Toekomst der kerk in Indonesië is hoopvol Gij zult kracht ontvangen GEESTELIJK Directeur AKB der Geref. Kerken 70 TIJDNOOD KAN SOMS GEVAAR OPLEVEREN ZONDAGSBLAD ZATERDAG 29 MEI 1965 (Van onze kerkredactie) Voor de laatste maal sloot de heer Laernoes in Middel burg gasten en pers buiten. De gereformeerde synode ging in geheime zitting ver gaderen. Hij kon het niet na laten even naar ons te wui ven. Het was echter geen ge baar van: „Je mag er lekker niet bij zijn". Zo is de nu zeventigjarige directeur van het Algemeen Kerkelijk Bu reau van de Gereformeerde Kerken helemaal niet. Meei nog dan voor de synode, loot de heer Laernoes op dat mo ment de deuren voor zichzelf toe. Hij treedt uit het open bare leven terug. Maandag aanstaande neemt hij dan ook officieel afscheid als di recteur. Uit alle delen van het land, zelfs uit Oostenrijk, zullen dan de oude vrienden hem nog eenmaal da hand komen drukken. De deur gaat dicht. Maar als we de heer G. M. A. Laernoes goed ken nen, dan zien we hem in de toekomst vast nog wel eens door een achterdeurtje te voorschijn komen. Want he lemaal niets doen?. Daar zien we hem niet voor aan. Met angst en beven heeft de ■ynode van 1946 het besluit geno men om een Algemeen Kerkelijk Bureau te stichten. Het mocht vooral niet te groot worden, want dan zouden de plaatselijke gere- 99 Nog één keer schoof de heer G. M. A. Laernoes de deuren dicht van de gereformeerde syno de. opdat de synodeleden in ge heime sitting zich konden be raden over de situatie van protes tantse geestelijke verzorging in formeerde kerken, zoals ds. O. Y. Vellenga uit Meppel schreef, wel eens vanuit Utrecht geregeerd kunnen worden en kwam de auto nomie van de plaatselijke kerk in gevaar. uiuc. Om te voorkomen dat het bu- reau te groot zou worden, werd Vast ad rP<; voor het eerste jaar 7.500 uitge trokken. Uit dat budget moesten de directeur en twee typistes be taald worden. Dat er ook nog een kantoorruimte ingericht moest worden, dat er schrijfmachines eexocht moesten worden en een stencilmachine. bureaus en papier waren de eerwaarde en weleer waarde synodeleden helemaal ver geten. Dat heeft de heer Laernoes niaar uit zijn eigen zak bekostigd Laernoes ontruimde een kamer in zijn huis en toen nog eeB kamer. Hij wilde zijn zes kinderen niet de dupe laten worden van het bureau en besloot zelf maar met zijn vrouw op de overloop te gaan slapen. Als hij zijn arm uitstak kon hij in het donker het stencil papier voelen. Als mevrouw Laer noes haar hand uitstak de enve loppen. Eindelijk werd een huis gevondenaan de Koningslaan waar nu het algemeen Diakonaal Bureau zit en de laatste jaren is het adres van het AKB: Wilhelmi- napark 3, Utrecht. Met de heer Laernoes hebben de Gereformeerde Kerken eigenlijk pas voor het eerst in hun geschie denis een vast adres gekregen. Voor die tijd moesten de brieven en stukken gestuurd worden naar de scriba van de kerk die de volgende synode bijeen zou roe- °n. Was de synode van 1946 zich bewust, dat zij een historisch besluit nam? Waarschijnlijk niet. Maar wijzer dan het besluit om een kerkelijk bureau te stichten, was het besluit om de heer Laer noes tot directeur te benoemen. Meestal wordt de een of andere dominee aangesteld, die eigenlijk nodig van zijn gemeente verlost moest worden. In Laernoes kre gen deze kerken een directeur van formaat Niet dat hij direc teurs-allures had. Verre van dat. Wie Laernoes tijdens een synodezitting tussen de tafels zag lopen om nieuwe rapporten uit te reiken, het onaf- scheidelijke natge- sabbelde peukje zwarte shag tus sen zijn lippen, zag in hem geen directeur. „Wie is dat mannetje?" vroeg me eens een journalist, die de bespreking over een speciaal onderwerp voor zijn krant moest verslaan. Wie hem echter beter leerde kennen, weet dat hij een mannetjesputter was. Altijd was hij de rust zelve Altijd slaagde hij er in de rapporten op tijd klaar te krijgen. Niemand deed ooit ver geefs een beroep op hem. Als iets half kon. wist je