Kibbutziem DIRK BREED Maar grote stad lokt de jeugd poëtische eenling - 4 «1 Bijzonder gave samenleving in ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - i Renata van Bcmmel schrijft uit Israël ■I iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii P CAESARIA, ISRAËL Hijgend onder de zware be pakking en de felle zon zijn m'n zusje Els en ik op 3 mei in Israël aangekomen. Onze eerste kennismaking met het „Heilige Land" was geweldig. We hadden vanaf een bijna onnatuurlijk blauwe zee de stad Haifa naderbij zien komen. De aanblik van al die witte, vaak in Oosterse stijl gebouwde huizen, liggend om een baai en tegen de helling van de berg Karmel, is om nooit te vergeten. En toen de kibboets. Ineens sta je in een totaal andere maatschap pij dan die je tot nu toe gewend was. Wie dacht, dat een kibboets een gemeenschap van hemels kij kende idealisten is. vergist zich zeer. De mensen zijn hier zelfs buitengewoon nuchter. Dat bleek ons al gauw, toen we in kibboets Sdot Yam aankwamen. We moes ten onze papieren afgeven en daar na werden we naar onze kamer ge bracht. Niemand vond het nodig, ons in te lichten over de gang van zaken; niemand scheen zich verder in ons te interesseren. Iedereen die werken wil, en niet door de politie wordt gezocht, is hier welkom. Het interieur van onze kamer bestaat uit twee bedden zonder kussens, een tafel en twee krukjes. Alles is nogal oud en je moet maar zien dat je er iets van maakt. De dag na onze aankomst moch ten we uitrusten: de dag daarop verschenen onze namen op een lijst in de eetzaal met daarachter in onbegrijpelijke afkortingen hoelang we moesten wer- L it zee genaderd, maar ook gezien van de berg Karmel af. maakt de stad Haifa, zouel overdag als 's avonds een onver getelijke indruk. ledereen werkt Werk: het belangrijkste aspect van het kibboetsleven. Iedere vol wassene werkt hier acht tot ne gen uur per dag. Men begint Nog een keer „Oom Piet" Hoewel wij reeds op 15 mei uitvoerig aandacht hebben be steed aan reacties op onze be vrijdingspagina waarvan vooral het verhaal over „Oom Piet" velen in beweging bracht ontvingen wij nadien een dusdanig oprechte ontboezeming van de Westlandse oud-verzet strijder O-, dat wij besloten, diens brief in extenso te publi ceren. „Oom Piet" en zijn broer Jan zullen blij zijn met dit warm-mcnselijk bewijs van respect en begrip van iemand die hen dagelijks in hun ver- 2etsperiode heeft meegemaakt. De heer O. schrijft dan: Het relaas van verzetsman Oom Piel", voorkomend in uw blad van l mei, heeft diepe indruk op mij gemaakt. Hem en zijn broer Jan Doelman heb ik van zeer nabij meegemaakt, hen dagelijks in hun ondergronds verzet gezien, en mij vaak ver wonderd over de moed waar over deze mensen beschikten. Zelf zat ik in andere takken van het verzet en Piet Doelman zal mij niet kennen, maar zijn broer Jan kent mij wel. Deze mensen hebben geleefd uit het diep geworteld besef vrije Ne derlanders te zijn die alleen aan God en Vorstin onderdanigheid en eerbied verschuldigd waren. Dat Piet Doelman in zo'n situa tie is geraakt, vind ik erg, maar begrijpelijk. Inderdaad is door hem de fout gemaakt, zijn drift niet te kunnen beheersen, door kort na de bevrijding een zeer gevaarlijke NSB'er tijdens ver hoor een trap te geven die noodlottige gevolgen had. Nu kan men zeggen, er was weer een vrij Nederland, met Nederlands recht, maar ging dat wel op in die roes van de eerste dagen na 5 mei? Is het juist geweest „Oom Piet" zo zwaar te straffenHad hij het drie maanden eerder gedaan, dan was hij de held van Maassluis geweest. Als andere verzets mannen Ra ut er aanvallen, waardoor een heel dorp in rouw wordt gedompeld, krijgen die verzetsstrijders toch ook het teken van held. En was deze daad nu zo'n offer wel waard? Zo zijn er vele situaties op te noemen, waarbij ter wille van schamele doelen veel onschuldi- gen hun bloed moesten ctfferen. En als deze man de dood op zijn geiccten heeft van een schurk, die een gesel