Oostduitse vrouw van gezin losgemaakt het Kw EENS? I Nieuwe kamerplant: Uw ervaringen met logees KAMPEERVAKANTIE - ook vrij voor moeders? Kindermishandeling meer openbaarheid BBBD DIPLADENIA Het financiële lot van de gehandicapte huisvrouw ffl ZATERDAG 31 JULI 196S [JET was een vrouw die het voorspel aankon digde, en het speelde zich allemaal af ach ter de Berlijnse muur. Hilde Benjamin, de minister van justitie van het communistische Oost-Duitsland introduceerde onlangs in Oost- Berlijn een nieuwe gezinswet. Uit het ontwerp deelde zij enkele bijzonderheden mee. Daaruit blijkt wel dat de honderd en elf paragrafen van die wet vele bepalingen bevatten, door welke het communistisch regime het familieleven ste vig in zijn greep houdt. De nieuwe gezinswet komt onder het mom van een pseudo-moderne levensopvatting. Oppervlakkig gezien is de wet een erkennirig van de maatschappe lijke zelfstandigheid van de vrouw. Hierdoor wordt het feit echter niet gecamoufleerd dat in naam van die wettelijke gelijkheid een radicale gelijkschakeling plaats vindt. Het verschil in aard tussen man en vrouw wordt met één hand van de tafel geveegd. Moeder-zijn is wel de meest specifieke functie van de vrouw die ze aan niemand kan delegeren. Maar ook die taak eist de SED, de communistische eenheidspartij van Oost- Duitsland, voor zich op. Zij wil op deze wijze extra arbeids krachten vrijmaken, en een nóg grotere invloed op de op voeding van de kinderen uitoefenen. Het grote aantal jonge mensen onder de miljoenen Oost- Duitsers die tot de oprichting van de muur op die zwarte dertiende augustus 1961 uit de oostzone vluchtten, heeft op de arbeidsmarkt „achter de muur" een diepe invloed uit geoefend. De gevolgen doen zich nu nog gelden. Voor een deel overbrugden de communis ten het verlies aan arbeidskrach ten door steeds meer gepensio neerden en huisvrouwen TTOEWEL kamperen een heerlijke vorm van va kantie houden is, moet ons toch van het hart, dat er voor de moeders nog heel wat werk te verrichten blijft. Natuurlijk, er hoeven geen ramen gezeemd te worden, geen trappen ge sopt, geen meubelen in de was gezet. Maar er blijft nog genoeg over. Het dage lijkse wasje van de kleuter- kleertjes, die o zó zwart worden van de bossen of duinen, het opruimen van de tent, het boodschappen doen en het eten koken. Het vereist echt wel organisa tie-talent om alles op rolletjes te laten lopen. Het wordt zo gauw een troep in de tent, dus moet alles direkt opgeruimd worden. Maar dan wel op zo'n manier dat het direkt weer gepakt kan worden als het no dig is. Hoe vaak worden de kinderen per dag niet verkleed in onze Nederlandse zomers! 's Morgens is het fris, dus warme trui en lange broek. Om een uur of elf breekt het zonnetje door, dus lange broek uit, trui uit, korte broek en bloesje aan. Een duur daarna, een regenbui. Weer verkleden. Als u dat per dag eens optelt, bent u echt wel wat kwartiertjes bezig geweest met verkleden. Niet dat wij, moeders nu gaan klagen, maar een taakverdeling tijdens het kamperen, waarvan overbodig. We heb ben onze rust wel nodig, denk maar eens aan die gevulde wasmand als we weer thuis zijn Nu nog enige tips over het bewaren van de levensmidde len in de tent. Licht bederflijke stoffen, zoals melk, worst, vlees en ook boter mogen speciaal bij hogere temperaturen niet bewaard worden tot de volgende dag. Brood kan in brood trommel of goed af gesloten plastic zak worden bewaard, evenals rijst, haver vlokken en aard appelen. Potjes mar melade, jam of ho ning moeten goed gesloten worden, en liefst in een plastic zak bewaard worden met het oog op vlie gen en andere