Oostduitse vrouw van
gezin losgemaakt
het
Kw
EENS?
I Nieuwe kamerplant:
Uw ervaringen
met logees
KAMPEERVAKANTIE - ook
vrij voor moeders?
Kindermishandeling
meer openbaarheid
BBBD
DIPLADENIA
Het financiële lot van de
gehandicapte huisvrouw
ffl
ZATERDAG 31 JULI 196S
[JET was een vrouw die het voorspel aankon
digde, en het speelde zich allemaal af ach
ter de Berlijnse muur. Hilde Benjamin, de
minister van justitie van het communistische
Oost-Duitsland introduceerde onlangs in Oost-
Berlijn een nieuwe gezinswet. Uit het ontwerp
deelde zij enkele bijzonderheden mee. Daaruit
blijkt wel dat de honderd en elf paragrafen van
die wet vele bepalingen bevatten, door welke
het communistisch regime het familieleven ste
vig in zijn greep houdt.
De nieuwe gezinswet komt onder het mom van
een pseudo-moderne levensopvatting. Oppervlakkig
gezien is de wet een erkennirig van de maatschappe
lijke zelfstandigheid van de vrouw. Hierdoor wordt
het feit echter niet gecamoufleerd dat in naam van
die wettelijke gelijkheid een radicale gelijkschakeling
plaats vindt. Het verschil in aard tussen man en vrouw
wordt met één hand van de tafel geveegd.
Moeder-zijn is wel de meest specifieke functie van de
vrouw die ze aan niemand kan delegeren. Maar ook die taak
eist de SED, de communistische eenheidspartij van Oost-
Duitsland, voor zich op. Zij wil op deze wijze extra arbeids
krachten vrijmaken, en een nóg grotere invloed op de op
voeding van de kinderen uitoefenen.
Het grote aantal jonge mensen onder de miljoenen Oost-
Duitsers die tot de oprichting van de muur op die zwarte
dertiende augustus 1961 uit de oostzone vluchtten, heeft
op de arbeidsmarkt „achter de muur" een diepe invloed uit
geoefend. De gevolgen doen zich nu nog gelden. Voor een
deel overbrugden de communis
ten het verlies aan arbeidskrach
ten door steeds meer gepensio
neerden en huisvrouwen
TTOEWEL kamperen een
heerlijke vorm van va
kantie houden is, moet ons
toch van het hart, dat er
voor de moeders nog heel
wat werk te verrichten
blijft. Natuurlijk, er hoeven
geen ramen gezeemd te
worden, geen trappen ge
sopt, geen meubelen in de
was gezet. Maar er blijft
nog genoeg over. Het dage
lijkse wasje van de kleuter-
kleertjes, die o zó zwart
worden van de bossen of
duinen, het opruimen van de
tent, het boodschappen doen
en het eten koken.
Het vereist echt wel organisa
tie-talent om alles op rolletjes
te laten lopen. Het wordt zo
gauw een troep in de tent, dus
moet alles direkt opgeruimd
worden. Maar dan wel op zo'n
manier dat het direkt weer
gepakt kan worden als het no
dig is. Hoe vaak worden de
kinderen per dag niet verkleed
in onze Nederlandse zomers! 's
Morgens is het fris, dus warme
trui en lange broek. Om een uur
of elf breekt het zonnetje door,
dus lange broek uit, trui uit,
korte broek en bloesje aan. Een
duur daarna, een regenbui.
Weer verkleden. Als u dat per
dag eens optelt, bent u echt wel
wat kwartiertjes bezig geweest
met verkleden.
Niet dat wij, moeders nu gaan
klagen, maar een taakverdeling
tijdens het kamperen, waarvan
overbodig. We heb
ben onze rust wel
nodig, denk maar
eens aan die gevulde
wasmand als we
weer thuis zijn
Nu nog enige tips
over het bewaren
van de levensmidde
len in de tent. Licht
bederflijke stoffen,
zoals melk, worst,
vlees en ook boter
mogen speciaal bij
hogere temperaturen
niet bewaard worden
tot de volgende dag.
