Nicolas de Staël driftig;
zoeker naar vernieuwing
Wilbur Smith naar top
met roman over Kongo
Farao in de literatuur
Jonge Zuidafrikaanse
auteur een blijver
Glorieuze Orgeldagen
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 5 JUNI 1965
PARALLEL LOPEND met de schitterende Gossaert-
expositie presenteert het Rotterdams Museum
Boymans-van Beuningen nog een tweede hoogwaar
dige tentoonstelling, die internationaal de aandacht
trekt, nl. een uniek overzicht van het werk dat de in
1955 overleden Frans-Russische schilder Nicolas de
Staël heeft nagelaten. Deze eerste retrospectieve
in ons land is het resultaat van nauwe samenwerking
tussen twee Europese en drie Amerikaanse musea,
t.w.: Boymans-van Beuningen, Kunsthaus - Zürich,
Museum of Fine Arts - Boston, Art Institute - Chicago
en het Guggenheim Museum - New York.
Nicblas de Staël is de geschiedenis ingegaan als een van de
markantste zoekers naar vernieuwingen in de schilderkunst.
Als geen ander bereikte hij grote hoogte in het abstraheren
van de dingen zonder het tot een breuk met het waarneem
bare te laten komen. De Staël werd zelfs boos wanneer men
zijn werk abstract noemde; hij toch streefde in nieuwe
vormentaal naar harmonie tussen het hem omringende en
zijn persoonlijkheid. Daarin juist ligt de oorzaak van zijn
anders zijn dan zovele van zijn tijdgenoten.
Onder kunsthistorici wint de mening veld. dat voor de bena
dering van kunst het effect van een werk meer essentieel is dan
het verdisconteren van de achtergronden van de maker. Nog
onlangs werd deze mening geponeerd in de cursus Openbaar
Kunstbezit voor de televisie. Hoe onmogelijk, dus onhoudbaar
deze kreet wel is. ondervindt men zeker bij De Staëls werk. Een
finaal argeloze beschouwer, die niets omtrent de maker weet.
kan hier per se niet verder komen dan enkele gemeenplaatsen
als: „Dat is mooi" en „Dat doet
me niks", maar de meeste doe
ken zullen voor hem vraag
tekens blijven.
Fascinerend
Deze foto uit 1947 toont Nicolas de Staël i
Neem bijvoorbeeld de kleur-
tegenstelUngen die De Staël zich
kon veroorloven. Toegepast door
anderenzouden ze ongetwijfeld
leiden tot een banaal schreeu
wend en zelfs vloekend effect.
Bij De Staëls fascineert het ge
waagde contrast des te meer,
indien men weet heeft van zijn
zoeken naar harmonie, van zijn
afkomst en zijn persoonlijkheid.
Sleutels voor de „ontcijfering"
zijn namelijk De Staëls puur
Russisch gebleven geest, zijn
noblesse en zijn artisticiteit, die
hem waren aangeboren als zoon
van de edelman Baron Vladimir
Ivanovitch de Staël-Holstein en
Ljoebov Berednikoff, die een
uitstekend pianiste was en een
grote liefde had voor de schil
derkunst.
Uit de adeldom die een
van De Staëls belangrijkste ken
merken is wordt het coloris-
tisch vermogen verklaard. Ver
fijning, dus geest, staat hier
diametraal tegenover de diony-
sische uitingen van bijv. een
Karei Appel, die meer met het
driftleven te maken hebben.
De Staël heeft zijn geest, zyn
gevoelswereld en zijn ervarin
gen met het leven met een
geheel eigen palet in nieuwe
vormentaal willen doen weer
spiegelen. Het is een veeljarige
Strijd geweest, waaromtrent hij
in 1954 onthulde: „Elk ogenblik
raak ik het contact met het doek
kwijt, vind ik het terug en raak
ik het weer kwijt."
