Nalatenschap Marius Richters
is dienstbaar
te maken
Van V issers vrouwenkoor
tot Mahalia Jackson
Marcellus Emants met
zorg geherwaardeerd
Kansen - ook voor kerkelijk Nederland
ROBERT A. HEINLEIN
kundige nestor der
„science-fiction"
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 12 JUNI 1965
In 1949 schilderde Marius
Richters „Het Visioen",
daartoe geïnspireerd door
Openbaringen I 12 - 20.
Compositie en kleurtoe-
passing doen denken aan
een fresco; hoog gehan
gen in een kerkgebouw
als wandschildering (dus
zonder lijst) zou dit kunst
werk zeker indruk maken.
velerlei wijze kunstkritisch be
sproken. die felkleurige landschap
pen. Richters eigen beeltenissen als
een constante reeks proeven van
zelfdoorsohouwing, zijn figuur
stukken en tekeningen. Doel van
dit artikel is niet, nog iets daaraan
toe te voegen. Ons gaat het nu om
een andere zaak en wel de vraag,
Aan Rotterdams Grindweg, van waar je nauwelijks tien
jaar geleden open zicht had op de toen nog ongerepte pol
der Honderd en Tien Morgen en je zelfs tot Delft kon kij
ken, daar ligt, overwoekerd door een vegetatie die vrjj spel
heeft, een oud huis. Eertijds een boerenbedoening, nu een
wonderlik stilte-eiland in de moderne jachtige grote stad.
Tien^ jaar geleden kwam er een einde aan de laatste ge
lukkige samenleving onder het dak van de pittoreske hof
stede. Haar laatste meester was niet een boer, maar de
kunstenaar en monumentale mens Marius J. Richters. Op
de achtste juni van 1955 moest hij, 77 jaar oud, zijn palet
voor goed uit handen geven.
Veel is er nog in
de tot verdwijnen
gedoemde woning,
dat aan Richters
herinnert. De spo
ren die hij van een
stoer en oprecht
leven heeft nagela
ten, zijn er voel
baar aanwezig. Wij
doelen nu niet op
zijn bij tientallen
achtergebleven
schilderijen en an
dere werkstukken,
die over het hele
huis, tot in gang
en op zolder, te
vinden zijn, maar
op de sfeer die
Richters opriep en
uitstraalde. Deze
sfeer is voor
degeen die daartoe
i soort fluï-
Wij hebben het
dezer dagen erva
ren, al pratende
met Marinus' doch
ter, de schilderes
Ietske Richters, en
gaande door wat
eens pronk en keu
ken, slaapstee en stal van de boer,
later home en atelier van een
kunstenaarsgezin was. En wij heb
ben de verrassing ondergaan van
een heel bijzondere lichtinval, die
ook Richters zo boeide en hem tot
schilderen bewoog.
Meer nog was er, dat er van
gewaagde: hier tintelde het leven,
nier werd die tinteling in verf
„vertaald", de bewondering van de
natuur en het verwonderd staan
tegenover Schepper en schepping
met brede toets neergeschreven.
Hier leefde een kunstenaar die er
in zijn werk blijk van moest
geven, gevitaliseerd te worden
door een zich meer cn meer
verinnerlijkend geloofsbeleven.
Wat de kunstenaar Richters te
zeggen had, heeft hij kunnen zeg
gen. Het werk is gedaan. Een
atelier wordt niet meer gebruikt
en nog maar zelden betreden. Het
raakt verscholen onder begroeiing,
die ook het licht heeft veranderd.
Een beetje desolaat ligt het erbij;
de tijd heeft er zijn tanden al
ingezet, want Ietske Richters kan
daar niet werken. De herinnerin
gen aan vader zijn er te sterk.
Gloeiend
Met de dochter gaan wij, ietwat
bevreemd, door het verlaten ate
lier. Haar gevoelige handen beroe
ren even de restanten van een
segment gebrandschilderd glas.
„Zijn kleuren waren zo gloeiend",
zegt ze, en in haar stem klinkt een
diepe verering van de vader door.
Zij denkt natuurlijk aan de rijke
beglazing van de Zuiderkerk, het
onbetwistbaar hoogtepunt in zijn
oeuvre, dat met de brand van
Rotterdam verloren ging.
