Toekomst der kerk in
Indonesië is hoopvol
Gij zult kracht
ontvangen
GEESTELIJK
Directeur AKB der
Geref. Kerken 70
TIJDNOOD KAN SOMS
GEVAAR OPLEVEREN
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 29 MEI 1965
(Van onze kerkredactie)
Voor de laatste maal sloot
de heer Laernoes in Middel
burg gasten en pers buiten.
De gereformeerde synode
ging in geheime zitting ver
gaderen. Hij kon het niet na
laten even naar ons te wui
ven. Het was echter geen ge
baar van: „Je mag er lekker
niet bij zijn". Zo is de nu
zeventigjarige directeur van
het Algemeen Kerkelijk Bu
reau van de Gereformeerde
Kerken helemaal niet. Meei
nog dan voor de synode, loot
de heer Laernoes op dat mo
ment de deuren voor zichzelf
toe. Hij treedt uit het open
bare leven terug. Maandag
aanstaande neemt hij dan
ook officieel afscheid als di
recteur. Uit alle delen van
het land, zelfs uit Oostenrijk,
zullen dan de oude vrienden
hem nog eenmaal da hand
komen drukken. De deur gaat
dicht. Maar als we de heer
G. M. A. Laernoes goed ken
nen, dan zien we hem in de
toekomst vast nog wel eens
door een achterdeurtje te
voorschijn komen. Want he
lemaal niets doen?. Daar
zien we hem niet voor aan.
Met angst en beven heeft de
■ynode van 1946 het besluit geno
men om een Algemeen Kerkelijk
Bureau te stichten. Het mocht
vooral niet te groot worden, want
dan zouden de plaatselijke gere-
99
Nog één keer schoof de heer
G. M. A. Laernoes de deuren
dicht van de gereformeerde syno
de. opdat de synodeleden in ge
heime sitting zich konden be
raden over de situatie van protes
tantse geestelijke verzorging in
formeerde kerken, zoals ds. O. Y.
Vellenga uit Meppel schreef, wel
eens vanuit Utrecht geregeerd
kunnen worden en kwam de auto
nomie van de plaatselijke kerk in
gevaar. uiuc.
Om te voorkomen dat het bu-
reau te groot zou worden, werd Vast ad rP<;
voor het eerste jaar 7.500 uitge
trokken. Uit dat budget moesten
de directeur en twee typistes be
taald worden. Dat er ook nog een
kantoorruimte ingericht moest
worden, dat er schrijfmachines
eexocht moesten worden en een
stencilmachine. bureaus en papier
waren de eerwaarde en weleer
waarde synodeleden helemaal ver
geten. Dat heeft de heer Laernoes
niaar uit zijn eigen zak bekostigd
Laernoes ontruimde een kamer
in zijn huis en toen nog eeB
kamer. Hij wilde zijn zes kinderen
niet de dupe laten worden van het
bureau en besloot zelf maar met
zijn vrouw op de overloop te gaan
slapen. Als hij zijn arm uitstak
kon hij in het donker het stencil
papier voelen. Als mevrouw Laer
noes haar hand uitstak de enve
loppen. Eindelijk werd een huis
gevondenaan de Koningslaan
waar nu het algemeen Diakonaal
Bureau zit en de laatste jaren is
het adres van het AKB: Wilhelmi-
napark 3, Utrecht.
Met de heer Laernoes hebben de
Gereformeerde Kerken eigenlijk
pas voor het eerst in hun geschie
denis een vast adres gekregen.
Voor die tijd moesten de brieven
en stukken gestuurd worden naar
de scriba van de kerk die de
volgende synode bijeen zou roe-
°n.
Was de synode van 1946 zich
bewust, dat zij een historisch
besluit nam? Waarschijnlijk niet.
Maar wijzer dan het besluit om
een kerkelijk bureau te stichten,
was het besluit om de heer Laer
noes tot directeur te benoemen.
Meestal wordt de een of andere
dominee aangesteld, die eigenlijk
nodig van zijn gemeente verlost
moest worden.
In Laernoes kre
gen deze kerken
een directeur van
formaat
Niet dat hij direc
teurs-allures had.
