Mozart bracht
muziekminnaars
in verrukking
De Zauberflöte,
Tweehonderd jaar geleden
concerten in Nederland
CHARABAN, verhalenbundel
van Johan Daisne
EEN
ZACHTE
DOOD
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 4 SEPTEMBER IMS
Erinnerungen an
meinenVater
Op geestige, onderhoudende
en nergens oppervlakkige wijze
heeft Golo Mann, de jongste
zoon van Thomas, nu hoogle
raar In geschiedenis, een aantal
herinneringen aan zijn vader
opgehaald. Over diens uitge
sproken verteltalent, en de gave
om iemand na te doen of een of
ander toneeltje uit te beelden,
b.v. hoe hij als jongen van elf
of twaalf jaar de oude
Keizer Wilhelm I eens
het station in Lübeck
gezien, en daarvan geen detail
vergeten was. Of de gelegenhe-
persoonlijkheid te laten gelden.
Zijn kinderen noemden hem
niet voor niets de Zauberer. Hij
sprak nauwelijks over 't werk,
waaraan hij bezig was, maar
aan zijn vage ontstemming
voelde ieder in zijn omgeving,
wanneer dit niet wilde vlotten.
Hij beeldde het leven nooit
rechtstreeks uit, zoals Vicki
Baum. die, vóór ze aan Men-
schen im Hotel begon, eerst een
paar maknden als kamermeisje
werkte, maar had voor zijn
beschrijvingen slechts zeer ge
ringe uiterlijke indrukken i
dig. Hij hield niet
diepgaande mondelinge discus
sies. Die discussie vond in hem
zelf plaats en werd dan in
scheppend werk omgezet. Van
gezelligheid wenste hij ont
spanning, en geen onvruchtbare
inspanning: een bezoek van
Charles Chaplin of Emil Jan-
nings beschouwde hij als een
geschenk. Bij officiële gelegen
heden vrij geïmproviseerd te
spreken lag hem niet hij
moest steeds zijn toespraak
nauwkeurig voorbereid en ge
stileerd hebben.
Op de uiterst gecompliceer
de verhouding tot Duitsland
gaat de schrijver nauwelijks in:
deze culmineerde in de Schil
lerrede van 1955 (in juli van
dat jaar o.a. in Den Haag
uitgesproken), die zijn zwanen
zang geworden is.
Verder bevat dit waardevolle
boekje een bibliografie van de
vertalingen van Th. Manns
werken.
Broch over
Hofmannsthai
De auteur Hermann Broch,
wiens meesterwerk Der Tod
des Vergil terecht beroemd is
§eworden, heeft kort voor
ood (hij is in 1951 als emi
grant in New York gestorven)
getracht, een beeld te geven
van zijn geboortestad Wenen
omstreeks de eeuwwisseling en
op de achtergrond daarvan spe
ciaal van de dichter Hugo von
Hofmannsthai, zijn tijd-
stadgenoot.
De decennia tussen 1880
'1910 zijn een tijd geweest van
decoratie, van onechte barok,
onechte renaissance, onechte
gotiek. De geestelijke armoede
van de b urgerlijke soliditeit
werd door rijkdom overdekt. In
het decadente keizerlijke We
nen groeit Hofmannsthai als
enig kind in een rijk gezin op,
in een sfeer van esthetiserende
burgerlijkheid. De school geeft
hem weinig al blinkt hij in
bijna alle vakken uit. Zijn do
centen zijn wetenschapsspecia
listen, zonder begrip voor hun
begaafde leerling. Deze groeit
op in een van al het natuurlijke
kunstmatig afgesloten wereld,
als een sprookjesprins: eeji mo
tief, dat vooral in zijn laatste
werk. Der Turm, een belangrij
ke rol speelt. Veel meer wordt
hij echter beheerst door de
Sedachte aan de dood, die de
oofdpersoon is in zijn jeugd
werken Der Tor und der Tod,
Der Tod des Tizlan en Jeder-
mann, bewerking van het mid
deleeuwse mysteriespel Elcker-
lyc, dat hier jaarlijks in Delft
wordt opgevoerd, zoals de
Duitse versie steeds op het
Domplein in Salzburg gespeeld
wordt.