was in die dagen en die de dood en gevan genis van velen uit Maassluis en omgeving op zijn geweten had, dan vind ik dat deze verzets man zeer zwaar gestraft is en kan ik zijn gemoedsstemming ten volle begrijpen. Dagelijks lees of zie je hoe oud-NSB'ers of nazi's op de beste plaatsen zitten, weer ge heim of openlijk organisaties oprichten, terreur voorbereiden (zie maar naar Zweden, enz.) en dat wij dat maar tolereren met het gezegde: „Je moet kun nen vergeten: 't is al zo lang geleden Reken maar, -er zijn weinig oud-NSB'ers bekeerd. Velen zoeken elkaar weer op en als het weer mis gaat, spelen zij weer hun verraderlijke rol van meeheulen met de vijand. Ook voor Oom Piels broer Jan Doelman heb ik veel respect. Boer in hart en nieren, ging de vrijheid hem bovenal. Een groot gezin vrouw dood. het huishouden bestuurd door een nichtje waren in zijn huis meermalen twaalf onder duikers geherbergd. Tevens was daar ondergebracht het plaatse lijk hoofdkwartier van de B.S. tn... ook nog was er een hoofd- De Amsterdamse kun stenaar Dirk Breed is een unieke figuur. Hij smijt geen stoelen door de spie gels. hij heeft geen „derde oog" en is dientengevolge niet „high", hij organi seert geen happenings, doch levert alleen maar goed werk. Zou dat te weinig zijnOf is het misschien te veel? POËZIE Landschappen vormen het hoofdbestanddeel van Breeds werk (inderdaad, we schrijven 1965). maar minstens even verrassend als deze sterk aansprekende schilde rijen is het Amsterdamse woon blok met enkele verkeersborden ervoor of de close-up van een wegkruising, waar de verkeersbor den en de wegmarkering plotseling kleur worden en veranderen in poëzie. In een interview met Piet Calis heeft Hans Sleutelaar enige tijd geleden verklaard: ..De ellende begint natuurlijk bij de vergissing dat poëzie geboren zou worden uit het poëtische in plaats van uit het anti-poëtische." Dat alledaagse dingen: gebruiksvoorwerpen, een flatgebouw, verkeersborden 'en vul maar in) inderdaad poëzie kwartier van de Duitse weer macht in een der vertrekken gevestigd. Als deze man ook nog geallieerde piloten verborg, kunt u wel begrijpen, onder wal voor spanningen deze mensen altijd hebben geleefd. Eerlijk als goud zijnde, ver kocht hij aan vele mensen zui- velprodukten tegen de toen gel dende winkelprijs. Zelf kreeg ik acht liter m*lk per week van 1943 tot april 1945 voor de prijs van achttien cent per liter. En deze man kreeg direct al na de bevrijding een zekerheidsstel ling te betalen van 10.000 omdat hij „wel in 't zwart zou hebben gehandeld". Toen heeft hij op een keer zijn nood ge klaagd. maar nog nimmer in heel die moeilijke verzetstijd had ik een klacht over zijn lippen horen komen. kunnen worden, bewijst Dirk Breed op overtuigender wijze dan Sleutelaar. Voor Breed bestaat er geen alledaagsheid. Hij zegt geboeid te zijn door de ..onwerkelijkheid van de werkelijkheid", een term die hij toelicht met: „De werkelijk heid is niet stabiel. Ze verandert van moment op moment. De vrou wen die buiten lopen, de auto's die voorbijrijden, de kinderen die spe len, bevinden zich elk ogenblik in een andere situatie. Een situatie doet zich nooit twee maal voor: alles is voortdurend in beweging." Aanvankelijk werkzaam als huis schilder. doorliep Breed na de oorlog de Amsterdamse akademie klasgenoten Ger Lataster. Rudy Bierman) waar hij o.a. les kreeg van prof. Heinrich Campendonk, die misschien een verklaring is voor de verwantschap die er be staat tussen het werk van Breed en dat van sommige schilders uit de Brucke-groep. Hij voelt zich voornamelijk aangetrokken tot het landschap en in het bijzonder dat van zijn geboortestreek: Noord- Holland. Tijdens zijn vele tochten maakt hij talloze ..reisnotities", die hij soms jaren later omzet in een schilderij. Toch heeft de schets niet veel meer betekenis dan die van uit gangspunt. Als Breed aan een doek begint, heeft hn er nog maar een heel vaag iflee^van hoe het er na zijn voltooiing uit zal zien. Al