dat het helemaal klaar kwam. En menige synode- Prof. Notohamidjojo terug naar Salatiga De verhouding tussen de heer Laernoes en de journalisten die de synode- besprekingen bijuonen was steeds uitstekend. Hij zorgde dat ook zij de synoderapporten ontvingen, opdat zij zich op de besprekingen konden praeses heeft ervaren, dat als het niet half kon. hij het ook wel te te horen kreeg. De directeur van een derge lijk bureau moet een veelzijdig mens zijn. Hij moet een soort illustere boekhouder zijn, want een groot deel van het werk bestaat uit het ontvangen en tellen van de collectes voor landelijke doeleinden. Hij moet een statisticus zijn, want hij moet het jaarboek van de ker ken opstellen. Hij moet het kerkrecht kennen en de kerk zelf met zijn vele schakeringen. Hij moet leiding kunnen geven. Hij moet de kerkelijke rappor ten-taal kennen en theologisch mee kunnen spreken. Deze ex-onderwijzer, ex-bankdi recteur. ex-politieman (na de oor log), ex-ouderling en ex-diaken was de aangewezen man. Hij be gon als onderwijzer. Na zijn kweekschooldiploma in Middelburg verworven te hebben, stond hij tien jaar voor de klas in Vlissin- gen. Dat was tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen de vluchtelin gen Zeeland binnenstroomden. Niemand deed ooit vergeefs een beroep op hem en daar deed hij zijn eerste ervaringen op met het vluchtelingenwerk. Als hij maan dag zijn receptie geeft zullen er gasten uit Oostenrijk zijn om hem te danken voor alles wat hij gedaan heeft voor de Hongaarse vluchtelingen. Omdat hij niet goed stilzitten kon in de avonduren werd hij ook beheerder van een bank. Hij had immers zijn diploma boekhouden. En een meester was immers om vier uur todh al klaar. Zo leerde hij het boekhouden in de praktijk kennen. Dat kwam hem ook te pas, want alle algemene collectes in de Gereformeerde Kerken lopen over zijn bureau. In 1950 ontving hij 857.456 gulden. Het vorig jaar kwam er 2.966.231 gulden binnen. Hij heeft een topjaar gehad van meer dan drie en een half miljoen gulden, maar toen liep de collecte voor de wereldhulp ook nog over zijn bureau. gestaan en in de avonduren zijn bankzaken bijgehouden te hebben, wilde hij wel eens iets anders. Hij las een advertentie, waarin een onderwijzer voor Semarang werd gevraagd. Nog diezelfde avond schreef hij er op. Per kerende post kreeg hij antwoord van wijlen ds Rullmann, die op een briefkaart hU gebruikte nooit schreef: „Kom eens naar Utrecht". Ds. Rullman had de advertentie ge plaatst, maar wist niets van Sema rang. Samen met de heer Laernoes wilde hij zich laten voorlichten door oud-zendeling Adrlaanse, maar die wist er nog minder van. Vol komen onvoorbereid, zonder ken nis van het Maleis, ging hy naar Indlë. Na twee maanden de Euro pese school geleld te hebben, werd hij gevraagd ook hoofd te worden van de- Javaanse school. Enkele jaren later kwam er nog een Chi nese school bij. Toen hij vertrok waren er zeven scholen. (Van onze kerkredactie) Een hoffelijke gast is weer vertrok ken. Na 31 dagen in o)is land te zijn geweest, is prof. O. Notohamidjojo weer tiaar zijn land teruggevlogen. Ondanks pogingen van journalisten om deze rector van de Christelijke Universiteit van Salatiga te verleiden tot een woord van kritiek op ons kerkelijke of natio nale leven, bleef hij glimlachend her halen dat hij bijzonder genoten had, niet open armen zowel aan de Vrije Universiteit te Amsterdam als in zen dingskringen van de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken ontvangen was. En in ons ge sprek bleek duidelijk dat dit meer dan Javaanse hoffelijk heid, dat het echt gemeend *llu.u u was. Ja, toch was er iets dat hij had gemist in ons land., de »n drievoud worden ingediend en bergen: „Zelfs in Driebergen er waren predikanten die van het heh ik die niet geuonden." bestaan van carbonpapier niet op de hoogte waren. En tussen al die wijze en ervaren mannen liep hij Deze Indonesische christenhoog- rond in zijn tropenpak („Is dat leraar