Vragen rondom bijbelse film in de bioscoop Evangelie verkrijgt dichterlijke stem NIEUWE BOEKEN Morris West's The Ambassador over Vietnamese oorlog Het Weefsel Gods ZONDAGSBLAD ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1965 In het komende seizoen zullen de bioscoopbezoekers weer geconfronteerd worden met enkele bijbelse films en het is begrijpelijk, dat vooral in confessionele kring een enorme reserve bestaat tegen dergelijke produkten, die per slot komen uit de „droomfabrieken" die rijp en groen, schoonheid en bederf, misdaad en wreedheden, Liefde met een hoofdletter naast schaamteloze sex en erotiek in soms ontstellende vormen produceren. Daarom vormen de bijbel- boodschap en de bioscoop-speelfilm voor velen nog een on overkomelijke contradictie. De speelfilm heeft het gehele leven in al zijn nuanceringen er met alles wat daarmede samenhangt tot een eigen areaal gemaakt met de mens nis centrum, nol ongedachte werkelijkheden, waarbij .realisme soms onuitputtelijke mogelijkheden biedt tot on eindig gevarieerde concepties. Vanzelfsprekend is dit niet alleen het privelege van de film maar van alle kunstvormen. De mens en zijn wereld is het blijven de krachtveld tot inspiratie. Daaraan hebben de kunstenaars en in dit verband de cineasten genoeg, zo menen de tegenstanders van de bijbelse films in de bioscoop. Hoewel we ruimte willen laten aan dit standpunt blijft toch nog de vraag of de speelfilm werkelijk buiten haar gebied gaat. wanneer zij zich gaat bewegen in de sacrale sfeer van de Schrift. Men kan stellen, dat het visueel maken van de bijbelse geschiedenis en vooral van de Christus-figuur (we denken hier bv. aan films als ,,Kmg of Kings Van Nicholas Ray) daérom een bedenkelijke zaak is, omdat het beeld niet vrij te maken is van de visie van de kunstenaar V'van hem afhangt en van zijn geestelijke instelling welke accenten hij er in wel leggen. En daarmee raken we aan het v® de zaak nl. dat de Bijbel voor alles Godsopenbaring is. weerslag van Gods visie op Zijn wereld en dat ook het O.T. openbaring va" zUn leiding m de geschiedenis. Deze opvatting leidt regelrecht naar de taak van Gods kerk in de wereld, die zich alleen in déze zin naai uc mdR. van vjoas Kerx in a bezighoudt met de Heilige Schrift het heilsplan met de wereld. Maar zijn we ook hier vry van een eigen visie? Raken we ook hier niet op een gevaarlijk pad en ver strikt in alle mogelijke modalitei ten en verdeeldheid, waardoor we soms het kinderlijk eenvoudig uit zicht op de Christus verliezen? Een ernstige vraag op zichzelf. de aangewezen uitdraagster is Het Pascha zoals Cecil de Mille dat gaf in zijn film King of Kings, getuig Verbeelding Een vraag, die t.a.v. de bijbelse nlm op wonderlijke wijze actief wordt, want hoe zijn we in ons voorstellingsvermogen en in onze verbeelding niet oneindig verschil lend van elkaar. Doet de cineast eigenlijk iets anders dan wij zelf doen, al realiseren we ons dit niet al tijd? Is het niet zo, dat wanneer wij de geschiedenissen lezen van de aartsvaders, de richters en de koningen en in het N.T van de omwandeling van Jezus en zijn discipelen, van Martha en Maria of van Judas, wij ze begeleiden met onze verbeel ding? Wij hebben ze een gestal te en zelfs een stem gegeven, wat men vaak kan afleiden uit de wijze waarop uit de Schrift wordt voorgelezen. Doen we ook niet dezelfde erva ringen op als we bv. een roman die we gelezen