Brood kan in brood
trommel of goed af
gesloten plastic zak
worden bewaard,
evenals rijst, haver
vlokken en aard
appelen. Potjes mar
melade, jam of ho
ning moeten goed
gesloten worden, en
liefst in een plastic
zak bewaard worden
met het oog op vlie
gen en andere insec
ten. Voor het reini
gen en bereiden van
voedsel drinkwater
gebruiken. Ook voor
de afwas (dan zo mo
gelijk heet water).
pet. van alle vrouwen en
meisjes in Oost-Duitsland die
hiervoor de leeftijd hadden in
hétweveV'W de
ders met twee kinderen is maar
tij, vakbond en officiële instan
ties voeren sedert enkele jaren
een krachtige campagne onder
de huisvrouwen met het doel ze
te winnen voor het produktie-
apparaat. Zij prijzen de econo
mische onafhankelijkheid van de
vrouw als een wezenlijke voor
waarde aan voor de wettelijke
gelijkheid. Zó wordt de beroeps
bezigheid van de vrouw tot een
sociale verplichting verklaard.
liefst 64,2, en die met drie kin
deren 55,5 procent in het ar
beidsproces opgenomen. Dat
aantal moet nu echter hoger
opgevoerd worden.
oris zicaait moedi
dochter uit als zij naar de school
gaat, dit past bij de levensbe-
schouwing van de ouders. Wil
moeder daarbij voor halve dagen
in de verpleging of is zij ge
meenteraadslid? Best, allemaal
uit vrije wil. Achter de muur
daarentegen is het haar plicht te
werken en worden de kinderen
van staatsivege opgevoed.
Vaste greep
Hierdoor krijgt het regime
de beschikking over meer ar
beidskrachten en tevens een
Wat tot nu toe alleen maar zekere greep op de opvoeding
praktijk was, wordt tot wet van de kinderen. Want wanneer
verheven. In 1963 werkte 68,8 beide ouders
beroep uit-
'«CSOKiQScfcSCScfcSC
TTET is eenvou
dig verbijste
rend hoe sterk
het sortiment ka-
merplanten in de
laatste jaren is
toegenomen. Al
lerlei exotische
schoonheden, die
een enkele
keer konden be
wonderen in de
kas van een bui
tenplaats of bota-
nische tuin, staan
nu te pronken in
de etalages van
de bloemenwin
kels en zelfs op
de bloemenmarkt.
Zo is ook de Di-
Rladenia in onze
uiskamer terecht
gekomen en speci
aal Dipladenia san-
deri „Rosea", met
helderrose trom-
petbloemen. waartegen de gele
keel opvallend afsteekt. Afkom
stig uit Brazilië, is deze slinger
plant gewend aan een vochtig
warm klimaat, zodat ze dus bij
ons in de warme vochtige kas
werd gekweekt. Nu zal ze zich
dan aan de droge kamerwarmte
moeten aanpassen. En als we
een bloeiende Dipladenia kuj-
gen. laat ze vaak in huis de
knoppen vallen. Dat is de over-
gang en we behoeven de moed
nog niet op tejgeven dat er geen
knoppen meer gevormd zullen
worden. De plant kan zich nog
best 'herstellen, als we haar
maar goed behandelen. Ze
krijgt een plaats in het volle
1 licht, dus niet achter een vi-
1 trage, waar 's zomers alleen en-
kele uren tegen middagzon ge-
i schermd wordt. Afhankelijk van
de min of meer droge kamer-
warmte, gaan we er dagelijks
of om de dag met de bloemen-
spuit overheen. Dat is belang
rijker dan veel gieten op de
aarde, want de wortels zijn ge-
voelig voor te veel vocht, voor
al in de winter. In groei- en
bloeitijd krijgt de plant om de
14 dagen kamerplantenmest.
Veel luchten in de zomer, maar
oppassen voor tocht.
Bij voorkeur heeft de Dipla
denia regenwater en in elk
geval schuwt ze te veel en te
koud water. Dus leidingwater
altijd, dus ook 's zomers, 24 uur
in de kamer laten staan.
Zoals gezegd heeft deze oer
woudbewoner de warmte lief
en laat ze zich goed kweken bij
18—20 gr. C. 's Winters moeten
we oppassen dat de tempera
tuur niet onder 15 gr. C daalt.
Dan valt haar rusttijd, waarin
ze nog minder water krijgt op
de aarde en niet bemest wordt,
tot er weer groei in zit
oefenen worden de kinderen
noodgedwongen in staatsinrich
tingen opgeborgen. Door de
nieuwe wet wordt een belijde
nis van trouw-en-loyaliteit
tegenover de staat tot wezenlijk
kenmerk van de opvoeding ver
klaard. De staat ziet zich een
reeks mogelijkheden geopend
om bij „opvoedingsmoeilijk
heden" in te grijpen, dat wil
zeggen: de belijdenis van trouw
af te dwingen.