Herinneringen zijn er overal en
bij elk stuk dat Ietske Richters uit
De schilderes Ietske Rich
ters woont nog altijd in het
oude huis aan Rotterdams
Grindweg en achter deze
voormalige boerderij staat
het atelier van haar vader.
Boven de schoorsteenmantel
in de voorkamer de „Water
weg bij Pernis" uit 1952,
een van Richters" laatste
werken.
Te zware last
In het oude huis, dat wie weet
hoe vlug voor stadsuitbreiding zal
moeten wijken, zijn zeker nog een
tachtig schilderijen alsook een aan
tal andersoortige werkstukken
aanwezig Het gaat niet aan. de
conserverende taak die veelom
vattend is op de schouders te
houden van een jonge vrouw al
leen. Zij heeft recht op een eigen
leven en op de mogelijkheid, onbe
last tot artistieke ontplooiing te
komen.
Al weten wij, dat Ietske Richters
zich aan de conservering van va
ders werk ook verder zou willen
wijden, toch menen wij hier te
mogen stellen, dat zijn kunst onder
de mensen hoort. Ze zijn „in
opdracht" gemaakt en al is het
waar. dat de boodschap niet in alle
werken even krachtig doorklinkt,
zij kunnen een functie hebben.
Wij behoeven ons niet blind te
staren op de bewering dat Rich
ters' kunst representante is van
een afgesloten tijdperk en dienten
gevolge de mens van nu minder
zou aanspreken. Niets is zo subjec
tief en dermate aan veranderingen
onderhevig als het aanvoelingsver
mogen en de appreciatie van de
mens. Voor menig kunstenaar vóór
Richters geldt, dat de waardering
van hun werk enorme schomme
lingen heeft vertoond. De geschie
denis zal zioh herbalen, dus ook de
tijdgeest en de smaak die
daaraan onderhevig is.
Heroriëntatie
huidige toon muziek maken? Ën
V eranderingen dienaangaande hoeverre doet de ir
doen zioh reeds voor, ingrijpend heroriëntatie alreeds
grote schaal. Men denke aan re verklanking vragen?
„Geef den Heiland het roer die n1™ °p de platen niet vaak
in handen" is de toepasselij- tegenkomt. Wat wel eens prettig
ke titel van een der vele blij" het *'nre mte^1
hetzelfde. De gevoelige, pietlsti-
grammofoonplaten uit het re- d0„ het bl,jkb„r
peitoire geestelijke liederen publltk no[ b„te.
van Artone waaruit we van- D, Ha»rl.mse koren rinien vrij
daag een greep doen. Het is g„,d ntm in leder iev.l het
een langspeelplaat van Sohe- Karakter van de liederen goed
veningse koren, een mooie uitkomen,
complete uitgave: alle koren, v
-S We noemen: Kom tot uw Hei-
dingenten en organisten op- iand <j0h. de Heer), Geloof, hoop
gesomd, de teksten op de en liefde (een ons onbekend lied
fraai vprliidhtf» Vinpc van Aanbidding en eer
iraai venucnte noes. van j Mich Haydni het melodieu
ze, vloeiende Engelse lied „Mijn
Scheveningen heeft een aantal herder is de Here God" van
uitstekende koren met prima diri- Irvine, vervolgens „Rijst op, rijst
genten. Wat op deze plaat geboden op voor Jezus", bekend genoeg,
wordt, is dan ook in het algemeen maar al met al toch maar bedenke-
welverzorgd. Gemengde koren, lijk met zijn „helden van het
mannenkoor, vrouwenkoor, samen- kruis", het „krijgsgeschal" en de
zang en solozang wisselen elkaar marsmuziek. Inniger zijn „Jezus
af. Bekende en geliefde liederen mijn Heiland" en „Ga mij niet
werden gekozen: Vaste rots van
mijn behoud en Grote God. wij
loven U (C.O.V. Prinses Juliana
o.l.v. Truus Massaar van Driel);
Psalm 66, Gezang 127 en Gezang
130 (gemeentezang o.l.v. Jaap Hil-
len); De dag door Uwe gunst
ontvangen en Staat op en strijdt
de goede strijd (Herv. mannenkoor
Scheveningen o.l.v. Henk Herzog)
Geef den Heiland het roer ir
handen en Zoals ik ben roept Gij deze grote-mensen-koren maar
lied een goede keus gedaan heeft.
