Vragen rondom bijbelse
film in de bioscoop
Evangelie verkrijgt
dichterlijke stem
NIEUWE BOEKEN
Morris West's The Ambassador
over Vietnamese oorlog
Het Weefsel Gods
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1965
In het komende seizoen zullen de bioscoopbezoekers
weer geconfronteerd worden met enkele bijbelse films en
het is begrijpelijk, dat vooral in confessionele kring een
enorme reserve bestaat tegen dergelijke produkten, die per
slot komen uit de „droomfabrieken" die rijp en groen,
schoonheid en bederf, misdaad en wreedheden, Liefde met
een hoofdletter naast schaamteloze sex en erotiek in soms
ontstellende vormen produceren. Daarom vormen de bijbel-
boodschap en de bioscoop-speelfilm voor velen nog een on
overkomelijke contradictie.
De speelfilm heeft het gehele leven in al zijn nuanceringen er
met alles wat daarmede samenhangt tot een eigen areaal gemaakt
met de mens nis centrum, nol ongedachte werkelijkheden, waarbij
.realisme soms onuitputtelijke mogelijkheden biedt tot on
eindig gevarieerde concepties.
Vanzelfsprekend is dit niet alleen het privelege van de film
maar van alle kunstvormen. De mens en zijn wereld is het blijven
de krachtveld tot inspiratie. Daaraan hebben de kunstenaars en in
dit verband de cineasten genoeg, zo menen de tegenstanders van
de bijbelse films in de bioscoop.
Hoewel we ruimte willen laten aan dit standpunt blijft toch
nog de vraag of de speelfilm werkelijk buiten haar gebied gaat.
wanneer zij zich gaat bewegen in de sacrale sfeer van de Schrift.
Men kan stellen, dat het visueel maken van de bijbelse geschiedenis
en vooral van de Christus-figuur (we denken hier bv. aan films als
,,Kmg of Kings Van Nicholas Ray) daérom een bedenkelijke zaak is,
omdat het beeld niet vrij te maken is van de visie van de kunstenaar
V'van hem afhangt en van zijn geestelijke instelling
welke accenten hij er in wel leggen. En daarmee raken we aan het
v® de zaak nl. dat de Bijbel voor alles Godsopenbaring is.
weerslag van Gods visie op Zijn wereld en dat ook het O.T. openbaring
va" zUn leiding m de geschiedenis. Deze opvatting leidt regelrecht
naar de taak van Gods kerk in de wereld, die zich alleen in déze zin
naai uc mdR. van vjoas Kerx in a
bezighoudt met de Heilige Schrift
het heilsplan met de wereld.
Maar zijn we ook hier vry van
een eigen visie? Raken we ook hier
niet op een gevaarlijk pad en ver
strikt in alle mogelijke modalitei
ten en verdeeldheid, waardoor we
soms het kinderlijk eenvoudig uit
zicht op de Christus verliezen? Een
ernstige vraag op zichzelf.
de aangewezen uitdraagster is
Het Pascha zoals Cecil de Mille dat gaf in zijn film King of Kings, getuig
Verbeelding
Een vraag, die t.a.v. de bijbelse
nlm op wonderlijke wijze actief
wordt, want hoe zijn we in ons
voorstellingsvermogen en in onze
verbeelding niet oneindig verschil
lend van elkaar.
Doet de cineast eigenlijk iets
anders dan wij zelf doen, al
realiseren we ons dit niet al
tijd? Is het niet zo, dat wanneer
wij de geschiedenissen lezen
van de aartsvaders, de richters
en de koningen en in het N.T
van de omwandeling van Jezus
en zijn discipelen, van Martha
en Maria of van Judas, wij ze
begeleiden met onze verbeel
ding? Wij hebben ze een gestal
te en zelfs een stem gegeven,
wat men vaak kan afleiden uit
de wijze waarop uit de Schrift
wordt voorgelezen.
