ISAAC ISRAELS, de schilder -■ .>.'V rfcë v De paardevleeseters •- Duitse voorlichting over Belg ie en Nederland ZONDAGSBLAD ZATERDAG 28 AUGUSTUS I960 VijjuB. 9 "1 -• 4- 1 ■f -T£*3TL rï?- Zo rag /saac Israels een transport van ko lonialen, dat door Rotterdam trok. Expositie in het Singer Museum te Laren Vakkundig, maar traditioneel Men is als criticus wel eens onbillijk: heeft men een poosje net iets te veel experimenteel proza moeten lezen, dan is men geneigd de auteurs te verzoe ken hun verhaaltje gewoon dóór te vertellen van het begin tot het eind. Krijgt men daarentegen een verhalen bundel in handen, zoals op het ogenblik De Paardevlees eters van Ward Ruyslinck (een uitgave van Manteau, Brussel/Den Haag, 160 blz. ƒ4,50), waarin aan dat verlan gen wordt voldaan, dan is het net of men iets mist. Deze situa tie doet een beetje denken aan de emigrant, die na een aantal jaren zich geen Nederlander meer voelt, maar ook b.v. nog geen Australiër. Het veelvuldig vóórkomen van experimenten heeft tot gevolg dat men bij een meer traditionele verhaaltrant niet meer helemaal op zijn gemak is. Wat een avant- garde altijd bereikt is. dat men de zwakke en dode plekken in het traditionele werk duidelijk gaat zien. Bij de literaire herscholing (binnen het kader van een meer algemene, geestelijke herscholing) die Uw recensent sinds ongeveer 1950 al werkende onvermijdelijk moest ondergaan, is het me opge vallen hoeveel dode plekken ik in de oudere literatuur ben gaan opmerken. paardevlees haalt en dan nog af snijdsel vraagt voor haar honden (er is geen hond). Dan ontdekt men dat mevrouw elke woensdag, wanneer haar dochter weg is, bezoek ontvangt van een oudere heer met geverfd haar en een Solide gaande v Voortaan, een enKele uitzonde ring daar gelaten, zal Jsraëls' werk alle kenmerken dragen van een gedrevene, een bevlogene', hij gunt zichzelf nauwelijks de tijd meer details te representeren, maar legt vast wat in zijn ogen essentieel was, zodat, wanneer men zijn scheppingen door de ogen van de tekenmeester bekijkt, er menig» „fout" valt te signaleitn. Zo hoor den we twee bezoekers voor h-t levensgrote portret van Mata Hai i maal de Metropolis (Parijs, Lon den enz.) met het enerverende beweeg vast te leggen. Maar steeds heeft men het gevoel dat Israels afstand bewaart en hoezeer nij ook in een bepaald bedrijf opging er toch net zoveel buiten bleef als zijn scherpe intelligentie hem in gaf. Er boven voor Israels' werk ve; antwoorde- lijk is en dat zonder haar inzichten en ijver een dergelijke manifesta tie als nu gaande is (t/m 12 sept. a.s.) volstrekt ondenkbaar zou zijn. Zij werd bij een en ander op schitterende wijze bijgestaan door mejuffrouw M. van Es, die haar moeilijke taak vindt :n het Singer Museum zelf. Anders gezegd, hij nam wel deel, maar werd geen deel van zijn eigen scheppingen, hij bleef er boven staan, hetgeen wel te dan ken zal zijn geweest aan zijd erudiete en aristocratische geest, die hem er voor behoedde, deel Een geheel n de r a te Impressie Het was op 3 februari jl. honderd jaar geleden, dat in Amsterdam aan de Prin sengracht, Isaac Israels als zoon van de toen al beroem de vader Jozef en de voort varende Aleida Schaap werd geboren. Nu, een eeuw na zijn ge boorte, wordt dit feit fees telijk herdacht in Laren's Singer Museum door hem als schilder te eren. Nog niet zo lang geleden beet Haarlem de spits af door hem in het Frans Halsmuseum aldaar voornamelijk als tekenaar en aquarellist te belichten. Laren biedt een uitermate goed klimaat de