Verre van dat. Wie
Laernoes tijdens
een synodezitting
tussen de tafels zag
lopen om nieuwe
rapporten uit te
reiken, het onaf-
scheidelijke natge-
sabbelde peukje zwarte shag tus
sen zijn lippen, zag in hem geen
directeur. „Wie is dat mannetje?"
vroeg me eens een journalist, die
de bespreking over een speciaal
onderwerp voor zijn krant moest
verslaan. Wie hem echter beter
leerde kennen, weet dat hij een
mannetjesputter was. Altijd was
hij de rust zelve Altijd slaagde hij
er in de rapporten op tijd klaar
te krijgen. Niemand deed ooit ver
geefs een beroep op hem. Als iets
half kon. wist je dat het helemaal
klaar kwam. En menige synode-
Prof. Notohamidjojo terug naar Salatiga
De verhouding tussen de heer Laernoes en de journalisten die de synode-
besprekingen bijuonen was steeds uitstekend. Hij zorgde dat ook zij de
synoderapporten ontvingen, opdat zij zich op de besprekingen konden
praeses heeft ervaren, dat als het
niet half kon. hij het ook wel te
te horen kreeg.
De directeur van een derge
lijk bureau moet een veelzijdig
mens zijn. Hij moet een soort
illustere boekhouder zijn, want
een groot deel van het werk
bestaat uit het ontvangen en
tellen van de collectes voor
landelijke doeleinden. Hij moet
een statisticus zijn, want hij
moet het jaarboek van de ker
ken opstellen. Hij moet het
kerkrecht kennen en de kerk
zelf met zijn vele schakeringen.
Hij moet leiding kunnen geven.
Hij moet de kerkelijke rappor
ten-taal kennen en theologisch
mee kunnen spreken.
Deze ex-onderwijzer, ex-bankdi
recteur. ex-politieman (na de oor
log), ex-ouderling en ex-diaken
was de aangewezen man. Hij be
gon als onderwijzer. Na zijn
kweekschooldiploma in Middelburg
verworven te hebben, stond hij
tien jaar voor de klas in Vlissin-
gen. Dat was tijdens de Eerste
Wereldoorlog, toen de vluchtelin
gen Zeeland binnenstroomden.
Niemand deed ooit vergeefs een
beroep op hem en daar deed hij
zijn eerste ervaringen op met het
vluchtelingenwerk. Als hij maan
dag zijn receptie geeft zullen er
gasten uit Oostenrijk zijn om hem
te danken voor alles wat hij
gedaan heeft voor de Hongaarse
vluchtelingen.
Omdat hij niet goed stilzitten
kon in de avonduren werd hij ook
beheerder van een bank. Hij had
immers zijn diploma boekhouden.
En een meester was immers om
vier uur todh al klaar. Zo leerde
hij het boekhouden in de praktijk
kennen. Dat kwam hem ook te
pas, want alle algemene collectes
in de Gereformeerde Kerken lopen
over zijn bureau. In 1950 ontving
hij 857.456 gulden. Het vorig jaar
kwam er 2.966.231 gulden binnen.
Hij heeft een topjaar gehad van
meer dan drie en een half miljoen
gulden, maar toen liep de collecte
voor de wereldhulp ook nog over
zijn bureau.
gestaan en in de avonduren zijn
bankzaken bijgehouden te hebben,
wilde hij wel eens iets anders. Hij
las een advertentie, waarin een
onderwijzer voor Semarang werd
gevraagd. Nog diezelfde avond
schreef hij er op. Per kerende post
kreeg hij antwoord van wijlen ds
Rullmann, die op een briefkaart
hU gebruikte nooit
schreef: „Kom eens
naar Utrecht". Ds.
Rullman had de
advertentie ge
plaatst, maar wist
niets van Sema
rang. Samen met
de heer Laernoes
wilde hij zich
laten voorlichten
door oud-zendeling
Adrlaanse, maar
die wist er nog minder van. Vol
komen onvoorbereid, zonder ken
nis van het Maleis, ging hy naar
Indlë. Na twee maanden de Euro
pese school geleld te hebben, werd
hij gevraagd ook hoofd te worden
van de- Javaanse school. Enkele
jaren later kwam er nog een Chi
nese school bij. Toen hij vertrok
waren er zeven scholen.