Broch heeft met grote tuu-
genialiteit zich in Hofmannsthai
verdiept, o.m. in de extreme
wanhoop over de functie van
de taal in zijn Brief des Lord
Chandos.
Wie beknopte zakelijke voor
lichting over Hofmannsthai
zoekt, kan beter andere werken
over deze auteur ter hand ne-
Wie een poëtische, diep in
dringende benadering van deze
hele periode en de invloed
daarvan op een hoogbegaafd,
uiterst gevoelig kunstenaar wil
leren kennen, vindt in Brochs
verhandeling wat hij zoekt.
J. H. SCHOUTEN
Een houtsnede uit 1764 van vader Leopold Mozart ti
Anna Maria Mozart, Wolfgangs moeder, die haar man en kinderen jarenlang vergezelde tijdens hun
concertreizen (foto links). Leopold Mozart (rechts), zelf componist, kapelmeester en pedagoog, uas als
muzikaal opvoeder van grote betekenis voor de ontwikkeling van zijn zoon Wolfgang. Hoewel hij ietu at
snorkend kon pronken met zijn wonder kind, uas hij zich intens bewust van grote verantwoordelijkheid
jegens de met geniale talenten bedeelde zoon.
Wolfgang Amadeus op negenjarige leeftijd in
pronkcostuumpje en m£ een pedant pruikje op,
zoals hij als wond&kind optrad tijdens de
Europese tournee.
9 Hel artiestenpension De Stad Parijs op de hoek
van de Burgwal in Den Haag. waar vader en
moeder Mozart met hun zieke kinderen Wolfgang
Amadeus en Nannerl ongeveer drie maanden
logeerden. (foto links)
(Van onze kunstredactie)
Met permissie zal de Heer Mozart, Muziek-Meester van den
Prins-Bisschop van Saltzburg, de eer hebben op Maendag den
30 September 1765, in de Zael van den Ouden Doelen in 's Hage een
GROOT CONCERT te geeven, in het welke zyn Zoon, oud maer
8 jaeren en 8 Maenden, beneevens zyn Dogter, oud 14 Jaeren,
Concerten op het Clavecimbel zullen executeeren. Alle de Ouver
tures zullen zyn van de Compositie van dien jonge Componist, die
nooyt zyn weerga gevonden hebbende, de goudkeuring van de
Hoven van Weenen, Verseilles en Londen heeft weggedragen. De
Liefhebbers kunnen na hun plaisier hem Muziek voorleggen, hy
zal hetzelve alles voor de vuyst speelen. Ieder J3illet voor een
Persoon is 3 Guldens, en voor een Heer en Dame f 5-50. De Entrée-
Billetten worden uytgegeeven bij de Heer Mozart, Logerende op
den Hoek van de Burgwal, alwaer de Stad Parys uythangt, als
meede in den Ouden Doelen.
:««u „„I-tje. want het concert van zijn
fcvü J33f geleden wonderkinderen Wolfgang Ama
deus èn Nannérl moest worden
Deze advertentie verscheen twee- uitgesteld wegens ernstige ziek-
honderd jaar geleden in de 's-Gra- te van Nannerl. Zo hoog in aan-
venhaegsche Courant op 27 sep- Zien stonden de Mozarts. dat
tember. Vader Leopold Mozart prinses Caroline van Nassau
verkocht echter geen enkel kaar- Weilburg (zuster van Willem V)
haar oude hofarts professor Tho
mas Schwencke stuurde om het
meisje er boven op te helpen.
Kort erop werd ook de kleine
Wolfgang ziek, zo erg dat de fa
milie dacht op de 30e november
aan zijn sterfbed te staan in
hotel la Ville Paris volgens
de oude Mozart maar een slecht
pension.