In de eerste plaats laat hij maar
vier van de zes coupletten zingen,
terwijl er niet één gemist kan
worden. En vervolgens: wij vinden
de tekst van Michel van der Plas
eigenlijk wel heel speciaal voor
kinderen geschreven. Of nog
liever: voor een moeder die het
haar kleine kind voorzingt.
Verder op het plaatje: „Ik wil
mij gans U geven nu" van Hen
drik Andriessen, op tekst van
Guido Gezelle, en twee prachtige
Valerius-liederen: Gezang 199
„Hoe groot o Heer en hoe vervaar
lijk" en gezang 99 ..Here, kere van
ons af'. Zeer goede zang en een
prima opname. (EPLA 6683).
Nijverdal
VlANAAi» ::ïvf
iN HAAI
voorbij". Het volgende hadden
De Verenigde Chr. koren Nij
verdal. die we al eerder op de
plaat hoorden, zingen op Artone
EPPE 6679 onder leiding van
Henny Slettenhaar „De dierbre
Heiland", „Ik heb de vaste grond
gevonden" en de psalmen 139 en
87. Met name de laatste psalm is
een voorbeeld van klassiek zingen,
waaraan menig koor en menige
gemeente! zich kan toetsen.
Samenzang
Concordia o.l.i
Als ik Hem m
Frieda van der Kolk); Neem de zondagsschool, maar hier.... I1CC.
t t Boven Tenslotte nog behalve de bekende
liederen „Wandel maar stillekens
„Als g'in nood
het doodlopen van de abstracte
Wat
mij Heer, twee wat minder beken- de kinderen moeten overlaten:
de liederen (Chr. gem. zangver. ;,Dat ons lofbed vrolijk rij ze" is
A. J. Noordhoek); helemaal een kinderlied en de
kenne de alt melodie doet het ook best op de
>lk); Npcm Hp -r.ii ui
wereld, geef mij Jezus
de sterren daar zal üiHSi
lichten (jeugddienstkerkkoor Sche- achter Hem
vcningen o.l.v. Truus Massaar van gezeten" en ..Al den wegleidt mij
Driel), Heer wees m')n gids en mijn Heiland", twee minder be-
Heer blijf bij mij (Schevemngs kende: „Wees mijn Leidsman"
vissersvrouwenkoor o.l.v. Ary (componist?) en „Gij biedt. Jezus.
Schipper); Erekoning in uw wo- rust mij aan" (Joh. de Heer). Ook
ning en Neem mij gevangen Heer hier: teksten op de hoes (Artone
(Chr. gem. zangver. Volharding pls ififi)
leidt tot het doel o.l.v. Tilly
ants Jonker-Vrugt). De koren worden c. D
gang zijnde Nederland er meer "oog""voor" be- °p ,het orgel begeleid d°or Wim de OiraCh V3n DOCleg raven
ande- gint te krijgen dat ook de cultuur er' de gemeentezang door me-
deel van het leven is, kan zij juffrouw H. M. van der Vlies. Een Een derde uit deze reeks:
De al eerder genoemde Haarlem
se koren van Pieter de Jong
komen nog eens terug, aangevuld
met het Sions Jeugdkoor en het
Chr. gem. koor „Heemstede" o.l.v.
Teke Bijlsma, in een massale koor-
en samenzang in het Concertge
bouw te Haarlem. Vijf liederen die
het in community-singing wel
doen: Ik wandel in het licht met
Jezus, Kom tot uw Heiland, Ere
zij aan God de Vader, Voorwaarts
Christenstrijders en Daar ruist
langs de wolken. Prettig om naar
te luisteren. Maar de „Christen
strijders" konden best wat pittiger
lopen. Dat moet men het Leger
des Heils horen zingen! (EPLA
zijn geloofsbeleven. Nu protestants
Duo
i-figuratieve stromingen
fanatieke pogingen om tot
nieuw realisme te komen, een
oriëntatie die zich bijv. uit L_
pop art. gesteldheid
Deze oriëntatie kan ook in ande- °Pz'cbt
i Richters' kimst kunnen bijdragen aan het behoud
Treffend zijn de geploegde
koppen op dit schilderij, dat
Richters in 1945 „De ille
galen" noemde.
