ISAAC ISRAELS,
de schilder
-■ .>.'V rfcë v
De paardevleeseters
•-
Duitse voorlichting over
Belg ie en Nederland
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 28 AUGUSTUS I960
VijjuB. 9
"1 -• 4- 1
■f -T£*3TL rï?-
Zo rag /saac Israels een transport van ko
lonialen, dat door Rotterdam trok.
Expositie in het Singer Museum te Laren
Vakkundig, maar traditioneel
Men is als criticus wel eens
onbillijk: heeft men een poosje
net iets te veel experimenteel
proza moeten lezen, dan is men
geneigd de auteurs te verzoe
ken hun verhaaltje gewoon
dóór te vertellen van het begin
tot het eind. Krijgt men
daarentegen een verhalen
bundel in handen, zoals op
het ogenblik De Paardevlees
eters van Ward Ruyslinck
(een uitgave van Manteau,
Brussel/Den Haag, 160 blz.
ƒ4,50), waarin aan dat verlan
gen wordt voldaan, dan is het
net of men iets mist. Deze situa
tie doet een beetje denken aan
de emigrant, die na een aantal
jaren zich geen Nederlander
meer voelt, maar ook b.v. nog
geen Australiër.
Het veelvuldig vóórkomen van
experimenten heeft tot gevolg dat
men bij een meer traditionele
verhaaltrant niet meer helemaal
op zijn gemak is. Wat een avant-
garde altijd bereikt is. dat men de
zwakke en dode plekken in het
traditionele werk duidelijk gaat
zien. Bij de literaire herscholing
(binnen het kader van een meer
algemene, geestelijke herscholing)
die Uw recensent sinds ongeveer
1950 al werkende onvermijdelijk
moest ondergaan, is het me opge
vallen hoeveel dode plekken ik in
de oudere literatuur ben gaan
opmerken.
paardevlees haalt en dan nog af
snijdsel vraagt voor haar honden
(er is geen hond). Dan ontdekt
men dat mevrouw elke woensdag,
wanneer haar dochter weg is,
bezoek ontvangt van een oudere
heer met geverfd haar en een
Solide
gaande v
Voortaan, een enKele uitzonde
ring daar gelaten, zal Jsraëls' werk
alle kenmerken dragen van een
gedrevene, een bevlogene', hij gunt
zichzelf nauwelijks de tijd meer
details te representeren, maar legt
vast wat in zijn ogen essentieel
was, zodat, wanneer men zijn
scheppingen door de ogen van de
tekenmeester bekijkt, er menig»
„fout" valt te signaleitn. Zo hoor
den we twee bezoekers voor h-t
levensgrote portret van Mata Hai i
maal de Metropolis (Parijs, Lon
den enz.) met het enerverende
beweeg vast te leggen. Maar steeds
heeft men het gevoel dat Israels
afstand bewaart en hoezeer nij ook
in een bepaald bedrijf opging er
toch net zoveel buiten bleef als
zijn scherpe intelligentie hem in
gaf.
Er boven
voor Israels' werk ve; antwoorde-
lijk is en dat zonder haar inzichten
en ijver een dergelijke manifesta
tie als nu gaande is (t/m 12 sept.
a.s.) volstrekt ondenkbaar zou zijn.
Zij werd bij een en ander op
schitterende wijze bijgestaan door
mejuffrouw M. van Es, die haar
moeilijke taak vindt :n het Singer
Museum zelf.
Anders gezegd, hij nam wel
deel, maar werd geen deel van
zijn eigen scheppingen, hij bleef er
boven staan, hetgeen wel te dan
ken zal zijn geweest aan zijd
erudiete en aristocratische geest,
die hem er voor behoedde, deel
Een geheel
n de r
a te
Impressie
Het was op 3 februari jl.
honderd jaar geleden, dat
in Amsterdam aan de Prin
sengracht, Isaac Israels als
zoon van de toen al beroem
de vader Jozef en de voort
varende Aleida Schaap werd
geboren.
Nu, een eeuw na zijn ge
boorte, wordt dit feit fees
telijk herdacht in Laren's
Singer Museum door hem als
schilder te eren. Nog niet zo
lang geleden beet Haarlem
de spits af door hem in het
Frans Halsmuseum aldaar
voornamelijk als tekenaar
en aquarellist te belichten.
