SURINAAMSE KINDEREN
CORRIE VAN DER BAAN
HEET
UWEL
EENS?
leren lezen met plaatjes van
Tekenares illustreert
jeugdboeken in
vele talen
EVEN
TIPPEN
Uw ervaringen als
U 65 wordt
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 19«l
Vele donkere kinderogen staarden naar die
rare witte juffrouw voor de klas. Het was in het
binnenland van Suriname. Wat moest ztf hier, en
waarom lachte ze zo, toen ze zag hoe gretig de
nieuwe leesboekjes, die ze vandaag op school
kregen, bekeken werden? „Dit is nu de juffrouw,
die het allemaal getekend heeft." Ongelovig ke
ken ze in de nieuwe boekjes, waar niet zo als
vroeger aap-noot-en-mies vertegenwoordigd wa
ren, en bomen en mensen uit het verre Neder
land. Nee, hier zagen ze hun eigen manja's,
aapjes, bomen, huizen met galergtjes. In plezie
rige herkenning schaterden ze het uit. Toen nam
die juffrouw een kratje, en ging op het bord
tekenen. Gefascineerd keken de kinderen toe, wat
er uit de krijtstrepen ontstond. Nee maar, dal
leek weltoveren. Het was het hoogtepunt
uit de carrière van de illustratrice Corrie van
der Baan. Zij tekende de leesboekjes die Anne
de Vries voor de Surinaamse kinderen schreef.
73Ê>
Ze is helemaal geen artistiek of
buitenissig type om te zien. Een
tikje brede schouders heeft ze en
levendige, bruine ogen in een jong
gezicht. Grijze haren verraden dat
ze niet zo piepjong meer is, maar
haar gretige levenskunst doet ver
moeden dat zij het type is, dat er
altijd jeugdig zal blijven uitzien, al
wordt ze tachtig. Éér het zover
was, dat ze de tastbare resultaten
van haar werk kon zien, had ze
meer moeilijkheden moeten over
winnen dan de kreken en stroom
versnellingen van de Surinaamse
districten.
Alleen tekenen
Vader Van der Baan was hoofd
van de christelijke school in de
Pasteurstraat te Leiden. Corrie be
zocht zelf de school aan het
Noordeinde en daarna de Mulo.
„Ik leerde niet veel, tekenen was
het enige dat ik deed". Van kind
af aqn wilde ze illustreren. Vader
had \>g voor de aanleg van zijn
dochter, hij stapte met Corries
schetsboek naar de Haagse Teken
academie. Laat ze maar komen, zei
de directeur.
Ze was vijftien jaar en de jong
ste leerling. Ze droeg nog vlecht
jes. Tussen Leiden en Den Haag
reisde ze trouw met de blauwe
tram op en neer. 's Zomers fietste
zij. De vooroorlogse opleiding was
wat conservatief, de reclame-afde
ling stond nog in het experimen
tele stadium. Corrie volgde die les
sen, in combinatie met de schil
dersklas. In de crisisjaren was ze
klaar. Om tekenwerk zat men niet
verlegen in die tijd, en proef
werk haalde niets uit. Het was
moeilijk om aan de slag te komen.
Omdat kinderen haar boeide, en
zij in de toekomst een boterham
zag in het illustreren van kinder
boeken, ging ze.... in een kinder
huis werken. Om haar eigen weg
te vinden, bleef ze niet langer bij
moeders Leidse pappot. Als assis
tente in een jeugdherberg obser
veerde ze de oudere jeugd, en
bepaald een lot uit de loterij was
het aanbod om mee naar Parijs te
gaan, van een bevriend gezin dat
uitbreiding verwachtte. Parijs was
„het einde" in die dagen en Corrie
genoot met volle teugen vaft alle
kunstschatten, hier verzameld. In
tussen bleef ze tekenen. Daarna
kreeg ze een part-time baan op het
gemeente-archief van Leiden.
De prentenverzameling moest
opnieuw gecatalogiseerd worden
„ik kreeg allerlei werk onder han
den". Dat bekijken van de prenten
werd afgewisseld door het vullen
van zandzakken en het veilig stel
len in kelders van het museumbe-
zit: de oorlog kondigde zich aan.