was op speciale uitnodiging wel waardige kleding voor een Yan de Jf? voor het eerst ra ons synodelid?") als de witte raaf van land- Hij heeft in alle zeven veertig jaar, de baby onder de faculteiten college gegeven en vra- synodeleden 8en van studenten en hoogleraren via had hij opdracht beantwoord De studenten waren J»- *a mrair&n mtoi" erg belangstellend. Ze stelden in- ingende en soms ook wel moei- van'de"predikanten. Het gevolg lijke vragen". vertelde hij ons. was dat hij uiteindelijk lid werd Van de zi)de van studenten hoor- op dat moment het werk toch al zijn universiteit. Ze vroegen steeds steeds gedaan. Via de particuliere weer, hoe zij konden helpen bij de synode van Noord-Holland werd opbouw van het chnstelijk-univer- hij gevraagd om de leiding Van sitaire leven in Indonesië, een klein bureau op zich te nemen om de pensioenen uit te betalen l/|;ma3i aan de emeriti. In 1944 kreeg het lx 11 maal bureautje een landelijke opdracht. ken en het Nederlandse volk voor alles wat zij gedaan hebben en nog doen voor mijn land". Nog eens vroegen we, om hem uit de tent te lokken: „Hebt u ook kritiek? Hebt u ook dingen gezien waarvan u gedacht hebt: Als ik het voor het zeggen had zou ik het anden doen". Maar weer weerde hij af: Daarvoor ben ik te kort hier. Als ik er drie of vier jaar zou zijn, dan misschien. Ik geloof dat het niet eerlijk zou zijn. Kerkdiensten Maar onze kerkdiensten dan, vond u die anders dan in uw eigen land?" Het antwoord was: „Ik heb ontdekt dat onze kerkdiensten een schabloon zijn van de diensten hier. De prediking in onze kerken moet veel meer op de situatie zijn afgestemd, actueler. We zouden ook graag de liturgie meer willen afstemmen op onze volksaard." Ja, toch was er een moment dat hij niet helemaal mee kon doen: tijdens het zingen in de kerk: „Ik heb de psalmen en gezangen Maar hij wilde daarmee aller minst zeggen dat Nederland maar moet terugkeren naar de vroegere berijming en het zingen op hele noten. „Wij zijn ook bezig met een vernieuwing van het zingen in de kerk. Graag zouden we meer lie deren hebben ^p eigen melodieën. Maar we zoi n de band met de wereldkerk .en handhaven ook in onze liederen. Het zou onjuist zijn te zeggen dat we alleen maar onze eigen Indonesische muziek in de kerk moeten hebben." Maar als Laernoes over die tijd Bureau praat, denkt hij toch in de eerste plaats aan zijn kerkelijke functies. Hij werd al gauw scriba van de kerkeraad van de gereformeerde kerk van Semarang, waar hij jarenlang met ds. P. A. Sillevis Smitt heeft samengewerkt. Hij werd bovendien scriba van de classis Batavia, die een maal per jaar bijeen kwam. En aangezien het voorzitterschap rouleerde, kwam het grootste deel van het werk en de voorbereiding Hij had wel een beetje moeten wennen aan ons klimaat. De korte nachten en de lange schemering, waren voor hem een verrassing. En toen twee jaar later het Het feit dat de zon kon schijnen het toch kil was, had een Optimistisch algemeen kerkelijk bureau werd het prof. dr. D. bijzonder vreemde indruk op hem Nauta, die bij hem kwam en zei: gemaakt. En zelfs na 31 dagen in „Is dat niets voor jou? Je bent ons land te zijn geweest, was hij eigenlijk toch al begonnen." nog niet «an gewend om een ïrgaderingen op hem neer. Door ïrkelijke moeilijkheden leerde hij in die tijd ook minister Colijn („de grote", zegt Laernoes) ken nen en waarderen. Colijn leidde een onderzoekscommissie. Synode Maar zijn vrouw werd ziek. Het gezin moest naar Nederland terug en omdat de synode van 1936 voor de deur stond, vaardigde de classis Batavia hem af. Nooit zal hij die eerste dagen van de synode in Amsterdam vergeten. Een hoogle raar zei tegen hem: „U komt uit Indië, hè? Dat zijn van die 50 procent gereformeerden." Laernoes Laernoes niet geweest zijn cent christen." bureaus ontstaan en die eerste be- terug kwam. slissing van de synode, om een vakman aan te trekken, heeft tot gevolg gehad dat dat steeds ge beurde. Nu is er het Algemeen Diakonaal