Borculo werd ruïne in
slechts enkele minuten
LEBBING EN NOORLANDER
Beeldhouwer vindt relatie
tussen vorm en materiaal
Barend de Graaff
Het groene mutsje
ZONDAGSBLAD
EERT LEBBING
springt plotse
ling van zijn
stoel en kijkt
uit het raam van zijn ate
lier. Boven de dijk uit
steekt het boveneind van
een geweldige drijvende
kraan, die langzaam voor
bij vaart.
een monument
„Geweldig man, dat is
Ja, alles is waard om be
keken te wórden, stenen
aan het strand, boomstron
ken noem maar op. Maar
als de mensen schoonheid
willen zien, dan gaan ze
naar een museum, ze zet
ten hun museumpet op en
trekken een museumge
zicht: ze gaan genieten.
ter over zijn eigen werk. Ze
hebben nooit begrepen welke
mogelijkheden hun materiaal
bood, daarom waren het ook
van die rotbeelden.
Ambacht
Kijk, en wij zijn nu weer toe
aan het beoefenen van het am
bacht, wij spelen weer klein
eigen baasje, dat wil zeggen:
rijker worden door je materiaal,
naar je vorm toegroeien.
Je taak als beeldhouwer is de
relatie uitvinden tussen vorm en
materiaal. Beeldhouwer is won
derlijke dingen zien gebeuren,
de verbazing over het nieuwe
wat ontstaat, dat is misschien
„roeping", als dat je eenmaal te
pakken heeft, laat het je niet
meer los.
Cycloon van 1925 maakt 2000 mensen dakloos
Het is jammer genoeg nog
maar een hele kleine
groep voor wie schoon
heid geen luxe is maar een
dagelijks gebruiksartikel.
Zodra het publiek dat ook
ziet, zouden ze ons niet
meer zien als rare indivi-
ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1965 «CT
1
De smeltkroes met hel vloeibare brons wordt uit de oven gelicht
en in een beugel gesel, die transport ntogelijk maakt. Tegen de
muur de oven, die met cokes wordt gestookt en waarbij gebruik
wordt gemaakt van een aanjaaginstallatie.
Zo zag het dorpscentrum van Borculo er uit nadat de cycloon zijn vernielend werk had gedaan. Zelfs de I
(Van een onzer
verslaggevers)
TTET HAD ER DIE
AVOND niet naar uitge
zien, dat het zo zou aflopen.
Borculo's boeren wisten: er
was onweer op til. Boven de
velden en het dorp pakten
zich dreigende wolken sa
men, waaruit zo nu en dan
bliksemschichten flitsten.
Een enkeling sloot uit voor
zorg de ramen. Maar verder
heerste er rust. Men bereid
de zich voor op de zondag.
Tot het moment waarop de
ramp zich voltrok, vermoed
de niemand van de vijfdui
zend inwoners gevaar. Want
de cycloon sloeg plotseling
toe. Enkele minuten voor
zeven op die zaterdagavond
was hij er ineens: een
draaiende trechter van grijs
en geel en zwart, die als een
gigantische draaiboor naar
beneden schoot. Met donde
rend geweld en onvoorstel
bare kracht stortte hij zich
op het dorp. En enkele mi
nuten later was er nog
slechts een ruïne. Tweedui
zend Borculoërs waren in
eens dakloos. Zware bomen
werden ontworteld, de toren
van de dorpskerk knakte en
daken werden opgetild en
weggesmakt. Tussen de
puinhopen vond men later
drie doden.
De chaos was compleet. Over
al puin, overal ingestorte wo
ningen, uitgerukte bomen en
daartussen de gewonden, die er
bij tientallen waren. De cycloon
had hel dorp geruïneerd. Borcu
lo was zwaar getroffen. Het
zwaarst van alle dorpen, waar
over de orkaan ook was gegaan:
in oostelijk Noord-Brabant,
Oostelijk Gelderland en Twente.
Hulpacties
Onmiddellijk na de ramp
werden hulpacties ondernomen.
Burgemeester jhr. ir. R. R. L. de
Muralt zond een ijltelegram
naar de minister: „mijn ge
meente is gisteravond rond ze
ven uur door een orkaan gro
tendeels vernietigd. Bijna alle
woningen en kerken zijn derma
te verwoest, dat van bewoning
of gebruik geen sprake meer
kan zijn. De straten zijn onbe
gaanbaar wegens puin en om
vergeworpen bomen. Acht drin
gende hulp van militairen, bij
voorkeur geniesoldaten, noodza
kelijk...."
Het antwoord was direct. Nog
de volgende dag kwamen de
gevraagde soldaten. De burge
meester, zelf technisch onder
legd, leidde het opruimings-
werk, zoals hij zijn gemeente
door deze dagen van wanorde
leidde. Op de puinhopen van
het raadhuis riep hij op 13
augustus de gemeenteraad in de
open lucht bijeen.