insec ten. Voor het reini gen en bereiden van voedsel drinkwater gebruiken. Ook voor de afwas (dan zo mo gelijk heet water). pet. van alle vrouwen en meisjes in Oost-Duitsland die hiervoor de leeftijd hadden in hétweveV'W de ders met twee kinderen is maar tij, vakbond en officiële instan ties voeren sedert enkele jaren een krachtige campagne onder de huisvrouwen met het doel ze te winnen voor het produktie- apparaat. Zij prijzen de econo mische onafhankelijkheid van de vrouw als een wezenlijke voor waarde aan voor de wettelijke gelijkheid. Zó wordt de beroeps bezigheid van de vrouw tot een sociale verplichting verklaard. liefst 64,2, en die met drie kin deren 55,5 procent in het ar beidsproces opgenomen. Dat aantal moet nu echter hoger opgevoerd worden. oris zicaait moedi dochter uit als zij naar de school gaat, dit past bij de levensbe- schouwing van de ouders. Wil moeder daarbij voor halve dagen in de verpleging of is zij ge meenteraadslid? Best, allemaal uit vrije wil. Achter de muur daarentegen is het haar plicht te werken en worden de kinderen van staatsivege opgevoed. Vaste greep Hierdoor krijgt het regime de beschikking over meer ar beidskrachten en tevens een Wat tot nu toe alleen maar zekere greep op de opvoeding praktijk was, wordt tot wet van de kinderen. Want wanneer verheven. In 1963 werkte 68,8 beide ouders beroep uit- '«CSOKiQScfcSCScfcSC TTET is eenvou dig verbijste rend hoe sterk het sortiment ka- merplanten in de laatste jaren is toegenomen. Al lerlei exotische schoonheden, die een enkele keer konden be wonderen in de kas van een bui tenplaats of bota- nische tuin, staan nu te pronken in de etalages van de bloemenwin kels en zelfs op de bloemenmarkt. Zo is ook de Di- Rladenia in onze uiskamer terecht gekomen en speci aal Dipladenia san- deri „Rosea", met helderrose trom- petbloemen. waartegen de gele keel opvallend afsteekt. Afkom stig uit Brazilië, is deze slinger plant gewend aan een vochtig warm klimaat, zodat ze dus bij ons in de warme vochtige kas werd gekweekt. Nu zal ze zich dan aan de droge kamerwarmte moeten aanpassen. En als we een bloeiende Dipladenia kuj- gen. laat ze vaak in huis de knoppen vallen. Dat is de over- gang en we behoeven de moed nog niet op tejgeven dat er geen knoppen meer gevormd zullen worden. De plant kan zich nog best 'herstellen, als we haar maar goed behandelen. Ze krijgt een plaats in het volle 1 licht, dus niet achter een vi- 1 trage, waar 's zomers alleen en- kele uren tegen middagzon ge- i schermd wordt. Afhankelijk van de min of meer droge kamer- warmte, gaan we er dagelijks of om de dag met de bloemen- spuit overheen. Dat is belang rijker dan veel gieten op de aarde, want de wortels zijn ge- voelig voor te veel vocht, voor al in de winter. In groei- en bloeitijd krijgt de plant om de 14 dagen kamerplantenmest. Veel luchten in de zomer, maar oppassen voor tocht. Bij voorkeur heeft de Dipla denia regenwater en in elk geval schuwt ze te veel en te koud water. Dus leidingwater altijd, dus ook 's zomers, 24 uur in de kamer laten staan. Zoals gezegd heeft deze oer woudbewoner de warmte lief en laat ze zich goed kweken bij 18—20 gr. C. 