(Van onze kerkredactie)
Een hoffelijke gast is weer vertrok
ken. Na 31 dagen in o)is land te zijn
geweest, is prof. O. Notohamidjojo weer
tiaar zijn land teruggevlogen. Ondanks
pogingen van journalisten om deze
rector van de Christelijke Universiteit
van Salatiga te verleiden tot een woord
van kritiek op ons kerkelijke of natio
nale leven, bleef hij glimlachend her
halen dat hij bijzonder genoten had,
niet open armen zowel aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam als in zen
dingskringen van de Hervormde Kerk
en de Gereformeerde Kerken
ontvangen was. En in ons ge
sprek bleek duidelijk dat dit meer dan Javaanse hoffelijk
heid, dat het echt gemeend
*llu.u u was. Ja, toch was er iets dat
hij had gemist in ons land., de
»n drievoud worden ingediend en bergen: „Zelfs in Driebergen
er waren predikanten die van het heh ik die niet geuonden."
bestaan van carbonpapier niet op
de hoogte waren. En tussen al die
wijze en ervaren mannen liep hij Deze Indonesische christenhoog-
rond in zijn tropenpak („Is dat leraar was op speciale uitnodiging
wel waardige kleding voor een Yan de Jf? voor het eerst ra ons
synodelid?") als de witte raaf van land- Hij heeft in alle zeven
veertig jaar, de baby onder de faculteiten college gegeven en vra-
synodeleden 8en van studenten en hoogleraren
via had hij opdracht beantwoord De studenten waren
J»- *a mrair&n mtoi" erg belangstellend. Ze stelden in-
ingende en soms ook wel moei-
van'de"predikanten. Het gevolg lijke vragen". vertelde hij ons.
was dat hij uiteindelijk lid werd Van de zi)de van studenten hoor-
op dat moment het werk toch al zijn universiteit. Ze vroegen steeds
steeds gedaan. Via de particuliere weer, hoe zij konden helpen bij de
synode van Noord-Holland werd opbouw van het chnstelijk-univer-
hij gevraagd om de leiding Van sitaire leven in Indonesië,
een klein bureau op zich te nemen
om de pensioenen uit te betalen l/|;ma3i
aan de emeriti. In 1944 kreeg het lx 11 maal
bureautje een landelijke opdracht.
ken en het Nederlandse volk voor
alles wat zij gedaan hebben en nog
doen voor mijn land". Nog eens
vroegen we, om hem uit de tent te
lokken: „Hebt u ook kritiek? Hebt
u ook dingen gezien waarvan u
gedacht hebt: Als ik het voor het
zeggen had zou ik het anden
doen". Maar weer weerde hij af:
Daarvoor ben ik te kort hier. Als
ik er drie of vier jaar zou zijn,
dan misschien. Ik geloof dat het
niet eerlijk zou zijn.
Kerkdiensten
Maar onze kerkdiensten dan,
vond u die anders dan in uw eigen
land?" Het antwoord was: „Ik heb
ontdekt dat onze kerkdiensten een
schabloon zijn van de diensten
hier. De prediking in onze kerken
moet veel meer op de situatie zijn
afgestemd, actueler. We zouden
ook graag de liturgie meer willen
afstemmen op onze volksaard."
Ja, toch was er een moment dat
hij niet helemaal mee kon doen:
tijdens het zingen in de kerk: „Ik
heb de psalmen en gezangen
Maar hij wilde daarmee aller
minst zeggen dat Nederland maar
moet terugkeren naar de vroegere
berijming en het zingen op hele
noten. „Wij zijn ook bezig met een
vernieuwing van het zingen in de
kerk. Graag zouden we meer lie
deren hebben ^p eigen melodieën.
Maar we zoi n de band met de
wereldkerk .en handhaven ook
in onze liederen. Het zou onjuist
zijn te zeggen dat we alleen maar
onze eigen Indonesische muziek in
de kerk moeten hebben."