Laren biedt een uitermate goed
klimaat de kunst te eren en le
ondergaan.
tUIIIIIIHIllUIIIIIHIIIIIIIIIIIIIII1
Boekbesprekinq
De sprong in het net. door Ste
ven Membrecht. Uitgave Contac'
Amsterdam.
Na dertien jaar trouwe dienst
alt de bedeesde meneer Steelder
op een dag met het hoofd door een
ruit op kantoor. Grote zwijgzaam
heid kenmerkt zijn merkwaardige
optreden, nadat hij is bijgekomen.
Zijn geheugen is hy kwijt, hij
denkt „zomaar" tussen de mensen
te zijn geplaatst Ook denkt hij
dat. door isolatie en concentratie
van zijn geest, het aardse bestaan
zal ophouder., even plotseling als
het is ontstaan Het ongrijpbare
gezicht", dat hem dag en nacht
'achtervolgt is oorzaak dat de iso
latie van het dagelijks bestaan tel
kens mislukt. Als hij in een vlaa?
van „verduistering" tegen een ga<
kraan valt is alles afgelopen, maar
niet zoals hij in zijn obsessie had
gedacht De ondertitel luidt: eer
lange gedachte. Als zodanig inte
ressant door het relativerende
maar toch niet alleen negatieve
karakter (157 blz., 7,50).
Isaac Israels maakte dit portret
van Pangéran Adipati Ario Pra-
boe Mangkoenegoro VII.
Mogelijk had een ei^an, die van
mening was dat in een dergelijk»
situatie de voorste voet nooit zo
kon staan, wel gelijk maar daar
gaat het nu juist bij deze kunste
naar niet om. Hij beogde veele»r
en niets anders dan ec-n impressie
van een moment op het doek vast
te leggen en slaagde daar in keer
op keer op eclatante wijze. Som
mige doeken ook, wekken de in
druk dat de meester tijdens de
verwezenlijking ervfi, met zijn
gedachten allang bij net volgen
onderwerp dat hij op het oog had.
bezig was en maar liefst het onder
nanden zijnde ervoor zo gauw
mogelijk los wilde laten en het het
voor wat het was. Hij had voor
zichzelf dan ..uitgezegd' wat hij
wilde zeggen.
Zo zouden er nog kolommen vol
te schrijven zijn over dit boeiend
en welbestede leven, maar de elas
ticiteit van een krant is slechts
betrekkelijk. Daarom is het ver
heugend. dat anderen die taak al
hebben overgenomen. Zo heeft me
juffrouw Anna Wagner, verbonden
aan het Haags Gemeentemuseum,
een groot deel van haar leven
gewijd aan de studie omtrent Is-
raëls' leven, hetgeen resulteerde in
de belangwekkende inleiding tot
de wel zeer fraaie catalogus. Men
kan dan ook zonder overdrijving
stellen, dat zij voor een groot de-l
der thans oplevende belangstelling
Hoe het ook zij, men heeft hier
een tentoonstelling In het leven
geroepen die zijn weerga niet
heeft en bet zal naar ons gevoel
heel lang duren alvorens men
er in zal slagen een dergelijk
geheel nog eens bijen te krijgen.
Een geheel, waar talloze musea en
particuliere verzamelaars het hun
ne toe bijdroegen.
Laten wij, als eenvoudige bezoe
kers, die inspanning honorer ui
met een bezoek. Zo snijdt het mes
dan aan twee kanten want men
mag er gerust op zijn. dat er geen
schonere gelegenheid bestaat, Is-
raëls' eeuwfeest mee te vieren dan
zélf één van de feestgenoten te
GUS KORDINCt
Zo
steeds het oude „Hamdorfwaar
nog veel aan de ve gane glorie
herinnert.