kunst te eren en le ondergaan. tUIIIIIIHIllUIIIIIHIIIIIIIIIIIIIII1 Boekbesprekinq De sprong in het net. door Ste ven Membrecht. Uitgave Contac' Amsterdam. Na dertien jaar trouwe dienst alt de bedeesde meneer Steelder op een dag met het hoofd door een ruit op kantoor. Grote zwijgzaam heid kenmerkt zijn merkwaardige optreden, nadat hij is bijgekomen. Zijn geheugen is hy kwijt, hij denkt „zomaar" tussen de mensen te zijn geplaatst Ook denkt hij dat. door isolatie en concentratie van zijn geest, het aardse bestaan zal ophouder., even plotseling als het is ontstaan Het ongrijpbare gezicht", dat hem dag en nacht 'achtervolgt is oorzaak dat de iso latie van het dagelijks bestaan tel kens mislukt. Als hij in een vlaa? van „verduistering" tegen een ga< kraan valt is alles afgelopen, maar niet zoals hij in zijn obsessie had gedacht De ondertitel luidt: eer lange gedachte. Als zodanig inte ressant door het relativerende maar toch niet alleen negatieve karakter (157 blz., 7,50). Isaac Israels maakte dit portret van Pangéran Adipati Ario Pra- boe Mangkoenegoro VII. Mogelijk had een ei^an, die van mening was dat in een dergelijk» situatie de voorste voet nooit zo kon staan, wel gelijk maar daar gaat het nu juist bij deze kunste naar niet om. Hij beogde veele»r en niets anders dan ec-n impressie van een moment op het doek vast te leggen en slaagde daar in keer op keer op eclatante wijze. Som mige doeken ook, wekken de in druk dat de meester tijdens de verwezenlijking ervfi, met zijn gedachten allang bij net volgen onderwerp dat hij op het oog had. bezig was en maar liefst het onder nanden zijnde ervoor zo gauw mogelijk los wilde laten en het het voor wat het was. Hij had voor zichzelf dan ..uitgezegd' wat hij wilde zeggen. Zo zouden er nog kolommen vol te schrijven zijn over dit boeiend en welbestede leven, maar de elas ticiteit van een krant is slechts betrekkelijk. Daarom is het ver heugend. dat anderen die taak al hebben overgenomen. Zo heeft me juffrouw Anna Wagner, verbonden aan het Haags Gemeentemuseum, een groot deel van haar leven gewijd aan de studie omtrent Is- raëls' leven, hetgeen resulteerde in de belangwekkende inleiding tot de wel zeer fraaie catalogus. Men kan dan ook zonder overdrijving stellen, dat zij voor een groot de-l der thans oplevende belangstelling Hoe het ook zij, men heeft hier een tentoonstelling In het leven geroepen die zijn weerga niet heeft en bet zal naar ons gevoel heel lang duren alvorens men er in zal slagen een dergelijk geheel nog eens bijen te krijgen. Een geheel, waar talloze musea en particuliere verzamelaars het hun ne toe bijdroegen. Laten wij, als eenvoudige bezoe kers, die inspanning honorer ui met een bezoek. Zo snijdt het mes dan aan twee kanten want men mag er gerust op zijn. dat er geen schonere gelegenheid bestaat, Is- raëls' eeuwfeest mee te vieren dan zélf één van de feestgenoten te GUS KORDINCt Zo steeds het oude „Hamdorfwaar nog veel aan de ve gane glorie herinnert. Het pittoreske dorp zelf. .net de unieke typische oude boerderije i en dan in een laan, wat verscho len. het Singer Museum zélf, d^i ditmaal het doelwit van ons bi Alles schijnt dan <\el .nee te werken: de fraaie naiuur op weg naar een al te vroege herfst. zoaiS die zich voordoet in de luisterrijke tuin die bij het museum behoo- het gebouw zelf met de sympa thiek aandoende eenvoudige archi tectuur en dan doo- een lange gang. gestoffeerd met kunstschat ten van bijzonder genolte, naar di ■.alen waarin het eeuwfeest wordt gevierd en waar Isaac