Reclame-tekenen werd zeer mi
nimaal betaald, en het archief
betaalde haar 60 per maand. U
herinnert het zich misschien nog:
in de oorlog waren beschilderde
lampekappen, broches, broodplan
ken etc. mode en dus wierp Corrie
zich daarop. Ze ging weer naar de
Academie voor een cursus illustra
tietekenen weer de blauwe
tram, maar ook: verduistering en
om tien uur binnen zijn.
Geen brood
Ze ontwierp in die tijd maat
stokken met rijmpjes, prenten
boekjes, rijmprenten, maar er zat
geen droog brood in. Thuis in
Leiden was een huis vol onderdui
kers en Joden. Corrie ging in de
laatste oorlogsjaren de boer op, om
al die monden open te houden en
van tekenen kwam niet veel meer.
Met de betere dagen voor ons
land, bloeide ook de kunst weer
op. Corrie kreeg een eigen atelier
in een souterrain te Leiden. „Echt
een artistiek hol, dat ik De Inval
doopte. Bij hevige regenval stond
er een flinke laag water op de
vloer, en o wee als er dan karton
en tekeningen waren blijven lig
gen...
Om relaties aan te knopen, toog
ze liftend door het land, presen
teerde zich bij uitgevers en poogde
deuren te openen voor haar werk.
Dat viel niet mee: leuren met
jezelf, terwijl vele uitgevers niet
wisten, hoe ze van de vloer kon
den komen na de oorlog. Soms
maakte ze dingen in portefeuille,
die nooit uitgegeven werden. Haar
entree bij de uitgever Dijkstra in
Zeist kwam tot stand via de
De telefooncel waarin ze belde,
bleek een kapot telefoonboek te
herbergen, waarin de D ontbrak.
Een attente agent verwees haar
naar het politiebureau vlakbij,
waar meteen het nummer opge
zocht en gedraaid werd: Met de
politie, ik heb hier een juffrouw
voor u... Nog gedenkwaardiger
werd het contact met deze uitge
ver, toen bleek, dat Anne de Vries
er adviseur was.
Vanuit die tijd stamt een echt
compagnonschap, écht een twee
manschap zegt Corrie nu met iets
van weemoed. Ze begon met het
illustreren van een bloemlezing
voor het lager onderwijs.
Haar carrière ging er op lijken,
want Anne de Vries had intussen
Het liefst had men in Suriname
landskinderen met de opdracht
van de illustratie belast.
Een vak
Wees charmant in de herfst met onze
twee blouses en afkledende rok
By onze kantoren zijn verkrijgbaar:
Een patronenset vjjfbladig in de
maten 36 t/m 48 2.50
Dit behoeft u slechts éénmaal aan
te schaffen!
Een mapje met visuele voorlich
ting, rokken, pantalons en avond
kleding. Handig als u het schuiven
met patroondelen niet snapt 2.25
gebruik
0 Een supplement met elk 35 mo
dellen, prettig als o veel naait en
behoefte hebt aan méér modellen
dan wij iedere veertien dagen als
service brengen. De nummers 2,
3 en 4 kosten per stuk 1.45
Vergeet niet uw maat. op te geven
Ontvangst na storting of betaling van het
benodigde bedrag bij het bureau van
dit blad.
Illustreren is een vak op zich,
zegt Corrie nuchter en met twee
anderen mocht ze proefwerk inle
veren. „Ik heb me er écht op
geworpen. Bezocht Surinaamse ge
zinnen, het Tropeninstituut en ver
zamelde allemaal materiaal."
Ook de lay out van het eerste
leesboekje verzorgde ze zélf. Het
resultaat was zó goed, dat de
opdracht om naar Suriname te
komen niet verstrekt werd. „Het
werk kan net zo goed in Neder
land gedaan worden!" Een teleur
stelling voor de tekenares toch
kwam die opdracht later wél. Voor
de illustratie van de twee eerste
leesboekjes had ze het gevoel, zelf
een blinde te zijn aan de hand van
een ziende, die vertelt wat er
allemaal te zien is. Dr. H. de
Vries, de tegenwoordige goever-
neur van Suriname zei: „Je kunt
pas goed tekenen, als je de grond
met je voeten hebt betreden en
het sap van onze vruchten hebt
geproefd". In januari 1954 trad ze
in dienst van het Surinaamse on
derwijs, en ze bleef in dat boeien
de rijksdeel tot september.
