SURINAAMSE KINDEREN CORRIE VAN DER BAAN HEET UWEL EENS? leren lezen met plaatjes van Tekenares illustreert jeugdboeken in vele talen EVEN TIPPEN Uw ervaringen als U 65 wordt ZATERDAG 4 SEPTEMBER 19«l Vele donkere kinderogen staarden naar die rare witte juffrouw voor de klas. Het was in het binnenland van Suriname. Wat moest ztf hier, en waarom lachte ze zo, toen ze zag hoe gretig de nieuwe leesboekjes, die ze vandaag op school kregen, bekeken werden? „Dit is nu de juffrouw, die het allemaal getekend heeft." Ongelovig ke ken ze in de nieuwe boekjes, waar niet zo als vroeger aap-noot-en-mies vertegenwoordigd wa ren, en bomen en mensen uit het verre Neder land. Nee, hier zagen ze hun eigen manja's, aapjes, bomen, huizen met galergtjes. In plezie rige herkenning schaterden ze het uit. Toen nam die juffrouw een kratje, en ging op het bord tekenen. Gefascineerd keken de kinderen toe, wat er uit de krijtstrepen ontstond. Nee maar, dal leek weltoveren. Het was het hoogtepunt uit de carrière van de illustratrice Corrie van der Baan. Zij tekende de leesboekjes die Anne de Vries voor de Surinaamse kinderen schreef. 73Ê> Ze is helemaal geen artistiek of buitenissig type om te zien. Een tikje brede schouders heeft ze en levendige, bruine ogen in een jong gezicht. Grijze haren verraden dat ze niet zo piepjong meer is, maar haar gretige levenskunst doet ver moeden dat zij het type is, dat er altijd jeugdig zal blijven uitzien, al wordt ze tachtig. Éér het zover was, dat ze de tastbare resultaten van haar werk kon zien, had ze meer moeilijkheden moeten over winnen dan de kreken en stroom versnellingen van de Surinaamse districten. Alleen tekenen Vader Van der Baan was hoofd van de christelijke school in de Pasteurstraat te Leiden. Corrie be zocht zelf de school aan het Noordeinde en daarna de Mulo. „Ik leerde niet veel, tekenen was het enige dat ik deed". Van kind af aqn wilde ze illustreren. Vader had \>g voor de aanleg van zijn dochter, hij stapte met Corries schetsboek naar de Haagse Teken academie. Laat ze maar komen, zei de directeur. Ze was vijftien jaar en de jong ste leerling. Ze droeg nog vlecht jes. Tussen Leiden en Den Haag reisde ze trouw met de blauwe tram op en neer. 's Zomers fietste zij. De vooroorlogse opleiding was wat conservatief, de reclame-afde ling stond nog in het experimen tele stadium. Corrie volgde die les sen, in combinatie met de schil dersklas. In de crisisjaren was ze klaar. Om tekenwerk zat men niet verlegen in die tijd, en proef werk haalde niets uit. Het was moeilijk om aan de slag te komen. Omdat kinderen haar boeide, en zij in de toekomst een boterham zag in het illustreren van kinder boeken, ging ze.... in een kinder huis werken. Om haar eigen weg te vinden, bleef ze niet langer bij moeders Leidse pappot. Als assis tente in een jeugdherberg obser veerde ze de oudere jeugd, en bepaald een lot uit de loterij was het aanbod om mee naar Parijs te gaan, van een bevriend gezin dat uitbreiding verwachtte. Parijs was „het einde" in die dagen en Corrie genoot met volle teugen vaft alle kunstschatten, hier verzameld. In tussen bleef ze tekenen. Daarna kreeg ze een part-time baan op het gemeente-archief van Leiden. De prentenverzameling moest opnieuw gecatalogiseerd worden „ik kreeg allerlei werk onder han den". Dat bekijken van de prenten werd afgewisseld door het vullen van zandzakken en het veilig stel len in kelders van het museumbe- zit: de oorlog kondigde zich aan. Reclame-tekenen werd zeer mi nimaal betaald, en het archief betaalde haar 60 per maand. U herinnert het zich misschien nog: in de oorlog waren beschilderde lampekappen, broches, broodplan ken etc. mode en dus wierp Corrie zich daarop. Ze ging weer naar de Academie voor een cursus illustra tietekenen weer de blauwe tram, maar ook: verduistering en om tien uur binnen zijn. Geen brood Ze ontwierp in die tijd maat stokken met rijmpjes, prenten boekjes, rijmprenten, maar