's Winters moeten we oppassen dat de tempera tuur niet onder 15 gr. C daalt. Dan valt haar rusttijd, waarin ze nog minder water krijgt op de aarde en niet bemest wordt, tot er weer groei in zit oefenen worden de kinderen noodgedwongen in staatsinrich tingen opgeborgen. Door de nieuwe wet wordt een belijde nis van trouw-en-loyaliteit tegenover de staat tot wezenlijk kenmerk van de opvoeding ver klaard. De staat ziet zich een reeks mogelijkheden geopend om bij „opvoedingsmoeilijk heden" in te grijpen, dat wil zeggen: de belijdenis van trouw af te dwingen. In paragraaf 42 is dit als volgt gedefinieerd: „De staats burgerlijke taak van de ouders is de opvoeding van hun kinde ren tot een socialistische instel ling ten aanzien van het leren en van het werk, tot achting van de werkende mens, tot het op volgen van de regels van de socialistische samenleving, tot solidariteit, tot socialistisch patriottisme en internationa lisme. De ouders dienen nauw met de school en de jeugdorga nisaties van de staat samen te werken." De laatste zin klinkt alleszins acceptabel, maar de staat schuilt als een adder on der het gras. 1SHR neemt stappen De dames W. J. Luitse en Van Riet waren bijzondere gasten op een vergadering #van de Nederlandse Huis- houdraad. Mejuffrouw Luitse is hoofd van de afdeling Arbeidstherapie van het revalidatiecentrum De Hoog straat te Leersum, mejuf frouw Van Riet is haar mede werkster. Uitvoerig werd gesproken over de rechtspositie van de gehan dicapte huisvrouw. Bij dit ge sprek werd een vergelijking met het buitenland getrokken. Daar wordt het werk van de huisvrouw als beroep aan gemerkt. Dientengevolge valt ze onder dezelfde sociale wet ten als elk ander. De vraag was .nu, of dit ook_ in ons land te verwezenlijken is en of het nog wel nodig zal zijn, nu de Algemene Bijstandswet op 1 ja nuari j.l. in werking is getreden. Eenstemmig waren de dames van mening, dat deze wet in onvol doende mate in dezen voorziet. Met betrokken instanties zal over dit onderwerp contact worden gezocht om over het financiële lot van de gehandicapte huis vrouw overleg te plegen. Mochten deze stappen niet het gewenste resultaat opleveren, dan zal de NHR zich nader be raden op welke wijze dit pro bleem kan worden aangepakt. Een brandend vraagstuk in de tegenwoordige maatschappij is dat van de kindermishandeling. Kindertjes die „van de trap zijn gevallen" komen in ziekenhui zen terecht, waar de behande lende geneesheer vaststelt, dat de opgelopen verwondingen onmogelijk het gevolg van een val kunnen zijn. Een hoge officier mishandelt een kind dat hem hindert; meis jes worden aangerand; een kind verdwijnt.... het stoffelijk over schot wordt enige dagen later gevonden. Is inderdaad de misdadigheid op dit gebied sterk toegenomen? Slaan ouders hun kinderen meer dan vroeger, soms met vreselijke gevolgen? Is er spra ke van een algemene verru wing? Worden meer misdrijven met een sexuele achtergrond gepleegd dan vroeger? Volgens de statistische gegevens is dit niet het geval: deze zaken tre den echter veel meer in de openbaarheid dan vroeger. Al leen wat betreft de zedenmis drijven is 'net juiste aantal on bekend: vaak zijn de slachtof fers niet bereid aangifte te doen van hetgeen hen is overko men. Een moeilijkheid over het mishandelde kind dat onder medische behandeling is gesteld is: of de geneesheer aangifte moet doen van de mishandeling. Zou hij bv. daartoe verplicht worden, dan bestaat de kans dat men het slachtoffertje van ouderlijke „tucht", ook al niet meer naar de dokter brengt. Het is een dilemma waarover velen in medische kringen zich thans het hoofd breken. Zakspiegeltje met lampje In de foyer of garderobe van de schouwburg of concertzaal, valt het vaak niet gemakkelijk uw lippen bij te werken of andere onderdelen van het uiterlijk te verzorgen, omdat u niet voldoende licht heeft om dit met de nodige nauwgezet heid te doen. Tegenwoordig is dat geen probleem meer, er bestaan nu zakspiegeltjes met een lampje, gevoed door een batterij. Ze worden in West-Duitsland ge maakt en kosten daar ongeveer vier en een halve