De sfeer
Ze had nauwelijks Nederlandse
relaties en heeft zich echt alleen
tussen de Surinamers bewogen, ze
woonde by hen in, en dronk de
sfeer in als een spons. Het tekenen
van de verschillende bevolkingsty
pen gaf haar grote
vreugde: Javanen,
Hindoestanen, Chine
zen, Creolen, de hele
kleurige en spontane
bevolking typeerde ze. - - V
Ze heeft in een In
diaanse hangmat geslapen en het en illustreren. Haar eerste boekje:
sap van de vruchten, die ze later Scherven brengen geluk vond een
zou tekenen, heeft van haar handen j.
gedropen. Alles echt aan den lijve M"haal b» de Raad voor de
ervaren, dat is het wil je het goed Zending van de Ned. Herv. Kerk.
kunnen weergeven in haar ruime atelier aan de Kerk-
„Het abstracte ligt me niet' zegt j j Kortenhoef, dicht bü 's-Gra-
ze even later in het gesprek. Toen
ze voet aan wal zette in Suriname veland, is het goed werken..Een
om stof op te doen voor het derde zusje zorgt voor de huishouding en
leesboekje zei men er ongeduldig: corrie is kostwinster.
„Wanneer komt het derde boekje
uit?". Gelukkig had Anne de tekst Ze is nuchter genoeg om de la
al klaar en met zoveel inspiratie met opdrachten gevuld te houden,
viel het niet moeilijk het Suri- Want van inspiratie alleen kan de
naamse onderwijs vlug te bedie- schoorsteen niet roken. Het is na-
oen. tuurlijk leuk, als je weet dat
Want illustreren is echt een Zweedse kinderen onderwijs krij-
ambacht, verzekert ze nadrukke- gen met jouw tekeningen en ook
lijk. Haar tropenervaring kwam Spaanse kinderen je plaatjes be-
van pas bij het illustreren van kijken. Het kind boeit haar: zij is
andere leerboeken over Nieuw onderwijzerés aan een zondags-
Guinea, Afrika, Pakistan, (De Wit- school en akela bij de padvinderij,
te Cobra), de trilogie van Anne de je woont in een gemeenschap, en
Vries over Panokko en zijn vrien- daar moet je contact mee houden,
de,n- anders word je een kamergeleer-
Leuke Duitse leerboekjes, die de. En om „in" te blijven, moet je
uw kroost misschien deze weken je tijd proeven en meegaan",
van school meekrijgt, ze zijn alle- Haar ouders leven beiden nog, en
maal door Corrie van gezellige reken maar dat ze in alles nog
plaatjes voorzien. „Het is echt het meeleven met hun nuchtere en
beheersen van een vak, voor alles talentvolle dochter,
moet je weten, hoe
het in elkaar zit, je
moet didactisch
zijn!" Het moet wel
raar zijn als er in
uw huis niet er
gens een plaatje
rondzwerft met in
een hoekje het
kleine duidelijke
signet C. v. d. B.
Ideaal
„Hebt u nu het
gevoel: ik ben er?"
vroegen we haar.
„Oh nee!" wim
pelde ze direct af.
„Israël is een land,
dat me fascineert.
Ik ben er met de
scooter en de boot
heen geweest. Heb
er reisverhalen
over geschreven en
natuurlijk de pren
ten erbü gemaakt.
Dat is nu mün ide
aal: zelf schrüven
Corrie van der Baan, van wier
hand wij bij dit artikel twee
tekeningen hebben afgedrukt, in
haar icerkkamer bezig met het
illustratie-opdracht.