stapels langs de wanden tevoor
schijn trekt en, opnieuw bewonde
rend, ons toont. Ze zijn verschei
dene malen geëxposeerd en op
de gaan betekenen voor nieuwe gene-
een raties? Om dat te weten, moeten
her- wij wat meer acht geven op de
de zich nu al manifesterende geestes-
an hen die in menig inlopen
het thans gangbare, stand v
richting gaan en dan leiden tot nog modern heet'
herwaardering. Wie nu zegt. dat afwijken.
Richters' kunst zich van hem ver
wijdert, heeft niet de zekerheid
dat hij dit over enige tijd nog zal
kunnen beweren. Als voorbeeld:
menigeen die bij kerkbouw is be- Zeer wel achten wij het moge-
trokken. zal, wellicht zonder het te lijk, dat bijv. Richters' religieuze
beseffen of het te bekennen, mee- voorstellingen opnieuw en krachtig tip
gaan in het modekoor en van een zullen aanspreken. Daartoe moeten ten
kunstenaar een abstracte voorstel- zij eerst onder de mensen komen,
ling verlangen. Je wilt immers Waarom niet onder kerkmensen?
niet uit de toon vallen, nietwaar? Marius Richters was een der hun-
kunstwerken die zijn ontstaan uit
geloof, hoop en liefde.
Er is voor protestants-christelijk
Nederland nog zo iets als het
m een culturele achter
eeuwen. En het inlossen
van een schuld wegens een
tekort aan resonance, inzonder
heid voor al die kunstenaars die
Bodegrave:
doen (Artone PLS 155).
Haarlemse koren
ook elders zal Een hachelijk ondernemen,
Dienstbaar maken
Een dergelijke korenmeeting op
n andere 25-cm plaat: „Aanbid-
uiting wilden geven aan hun chris- d'n£ en eer". Drie Haarlemse
ten-zijn. Daarop wachten tiental- koren onder leiding «van Pieter de speelt bovendien" herhaaldelijk
...a. u u..:„ jon^ mct Teke B|jlsma aan het achter de zanger aan. Deze laat
grote plaat aan één zanger gewijd.
Kees Deenik is het best gelukt.
Dat succes gunnen we Sirach van
Bodegraven ook, want hij heeft
een mooie stem en een duidelijke
voordracht. Minder goed zijn we
te spreken over de begeleiding. De
organist Anton de Beer maakt er
zelfstandige partij
len. In dat oude boerenhuis aau
L- - Rotterdams Grindweg en waar al het eigen karakter van elk der
[licht zonder het te lijk. dat bijv. Richters' religieuze niet in ons land. Wij geven deze or*e,: ncl «ïeuwe KerKKoor, net overigens alweer overbekende)
Weer heel wat anders: liederen
uit Glorieklokken. gezongen door
het Ankerduo m.m.v. Joop Kroon,
hammondorgel. „Zeg het aan Je
zus", „O het oude lied dat eens
mijn moeder zong", ..Geankerd in
Jezus en „De geopende deur". Op
de bekende manier van de zingen
de zusjes. Maar de begeleiding is
hier wat forser: geen tokkelen op
de gitaar maar een paar forse
akkoorden op het hammond-„or-
gel". (EPLA 6684).