In paragraaf 42 is dit als
volgt gedefinieerd: „De staats
burgerlijke taak van de ouders
is de opvoeding van hun kinde
ren tot een socialistische instel
ling ten aanzien van het leren
en van het werk, tot achting van
de werkende mens, tot het op
volgen van de regels van de
socialistische samenleving, tot
solidariteit, tot socialistisch
patriottisme en internationa
lisme. De ouders dienen nauw
met de school en de jeugdorga
nisaties van de staat samen te
werken." De laatste zin klinkt
alleszins acceptabel, maar de
staat schuilt als een adder on
der het gras.
1SHR neemt stappen
De dames W. J. Luitse en
Van Riet waren bijzondere
gasten op een vergadering
#van de Nederlandse Huis-
houdraad. Mejuffrouw Luitse
is hoofd van de afdeling
Arbeidstherapie van het
revalidatiecentrum De Hoog
straat te Leersum, mejuf
frouw Van Riet is haar mede
werkster.
Uitvoerig werd gesproken over
de rechtspositie van de gehan
dicapte huisvrouw. Bij dit ge
sprek werd een vergelijking
met het buitenland getrokken.
Daar wordt het werk van
de huisvrouw als beroep aan
gemerkt. Dientengevolge valt
ze onder dezelfde sociale wet
ten als elk ander. De vraag
was .nu, of dit ook_ in ons land
te verwezenlijken is en of het
nog wel nodig zal zijn, nu de
Algemene Bijstandswet op 1 ja
nuari j.l. in werking is getreden.
Eenstemmig waren de dames van
mening, dat deze wet in onvol
doende mate in dezen voorziet.
Met betrokken instanties zal over
dit onderwerp contact worden
gezocht om over het financiële
lot van de gehandicapte huis
vrouw overleg te plegen.
Mochten deze stappen niet het
gewenste resultaat opleveren,
dan zal de NHR zich nader be
raden op welke wijze dit pro
bleem kan worden aangepakt.
Een brandend vraagstuk in de
tegenwoordige maatschappij is
dat van de kindermishandeling.
Kindertjes die „van de trap zijn
gevallen" komen in ziekenhui
zen terecht, waar de behande
lende geneesheer vaststelt, dat
de opgelopen verwondingen
onmogelijk het gevolg van een
val kunnen zijn.
Een hoge officier mishandelt
een kind dat hem hindert; meis
jes worden aangerand; een kind
verdwijnt.... het stoffelijk over
schot wordt enige dagen later
gevonden.
Is inderdaad de misdadigheid
op dit gebied sterk toegenomen?
Slaan ouders hun kinderen
meer dan vroeger, soms met
vreselijke gevolgen? Is er spra
ke van een algemene verru
wing? Worden meer misdrijven
met een sexuele achtergrond
gepleegd dan vroeger? Volgens
de statistische gegevens is dit
niet het geval: deze zaken tre
den echter veel meer in de
openbaarheid dan vroeger. Al
leen wat betreft de zedenmis
drijven is 'net juiste aantal on
bekend: vaak zijn de slachtof
fers niet bereid aangifte te doen
van hetgeen hen is overko
men.
Een moeilijkheid over het
mishandelde kind dat onder
medische behandeling is gesteld
is: of de geneesheer aangifte
moet doen van de mishandeling.
Zou hij bv. daartoe verplicht
worden, dan bestaat de kans dat
men het slachtoffertje van
ouderlijke „tucht", ook al niet
meer naar de dokter brengt.
Het is een dilemma waarover
velen in medische kringen zich
thans het hoofd breken.
Zakspiegeltje
met lampje
In de foyer of garderobe van
de schouwburg of concertzaal,
valt het vaak niet gemakkelijk
uw lippen bij te werken of
andere onderdelen van het
uiterlijk te verzorgen, omdat u
niet voldoende licht heeft om
dit met de nodige nauwgezet
heid te doen.
Tegenwoordig is dat geen
probleem meer, er bestaan nu
zakspiegeltjes met een lampje,
gevoed door een batterij. Ze
worden in West-Duitsland ge
maakt en kosten daar ongeveer
vier en een halve gulden.