Het is een historische verga
dering geweest. In een bewogen
rede vroeg hij geld en hulp in
natura. Een verzoek, dat niet
vergeefs werd gedaan. Borculo
kwam in de belangstelling te
staan. Ook van het Koninklijk
Huis. Een paar dagen na de
De auteur Barend de Graaff heef.
met zijn romantisch-historisch ver
haal „Het groene mutsje" weer eens
bevestigd dat hjj een uitnemend
verteller is. Zijn verhaal speelt te
gen de achtergrond van de strüd
tussen de patriotten en prinsgezin-
den en de hoofdfiguur is Catootje,
of wel Cato Wilhelmina van den
Donck. Daarnaast domineert de ge
stalte van Guillaume van Davelaer,
Stadhouder Willem V. Barend de
Graaff geeft een boeiend beeld van
de verwarring in de Nederlanden
in het einde van de achttiende
eeuw in het 20ste hoofdstuk van
zijn roman.
De historische werken tekenen
Prins Willem V als apatisch en kop
pig. deugdzaam en zeer godsdien
stig. wars van alle geweld. Maar
het is zijn kordate vrouw prinses
Frederika Wilhelmina van Pruisen
geweest die de verwarring in het
voordeel van de stadhouder wist
te ontknopen met steun van de
Pruisische koning Willem II die
een deel van zijn leger liet opruk
ken naar de grenzen van de repu
bliek.
Hoewel voor de aandachtige lezer
de Oranjegezindheid van de auteur
niet verborgen blijft, de tekening
van de patriotten en hun opvattin-
.en geeft hij eerlijk weer in de fi-
iuur van de edele professor Schot
horst en diens zoon Frederik, de
_>erste als vrome en welbewuste
strijder voor het recht, de tweede
als zovelen in die dagen be-
invloed en meegesleept door de
oproerigen en weinig zeker van
zichzelf. Zo staan zij model voor de
mens uit die dagen van verwarring
en onzekerheid. Plezierig, speels en
gespitst is de figuur van Catootje
die door alles heen als dochter van
Harderwijks burgemeester Van den
Donck. haar weg toch met de no
dige wijsheid en handigheid kiest.
Kortom. De Graaff heeft een boei
end beeld gegeven van een zeer
bewogen tijd in ons vaderland,
waarbij romantiek en historie tot
een kostelijk geheel zijn verweven.
Men kan aan zijn boeken geen
literaire eisen stellen doch niette
min schenkt hij ons in zijn werk
uitnemende lectuur, onderhouden
de verhalen die we in onze mo
derne literatuur maar. al teveel
missen en dat is al belangrijk op
zichzelf H.St.
Hel groene mutsje, door Ba
rend de Graaff. Uitgave Zomer
en Keunig, Wageningen (256 blz..
prijs abonnees ƒ3,25, boekhandel
6,50).
en van de kerk was verdwci
ramp waren Koningin Wilhel
mina en Prinses Juliana de
gevolgen van de ramp in ogen
schouw komen nemen, waarbij
de Koningin het stadje van hulp
en wederopbouw verzekerde.
Drie miljoen
Overal in het land werden
actiecomité's opgericht. Het geld
stroomde binnen. Spontaan leg
de het Nederlandse volk ruim
drie miljoen gulden op tafel,
waarvan Amsterdam er alleen
al ruim 64.000 bijeenbracht. Ook
uit het buitenland kwamen gif
ten. Borculo was wereldnieuws
geworden. Dat merkte het stad
je ook aan de invasie van
duizenden toeristen. Van overal
waren ze gekomen. Borculo, dat
in zijn rustige en vredige
schoonheid, nooit in tel was
geweèst, vestigde nu als arme
lijke ruïne ineens de volle aan
dacht op zich. De dorpelingen
maakten gebruik van die be
langstelling. Overal 't dorp
werden bazars en f -0. irs ge
houden. Het geld k ,n stro
men binnen, evenals ue giften
in natura.
Burgemeester De Muralt hield
de leiding „van de acties strak in
handen. Waren er onregelmatig
heden, dan kende hij geen par
don. Toen bij de uitdeling van
goederen dingen gebeurden, die
niet door de beugel konden, liet
hij midden in het dorp een
groot schandborfi plaatsen,
waarop de namen werden ver
meld van hen, die er aan schul
dig waren.
Herstel
Met man en macht werd
gebouwd aan de opbouw van
Borculo. De schade, die twee-
en-eneen-half miljoen gulden
bedroeg, werd hersteld.
Huizen en kerken gerestau
reerd. Dank zij de hulp van
het hele Nederlandse volk
kon het dorp weer worden
opgebouwd. Zodanig, dat nog
alleen in het stormramp
museum in het dorp is te
zien hoe Borculo was nadat
de cycloon had
duen."
Zelf gieten
Geert Lebbing. 25 jaar, beeld
houwer. Heeft atelierruimte in
een intens lelijke oude school
eigens achter de Nesserdijk sa
men met zijn collega Huib
Noorlander.