Spanning
Drie maanden leefde het gezin Mo
zart met de oude dokter Schwen
cke in spanning om de gezond
heid van beide kinderen. Deze
plotselinge onderbreking van de
Europese tournee bracht echter
vader Mozart op de gedachte, in
meer Nederlandse plaatsen te
concerteren dan aanvankelijk de
bedoeling was. ook al omdat het
land in feeststemming verkeerde
bij de meerderjarigheidsverkla
ring van prins Willem V.
In verrukking
Op 22 januari 1766 bracht de fa
milie Mozart de Haagse muziek
minnaars in verrukking en een
week later was Amsterdam aan
de beurt. Voor het concert in de
hoofdstedelijke manegezaal had
Leopold Mozart in de franse taal
geadverteerd. Waarschijnlijk
hebben de Amsterdammers toen
niet gemerkt dat hij met de leef
tijd van zijn wonderkind smok
kelde Wolfgang was niet acht
Uit het feit, dat in zoveel boek
titels de naam Thomas Mann
voorkomt, blijkt, hoe zeer hij als
centrale figuur voor de Duitse let.
terkunde der 20ste eeuw be
schouwd wordt. Het boek van
Baumgart „Das Ironische und die
Ironie in der Werken Thomas
Manns" is geheel aan hem gewijd,
't Is niet eenvoudig, bij de over
stelpende veelheid van Thomas-
Mann-literatuur niet in beschou
wingen te vervallen, die reeds
vele malen te berde zjjn gebracht.
Ironie
Baumgart heeft, uitgaande van Kier-
kegaards beroemde werk over Socrati
sche ironie, wel op zeer eigene, maar
vaak niet op een duidelijke manier het
begrip ironie bij Th. M. behandeld, al
komt hij daarin niet op het niveau van
Erich Heller (The ironie German). Het
begrip ironie staat wetenschappelijk niet
vast. In zijn bijdrage: Humor und Ironie
(Nachlese Prosa 1951-1955) ci
teert Th. M. Goethes woord:
Ironie is het korreltje zout,
waardoor het opgediste pas ge
nietbaar wordt; ze is dus iden
tiek met artistieke objectiviteit.
Ironie is de afstand, waarop de
kunst boven de dingen zweeft.
De geest der kunst, die de lezer
een glimlach, en wel een intel
lectuele glimlach ontlokt. Hoger
staat voor Th. M. zelf de hu
mor. Als voorbeeld geeft hij
een gesprek van Felix Krull
met een professor in de natuur
wetenschap. Deze vertelt aan
zijn jeugdige toehoorder: de
mooie slanke vrouwenarm, die
ons, als we geluk hebben, om
helst. is eigenlijk niets anders
als de vleugel van de oervogel
en de borstvin van de vis".
Krull antwoordt: „Dank u, pro
fessor, ik zal in 't vervolg
daaraan denken." Dat is geen
ironie, zegt Th. M., dat is hu-
Baumgart onderscheidt als
niet geheel identieke begrippen
het ironische en de ironie, wat
voorzichtig gezegd toch op z'n
minst discutabel is. De ironi
sche vormen treden aan de dag.
wanneer door een te exacte
beschrijving het tragische ele
ment een andere belichting
ontvangt, b.v. Senator Budden-
brook krijgt op straat een be
roerte en valt voorover. „Zijn
handen, in de witte glacéhand
schoenen, lagen uitgestrekt in
een plas". Een ander voorbeeld
uit Königliche Hoheit. De
groothertogin verwaarloost haar
kinderen op een schandelijke
manier, maar geeft in 't publiek
gaarne een demonstratie van
moederlijke liefde. „Dan toonde
Mama, dat zij hen lief had.
toonde het zó innig en vol
uitdrukking, dat geen twijfel
over bleef.
De ironie, aldus Baumgart,
?!aat veel verder. Thomas Mann
aat niet zelden de geschiede
nissen weergeven door een ver
teller. die door zijn manier van
uitdrukken reeds een parodis
tisch element brengt (Der Er-
wahlte; Dr. Faustus). Het kan
jaar en elf maanden, zoals op
gegeven. doch had op 27 januari,
twee dagen voor het concert, zijn
tiende verjaardag gevierd.