Onmogelijk
Dipladenia sanderi „Rosea", een
kamerversiering tan de laatste
tijd.
i dc
H daarom
wordt de" plant, hetzij vlak na
de bloei, hetzij in het voorjaar,
na de rust flink ingesnoeid
(februari, maart). Als ze weer
ranken vormt, steun geven van
tonkinstokken. een piramide of
hoepel van ijzerdraad. terwijl
ze ook langs een kozijn of de
wand van een kasje geleid kan
worden.
Tegelijk met het msnoeien
kan ze verpot worden, als de
pot te klein wordt. Dit bemer
ken we meestal wel aan de
wortels, die uit het potgat
groeien. De oude potgrond
wordt met een houtje tussen de
wortels verwijderd en als
grondmengsel nemen we bij
voorkeur blad- en bosgrond,
fijne klei, oude koemest, turf
molm en scherp zand. Natuur
lijk kunnen we het proberen in
kant en klare potgrond van een
goed merk. maar wat extra
koemest (droog verkrijgbaar bij
de zaadhandel) er door is altijd
wenselijk. Eerst een laag pot
scherven op de bodem leggen
voor een goede drainage omdat
de wortels gevoelig zijn voo
veel vocht.
Afgesnoeide toppen en e\
tueel stengelstukken van 610
cm lengte kunnen als stek ge- i
bruikt worden. De onderste
blaadjes verwijderen en z
cm diep in bladaarde met
scherp zand steken, op een
warme plaats, maar niet in de
zon. Water geven en een plastic
zak er over. die we pas lang-
laten zakken als er groei
Dit betekent dat ouders in de
toekomst reeds dan hun op-
opvoedingsplicht verwaarlozen
wanneer zij proberen, hun kin
deren van medewerking aan
organisaties van de staat af te
houden. Dat gebeurde nogal
eens. Die geluidloze vorm van
verzet der ouders wordt in de
toekomst onmogelijk gemaakt,
willen zij tenminste de maat
regelen vermijden waarmee ze
in paragraaf 50 wegens het ..in
gevaar brengen van de opvoe
ding" worden bedreigd. Door
deze maatregelen wordt het
mogelijk ouders „bepaalde
plichten" op te leggen: de op
voeding buiten het ouderlijk
huis te doen plaats vinden of
de ouders het recht op de op
voeding van de kinderen
helemaal te ontnemen.
Zelfs het laatste restje van de
particuliere sfeer van het huwe
lijk wordt hiermee onder staats
controle gebracht. Want de
voorlichting wordt voortaan
verschaft door „adviesbureaus
voor huwelijk en gezin" uiter
aard over ..echte socialistische
farr betrekkingen".
Poez
en-caiiape
i zit
AC. MULLER-IDZERDA
De Engelsen zijn grote dieren
liefhebbers. Het is dan ook in
Engeland dat kattenliefhebbers
nu voor hun poes een comforta
bel canapeetje kunnen kopen,
gevuld met zacht schuimrubber
en overtrokken met plastic in
schotse ruiten. Het poezebed
kan plat worden opgevouwen:
dat is gemakkelijk als poes eens
uit logeren gaat. Als speelgoed
voor dit huisdier bedacht een
vindingrijke geest nog een rub
ber muis met een belletje in het
binnenwerk. Voor muzikale
poezebeesten is er een plastic
bal die van binnen een rateltje
heeft dat een tweetonig muziek
je produceert.
Als u het ons vraagt, willen
de Britten van poeze-béésten
poeze-ménsen maken. Wij den
ken dat poes nog meer verrukt
is van gewoon een zonnig gras
veldje en eventueel een vette
muis!
huis hebben
kan erg gezellig zijn, maar
wat wij lazen in de brief
van mevr. A. J. te D. H.
heeft ons wel zeer ver
baasd. Enfin, leest u zelf
maar:
Jaren geleden was er een
feestelijke bijeenkomst van
de Chr. Meisjes- of Vrouwen
bond. In het kerkblad stond
een oproep om een of twee
logées gratis te herbergen.