er zat geen droog brood in. Thuis in Leiden was een huis vol onderdui kers en Joden. Corrie ging in de laatste oorlogsjaren de boer op, om al die monden open te houden en van tekenen kwam niet veel meer. Met de betere dagen voor ons land, bloeide ook de kunst weer op. Corrie kreeg een eigen atelier in een souterrain te Leiden. „Echt een artistiek hol, dat ik De Inval doopte. Bij hevige regenval stond er een flinke laag water op de vloer, en o wee als er dan karton en tekeningen waren blijven lig gen... Om relaties aan te knopen, toog ze liftend door het land, presen teerde zich bij uitgevers en poogde deuren te openen voor haar werk. Dat viel niet mee: leuren met jezelf, terwijl vele uitgevers niet wisten, hoe ze van de vloer kon den komen na de oorlog. Soms maakte ze dingen in portefeuille, die nooit uitgegeven werden. Haar entree bij de uitgever Dijkstra in Zeist kwam tot stand via de De telefooncel waarin ze belde, bleek een kapot telefoonboek te herbergen, waarin de D ontbrak. Een attente agent verwees haar naar het politiebureau vlakbij, waar meteen het nummer opge zocht en gedraaid werd: Met de politie, ik heb hier een juffrouw voor u... Nog gedenkwaardiger werd het contact met deze uitge ver, toen bleek, dat Anne de Vries er adviseur was. Vanuit die tijd stamt een echt compagnonschap, écht een twee manschap zegt Corrie nu met iets van weemoed. Ze begon met het illustreren van een bloemlezing voor het lager onderwijs. Haar carrière ging er op lijken, want Anne de Vries had intussen Het liefst had men in Suriname landskinderen met de opdracht van de illustratie belast. Een vak Wees charmant in de herfst met onze twee blouses en afkledende rok By onze kantoren zijn verkrijgbaar: Een patronenset vjjfbladig in de maten 36 t/m 48 2.50 Dit behoeft u slechts éénmaal aan te schaffen! Een mapje met visuele voorlich ting, rokken, pantalons en avond kleding. Handig als u het schuiven met patroondelen niet snapt 2.25 gebruik 0 Een supplement met elk 35 mo dellen, prettig als o veel naait en behoefte hebt aan méér modellen dan wij iedere veertien dagen als service brengen. De nummers 2, 3 en 4 kosten per stuk 1.45 Vergeet niet uw maat. op te geven Ontvangst na storting of betaling van het benodigde bedrag bij het bureau van dit blad. Illustreren is een vak op zich, zegt Corrie nuchter en met twee anderen mocht ze proefwerk inle veren. „Ik heb me er écht op geworpen. Bezocht Surinaamse ge zinnen, het Tropeninstituut en ver zamelde allemaal materiaal." Ook de lay out van het eerste leesboekje verzorgde ze zélf. Het resultaat was zó goed, dat de opdracht om naar Suriname te komen niet verstrekt werd. „Het werk kan net zo goed in Neder land gedaan worden!" Een teleur stelling voor de tekenares toch kwam die opdracht later wél. Voor de illustratie van de twee eerste leesboekjes had ze het gevoel, zelf een blinde te zijn aan de hand van een ziende, die vertelt wat er allemaal te zien is. Dr. H. de Vries, de tegenwoordige goever- neur van Suriname zei: „Je kunt pas goed tekenen, als je de grond met je voeten hebt betreden en het sap van onze vruchten hebt geproefd". In januari 1954 trad ze in dienst van het Surinaamse on derwijs, en ze bleef in dat boeien de rijksdeel tot september. De sfeer Ze had nauwelijks Nederlandse relaties en heeft zich echt alleen tussen de Surinamers bewogen, ze woonde by hen in, en dronk de sfeer in als een spons. Het tekenen van de verschillende bevolkingsty pen gaf haar grote vreugde: Javanen, Hindoestanen, Chine zen, Creolen, de hele kleurige en spontane bevolking typeerde ze. - - V Ze heeft in een In diaanse hangmat geslapen en het en illustreren. Haar eerste boekje: sap van de vruchten, die ze later Scherven brengen geluk vond een zou tekenen, heeft van haar handen j. gedropen. Alles echt aan den lijve M"haal b» de Raad voor de ervaren, dat is het wil je het goed Zending van de Ned. Herv. Kerk. kunnen weergeven in