Tekortkoming
Een eerdere bekentenis, die
eveneens onthullend is voor de
achtergronden van zijn werk,
deed hij in 1949 aldus: „Toen
voelde ik het langzamerhand als
een tekortkoming, een op de
werkelijkheid gelijkend ding te
schilderen." Hij bedoelde waar
schijnlijk: te kunnen schilderen,
met andere woorden: hij besefte,
de werkelijkheid niet gelijkend
te kunnen weergeven. Tot dit
inzicht kwam hij na in 1940/'41
twee portretten te hebben ge
maakt van zijn eerste vrouw
Jeannine Guilloux, maar hij
sprak daarvan eerst in 1949,
drie jaar na het overlijden van
Jeannine.
gevaar te ontkomen door de verwerkelijken van zijn ide-
traditionele schilderkunst te alen voor De Staël een schok
willen verlengen met iets dat was, die hij niet vermocht op
meer zou zijn dan waartoe de te vangen,
abstracte kunst in zijn beperkt- TON HYDRA
heid in staat was gebleken.
leden scoorde de jonge
Zuidafrikaanse schrijver
Wilbur Smith een „hit"
met zijn When the Lion
feeds. Hij heeft nu ge
poogd dit succes voort te
zetten met zijn tweede ro
man The Dark of the Sun.
(Uitgave Heinemann-Lon.
dsn) In zijn eersteling ver
telde Smith een „sage" uit
het tijdperk der pioniers
rondom de eeuwwisseling,
thans heeft hij zijn schrij-
versoog gericht op de troe
belen in Kongo. En eens
te meer toont Wilbur
Smith, dat hij precies aan
voelt, wat een romanlezer
zal boeien: een bizarre om
geving, boeiende mensen
en niet-alledaagse gebeur
tenissen.
Hij beweegt zich tussen een
troep huurlingen, die onder
aanvoering van Bruce Curry in
het Baloeba-gebied strijden,
mensen, die qua karakter even
zeer uiteenlopen als hun natio
naliteiten verschillend zijn.
Allemaal zijn ze daar in dat
broeihete Kongo met hun eigen
geschiedenis en de Zuidafrikaan
Smith weet voor die puur-men-
selijke histories bekwaam bij
zijn lezers sympathie te wek
ken.
Evenals When the Lion feeds
(dat onder de titel „Als de
leeuw zijn prooi...." in het
Nederlands verscheen), zal ook
The Dark of the Sun de weg
naar een zeer groot lezerspu
bliek vinden. Zonder twijfel is
Wilbur Smith één van die wei
nige schrijvers aan wie het
gelukt dank zij een groot talent
en uitgewogen vakmanschap
WILBUR SMITH
wereldvermaardheid te krijgen.
En zijn nieuwe roman bewijst,
dat het succes van zijn eerste
ling zeker geen toevalligheid is
geweest, want Smith is voor ons
een blijver.... (312 blz., 25 shil
lings)
Maine
In haar roman The Sea
Flower vertelt de Ameri
kaanse schrijfster Ruth
Moore over de bewoners
van haar eigen geboorteland:
de New England-staat Maine,
waar een apart slag mensen
moet wonen. Niet alleen vol
gens deze schrijfster, maar
ook blijkens de boeken van
andere auteurs.
NV, Baarn,
De mensonterende
Bevreemding
Wie zich verdiept in deze
mens en in de mogelijke
achtergronden van zijn einde, De mensonterende toestanden
voelt zich, staande tegenover in het I4de-eeuwse Engeland lei.
zijn werk, overvallen door een felle
een sterk gevoel van be-
vreemding. Immers, er is
zulk een duidelijk opgaande stelsel
Duur is de vrijheid, door Tok tok tok. alweer geen ei,
Charles Israel. Uitgave Hollandia "NFlOllTXrA V) V A Tl door Nijenhuis- Uitgave J. H.
'1CUWC Kok N.V.. Kampen.
voor U besproken
opstand ontketenen tegen koning
Richard II en zijn edelen. Het volk
is ondergedompeld in een feodaal
wordt uitgezogen door
Het naakte leven, door Joop
Waasdorp. Uitgave J. M. Meu-
lenhoff, Amsterdam.