werkend ziet hij het landschap ontstaan. Het wordt de neerslag van talloze observaties, indrukken, op een zeer persoonlijke wijze verwerkt. In bijna al zijn schilde rijen vindt men zijn voorkeurkleu- ren terug: blauw, groen 'en in mindere mate) rood. De kleur is Breeds sterkste uitdrukkingsmid del. hij is een kolorist van de eerste orde. Zijn schilderijen zijn mooi van toon en demonstreren een sterk gevoel voor nuances die de basis vormen voor het poëtische (soms bijna mystieke) element dat zijn werk kenmerkt. DROOM Gevraagd naar schilders die hij bewondert, noemt hij Paul Klee. Benner, Werkman. Ook Braque en van Picasso vooral de gedefor meerde vrouwenfiguren. Pop-art vindt hij wel geinig, „leuk voor zon- en feestdagen, maar verder niets om je erg druk over te maken. Favoriete auteurs: Dosto- jewski. Kafka. („Het roomelement in zijn boeken spreekt me erg aan. In mijn werk vindt je daar ook iets van. Soms in de houding van de mensen die af en toe op een schilderij terechtkomen. Ze zeggen wel eens da t mijn werkuijkt op dat van de Naieven. Daar zit wel iets in".) Enkele exposities heeft Breed achter de rug, enkele in de streek die hem het meest inspireert. -Zijn vrouw, die zelf houtsneden maakt, „Het buitenland daar moet je hem naar toe slepen. Het Hollandse landschap, dat is zijn grote liefde. Hij houdt niet van al die bulten op de aarde. Hij moet de ruimte hebben." Ook onderhoudt hij contact met een Amerikaanse kunsthandelaar die regelmatig werk van hem verkoopt Zelf vindt Breed dat. hij over gebrek aan belangstelling voor zijn werk niet te klagen heeft. Maar als men die belangstel ling vergelijkt met de aandacht die wordt geschonken aan de talrijke modieuze „holle vaten" die een komplete industrie om zich wisten op te bouwen, ontstaat een veeg teken aan de wand van de vader landse kunstkritiek. Harry van den Bouwhuysen i een kibbutz beslanl een bijzonder telt de rijpere jeugd in zulk een ordt aangetrokken door de groli opu indender is dan in de dorpse hun aandacht is enkel en alleen voor de kinderen. De kleintjes die nog niet op school zitten, worden 's avonds door hun moeder naar bed ge bracht. Iedere leeftijd heeft zijn vastgestelde bedtijd: je kunt dus aan de tijd waarop moeders zich naar baby- of kleuterhuis begeven, afleiden hoe oud hun kind meestal ,om half zes 's morgens en men eindigt om een uur of drie. De vrouwen werken in de eetzaal, de keuken of in de was- en strijkkamers, de mannen op het land of in de steen- en houtfabrick van Sdot Yam. Dit zijn de meest voorkomende mogelijkheden. Er zijn natuurlijk ook mensen werkzaam in administratieve func ties. Niemand kan echter zijn handen thuislaten, want hoog en laag, iedereen krijgt op sabbat en feestdagen zijn beurt, met afwas sen bijvoorbeeld. Ook komt het hier voor. dat huisvaders met schorten om in de gemeenschap pelijke eetzaal opdienen. Wij zijn op het ogenblik oude ijzeren bc-dden op het strand aan het afschuren en opschilderen. Iedereen is jaloers op onze job, want meestal moeten beginners uren achtereen afwassen en vloe ren dweilen. Na je kibboetstaak ben je volko men vrij. De vrouwen hoeven niet te koken, te wassen, strijken, ver stellen of andere dingen te doen die tot het werk van een huis vrouw in Nederland behoren. Het werk wordt voor de hele kibboets tegelijk gedaan door degenen wier dagtaak het is. Je moet natuurlijk wel je eigen woonruimte schoon houden. Maar daar ben je gauw mee klaar, want zelfs een echtpaar heeft niet meer dan één en dan nog uiterst simpel gemeubileerde zit-slaapkamer. Voor de kinderen ook geen zorg, want deze wonen apart van hun ouders. De opvoeding van kinderen is in een kibboets een zeer bijzondere zaak. Bijna direct na de geboorte wordt een kind bij de ouders weggehaald en'naar het babyhuis gebracht. Daar wordt het helemaal verzorgd; alleen als het erg huilt, wordt de moeder geroepen. Na het babyhuis gaat het kind naar het kleuterhuis en daarna naar school. Iedere schoolklas