Noorderkerkkoor en het Chr. Ge- liederen goed uitkomen. Alle lie-
ref. kerkkoor Luctor et Emergo. deren werden uit de Hervormde
r»„i, hi®- H® h»ir®„a» gezangenbundel gekozen. Het zijn
Ook hier weer de overbekende pr VPPr,if,n pn „p -t„an
Op blz. 351 van de bio
grafie Marcellus Emants,
Een schrijversleven (uitga
ve Nijgh Van Dit-
mar, 's-Gravenhage-Rot-
terdam, 430 blz., prijs
37,50) zegt de biograaf
Pierre Dubois:
„De Franse, en naar ik
meen ook de Russische lite
ratuur kent een onophou
delijke wisselwerking tussen
verleden en heden. Dienten
gevolge is er dan ook steeds
sprake van interpreterende
herwaarderingen, die de
werken uit het verleden als
het ware opnieuw „begrij
pen" in het raam van de
telkens herhaalde ervaring
van nieuwheid, die het
kunstwerk per essentie eigen
is. In de Nederlandse letteren
geschiedt dit helaas nauwe
lijks en de kwalificaties van
de literatuurhistorie zijn in
de meeste gevallen te be
schouwen als definitieve
grafschriften. Slechts een
zeldzame keer komt het voor
dat een Nederlands auteur
aan die fataliteit ontsnapt.
Een Multatuli, een Couperus
lopen die kans, wil men ho
pen. En mijn biografie van
Emants is eveneens een po
ging daartoe bij te dragen."
door aan bouwpredikan-
bouwcommissies en aan
particulieren die aan heroriëntatie
toe lijn. «et weer oe „vernekenoe ir ve5rtieni e„ 2e stoan compleit
TON HYDRA liederen, al zijn er wel enkele bij op de hoes. Het treft toch wel
even dat Sirach van Bodegraven
een persoonlijk woord -op de hoes
heeft laten drukken, waarin hij
eenvoudig spreekt over Gods be
lofte en liefde, die ons voeren naar
Zijn Rijk. Een plaat die menigeen
wel vaak zal draaien. (Artone
PLA 154).
Paleiskoor
niet i
kwestie
Ik
omvang,
Deze passage vat bedoeling
en betekenis van het werkstuk
dat de Haagse auteur in op
dracht van het ministerie van
onderwijs, kunsten en weten
schappen heeft afgeleverd, hel
der samen. De vergankelijkheid
van de roem en de vraag naar
het blijvende in de literaire
produktie zijn problemen die
uw recensent levenslang bezig
houden. De letterkunde van een
land is een magazijn vol cou
rante en incourante artikelen.
Soms ontdekt een zoeker een
halfvergeten auteur of een bij
name nauwelijks meer bekend
boek. Iedere generatie heeft
een specifiek soort lectuur no
dig om zichzelf erin te herken
nen en verder te kunnen leven.
De boeken van vader deugen
niet, soms wel die van grootva
der. Daarom klinken de apodic
tische uitspraken van jongeren
soms bijna komisch. Wie jong
is, ontkomt er niet aan te
denken dat alles wat aan hem
voorafgegaan is, slechts voorbe
reiding is geweest. „Laat nie
mand denken", zei Goethe, „dat
men op hem gewacht heeft
zoals de gelovigen van het
Oude Verbond op de Messias
hebben gewacht."
Nooit vergeten
Emants' belangrijkste roman
Een nagelaten bekentenis is
nooit vergeten. Al jaren lang
komt men deze titel tegen op
m.o.-examens. Vijftig jaar nadat
ik het boek las (voor een deel
onder het eten, want er ver
schijnt een boterhambordje mee
in het beeld) heb ik nog een
duidelijk herinneringsbeeld:
gave compositie, efficiënt
woordgebruik, een milieuteke
ning die in het verhaal mee
speelt. de meesterlijke opbouw
van een climax. Ik herlas ver
scheidene malen het interview
van E. d'Oliveira met deze
„schrijvende heer" men her
innert zich misschien mijn
stukje over schrijvende heren,
profeten en koelies deze
auteur die altijd koude voeten
had en die pas later fictieve
namen bedacht voor de levende
mensen die hij in zijn boeken
beschreef. Wat is persoonlijk
heid toch iets geheimzinnigs.
„Man muss etwas sein um
etwas zu machen".
vakwerk, de wetenschappelijke
kant van Dubois' taak. Of zijn
werk ook formeel aan de hier
voor bestaande eisen voldoet,
zal in vakkringen wel nader
worden vastgesteld. Voor ons
gewone lezers neemt deze
vraag niet de eerste plaats in.
Als wij uit de verhalen, citaten,
brieffragmenten, korte inhou
den van werken enz. de leven
zien oprijzen.