gulden. Onmogelijk Dipladenia sanderi „Rosea", een kamerversiering tan de laatste tijd. i dc H daarom wordt de" plant, hetzij vlak na de bloei, hetzij in het voorjaar, na de rust flink ingesnoeid (februari, maart). Als ze weer ranken vormt, steun geven van tonkinstokken. een piramide of hoepel van ijzerdraad. terwijl ze ook langs een kozijn of de wand van een kasje geleid kan worden. Tegelijk met het msnoeien kan ze verpot worden, als de pot te klein wordt. Dit bemer ken we meestal wel aan de wortels, die uit het potgat groeien. De oude potgrond wordt met een houtje tussen de wortels verwijderd en als grondmengsel nemen we bij voorkeur blad- en bosgrond, fijne klei, oude koemest, turf molm en scherp zand. Natuur lijk kunnen we het proberen in kant en klare potgrond van een goed merk. maar wat extra koemest (droog verkrijgbaar bij de zaadhandel) er door is altijd wenselijk. Eerst een laag pot scherven op de bodem leggen voor een goede drainage omdat de wortels gevoelig zijn voo veel vocht. Afgesnoeide toppen en e\ tueel stengelstukken van 610 cm lengte kunnen als stek ge- i bruikt worden. De onderste blaadjes verwijderen en z cm diep in bladaarde met scherp zand steken, op een warme plaats, maar niet in de zon. Water geven en een plastic zak er over. die we pas lang- laten zakken als er groei Dit betekent dat ouders in de toekomst reeds dan hun op- opvoedingsplicht verwaarlozen wanneer zij proberen, hun kin deren van medewerking aan organisaties van de staat af te houden. Dat gebeurde nogal eens. Die geluidloze vorm van verzet der ouders wordt in de toekomst onmogelijk gemaakt, willen zij tenminste de maat regelen vermijden waarmee ze in paragraaf 50 wegens het ..in gevaar brengen van de opvoe ding" worden bedreigd. Door deze maatregelen wordt het mogelijk ouders „bepaalde plichten" op te leggen: de op voeding buiten het ouderlijk huis te doen plaats vinden of de ouders het recht op de op voeding van de kinderen helemaal te ontnemen. Zelfs het laatste restje van de particuliere sfeer van het huwe lijk wordt hiermee onder staats controle gebracht. Want de voorlichting wordt voortaan verschaft door „adviesbureaus voor huwelijk en gezin" uiter aard over ..echte socialistische farr betrekkingen". Poez en-caiiape i zit AC. MULLER-IDZERDA De Engelsen zijn grote dieren liefhebbers. Het is dan ook in Engeland dat kattenliefhebbers nu voor hun poes een comforta bel canapeetje kunnen kopen, gevuld met zacht schuimrubber en overtrokken met plastic in schotse ruiten. Het poezebed kan plat worden opgevouwen: dat is gemakkelijk als poes eens uit logeren gaat. Als speelgoed voor dit huisdier bedacht een vindingrijke geest nog een rub ber muis met een belletje in het binnenwerk. Voor muzikale poezebeesten is er een plastic bal die van binnen een rateltje heeft dat een tweetonig muziek je produceert. Als u het ons vraagt, willen de Britten van poeze-béésten poeze-ménsen maken. Wij den ken dat poes nog meer verrukt is van gewoon een zonnig gras veldje en eventueel een vette muis! huis hebben kan erg gezellig zijn, maar wat wij lazen in de brief van mevr. A. J. te D. H. heeft ons wel zeer ver baasd. Enfin, leest u zelf maar: Jaren geleden was er een feestelijke bijeenkomst van de Chr. Meisjes- of Vrouwen bond. In het kerkblad stond een oproep om een of twee logées gratis te herbergen. De gasten betaalden zelf hun reis, maar geen logies. Ik gaf mij op voor twee logées (meisjes), maar kreeg een meisje met haar moeder voor twee dagen. Gingen we de stad in, dan lieten ze mij de tram en eventuele consump ties betalen, in hun slaapka mer was het een geweldige