lijn in De Staëls oeuvre koning en kerk. De strijd van de jen waarjll ue ruiM1M. CC11 wci.cu- I
iniet de laatste fase zowel boeren schijnt succes te zullen roi speelt. Allerlei flarden ten van de uitgever, die schrijft
Kolderverhaal over een spreken
de kip. wier charmes effect krij
gen tegen de achtergrond van
„normale" mensen. Voor de lief
hebbers van zorgeloze lectuur een
kleine twee uurtjes ontspanning,
maar dan moet men niet gaan
zoeken naar de verkoopargumen-
coloristisch als composito
risch als de krachtigste en
meest imponerende dat
wij welhaast moeten aanne
men, dat het bsef van toch
niet te zullen slagen in het
hebben, maar verraad brengt
ommekeer. Engeland valt terug «ovcucu «.vu.
een grote rechtloosheid. Het boek maar het verhaal blijft domineren, toestanden fel worden gehekeld
vertelt over eer, heroïsch gevecht reden weerom dere bundel 20 ™- - s
in het middeleeuwse Engeland en
is een historische roman die tot uiteraard geen enkele functie heb-
het betere in haar soort behoort ben in het betoog. (156 blz..
(305 blz.. 12,90) 5.50)
dat in het boek
De humor van Nijenhuis
erg nadrukkelijk en dan niet leuk
meer; toch zitten er een paar
aardige bladzijden in deze grote
Kronkel. (151 blz., 6,95).
Nicolas de Slaël i
uitzondering tan
ietigde zijn vroege, veelal nog trr,
portretten die hij maakte van z.
waarvan hier een reproductie
in zijn materie. In die strijd leven te benemen. Is het onver-
ereikte: hij veel: een hoge graad antwoord, zijn hardnekkig po-
ran vakmanschap, vaak een bril
jante coloriek en een ongemeen eu
boeiend vermogen om met een brengen
minimum aan middelen het „Het
maximum aan sfeer
ding op te roepen.
zoeken in relatie te
met De Staëls einde?
altijd onvolkomen
verbeel- nooit volbracht, juist zoals het
leven", had de kunstenaar al
Gevaren veel vroeger verzucht, hu im
mers besefte als weinige ande-
Maar niet alles liet zich door ren dat het abstraheren de ge-
hbbbenUg«™êdènPau"énsn'nn- hem -vertalen"; op 16 maart varen van een doodlopend egpe-
1955. toen hij 41 jaar was. gaf riment
IN de samenleving kan geen
enkele leeftijd gemist
worden en ook in de litera
tuur is het goed dat er gene
raties zijn. Bij tieners en
twintigjarigen denkt men
aan geniaal begaafden. Vaak
sterven ze vroeg. Ze blijven
solisten, in die zin dat ze
niet in het leven wortelen. De denken'
dertigjarige staat op een
keerpunt. Hij heeft nog het
elan, zijn wortelgestel is nog
niet gecompliceerd, maar het
is onvermijdelijk dat hij in de
wereld partij en positie kiest.
De dertigjarige zorgt voor
fris bloed. Hij is de geboren
veroveraar. Hij is nog niet
verstrikt in belangen.
pas wat als ze getuigen" (blz. 42).
.Ik heb een harde, cynische school
loorlopen. Ik geloof (de) niet
meer) aan het fenomeen „kunst"
blz. 45). „Ik vertrouw auteurs
elden" (blz. 71). „Ons bewustzijn
spreekt verraadt onrijpheid
Bewondering en behoefte aai
zelfstandigheid liggen nog ti
veel door elkaar. Irriterent
werkt het, in een stuk van3."
bladzijden 187 maal de naan
Willem Frederik Hermans vol
uit te moeten lezen, afgeziei
van de tientallen malen dat mei
Hermans wordt volstaan, of mei
Willem, of Frederik. Je zou ons. zonder er verder over te
bijna aan een stempeltje gaart mediteren. Maar daardoor ontstaat
er een sfeer van' afstand: wij
registreren, maar identificeren ons
niet met het waargenomene. Het is
een specifiek gevoel van de mens
Weverbergh bewondert van nu Wij hebben een eigenaar
bij hem jig gevoel
paar woorden wordt afgedaan,
omdat zijn houding aan Wever
bergh niet bevalt, kan ik niet
nalaten te denken dat hij over
een jaar of tien misschien Goe
the plotseling ontdekken zal.