Israels ze'f de uitbundige versiering voor aar Wonderkind Isaac Israëls was in zekere zin een wonderkind: naar vele kanten vroeg begaafd, wist hij al vóór zijn 18de een compleet en geacti veerd gigantisch doex te make een transport kolonialen tot ondt. - werp hebbend. Het kwam ,n Rot terdam tot stand en de geschiede nis wil, dat vader Jozef er te: plaatse speciaal een keet voor liet bouwen van waaruit de jeugdig? ondernemende Isaac jn sujetten Kon observeren al is het evenee/.s bekend dat hij verscheidenen ui de grote groep langd urig op zijn itelier liet poseren, maar hoe het >ok zij. de er op voorkomender zijn stuk voor stuk zo raak gegc ven, dat men b.v. meent de jongen net de mand op het hoofd. Oic rechts op het doek paraiseer neent mee te horen fluiten met de oijper die de wat ongev rganiseero. troep vooraf gaat Hier dus nob een ..vertellend"' schilderij, em gegeven dat de kunstenaar al gauw 7ou los laten. Voor d» ïest van zij. .even zal hij nog maar weing werkelijk „voltooien*, maar vol •taan met het vinnig noteren v«ui wat hem boeide. En er boeine hem. intelligent en uiterma' scherpzinnig als hij was. oneind'3 veel. Verdienste Bij dit alles lijkt het Isaa- grootste verdienste, dal hij nooit is geworden de zoon van de grote Jozef, die óók schildert maar intc gendeel is uitgegroeid tot een we heel markant en oerspronkelij kunstenaar, wiens zwter maai al u vaak onhollands aandoet en vee de Kunstenaar als bonte vlinder van onderwerp naar onderwerp fladderen, o'- schoon men zichzelf wel altijd klaar en duidelijk vcor ogen heeft te houden, dat dit gefladder «-lech's schijn was en dat er i wezen eeu geweldig stuk kennis en kunde aa.» ten grondslag lag, die niet zelden aan het geniale grensden, zoals het ook slechts schijn is, in Isaac Israëls de wufte en mondaine bou levardier te zien waar men hem nog al eens voor versleet, die zijn leven verdeed met het op veie pretplaatsen die het even bood. aanwezig te zijn. Zijn omvangrijke oeuvre is er om hei volstrekte tegendeel te bewijzen en toont aan dat hij als een neger gewerkt moet hebben. Misvatting Een andere, zeer r.ardn^kkiev. misvatting, die maar moeilijk uii de wereld te krijgen is, betreft h?t verhaal als zou het de kunstenaar slechts om de buitenkant, de huid der dingen te doen zijn geweest en er zich maar weinig om bekom merde of hij zijn weik wel vo. doende „diepgang" ve-'lende Is dit in veel gavallen zeker waar. dat het ook heel anders kun. valt na te trekken in het op de expositie aanwezige po.tret van di het leven van de hierboven gesig naleerde dwaling genezen. Aspecten Het spreekt van zelf, dat de ten toonstelling op vel aspecten van di' met zoveel brif geliefde schilders leven de schijn werper richt. Z< ziet men hem al de vertolker var de klaterende lol zoals die in d< toenmalige tingel tangels van Am sterdam uitgeleef' werd of als toe schouwer in Lor den's Hyde Park waar de Engelsi society de morgen ritten per paarc placht te houden ofwel men zie' hem met heel zijr wezen opgaan ir, felle bokswedstrij den, om een andere Het leidend principe van tvöhne's beschrijving van België en Nederland is de oorspronkelijke eenheid van beide landen, machtcentrum of strijdtoneel in het spel der krachten van buurlanden en de grote politiek. Veelheid van talen: Frans. Waals, Vlaams. Hollands, Luxem burgs („Lützelburgisch; Lu xemburg betekent „kleine burcht" in tegenstelling tot Mecklemburg is grote burcht), Duits en Fries. Met alle waardering voor de schoonheid van het land schap richt zijn oog zich spe