rommel, overal kleren, kam men met haar, toiletspullen, enz. De dames hadden het reuze naar hun zin, zo zelfs dat ze mij vroegen of ze nog een paar dagen mochten blijven. Ik vond het goed, maar hoopte wel dat zij een vergoeding zouden geven. Zij zijn toen zes dagen gebleven, zonder één cent te betalen (ja toch, die ene keer dat ze bij mijn getrouwde dochter op bezoek waren, en mijn kleindochtertje haar spaar pot moest halen, waarin met veel vertoon één cent werd gedaan). Toen ze weg gin gen, zei mevrouw: „Bedankt voor alles en komt u bij ons ook maar eens een bakje drinken." Zij kwamen uit Groningen, en hadden een boerderij met veel vee, veel personeel. Een half jaar daarna, kreeg ik zowaar een pakket uit Groningen, en raadt u nu eens wat er uit kwam? Een ingebonden boek van de meisjesvereniging van tien jaar geleden, geel en oud. Er hing een briefje bij: „Uit dankbaarheid aan onze gastheer en gastvrouw". Een beetje triest eindigt mevr. J. haar brief met „Ik ben er nu niet boos meer om, maar denk er nog dikwijls over na hoe iemand die zó rijk is, van een gewoon werkmans gezin zó kan profiteren!" met deze handicap kampte onze lezeres mevr. J. R. tc H.: „Ik heb al jaren een streng zoutloos dieet en dat kan men niet helemaal nakomen als men er gens logeert. Het is dan gauw „voor een keertje geeft zo'n beetje zout toch niet". Maar al die ene keertjes is voor mij beslist te veel. Nu logeren we al tien jaar achtereen een paar weken bij een neef en nicht (zeventig jaar oud), en nicht kookt dan altijd voor mij apart. Ze maakt er altijd veel werk van en het smaakt dan ook heerlijk. U kunt u niet voor stellen hoe dankbaar we daar voor zijn, ik vind het een hele prestatie van mijn nicht." (Wij R!) Speelgoed Mevr. L. K. te L. heeft eens vijf logées tegelijk gehad, waarvan de moeder (een oude dame) nog nooit de zee gezien had. Zij schrijft: „De oude dame was daarvan erg onder de Mevr. G. K. te D. H. schrijft: „Wij hebben nogal eens kinde ren te logeren. Om ze op hun gemak te stellen geef ik ze een kinderkoffertje met allerlei leuke kleine speelgoedjes er in. Ik vraag ook altijd wat ze graag lusten met warm eten. Onze kleine gasten hebben het geloof ik wel altijd naar hun zin bij mij; ik kreeg pas ten minste een lief compliment van mijn zoon van veertien: „Ik kan echt zien dat u vroeger moeder geweest ben." Weekend Mevr. B. te G. krijgt nooit logées en ging ook nooit met vakantie. Op aandringen van haar schoonzusje is zij toen eens een lang-weekend naar haar toe gegaan; zij heeft het daar toen zo fantastisch leuk gehad en heeft er gelijk de smaak van uitgaan te pakken gekregen. Nu gaan zij ieder jaar met vakantie, en komen daar heerlijk van bij. „Maar, zo eindigt mevr. B. „dat éne, lange, heerlijke weekend in Rijswijk vergeet ik mijn leven niet. en als ik een boekje zou krijgen, gaat het naar mijn schoonzus, daar kunt u van op aan." Dieet gen, deed een stuk tule om mijn hoofd en gewapend met een handstoffer en een prulle- mand beklom ik het trapje onder de boom. Ik hield de prullemand onder de tros bijen en gaf een geweldige veeg met de stoffer langs de bijentros; een zware plomp in mijn mand waarop ik niet verdacht was, waardoor ik de mand op de grond liet vallen. Tegelijk zwermde de bijen om mij heen en ik wist niet hoe gauw ik van het trapje af moest komen. In de keuken bleef ik kijken wat de bijen zouden doen, ze vlogen allemaal weer op de tak, waaruit ik de gevolgtrekking maakte dat de koningin nog op de tak zat. Een kwartiertje daarna ging ik het nog eens proberen, maar nu zette ik de prullemand op de trap precies onder de zwerm bijen. Weer een paar