Maar als Laernoes over die tijd Bureau
praat, denkt hij toch in de eerste
plaats aan zijn kerkelijke functies.
Hij werd al gauw scriba van de
kerkeraad van de gereformeerde
kerk van Semarang, waar hij
jarenlang met ds. P. A. Sillevis
Smitt heeft samengewerkt. Hij
werd bovendien scriba van de
classis Batavia, die een maal per
jaar bijeen kwam. En aangezien
het voorzitterschap rouleerde,
kwam het grootste deel van het
werk en de voorbereiding
Hij had wel een beetje moeten
wennen aan ons klimaat. De korte
nachten en de lange schemering,
waren voor hem een verrassing.
En toen twee jaar later het Het feit dat de zon kon schijnen
het toch kil was, had een
Optimistisch
algemeen kerkelijk bureau werd
het prof. dr. D. bijzonder vreemde indruk op hem
Nauta, die bij hem kwam en zei: gemaakt. En zelfs na 31 dagen in
„Is dat niets voor jou? Je bent ons land te zijn geweest, was hij
eigenlijk toch al begonnen."
nog niet «an gewend om een
ïrgaderingen op hem neer. Door
ïrkelijke moeilijkheden leerde
hij in die tijd ook minister Colijn
(„de grote", zegt Laernoes) ken
nen en waarderen. Colijn leidde
een onderzoekscommissie.
Synode
Maar zijn vrouw werd ziek. Het
gezin moest naar Nederland terug
en omdat de synode van 1936 voor
de deur stond, vaardigde de classis
Batavia hem af. Nooit zal hij die
eerste dagen van de synode in
Amsterdam vergeten. Een hoogle
raar zei tegen hem: „U komt uit
Indië, hè? Dat zijn van die 50
procent gereformeerden." Laernoes
Laernoes niet geweest zijn
cent christen."
bureaus ontstaan en die eerste be- terug kwam.
slissing van de synode, om een
vakman aan te trekken, heeft tot
gevolg gehad dat dat steeds ge
beurde. Nu is er het Algemeen
Diakonaal Bureau, het Bi
en nog veel
Ik ben geïmponeerd, zo vertelde
hij ons nog, van de ontwikkeling
van techniek en industrie en van
de hele welvaart in uw land. Ik
de Informatiedienst MlWo det u hier, andere
Zoveel zelfs dat moeilijkheden hebt dan wy. Wij
- een commisie- ;»uden dolgrejl uw perkeeipro-
heeft Ingesteld om de bleem v»n u wdlen ooeiwe^iiii.
s onder de loep te nemen.
Dank
De commissie studeert nog De zendingscentxa in Oegst-
altijd. Maar wat er ook uit de geest en Baarn kende prof.
bus komt, zeker is dat de Gere- Notohamidjojo alleen uit de
formeerde Kerken n.e, terug éTJÜSZ
willen naar de tijd voor 1946. en accuratesse, waarmee ge-
Laernoes gaf deze kerken een werkt wordt. Wij willen daar
brievenbus, een „bank" en een .can v°or °nze
Het waren zijn eerste synode
ervaringen. Alles ging er nog
primitief toe. Een schrijfmachine
was er niet. laat staan een stencil-
Maar na tien jaar voor de klas apparaat. Alle rapporten moesten we ooit zonder
centraal verzendkantoor, een
typebureau en een stencilinrich
ting. Klagen de kerken nog dat
kerkelijke kantoren."
7 was dieP onder de indruk van de
ze vanuit Utrecht geregeerd grote belangstelling in zendingskrin
Prof. Notohadmidjojo is optimis-
tisch gestemd over de toekomst
van de kerk in zijn land. „VTe
gegarandeerd. Dat is een zegen j
tificeerd met de nationale zaak.
Maar we moeten wel onze toe
komst bepalen over de voortgang
van het werk. In dc grondwet
wordt de vrijheid van godsdienst
gegarandeerd. Dat is een zegen.
Op alle christelijke scholen, maar
ok op de staatsscholen wordt chris
telijk godsdienstonderwijs gegeven.