De gasten betaalden zelf hun
reis, maar geen logies. Ik gaf
mij op voor twee logées
(meisjes), maar kreeg een
meisje met haar moeder voor
twee dagen. Gingen we de
stad in, dan lieten ze mij de
tram en eventuele consump
ties betalen, in hun slaapka
mer was het een geweldige
rommel, overal kleren, kam
men met haar, toiletspullen,
enz. De dames hadden het
reuze naar hun zin, zo zelfs
dat ze mij vroegen of ze nog
een paar dagen mochten
blijven. Ik vond het goed,
maar hoopte wel dat zij een
vergoeding zouden geven. Zij
zijn toen zes dagen gebleven,
zonder één cent te betalen
(ja toch, die ene keer dat ze
bij mijn getrouwde dochter
op bezoek waren, en mijn
kleindochtertje haar spaar
pot moest halen, waarin met
veel vertoon één cent werd
gedaan). Toen ze weg gin
gen, zei mevrouw: „Bedankt
voor alles en komt u bij ons
ook maar eens een bakje
drinken." Zij kwamen uit
Groningen, en hadden een
boerderij met veel vee, veel
personeel. Een half jaar
daarna, kreeg ik zowaar een
pakket uit Groningen, en
raadt u nu eens wat er uit
kwam? Een ingebonden boek
van de meisjesvereniging van
tien jaar geleden, geel en
oud. Er hing een briefje bij:
„Uit dankbaarheid aan onze
gastheer en gastvrouw". Een
beetje triest eindigt mevr. J.
haar brief met „Ik ben er nu
niet boos meer om, maar
denk er nog dikwijls over na
hoe iemand die zó rijk is,
van een gewoon werkmans
gezin zó kan profiteren!"
met deze handicap kampte onze
lezeres mevr. J. R. tc H.: „Ik
heb al jaren een streng zoutloos
dieet en dat kan men niet
helemaal nakomen als men er
gens logeert. Het is dan gauw
„voor een keertje geeft zo'n
beetje zout toch niet". Maar al
die ene keertjes is voor mij
beslist te veel. Nu logeren we
al tien jaar achtereen een paar
weken bij een neef en nicht
(zeventig jaar oud), en nicht
kookt dan altijd voor mij apart.
Ze maakt er altijd veel werk
van en het smaakt dan ook
heerlijk. U kunt u niet voor
stellen hoe dankbaar we daar
voor zijn, ik vind het een hele
prestatie van mijn nicht." (Wij
R!)
Speelgoed
Mevr. L. K. te L. heeft eens
vijf logées tegelijk gehad,
waarvan de moeder (een oude
dame) nog nooit de zee gezien
had. Zij schrijft: „De oude
dame was daarvan erg onder de
Mevr. G. K. te D. H. schrijft:
„Wij hebben nogal eens kinde
ren te logeren. Om ze op hun
gemak te stellen geef ik ze een
kinderkoffertje met allerlei
leuke kleine speelgoedjes er in.
Ik vraag ook altijd wat ze
graag lusten met warm eten.
Onze kleine gasten hebben het
geloof ik wel altijd naar hun
zin bij mij; ik kreeg pas ten
minste een lief compliment van
mijn zoon van veertien: „Ik
kan echt zien dat u vroeger
moeder geweest ben."
Weekend
Mevr. B. te G. krijgt nooit
logées en ging ook nooit met
vakantie. Op aandringen van
haar schoonzusje is zij toen
eens een lang-weekend naar
haar toe gegaan; zij heeft
het daar toen zo fantastisch
leuk gehad en heeft er gelijk
de smaak van uitgaan te
pakken gekregen. Nu gaan
zij ieder jaar met vakantie,
en komen daar heerlijk van
bij. „Maar, zo eindigt mevr.
B. „dat éne, lange, heerlijke
weekend in Rijswijk vergeet
ik mijn leven niet. en als ik
een boekje zou krijgen, gaat
het naar mijn schoonzus,
daar kunt u van op aan."
Dieet
gen, deed een stuk tule om
mijn hoofd en gewapend met
een handstoffer en een prulle-
mand beklom ik het trapje
onder de boom. Ik hield de
prullemand onder de tros bijen
en gaf een geweldige veeg met
de stoffer langs de bijentros;
een zware plomp in mijn mand
waarop ik niet verdacht was,
waardoor ik de mand op de
grond liet vallen. Tegelijk
zwermde de bijen om mij heen
en ik wist niet hoe gauw ik
van het trapje af moest komen.