Bureau, het Bi en nog veel Ik ben geïmponeerd, zo vertelde hij ons nog, van de ontwikkeling van techniek en industrie en van de hele welvaart in uw land. Ik de Informatiedienst MlWo det u hier, andere Zoveel zelfs dat moeilijkheden hebt dan wy. Wij - een commisie- ;»uden dolgrejl uw perkeeipro- heeft Ingesteld om de bleem v»n u wdlen ooeiwe^iiii. s onder de loep te nemen. Dank De commissie studeert nog De zendingscentxa in Oegst- altijd. Maar wat er ook uit de geest en Baarn kende prof. bus komt, zeker is dat de Gere- Notohamidjojo alleen uit de formeerde Kerken n.e, terug éTJÜSZ willen naar de tijd voor 1946. en accuratesse, waarmee ge- Laernoes gaf deze kerken een werkt wordt. Wij willen daar brievenbus, een „bank" en een .can v°or °nze Het waren zijn eerste synode ervaringen. Alles ging er nog primitief toe. Een schrijfmachine was er niet. laat staan een stencil- Maar na tien jaar voor de klas apparaat. Alle rapporten moesten we ooit zonder centraal verzendkantoor, een typebureau en een stencilinrich ting. Klagen de kerken nog dat kerkelijke kantoren." 7 was dieP onder de indruk van de ze vanuit Utrecht geregeerd grote belangstelling in zendingskrin Prof. Notohadmidjojo is optimis- tisch gestemd over de toekomst van de kerk in zijn land. „VTe gegarandeerd. Dat is een zegen j tificeerd met de nationale zaak. Maar we moeten wel onze toe komst bepalen over de voortgang van het werk. In dc grondwet wordt de vrijheid van godsdienst gegarandeerd. Dat is een zegen. Op alle christelijke scholen, maar ok op de staatsscholen wordt chris telijk godsdienstonderwijs gegeven. Daardoor hebben wij een tekort aan predikanten en leraren." In een Engels blad „The Life of Faith" verscheen vorige week een artikel dat Indonesië geen visa meer verstrekt aan Engelse en Amerikaanse zendelingen. „Dat was beslist niet zo toen ik vertrok, j Ik weet uit eigen ervaring dat de regering niet gauw een visum weigert voor een zendeling. De Raad van Kerken heeft de rege ring uitgelegd dat het werk van zending en kerk op een ander dan alleen maar nationaal niveau ligt. De kerk is bovennationaal en dat wordt erkend." Deze vijftig-jarige hoogleraar, zijn naam betekent Vorst der overwinning) is weer terugge keerd naar zijn land. Hij is waardig ambassadeur geweest van zijn kerk en zijn land. Door zijn bezoek zijn er nieuwe ban den gelegd tussen de VU en Salatiga. nieuwe banden tussen het thuisfront en het zendings- veld. Voor de laatste maal verzorgde de heer Laernoes het Jaarboek van de Gereformeerde Kerken. De eerste exemplaren van het Jaarboek-1965 naren net van de binder gekomen en voor het laatst kon hij de leden van het moderamen hun exemplaar aanbieden. Praeses ds. P. van Strien maakte van de gelegenheid gebruik te danken voor het vele werk door hem verricht. te vervallen verklaard of de gave. die Hij met Pinksteren gaf. terug genomen. Die kracht staat altijd ter beschikking van de kerk, die de volkomen prijs er voor wil betalen. De prijs is volkomen één gemaakt te worden met de Here Jezus Christus één met Hem in Zijn vernedering, om één met Hem te zijn in Zijn overwinning. Zij dan, die daar bijeengekomen waren, vroegen Hem en zeiden: „Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël?" Hij zcide tot hen: „Het is niet uw zaak, de tijden wanKe, of gelegenheden te weten, waarover dc Vader de beschikking bracht aan Zich gehouden heeft," maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult Myn ge tuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde." De kracht is kracht om te geloven en anderen te helpen om Ïeloven, kracht om zonder :elen te hopen tot het eind, lief te hebben tot het uiterste, kracht om vrede te stich ten, om te werken voor gerechtig heid en verzoening tussen de men sen. He4 is de kracht van het ui\-n 1 fiRt komende Koninkrijk, die ons nu gegeven is. Het is het onderpand an de heerlijkheid. En het is Deze mannen hebben Jezus als die zij had. toen zij een erkend Here leren kennen. Zij