Het pittoreske dorp zelf. .net de
unieke typische oude boerderije i
en dan in een laan, wat verscho
len. het Singer Museum zélf, d^i
ditmaal het doelwit van ons bi
Alles schijnt dan <\el .nee te
werken: de fraaie naiuur op weg
naar een al te vroege herfst. zoaiS
die zich voordoet in de luisterrijke
tuin die bij het museum behoo-
het gebouw zelf met de sympa
thiek aandoende eenvoudige archi
tectuur en dan doo- een lange
gang. gestoffeerd met kunstschat
ten van bijzonder genolte, naar di
■.alen waarin het eeuwfeest wordt
gevierd en waar Isaac Israels ze'f
de uitbundige versiering voor aar
Wonderkind
Isaac Israëls was in zekere zin
een wonderkind: naar vele kanten
vroeg begaafd, wist hij al vóór
zijn 18de een compleet en geacti
veerd gigantisch doex te make
een transport kolonialen tot ondt. -
werp hebbend. Het kwam ,n Rot
terdam tot stand en de geschiede
nis wil, dat vader Jozef er te:
plaatse speciaal een keet voor liet
bouwen van waaruit de jeugdig?
ondernemende Isaac jn sujetten
Kon observeren al is het evenee/.s
bekend dat hij verscheidenen ui
de grote groep langd urig op zijn
itelier liet poseren, maar hoe het
>ok zij. de er op voorkomender
zijn stuk voor stuk zo raak gegc
ven, dat men b.v. meent de jongen
net de mand op het hoofd. Oic
rechts op het doek paraiseer
neent mee te horen fluiten met de
oijper die de wat ongev rganiseero.
troep vooraf gaat Hier dus nob
een ..vertellend"' schilderij, em
gegeven dat de kunstenaar al gauw
7ou los laten. Voor d» ïest van zij.
.even zal hij nog maar weing
werkelijk „voltooien*, maar vol
•taan met het vinnig noteren v«ui
wat hem boeide. En er boeine
hem. intelligent en uiterma'
scherpzinnig als hij was. oneind'3
veel.
Verdienste
Bij dit alles lijkt het Isaa-
grootste verdienste, dal hij nooit is
geworden de zoon van de grote
Jozef, die óók schildert maar intc
gendeel is uitgegroeid tot een we
heel markant en oerspronkelij
kunstenaar, wiens zwter maai al u
vaak onhollands aandoet en vee
de Kunstenaar als
bonte vlinder van onderwerp
naar onderwerp fladderen, o'-
schoon men zichzelf wel altijd
klaar en duidelijk vcor ogen heeft
te houden, dat dit gefladder «-lech's
schijn was en dat er i wezen eeu
geweldig stuk kennis en kunde aa.»
ten grondslag lag, die niet zelden
aan het geniale grensden, zoals het
ook slechts schijn is, in Isaac
Israëls de wufte en mondaine bou
levardier te zien waar men hem
nog al eens voor versleet, die zijn
leven verdeed met het op veie
pretplaatsen die het even bood.
aanwezig te zijn. Zijn omvangrijke
oeuvre is er om hei volstrekte
tegendeel te bewijzen en toont aan
dat hij als een neger gewerkt moet
hebben.
Misvatting
Een andere, zeer r.ardn^kkiev.
misvatting, die maar moeilijk uii
de wereld te krijgen is, betreft h?t
verhaal als zou het de kunstenaar
slechts om de buitenkant, de huid
der dingen te doen zijn geweest en
er zich maar weinig om bekom
merde of hij zijn weik wel vo.
doende „diepgang" ve-'lende
Is dit in veel gavallen zeker
waar. dat het ook heel anders kun.
valt na te trekken in het op de
expositie aanwezige po.tret van di
het leven van
de hierboven gesig
naleerde dwaling
genezen.
Aspecten
Het spreekt van
zelf, dat de ten
toonstelling op vel
aspecten van di'
met zoveel brif
geliefde schilders
leven de schijn
werper richt. Z<
ziet men hem al
de vertolker var
de klaterende lol
zoals die in d<
toenmalige tingel
tangels van Am
sterdam uitgeleef'
werd of als toe
schouwer in Lor
den's Hyde Park
waar de Engelsi
society de morgen
ritten per paarc
placht te houden
ofwel men zie'
hem met heel zijr
wezen opgaan ir,
felle bokswedstrij
den, om een andere
Het leidend principe van
tvöhne's beschrijving van
België en Nederland is de
oorspronkelijke eenheid van
beide landen, machtcentrum
of strijdtoneel in het spel der
krachten van buurlanden en
de grote politiek. Veelheid
van talen: Frans. Waals,
Vlaams. Hollands, Luxem
burgs („Lützelburgisch; Lu
xemburg betekent „kleine
burcht" in tegenstelling tot
Mecklemburg is grote
burcht), Duits en Fries. Met
alle waardering voor de
schoonheid van het land
schap richt zijn oog zich spe
ciaal op de steden Maas
tricht, Brussel. Brugge, Gent,
Antwerpen, Den Haag, Am
sterdam, Utrecht en Nijme
gen en wel uit historisch en
cultureel oogpunt. Ik mag me
wel beperken tot enkele op
merkingen over zijn voor
lichting over Nederland.
