
regionale en lokale geschiede
nis. Uiteraard valt het accent
weer op r.-k. onderwerpen (voor
al de „ontluiking" boeit hem),
maar ook algemene komen erin
voor. Bij de lokale geschied
schrijving had vooral Nijmegen
zijn aandacht. Een biobliografie,
die de bundel completeert, somt
286 geschriften van Rogier op,
verschenen van 1920 tot 1965.
(869 blz„ ƒ20).
men om tastbare vernieuwingen
vraagt men mag niet vergeten dat 1
uitwendige veranderingen en ver-
nieuwingeq pas verantwoord zijn
wanneer er een innerlijke „bekering"
en „geestelijke vernieuwing" aan
voorafgegaan zijn. De hervormin
gen in de r.k.liturgie waren nu
reeds mogelijk omdat er geduren
de 50 jaar een intense vernieuwings-
beweging in zake de eredienst waj
gegroeid. Het lidmaatschap van de
r.k.kerk van de Wereldraad moet
ni t alleen binnen de r.k.kerk maar
ook binnen de andere christelijke
kerken worden voorbereid. Het is
niet voldoende dat de leiding van
de Wereldraad een eerlijk bedoel
de uitnodiging zendt aan een goed-
willende r.k. kerkelijke overheid
Ik zou om deze en nog vele
andere redenen willen sluiten
met de opmerking dat het Ilde
Vaticaans Concilie weliswaar
een beslissende fase is ingegaan,
maar niet de beslissende fase.
Het concilie is een onderdeel en
voorzeker een belangrijk onder
deel van de r.k. vernieuwings
beweging. Deze beweging kan en
mag niet worden afgesloten met
de beëindiging van deze alge
mene kerkvergadering. Op ve
lerlei wijze, niet minder intens,
blijft, naar wij vertrouwen, de
r.k.kerk als geheel in concilie, i
een blijvend en voortdurend be
raad omtrent haar eigen wezen
en gestalte, haar verhouding ten
opzichte van de andere christe
lijke kerken, van de wereld en
de steeds nieuwe problemen die
de menselijke gemeenschap be
zig houden. Dit is nochtans niet
alleen een opdracht en een ver
antwoordelijkheid voor de r.k.
kerk alleen. Alle christenen, ja
heel de mensheid dient zich op
de tekenen van de tijd waaron
der ook Gods tekenen schuil
gaan te bezinnen, voortge
stuwd door de ene Geest, die de
Geest van waarheid en liefde is
en die in de wereld „Gods raads
besluit voltrekt om allen in
Christus als onder één Hoofd
samen te brengen" (Eph. 110)
„Zwarte week"
Trouw
Jose Tavarez is ruim zestig jaar
oud. Hij is voorganger van
een baptistengemeente in het
Braziliaanse stadje Maceio.
Deze ex-rooms-katholieke
priester werd dit jaar afge
vaardigd door de unie van
zijn gemeenten naar de we
reldconferentie van baptisten,
die onlangs in Miami werd
gehouden.
Zoals zovele congresgangers
ging hij op zondagochtend
naar een baptistengemeente,
om als gewoon kerkganger de
dienst bij te wonen. Het was
een vriendelijke gemeente en
bij de uitgang van de dienst
nodigden enkele leden hem
uit om met hen het middag
maal te gebruiken.
Natuurlijk waren de Rasthecr
en gastvrouw geinteresserd in
zijn levensgeschiedenis. Hoe
was hij er toe gekomen om
de Rooms Katholieke Kerk
de rug toe te keren en hoe
was hij baptiftenprodikant
geworden?
Het duurde niet lang of hij was
aan het vertellen. Hij
b^chreef zijn geloofsstrijd.
Hoe hij eindelijk wist, niet
langer als priester zijn kerk
te kunnen dienen. Hoe hij
i kwam, Leslie L. John-
die hem het evangelie
had uitgelegd.
Terwijl hij zijn bekeringsge
schiedenis vertelde zag hij
dat er tranen kwamen in de
ogen van de leden van het
Amerikaanse gezin. Zijn eni
ge gedachte was: „Ontzettend,
wat zijn die Amerikanen
emotioneel."
Toen hij zijn verhaal verteld
had stond zijn gastvrouw op
en kuste hem onverwachts op
het voorhoofd. Toen vertelde
zij haar verhaal: „Dertig iaar
geleden kwam zendeling
Johnson in onze kerk. Hij
vertelde van de priester die
tot bekering gekomen was en
zo'n diepe geestelijke strijd
had doorgemaakt. Van die
dag af, hebben wi; iedere dag
voor hem gebeden, hoewel
wij nimmer geweten hebben
hoe hij heette of wat er vaa
hem geworden was."