hebben tot toneel stuk of film verwerkelijkt zien en tot de ontdekking komen, dat onze speelse verbeelding de figuren en de situaties heel anders gezien en ervaren hebben. Dit geldt onver minderd ook voor de bijbelse figuren waarmede wij als het goed is dagelijks geconfronteerd worden. Kunnen wij hier niet kostelijk te leer gaan bij onze kinderen en hun rijke fantasie. En wat doet bv. de zondagsschooljuf of de onderwijzer anders dan de figuren, waar mogelijk, in het menselijke en grijpbare vlak trek ken van hun bevattöngsvermogen en is dat niet juist? Waren het geen mensen van gelijke bewegin gen als wij? Een profeet achter de ploeg weggetrokken, een visser juist ora maar te zwijgen 'e in „De tien geboden" de oortocht van de kinderen Is- aëls in de Rode Zee visueel eleefden, zei iemand naast mij: Kotder, dat kan nooit!", maat 'oor mij was het een uitbeel ding van de wonderkracht Jods. Dat is uiteraard dan een door de Schrift geleide visie die De Mille waarschijnlijk niet ge zocht heeft en zo behoudi de bijbelse film toch een eigen plaats zelf in de bioscoop, want waarom zou/den er ook geen mensen in de bioscoop zitten die langeraakt worden door het vonder van Gods heilsplan met Zijn wereld? Is er één weg die te wonderlijk is voor Hem? De soms diep indringende aan spraak van het machtig medium film kunnen we niet straffeloos negeren. HERM. STEGGERDA voor U besproken De Bijbel en zijn boodschap, over' JeV: 215 blz., 4.50: deel over Ezra e.v. 267 blz., 4.50). Er zijn weer twee deeltjes ver schenen in de serie „De Bijbel en zijn boodschap". Deze serie bevat de nieuwe Bijbelvertaling van het Ned. Bijbelgenootschap, voor het voorzien van auteur het wonder Recht op vrijheid en geluk, door E. Ouweneel Wzn. Uit gave II. Medema, Apeldoorn. Opvallend is de eerbied en soberheid teaarm ede Pasolini zijn Bijbelse dagelijks gebruik film behandelde. Hier het verraad van Judas. eenvoudige aantekeningen menvattingen. De nieuwe uitgavei betreffen het door de inmiddels dep gemaakt en daar dagelijks mee werk werd een indrukwekkend overleden ds. J.^Gillebaai-d - omgaat. En hoe komt dit? Wel. getuigenis, sober en eerbiedig. omdat de film hier zich dringt kan het dus tussen onze persoonlijke verhou ding tot de Bijbel, tot de Christus fenlSSffi S Verwerpen P filmbeeld nimmer beantwoordt, af manier die gelukkig prekerig is zet de het geloof door prof. dr. K. Dijk behandelde nacje Jezus Christus uiteen, niet als gegeven dat hij met veel woor- wil bewijzen, maar als een rifi" zekerheid die God alleen door ge- zondige mensen geven Zo keren boek Jesaja en de boeken Ezra. Nehemia. Esther C. M. Luteijn. Wie meert dat de Bijbel o_ hem volledig toegankelijk is, moet rijkdom van het Evangelie, zal het dus naar ons zijn schatten en geheimen wel tot nadenken zetten. (148 blz.. T wil. Dit (eeste) boekje van dè" heer Job door drs Ouweneel zal de gelovigen uit het hart gegrepen zijn; degenen die nog onkundig zijn van de eeuwige Vergissing gezien nog van de vraag of onze uitgangspunt terug. Moeten we schromelijk onderschatten. Hoe f 3.501 Onze filmredacteur Ev. Grolle schreef naar aanleiding van Pa- solini's film „Het Evangelie van Mattheüs" „Menige dominee en pastoor zet een rare stem op als hij uit de Bijbel gaat lezen, in worstelt bv. de neger niet met de - voorstelling van de Christus als oenoerpen? Het antwoord daar een blanke? Hij wil een andere en °P "W" luiden. neen. ziet