Waardering
Hij is vervuld van oprechte
waardering, vaak ook bewonde
ring, voor wat hij beschrijft,
onthoudt zich van kritiek. Het
ligt voor de hand. dat hij
uitweidt over de bekende be
zienswaardigheden, zowel uit
het verleden als uit het heden
(Madurodam; het Deltaplan)
Over onze spreekwoordelijke
netheid, zowel uiterlijk als in
nerlijk. heeft hij hoge gedach
ten. In Scheveningen ziet hij
met haast jaloerse bewondering
..die vielen blitzblanken Einsel-
hauser". Aan deze uiterlijke
■einheid beantwoordt een in-
ïerlijke. Op het Rembrandt-
dein in Amsterdam ontplooit
ich het nachtleven, „voorzover
nen in het door en door solie
le Holland over zoiets über-
laupt kan spreken". Tja. er is
••el ,.das Nachtjackenviertel"
.1e walletjes ..maar in de
rhemering van die oude wijk
alt reeds lang de glans van
teeds toenemende lichtreclame
n een niets ontziende vreem-
'elingenindustrie verdringt ro
luuste zeemansromantiek."
Geschiedenis
Over allerlei personen en gt
urtenissen uit de geschiedeni.
jidt hij uitvoerig uit, bv. dc
•eldenstorm en Alva, dc
oord op de gebroeders Dc
/itt. of. om de laatste decennir
nemen, de Belgische Ko
ungscrisis.
Het is hegrijpelijk. dat ik me
oij zonder interesseerde vooi
zijn mededelingen over onze
historie vanaf 1940. Daarin is
hij echter van een beknoptheid,
die bij de uitvoerigheid op
andere plaatsen zeer zonderling
afsteekt. ,,In 1939 werd ook
Holland betrokken in de opera
ties der Duitse weermacht ('t
was in 1940!), die Holland en
België tot aan de ineenstorting
van 1944/'45 heeft beheerd"
(verwaltet). Dat is alles. Dat
beheerd klinkt inderdaad zorg
zaam. Als we Ondergang van
prof. Presser er naast leggen,
krijgt het echter een juister
klank
Kritiek
Wanneer de auteur werkelijk
zijn landgenoten wil dienen,
mag hij zich niet zo summier
van deze jaren afmaken. Dit is
mijn ernstigste krtiek op dit
toch wel serieuze werkje, dat
van veel studie getuigt, al ging
die ook niet al te diep. Jam
mer, dat hij de tekst niet eerst
door iemand, die goed Hollands
kent. heeft laten corrigeren.
Een paar keer spreekt hij over
Maatschapij, het Swin bij
Brugge wordt het Swijn, de
hofvijver in Den Haag heeft
Hofdvijer. de Scheveningse
bosjes worden ,.het Boosje" ge
noemd en het IJ staat steeds
gedrukt als Ij. (hoe moet een
Duitser dat uitspreken?). De
molens worden beschermd door
het Moelenverbond, de Afsloot-
4am wordt door ons meestal
Afsluitdijk genoemd. Dat Köh-
ne met de spellingveranderin
gen van de laatste jaren (groo-
te. enz.) niet op de hoogte is, is
vergeeflijk. Alles bij elkaar
toch een boek, waaruit een
Duitser allerlei wetenswaardigs
over België en Nederland kan
'eren, een boek, dat met prach-
J. H. SCHOUTEN
1) Carl Ernst Köhne: Bel-
glen und die Nlederlande
Landschaft, Geschichte, Kul-
tur. (243 blz., 24 afbeeldingen.
DM 19.80) uitgave Verlag W.
Kohlhamnter, Stuttgart.