Voor dezelfde lange (soms kille)
avonden: is uw elektrisch kacheltje,
en wel speciaal het ventilatorkachel-
tje, goed schoon gemaakt? Als het
rooster vol stof zit, zal het kacheltje
dienst weigeren, of de thermostaat
slaat erg gauw af. Hebt u een doe-
het-zelf man kyk hem dan eens lief
aan; stap anders langs uw installa
teur en kyk ook hem vriendelijk
aan. Want h\j zit op dit soort klusjes
echt niet te wachten
Deze tips komen van de Ned.
Vrouwen Elektriciteitsvereniging, die
ook een bijzonder ter zake kundige
brochure uitgaf J)e diepvriezer,
aankoop en gebruik". Een waardevol
bezit, nu de oogst en de slacht in
zicht zijn, zo'n diepvriezer. Voor
0.20 te bestellen op het adres
Utrechtseweg 310 in Arnhem. De
brochure, bedoelen we.
0 Nieuw. In lingeriewinkels: onder
jurken zonder bovenstuk, die de
beha vrijlaten. Die „toploze" onder
jurken voorkomen het hobbelen en
bobbelen van onderjurk op beha. Er
zyn ook onderjurken die passen op
de cup van ons intieme kledingstuk.
Goede foundationfabrieken zyn voor
deze gelukkige combinatie verant
woordelijk.
Onze lezers zijn er eens eehl
voor gaan zitten Ze hebben de
som van hun leven opgemaakt
Zo ook de heer J S. te 's-G.
„Gtj hebt een harde zaak be
geerd" zegt hij tot de redactie
„Als we een vruchtbaar leven
achter de rug hebben zijn we
tot zegen voor onze opvolgers.
Mijn vrouw en ik zijn de
levensstormen niet zonder
littekens doorgekomen. We
bereiden ons voor op de oude
dag.
Moeder de vrouw door het
aanvullen van de linnenkast,
kleding etc., en wij zijn dank
baar voor veel dingen." Toch
zet deze lezer vele vraagtekens
bij onze tijd: Is de arbeids
vreugde evenredig aan de so
ciale verbeteringen? Zijn de
verhoudingen onder elkaar be
ter dan vroeger? Met alle so
ciale bewogenheid van van
daag. tot tranen toe, is de
mer.s als beelddrager Gods in de
verdrukking gekomen. Men is
een nummer in optima forma,
een object, zelfs tot in de oude
dag De mens is deel van een
instituut geworden. De leiders
torenen boven de massa, mijlen
ver van het individu, op alle
terreinen des levens. Is onze
afgod niet: verzorgd te zijn
van wieg tot graf, en schiet het:
over het graf er niet bij in?
Je wordt vandaag gauw aan de
kant geschoven. De uitspraak:
je wordt ouder is niet van de
lucht. Het 65 worden zal daarom
een opluchting zijn.
Zelfs de godsdienstigheid is
zonder God. Waar we in de
kracht van ons leven niet aan
gedacht hebben, daar denken
we ook niet aan als we 65
worden en de energie minder
wordt. Ook dit echtpaar wil
graag zolang mogelijk zelfstan
dig blijven en ziet uit naar het
nieuwe Jeruzalem, verlost van
alle aardse beslommeringen.
Oók een manier om eenzaam
heid te voorkomen vond mevr.
J. te R. „Ik woon in bij een
van de getrouwde kinderen
Ik kreeg verlangen te gaan
werken (ben weduwe) en nam
mijn vroeger werk in een ver
zorgend beroep weer op. Ik
heb nu een grote voldoening:
niet meer afhankelijk zijn! Al
ben je 65, je bent niet te oud
om je productief te maken".
De heer G. M. te L. daaren
tegen heeft 52 jaar bij hetzelf
de bedrijf gewerkt en vindt het
nu welletjes: „Als ik met mijn
vrouw ga wandelen of fietsen,
dan is het mij alsof ik vakantie
heb Als men 60 is zou men
vrijwillig met pensioen moeten
kunnen gaan" vindt hij.