een andere figuur dan u en ik. Het is waar dat de visie En veronderstel, dat u over de aeestesaesteldheid mogelijkheid beschikte uw eigen Li.Lr'Z*'" verbeelding eens te realiseren op De Mariafiguur uit Pasolini's film. Margherita Carusa, een meisje uit het volk. de mening dat men niet zo ,jjewoon" mag doen met een heilig boek. Wat ts dat een vreselijke vergissing! Eén die de Evangelieverkondiging duur komt te staan. Hoe hopeloos ernaast het ook is blijkt wel als men de tekst zelf zonder enig spoor van gewichtigdoenerij ge woon en duidelijk tot zich laai doordringen. Dan blijkt het Woord van God helder en dui delijk te zijn, nuchter en een voudig, zonder enig spoor van gewichtigdoenerij, zonder enig spoor van magie." Hij schrijft deze film dan ook een evangeli serende kracht toe er\ terechti Weerstand En toch er blijft een schokkend •lement over in de bijbelse speel kunstenaar beslissend zijn, doch SrZSZ'to*: Üoe* zouden SS Ernaast gijn we "«zelf- er, anderen daarop reage-en? Zo blijft dat is belangrijk om dit bij on: dit dus een persoonlijke en zeer zelf te constateren of u he gevoelige zaak. zich bekennen wilt of niet, di< Ik herinner me nog soherp de eigenlijke inhoud bepaler huivering die me overviel toen het door onze aangeboren zgn. „m- doek opging voor Pasolini's film. legkunde Als voorbeeld, toen hoek op deze gewekt door het besef hoe de bioscoopfilm afhankelijk is van de commercie, die ons fi'ms opleve-de als „Simson en Delilah" en bv. ,,De tien geboden" van de groot meester des massa-regie Cecil B de Mille, films die alles gaven voor het grote publiek maar niet het accent hadden van Gods leiding met zijn volk. Grootee kijkspelen, indrukwekkend van regie. Doch zie bij Pasolini niets van dit a'les. De spanning verkeerde in een verstilde aandacht. Merkwaardig is in dit ver band t« vermelden de uitlating van Pasolini zelf naar aanlei ding van deze film. Hij ver klaarde dat het zijn bedoeling was geweest allerlei aktuele po- Utieke gebeurtenissen er in uit MORRIS WEST heeft in te beelden. Dit is echter met Irz T1 gelukt. Hij heeft zich gewonnen zVn sleutelroman The moeten geven aan de grote Ambassador (verschenen bij kracht van het oorspronkelijke de Londense uitgeverij verhaal. „Het heelt mij bij de Heinemanri 274 blz., hand genomen, er was niets aan n_ te doen", zo zeide hij. „En als 25 shillingsopnieuw een Hij sprak, sprak Hij met macht" poging gedaan de actualiteit heeft hem bezield en hem be- te koppelen aan fictieve, aan hoedt voor het theatrale. Zijn ^hHjversbrein onUpro. ten figuren. En het is ook nu weer een geslaagde po ging geworden. In Saigon en in zijn woonplaats Sydney Australiëwerkte West aan deze roman. Vorig jaar deed deze auteur reeds opvallend deelten ongelezen blijven omdat we hun betekenis toch niet kunnen vatten of omdat ze ons niet aan- de spreken. Het is beter, zich door een gids als deze te laten leiden De even pagina's bevatten de Bi heitekst, de oneven geven de ver 'daring, die juist voor niet-theoh ;en zo verhelderend is. De redactie van deze serie idi J. J. Langman en ds. G Lugtip beid) beschouwen haar teak nh als geëindigd voordat elk Bijbel "is belicht, (dee De anderen, door Simone de Beauvoir. Uitgave C de Boor Jr., Hilversum. Boeiend van inhoud en taal is 'eze roman over een jongeman iie afkomstig uit een rijke 'amilie een eigen leven pro jeert te leiden, maar die door „de inderen" niet