Onraad
De pastoor vermoedt onraad en
komt met een verzonnen bood
schapje in de werkplaats om iets
meer te weten te komen. Een
andere keer ontdekt de ik-figuur.
die in een ander dorp in de buurt
een karweitje moet opknappen, dat
meneer Vogel niet meer is dan een
zwaar ploeterend handelsreiziger-
tje. Dat verhindert de Vogels niet
om de veertien dagen een dineetje
voor vrienden te geven. Er duikt
dan plotseling een hitje op om te
helpen en voor de illusie te zorgen
dat ze dienstbode in vaste dienst
rige dorp gekocht... paardevlees.
En de lezer mag zich afvragen, of
de geschiedenis zich gaat herha
len.
Minutieus
Deze novelle van 64 bladzijden is
in details bijna minutieus uitge
werkt: het navrante verhaal is
uitstekend verteld en wie bij een
geschiedenis een moraal verwacht,
kan erin aangetoond zien waartoe
het zoeken van een status leiden
kan. Men kan het verhaal noemen
een novelle in de klassieke vorm
naar het voorbeeld van Boccaccio,
al noemt de auteur het stuk zelf
een divertimento.
Cursiefjes
Cynisme
de hand
roman, vooral wanneer die novelle
naar een sloteffect toegeschreven
wordt. Dit is het geval met het
voornaamste stuk uit de bundel.
De Paardevleeseters, de titelnovel
le dus. Dit verhaal zit bijzonder
goed. bijna zou men schrijven:
solide, in elkaar. De ik-figuur is
een schrijnwerker (prachtig woord
uit mijn kinderjaren, toen mij dit
een begerenswaardig vak leek),
een timmerman ook voor het fijne
Zijn woonhuis kijkt uit op een
nieuwgebouwde villa aan de over
kant, en zijn werkplaats toevalli
gerwijs op de achterkant van dat
door hem en zijn vrouw zo ver
foeide bouwsel. De villa wordt
betrokken door een man, vrouw en
dochter. De Belgen zijn bouwlus-
tig. vertelt de achterkant van de
omslag en misschien speelt bij de
ik-figuur en zijn echtgenote jaloe-
sie mee, die hun nieuwsgierigheid
een beetje op de spits drijft.
De Vogels
Hoe het zij, ze bouwen zich uit
hun dagelijkse waarnemingen een
steeds vollediger wordend beeld
op van het gezin aan de overkant.
Ze noemen het drietal de Vogels:
meneer de „nachtroofvogel" omdat
hij vaak in het holst van de nacht
thuiskomt, hoewel hij 's morgens
alweer vroeg wegrijdt; mevrouw
heet de „steltvogel" omdat ze loopt
als een reiger of ooievaar, en de
zeventienjarige dochter Charlotte
de „watervogel", omdat ze veel
zwemt, zeilt en waterski (e)t. De
knecht van de ik-figuur, de jonge
Bram, is op Charlotte verliefd en
bespiedt haar met een verrekijker.
Men ontdekt dat er bij de Vogels
uiterst schriel wordt gegeten en
gedronken. Het komt uit dat me
vrouw Vogel in een naburig dorp
Op een keer luistert de ik-figuur
in zijn werkplaats een gesprek
tussen moeder en dochter af. Het
is woensdag, maar het meisje laat
zich niet wegsturen en de stukken
komen uit. Het blijkt hoe ver de
moeder is gegaan om de stand te
kunnen ophouden en haar dochter
de kans op een goede partij te
geven. Het meisje reageert met al
het cynisme van de vroegrijpe
jeugd, vooral wanneer blijkt dat
meneer Vogel van de zaak afweet
en aan deze bijverdienste zijn fiat
gegeven heeft. Op het hoogtepunt
van de scène komt door een zij
deur de heer met de geverfde
haren. Het meisje pakt haar spul
len op en rente weg, langs de
bezoeker heen. Deze aarzelt. Dan
gaat mevrouw Vogel, totaal ont
redderd, langzaam op hem af. Hij
knielt en kust haar de hand.
De Vogels houden het niet en de
villa moet worden verkocht. Het
lukt niet en, om u niet te lang op
te houden, de „ik" van het verhaal
koopt de villa-met-tuin om er met
zijn vrouw in te trekken. De
novelle eindigt ermee, dat de
vrouw thuiskomt met in het nabu-
Nu ik dit eerste verhaal zo
uitvoerig heb naverteld, moet ik
volstaan met te zeggen dat de
beide andere, kortere geschiedenis
sen, t.w. Een man die Samson
heet, en Mère terrible doen den
ken aan ietwat uitgewerkte cur
siefjes. Ze geven naar mijn smaak
goede journalistiek, wat geen klei
nigheid is, maar geen literatuur
hoeft te zijn. Een uitvoerig hoor
spel, De Corridor, een satire op de
oorlog en de organisatie daarvan,
die aan beide zijden tot onmense
lijkheid voert, besluit de bundel.