Doen we ook niet dezelfde erva
ringen op als we bv. een roman
die we gelezen hebben tot toneel
stuk of film verwerkelijkt zien en
tot de ontdekking komen, dat onze
speelse verbeelding de figuren en
de situaties heel anders gezien en
ervaren hebben. Dit geldt onver
minderd ook voor de bijbelse
figuren waarmede wij als het
goed is dagelijks geconfronteerd
worden. Kunnen wij hier niet
kostelijk te leer gaan bij onze
kinderen en hun rijke fantasie. En
wat doet bv. de zondagsschooljuf
of de onderwijzer anders dan de
figuren, waar mogelijk, in het
menselijke en grijpbare vlak trek
ken van hun bevattöngsvermogen
en is dat niet juist? Waren het
geen mensen van gelijke bewegin
gen als wij? Een profeet achter de
ploeg weggetrokken, een visser
juist ora maar te zwijgen
'e in „De tien geboden" de
oortocht van de kinderen Is-
aëls in de Rode Zee visueel
eleefden, zei iemand naast mij:
Kotder, dat kan nooit!", maat
'oor mij was het een uitbeel
ding van de wonderkracht
Jods. Dat is uiteraard dan een
door de Schrift geleide visie die
De Mille waarschijnlijk niet ge
zocht heeft en zo behoudi de
bijbelse film toch een eigen
plaats zelf in de bioscoop, want
waarom zou/den er ook geen
mensen in de bioscoop zitten die
langeraakt worden door het
vonder van Gods heilsplan met
Zijn wereld? Is er één weg
die te wonderlijk is voor Hem?
De soms diep indringende aan
spraak van het machtig medium
film kunnen we niet straffeloos
negeren.
HERM. STEGGERDA
voor U besproken
De Bijbel en zijn boodschap, over' JeV: 215 blz., 4.50: deel over
Ezra e.v. 267 blz., 4.50).
Er zijn weer twee deeltjes ver
schenen in de serie „De Bijbel en
zijn boodschap". Deze serie bevat
de nieuwe Bijbelvertaling van het
Ned. Bijbelgenootschap, voor het
voorzien van auteur het wonder
Recht op vrijheid en geluk,
door E. Ouweneel Wzn. Uit
gave II. Medema, Apeldoorn.
Opvallend is de eerbied en soberheid teaarm ede Pasolini zijn Bijbelse dagelijks gebruik
film behandelde. Hier het verraad van Judas. eenvoudige aantekeningen
menvattingen. De nieuwe uitgavei
betreffen het door de inmiddels dep
gemaakt en daar dagelijks mee werk werd een indrukwekkend overleden ds. J.^Gillebaai-d -
omgaat. En hoe komt dit? Wel. getuigenis, sober en eerbiedig.
omdat de film hier zich dringt kan het dus
tussen onze persoonlijke verhou
ding tot de Bijbel, tot de Christus
fenlSSffi S Verwerpen P
filmbeeld nimmer beantwoordt, af
manier die gelukkig
prekerig is zet de
het geloof
door prof. dr. K. Dijk behandelde nacje
Jezus Christus uiteen, niet als
gegeven dat hij met veel woor-
wil bewijzen, maar als een
rifi" zekerheid die God alleen door ge-
zondige mensen geven
Zo keren
boek Jesaja en de boeken Ezra.
Nehemia. Esther
C. M. Luteijn.
Wie meert dat de Bijbel o_
hem volledig toegankelijk is, moet rijkdom van het Evangelie, zal het
dus naar ons zijn schatten en geheimen wel tot nadenken zetten. (148 blz..
T wil. Dit (eeste) boekje van dè" heer
Job door drs Ouweneel zal de gelovigen uit het
hart gegrepen zijn; degenen die
nog onkundig zijn van de eeuwige
Vergissing
gezien nog van de vraag of onze uitgangspunt terug. Moeten we schromelijk onderschatten. Hoe f 3.501
Onze filmredacteur Ev. Grolle
schreef naar aanleiding van Pa-
solini's film „Het Evangelie van
Mattheüs" „Menige dominee en
pastoor zet een rare stem op als
hij uit de Bijbel gaat lezen, in
worstelt bv. de neger niet met de -
voorstelling van de Christus als oenoerpen? Het antwoord daar
een blanke? Hij wil een andere en °P "W" luiden. neen.
ziet een andere figuur dan u en ik. Het is waar dat de visie
En veronderstel, dat u over de aeestesaesteldheid
mogelijkheid beschikte uw eigen Li.Lr'Z*'"
verbeelding eens te realiseren op
De Mariafiguur uit Pasolini's film.