In de keuken bleef ik kijken
wat de bijen zouden doen, ze
vlogen allemaal weer op de tak,
waaruit ik de gevolgtrekking
maakte dat de koningin nog op
de tak zat. Een kwartiertje
daarna ging ik het nog eens
proberen, maar nu zette ik de
prullemand op de trap precies
onder de zwerm bijen. Weer
een paar fikse vegen, en ze
zaten allemaal in de mand,
compleet met de koningin. Ik
zette de mand achterin de tuin,
en later zagen we dc bijen in
en uit vliegen. De buren vroe
gen een paar dagen erna, of ik
soms bijen hield, ik legde ze
het geval uit. Zij hadden zelf
ook bijenkorven, maar het wa
ren hun bijen niet. Ik heb hen
de gevulde prullemand gege
ven, en 's avonds kwam de
buurman met een paar stukken
honingraat, geheel of gedeelte
lijk gevuld met honing. We
stonden er versteld van dat die
nijvere bijen dat in een paar
dagen verzameld hadden."
65-Jarigen
indruk, zij kon er maar niet
genoeg van krijgen. Ineens riep
ze uit: „Hoe groot zijn Heer
Uw werken."
Bijen
We eindigen met de brief van
de heer P. S. te D. H.: „Wij
waren met vakantie bij mijn
schoonouders, die een grote
tuin achter het huis hadden,
waarin een enorme kastanje
boom. De dag dat wij aankwa
men, streek er een grote zwerm
bijen op de takken van de
boom. zo véél dat de tak ervan
doorboog. Ik zou ze eens van-
De lezers en lezeressen die
ons een prettige vakantie toe
wensten, danken wij vriende
lijk. We hopen dat ook zij een
prettige vakantie hebben. Hebt
u het alweer achter de rug, dan
wensen wij u sterkte voor het
komende jaar! Het volgende
onderwerp (dit voor vakantie
houders van vorige week)
luidt: Uw ervaringen als u 65
wordt. We willen allemaal oud
worden, maar hoe is het om
oud te zijn? Of voelt u zich
niet oud? Bent u vóór pensioen
op 60-jarige leeftijd, of draait u
graag nog mee in het volle
leven? Ieders levenservaring is
anders, de uwe kan belangrijk
zijn voor anderen. Pak dus
papier en klim in uw pen, komt
uw bijdrage in deze kolommen
dan moogt u een pocket tege
moet zien. Vergeet u niet de
keuze van het boekje? Tot
schrijfs!
BIJ de machtig leuke brieven
die ik deze week weer
mocht krijgen, waren steeds
goede wensen voor de va»
kantie: je zult toch ook wel
binnenkort met vakantie gaan.^
dan wens ik je.... Er is wat
aarzeling hier $n daar: krijg je
mijn brief nog wel. of ligt-ie een
maand te sudderen? Heel be
grijpelijk. en daarom zeg ik maar
direct dat wij op het moment dat
u deze woorden leest steeds ver
der van u weg rollen.
VOOR MIJ is nu de helft om.
De fase van eindexamens
achter de rug, overgang en
rapporten, en de daarop vol
gende ontspanning. Dan het
gaan kamperen van bijna alle
kinderen, de een hier, de ander
daar, in binnen- en buitenland. De
hilariteit bij de voorbereiding, het
wegbrengen naar de trein, het
verschrikkelijke winkelen met de
ze en gene, in klam weer, in nat
weer. de één een nieuwe slaapzak,
de ander slippers en een trui en
zeiljack en noem maar op. Op het
laatst een stil huis met maar twee
fietsen: die van de heer des huizes
en die van de jongste zoon. Geen
tafel uittrekken. Intiem eten met
z'n drietjes. Een avond naar een
dierenfilm. Behang kopen. Een
ƒ3,98, terwijl het spul aan
de rol ƒ16,75 per meter kost! Ik
voel me blij en dankbaar en sop
de vloer en laat het kind op het
behang tekeer gaan_ met
rvan Beatles
Peugeots en Simca's
TYAN een dagje naar vrienden
U aan zee, 18 jaar bijpraten,
en de eerste kampeerder
komt weer thuis. Een was!
Onherkenbare kledingstuk
ken. Lieveheersbeestjes en heide
vallen uit de fietstassen als ik ze
eindelijk omkeer. Later, als ik
eten kook, vinden we nog een
lieveheersbeestje in de appelmoes.