Dan mogen we Goethe weer
belangrijk vinden. De auteur zegt
wel alleen voor zichzelf te oorde
len en te schrijven, maar hij
publiceert. Ik heb op die restanten
van twintigjarigheid tegen, en ook
op de moedwillige reductiè van
Rancune
hij de strijd op door zichzelf het
zich hield. Hij heeft
zijn werk gepoogd' aan dat
Zodra
(een tl
blijkbaar nog niet: resten van dingen ontgaan
twintigjarigheid» schrijft hij veel „Discussies over al of niet geloven,
leesbaarder, zo b.v. over Louis het al of niet bestaan van God
Paul Boon. Zit er wat rancune e.d.m. volg ik steeds met een
tegen de Noord-Nederlanders? Ze- zekere geamuseerdheid, zonder a
ker is dat de tweetalige Belg voor prjori stelling te kiezen pro of
wie de Franse literatuur openligt contra> Het is een probleem dat
(wij moeten er ons in-studeren), mjj nie^ interesseert" (blz. 163).
een scherp oog heeft voor de
nog een tweede bij, Hollandse kleine afmetingen. ^nrmlnnpn
mijn herinnering Jiuiiiiiupcil
Het Bokboek handelt over Her-
Het is goed dat de agressieve
•volueert hoe langer hoe meer wereld-cultuur-literatuur
ïaar het slechts en uitsluitend handjevol auteurs die voor We-
egistreren van het decor rond verbergh iets betekenen. De hier
boven staande citaten bewijzen
overigens wel dat men hier met
een persoonlijkheid te doen heeft.
Niemand kan ervan buiten, kennis
te nemen van wat zulke jonge
mensen zeggen. Men leert henzelf
kennen, een stukje geest van de
tijd en nieuwe aspecten van het
begrip literatuur. Formeel is ervan
te leren maar literaire kritiek is
versplintering. De het niet. Weverbergh is de man
ons" (blz. 70). die als aller Oppcrvoogd deez'
vernedert, dien verhoogt: de Farao
die de schenker eert en de bakker
ophangt.
C. RIJNSDORP
de i
dent. Er
maar die
verbleekt. Aan die jongen
precies de zwakke zijde van zijn
leeftijd te zien. Het viel ook niet
mee. De wereld was zojuist voor
hem opengegaan en de verplich
ting was onontkoombaar over al
les een gedecideerd oordeel te
hebben. Ze praatten ook over
alles. De jongen nam bij voorbaat worden
al de houding van de gedecideerde
Teirlinck, Hubert Lampo, wij- y T uy'
C...A ft l v t v t'rugnnvn stormlopen tegen
len het tijdschrift G
Urbain van de Voorde
Daisne in afbrekende
Perron, Vestdijk. Claus
geprezen.
Enkele uitspraken
gevestigde reputaties. „Uns ist
l Johan gegeben an keiner Statte zu
:in. Du ruhn" zei Hölderlin en rusten
n Boon op lauweren is verboden. Ook
zijn de sympathieën en de anti
pathieën van een interessant
Wever- niens altijd de moeite
hemzelf hinderlijke aarzeling: bergh. en dan tot slot nog een kennisnemen waard. Maar als ik
h\eln°U'hpm Ha°n Wn? opmerking. „Schrijvers betekenen b.v. zie hoe Goethe met een
wat
vriend hielp hem dan. J„.
natuurlijk zwart. Of.... wit. bedoel
je wit? Nee ja. wit natuurlijk. Een
beweging van de schouders was
dan welsprekend. Wat moet die
jongen moe geworden zijn. Maa>
hij komt er wel.
Onrijpheid
Glorieuze Orgeldagen, door F.
Wieffering. Uitgave N.V. A.
Oosthoek. Utrecht.
Verhalen van de
Stille Zuidzee
Verhalen van de Stille Zuidzee,
door James A. Michcner. Witte
Raven Goliath pocket G7. Uit
gave West-Friesland, Hoorn.