haar ruime atelier aan de Kerk- „Het abstracte ligt me niet' zegt j j Kortenhoef, dicht bü 's-Gra- ze even later in het gesprek. Toen ze voet aan wal zette in Suriname veland, is het goed werken..Een om stof op te doen voor het derde zusje zorgt voor de huishouding en leesboekje zei men er ongeduldig: corrie is kostwinster. „Wanneer komt het derde boekje uit?". Gelukkig had Anne de tekst Ze is nuchter genoeg om de la al klaar en met zoveel inspiratie met opdrachten gevuld te houden, viel het niet moeilijk het Suri- Want van inspiratie alleen kan de naamse onderwijs vlug te bedie- schoorsteen niet roken. Het is na- oen. tuurlijk leuk, als je weet dat Want illustreren is echt een Zweedse kinderen onderwijs krij- ambacht, verzekert ze nadrukke- gen met jouw tekeningen en ook lijk. Haar tropenervaring kwam Spaanse kinderen je plaatjes be- van pas bij het illustreren van kijken. Het kind boeit haar: zij is andere leerboeken over Nieuw onderwijzerés aan een zondags- Guinea, Afrika, Pakistan, (De Wit- school en akela bij de padvinderij, te Cobra), de trilogie van Anne de je woont in een gemeenschap, en Vries over Panokko en zijn vrien- daar moet je contact mee houden, de,n- anders word je een kamergeleer- Leuke Duitse leerboekjes, die de. En om „in" te blijven, moet je uw kroost misschien deze weken je tijd proeven en meegaan", van school meekrijgt, ze zijn alle- Haar ouders leven beiden nog, en maal door Corrie van gezellige reken maar dat ze in alles nog plaatjes voorzien. „Het is echt het meeleven met hun nuchtere en beheersen van een vak, voor alles talentvolle dochter, moet je weten, hoe het in elkaar zit, je moet didactisch zijn!" Het moet wel raar zijn als er in uw huis niet er gens een plaatje rondzwerft met in een hoekje het kleine duidelijke signet C. v. d. B. Ideaal „Hebt u nu het gevoel: ik ben er?" vroegen we haar. „Oh nee!" wim pelde ze direct af. „Israël is een land, dat me fascineert. Ik ben er met de scooter en de boot heen geweest. Heb er reisverhalen over geschreven en natuurlijk de pren ten erbü gemaakt. Dat is nu mün ide aal: zelf schrüven Corrie van der Baan, van wier hand wij bij dit artikel twee tekeningen hebben afgedrukt, in haar icerkkamer bezig met het illustratie-opdracht. Voor dezelfde lange (soms kille) avonden: is uw elektrisch kacheltje, en wel speciaal het ventilatorkachel- tje, goed schoon gemaakt? Als het rooster vol stof zit, zal het kacheltje dienst weigeren, of de thermostaat slaat erg gauw af. Hebt u een doe- het-zelf man kyk hem dan eens lief aan; stap anders langs uw installa teur en kyk ook hem vriendelijk aan. Want h\j zit op dit soort klusjes echt niet te wachten Deze tips komen van de Ned. Vrouwen Elektriciteitsvereniging, die ook een bijzonder ter zake kundige brochure uitgaf J)e diepvriezer, aankoop en gebruik". Een waardevol bezit, nu de oogst en de slacht in zicht zijn, zo'n diepvriezer. Voor 0.20 te bestellen op het adres Utrechtseweg 310 in Arnhem. De brochure, bedoelen we. 0 Nieuw. In lingeriewinkels: onder jurken zonder bovenstuk, die de beha vrijlaten. Die „toploze" onder jurken voorkomen het hobbelen en bobbelen van onderjurk op beha. Er zyn ook onderjurken die passen op de cup van ons intieme kledingstuk. Goede foundationfabrieken zyn voor deze gelukkige combinatie verant woordelijk. Onze lezers zijn er eens eehl voor gaan zitten Ze hebben de som van hun leven opgemaakt Zo ook de heer J S. te 's-G. „Gtj hebt een harde zaak be geerd" zegt hij tot de redactie „Als we een vruchtbaar leven achter de rug hebben zijn we tot zegen voor onze opvolgers. Mijn vrouw en ik zijn de levensstormen niet zonder littekens doorgekomen. We bereiden ons voor op de oude dag. Moeder de vrouw door het aanvullen van de linnenkast, kleding etc., en wij zijn dank baar voor veel dingen." Toch zet deze lezer vele vraagtekens bij onze tijd: Is de arbeids vreugde evenredig aan de so ciale verbeteringen? Zijn de verhoudingen