los wordt gezien van le gegoede kringen. Het verhaal peelt zich af in Parijs gedurend- le tweede wereldoorlog (243 blz 9.75) Boekbespreking Fantasie en realiteit in één zijn lippen waren geplooid tot de glimlach van Boeddha en hij zat zwijgend en volkomen beweging loos te wachten tot het vuur hem .had verteerd." Het is Amberley duidelijk, dat deze verbranding een regelrechte demonstratie tegesi zijn komst is. En zijn medewerkers vertellen hem dit ook Intriges Spel met de dood (roman uit de vliegerswereld), door Nevll nntenn mor Ir mof riin Thp Shnp* of se ambassadeur in Zuid-Vietnam aassaa Shute. Uitgave Ad. M. Stok. U^TlL.V}el 1 he .°ff. y Maxwell Gordon Amberley speelt macht Den Haag. De auteur-vlieger A. Viruly heeft hem eens genoemd „een weer galoos verteller en een vitaal, kun dig en warmvoelend mens met een grote creatieve fantasieen in Spel met de dood heeft de in 196? overleden Engelse schrijver Nevi' Shute deze uitspraak weer bewaar heid. In dit boek wordt vertel' over de problemen, waarmee eei vliegtuigconstructeur wordt gecon fronteerd en die in niet onbelang rijke mate verband houden met cl zg. vermoeidheid van metalen Nevil Shute heelt dit wetenschap i-elijk probleem verwerkt in een roman, die de aandacht van de lezer van het begin tot het eind the Fisherman, waarin hij de duidelijk in keuze van een paus beschreef df?n w'i nu beleven en de t gewetens strijd van de ™he 'land! gekozene fascinerend }rchtte. Het is slechts één van de grote problemen, waarmee Maxwell Amberley al direct na zijn aankomst te maken krijgt. Morris West beschrijft, hoe de Amerikaan Yaffa als hoofd van de Amerikaanse geheime dienst en ressorterend onder de am bassadeur, intrigeert, om de president Phung Van Men kan soms geplaagd worden door het vraag stuk van het voorlopige, het interim-karakter van de christelijke kerk. op aarde. De oudtestamen tische Jood was voorbe reid op een eeuwenlang wachten op de Messias. Dit wachten was tegen Jezus' geboorte een vrome praktijk, bijna een ritus. Toen het Jodendom Chris tus niet aanvaardde, zette het eenvoudig het wachten voort, een overleefd, een uitgehold wachten, maar onder de schaduw van de arendsvleugels van Gods beloften voor Israël. De jonge christelijke kerk leeft uit de verwachting van de spoedige terugkomst t>an haar Heer. De gelovigen moeten preken, dopen, in het Heilig Avondmaal de gedach tenis aan 's Heren dood le vend houden, reizen, ge meenten stichten, de ambten instellen... maar met haast, telkens naar de hemel opkij kend of Hij nog niet komt. Maar Hij komt niet. Petrus II moet de mensen al sussen met de „vrome vondst" van duizend jaar, die zijn als één dag. En dan, als de vervol gingen ophouden en de kerk onder Constantijn staatskerk wordt, is zich iets aan het voltrekken, dat men soms als absurd kan ondervinden. Geen Maria meer aan de voeten van Jezus, maar theo logen die zijn twee naturen bestuderen. Geen extatische geestesgaven meer van het eerste uur, maar uitspraken omtrent de Heilige Geest. Geen mondelinge overleve ring meer van de levende stemmen der apostelen, maar geschriften, authentieke en apocriefe een canon. Geen dynamische gemeenten meer, maar een kerkorganisatie, een palimpsest boven de óf-ga- nisatie van het Romeins^^n^,. perium. Het absurde i$' dat de wachtkamer langs het perron van aankomst uitge bouwd wordt tot een hotel, dat het karakter van een permanent verblijf