ciaal op de steden Maas tricht, Brussel. Brugge, Gent, Antwerpen, Den Haag, Am sterdam, Utrecht en Nijme gen en wel uit historisch en cultureel oogpunt. Ik mag me wel beperken tot enkele op merkingen over zijn voor lichting over Nederland. Waardering Hij is vervuld van oprechte waardering, vaak ook bewonde ring, voor wat hij beschrijft, onthoudt zich van kritiek. Het ligt voor de hand. dat hij uitweidt over de bekende be zienswaardigheden, zowel uit het verleden als uit het heden (Madurodam; het Deltaplan) Over onze spreekwoordelijke netheid, zowel uiterlijk als in nerlijk. heeft hij hoge gedach ten. In Scheveningen ziet hij met haast jaloerse bewondering ..die vielen blitzblanken Einsel- hauser". Aan deze uiterlijke ■einheid beantwoordt een in- ïerlijke. Op het Rembrandt- dein in Amsterdam ontplooit ich het nachtleven, „voorzover nen in het door en door solie le Holland over zoiets über- laupt kan spreken". Tja. er is ••el ,.das Nachtjackenviertel" .1e walletjes ..maar in de rhemering van die oude wijk alt reeds lang de glans van teeds toenemende lichtreclame n een niets ontziende vreem- 'elingenindustrie verdringt ro luuste zeemansromantiek." Geschiedenis Over allerlei personen en gt urtenissen uit de geschiedeni. jidt hij uitvoerig uit, bv. dc •eldenstorm en Alva, dc oord op de gebroeders Dc /itt. of. om de laatste decennir nemen, de Belgische Ko ungscrisis. Het is hegrijpelijk. dat ik me oij zonder interesseerde vooi zijn mededelingen over onze historie vanaf 1940. Daarin is hij echter van een beknoptheid, die bij de uitvoerigheid op andere plaatsen zeer zonderling afsteekt. ,,In 1939 werd ook Holland betrokken in de opera ties der Duitse weermacht ('t was in 1940!), die Holland en België tot aan de ineenstorting van 1944/'45 heeft beheerd" (verwaltet). Dat is alles. Dat beheerd klinkt inderdaad zorg zaam. Als we Ondergang van prof. Presser er naast leggen, krijgt het echter een juister klank Kritiek Wanneer de auteur werkelijk zijn landgenoten wil dienen, mag hij zich niet zo summier van deze jaren afmaken. Dit is mijn ernstigste krtiek op dit toch wel serieuze werkje, dat van veel studie getuigt, al ging die ook niet al te diep. Jam mer, dat hij de tekst niet eerst door iemand, die goed Hollands kent. heeft laten corrigeren. Een paar keer spreekt hij over Maatschapij, het Swin bij Brugge wordt het Swijn, de hofvijver in Den Haag heeft Hofdvijer. de Scheveningse bosjes worden ,.het Boosje" ge noemd en het IJ staat steeds gedrukt als Ij. (hoe moet een Duitser dat uitspreken?). De molens worden beschermd door het Moelenverbond, de Afsloot- 4am wordt door ons meestal Afsluitdijk genoemd. Dat Köh- ne met de spellingveranderin gen van de laatste jaren (groo- te. enz.) niet op de hoogte is, is vergeeflijk. Alles bij elkaar toch een boek, waaruit een Duitser allerlei wetenswaardigs over België en Nederland kan 'eren, een boek, dat met prach- J. H. SCHOUTEN 1) Carl Ernst Köhne: Bel- glen und die Nlederlande Landschaft, Geschichte, Kul- tur. (243 blz., 24 afbeeldingen. DM 19.80) uitgave Verlag W. Kohlhamnter, Stuttgart. Onraad De pastoor vermoedt onraad en komt met een verzonnen bood schapje in de werkplaats om iets meer te weten te komen. Een andere keer ontdekt de ik-figuur. die in een ander dorp in de buurt een karweitje moet opknappen, dat meneer Vogel niet meer is dan een zwaar ploeterend handelsreiziger- tje. Dat verhindert de Vogels niet om de veertien dagen een dineetje voor vrienden te geven. Er duikt dan plotseling een hitje op om te