fikse vegen, en ze zaten allemaal in de mand, compleet met de koningin. Ik zette de mand achterin de tuin, en later zagen we dc bijen in en uit vliegen. De buren vroe gen een paar dagen erna, of ik soms bijen hield, ik legde ze het geval uit. Zij hadden zelf ook bijenkorven, maar het wa ren hun bijen niet. Ik heb hen de gevulde prullemand gege ven, en 's avonds kwam de buurman met een paar stukken honingraat, geheel of gedeelte lijk gevuld met honing. We stonden er versteld van dat die nijvere bijen dat in een paar dagen verzameld hadden." 65-Jarigen indruk, zij kon er maar niet genoeg van krijgen. Ineens riep ze uit: „Hoe groot zijn Heer Uw werken." Bijen We eindigen met de brief van de heer P. S. te D. H.: „Wij waren met vakantie bij mijn schoonouders, die een grote tuin achter het huis hadden, waarin een enorme kastanje boom. De dag dat wij aankwa men, streek er een grote zwerm bijen op de takken van de boom. zo véél dat de tak ervan doorboog. Ik zou ze eens van- De lezers en lezeressen die ons een prettige vakantie toe wensten, danken wij vriende lijk. We hopen dat ook zij een prettige vakantie hebben. Hebt u het alweer achter de rug, dan wensen wij u sterkte voor het komende jaar! Het volgende onderwerp (dit voor vakantie houders van vorige week) luidt: Uw ervaringen als u 65 wordt. We willen allemaal oud worden, maar hoe is het om oud te zijn? Of voelt u zich niet oud? Bent u vóór pensioen op 60-jarige leeftijd, of draait u graag nog mee in het volle leven? Ieders levenservaring is anders, de uwe kan belangrijk zijn voor anderen. Pak dus papier en klim in uw pen, komt uw bijdrage in deze kolommen dan moogt u een pocket tege moet zien. Vergeet u niet de keuze van het boekje? Tot schrijfs! BIJ de machtig leuke brieven die ik deze week weer mocht krijgen, waren steeds goede wensen voor de va» kantie: je zult toch ook wel binnenkort met vakantie gaan.^ dan wens ik je.... Er is wat aarzeling hier $n daar: krijg je mijn brief nog wel. of ligt-ie een maand te sudderen? Heel be grijpelijk. en daarom zeg ik maar direct dat wij op het moment dat u deze woorden leest steeds ver der van u weg rollen. VOOR MIJ is nu de helft om. De fase van eindexamens achter de rug, overgang en rapporten, en de daarop vol gende ontspanning. Dan het gaan kamperen van bijna alle kinderen, de een hier, de ander daar, in binnen- en buitenland. De hilariteit bij de voorbereiding, het wegbrengen naar de trein, het verschrikkelijke winkelen met de ze en gene, in klam weer, in nat weer. de één een nieuwe slaapzak, de ander slippers en een trui en zeiljack en noem maar op. Op het laatst een stil huis met maar twee fietsen: die van de heer des huizes en die van de jongste zoon. Geen tafel uittrekken. Intiem eten met z'n drietjes. Een avond naar een dierenfilm. Behang kopen. Een ƒ3,98, terwijl het spul aan de rol ƒ16,75 per meter kost! Ik voel me blij en dankbaar en sop de vloer en laat het kind op het behang tekeer gaan_ met rvan Beatles Peugeots en Simca's TYAN een dagje naar vrienden U aan zee, 18 jaar bijpraten, en de eerste kampeerder komt weer thuis. Een was! Onherkenbare kledingstuk ken. Lieveheersbeestjes en heide vallen uit de fietstassen als ik ze eindelijk omkeer. Later, als ik eten kook, vinden we nog een lieveheersbeestje in de appelmoes. Die heeft zijn weg in ons huis al gevonden. En zo had ik dan gisteravond acht uur het laatste kind op één na weer thuis. Het was machtig leuk, zeggen ze alle maal. Zo'n woord neem je over, u ziet het bovenaan de brief. De een heeft een gat in de handpalm, is in een roestige spijker gaan leunen toen ze een stukje deed, een