verkrijgt Christus komt niet, maar wel komen er theologieën en schisma's. Door inseminatie ontstaat een nieuw menselijk gewas: een kerk met vaders, met een geschiedenis, en met gebouwen die soms de eeuwen verduren. Hoe langer de kerk bestaat, des te vager haar oorsprongen zich afte kenen. Reformatoren staan op, die zowel hun sterke kanten als hun tekortkomin gen op hun volgelingschap projecteren, die daarmee blijft opgescheept zitten als met natuurlijke grenzen. Duitsland is nooit boven Lu thers gebrekkige politieke inzicht uitgekomen, en de calvinistische kerken hebben te weinig oog gehad voor de vrouwelijke accenten. Er ont staan wetenschappen: kerkhis torie, kerkrecht, dogmenge- schiedenis enz. En nu Hij zo heel lang wegblijft verstaat de westerse wereld de taal van de kerk zelfs niet meer; het evangelie moet worden vertaald, niet alleen letter lijk voor de buitenposten, waar de kerk nog dynamisch is, maar ook zakelijk, door een scheiding tussen mythe en boodschap, voor het reeds meer dan halverwege ont kerstende westen (zo meent men althans). Ontreddering Wat een toestand, wat een spraakverwarring, wat een ontreddering! Het ging nog, toen men kon spreken van christelijke cultuur, van al- lerchristelijkste majesteiten van christelijk Nederland, van... organisaties voor een christelijke beoefening van de letterkunde. Het ging nog, toen de mannenbroeders pa radeerden en men naar de stembus optrok als een soort neo-Israël. Het gaat ook nu nog wel, als men het inte rimkarakter maar als hal verwege permanent ver klaart en zich verdiept in wat de actuele kerkelijke kwesties heten: oecumene, gesprek met Rome, de ver houding hervormd-gerefor- meerd, werelddiakonaat» tenminste, voorzover men mee mag en mee kan praten, want ook dit alles is werk voor specialisten, deskundi gen. De gewone man mag het in de krant volgen en be paalde figuren als vertrou wensmannen uitkiezen, zijn hart luchten in ingezonden stukken, zich op vergaderin gen laten toespreken, bro chures kopen, als hij tenmin ste niet helemaal van de sokken wordt geveegd door het hem dagelijks opgedron gen, dubieuze amusement. Verademing Welk een verademing in deze helse toestand, in een tijd die dóórstroomt als wa ter uit een dolle kraan, de eenvoudige, eerlijke, bezielde stem van een christendichter te horen. Een historicus nog al liefst, maar die aan al dit horizontalisme ontsnapt in de korte, begenadigde ogenblik- yprtfcaal wordt schrijft. Zo eerlijk schrijft, dat ook het renaissancisti sche erfgoed (in de eerste helft van de bundel) levend wordt, en ook het bodem- eigene, het spreken van bloed en voorgeslacht (waar bij we gelukkig niet meer aan nazisme hoeven te den ken). Ik bedoel de dichter J. W. Schulte Nordholt in zijn nieuwe bundel Het Weefsel Gods, een uitgave van Bert Bakker/Daamen NV, Den Haag (59 blz., 5,90). Merk waardig dat tot aan het vers Inspiratie, halverwege de bundel de verzen pre-christe- lijk kunnen heten, terwijl daarna het getuigenis van een persoonlijk geloof steeds duidelijker doorklinkt. Zo verkrijgt de bundel een prachtige structuur. Jazeker, ik beschrijf met de ze hand de tomeloze chaos der na- ik leg de teugels aan van maat en duur, ik noem de namen, ik leg het verband. i de Roomskatholieke Diem-familie. de Fransen uit dit Aziati- waartoe ook Mevrouw Nhu be- hun nederlaag bij hoorde) te breken. Na zijn bekendste boek The Devil's Advocate werd deze roman >ver hetgeen zich in Rome zou cunnen afspelen bij de verkiezing .