Margherita Carusa, een meisje uit
het volk.
de mening dat men niet zo
,jjewoon" mag doen met een
heilig boek. Wat ts dat een
vreselijke vergissing! Eén die
de Evangelieverkondiging duur
komt te staan. Hoe hopeloos
ernaast het ook is blijkt wel als
men de tekst zelf zonder enig
spoor van gewichtigdoenerij ge
woon en duidelijk tot zich laai
doordringen. Dan blijkt het
Woord van God helder en dui
delijk te zijn, nuchter en een
voudig, zonder enig spoor van
gewichtigdoenerij, zonder enig
spoor van magie." Hij schrijft
deze film dan ook een evangeli
serende kracht toe er\ terechti
Weerstand
En toch er blijft een schokkend
•lement over in de bijbelse speel
kunstenaar beslissend zijn, doch
SrZSZ'to*: Üoe* zouden SS Ernaast gijn we "«zelf- er,
anderen daarop reage-en? Zo blijft dat is belangrijk om dit bij on:
dit dus een persoonlijke en zeer zelf te constateren of u he
gevoelige zaak. zich bekennen wilt of niet, di<
Ik herinner me nog soherp de eigenlijke inhoud bepaler
huivering die me overviel toen het door onze aangeboren zgn. „m-
doek opging voor Pasolini's film. legkunde Als voorbeeld, toen hoek op deze
gewekt door het besef hoe de
bioscoopfilm afhankelijk is van de
commercie, die ons fi'ms opleve-de
als „Simson en Delilah" en bv.
,,De tien geboden" van de groot
meester des massa-regie Cecil B de
Mille, films die alles gaven voor
het grote publiek maar niet het
accent hadden van Gods leiding
met zijn volk. Grootee kijkspelen,
indrukwekkend van regie. Doch
zie bij Pasolini niets van dit a'les.
De spanning verkeerde in een
verstilde aandacht.
Merkwaardig is in dit ver
band t« vermelden de uitlating
van Pasolini zelf naar aanlei
ding van deze film. Hij ver
klaarde dat het zijn bedoeling
was geweest allerlei aktuele po-
Utieke gebeurtenissen er in uit MORRIS WEST heeft in
te beelden. Dit is echter met Irz T1
gelukt. Hij heeft zich gewonnen zVn sleutelroman The
moeten geven aan de grote Ambassador (verschenen bij
kracht van het oorspronkelijke de Londense uitgeverij
verhaal. „Het heelt mij bij de Heinemanri 274 blz.,
hand genomen, er was niets aan n_
te doen", zo zeide hij. „En als 25 shillingsopnieuw een
Hij sprak, sprak Hij met macht" poging gedaan de actualiteit
heeft hem bezield en hem be- te koppelen aan fictieve, aan
hoedt voor het theatrale. Zijn ^hHjversbrein onUpro.
ten figuren. En het is ook
nu weer een geslaagde po
ging geworden. In Saigon en
in zijn woonplaats Sydney
Australiëwerkte West aan
deze roman. Vorig jaar deed
deze auteur reeds opvallend
deelten ongelezen blijven omdat we
hun betekenis toch niet kunnen
vatten of omdat ze ons niet aan-
de spreken. Het is beter, zich door
een gids als deze te laten leiden
De even pagina's bevatten de Bi
heitekst, de oneven geven de ver
'daring, die juist voor niet-theoh
;en zo verhelderend is.
De redactie van deze serie idi
J. J. Langman en ds. G Lugtip
beid) beschouwen haar teak nh
als geëindigd voordat elk Bijbel
"is belicht, (dee
De anderen, door Simone de
Beauvoir. Uitgave C de Boor
Jr., Hilversum.