Mevr. C. D. te M. echter
schrijft: „Ik denk er niet over
om ermee op te houden!" Zij
heeft dan ook een pension, is
een alleenstaande vrouw. Haar
ervaringen? De werkzaamhe
den waarin je geplaatst bent
houden een mens jong. Vanzelf
kalm aan doen, op deze leef
tijd. Niet teveel aandacht schen
ken aan eventuele kwalen die
met onze leeftijd komen opda
gen. Dat kan zonder jezelf te
verwaarlozen. Ophouden? Ik
zou er van afknappen
..Er zijn grote schaduwzijden
aan het oud worden" meent
de heer P. de J. die stoffeer
der is. Gelukkig dat de AOW
bestaat. Wil ik op mijn zelfde
niveau blijven, dan ben ik ver
plicht nog wekelijks een paar
dagen bij te werken. Door de
nieuwe materialen en werkme
thoden valt dat niet altijd mee.
Ambtenaren kunnen op hun
lauweren gaan rusten. Nu is
het mij opgevallen, dat juist
zij ontevreden zijn. Ze zeggen:
een schandaal, dat ze van je
pensioen nog afhouden. Ze wil
len graag nog meer pensioen
dan ze vroeger verdienden."
Jaloersheid, daar kan mevr
M. N. te O van meespreken:
„Het is ons wel gebleken dat
er jaloersheid is. vooral als je
in goeden doen bent. en zélf nog
fit. Voor een of ander doel ben
je gauw te oud. mrar gelukkig
niet te oud om te betalen. Voor
ons is "het w-el eens moeilijk,
wat betreft de besteding van
de AOW, alles op de juiste
plaats te doen komen je
komt tekort als je aan ieders
wens wilt voldoen en er is
overal zoveel hulp nodig. We
zijn van mening, er zelf toch
ook wat extra's van te mogen
nemen. Een goede oude dag
geeft wél extra verantwoor
ding".
De heer J. B. te 's-G. is op
zijn oude dag nog gaan dichten.
Geestelijke en naturalistische
gedichtjes, wel 500. „Ik ben al
twaalf jaar hartpartiënt en
help mijn zeer gewaardeerde
vrouw met allerlei karweitjes.
Dan krijg je als man pas eens
inzicht in de omvang van de
arbeid, welke dag in dag uit
door een goede huisvrouw wordt
verricht. Graag noteer ik in
een speciaal cahier, teksten die
ons bijzonder aanspreken. Ge
pensioneerden. doe er aan mee,
moedigt dit echtpaar, waarvan
de man de spreekbuis is, aan.
De 77-jarige heer B. G. B. te
L. bedient reeds acht jaar een
wijk met 180 klanten als bakker,
want hij voelde iets te moeten
doen om de leegte van de 69-
jarige leeftijd op te vullen. Via
een advertentie in onze krant
kwam hij aan dit werk, en
reist nog dagelijks van Leiden
naar Voorschoten. „Ik vraag
God per dag om kracht en
mag die ook ervaren."
Ook
G.
maakt de som op van haar
leven: „Wal ben ik. als 65-ja
rige. dankbaar dat ik al ruim
30 jaar weet, een kind van God
te zijn Ik ben weduwe en heb
drie lieve getrouwde kinderen.
Heb veel liefs en leed meege
maakt Mijn Vriend en Midde
laar was met me. Wij kre
gen vroeger altijd post van een
oude buurvrouw dan stond
onder de brief een regel vol
met komma's, vraagtekens,
punten en uitroeptekens. Ze
schreef: zet die maar waar je
ze hebben wilt. Zo spreken wij
ook maar af, goed?"
Lezen we in de gezellige brief
van mevr. A. te L.: „Oud voe
len we ons nog lang niet Ik
brei en handwerk veel. Ja", zegt
zij, „je leeft dichter bij het huis
van de Vader. We hebben al
dikwijls ondervonden dat tob
ben niets helpt. De laatste
woorden, waar bij een sterf
bed soms op gewacht wordt,
komen niet altijd. Daarom moet
ons hele leven getuigen. Twee
maal zat ze, zo dacht ze, aan
het sterfbed van haar man
wegens longembolie: „Geluk
kig zijn we nog samen, gaan
tweemaal per jaar met vakantie
naar Oostenrijk en Joego SJa-
vië. Het loopt vaak allemaal
anders dan je denkt in het le-
Dit is wel voor een ieder van
toepassing, en daarom sluiten
we. Nog deze suggestie van een
oudere: „Waarom niet aan ie
der Arbeidsbureau een ambte
naar vrijgemaakt om ouderen
aan part-time diensten te hel
pen?" Er is een enorme vraag.