onder elkaar be ter dan vroeger? Met alle so ciale bewogenheid van van daag. tot tranen toe, is de mer.s als beelddrager Gods in de verdrukking gekomen. Men is een nummer in optima forma, een object, zelfs tot in de oude dag De mens is deel van een instituut geworden. De leiders torenen boven de massa, mijlen ver van het individu, op alle terreinen des levens. Is onze afgod niet: verzorgd te zijn van wieg tot graf, en schiet het: over het graf er niet bij in? Je wordt vandaag gauw aan de kant geschoven. De uitspraak: je wordt ouder is niet van de lucht. Het 65 worden zal daarom een opluchting zijn. Zelfs de godsdienstigheid is zonder God. Waar we in de kracht van ons leven niet aan gedacht hebben, daar denken we ook niet aan als we 65 worden en de energie minder wordt. Ook dit echtpaar wil graag zolang mogelijk zelfstan dig blijven en ziet uit naar het nieuwe Jeruzalem, verlost van alle aardse beslommeringen. Oók een manier om eenzaam heid te voorkomen vond mevr. J. te R. „Ik woon in bij een van de getrouwde kinderen Ik kreeg verlangen te gaan werken (ben weduwe) en nam mijn vroeger werk in een ver zorgend beroep weer op. Ik heb nu een grote voldoening: niet meer afhankelijk zijn! Al ben je 65, je bent niet te oud om je productief te maken". De heer G. M. te L. daaren tegen heeft 52 jaar bij hetzelf de bedrijf gewerkt en vindt het nu welletjes: „Als ik met mijn vrouw ga wandelen of fietsen, dan is het mij alsof ik vakantie heb Als men 60 is zou men vrijwillig met pensioen moeten kunnen gaan" vindt hij. Mevr. C. D. te M. echter schrijft: „Ik denk er niet over om ermee op te houden!" Zij heeft dan ook een pension, is een alleenstaande vrouw. Haar ervaringen? De werkzaamhe den waarin je geplaatst bent houden een mens jong. Vanzelf kalm aan doen, op deze leef tijd. Niet teveel aandacht schen ken aan eventuele kwalen die met onze leeftijd komen opda gen. Dat kan zonder jezelf te verwaarlozen. Ophouden? Ik zou er van afknappen ..Er zijn grote schaduwzijden aan het oud worden" meent de heer P. de J. die stoffeer der is. Gelukkig dat de AOW bestaat. Wil ik op mijn zelfde niveau blijven, dan ben ik ver plicht nog wekelijks een paar dagen bij te werken. Door de nieuwe materialen en werkme thoden valt dat niet altijd mee. Ambtenaren kunnen op hun lauweren gaan rusten. Nu is het mij opgevallen, dat juist zij ontevreden zijn. Ze zeggen: een schandaal, dat ze van je pensioen nog afhouden. Ze wil len graag nog meer pensioen dan ze vroeger verdienden." Jaloersheid, daar kan mevr M. N. te O van meespreken: „Het is ons wel gebleken dat er jaloersheid is. vooral als je in goeden doen bent. en zélf nog fit. Voor een of ander doel ben je gauw te oud. mrar gelukkig niet te oud om te betalen. Voor ons is "het w-el eens moeilijk, wat betreft de besteding van de AOW, alles op de juiste plaats te doen komen je komt tekort als je aan ieders wens wilt voldoen en er is overal zoveel hulp nodig. We zijn van mening, er zelf toch ook wat extra's van te mogen nemen. Een goede oude dag geeft wél extra verantwoor ding". De heer J. B. te 's-G. is op zijn oude dag nog gaan dichten. Geestelijke en naturalistische gedichtjes, wel 500. „Ik ben al twaalf jaar hartpartiënt en help mijn zeer gewaardeerde vrouw met allerlei karweitjes. Dan krijg je als man pas eens inzicht in de omvang van de arbeid, welke dag in dag uit door een goede huisvrouw wordt verricht. Graag noteer ik in een speciaal cahier, teksten die ons bijzonder aanspreken. Ge pensioneerden. doe er aan mee, moedigt dit echtpaar, waarvan de man de spreekbuis is, aan. De 77-jarige heer B. G. B. te L. bedient reeds acht jaar een wijk met 180 klanten als bakker, want hij voelde iets te moeten doen om de leegte van de 69- jarige leeftijd op te vullen. Via een advertentie in onze krant kwam hij aan dit werk, en reist nog dagelijks van Leiden naar Voorschoten. „Ik vraag God per dag om kracht en mag die ook ervaren." Ook