Ieder zal moeten erkennen
dat dit het geval is. De schrij
ver gaat nergens tussen Emants
en ons lezers in staan. Hij
schrijft bescheiden, informe
rend, documenterend. Bij een
figuur als Emants, die zich zo
duidelijk en pregnant uitsprak,
is een toegevoegde karakteris
tiek door de biograaf bijna
overbodig. Als men deze bio
grafie vergelijkt met b.v. die
van Henri van Booven over
Louis Couperus, van een goede
dertig jaar geleden, dan ziet
men Dubois' verdienste pas
goed. Van Booven was voortdu
rend bang Couperus aan lof
tekort te doen. Dubois hand
haaft tegenover Emants een
voorzichtige distantie.
Beperkte ruimte
Een briljante biografie is het
niet geworden. Wie Chesterton
over Dickens leest, ziet Dickens
voortreffelijk, maar hij hoort
tevens voortdurend Chesterton.
Misschien is voor zoiets een
congenialiteit nodig, die hier,
tussen Emants en Dubois, ont
broken heeft. Ook is de ruimte
waarin Emants geplaatst is,
naar mijn persoonlijke smaak
en behoefte te beperkt. Dat is
hoofdstuk over Emants als laat-
negentiende eeuwse Nederlan
der: de man in zijn tijd. Welk
een stylist Emants was, als zijn
hart sprak, merkt men als men
de brief leest die hij op 6
januari 1917 aan Johan de
Meester (Sr. natuurlijk)
schreef. Wat een voortreffelijk
en boeiend Nederlands, wat een
zeggingskracht zonder een
greintje opsmuk of inspanning,
wat een verdriet op de achter
grond. Het is onmogelijk aan
die brief te beginnen en hem
niet met ingehouden adem tot
het eind toe te lezen. Is de
briefstijl eigenlijk niet de stijl,
als hij tenminste niet in formu
les verstikt wordt?
Samenvatting: een zorg
vuldig samengesteld en opge
bouwd werkstuk, uitvoerig
documenterend over een
markante figuur terzijde van
de Tachtigers; een bijdrage
tot de Nederlandse cultuur
geschiedenis voor en na de
wending van de eeuw. De
voltooiing moet voor de
auteur wel een leegte hebben
achtergelaten.
C. RIJNSDORP
Leemte
Dubois heeft de leemte ge
voeld. die de dissertatie van dr.
F. Boerwinkel van 1943. geti
teld De Levensbeschouwing van
Marcellus Emants wel moest
achterlaten. Omtrent Emants'
leven was nog wel het een en
ander te achterhalen: bij een
dochter, bij het Nederlands
Letterkundig Museum en Do
cumentatiecentrum in Den
Haag, bij mensen al* Henri A.
Ett, in ongepubliceerde corres
pondentie enz. Hier komt men
in de sfeer van het biografische
Nieuw lied
Een paar voorbeelden van
EP'tjes van dezelfde maatschappij.
Weer een Schevenings plaatje om
te beginnen, en wel van de C.O.V.
Scheveningen, een van de beste
koren die we rijk zijn, onder de
kundige leiding van Jaap Hillen,
met Wim de Ruiter aan het orgel.
Een verrassing is de keus van de
liederen. In de eerste plaats al het
„Lied van de nieuwe hemel en de
nieuwe aarde" van Wim ter Burg.
Er worden de laatste jaren
bijzonder goede liederen ge
schreven. Er is een bundeltje,
een enkele moderne kinderbij
bel heeft er wat overgenomen
beeld), ynaar ze zouden veel
die van dr. Klink bijvoor--
meer bekendheid moeten krij
gen. Wie brengt er eens een
serie platen met het nieuwe
kerkelijke en geestelijke lied?
Hier en daar verschijnt wel
wat, maar nog veel te weinig.