Boeiend van inhoud en taal is
'eze roman over een jongeman
iie afkomstig uit een rijke
'amilie een eigen leven pro
jeert te leiden, maar die door „de
inderen" niet los wordt gezien van
le gegoede kringen. Het verhaal
peelt zich af in Parijs gedurend-
le tweede wereldoorlog (243 blz
9.75)
Boekbespreking
Fantasie en
realiteit
in één
zijn lippen waren geplooid tot de
glimlach van Boeddha en hij zat
zwijgend en volkomen beweging
loos te wachten tot het vuur hem
.had verteerd." Het is Amberley
duidelijk, dat deze verbranding
een regelrechte demonstratie tegesi
zijn komst is. En zijn medewerkers
vertellen hem dit ook
Intriges
Spel met de dood (roman uit
de vliegerswereld), door Nevll nntenn
mor Ir mof riin Thp Shnp* of se ambassadeur in Zuid-Vietnam aassaa
Shute. Uitgave Ad. M. Stok. U^TlL.V}el 1 he .°ff. y Maxwell Gordon Amberley speelt macht
Den Haag.
De auteur-vlieger A. Viruly
heeft hem eens genoemd „een weer
galoos verteller en een vitaal, kun
dig en warmvoelend mens met een
grote creatieve fantasieen in
Spel met de dood heeft de in 196?
overleden Engelse schrijver Nevi'
Shute deze uitspraak weer bewaar
heid. In dit boek wordt vertel'
over de problemen, waarmee eei
vliegtuigconstructeur wordt gecon
fronteerd en die in niet onbelang
rijke mate verband houden met cl
zg. vermoeidheid van metalen
Nevil Shute heelt dit wetenschap
i-elijk probleem verwerkt in een
roman, die de aandacht van de
lezer van het begin tot het eind
the Fisherman, waarin hij de duidelijk in
keuze van een paus beschreef df?n w'i nu beleven
en de t gewetens strijd van de ™he 'land!
gekozene fascinerend
}rchtte.
Het is slechts één van de
grote problemen, waarmee
Maxwell Amberley al direct na
zijn aankomst te maken krijgt.
Morris West beschrijft, hoe de
Amerikaan Yaffa als hoofd van
de Amerikaanse geheime dienst
en ressorterend onder de am
bassadeur, intrigeert, om de
president Phung Van
Men kan soms geplaagd
worden door het vraag
stuk van het voorlopige,
het interim-karakter van
de christelijke kerk. op
aarde. De oudtestamen
tische Jood was voorbe
reid op een eeuwenlang
wachten op de Messias.
Dit wachten was tegen
Jezus' geboorte een vrome
praktijk, bijna een ritus.
Toen het Jodendom Chris
tus niet aanvaardde, zette
het eenvoudig het wachten
voort, een overleefd, een
uitgehold wachten, maar
onder de schaduw van de
arendsvleugels van Gods
beloften voor Israël.
De jonge christelijke kerk
leeft uit de verwachting van
de spoedige terugkomst t>an
haar Heer. De gelovigen
moeten preken, dopen, in het
Heilig Avondmaal de gedach
tenis aan 's Heren dood le
vend houden, reizen, ge
meenten stichten, de ambten
instellen... maar met haast,
telkens naar de hemel opkij
kend of Hij nog niet komt.
Maar Hij komt niet. Petrus
II moet de mensen al sussen
met de „vrome vondst" van
duizend jaar, die zijn als één
dag. En dan, als de vervol
gingen ophouden en de kerk
onder Constantijn staatskerk
wordt, is zich iets aan het
voltrekken, dat men soms als
absurd kan ondervinden.
Geen Maria meer aan de
voeten van Jezus, maar theo
logen die zijn twee naturen
bestuderen. Geen extatische
geestesgaven meer van het
eerste uur, maar uitspraken
omtrent de Heilige Geest.
Geen mondelinge overleve
ring meer van de levende
stemmen der apostelen, maar
geschriften, authentieke en
apocriefe een canon. Geen
dynamische gemeenten meer,
maar een kerkorganisatie,
een palimpsest boven de óf-ga-
nisatie van het Romeins^^n^,.
perium. Het absurde i$' dat
de wachtkamer langs het
perron van aankomst uitge
bouwd wordt tot een hotel,
dat het karakter van een
permanent verblijf verkrijgt
Christus komt niet, maar wel
komen er theologieën en
schisma's. Door inseminatie
ontstaat een nieuw menselijk
gewas: een kerk met vaders,
met een geschiedenis, en met
gebouwen die soms de
eeuwen verduren. Hoe langer
de kerk bestaat, des te vager
haar oorsprongen zich afte
kenen. Reformatoren staan
op, die zowel hun sterke
kanten als hun tekortkomin
gen op hun volgelingschap
projecteren, die daarmee
blijft opgescheept zitten als
met natuurlijke grenzen.