geloven in geëerd deel was van de gestelde aangeboden aan allen, die er jstanding. Zij begrijpen, dat orde. Vandaag leven zeer veel vragen. - -J nederlaag was. christenen verspreid in kleine over al. wat groepen, minderheden zonder poli- i verwoest. Maar tieke kracht. Hierin zijn zij dich- >ij de christenen van de eerste w. dan bij de christenen van de geen nederlaag maar overwinning mensen knecht en SiV- -■■■. zij willen weten, wat dit in de terbij de christenen 1 iraktijk gaat betekenen. Betekent «jjf— J het het Koninkrijk Gods nu? Bete- negentiende. Maar God heeft nooit Zijn belof- het uiterste der aarde kent het. dait wij aan de winnende kant staan? Zien wij. dat Gods vijanden onmiddellijk moeten vluchten? Jezus zegt hen ronduit, dat God ons niet de dienstregeling voor Zijn plannen heeft gegeven. Wij weten eenvoudig niet. wat de begrenzingen zijn van het mense lijk leven ten goede of ten kwade. Maar God gaat hen iets *- it hen 1 staat zijn tot het uiterste der* aarde. Als deze Geest komt, zullen zij de tekenen worden voor de gehele wereld, dat Jezus regeert en dat het kwade ten ondergang gedoemd is en bezig is te verdwijnen. Die belofte werd vervuld met Pinksteren. In een machtige uit storting van goddelijke kracht werden deze weifelende discipelen herschapen in levende tekenen van Christus' regering over de ganse aarde. Zij gingen uit Jeruzalem, op weg naar de verste uithoek van de wereld, een grote verzetsbewej- Het presidium van de Wereldraad van Kerken, dat bijgaande Pinkster- an" de nacht met boodschap heeft doen uitgaan. Van links naar rechts: sir Francis Ibiam de*zekerheid tTan de komende dag. (Enoegoe, Nigeria), dr. Martin Niemöller Wiesbadenaartsbisschop De Kerk 1, tejenwoordi» beeig Mo™, ffl» Ymk). ~iuhindif>p Jr. Micha.1 Ram.-y rOM„bu,yl veel te verliezen van de kracht, dr. David G. Moses (Nagpoer, Induten Charles Parlin (New YorkJ earfw afihdac/i/mt1; Het wrede gebeuren in Innsbruck aan het begin dezer week heeft de aandacht gevestigd op het touringcarbe- drüf. Is dit wagenpark in orde en hoe staat het met de vakbekwaamheid der bemanning, die immers aan hoge eisen moet beantwoorden? We hadden over dit onderwerp een onderhoud met de directeur van de Rijksdienst voor het Wegverkeer te 's-Gravenhage, de heer ir. J. W. Fiitz. Aan deze dienst is namelijk de taak toebedeeld de controle op de veiligheid van autobussen, inclusief touringscars, uit te oefenen. (Van een onzer redacteuren) Een zeer ernstig onge luk met een touringcar en dat nog aan de vooravond van het hoogseizoen waar in honderden van die ge vaarten hun tienduizenden kilometers er weer door gaan draaien" kan meni ge vakantieganger aan het nadenken zetten. Zijn vragen kunnen zijn: is het materiaal goed? Wat zijn de veiligheidswaarbor gen? En: mag het chauf ferend personeel over het algemeen betrouwbaar worden genoemd? Eerst iets over het touring carmateriaal in Nederland. Aan vervoermiddel worden in deze welvaartstijd bijzonder forse eisen qua comfort gesteld. Een wagen die echt mee wil doen en die tussen de vijftig en zestig passagiers moet kunnen vervoeren vergt van een onder nemer het niet onaanzienlijke bedrag van ongeveer tachtig mille. Daarmee heeft de onderne mer dan een wagen, die zeer solide is en oneindig veel lan ger mee kan dan bijvoorbeeld een personenwagen. Als men weet dat tussen twee service- beurten (motor helemaal uit elkaar) ongeveer 200.000 km liggen en dat een touringcar die na 400.000 op is als een vergis sing moet worden beschouwd, dan wordt dit misschien al iets duidelijker. Morir Kort en goed zo'n toerwagen die de helft van elk jaar intensief gebruikt wordt heeft een levensduur van maximaal 10 jaar. De meeste wagens gaan er uit, niet omdat ze technisch of qua comfort „op" zijn, maar omdat him ,,Ujn" niet meer acceptabel Is. Want juist in de toerwagenkl&sse speelt mode een belangrijke rol. De Rijksdienst voor het Weg verkeer is de instantie die met de periodieke keuring van auto bussen (dus ook touringcars) is belast Deze keuring geschiedt om het half jaar en richt zich primair op de veiligheid: de goede werking alsmede de on- derhoudstoestand van het voer tuig. Vervolgens wordt gecon troleerd of aan tal van gelden de voorschriften is voldaan. Dit betreft de werking van een noodluik, een nooddeur, de be vestiging van de zitplaatsen, het comfort in de bus, om en kele voorbeelden te noemen. Verplichte halfjaarlijkse keu ringen, ook van taxi's, tankwa gens en (merkwaardigerwijze) aanhangwagens waarin spring stoffen worden vervoerd, had de Rijksdienst vorig jaar 42000 maal. Sancties zijn een verkorte periodieke keuring, soms van het hele wagenpark van een bedrijf indien er zaken aan het licht mochten komen die niet best zijn en voorts het onmid dellijk innemen van het kente kenbewijs. Dat laatste komt de laatste tien tot vijftien jaar niet Onderhond De keuring stimuleert dat bewijst de praktijk zonneklaar behoorlijk onderhou ploeg, kortom onvoldoende on derhoud van zijn wagenpark druist alleen maar tegen zijn de van de touringcarondernemer alleen maar mee gebaat, want wat heeft hij eraan dat bijv. een van zijn wrcens in Spanje defect zou blij^n staan (de chauffeurs zijn doorgaans geen monteurs). Hij moet een andere bus sturen en een reparatie- Even een zijlijntje: leken ma ken zich nog wel eens ongerust als een touringcar vrijdag- s'avonds thuiskomt en zater dagsmorgens al weer uitrijdt naar het buitenland. Dat hoeft helemaal niet want een goed geoutilleerd bedrijf neemt deze wagen 's nachts voor doorsme- ren en Inspectie onder handen. De algemene conclusie mag inderdaad zijn dat er over de kwaliteit van het Nederlandse touringcarpark geen ongerust heid behoeft te bestaan. Het voldoet aan redelijk te stellen eisen. Overigens mag men ook weer geen overdreven waarde aan die kwaliteit en aan die verplichte periodieke keuringen toekennen. Wie als insider weet dat een honderd procent veilig remmende wagen die uit Ne derland vertt-ok door onoor deelkundig gebruik in de ber gen reeds in Italië hypergevaar- lyk kan zijn geworden vanwege versleten remmen, zal da vol mondig beamen. Chauffeurs Het komt inderdaad ook op de mèn die achter het stuur zit aan. Maar al evenzeer hier geldt kwalitatief een voldoende: er zijn doorgaans zeer vakbe kwame chauffeurs. Uiteraard blijven er wensen en zo zou het toe te juichen zijn Indien het rij-examen in autobussen afge nomen werd met de langste wagens (11 meter) en er niet de gelegenheid bestond om met de minimale lengte van 7 m examen te komen doen. Welis waar geven bonafide onderne mingen. ook al vanwege het eerder gesignaleerde eigenbe lang. de benodigde nascholinv. maar het aanpassen van officiële ex het meest gen. Materieel en personeel vol doen dus wel aan de normen. Dat blijkt uit het betrekkelijk geringe aantal ongevallen met touringcars. Dat er ongelukken kunnen gebeuren, blijkt meestal het gevolg van de menselijke factor te zijn. die in het geding komt als er in het toerpro- gramma stagnaties optreden. Zonder ook maar iets te wllen suggereren in de richting van Innsbruck gegevens daarover zijn trouwens, han gende het onderzoek, onvol doende bekend kan gesteld worden dat tijdnood onderweg nog wel eens de oorzaak kan zijn van het nemen van risico's, die uit een oogpunt van veilig heid beter ongenomen hadden kunnen blijven. Als de tijd gaat dringen en het programma, ja misschien de volgende reis komt in gevaar, dan moeten toerwagenchauffeurs wel eens allerlei spanningen verwerken. Daarom kan misschien het beste besloten worden met de wens dat dc veiligheid onder weg beslist is gediend met een ruim „getimed" reisprogramma van de zijde van het reisburea, of de reisonderneming. Anders- zijds kunnen passagiers hun steentje bijdragen om zich bij pauzes onderweg aan de daar voor uitgetrokken tijd precies te houden, liever nog: daarbij een veiligheidsmarge van veel minuten inacht te nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 14