Inspiratie
'•Ia een maand in Amsterdam .te.
hebben vertoefd, keerden de Mo
zarts terug naar Den Haag om
hun aandeel te hebben in de
meerderjarigheidsfeesten. Het
kleine wonderkind Wolfgang
kreeg ook in ons land inspiratie
tot componeren. Hij schreef de
aria "Conservator! fedele'' voor
de prinses, variaties voor clave
cimbel op het Wilhelmus, een
symfonie (K.V. 22), het „Galima-
thias Musicum" en o.a. zes sona-
De helft
De Dragonder van
Rudolf Steinmetz
De Dragonder van Rudolf Stein
metz. Uitgave Heijnls, Amster-
Een van de vele boeiende ver
halen van Steinmetz. Het speelt
zich af in Rusland in een oorlog
tegen de Tartaren. Steinmetz ver
telt over dc "redder van zijn red
der." Hij geeft namelijk het ver
haal door, dat een generaal, die
hem het leven redt, vertelt. Ook
deze generaal is eens door iemand
van de dood gered. Voor liefheb
bers van het genre boeken over
grote sneeuwvlakten, snelle paar
den en ruige mannen bijzonder le
zenswaard. (169 blz. f 6,50).
De Mozarts musiceerden nog in
Rotterdam en Utrecht, bezochten
Haarlem waar Wolfgang het
beroemde orgel van de St. Bavo
bespeelde en verlieten eind
1766 voor goed ons land. In 1788
schijnt Mozart wel aan een twee
de bezoek te hebben gedacht,
maar vader Leopold gaf hem de
raad. dit niet te doen. Een van
de oorzaken moet worden gezocht
bij de eerst in Den Haag. later
in Amsterdam gevestigde mu
ziekuitgever Jan Julius Hummel,
die voor de concerten als tussen
persoon was opgetreden. Over
hem schreef Mozart senior aan
zijn zoon: „den halben Teil der
Einnahme frisst Herr Hummel und
die Concertunkosten(de helft
van de ontvangsten "gaan" naar
Herr Hummel en de onkosten).
De geïnteresseerde lezer weet in
middels, dat van 18 september
tot en met 7 november in het
Haags Gemeentemuseum aan het
verblijf van de familie Mozart in
ons land een tentoonstelling zal
worden gewijd. Meer interessan
te aspecten van dit bezoek kun
nen de muziekliefhebbers dus
binnenkort op deze pagina ver-
THOMAS MANN
ook de „held" zélf zijn. De
oplichter Felix Krull vertelt
zijn mémoires in een zó gecise
leerde vorm, dat het geheel
daardoor ironisch wordt, 't Be
gint reeds in de titel Bekennt-
nisse, in navolging van Augus-
tinus en Rousseau.
In het Gesang vom Kindehen
parodieert de hexameter zich
zelf. Thomas Mann noemt zijn
ironisch procédé „een nooit
ontspannen halsbrekend spelen
met de kunst aan de rand van
het onmogelijke". Ironie is z.i.
thuis in het grensland tussen de
esthetische en de ethische le
vensvorm en opent de moge
lijkheid tot een compromis, dat
scheppend en wijs is."