Bekend zijn de vreselijk bloe
dige gevechten, die de Amerikaan
se mariniers (vooral) in de Paci
fic hebben geleverd tegen de Ja
panners. Achter de landingsdivisies,
waarvan vele op de koraaleilan
den zijn gedecimeerd, lag een ge
weldig militair achterland: de
steunpunten en de bevoorradings
eilanden in de Stille Zuidzee. De
heeft de aandacht op zich geves
tigd met een gestencild tijdschrift
Bok. Het was bedoeld als een
afrekening voor hemzelf met de J| J99HP SL HBBÜjBjj u„,
officiële en de school-grootheden romantische brok straatcultuur op
uit de (meest Vlaamse» literatuur.
„Ik benader elk boek subjectief: ik
beproef weer te geven wat mij en
mij alleen getroffen heeft." Zo
schreef hij een afrekening met W
F. Hermans, die destijds in Maat
staf is overgenomen.
Door de plaats
Al wordt het draaiorgel, dat andere markame
ïltuuroD- straaygyenj
wielen, steeds meer teruggedron-
gen. ons land telt toch nog een e;.'S J it i
KwaenStah e1raoa£3SïïhebbS- ÏS-viSSïogfn hete^ b°ek°r
oruik dit^'woord nooiT ?r v«' bontetolklore Is
(-bewonderaars
bijzijn verdwenen, maar met Frans Wief-
van ras-bewonderaars is nog fprin£, al „irf, hevint alles tP vens een beeld van die
hsrl^vafzo'-n °»r>og. d,e zijn slachters
hun fabrikanten, verhuurders
«.«UUU* allerbehalve in de frontlyn. Over
beroemd dat stuk oorlog, die lange tropen
jaren op de saaie en toch boeien
de eilanden, schreef Michener een
bundel losse verhalen over enkele
opmerkelijke mensen. Men krijgt
de voortreffelijke verhalen te-
beeld van die „andere"
ter de frontlijnen eiste, zonder
Terwijl nu de tormget ing uit de begintijd i
aandoet, frappeert in de slotfas
i deze zo
i De Staëls zoeken nanr vernieuwing
tragisch geëindigde kunstenaar, dat
ivist te bereiken, zoals in „Le Pont de
Arts" uit 1954.
de wetenschap dat hij Hermans ouJe en s»PP'6e geschiedenis.
eigenlijk bewondert, begrijp ik
het nu beter dan toen ik er in
deze kolommen over schreef.
Maar meer waardering dan des
tijds kan ik er niet voor op
brengen: de Hassliebe die er uit romantisch tegelijk.
rie had de uitgever geen betere het Vaderlandse straatinstrument
deskundige kunnen vinden dan reeds in zijn jongensjaren begeleid-
Frans Wieffering. schilderachtig ie. Wie zich over het draaiorgel
als zijn Amsterdam, waar hij .,op wenst te informeren, vindt in
de Wittenburg woont, barok en Glorieuze Orgeldagen een speelse de film
bekend en knap vertel-
Ier. zodat het boek de moeite
waard is voor liefhebbers van li
teratuur over de Pacific-oorlog.
Naar dit boek zijn de succesvolle
musical „South Pacific" en later
aan een gevoel voor een bitter
zoet soort humor en zij aan
vaarden het leven (en de goede
en kwade dingen daarvan) met
de nuchterheid van iemand, die
het allemaal toch wel van tevo
ren wist en er zich nu niet
meer over gaat opwinden.
Dergelijke mensen schildert
Ruth Moore in haar jongste
werk met affectie en een begrip
voor de ondeugden van haar
hoofdpersonen.
De Londense uitgeverij Hei-
nemann heeft dit boek naar
Europa gebracht Het verhaal
van Marney, de weesjongen, die
door zijn oom Joe (een nietsnut,
die plotseling opduikt) van de
hem rechtens toekomende bezit
tingen uit de nalatenschap van
zijn grootvader wordt beroofd,
zal zeker ook hier vele lezers
enkele uren aangenaam bezig
houden.
Vooral in het gedeelte van het
boek, waarin Ruth Moore de
tocht naar en het verblijf op
General Remarks Island van
Marney, Liz en al die andere
hoofdpersonen beschrijft, be
reikt zij goede en ontroerende
hoogtepunten.