dronken man moest voorstellen en tegen de muur wankelde. De ander heeft een lepel verloren. De vol gende heeft stro in het haar. Maar er is niets gebeurd dat niet met weer een gorgelend bad en een duik in bed kan worden verhol pen. En dan, dankbaar overden kend wat ik heb opgevangen: woorden als dagsluiting, kernvor ming, de staf, de cheffen, da vragen, de gesprekken, begint voor mij de tweede helft. Zal de zon schijnen? Zullen er weer meisjes misselijk zijn van het ongewone hoog en laag en met de handen voor de oren zitten en kauwgom kauwen tegen de luchtdruk? Zal papa lang en pittig willen chauffe ren, of zal hij zich weldra willen ontspannen en het stuur aan on dergetekende laten? WAAR gaan we langs? We gaan nooit twee keer dezelf de weg, en wegen zijn er voldoende. Zullen we blij zijn? Of geprikkeld? Te energiek, of juist nog net zo moe van de voorbereiding dat we kalm op weg gaan? Zullen we zingen? Of suffen? Ik weet het niet Ik hoop dat er niet iemand tegen ons aanrijdt. Ik hoop ook dat wij geen stommiteiten zullen begaan. Ik hoop dat geen van de kinderen dom zal duiken in welk water dan ook. Maar ik weet niets. Toch, ik weet één ding: wij gaan ieder stuk voor stuk, het onbekende met graagte tegemoet Ja, ook de pech en de eventuele regen, ook de moeheid na de afstand, ook het eten en drinken. Mensen en din gen. GRAAGTE: Dat is het woord waar ik heen wilde, het is me ingegeven door een paar brieven van de laatste we ken. Nog steeds naar aanlei ding van het probleem van je kinderen-kunnen-loslaten. De me ningen in de brieven lopen nu uiteen. De een zegt: waarover zit die moeder toch te tobben, als haar kinderen gelovige kinderen zijn, nou, dan zal dat wel blijken, en als je eenmaal gelooft, raak je heus niet zo gauw buiten westen. De ander zegt: ja, zie je wel, je stoot je kinderen de wereld in en je weet niet half welke invloeden ze daar ondergaan. Zorg toch dat je je kinderen bij je houdt tot ze zelfstandig het leven in kunnen gaan. TTET LIJKT me dat de eerste LA brief wat te simpel denkt over gelovige kinderen. Het is namelijk niet zo dat een kind, b.v. een 15-jarige, te gen je zegt: moeder, ik geloof. Geloven, leren geloven gaat dik wijls samen met tussen anderen verkeren. Het groeit in ontmoeting en gesprek. Het heeft de sterke achtergrond van het ouderlijk huis nodig, de voortdurende belangstel ling en steun van ouders die weten dat zij nooit klaar zijn. Dat zij nooit kunnen zeggen: het is zo, uit. Maar dat zij van dag tot dag samen met hun kinderen moeten zoeken. Wie deze mening niet is toege daan: brief twee, die geeft dus een grotere zekerheid aan het kind, een echt „zo-is-het", maar leeft in angst dat het kind, ouder gewor den aan deze zekerheden zal gaan rukken, door „invloed van bui ten". Maar, zegt men dan, het kind hééft dan al wat, het bezit iets. Beide meningen zullen nog wel even naast elkaar blijven bestaan. We leven in een overgangstijd, kant terwijl ik voortrol: onderdruk nooit dc graagte in uw kind. In dat woord neem ik moed om te leven, hoop, liefde tot de mede mens, wie hij ook is, accepteren van goede en kwade dagen, op. In dat woord zit de belofte Gods eenvoudig gezegd in het lied: Zijn trouwe Vadcrogen zien alles van nabij, wie steunt op Zijn vermo gen, die redt en zegent Hij in dat woord zit het willen voort gaan, het enthousiasme van de angstloze mens. Zo wil ik graag gaan en u, waar u ook bent, een goede augustus-maand wensen. De volgende twee zaterdagen zal ik niet schrijven. De 21e stuur ik op, en de 28e hoop ik weer „in levende lijve" aanwezig te zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 11