Von Goethe zu
Thomas Mann
Oskar Seidlin wijdt van zijn
twaalftal essays, die hij be
scheiden „Versuche" noemt, er
drie aan Thomas Mann. Hij
geeft een zeer uitvoerige stilis
tische analyse van één zin uit
Der Tod in Venedig, en laat
daarin de volledige overeen
stemming zien van betekenis en
uitdrukking. Hii demonstreert
daarin tegelijk het woord van
Th. M. in de'Zauberberg,' „dass
nur das Gründliche wahrhaft
unterhaltend sei". Bij de be
spreking van Felix Krull gaat
hij terug op het beroemde
werk uit de 16de eeuw Lazaril-
lo de Tormes, een soort auto
biografie van een Spaanse arme
Lazarus, die de vader van de
schelmenroman is geworden,
een genre, dat nog steeds be
langstelling wekt: men denke er
slechts aan, in hoeveel landen
de Blechtrommel van Günter
Grass geroffeld wordt. Hij ver
diept zich in de ironische broe
derlijkheid van Tristram Shan-
veel wetenswaardigs
De Hollanders hebben hun
Jan-Plezier gekend, de Franse
broer van dit vervoermiddel
heet(te) char a bancs, de Engel
sen maakten er caravan van en
de Russen charaban. Een ietwat
ingewikkelde manier om te ko
men op een boektitel, die wil
aanduiden dat men een bundel
verhalen in de hand houdt en
welke titel de auteur, de Vlaming
Johan Daisne, aardiger vond dan
b.v. kleine Omnibus. We bespre
ken hier dus de verhalenbundel
CHARABAN van Johan Daisne,
een uitgave van Manteau, Brus
sel/Den Haag, tellende 155 blad
zijden en kostende 4,50
Deze geschiedenissen gaan vrij
wel alle over een ouder worden
de man die er nooit helemaal in
slaagt om zich met speelse resigna
tie te schikken in het verlies van
zijn jeugd en die dan opgemonterd
wordt door een meer oppervlakkige
et wj' verder gaande ontmoeting
en aantrekkelijke
van leven en laten leven. Er zit
ten ook restanten rooms-katholicis-
me in. die evenwel vrijblijvend zijn
overgebleven in het agnostische ge-
Speels
Eindindruk
De eindindruk die men over
houdt is een beetje ingewikkeld.
Soms is men geboeid, soms ver
veeld; soms komt men bijzonder
fraaie passages tegen.-soms denkt
men aan kitsch. Enkele voorbeel
den van goede schrijfkunst: ..(de
Ford '49) raakte dan eindelijk weg.
met een blanke pluimstaart aan
zijn knalpot" (blz. 25). „(een ro
kerige coupé en) kastige raampjes
waarlangs wollen halsdassen van
damp fladderden om zovele stuk
ken verkouden landschap" (blz. 28).
..Er scheen een fijne maansikkel,
als op de reclames van oosterse si
garetten" (blz. 88). „Hoe was
ze met een goudkeverkleurige
vonk in haar donkerblauwe ogen.
daar steeds gewéést" (blz. 99).
Maar de lezer wordt 'elkens zo uit
voerig ingelicht over de lichame
lijke en geestelijke gesteldheid van
de artistieke heer van onzekere
leeftijd, over de sigaretten die hij
opsteekt, de glaasjes wijn en cognac
die hij drinkt, zijn maaltijden, de
pepermuntjes die hij in de mond
steekt tegen een onwelriekende
adem enz., dat men het boek
dichtklapt om het later met een
zucht maar weer ter hand te ne
men. Een recensent mag het nooit
opgeven!
Eline Vere (die dan ook ergens
genoemd wordt) en tevens iets
speels, als de figuren op het front
van een duur draaiorgel. Het proza
van Daisne heeft een Frans smaak
je; een van de novellen is trouwens
een vertaling uit het Frans van
Louis Hémon: La Belle que voila.
De schone van nooit weer. De auteur
las dit verhaal toen hij nog een
heel jonge man was en wilde het
toen al dadelijk in het Nederlands
overzetten, „maar mijn Nederlands
kwam mij zo lomp voor" (blz. 38)
Nu, dat lompe is hij wel volko
men kwijtgeraakt: de taal is ge
oefend Nederlands, al is het sen
timent, ook in Daisnes oorspronke
lijke werk, Frans gebleven.