Het is zo gemakkelijk onszelf
voor te nemen voor iemand
te bidden. Het is zo gemakke
lijk ook om het dan weer te
vergeten. Juist daarom is het
goed om eens van iemand te
horen die weet wat „trouw"
Om de problemen en vragen be
treffende de toekomst van het Ilde
Vaticaans concilie beter te door
zien, is het noodzakelijk een ogen
blik stil te staan bij de z.gn. „zwar
te week," tegen het einde van de
derde concilie-periode.
Vlak vóór de plechtige afkondi
ging van de constituties over de
kerk en het oecumenisme werd be
kend dat „van hoger hand" een zgn.
„toelichtende nota" aan het concilie
stuk over de kerk was toegevoegd,
waarin de stellingname betreffen
de de collegialiteit van paus en bis
schoppen ernstig werd afgezwakt.
Bovendien bleek de tekst over het
oecumenisme op 15 plaatsen te
zijn gewijzigd. Weliswaar werd het
hierdoor niet wezenlijk aangetast,
maar verloor het toch aan waarde.
Tenslotte werd aan de vergadering
bijeengekomen Vaders meegedeeld
dat de concilie-verklaring betref
fende de godsdienstvrijheid niet
niet zou worden afgekondigd.
Deze gang van zaken riep voor
de meeste kardinalen en bisschop
pen en voor heel de bij het conci
lie betrokken christenheid plotse
ling de vraag op: Is het concilie
toch
toch NIET vrij? Heeft het „e
Het Gronings Kerkblad geeft en
kele praktische suggesties ter bevor
dering van de stilte in de kerk:
1 Laat uw snoepgoed duiis
5 Spreek af met degene, die naa?t
u sit, dat men u waarschuwt, als
u kucht. Sommigen weten niet
eens, dat ze het doen.
In het pas verschenen septembernummr van 't V.O.-
journaal, personeelsorgaan van Phs. van Ommeren, het
bekende scheepvaartconcern, wordt medegedeeld dat
binnenkort alle leden van het personeel het salaris op
hun girorekening zullen ontvangen. Wie nog geen
rekeninghouder is moet h«t worden en dat verzorgt zo
nodig „de baas".
Beslissingen als deze worden meer en meer geno
men. Waarom? Zijn er dan geen nadelen aan verbon
den? Hoe moeten we in dit verband de ontwikkeling
van het giroverkeer zien: loopt iedereen straks met
een boekje in de zak in plaats van met een portemon-
naie?
Over deze en andere vragen kregen we antwoord
van de directie der Postcheque en Girodienst. Een en
ander vindt men in bijgaand artikel terug.
wordt getaxeerd, zodat tóch
Blind voor nadelen
Allemaal
Van een onzer redacteuren
„Over enige maanden
krijgt u uw salaris aan
het eind van de maand
niet meer in de !hand,
maar wordt het door de
boekhouding op uw giro
rekening overgeschre
ven." Mededelingen van
deze en soortgelijk# aard.
gevolgd door een nadere
uiteenzetting over de ver
schillende consequenties
kan men tegenwoordig
herhaaldelijk in perso
neelsorganen aantreffen.
De reden? Het is gemak
kelijker en minder om
slachtig. Zowel voor het
bedrijf als voor de werk
nemer.
het giroverkeer, ontstond toen
de Postcheque- en Girodienst
«nlangs zijn mechanisatië vol
tooide. Een vergissing is het
echter te menen dat salaris-pei -
riro een nieuwtje zou zijn.
Verscheidene bedrijven maken
voor dit doel al jarenlang ge
bruik van de giro. De BPM
bijvoorbeeld deed het voor de
jorlog aL Echter zijn er tegen
woordig wel dwingender rede
nen dan vroeger die loonadmi
nistraties naar giroverkeer doen
verlangen. Vooral als het be
drijven met veel werknemers
betreft. Uitbetaling van salaris
sen per kas, dus contant, vergt
namelijk heel wat meer werk
dan per giro. En aangezien elk
oedrijf in deze tijd van dure
argeidskrachten in verhevigde
mate naar efficiency moet stre-
en ligt die ontwikkeling dus
voor de hand.
Girobetalingen van het salan.s
geeft echter al evenzeer onmis
kenbare voordelen voor de
werknemer. Echter zou het on
werkelijk zijn indien werd be
weerd dat men vooral van die
zijde de voordelen overal al
onverkort ziet. Anders gezegd:
er zijn wel enige weerstanden
te overwinnen alvorens deze
rigemeen: tot ontwikkeling van andere manier van salaris over-
De meeste mensen in loon
dienst zijn nu eenmaal van
oudsher gewoon aan contante
betaling, hetzij geheel, hetzij
gedeeltelijk. Zij zien het
verdiende geld. Een factor van
psychologisch niet te onder
schatten betekenis die de oor
zaak kan zijn van blindheid
voor de nadelen van contante
oetaling. Gedacht kan worden
aan diefstal en verlies van het
geld, hetgeen de cijfers wij
zen het uit herhaaldelijk
pleegt voor te komen.