Duitsland is nooit boven Lu
thers gebrekkige politieke
inzicht uitgekomen, en de
calvinistische kerken hebben
te weinig oog gehad voor de
vrouwelijke accenten. Er ont
staan wetenschappen: kerkhis
torie, kerkrecht, dogmenge-
schiedenis enz. En nu Hij zo
heel lang wegblijft verstaat
de westerse wereld de taal
van de kerk zelfs niet meer;
het evangelie moet worden
vertaald, niet alleen letter
lijk voor de buitenposten,
waar de kerk nog dynamisch
is, maar ook zakelijk, door
een scheiding tussen mythe en
boodschap, voor het reeds
meer dan halverwege ont
kerstende westen (zo meent
men althans).
Ontreddering
Wat een toestand, wat een
spraakverwarring, wat een
ontreddering! Het ging nog,
toen men kon spreken van
christelijke cultuur, van al-
lerchristelijkste majesteiten
van christelijk Nederland,
van... organisaties voor een
christelijke beoefening van
de letterkunde. Het ging nog,
toen de mannenbroeders pa
radeerden en men naar de
stembus optrok als een soort
neo-Israël. Het gaat ook nu
nog wel, als men het inte
rimkarakter maar als hal
verwege permanent ver
klaart en zich verdiept in
wat de actuele kerkelijke
kwesties heten: oecumene,
gesprek met Rome, de ver
houding hervormd-gerefor-
meerd, werelddiakonaat»
tenminste, voorzover men
mee mag en mee kan praten,
want ook dit alles is werk
voor specialisten, deskundi
gen. De gewone man mag het
in de krant volgen en be
paalde figuren als vertrou
wensmannen uitkiezen, zijn
hart luchten in ingezonden
stukken, zich op vergaderin
gen laten toespreken, bro
chures kopen, als hij tenmin
ste niet helemaal van de
sokken wordt geveegd door
het hem dagelijks opgedron
gen, dubieuze amusement.
Verademing
Welk een verademing in
deze helse toestand, in een
tijd die dóórstroomt als wa
ter uit een dolle kraan, de
eenvoudige, eerlijke, bezielde
stem van een christendichter
te horen. Een historicus nog
al liefst, maar die aan al dit
horizontalisme ontsnapt in de
korte, begenadigde ogenblik-
yprtfcaal wordt
schrijft. Zo eerlijk schrijft,
dat ook het renaissancisti
sche erfgoed (in de eerste
helft van de bundel) levend
wordt, en ook het bodem-
eigene, het spreken van
bloed en voorgeslacht (waar
bij we gelukkig niet meer
aan nazisme hoeven te den
ken). Ik bedoel de dichter J.
W. Schulte Nordholt in zijn
nieuwe bundel Het Weefsel
Gods, een uitgave van Bert
Bakker/Daamen NV, Den
Haag (59 blz., 5,90). Merk
waardig dat tot aan het vers
Inspiratie, halverwege de
bundel de verzen pre-christe-
lijk kunnen heten, terwijl
daarna het getuigenis van
een persoonlijk geloof steeds
duidelijker doorklinkt. Zo
verkrijgt de bundel een
prachtige structuur.
Jazeker, ik beschrijf met de
ze hand
de tomeloze chaos der na-
ik leg de teugels aan van
maat en duur,
ik noem de namen, ik leg het
verband.
i de
Roomskatholieke Diem-familie.
de Fransen uit dit Aziati- waartoe ook Mevrouw Nhu be-
hun nederlaag bij hoorde) te breken.