heeft zijn eigen gebouw met een eetkamer, speelkamers, slaapruimten. douches en leslokalen. Zo'n klas is een maatschappijtje op zichzelf. Er is een verpleegster, een pedagoog en een onderwijzer, maar eigenlijk is het allemaal overbodig, want de kinderen voeden zichzelf op te midden van hun leeftijdgenootjes. Zelfstandig Zelfstandigheid bijbrengen is punt één op het lesprogramma. De kinderen helpen zelf de maaltijden klaarmaken. Ze wassen af en on derhouden de en het gebouw van hun klas. Bovendien krijgt ieder kind, als het tien jaar oud is, een taak van een paar uur per week. Na een paar maanden ver scheidene werkzaamheden te heb ben verricht, mag het zich een eigen werkkring kiezn. Zo wor den de kinderen al heel jong voor bereid op hun toekomstige taak in de kibboets. Het is al bij al daarom zo goed te begrijpen, dat deze mensen beu zijn van al die na oorlogse vaderlandsliefdeen zeggen, zich er nooit meer toe te zullen lenen om in het verzet te kruipen. Het aantal uren wordt steeds opgevoerd. De laatste jaren voor het vervullen van de dienstplicht moeten de jongens en meisjes de helft van de week werken en«de andere helft leren. Iets als gezins leven is in deze kibboetsmaat- schappij dus onbekend. Toch ko men de kinderen geen ouderlief de tekort, want iedere middag zijn ze een paar uur thuis. De ouders zijn dan klaar met hun werk en Gelukkig Kibboetskinderen maken een bui tengewoon gelukige indruk. Ik ge loof trouwens dat het hele leven hier een goede voedingsbodem voor geluk is. Alles is ongecompli ceerd. Men kent bijv. niet de narigheid die materieel bezit vaak met zich meebrengt. Alles is van en voor iedereen. Een van de eerste dingen die je opvallen, is. dat iedereen hier zichzelf is. Men krijgt eenvoudig de kans niet, zich een masker aan te meten. De mensen zijn open en eerlijk. Ze kijken soms een beetje stug, want ze doen niet aardig of beleefd als ze het niet menen. Voor een groot deel dank zij het kibboetssysteem is de staat Israël geworden wat zij nu is. Bij de oprichting leefde de meerderheid van de bevol king in kibboetsiem of derge- lijke collectieve gemeenschap- pen. Nu nog slechts vier procent. Luxe trekt en vooral voor de jeugd is het leven in de grote steden opwindender dan in de dorpsachtige kib boetsiem. Els en ik hopen echter dat de kibboetsvorm in Israël blijft bestaan, want het is een bijzonder gave samen leving. want niemand onzer leeft voor zichzelf Muren, hekken, deuren, sloten ze kunnen veel ver bergen. Soms maken ze je nieuwsgierig. Je zou wel eens willen weten wat erachter gebeurt. Maar het kan ook zo zijn, dat je liet liever niet weet. Dat je misschien een beetje huive rig voorbij gaat en de zorgen achter zo'n muur of deur liever voor anderen laat. Trouwens je hebt geen tijd om nieuws gierig, of belangstellendte zijn. Je hebt immers haast. En maken die muren nog wel, dat diegenen daarbinnen nog je naasten zijn, net zo goed als de man met wie je voor het stoplicht staat of je vriend? Afstand De vele voorzieningen van de laatste jaren hebben die muren gemetseld. Het zijn ziekenhuismu ren. muren van inrichtingen voor lichamelijk of geestelijk gehandi capten en muren waarachter nog veel meer leed is verborgen. Het betekent, dat daarbinnen goede verzorging en behandeling is. Het betekent echter ook, dat je op „veilige" afstand wordt gehouden van al deze dingen. Dat je niets, maar dan ook niets afweet van die Jongen daar achter die muur. Hij is misschien net zo oud als jij. of hij deed hetzelfde werk. Trek een jaar uitvoor hem en voor nog zoveel anderen: be jaarden, blinden, spastische kinde ren. Trek een jaar uit om mee te helpen een brug te slaan tussen de wereld van de zieken en die van de gezonden. „Trek een jaar uit voor anderen en voor jezelf" is de slagzin van het Diaconaal Jaar. Zo'n jaar of acht geleden is het gestart. Jongeren tussen de zeven tien en dertig jaar werden ge vraagd één jaar te geven voor de zieke medemens. Honderden deden het