Daardoor hebben wij een tekort
aan predikanten en leraren."
In een Engels blad „The Life of
Faith" verscheen vorige week een
artikel dat Indonesië geen visa
meer verstrekt aan Engelse en
Amerikaanse zendelingen. „Dat
was beslist niet zo toen ik vertrok, j
Ik weet uit eigen ervaring dat de
regering niet gauw een visum
weigert voor een zendeling. De
Raad van Kerken heeft de rege
ring uitgelegd dat het werk van
zending en kerk op een ander
dan alleen maar nationaal niveau
ligt. De kerk is bovennationaal en
dat wordt erkend."
Deze vijftig-jarige hoogleraar,
zijn naam betekent Vorst der
overwinning) is weer terugge
keerd naar zijn land. Hij is
waardig ambassadeur geweest
van zijn kerk en zijn land. Door
zijn bezoek zijn er nieuwe ban
den gelegd tussen de VU en
Salatiga. nieuwe banden tussen
het thuisfront en het zendings-
veld.
Voor de laatste maal verzorgde de heer Laernoes het Jaarboek van de Gereformeerde Kerken. De eerste
exemplaren van het Jaarboek-1965 naren net van de binder gekomen en voor het laatst kon hij de leden van
het moderamen hun exemplaar aanbieden. Praeses ds. P. van Strien maakte van de gelegenheid gebruik
te danken voor het vele werk door hem verricht.
te vervallen verklaard of de gave.
die Hij met Pinksteren gaf. terug
genomen. Die kracht staat altijd
ter beschikking van de kerk, die
de volkomen prijs er voor wil
betalen. De prijs is volkomen één
gemaakt te worden met de Here
Jezus Christus één met Hem in
Zijn vernedering, om één met
Hem te zijn in Zijn overwinning.
Zij dan, die daar bijeengekomen waren, vroegen Hem en
zeiden: „Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor
Israël?" Hij zcide tot hen: „Het is niet uw zaak, de tijden wanKe,
of gelegenheden te weten, waarover dc Vader de beschikking bracht
aan Zich gehouden heeft," maar gij zult kracht ontvangen,
wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult Myn ge
tuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en
tot het uiterste der aarde."
De kracht is kracht om te
geloven en anderen te helpen om
Ïeloven, kracht om zonder
:elen te hopen tot het eind,
lief te hebben tot het
uiterste, kracht om vrede te stich
ten, om te werken voor gerechtig
heid en verzoening tussen de men
sen. He4 is de kracht van het
ui\-n 1 fiRt komende Koninkrijk, die ons nu
gegeven is. Het is het onderpand
an de heerlijkheid. En het is
Deze mannen hebben Jezus als die zij had. toen zij een erkend
Here leren kennen. Zij geloven in geëerd deel was van de gestelde aangeboden aan allen, die er
jstanding. Zij begrijpen, dat orde. Vandaag leven zeer veel vragen.
- -J nederlaag was. christenen verspreid in kleine
over al. wat groepen, minderheden zonder poli-
i verwoest. Maar tieke kracht. Hierin zijn zij dich-
>ij de christenen van de eerste
w. dan bij de christenen van de
geen nederlaag
maar overwinning
mensen knecht en SiV- -■■■.
zij willen weten, wat dit in de terbij de christenen 1
iraktijk gaat betekenen. Betekent «jjf— J
het het Koninkrijk Gods nu? Bete- negentiende.
Maar God heeft nooit Zijn belof- het uiterste der aarde
kent het. dait wij aan de winnende
kant staan? Zien wij. dat Gods
vijanden onmiddellijk moeten
vluchten?
Jezus zegt hen ronduit, dat God
ons niet de dienstregeling voor
Zijn plannen heeft gegeven. Wij
weten eenvoudig niet. wat de
begrenzingen zijn van het mense
lijk leven ten goede of ten
kwade. Maar God gaat hen iets
*- it hen
1 staat
zijn tot het uiterste der* aarde. Als
deze Geest komt, zullen zij de
tekenen worden voor de gehele
wereld, dat Jezus regeert en dat
het kwade ten ondergang gedoemd
is en bezig is te verdwijnen.