Na zijn bekendste boek The
Devil's Advocate werd deze roman
>ver hetgeen zich in Rome zou
cunnen afspelen bij de verkiezing
.•an de paus. een fascinerend ver-
laai, dat overal ter wereld door
Dien Bien Phoe, ligt als Amber
ley In Saigon aankomt nog nie'
zo lang in het verleden.
Amberley is uit Japan i
Van zijn regering in Washingtoi
ïeeft Amberley de opdracht ont
vangen deze Cung duidelijk
iet uiterste te behartig'en In Ja
pan is hij aanhanger van het Zen
Boeddhisme geworden en al direc
i»Aritfei mof errofe waaniorinc biJ aankomst in Zuid-Vietnam
«rd bïïr<£. wordt de nieuwe ambassadeur ge-
•ezigheid der Amerikanen.
Eén geheel
ueurc nei: „ik zag nei gezieni van
Vaak verbluffend heeft Morris de oude man. Het was bedekt met a*'strijdkrachten tegen de guer-
- J*- -n gekroond door de vlammen: c vnn T*"
-mtr zijn ogen ware® gesloten
MORRIS WEST
kaanse dilemma, dat ook nu nog
precies zo is: „Onze strijdkrach
ten vechten een oorlog die we
niet kunnen winhen en nie!
durven verliezen
Duidelijk toont West aan, dat die
Amerikanen niet i® Vietnam zijn
uit pure liefdadigheid. Dit is een
inderdeel van de eerste boodschai
van Amberley aan president Cung
,Als u niet in staat bent d<
schelding tussen Christenen er
Boeddhisten op te heffen, de intn
ges van uw generaals en ambtena
ren te doen beëindigen, zou u wc
eens alleen kunnen komen te staar
zonder geld. wapenen of Amc
•ikaanse troepen."
President Cung antwoord?
..Bent u werkelijk bereid om hic;
weg te trekken en Cambodja. Lao?
en Thailand in elkaar te lateri
storten als een kaartenhuis? Dit is
uw laatste bruggenhoofd iij Azië.
En u verwacht van mij een won
der. U wilt van mij, dat ik
eenheid breng onde' veertien mil
joen Viets, "ITiais, Muongs, Yaos,
Miaos, Chinezen, Khmers cn
Chams. Dat is een onmogelijk
heid."
Verstrikt.
Maar hoe verder het verhaal
vordert, hoe dieper de man
Amberley (die e«n eerlijke po
ging wilde doen) verstrikt raakt
in de intriges, die in Saigon
worden geweven, ook en vooral
door zijn eigen geheime agenten
onder leiding van Yaffa.
Het complot der generaals tegen
Cung wordt door Washington ge
steund. Niet officieel, want dit zegt
Amberley's chef in Washington:
.Er staat niets op schrift. Er zijn
geen formele opdrachten. Als de
generaals winnen, hebben wij er
niet aan meegedaan. Als zij verlie
zen, zul jij worden overgeplaatst
an komt er een nieuwe man om
met het blijvende regiem van
Cung opnieuw te beginnen"
En Amberley wordt de man-in-
gewetensnood. die moet beslissen
over het levam van Cung. Want hij
moet sanctie geven aan het com
plot der generaals en hii be
schouwt zich als degene, die straks
de dood van Cung op zijn geweten
«1 hebben.
De laatste hoofdstukken laten
\mberlev zien als een eenzaam
mens, die in de vermorzelende
riolen der politieke intriges te-
•echt Is gekomen en er zelf geeste-
■jk aan ten onder dreigt te gaan
Morris West wil zijn lezer dan
'oen geloven, dat hij die innerlij-
e rust uitsluitend vindt, dank zij
Ie Japanse monnik, die Amberley
o aanraking heeft gebracht met
et Zen-Boeddhismt
Ondanks dat, is The Ambassadoi
>eh een boek geworden, dat een
'-•er grote indruk achterlaat. Niet
Heen v<*n het schrijverstalent van
Morris West. maar ook van zijn
inzichten in hetgeen in
Ik trek de lijnen der geschie
denis,
de lasso's teken ik van zon
en maan.
O wereld waar ik in zal
ondergaan,
raadsel van orde, die de
mijne is.
En toch, en toch, er is een
ogenblik
dat mij uit al mijn zekerheid
bevrijdt.