Zo kan er een hele opschuiving
komen van minder zware
diensten, administratief, por
tiers, telefoon etc., waardoor
jonge mensen vrijkomen voor
zwaardere taken. Ook in dc
verzorgende sector zijn vitale
oudere vrouwen best op hun
plaats. Er dient een voorlich
tingsbureau voor vraag en aan
bod te zijn. Of dit uw instem
ming heeft, kunnen we niet
meer *c weten komen, want
het volgende onderwerp is:
Uw ervaringen met de Jeugd
van tegenwoordig.
Géén mening van aan-de-
wal-staanders graag. We zijn
weer erg benieuwd is die
jeugd echt wel zo slecht als
dikwijls gesuggereerd wordt.
Onze krant moet herhaaldelijk
melding maken van provo's,
beatniks, studenten-grappen die
over de schreef gaan. Uw erva
ring krijgt nu óók een plaats.
De jeugd krijgt in september
weer veler aandacht: clubs,
scholen. lessen, colleges, cate
chisaties. en het lijkt ons niet
moeilijk die ervaringen neer
te pennen. Vergeet u niet uw
adres in de brief, de keuze van
het boekje dat wij mogen zen
den en óp de enveloppe: Hebt
u wel eens te schrijven?
tus, en misschien daardoor des
te erger voelend dat het nu uit
is met de pret, nam ik me bij
het eerste kopje thee aan het
ontbijt, helemaal alleen in de ka
mer, wat huiverend voor dat ik
dit jaar nu eens niet teveel men
sen in en uit mijn leven zal
laten lopen. Dan wordt het zo
verbrokkeld. Het is n.L bij mij
zo dat ik dikwijls voor een an
der iets wil „plannen". Wil bij
voorbeeld mijn dochtertje graag
naar Paterswolde om een vrien
din van vroeger te bezoeken, dati
schiet mij direct iemand uit de
Open-Brief-kring te binnen die
vast wel zou willen meerijden,
vervolgens een familielid dat
slecht ter been is en onderweg
bij een zieke zus zou willen wor
den afgezet en als ik zo een
kwartiertje doordenk, is de auto
propvol en mijn dochtertje in de
verdrukking.
Gelukkig houdt haar gezond pro
test mij in toom, het drukke
leven van elke dag houdt de uit
stapjes beperkt en mijn goede voor
nemens houden de energie in ge
paste banen.
Dit neemt niet weg dat ik al
weer op springen zat toen ik de vier
brieven van brief-vriendinnen had
gelezen die ik hief bij thuiskomst
vond. Ik ben blij te horen, dat er
zijn die met hart en ziel genoten
hebben, waar dan ook. Maar ik
ben bedroefd te weten dat er nog
altijd zijn die zelf niets hebben.
„Voor mijzelf heb ik niets,"
dat is een ellendige uitspraak. Na
tuurlijk zijn er altijd mensen dia
dat roepen en zelf ken ik iemand
die mij voorrekent dat ik „niets"
heb als ik in de vakantie zelfs
nog. moet koken. Voor haar is het
pas echt als zij ongeveer het verst
weg is geweest van al haar kennis
sen, in een hotel dat misschien niet
het duurst maar wel het meest
van standing is en als zij geen
fluit heeft uitgevoerd. Geen fluit
is natuurlijk teveel gezegd, want
zij is onophoudelijk druk bezig ge
weest haar „lot" met dat van an
dere vrouwen in die omgeving te
vergelijken: de kleding, de juwelen,
het aanzien van de echtgenoot, de
kleine aanduidingen van welstand:
een uitzonderlijke auto, of wie weet
een jacht....
Maar zo iemand bedoel ik niet,
dat is een eeuwig ontevredene.