inmiddels al. Ze schortten hun studie een jaar op. stelden hun beroepskeus een jaar uit, onder braken hun werkkring een jaar of hadden na schooltijd een jaar over voor ze naar militaire dienst gin gen. Sommigen wisten na de school afgelopen te hebben niet wat ze moesten doen. anderen wilden hun saaie werkkring eens onderbreken. Nog anderen deden het zomaar Arsenaal ten het van zichzelf niet eens precies. Het wordt ook niet ver wacht. Je hoeft niet .klaar te staan met een arsenaal van goede be weegredenen. Je doet het gewoon als vrijwilliger. Niet te materialis tisch, niet te idealistisch, ga je eens iets doen. Zomaar geloven met handen en voeten. Het Diaco naal Jaar is niet ingesteld om net arbeidstekort of om góedkope krachten aan te trekken, maar wel om „gewone" mensen kennis te laten maken met de aparte wereld van het „anders" zijn. Als diah afkorting van diaco naal help(st)er ga je tegen kost, inwoning en 65 zakgeld aan de slag. Met september begint het. In overleg met een leidster in de verschillende grote steden is er nu wel een word je ergens ge plaatst. Rekening wordt gehouden met je eigen keus. „Zet me maar in. waar ze me nodig hebben" klinkt het ook vaak. Je kunt terecht komen in een revalidatie centrum, oogziekenhuis, bij be jaarden. doofstommen of kinderen, in het gezins- of jeugdzorgwerk of m tehuizen voor lichamelijk of geestelijk gehandicapten enz. Aanvaarden Met twee tegelijk ga je er meestal heen. Het is niet de «edoeling, dat je in dat jaar wordt overgeplaatst en dikwijls ben je intern. Er is doorgaans een goede band met het personeel in de ziekenhuizen en inrichtingen en ook door de patiënten word je volkomen aanvaard. Je weet niets, je kunt niets Geeft allemaal niet. Alleen al de wil om jezelf in te zetten, in plaats van automatisch naar je „barmhar tige" portemonnee te grijpen, brengt je al een heel eind op weg. Je weet gauw genoeg wat er van je wordt verwacht. Al zal het vaak in het begin niet gemakkelijk zijn. Diploma's worden niet gevraagd, wel begrip, handigheid en toewij ding. Voor je begint, kom je een week bij elkaar om instructies te ont vangen. Na je plaatsing blijf je om de paar weken bij elkaar komen, terwijl het contact met de leidster blijft. Het centraal adres voor inlichtingen is: Landelijke werkcommissie diaconaal jaar Stadhouderskade 137, Amsterdam, tel.: 020 - 726410. RIET DIEMER -0-0-0-0-0-0- -Er zijn nog idealen idealen, die passen in het eigentijdse jeugdwerk. Wat te denken van alle gesprekken op het gebied van de oecumene? Van samengaan op po litiek terrein?" Dit schrijft de heer N. Schouten uit Den Haag als reactie op ons artikel: „Samen ideaal zoeken of knokken voor jezelf?" van 17 apr. Als voorzitter van de Brugwerk- staf noemt hij het vanzelfsprekend, dat het jeugdwerk zich aanpast bij de gewijzigde omstandigheden instelling van de jeugd verandert, de horizon verwijdert. Hij geeft zijn ervaringen met het jeugdwerk- nieuwe stijl. Dertig procent van de gereformeerde jongeren sluit zich nog wel en zeventig procent dus niet aan bij de jeugdverenigingen. Om die zeventig procent te berei ken, zijn daarom in Den Haag- West de bakens verzet. Er is een sociëteit met leden, maar ieder is vrij om te komen en gaan wanneer hij wil. Drie avon den in de week is men geopend. De jeugd zelf vormt groepen: een volksdansgroep, gespreksgroep, fumgroep, muziekgroep en handen- arbeidsgroep. De ideeën komen van henzelf. De staf „begeleidt". Ver der zijn er allerlei activiteiten. In formaties zijn te verkrijgen bij de secretaris: de heer J. Noordanus, De la Reyweg 333, Den Haag tel-: 63 02 32 en bij de sociëteit De Achterhoek. Hilversumsestraat 3, Den Haag 'donderdag-, zaterdag en zondagavond). En nu het adres, waar inlichtin gen kunnen worden ingewonnen over het Jongeren Vrijwilligers korps van de NJG. waar om gevraagd werd. Dat is: drs. J. van Campen, Laan van Meerdervoort 150, Den Haag tel.: 33 44 66.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 18