•an de paus. een fascinerend ver- laai, dat overal ter wereld door Dien Bien Phoe, ligt als Amber ley In Saigon aankomt nog nie' zo lang in het verleden. Amberley is uit Japan i Van zijn regering in Washingtoi ïeeft Amberley de opdracht ont vangen deze Cung duidelijk iet uiterste te behartig'en In Ja pan is hij aanhanger van het Zen Boeddhisme geworden en al direc i»Aritfei mof errofe waaniorinc biJ aankomst in Zuid-Vietnam «rd bïïr<£. wordt de nieuwe ambassadeur ge- •ezigheid der Amerikanen. Eén geheel ueurc nei: „ik zag nei gezieni van Vaak verbluffend heeft Morris de oude man. Het was bedekt met a*'strijdkrachten tegen de guer- - J*- -n gekroond door de vlammen: c vnn T*" -mtr zijn ogen ware® gesloten MORRIS WEST kaanse dilemma, dat ook nu nog precies zo is: „Onze strijdkrach ten vechten een oorlog die we niet kunnen winhen en nie! durven verliezen Duidelijk toont West aan, dat die Amerikanen niet i® Vietnam zijn uit pure liefdadigheid. Dit is een inderdeel van de eerste boodschai van Amberley aan president Cung ,Als u niet in staat bent d< schelding tussen Christenen er Boeddhisten op te heffen, de intn ges van uw generaals en ambtena ren te doen beëindigen, zou u wc eens alleen kunnen komen te staar zonder geld. wapenen of Amc •ikaanse troepen." President Cung antwoord? ..Bent u werkelijk bereid om hic; weg te trekken en Cambodja. Lao? en Thailand in elkaar te lateri storten als een kaartenhuis? Dit is uw laatste bruggenhoofd iij Azië. En u verwacht van mij een won der. U wilt van mij, dat ik eenheid breng onde' veertien mil joen Viets, "ITiais, Muongs, Yaos, Miaos, Chinezen, Khmers cn Chams. Dat is een onmogelijk heid." Verstrikt. Maar hoe verder het verhaal vordert, hoe dieper de man Amberley (die e«n eerlijke po ging wilde doen) verstrikt raakt in de intriges, die in Saigon worden geweven, ook en vooral door zijn eigen geheime agenten onder leiding van Yaffa. Het complot der generaals tegen Cung wordt door Washington ge steund. Niet officieel, want dit zegt Amberley's chef in Washington: .Er staat niets op schrift. Er zijn geen formele opdrachten. Als de generaals winnen, hebben wij er niet aan meegedaan. Als zij verlie zen, zul jij worden overgeplaatst an komt er een nieuwe man om met het blijvende regiem van Cung opnieuw te beginnen" En Amberley wordt de man-in- gewetensnood. die moet beslissen over het levam van Cung. Want hij moet sanctie geven aan het com plot der generaals en hii be schouwt zich als degene, die straks de dood van Cung op zijn geweten «1 hebben. De laatste hoofdstukken laten \mberlev zien als een eenzaam mens, die in de vermorzelende riolen der politieke intriges te- •echt Is gekomen en er zelf geeste- ■jk aan ten onder dreigt te gaan Morris West wil zijn lezer dan 'oen geloven, dat hij die innerlij- e rust uitsluitend vindt, dank zij Ie Japanse monnik, die Amberley o aanraking heeft gebracht met et Zen-Boeddhismt Ondanks dat, is The Ambassadoi >eh een boek geworden, dat een '-•er grote indruk achterlaat. Niet Heen v<*n het schrijverstalent van Morris West. maar ook van zijn inzichten in hetgeen in Ik trek de lijnen der geschie denis, de lasso's teken ik van zon en maan. O wereld waar ik in zal ondergaan, raadsel van orde, die de mijne is. En toch, en toch, er is een ogenblik dat mij uit al mijn zekerheid bevrijdt. In regen van