Die heeft zijn weg in ons huis al
gevonden. En zo had ik dan
gisteravond acht uur het laatste
kind op één na weer thuis. Het
was machtig leuk, zeggen ze alle
maal. Zo'n woord neem je over, u
ziet het bovenaan de brief. De een
heeft een gat in de handpalm, is in
een roestige spijker gaan leunen
toen ze een stukje deed, een
dronken man moest voorstellen en
tegen de muur wankelde. De ander
heeft een lepel verloren. De vol
gende heeft stro in het haar. Maar
er is niets gebeurd dat niet met
weer een gorgelend bad en een
duik in bed kan worden verhol
pen. En dan, dankbaar overden
kend wat ik heb opgevangen:
woorden als dagsluiting, kernvor
ming, de staf, de cheffen, da
vragen, de gesprekken, begint voor
mij de tweede helft. Zal de zon
schijnen? Zullen er weer meisjes
misselijk zijn van het ongewone
hoog en laag en met de handen
voor de oren zitten en kauwgom
kauwen tegen de luchtdruk? Zal
papa lang en pittig willen chauffe
ren, of zal hij zich weldra willen
ontspannen en het stuur aan on
dergetekende laten?
WAAR gaan we langs? We
gaan nooit twee keer dezelf
de weg, en wegen zijn er
voldoende. Zullen we blij
zijn? Of geprikkeld? Te
energiek, of juist nog net zo moe
van de voorbereiding dat we kalm
op weg gaan? Zullen we zingen?
Of suffen? Ik weet het niet Ik
hoop dat er niet iemand tegen ons
aanrijdt. Ik hoop ook dat wij geen
stommiteiten zullen begaan. Ik
hoop dat geen van de kinderen
dom zal duiken in welk water dan
ook. Maar ik weet niets. Toch, ik
weet één ding: wij gaan ieder stuk
voor stuk, het onbekende met
graagte tegemoet Ja, ook de pech
en de eventuele regen, ook de
moeheid na de afstand, ook het
eten en drinken. Mensen en din
gen.
GRAAGTE: Dat is het woord
waar ik heen wilde, het is
me ingegeven door een paar
brieven van de laatste we
ken. Nog steeds naar aanlei
ding van het probleem van je
kinderen-kunnen-loslaten. De me
ningen in de brieven lopen nu
uiteen. De een zegt: waarover zit
die moeder toch te tobben, als
haar kinderen gelovige kinderen
zijn, nou, dan zal dat wel blijken,
en als je eenmaal gelooft, raak je
heus niet zo gauw buiten westen.
De ander zegt: ja, zie je wel, je
stoot je kinderen de wereld in en
je weet niet half welke invloeden
ze daar ondergaan. Zorg toch dat
je je kinderen bij je houdt tot ze
zelfstandig het leven in kunnen
gaan.
TTET LIJKT me dat de eerste
LA brief wat te simpel denkt
over gelovige kinderen. Het
is namelijk niet zo dat een
kind, b.v. een 15-jarige, te
gen je zegt: moeder, ik geloof.
Geloven, leren geloven gaat dik
wijls samen met tussen anderen
verkeren. Het groeit in ontmoeting
en gesprek. Het heeft de sterke
achtergrond van het ouderlijk huis
nodig, de voortdurende belangstel
ling en steun van ouders die weten
dat zij nooit klaar zijn. Dat zij
nooit kunnen zeggen: het is zo, uit.
Maar dat zij van dag tot dag
samen met hun kinderen moeten
zoeken.
Wie deze mening niet is toege
daan: brief twee, die geeft dus een
grotere zekerheid aan het kind,
een echt „zo-is-het", maar leeft in
angst dat het kind, ouder gewor
den aan deze zekerheden zal gaan
rukken, door „invloed van bui
ten". Maar, zegt men dan, het kind
hééft dan al wat, het bezit iets.
Beide meningen zullen nog wel
even naast elkaar blijven bestaan.
We leven in een overgangstijd,
kant terwijl ik voortrol: onderdruk
nooit dc graagte in uw kind. In
dat woord neem ik moed om te
leven, hoop, liefde tot de mede
mens, wie hij ook is, accepteren
van goede en kwade dagen, op. In
dat woord zit de belofte Gods
eenvoudig gezegd in het lied: Zijn
trouwe Vadcrogen zien alles van
nabij, wie steunt op Zijn vermo
gen, die redt en zegent Hij in
dat woord zit het willen voort
gaan, het enthousiasme van de
angstloze mens. Zo wil ik graag
gaan en u, waar u ook bent, een
goede augustus-maand wensen. De
volgende twee zaterdagen zal ik
niet schrijven. De 21e stuur ik op,
en de 28e hoop ik weer „in
levende lijve" aanwezig te zijn.