Men kan zich afvragen waarom
de auteur (zijn eigenlijke naam is
Reimond de Belser, geboren te
Berchem in 1929) zijn novelle niet
tot een hoorspel heeft omgewerkt,
waartoe het zich uitstekend zou
lenen. De Belg heeft meer feeling
voor het dramatische dan de Ne
derlander. Het zou een sterker
stuk opleveren dan De Corridor,
waarin Ruyslinck in de figuur van
de oude Jood en de dertienjarige
jongen die vanuit een niemands
land eerst naar de communisten
vluchten en dan naar de Amerika
nen net iets boven zijn macht
heeft gegrepen. Eindindruk: knap,
degelijk, vakkundig schrijfwerk,
maar dat ons er toch mee verzoent
straks weer werk van een meer
vooruitstrevend karakter te moeten
lezen. Want stilstaan betekent ook
in de literatuur achteruitgang.
C. RIJNSDORP.
Apartheid een wijze voorzorg,
door dr. F. C. Dominicus. Uit
gave De Banier.
Men behoeft het met titel en in
houd niet eens te zijn, men kan
het er zelfs mee oneens zijn, om
sympathie te hebben voor een be
jaarde onvermoeide strijder, die
het opneemt voor het van alle
kanten aangevallen land, dat ons
na aan het hart ligt. De schrijver
kent Zuid-Afrika, hij heeft er ge
woond en gewerkt, hij heeft het
leed aan het begin dezer eeuw
meegemaakt, hij kent de gebeurte
nissen in de 18de, 19de en 20ste
eeuw, die tot de huidige toestan
den hebben geleid. Hij weet dat
er onder de aanvallers van Zuid-
Afrika lugubere krachten schui
len en landen, waar de toestanden
ten hemel schreiend en mens
onwaardig zijn. Hij weet ook in
welke opzichten de toestanden in
Zuid-Afrika gunstig afsteken bij
die in de overige delen van Afrika.
Dit alles moet eens gezegd en ge
schreven worden, ook al zal dit
geen verandering brengen in het
standpunt van hen, die geen vrede
kunnen hebben met de apartheid,
en met de bezorgdheid zien hoe de
zaken zich verder ten kwade ont
wikkelen. Het is goed, dat er ook
mensen die anders dan de
schrijver Zuid-Afrika's houding
niet verdedigen maar wel inzien
dat er een oplossing nodig is voor
Zuid-Afrika's moeilijkheid. Een
artikel in The Economist van mid
den augustus is daarvan een voor
beeld. Men vraagt zich alleen af.
of het gedane voorstel juist is. en
of een oplossing niet te laat zal
komen. (145 bl. 5.90).
Operatie Paraat, door M. A.
Cajellng. Uitgave van Hoekema
en Warendorf NV, Amsterdam.
De schrijver van dit boek voor
oudere jongens is een erudiet man,
die even thuis is aan boord van een
schip van de Koninklijke Marine
als aan de kusten van Noord-Afri-
ka. Hij paart z'n kennis aan een
levendige fantasie, die hij uitste
kend onder woorden weet te bren
gen en was dan ook de aangewe
zen man om een spannend verhaal
tc schrijven over twee scholieren
die tijdens een werk-vakantie aan
boord van een kustvaarder betrok
ken raken in een groot avontuur in
Marokko, waarbij de mannen van
de K.M. zeerovers en handelaren
in blanke slavinnen een lesje leren.
(160 blz.)
Geschiedenis van de westers*-
filosofie, door dr. A de Wilde.
Uitgave Broekmap De Me.is
_NV. Amsterdam. Deel 1 Histo
risch overzicht, deel 2 teksten.