Robert A. Heinlein wordt de anderen „de muties", die door het regime van de valse profeet
ri Amerika dp npstnr van dp Üen J?uta--e tot wonderliJke ge- een einde te maken. Dat lukt,
n AmeriKa ae nestor van ae drochten zijn geworden. dank zij een onder de bodem van
Arizona aangelegde stad. waarin
en vrouwen getraind
Langzaam ontdekken enkele c
ruimtevaart- en „science"-
fiction genoemd en niet ten
onrechte, want deze auteur gediend heeft, gelóven""zij"einde^ Ook dit boek'is 'a'ls "signet
heeft het genre toekomstver- Wk-dit reusachtige schip niet schenen.
a. j_ .de wereld is. ze zien de sterren en Vol nieuwe vindingen, gestroom-
halen tot een zeer hoog ni- dan ontwaakt een nieuw ideaal: ,!i—
veau weten op te voeren. In het bereiken van het reisdoel.
The New American Library
te New York verschijnen re- Tijdschema
gelmatig als Signet-pockets
de soms grillige, dikwijls zijn"uekömi^beienl^iis
grimmige, maar ondanks alle compleet tijdschema bedacht.
onwaarschijnlijkheden toch Dat loopt tot in de komende voikagelooT'dat deze
waarheidsgetrouw klinkende eTZlZ a^i'
verhalen van Heinlein. len door perioden van welvaart.
merking. Hij weet de wildste
fantasieën aannemelijk te maken
en zijn boeken boeien tot do
laatste bladzij.
Wetenschappelijk verantwoord?
Dat zijn ze natuurlijk niet. maar
wie daarvoor liefhebberij heeft.
Ranger to the Moon van Willy
Ley is het populair-wetenschappe-
lijk vertelde verhaal van de Ran
gers, die foto's van de maan
maakten (een Signet-Science-
boek), Breaktroughs in Physics,
door Peter Wolff, The Future of
Industrial Man, door Peter F.
Drucker, New Decision—making
Tools for Managers, door Bursk en
Chapman cn Modern Marketing
Strategy van dezelfde auteurs, zijn
stuk voor stuk boeken, die ook
voor de professioneel geïnteres
seerde nog zeer veel nieuws zullen
lijnde mensen, en aanvaardbaai
klinkende fantasieën is ook Methu- bevatten,
selah's Children, het verhaal van
Lazarus Long en de zijnen, die in r
het Amerika van straks de haat tast and West
van hun landgenoten op de hals
Robert Heinlein heeft voor halen, omdat zij.... door een spe-
ling der natuur zeer oud kunnen
worden.
regering stimuleert
m
Heinlein. over de vlucht van een Heinlëi'n. In de 22st*é~eeuw heéret gezonde
reusachtig ruimteschip (een stad jn Amerika (het boek herinnert
>p zichzelf), dat eens vele jaren aan Orwells 1984 door zijn angst-
,'eleden van de aarde vertrok, om aanjagende werkelijkheid. die
~i wordt beschreven) een religieuze
groep) blijft jong. maar heeft
daarvoor geen enkel geheim. Zij hen het oosten
zijn sleohts door een gril van een
geleerde in het verre verleden de
nazaten van twee ideale en zeer
gezonde mensen. Maar „men"
blijft de Long-clan verdenken, dat
zij hun geheim niet willen prijsge
ven en het enige wat zij kunnen
doen. is met de hulp van een in
hun macht gekomen president
nkele generaties en lichtjaren la- BH §B| HB
er op een nieuwe planeet aan te groep. De profeet dient zich
tomen. ais de regelrechte afstammeling groot ruimteschip kapen
Tijdens die reis is een muiterij van God, maar achter die waan ^iee naar een andere wereld trek-
uit/gebroken en alle mensen, die versdhuilt zich de corruptie van ken-
bij de navigatie van het schip en verlammend systeem vol be-
.varen betrokken, zijn daarbij .om- drog en regelrechte terreur. Twee Jul6S v6m6
gékomen. Niemand kent meer het maagden en enkele paleiswachten
eigenlijke doel. Voor de bewoners beginnen een revolte in het paleis
is hun chip de wereld, een van de profeet en weldra ontdek-
wereld. e in twee delen is ken zij een wijdvertakte or.zanisa-
verdeelu. de normale mensen en tie, die ondergronds bezig is aan
Er zijn al eerder sol
letiteld aLs de nieuwe Jules
naar Robert A. Heinlein komt gevonden,
zeker voor deze eretitel in aan-
In de Mentor-serie The New
American Library kwam ook East
and West uit van de befaamde
geleerde C. Northcote Parkinson
(de man van ,,de wet") en daarin
beschrijft hij, hoe door de eeuwen
het westen
steeds tegenover elkaar hebben
gestaan. Nu eens sloeg de balans
van welvaart en beschaving door
ten gunste van het oosten, dan
weer van het westen en Parkinson
toont aan, dat die wisselwerking
ook in de toekomst zal doorgaan.