G. maakt de som op van haar leven: „Wal ben ik. als 65-ja rige. dankbaar dat ik al ruim 30 jaar weet, een kind van God te zijn Ik ben weduwe en heb drie lieve getrouwde kinderen. Heb veel liefs en leed meege maakt Mijn Vriend en Midde laar was met me. Wij kre gen vroeger altijd post van een oude buurvrouw dan stond onder de brief een regel vol met komma's, vraagtekens, punten en uitroeptekens. Ze schreef: zet die maar waar je ze hebben wilt. Zo spreken wij ook maar af, goed?" Lezen we in de gezellige brief van mevr. A. te L.: „Oud voe len we ons nog lang niet Ik brei en handwerk veel. Ja", zegt zij, „je leeft dichter bij het huis van de Vader. We hebben al dikwijls ondervonden dat tob ben niets helpt. De laatste woorden, waar bij een sterf bed soms op gewacht wordt, komen niet altijd. Daarom moet ons hele leven getuigen. Twee maal zat ze, zo dacht ze, aan het sterfbed van haar man wegens longembolie: „Geluk kig zijn we nog samen, gaan tweemaal per jaar met vakantie naar Oostenrijk en Joego SJa- vië. Het loopt vaak allemaal anders dan je denkt in het le- Dit is wel voor een ieder van toepassing, en daarom sluiten we. Nog deze suggestie van een oudere: „Waarom niet aan ie der Arbeidsbureau een ambte naar vrijgemaakt om ouderen aan part-time diensten te hel pen?" Er is een enorme vraag. Zo kan er een hele opschuiving komen van minder zware diensten, administratief, por tiers, telefoon etc., waardoor jonge mensen vrijkomen voor zwaardere taken. Ook in dc verzorgende sector zijn vitale oudere vrouwen best op hun plaats. Er dient een voorlich tingsbureau voor vraag en aan bod te zijn. Of dit uw instem ming heeft, kunnen we niet meer *c weten komen, want het volgende onderwerp is: Uw ervaringen met de Jeugd van tegenwoordig. Géén mening van aan-de- wal-staanders graag. We zijn weer erg benieuwd is die jeugd echt wel zo slecht als dikwijls gesuggereerd wordt. Onze krant moet herhaaldelijk melding maken van provo's, beatniks, studenten-grappen die over de schreef gaan. Uw erva ring krijgt nu óók een plaats. De jeugd krijgt in september weer veler aandacht: clubs, scholen. lessen, colleges, cate chisaties. en het lijkt ons niet moeilijk die ervaringen neer te pennen. Vergeet u niet uw adres in de brief, de keuze van het boekje dat wij mogen zen den en óp de enveloppe: Hebt u wel eens te schrijven? tus, en misschien daardoor des te erger voelend dat het nu uit is met de pret, nam ik me bij het eerste kopje thee aan het ontbijt, helemaal alleen in de ka mer, wat huiverend voor dat ik dit jaar nu eens niet teveel men sen in en uit mijn leven zal laten lopen. Dan wordt het zo verbrokkeld. Het is n.L bij mij zo dat ik dikwijls voor een an der iets wil „plannen". Wil bij voorbeeld mijn dochtertje graag naar Paterswolde om een vrien din van vroeger te bezoeken, dati schiet mij direct iemand uit de Open-Brief-kring te binnen die vast wel zou willen meerijden, vervolgens een familielid dat slecht ter been is en onderweg bij een zieke zus zou willen wor den afgezet en als ik zo een kwartiertje doordenk, is de auto propvol en mijn dochtertje in de verdrukking. Gelukkig houdt haar gezond pro test mij in toom, het drukke leven van elke dag houdt de uit stapjes beperkt en mijn goede voor nemens houden de energie in ge paste banen. Dit neemt niet weg dat ik al weer op springen zat toen ik de vier brieven van brief-vriendinnen had gelezen die ik hief bij thuiskomst vond. Ik ben blij te horen, dat er zijn die met hart en ziel genoten hebben, waar dan ook. Maar ik ben bedroefd te weten dat er nog altijd zijn die zelf niets hebben. „Voor mijzelf heb ik niets," dat is een ellendige uitspraak. Na tuurlijk zijn er altijd mensen dia dat roepen en zelf ken ik iemand die mij voorrekent dat ik „niets" heb als ik in de vakantie zelfs nog. moet koken. Voor haar is het pas echt als zij ongeveer het verst weg is geweest van al haar kennis sen, in een hotel dat misschien niet het