In zijn algemene ii. leiding zegt
schrijver, dat in onze tijd de
belangstelling voor de filosofie
groot genoemd kan worden, maar
dat het verstaan van de filoson
sche vraagstellingen an nu ge
brekkig blijft zonder de kennis
van de achtergrond in het verle
den. Bij het verstean van d.
achtergrond wil dit bo-k leidsmv
zijn. Dr. De Wilde is ciin geslaagd
eenvoudig en kernachtig weer tt
geven wat de ideeën zijn geweest
van de grote filosofen en daardo-
is de Geschiedenis van de westerse
filosofie aantrekkelijk voor hen
voor wie dit onderwerp nieuw is.
Zij kunnen zich gemakkelijk oriën
teren, mede dank zij e<=n overzich
telijke stofindeling Aandacht i.«
ook geschonken aan de geestelijk
•nachten buiten de filosofie, zoats
religie en kunst. (Resi.. 215 en 9ó
blz., ƒ11,50 en 10,-.)
Het hondje en de honing dov
Z. Miler, De rijkste mus van de
wereld door Z. Mile De avon
turen van Hippie het haasje door
J. Z. Novak. Uitgaven La Riviè-
re en Voorhoeve, Zwolle.
Drie oorspronkelijk Tsjechiscnt
en in dat land gedrukte!
Kinderboeken met Nederlana.it
tekst van A. Voerman Opvallend
in de eerste plaats vanwege hei
grote formaat, in de tweede plaats
door de kleurrijke illustraties in
goede stijl, in de de.de zeker
niet de minste plaats om de
uitmuntende grafisch- verzorgini.
Avonturen van dieren doen het bi
kinderen altijd. Deze l.oekjes zul
len er goed ingaan: als kijkboek
voor de kleintjes, die niet kunnen
lezen, om te kijken en te lezen
(korte en duidelijke tekst) bij de
groteren. En wie zal de volwasse-
Toekomst
perspectief
Generaal David Sarnof. voorzit
ter van de raad van bestuur van
de Radio Corporation of America
(RCA) heeft een beeld gegeven
van de volgende eeuw. Volgens
hem staat er dan in de kelder van
de huizen een kleine batterij met
voldoende energie om het huis
twintig jaar lang van licht, warmte
en koelingsenergie te voorzien.
Vliegtuigen zullen ruim 8000 ki
lometer per uur vliegen. Voedsel
zal uit de zee gewonnen worden.
Door een druk op de knop zal het
gaan regenen, ook boven de Saha
ra. die in bloei zal staan. De
mensen zullen gemiddeld honderd
jaar worden, omdat versleten har
ten, longen en nieren vervangen
zullen worden door electronische
apparaten.
Maar hij ziet nog wel een klein
slangetje in' dit paradijs. Hij zegt:
„Dc machine heeft verstand noch
hart, noch gevoel voor morele
waarden. Kennis alleen schept
geen verbroedering onder de men
sen. Het element voor de broeder
schap moet komen uit het hart,
niet uit het laboratorium
We zijn het eens met deze groot
industrieel, die al de eerste rade
ren in beweging gezet heeft om
zijn toekomstbeeld te verwerkelij
ken. Dat wil zeggen met wat hij
schrijft over de machine. Maar als
hij broederschap uit het hart van
de mens wil halen, dan plaatsen
wij een groot vraagteken.
Wc kennen een oud boek, dat
heel andere dingen uit hart van dc
mens ziet voortkomen, een boek,
dat net als Sarnof ook in de
toekomst weet te blikken. Het was
Christus zelf die zei: „Want uit het
hart komen boze overleggingen,
moord, echtbreuk, hoererij, dief
stal leugenachtige getuigenissen,
godslastering." En Paulus zei: „Het
is duister geworden in hun onver
standig hart."
Wie hoopt op het hart van de
mens voor broederschap komt be
drogen uit. Dan zal er eerst iets
met dat hart moeten gebeuren.
zal licht ei" *n moeten
schijnen. Christus zal daar ge
kroond moeten worden.
Sarnof erkent, dat de wereld
gevangen is in een draaikolk van
problemen en dat er geen pil is
die deze problemen kan oplossen.
R-^fe «Pi0-!"* is gegeven.
Reeds m het verloren paradijs,
toen God beloofde de mens niet in
de steek te laten. De oplossing is
gegeven in Christus. Hij klopt aan
i °!ur.van ons hart. Er is echter
slechts hoop voor de toekomst als
we Hem binnen laten. Dan en dan
alleen zullen we echt kunnen le
ven in de volgende eeuw, en
zullen we niet te gronde gaan aan
ons eigen vernuft.