helpen en voor de illusie te zorgen dat ze dienstbode in vaste dienst rige dorp gekocht... paardevlees. En de lezer mag zich afvragen, of de geschiedenis zich gaat herha len. Minutieus Deze novelle van 64 bladzijden is in details bijna minutieus uitge werkt: het navrante verhaal is uitstekend verteld en wie bij een geschiedenis een moraal verwacht, kan erin aangetoond zien waartoe het zoeken van een status leiden kan. Men kan het verhaal noemen een novelle in de klassieke vorm naar het voorbeeld van Boccaccio, al noemt de auteur het stuk zelf een divertimento. Cursiefjes Cynisme de hand roman, vooral wanneer die novelle naar een sloteffect toegeschreven wordt. Dit is het geval met het voornaamste stuk uit de bundel. De Paardevleeseters, de titelnovel le dus. Dit verhaal zit bijzonder goed. bijna zou men schrijven: solide, in elkaar. De ik-figuur is een schrijnwerker (prachtig woord uit mijn kinderjaren, toen mij dit een begerenswaardig vak leek), een timmerman ook voor het fijne Zijn woonhuis kijkt uit op een nieuwgebouwde villa aan de over kant, en zijn werkplaats toevalli gerwijs op de achterkant van dat door hem en zijn vrouw zo ver foeide bouwsel. De villa wordt betrokken door een man, vrouw en dochter. De Belgen zijn bouwlus- tig. vertelt de achterkant van de omslag en misschien speelt bij de ik-figuur en zijn echtgenote jaloe- sie mee, die hun nieuwsgierigheid een beetje op de spits drijft. De Vogels Hoe het zij, ze bouwen zich uit hun dagelijkse waarnemingen een steeds vollediger wordend beeld op van het gezin aan de overkant. Ze noemen het drietal de Vogels: meneer de „nachtroofvogel" omdat hij vaak in het holst van de nacht thuiskomt, hoewel hij 's morgens alweer vroeg wegrijdt; mevrouw heet de „steltvogel" omdat ze loopt als een reiger of ooievaar, en de zeventienjarige dochter Charlotte de „watervogel", omdat ze veel zwemt, zeilt en waterski (e)t. De knecht van de ik-figuur, de jonge Bram, is op Charlotte verliefd en bespiedt haar met een verrekijker. Men ontdekt dat er bij de Vogels uiterst schriel wordt gegeten en gedronken. Het komt uit dat me vrouw Vogel in een naburig dorp Op een keer luistert de ik-figuur in zijn werkplaats een gesprek tussen moeder en dochter af. Het is woensdag, maar het meisje laat zich niet wegsturen en de stukken komen uit. Het blijkt hoe ver de moeder is gegaan om de stand te kunnen ophouden en haar dochter de kans op een goede partij te geven. Het meisje reageert met al het cynisme van de vroegrijpe jeugd, vooral wanneer blijkt dat meneer Vogel van de zaak afweet en aan deze bijverdienste zijn fiat gegeven heeft. Op het hoogtepunt van de scène komt door een zij deur de heer met de geverfde haren. Het meisje pakt haar spul len op en rente weg, langs de bezoeker heen. Deze aarzelt. Dan gaat mevrouw Vogel, totaal ont redderd, langzaam op hem af. Hij knielt en kust haar de hand. De Vogels houden het niet en de villa moet worden verkocht. Het lukt niet en, om u niet te lang op te houden, de „ik" van het verhaal koopt de villa-met-tuin om er met zijn vrouw in te trekken. De novelle eindigt ermee, dat de vrouw thuiskomt met in het nabu- Nu ik dit eerste verhaal zo uitvoerig heb naverteld, moet ik volstaan met te zeggen dat de beide andere, kortere geschiedenis sen, t.w. Een man die Samson heet, en Mère terrible doen den ken aan ietwat uitgewerkte cur siefjes. Ze geven naar mijn smaak goede journalistiek, wat geen klei nigheid is, maar geen literatuur hoeft te zijn. Een uitvoerig hoor spel, De Corridor, een satire