Dit boek hee,t overal ter wereld al
vele mede- en tegenstanders ge
vonden en In East and West (dat
reeds een Nederlandse vertaling
kreeg) heeft de Britse professor
nieuw controversieel thema
Tot dusver wat Artone ons zond.
Twee heel andere platen tot be
sluit, twee bijzondere want de
uitgave dient bijzondere doeleln-
De stichting „De band met
God", die geluidsbanden van kerk
diensten, hoorspelen, dagsluitingen,
geestelijke muziek e.d. aan zieken,
bejaarden, buitenkerkelijken, emi
granten cn anderen stuurt, en
daarmee een prachtig werk ver
richt, verkoopt een plaatje ten
bate van deze arbeid, die natuur
lijk geld verslindt en veler sympa
thie verdient. Daarom eerst even
het adres. Stichting „De Band met
God", Bloemendaal, giro 132606.
Het plaatje heet „Heer, behoed
onze Koningin" en bevat opnamen
van de zangvereniging „Paleis
Soestdijk" o.l.v. J. Meijer, met
Wim Deelen aan het orgel. Op de
ene kant „Domlne salvam fac" van
Spoel en Schuberts Sanctus, op de
andere zijde het Herders Zondags
lied van Kreutzer, het Benedictus
van Bruckner en een Gebed van
von Weber. Het palclskoor zingt
uitstekend.
Palaver
„Palaver '64" werd uitgegeven
ten voordele van de bekende
actie Kameroen van het Ned.
Bijbelgenootschap. Uit het rijk
gevarieerde programma dat op
Hemelvaartsdag 1964 voor
23.000 jongeren in de Utrechtse
Irenehal werd uitgevoerd, wer
den hoogtepunten gekozen en
door Bert Garthoff aan elkaar
gepraat. Jan Filius zorgde voor
de samenstelling. Het ging er
vaak stormachtig toe, en dat is
ook op de plaat te merken.
Wie echt een plaat met geestelij
ke liederen wil hebben, moet
„Palaver '64" maar niet kiezen. Op
een meeting als die van verleden
jaar is het mogelijk, al die zeer
verschillend geaarde programma
punten zinvol samen te smeden.
Op de plaat is dat bepaald niet
gelukt
Na een flits van de Hemel-
vaartsviering en de opening door
ds. G. N. Lammens vermoordt het
orkest Frans Mijts de melodie van
Psalm 150. Daarna een wervelen
de. indrukwekkende Cantabile van
Schreurs-Mijts. uitgevoerd door
het orkest Frans Mijts en verenig
de koren o.l.v. Aric Pronk. Prettig
klinkt het weinig bekende en toch
zo mooie oud-Nederlandse volks
liedje Ieselan, gezongen door The
Shepherds. Een Israëlisch dans
liedje van de zang- en dansgroep
Shaloom m.m.v. Sonja Berndt
Zuidamerikaans temperament in
een nummer van Los Amigos del
Parana en twee jazznummers van
Rita Reys met het trio Pim Jacobs.
Hugo Sharp zingt met The
Lighttown Skiffle Group drie be
kende negro-songs in een goede
bewerking van Ibe Hundling. Jules
de Corte is altijd wel de moeite
waard om naar te luisteren, al zijn
de drie liedjes die hij hier zingt
niet de beste van zijn fantastische
repertoire.
Ten slotte wat ook op Palaver
'64 het Indrukwekkende slot was:
de hartverwarmende zang van Ma
halia Jackson. Maar ook grote
bewonderaars van deze begenadig
de negerzangeres zullen vinden dat
zij met „When the saints go
marchin' In" de grens van het
ware zingen overschrijdt. De ge
voelsontlading, waarin kennelijk
ook de zaal deelde, is wel over
weldigend. maar wie houdt zoiets
in de hulskamer uit?
W. St