Die belofte werd vervuld met
Pinksteren. In een machtige uit
storting van goddelijke kracht
werden deze weifelende discipelen
herschapen in levende tekenen van
Christus' regering over de ganse
aarde. Zij gingen uit Jeruzalem,
op weg naar de verste uithoek van
de wereld, een grote verzetsbewej-
Het presidium van de Wereldraad van Kerken, dat bijgaande Pinkster-
an" de nacht met boodschap heeft doen uitgaan. Van links naar rechts: sir Francis Ibiam
de*zekerheid tTan de komende dag. (Enoegoe, Nigeria), dr. Martin Niemöller Wiesbadenaartsbisschop
De Kerk 1, tejenwoordi» beeig Mo™, ffl» Ymk). ~iuhindif>p Jr. Micha.1 Ram.-y rOM„bu,yl
veel te verliezen van de kracht, dr. David G. Moses (Nagpoer, Induten Charles Parlin (New YorkJ
earfw afihdac/i/mt1;
Het wrede gebeuren in Innsbruck aan het begin dezer
week heeft de aandacht gevestigd op het touringcarbe-
drüf. Is dit wagenpark in orde en hoe staat het met de
vakbekwaamheid der bemanning, die immers aan hoge
eisen moet beantwoorden?
We hadden over dit onderwerp een onderhoud met de
directeur van de Rijksdienst voor het Wegverkeer te
's-Gravenhage, de heer ir. J. W. Fiitz. Aan deze dienst is
namelijk de taak toebedeeld de controle op de veiligheid
van autobussen, inclusief touringscars, uit te oefenen.
(Van een onzer
redacteuren)
Een zeer ernstig onge
luk met een touringcar en
dat nog aan de vooravond
van het hoogseizoen waar
in honderden van die ge
vaarten hun tienduizenden
kilometers er weer door
gaan draaien" kan meni
ge vakantieganger aan
het nadenken zetten. Zijn
vragen kunnen zijn: is het
materiaal goed? Wat zijn
de veiligheidswaarbor
gen? En: mag het chauf
ferend personeel over het
algemeen betrouwbaar
worden genoemd?
Eerst iets over het touring
carmateriaal in Nederland. Aan
vervoermiddel worden in
deze welvaartstijd bijzonder
forse eisen qua comfort gesteld.
Een wagen die echt mee wil
doen en die tussen de vijftig en
zestig passagiers moet kunnen
vervoeren vergt van een onder
nemer het niet onaanzienlijke
bedrag van ongeveer tachtig
mille.
Daarmee heeft de onderne
mer dan een wagen, die zeer
solide is en oneindig veel lan
ger mee kan dan bijvoorbeeld
een personenwagen. Als men
weet dat tussen twee service-
beurten (motor helemaal uit
elkaar) ongeveer 200.000 km
liggen en dat een touringcar die
na 400.000 op is als een vergis
sing moet worden beschouwd,
dan wordt dit misschien al iets
duidelijker.
Morir
Kort en goed zo'n toerwagen
die de helft van elk jaar
intensief gebruikt wordt heeft
een levensduur van maximaal
10 jaar. De meeste wagens gaan
er uit, niet omdat ze technisch
of qua comfort „op" zijn, maar
omdat him ,,Ujn" niet meer
acceptabel Is. Want juist in de
toerwagenkl&sse speelt mode
een belangrijke rol.
De Rijksdienst voor het Weg
verkeer is de instantie die met
de periodieke keuring van auto
bussen (dus ook touringcars) is
belast Deze keuring geschiedt
om het half jaar en richt zich
primair op de veiligheid: de
goede werking alsmede de on-
derhoudstoestand van het voer
tuig. Vervolgens wordt gecon
troleerd of aan tal van gelden
de voorschriften is voldaan. Dit
betreft de werking van een
noodluik, een nooddeur, de be
vestiging van de zitplaatsen,
het comfort in de bus, om en
kele voorbeelden te noemen.