Dat is iemand die niets ziet ge
beuren als haar kinderen bruin en
gezond door gras rennen, die zich
nooit even in de arm knijpt ais
zij haar man oergenoeglijk zijn pijp
ziet stoppen, einden ver van tele
foon en aankleve. Zo iemand moet
bijna dood gaan voor zij blij is
met gezondheid, en zelf# dan zal
zij steeds blijven denken dat zij
hoewel zij leeft erg ver af is van
het „echte" leven. Want dat is al
tijd juist even verder dan zij is,
altijd elders, altijd mooier dan bij
Er zijn echter vriendinnen onder
ons die écht niets hebben. Die zijn
dan wel blij met een bloem die het
zo goed doet in de vensterbank,
maar het blijft het hele jaar de
vensterbank. Die zien niet naar iets
uit, want het is er niet. Die zien
niet op iets terug want het heeft
niet bestaan.
Nu moet ik mijzelf weer hard
afremmen en niet in gedachten weer
mijn lieve vriendinnen in een auto
proppen. Ik zal mij beperken tot
aandacht, en brieven. Als wij alle
maal dan wat om ons heen kijken,
der, maa
propvol.
Hoe moeilijk dat is. ondervind ik
al direct als ik opzie van mijn
overpeinzing en het stille kopje
thee. Want achter onze tuin ver
schijnt de achterbuurvrouw in
nachtpon op haar plat en strooit
overvloedig brood. Het is natuur
lijk brood dat haar man en kin
deren niet meer believen maar als
je haar zou vragen zou zij zeggen
dat het is voor de lieve vogels. Ik
die zelf overvloedig ben geweest in
natuurbeschrijvingen en met licht
gegrinnik al net zoiets van Mink
van Rijsdijk las „we hebben al
hazen gezien en zelfs een adder,
maar nog geen reeën" (heerlijk dat
ie het zo trof, M.) en een andere
brief vriend in was weg van het le
ven op een boerderij mag van
die vogelliefde natuurlijk niets zeg
gen.
Maar met dat natte weer hebben
wij straks een rat in de tuin. Zo
wandelt al weer een mens mijn
leven binnen. Moet ik gaan praten?
Moet ik zeggen: mevrouw, al dat
brood is meer dan honderd mussen
aan kunnen? En morgen strooit
u weer! Zal niets helpen. Want wij
zijn de mensen met de tuin en zij
heeft maar een plat. Zij zal zeggen
dat ik haar de vogelliefde niet gun.
Een mens kan nog niet eens
Als ik dit even doordenk, het is
nog stil in huis. weet ik dat
we pas gelijk-op zullen kunnen den
ken als wij haar de helft van de
tuin afstaan. En natuurlijk iets van
ons huis. enzovoort.
't Kan nooit, wij zijn te ver
schillend Zij willen de piano en
de viool niet. wij willen de televisie
niet Wij zitten in de tuin te lezen,
zij zijn doe-mensen idie moeten
er ook zijn) en „sleutelen" aan een
brommer. In de tegenstelling kun
nen we elkaar nog goedemorgen
zeggen, maar samen kunnen we
niets
Ieder heeft zijn eigen privacy,
zoals dat heet. en ieder heeft die
nódig. Dichtbij proberen te leven
is moeilijk. De muts op de theepot
duwend, besef ik dit weer. Hoogver
heven een fijn jaar aanbevelen in
de krant, is één. Maar dc sperwers
en de hazen, de stilte en niemand-
doet-mij-iets vergeten is twéé De
mens ontmoeten, dat is het Dat is
dat z.g. fijne jaar: stugheid en stroef
heid doorbreken, christelijke om
gang beproeven, vallen en opstaan,
eigen zorgen hebben, anderer zor
gen willen meedragen En in dit
alles wil onze Heer in majesteit
door ons heen gestalte krijgen, dui
delijk worden, voor ieder die ons
ontmoet Niet dwars door een glad
leventje heen Maar door een van
dag tot dag beproefd leven heen.
En het gekke is: dat is eigenlijk
alles wat er dient te gebeuren.
Daarvoor zijn we eigenlijk op d*
wereld. Toe dan maar.