duurst maar wel het meest van standing is en als zij geen fluit heeft uitgevoerd. Geen fluit is natuurlijk teveel gezegd, want zij is onophoudelijk druk bezig ge weest haar „lot" met dat van an dere vrouwen in die omgeving te vergelijken: de kleding, de juwelen, het aanzien van de echtgenoot, de kleine aanduidingen van welstand: een uitzonderlijke auto, of wie weet een jacht.... Maar zo iemand bedoel ik niet, dat is een eeuwig ontevredene. Dat is iemand die niets ziet ge beuren als haar kinderen bruin en gezond door gras rennen, die zich nooit even in de arm knijpt ais zij haar man oergenoeglijk zijn pijp ziet stoppen, einden ver van tele foon en aankleve. Zo iemand moet bijna dood gaan voor zij blij is met gezondheid, en zelf# dan zal zij steeds blijven denken dat zij hoewel zij leeft erg ver af is van het „echte" leven. Want dat is al tijd juist even verder dan zij is, altijd elders, altijd mooier dan bij Er zijn echter vriendinnen onder ons die écht niets hebben. Die zijn dan wel blij met een bloem die het zo goed doet in de vensterbank, maar het blijft het hele jaar de vensterbank. Die zien niet naar iets uit, want het is er niet. Die zien niet op iets terug want het heeft niet bestaan. Nu moet ik mijzelf weer hard afremmen en niet in gedachten weer mijn lieve vriendinnen in een auto proppen. Ik zal mij beperken tot aandacht, en brieven. Als wij alle maal dan wat om ons heen kijken, der, maa propvol. Hoe moeilijk dat is. ondervind ik al direct als ik opzie van mijn overpeinzing en het stille kopje thee. Want achter onze tuin ver schijnt de achterbuurvrouw in nachtpon op haar plat en strooit overvloedig brood. Het is natuur lijk brood dat haar man en kin deren niet meer believen maar als je haar zou vragen zou zij zeggen dat het is voor de lieve vogels. Ik die zelf overvloedig ben geweest in natuurbeschrijvingen en met licht gegrinnik al net zoiets van Mink van Rijsdijk las „we hebben al hazen gezien en zelfs een adder, maar nog geen reeën" (heerlijk dat ie het zo trof, M.) en een andere brief vriend in was weg van het le ven op een boerderij mag van die vogelliefde natuurlijk niets zeg gen. Maar met dat natte weer hebben wij straks een rat in de tuin. Zo wandelt al weer een mens mijn leven binnen. Moet ik gaan praten? Moet ik zeggen: mevrouw, al dat brood is meer dan honderd mussen aan kunnen? En morgen strooit u weer! Zal niets helpen. Want wij zijn de mensen met de tuin en zij heeft maar een plat. Zij zal zeggen dat ik haar de vogelliefde niet gun. Een mens kan nog niet eens Als ik dit even doordenk, het is nog stil in huis. weet ik dat we pas gelijk-op zullen kunnen den ken als wij haar de helft van de tuin afstaan. En natuurlijk iets van ons huis. enzovoort. 't Kan nooit, wij zijn te ver schillend Zij willen de piano en de viool niet. wij willen de televisie niet Wij zitten in de tuin te lezen, zij zijn doe-mensen idie moeten er ook zijn) en „sleutelen" aan een brommer. In de tegenstelling kun nen we elkaar nog goedemorgen zeggen, maar samen kunnen we niets Ieder heeft zijn eigen privacy, zoals dat heet. en ieder heeft die nódig. Dichtbij proberen te leven is moeilijk. De muts op de theepot duwend, besef ik dit weer. Hoogver heven een fijn jaar aanbevelen in de krant, is één. Maar dc sperwers en de hazen, de stilte en niemand- doet-mij-iets vergeten is twéé De mens ontmoeten, dat is het Dat is dat z.g. fijne jaar: stugheid en stroef heid doorbreken, christelijke om gang beproeven, vallen en opstaan, eigen zorgen hebben, anderer zor gen willen meedragen En in dit alles wil onze Heer in majesteit door ons heen gestalte krijgen, dui delijk worden, voor ieder die ons ontmoet Niet dwars door een glad leventje heen Maar door een van dag tot dag beproefd leven heen. En het gekke is: dat is eigenlijk alles wat er dient te gebeuren. Daarvoor zijn we eigenlijk op d* wereld. Toe dan maar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 15