ontferming schrijf ik neer, in zonlicht van verrukking: hier ben ik, en daar zijt Gij, en alles wat ons scheidt, verbindt ons pas: Gij zijt mijn God en Heer. Hymnisch icherpe inzichten in he 2uid-Vietnam aan de orde J. VAN H. Ik kan wel juichen, alleen al als ik naar het (overigens fraai uitgegeven) boekje kijk: het is dus mogelijk dat het Evangelie via de erva ring dichterlijk stem ver krijgt, ook vandaag, nu de poëzie al het hymnische kwijtgeraakt is en probeert uitdrukking te geven aan een volstrekte diesseitigkeit: ex perimenten die boeien maar nooit verrukken. Dit dicht werk is in wezen hymnisch, maar nergens dithyrambisch en ook daar ben ik blij om. Want bij de dithyrambe pro beert de dichter over te gaan in een hogere taal: hij staat aan zijn eigen grenzen te stamelen, maar wat hij door geeft is panorama, zij het dan van een hoog punt ge zien. Het hymnische is moge lijk door openbaring vanuit de buitenmenselijke sfeer, een openbaring die aanvaard, geloofd en doorleefd is. Maar dan is ook de nederige hou ding de meest adequate, het eenvoudige woord het aange wezene, het ophouden met het vers als men niet meer weet een gebod van waar achtigheid. Onzeewaardig „Wat ons scheidt, verbindt ons pas", een uitspraak van veel groter betekenis en be lang dan de dichter, onder h$t Schrijven heeft beseft en daarom met geen goud te betalen. Het kan niet anders, of ook hij lijdt aan het interim-karakter van ons al te oude christendom. Want het scheepken onder Jezus' hoede is onzeewaardig ge worden door een historische vracht aan schelpen en wier dat zich aan de kiel heeft gehecht. Juist de historicus, die altijd bezig is het verle den als levend te zien, zo hij geen stoffige kamergeleerde is, lijdt aan de historie. Zon der de Geest dreigt de kerk in haar eigen historie te verstikken. Geen wonder dat de Pinkstergroepen zich daaruit proberen te bevrij den door een m.i. geforceerd emotionalisme. Daarentegen proberen traditionalisten het evangelie in verouderde vor men verpakt te houden. Het is moeilijk. Daarom is een bundel als deze (voor goede lezers!) zo belangrijk, en dat wel voornamelijk als belofte, nog niet als vervulling. Ik heb de indruk dat Schulte Nordholt zijn beste werk nog schrijven moet, en schrijven gaat. Hij heeft nooit meer gezegd dan hij dichterlijk verantwoorden kan, maar als iemand die zich zozeer in strument weet en zo ge schoold is, vandaag of mor gen meegesleept wordt op bredere adem, dan kan Verschijnsel Er is aan zijn poëzie niets mysterieus of onverklaar baars, zodat men er geen studie over behoeft te schrij ven. Ik heb daarom in deze aankondiging de bundel al leen als versohijnsel laten zien, in de context van de huidige situatie. Neem daar om en lees, bijvoorbeeld ook dit vers, waarmee ik besluit: BIDDENDE Uit fluisterende toegespitste woorden en uit gebaren biddende om hoog, uit het in deemoed opgesla gen oog, ontstaan de snoeren en liefdekoorden waarmee Gods groot gebouw wordt opgericht, gegrondvest op het zuchten van de zielen die hier op aarde bevend nederknielen, hun hartstocht brengt de en gelen aan 't licht. Knielende in de kerk zie ik verschijnen diep in het duister van mijn oog dat bidt aanvankelijk in ijle, licMe lijnen en dan steeds scherper stra lend, zilverwit, de mensenzoon die in het zonlicht zit, tn glorie tronend op het lied der zijnen. G RIJNSDORP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 17