Over deze en andere weer
standen kan de Postcheque- en
Girodienst meepraten. Bijna
twee jaar geleden is men hier
begonnen met girale betaling
van het salaris aan alle perso
neelsleden. Het bleek toen ook
daar (of zélfs daar) dat bijzon
der veel moeite moest worden
gedaan om de nieuwe wijze
van betaling aanvaard te krij
gen.
In tweeërlei opzicht is een
voorlichtingsactie gevoerd: via
Je bedrijfskern en via de afde
lingschefs, de hiërarchische
weg dus. Behalve deze inten-
ieve voorlichting bleek het no-
Iig de omschakeling van kas
iaar girobetaling gepaard te
•loen gaan met het voldoen aan
'wee belangrijke voorwaarden
Alles
net gehe".
van het salaris dient te worden
ivergemaakt; anders heeft de
veranderde betalingstechnie)
mmers weinig zin, zowel vooi
-Je werknemer als voor de
werkgever.
Hiermee werd nadrukkelijl
ïfgestapt van het thans dof
veel voorkomende systeem da
dechts een deel van het salari:
giraal wordt overgemaakt, ten
-inde het saldo van het begun
stigde personeelslid op peil te
houden. (De praktijk is name
lijk dat de grootte van dat
bedrag bijna altijd te laag
De tweede belangrijke voor
waarde was dat het te allei.
tijde mogelijk moest zijn bij dc
werkgever onmiddellijk geld in
contanten op te nemen. Dit
gebeurt dan eenvoudig door dat
net personeelslid een girokaart
jitechrljft ten gunste van zijn
verkgever, die dit bedrag per
Kas onmiddellijk aan hem uit
betaalt. Een eenvoudige mutatie
voor de werkgever die gemak
kelijk te realiseren is.
Frappant
De ervaring met dit laatste
de kas om contant geld,
geleidelijk werd dit minder tot
.nen zo ongeveer met één keer
oer maand wist tevolstaan
•mdat men door de ervaring
wist hoeveel contant geld men
nodig had.
Een bijkomend voordeel voor
de Girodienst was dat dit ook
weer tot veel minder stortingen
leidde, handelingen, die zowel
voor de postkantoren als voor
ie rekeningshouders (queue-
vorming) een omslachtige zaak
Vooral deze mogelijkheid bij
(e werkgever onmiddellijk zijn
giro-saldo in contanten om te
tunnen zetten heeft de aanvan
kelijke weerstanden overwon-
ïen. Daarnaast blijkt de weten-
chap te allen tijde gebruik te
Kunnen maken van de z.g. kas
cheque (door middel waarvan
icn rekeninghouder op elk wil-
ekeurig postkantoor een be-
'rag aan contanten van maxi
maal vijfhonderd gulden kan
pnemen) in dit opzicht mede
unstig te werken.
Tussen haakjes de kosten
an de kascheque zijn inmld-
'els al van vijftig cent tot
vijfendertig cent teruggebracht.
nemer duidelijker de voordelen
zien. Hij krijgt geen kwintan-
tielopers (voor zover die er nog
zijn) meer aan de deur, hij
betaalt geen dure inningskosten
•neer (de PTT moet al zestig
-ent per kwitantie rekenen), hij
hoeft niet meer naar het post
kantoor om stortingen te ver
richten, kortom: zijn leven en
vooral dat van zijn echtgenote
'minder gebel aan de deur)
wordt er alleen maar leefbaar
der door.
't Gaat eerder
Meer en meer, zo zegt men in
kringen die het weten kunnen,
zal het girale geldverkeer gaan
♦oenemen ten koste van he'
kasverkeer. Dit hangt ten
nauwste samen met grotere
welvaart en hoger educatief
niveau der mensen. En de de
taillist zal zich daarbij meer en
••neer gaan aanpassen.
sommige
Nu reeds L .J
grote zaken mogelijk „te beta
len met de giro-kaart". Met het
voorschrijden van de tijd za)
deze techniek ongetwijfeld in
nümere mate worden toegepast.
Sommige bezwaren van
werkgevers dit tenslotte
gaan in de richting van. Wt
kunnen salarisuitkering niet al-
emeen doorvoeren omdat we
veel minderjarigen in dienst
ïebben die we toch onmogelijk
net een girorekening kwnnen
«nknappen?
De reactie van de PCGD
hierop is: Waarom niet?
Ook een minderjarige kan
(alleen tofctemming van
z'n of haar vader vereist)
een girorekening openen.
Zeker hier geldt ten volle
de bekende Hollandse
zegswijze: Jong geleerd,
oud gedaan.