Verplichte halfjaarlijkse keu
ringen, ook van taxi's, tankwa
gens en (merkwaardigerwijze)
aanhangwagens waarin spring
stoffen worden vervoerd, had
de Rijksdienst vorig jaar 42000
maal. Sancties zijn een verkorte
periodieke keuring, soms van
het hele wagenpark van een
bedrijf indien er zaken aan het
licht mochten komen die niet
best zijn en voorts het onmid
dellijk innemen van het kente
kenbewijs. Dat laatste komt de
laatste tien tot vijftien jaar niet
Onderhond
De keuring stimuleert dat
bewijst de praktijk zonneklaar
behoorlijk onderhou
ploeg, kortom onvoldoende on
derhoud van zijn wagenpark
druist alleen maar tegen zijn
de
van de
touringcarondernemer
alleen maar mee gebaat, want
wat heeft hij eraan dat bijv.
een van zijn wrcens in Spanje
defect zou blij^n staan (de
chauffeurs zijn doorgaans geen
monteurs). Hij moet een andere
bus sturen en een reparatie-
Even een zijlijntje: leken ma
ken zich nog wel eens ongerust
als een touringcar vrijdag-
s'avonds thuiskomt en zater
dagsmorgens al weer uitrijdt
naar het buitenland. Dat hoeft
helemaal niet want een goed
geoutilleerd bedrijf neemt deze
wagen 's nachts voor doorsme-
ren en Inspectie onder handen.
De algemene conclusie mag
inderdaad zijn dat er over de
kwaliteit van het Nederlandse
touringcarpark geen ongerust
heid behoeft te bestaan. Het
voldoet aan redelijk te stellen
eisen. Overigens mag men ook
weer geen overdreven waarde
aan die kwaliteit en aan die
verplichte periodieke keuringen
toekennen. Wie als insider weet
dat een honderd procent veilig
remmende wagen die uit Ne
derland vertt-ok door onoor
deelkundig gebruik in de ber
gen reeds in Italië hypergevaar-
lyk kan zijn geworden vanwege
versleten remmen, zal da vol
mondig beamen.
Chauffeurs
Het komt inderdaad ook op
de mèn die achter het stuur zit
aan. Maar al evenzeer hier
geldt kwalitatief een voldoende:
er zijn doorgaans zeer vakbe
kwame chauffeurs. Uiteraard
blijven er wensen en zo zou het
toe te juichen zijn Indien het
rij-examen in autobussen afge
nomen werd met de langste
wagens (11 meter) en er niet
de gelegenheid bestond om met
de minimale lengte van 7 m
examen te komen doen. Welis
waar geven bonafide onderne
mingen. ook al vanwege het
eerder gesignaleerde eigenbe
lang. de benodigde nascholinv.
maar het aanpassen van
officiële ex
het meest
gen.
Materieel en personeel vol
doen dus wel aan de normen.
Dat blijkt uit het betrekkelijk
geringe aantal ongevallen met
touringcars. Dat er ongelukken
kunnen gebeuren, blijkt meestal
het gevolg van de menselijke
factor te zijn. die in het geding
komt als er in het toerpro-
gramma stagnaties optreden.
Zonder ook maar iets te
wllen suggereren in de richting
van Innsbruck gegevens
daarover zijn trouwens, han
gende het onderzoek, onvol
doende bekend kan gesteld
worden dat tijdnood onderweg
nog wel eens de oorzaak kan
zijn van het nemen van risico's,
die uit een oogpunt van veilig
heid beter ongenomen hadden
kunnen blijven. Als de tijd gaat
dringen en het programma, ja
misschien de volgende reis
komt in gevaar, dan moeten
toerwagenchauffeurs wel eens
allerlei spanningen verwerken.
Daarom kan misschien het
beste besloten worden met de
wens dat dc veiligheid onder
weg beslist is gediend met een
ruim „getimed" reisprogramma
van de zijde van het reisburea,
of de reisonderneming. Anders-
zijds kunnen passagiers hun
steentje bijdragen om zich bij
pauzes onderweg aan de daar
voor uitgetrokken tijd precies
te houden, liever nog: daarbij
een veiligheidsmarge van
veel minuten inacht te nemen.