mingen werk als dit met geen blik
waardig keuren. Men mist er on
geveer alles in wat de sterke kan
ten zijn van de jongere generatie:
het kerven naar de kern, de in
telligente zakelijkheid, de verbeten
kracht soms, de afkeer van de
illusie en van de schone schijn. De
ze verhalen moeten het precies van
de mooie illusie hebben Ze heb
ben iets vastgehouden van het ro
mantisch rococo dat een van de
kanten was van het fin-de-siècle,
iets uitgebloeids, iets geknakts a la
Oordeel
Over deze bundel kan ik niet
hard oordelen Niet alsof ik mezelf
in die oudere, ietwat artistieke
heer van Daisne terugvind. Hij is
mij te veel op zichzelf betrokken,
te esthetisch ook. bovendien te op
pervlakkig en te weinig geënga
geerd in de literaire zin van dit
woord. Men vindt er genegenheid
tot het naaste milieu en ook wel
mensenliefde, maar meer ln de zin
Wat mij wel boeit is het speelse,
dat herinnert aan de moderne Hon
gaarse affiche-kunst of aan zekere
Poolse tekenfilms. In dit midden-
Europa is merkwaardigerwijs een
stukje fin-de-siècle levend geble
ven: figuurtjes op de grens van
het caricaturale. bewegend bijna
als in een marionetten-theater,
zwierig en stijfjes tegelijk, spiri
tueel. een beetje frivool als die wit
geschilderde. ijzeren bloemenwa-
gentjes met een gestreept markies-
je erboven, op de grens van de
kitsch en het oude-dames-achtige.
Wie voor zulke dingen gevoelig is
krijgt van het bovenstaande een
idee van de artistieke sfeer waar
in Daisne zich beweegt en die heus
niet maar alleen achtergebleven
kunstgebied is. Zo goed als het
marionettentheater van alle tijden
is. zo is ook het speelse proza met
zijn oppervlakte-kunst legitiem.
Wel mag men de voorwaarde stel
len. dat dit speelse nu en dan tóch
roert aan de diepe levensvragen,
en dan is er over leven, oud wor
den en sterven toch wel iets méér
te zeggen dan dat men van de
laatste geneugten des levens wee
moedig en geresigneevd moet kun
nen genieten
C. RIJNSDORP
De Zauberflöte, door Alfred Ro
senberg. Uitgave Lemniscaat. Rot
terdam.
Rozenberg brengt in zijn boek
over Mozarts laatste opera veel we
tenswaardigs bijeen. Hij heeft een
grondige studie gemaakt over di
achtergronden van dit meesterwerk
en hij komt tot de conclusie, da'
in de Zauberflöte een merkwaar
dig mengsel verborgen ligt van
Oosters-Hellenistische mystiek.
Christelijke geloofswaarden, 18de
eeuwse humanitaire ideeën, zoals
deze naar voren kwamen in de
vrijmetselaars- en rozenkruizers-
bewegingen. maar ook van de Oos
tenrijkse toveropera en de volks
klucht. Hij ontrafelt elk der grond
motieven van het thema, dat hij
formuleert in „hoe wordt men
mens." en hij gaat in zijn enthou
siasme wel eens wat ver. Er kun
nen nog al eens vraagtekens ge
plaatst worden, b.v. in de hoofd
stukken over de fluit, en wij kun
nen de heer Rosenberg echt niet
meer volgen in het hoofdstuk over
de getallensymboliek in de Zauber
flöte. Bovendien schrijft de heer
Rozenberg in een taal. die de
bloemrijke en geëxalteerde frase
ringen van "la belle littérature"
rijk en gul gebruikt. Dat maakt het
lezen niet plezieriger.
Een bijzonder interessant aspect
in dit boek is het hoofdstuk over
Goethe en de Zauberflöte. Goethe
heeft n.l. een vervolg op de Zauber
flöte willen schrijven en uit dit
Romance aan rlc
Adria
Romance aan de Adria, door Elja
Vlas. Uitgave La Rivière en Voor
hoeve, Zwolle.
In de Gloria-reeks is weer zo'n
zoet romannetje van dertien in een
dozijn voor onschuldige meisjes uit
gekomen. De knappe Sylvia Murail-
le, die aan een vader-complex lijdt,
gaat met vakantie naar de Adriati
sche Zee om daar te ontdekken
wat de lezeressen lang voordat zij
er achter komt begrijpen, namelijk
welke man de ware Josef voor haar
is. Elja Vlas probeert (tevergeefs
helaas) met een in al veel boeken
gebruikte intrige en een stelende
vriend wat spanning in haar ver
haal te brengen. (183 blz.. f4.90).