op de oorlog en de organisatie daarvan, die aan beide zijden tot onmense lijkheid voert, besluit de bundel. Men kan zich afvragen waarom de auteur (zijn eigenlijke naam is Reimond de Belser, geboren te Berchem in 1929) zijn novelle niet tot een hoorspel heeft omgewerkt, waartoe het zich uitstekend zou lenen. De Belg heeft meer feeling voor het dramatische dan de Ne derlander. Het zou een sterker stuk opleveren dan De Corridor, waarin Ruyslinck in de figuur van de oude Jood en de dertienjarige jongen die vanuit een niemands land eerst naar de communisten vluchten en dan naar de Amerika nen net iets boven zijn macht heeft gegrepen. Eindindruk: knap, degelijk, vakkundig schrijfwerk, maar dat ons er toch mee verzoent straks weer werk van een meer vooruitstrevend karakter te moeten lezen. Want stilstaan betekent ook in de literatuur achteruitgang. C. RIJNSDORP. Apartheid een wijze voorzorg, door dr. F. C. Dominicus. Uit gave De Banier. Men behoeft het met titel en in houd niet eens te zijn, men kan het er zelfs mee oneens zijn, om sympathie te hebben voor een be jaarde onvermoeide strijder, die het opneemt voor het van alle kanten aangevallen land, dat ons na aan het hart ligt. De schrijver kent Zuid-Afrika, hij heeft er ge woond en gewerkt, hij heeft het leed aan het begin dezer eeuw meegemaakt, hij kent de gebeurte nissen in de 18de, 19de en 20ste eeuw, die tot de huidige toestan den hebben geleid. Hij weet dat er onder de aanvallers van Zuid- Afrika lugubere krachten schui len en landen, waar de toestanden ten hemel schreiend en mens onwaardig zijn. Hij weet ook in welke opzichten de toestanden in Zuid-Afrika gunstig afsteken bij die in de overige delen van Afrika. Dit alles moet eens gezegd en ge schreven worden, ook al zal dit geen verandering brengen in het standpunt van hen, die geen vrede kunnen hebben met de apartheid, en met de bezorgdheid zien hoe de zaken zich verder ten kwade ont wikkelen. Het is goed, dat er ook mensen die anders dan de schrijver Zuid-Afrika's houding niet verdedigen maar wel inzien dat er een oplossing nodig is voor Zuid-Afrika's moeilijkheid. Een artikel in The Economist van mid den augustus is daarvan een voor beeld. Men vraagt zich alleen af. of het gedane voorstel juist is. en of een oplossing niet te laat zal komen. (145 bl. 5.90). Operatie Paraat, door M. A. Cajellng. Uitgave van Hoekema en Warendorf NV, Amsterdam. De schrijver van dit boek voor oudere jongens is een erudiet man, die even thuis is aan boord van een schip van de Koninklijke Marine als aan de kusten van Noord-Afri- ka. Hij paart z'n kennis aan een levendige fantasie, die hij uitste kend onder woorden weet te bren gen en was dan ook de aangewe zen man om een spannend verhaal tc schrijven over twee scholieren die tijdens een werk-vakantie aan boord van een kustvaarder betrok ken raken in een groot avontuur in Marokko, waarbij de mannen van de K.M. zeerovers en handelaren in blanke slavinnen een lesje leren. (160 blz.) Geschiedenis van de westers*- filosofie, door dr. A de Wilde. Uitgave Broekmap De Me.is _NV. Amsterdam. Deel 1 Histo risch overzicht, deel 2 teksten. In zijn algemene ii. leiding zegt schrijver, dat in onze tijd de belangstelling voor de filosofie groot genoemd kan worden, maar dat het verstaan van de filoson sche vraagstellingen an nu ge brekkig blijft zonder de kennis van de achtergrond in het verle den. Bij het verstean van d. achtergrond wil dit bo-k leidsmv zijn. Dr. De Wilde is ciin geslaagd eenvoudig en kernachtig weer tt geven wat de ideeën zijn geweest van de grote filosofen en daardo- is de Geschiedenis van de westerse filosofie aantrekkelijk voor hen voor wie dit onderwerp nieuw is. Zij kunnen zich gemakkelijk oriën teren, mede dank zij e<=n overzich telijke stofindeling Aandacht i.