Marney, die na de plotselinge
dood van Joe (ibij een motoron
geluk) de vlucht heeft genomen,
ontdekt op dat eilandje, dat er
op deze wereld toch nog andere
mensen bestaan dan Joe en zijn
hebzuchtige vrienden. (281 blz.,
25 shillings)
Griekenland
handleiding. (216 blz., 14,50). (283 blz., 3,90)
gemaakt
Van een heel ander genre is
het boek Forever Old,
Forever New van Emily
Kimbrough, eveneens een
uitgave van Heinemann Lon
den. Deze schrijfster vertelt een
reisverhaal in romanvorm van
een aparte bekoring over een
land, waarop zij verliefd is
geworden: Griekenland. Met
humor en een scherpe opmer
kingsgave verweeft zij in de
avonturen van de twee dames
van middelbare leeftijd en de
twee teenagers vele bijzonder
heden over het hedendaagse
Griekenland, de mensen en de
leefgewoonten, maar ook levert
zij het bewijs, dat zij de klas
sieken kent door de oude my
thologische verhalen tot een
onverbrekelijk bestanddeel van
dit amusante boek te maken.
(241 blz., 25 shillings).
Jeugdmisdaad
S ew ell S trok es drijft
in zijn boek Our Dear
Delinquents (Uitgave
Heinemann Londen) lich
telijk de spot met de manier,
waarop zijn landgenoten (de
Britten) omspringen met de
jeugdige misdadigers, een
manier, die overigens maar
weinig blijkt af te wijken
van de methodenwelke op
dit gebied in Nederland ge
volgd worden.
In een functie, vergelijkbaar
met die van reclasseringsambte-
naar, heeft Strokes jarenlange
ervaring met de jongere gevan
genen, die in jeugdgevangenis
sen en tuchtscholen moeten
worden opgevoed tot eerzame
burgers.
In zijn in romanvorm ge
schreven reportage toont de
auteur aan. dat vaak van een
jongere, die één keer op de
verkeerde weg raakte, door de
omgeving in zo'n tuchthuis een
misdadiger voor altijd wordt ge
maakt, waardoor dus het omge
keerde wordt bereikt.
Koel en met gevoel voor
verhoudingen signaleert hij, wat
hij als feiten heeft waargeno
men. (198 blz., 25 shillings)
Signet-pockets
In de laatste maanden heeft
The Ne
Li
brary in de bekende Signet-
reeks weer een serie waardevol
le romans in pocket-editie uit
gegeven. Van Daniel Defoe ver
scheen (mede naar aanleiding
van het uitkomen van de film)
The Amorous Adventures of
Moll Flanders, van Joseph Con
rad Lord Jim, van Saul Bellow
(die in literaire kringen gezien
wordt als de meest op de
voorgrond tredende auteur van
Amerikaanse origine van het
ogenblik) Dangling Man en The
Victim.
Literatuur, die intussen klas
siek geworden is, kreeg een
plaats in de Signet Classics. De
gedichten van Frangois Villon
bijvoorbeeld kregen een Ameri
kaanse vertaling van Galway
Kinnell. van James T. Farrell
kwam de befaamde trilogie
Studs Lonigan uit, en de Shake-
speare-pooketuitgaven werden
voortgezet met Timon of
Athens, Henry IV (eerste deel)
en The Merchant of Venice.
Treasure Island van Robert L.
Stevenson kwam ook in deze
serie uit.
In het lichte tot zeer lichte
genre gaf de New American
Library Signet-pockets van
Georges Simenon The Bells of
Bicetre. van Henry Kane The
Case of the murdered Madame,
van Mickey Spillane Day of the
Guns, van Carter Brown A
Corpse for Christmas en Catch
me a Phoenix, stuk voor stuk
boekjes voor een rustige zomer
avond, evenals trouwens One
Fat Englishman (van Kingsley
Amis). The Spy in the Jungle
(Bill S. Ballinger), Flood (Ro
bert Penn Warren) en The
Jay hawkers, door L. L. Fore
man.
Tenslotte nog een nieuwtje
van Heinemann uit Londen De
ze uitgeverij zal in september
een nieuwe roman brengen van
Kathlee Winsor, de schrijfster,
die destijds furore maakte met
haar Forever Amber. Ditmaal
beschrijft zij de twee decennia,
na de Amerikaanse burgeroor
log in Wanderers Eastward,
Wanderers West.
J. VAN H.