Het unieke van hun positie
als beeldhouwer is, dat zij zelf
hun brons gieten. De buiten
muur van het schoolgebouw is
op verschillende plaatsen zwart
geblakerd, hier hebben ze twee
ovens gebouwd. In deze omge
ving speelt zich een belangrijk
deel van hun ambacht af. Het is
duidelijk, dat de beeldhouwer,
die zijn eigen werk giet een
beter inzicht krijgt in de moge
lijkheden van zijn materiaal en
er dieper mee verbonden raakt.
Spanning
„Ik kan er wel uren over
praten. De belevenis om je
materiaal in de smeltkroes rood
te zien worden, waarna het
langzaam gaat smelten en vloei
en, man, dan is dat brons een
stukje van onze lieve Heer.
Dat is de spanning, die je bij
het gieten hebt om je materiaal
zoveel mogelijk uit te buiten.
Met brons kan je heel andere
dingen doen. dan bijvoorbeeld
met steen of hout. Hier. hij gaat
staan en strekt zijn arm: dat is
een figuur, die in brons is
gedacht. Met steen kan je dat
nooit zo fijn krijgen. Steen is
compact, het heeft duizenden
jaren nodig om zo te worden,
het heeft weerstand. Steen is
langzaam, brons is snel.
Menuet
Natuurlijk, ieder materiaal
heeft zijn eigen toepassingen.
Maar je moet ermee gewerkt
hebben om te zien wat je met
je materiaal kan doen.
Aan het eind van de vorige
eeuw was een beeldhouwer een
meneer, die in een koetsje reed.
Hij maakte een schetsje en
boetseerde daarvan in zijn ate
lier een vorm. Dan stapte hij in
zijn koetsje en reed naar de
eerste de beste uitvoerder, die
het ln gips moest gieten. Daarna
ging het naar de steenhouwer
die het beeld hakte, en vervol
gens kwam er een vrachtrijder,
die het naar de plaats van
bestemming bracht. Een beeld
houwer was in die tijd opzich-
Deze foto illustreert hoe een bronzen penning tot stand komt. De penning wordt ran was vervaardigd, waaromheen tormmassa, bestaande uit
aios en travel gemalen dakpan', wordt gegoten. De penning wordt gezet op een staaf, eveneens van was. De vorm massa wordt verhit in de
drooastoor totdat de was smelt. Nu is de vorm gebakken. De staaf is een trechter geworden, waarin het vloeibare brons kan worden gegoten.
Dit gebeur' in een zg. „vormkast", gevuld met zand. dat de functie heeft van ballast, omdat door de hitte gassen vrijkomen, die de vorm
kunnen ontwrichten. Daarna kan de tormmassa afgehakt worden en het gegoten voorwerp gesiceleerd 'o.a. met heitel heicerkt) en gepati.
neerd (mei zuren bewerkt voor de kleur). Dit is uiteraard een sterk vereenvoudigde voorstelling van zaken.
Tijdverlies
Huib Noorlander is uiterlijk
minder geëmotioneerd. Zijn
ogen kijken een tikje ironisch.
Hij ziet weliswaar de voordelen,
die het zelf gieten biedt, maar
acht vooral het tijdverlies een
bezwaar.
„Da gaat pas later een rol
spelen, als je je realiseert hoe
weinig tijd je nog hebt. Want er
'aan heel wat jaren mee heen
om de techniek onder de knie te
krijgen. Dat neemt niet weg.
dat het een ervaring is, die niet
meer weg te cijferen valt. Je
gaat gevoel krijgen voor je
materiaal.
Hulpmiddel
Maar het blijft een hulp
middel, want een goed beeld,
slecht gegoten, blijft een
goed beeld, terwijl een
slecht beeld, goed gegoten,
wel degelijk een slecht beeld
blijft. En het is je taak als
beeldhouwer om een goed
beeld te maken, niet een
goed gietsel.
Nieuwe boeken
De gouden bark, door Joos-
Brandt Vos. Uitgave G. F. Cal-
lenbach N.V., Nijkerk.
Scheepswerf „De gouden bark"
van de Hansberts raakt in finan
ciële moeilijkheden en wordt
overgenomen door Amout Thies-
sen, die er een groot welvarend
bedrijf van maakt. De oude Hans-
bert overleeft deze slag niet en
zijn kinderen, Mei en Leda trek
ken zich terug op het armelijke
„het Basselt", waar Leda, ge
trouwd met de goedaardige en
trouwe Jord een teruggetrokken
bestaan lijden. Mei is echter de
opstandige. Hij verkropt evenmiD
als zijn vader deze ondergang.
Dit zijn enkele figuren die het
verhaal spinnen rond de oude
scheepswerf. Soms boeiend, soms
ook met knap geschreven bladzij
den, doch het geheel is allemaal
wat verward en vaag. Behalve de
oude Krebbe en de hoofdfiguux
Mei, komen Vos' mensen niet uit
de verf en we kunnen ons niet
ontworstelen aan de idee. dat de
situatie de schrijver niet geheel
helder voor ogen heeft gestaan.
Overigens wenst hij even vaag te
blijven, want deze naam is een
pseudoniem. (198 blz., 6.50.)