In regen van ontferming
schrijf ik neer,
in zonlicht van verrukking:
hier ben ik,
en daar zijt Gij, en alles wat
ons scheidt,
verbindt ons pas: Gij zijt
mijn God en Heer.
Hymnisch
icherpe inzichten in he
2uid-Vietnam aan de orde
J. VAN H.
Ik kan wel juichen, alleen
al als ik naar het (overigens
fraai uitgegeven) boekje
kijk: het is dus mogelijk dat
het Evangelie via de erva
ring dichterlijk stem ver
krijgt, ook vandaag, nu de
poëzie al het hymnische
kwijtgeraakt is en probeert
uitdrukking te geven aan een
volstrekte diesseitigkeit: ex
perimenten die boeien maar
nooit verrukken. Dit dicht
werk is in wezen hymnisch,
maar nergens dithyrambisch
en ook daar ben ik blij om.
Want bij de dithyrambe pro
beert de dichter over te gaan
in een hogere taal: hij staat
aan zijn eigen grenzen te
stamelen, maar wat hij door
geeft is panorama, zij het
dan van een hoog punt ge
zien. Het hymnische is moge
lijk door openbaring vanuit
de buitenmenselijke sfeer,
een openbaring die aanvaard,
geloofd en doorleefd is. Maar
dan is ook de nederige hou
ding de meest adequate, het
eenvoudige woord het aange
wezene, het ophouden met
het vers als men niet meer
weet een gebod van waar
achtigheid.
Onzeewaardig
„Wat ons scheidt, verbindt
ons pas", een uitspraak van
veel groter betekenis en be
lang dan de dichter, onder
h$t Schrijven heeft beseft en
daarom met geen goud te
betalen. Het kan niet anders,
of ook hij lijdt aan het
interim-karakter van ons al
te oude christendom. Want
het scheepken onder Jezus'
hoede is onzeewaardig ge
worden door een historische
vracht aan schelpen en wier
dat zich aan de kiel heeft
gehecht. Juist de historicus,
die altijd bezig is het verle
den als levend te zien, zo hij
geen stoffige kamergeleerde
is, lijdt aan de historie. Zon
der de Geest dreigt de kerk
in haar eigen historie te
verstikken. Geen wonder dat
de Pinkstergroepen zich
daaruit proberen te bevrij
den door een m.i. geforceerd
emotionalisme. Daarentegen
proberen traditionalisten het
evangelie in verouderde vor
men verpakt te houden. Het
is moeilijk. Daarom is een
bundel als deze (voor goede
lezers!) zo belangrijk, en dat
wel voornamelijk als belofte,
nog niet als vervulling. Ik
heb de indruk dat Schulte
Nordholt zijn beste werk nog
schrijven moet, en schrijven
gaat. Hij heeft nooit meer
gezegd dan hij dichterlijk
verantwoorden kan, maar als
iemand die zich zozeer in
strument weet en zo ge
schoold is, vandaag of mor
gen meegesleept wordt op
bredere adem, dan kan
Verschijnsel
Er is aan zijn poëzie niets
mysterieus of onverklaar
baars, zodat men er geen
studie over behoeft te schrij
ven. Ik heb daarom in deze
aankondiging de bundel al
leen als versohijnsel laten
zien, in de context van de
huidige situatie. Neem daar
om en lees, bijvoorbeeld ook
dit vers, waarmee ik besluit:
BIDDENDE
Uit fluisterende toegespitste
woorden
en uit gebaren biddende om
hoog,
uit het in deemoed opgesla
gen oog,
ontstaan de snoeren en
liefdekoorden
waarmee Gods groot gebouw
wordt opgericht,
gegrondvest op het zuchten
van de zielen
die hier op aarde bevend
nederknielen,
hun hartstocht brengt de en
gelen aan 't licht.
Knielende in de kerk zie ik
verschijnen
diep in het duister van mijn
oog dat bidt
aanvankelijk in ijle, licMe
lijnen
en dan steeds scherper stra
lend, zilverwit,
de mensenzoon die in het
zonlicht zit,
tn glorie tronend op het lied
der zijnen.
G RIJNSDORP