« ook geschonken aan de geestelijk •nachten buiten de filosofie, zoats religie en kunst. (Resi.. 215 en 9ó blz., ƒ11,50 en 10,-.) Het hondje en de honing dov Z. Miler, De rijkste mus van de wereld door Z. Mile De avon turen van Hippie het haasje door J. Z. Novak. Uitgaven La Riviè- re en Voorhoeve, Zwolle. Drie oorspronkelijk Tsjechiscnt en in dat land gedrukte! Kinderboeken met Nederlana.it tekst van A. Voerman Opvallend in de eerste plaats vanwege hei grote formaat, in de tweede plaats door de kleurrijke illustraties in goede stijl, in de de.de zeker niet de minste plaats om de uitmuntende grafisch- verzorgini. Avonturen van dieren doen het bi kinderen altijd. Deze l.oekjes zul len er goed ingaan: als kijkboek voor de kleintjes, die niet kunnen lezen, om te kijken en te lezen (korte en duidelijke tekst) bij de groteren. En wie zal de volwasse- Toekomst perspectief Generaal David Sarnof. voorzit ter van de raad van bestuur van de Radio Corporation of America (RCA) heeft een beeld gegeven van de volgende eeuw. Volgens hem staat er dan in de kelder van de huizen een kleine batterij met voldoende energie om het huis twintig jaar lang van licht, warmte en koelingsenergie te voorzien. Vliegtuigen zullen ruim 8000 ki lometer per uur vliegen. Voedsel zal uit de zee gewonnen worden. Door een druk op de knop zal het gaan regenen, ook boven de Saha ra. die in bloei zal staan. De mensen zullen gemiddeld honderd jaar worden, omdat versleten har ten, longen en nieren vervangen zullen worden door electronische apparaten. Maar hij ziet nog wel een klein slangetje in' dit paradijs. Hij zegt: „Dc machine heeft verstand noch hart, noch gevoel voor morele waarden. Kennis alleen schept geen verbroedering onder de men sen. Het element voor de broeder schap moet komen uit het hart, niet uit het laboratorium We zijn het eens met deze groot industrieel, die al de eerste rade ren in beweging gezet heeft om zijn toekomstbeeld te verwerkelij ken. Dat wil zeggen met wat hij schrijft over de machine. Maar als hij broederschap uit het hart van de mens wil halen, dan plaatsen wij een groot vraagteken. Wc kennen een oud boek, dat heel andere dingen uit hart van dc mens ziet voortkomen, een boek, dat net als Sarnof ook in de toekomst weet te blikken. Het was Christus zelf die zei: „Want uit het hart komen boze overleggingen, moord, echtbreuk, hoererij, dief stal leugenachtige getuigenissen, godslastering." En Paulus zei: „Het is duister geworden in hun onver standig hart." Wie hoopt op het hart van de mens voor broederschap komt be drogen uit. Dan zal er eerst iets met dat hart moeten gebeuren. zal licht ei" *n moeten schijnen. Christus zal daar ge kroond moeten worden. Sarnof erkent, dat de wereld gevangen is in een draaikolk van problemen en dat er geen pil is die deze problemen kan oplossen. R-^fe «Pi0-!"* is gegeven. Reeds m het verloren paradijs, toen God beloofde de mens niet in de steek te laten. De oplossing is gegeven in Christus. Hij klopt aan i °!ur.van ons hart. Er is echter slechts hoop voor de toekomst als we Hem binnen laten. Dan en dan alleen zullen we echt kunnen le ven in de volgende eeuw, en zullen we niet te gronde gaan aan ons eigen vernuft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 18