Nederlanders offerden voor
vliegtuigen en schepen
Prins Bernhard over
„zijn
fonds
ZONDAGSBLAD
Nieuwe lei else Courant
25 JAAR PRINS BERNHARD FONDS
m 777
£r$;coo. é,$~oötoö0-
ZATERDAG 29 MEI 1963
1
(Van onze speciale
verslaggever)
^LECHTS enkele dagen
na de capitulatie van
Nederland wordt op
Curacao een Comité
Nederland opgericht, dat
geld wil inzamelen voor
de aankoop van oorlogs
materiaal. Het is een ini
tiatief van de Shell-olie-
raffinaderij, dat onder
leiding van de toenmalige
directeur van de „Ko
ninklijke", de heer J. M.
de Booy, genomen wordt.
In Groot-Britannië, dat
verwikkeld is in de niets
en niemand ontziende
zijn gegaan: de torpedobootja-
ger Jan van Galen, 3 motortor
pedoboten en 14 bommenwerpers
tot een bedrag van ruim 10,5
miljoen gulden. Ten behoeve
van de Nederlands-Indische
Luchtmacht in Australië wordt
ook nog een hospitaalvliegtuig
van 650.000 gulden geleverd.
„Man met Hark", de fraaie teke
ning tan Vincent van Gogli, die
inzet is van de jubileumactie van
het zilveren Prins Bernltard
Symbolisch
„Battle of Britain", zo
mede in de Britse kolo
niën, zijn al eerder soort
gelijke initiatieven geno
men. We lezen in een
brief van het Prins Bern-
hard Fonds aan de Neder
landse gemeenschap in
New York, gedateerd 23
september 1940:
„Zoals u in de kranten ge
lezen zult hebben, dragen ze
de Britten niet alleen
bij in de oorlogsinspanningen
door onder deze omstandig
heden in een bewonderens
waardige geest hun arbeid
te verrichten, maar zij heb
ben ook spontaan Spitfire
Fondsen opgericht ten einde
de regering ruimer middelen
te verschaffen voor de aan
koop van vliegtuigen in de
strijd tegen de agressor. Het
gebeurt hier vaak dat de
mensen, onmiddellijk nadat
de bommen gevallen zijn,
naar het plaatselijk Spitfire
Fonds rennen om hun bij-
in te leveren."
Veel giften krijgen een symbo
lische betekenis. Zo worden de
aangekochte Spitfires vaak ver
noemd naar de Indische stad. of
gemeenschap, die er het geld
voor op tafel brengt. De inzame
ling geschiedt op alle mogelijke
wijzen. Er worden speldjes ver
kocht met de Nederlandse
leeuw er op. of de woorden „Je
Maintiendrai". De West kent
een „Dames Spitfire Comité",
de Panamakanaalzone „II Fondo
Principe Bernardo". Een Anep-
Aneta-telegram van 12 april
1941 leert ons dat één van de
meest genereuze gevers in de
gezamenlijke Prins Bernhard en
Spitfire Fondsen de Bandoengse
schoenpoetser Kistoko is, „die
sinds mei vorig jaar dagelijks
10 procent van zijn schamele
verdiensten inlevert en wiens
naam praktisch elke dag op de
lijst van bijdragen verschijnt".
Treffend is een brief van
gezagvoerder U. Udema, die op
5 mei 1942 uit Zuid-Afrika be
richt dat „de equipage wederom
een bedrag van 208.30 heeft
bijgedragen voor de nieuwe
„Van Galen", of een ander
soortgelijk doel". Kapitein Ude
ma maakt bij deze gelegenheid
tevens duidelijk dat zeevaren
den ook rechtstreeks geld stor
ten, als er in de havens, welke
ze aandoen, collectes worden
gehouden. Hij schrijft:
„Ik weet dat uit liefdadigheid,
in stilte bedreven, de ware is,
maar wij zijn nu eenmaal allen
menselijk, en dit is niet een
kwestie van reclame op naam,
doch een toelichting op een
post. die anders misschien in
minder met de zeevaart beken
de kringen een foute indruk zou
kunnen verwekken, betreffende
het aandeel van de zeevarenden
als categorie".
Centrale plaats
De regent van het Fonds,
prins Bernhard die dat ook
ntL nog is neemt in het
netwerk van activiteiten steeds
een centrale plaats in. Artikel 3
van de toenmalige statuten stelt
vast: „De regent bepaalt binnen
het kader van het in artikel 2
omschreven doel van het fonds
de wijze van besteding van de
verzamelde gelden". Uiteraard
handelt de Prins in nauw over
leg met de regering en de
andere autoriteiten.
Prins Bernhard kan enkele
spectaculaire gebeurtenissen
luister bijzetten. Op 23 mei 1941
overhandigt hij aan de minister
van defensie een cheque ter
waarde van 900.000 dollar, be
stemd voor de aanschaf van
negen bommenwerpers voor de
Koninklijke Marine. Op uit
drukkelijke wens van de Indi-
De handtekening vat
Prins
Bernhard prijkt op deze
cheque
de grootste, die hij
oil heeft
uitgeschreven.
•'V :'c> 9Vf
a», 4#. TMi»€AOf<eej£>r J>HOOM, E. C 2 y
Sb '2/y/{yc'ty flor 'rZ' y - f/2/r/s,-
Sr MurtJicJ «ntï -6 v-e. Keur»
Als gevolg van een op
Curasao genomen initia
tief werd in Londen, op
10 augustus 1940, het
Prins Bernhard Fonds
gesticht. Het doel van de
organisatie was de mili
taire weerbaarheid van
de geallieerden, in 't
bijzonder die van de
vrije Nederlanders, te
verhogen. Na de oorlog,
toen de Nederlandse
kunst als verlamd uit de
bezettingsjaren tevoor
schijn kwam, werd de
geestelijke weerbaar
heid door middel van
het P.B.F. beslagen. Al
om in den lande werden
Anjerfondsen gesticht.
Tal van verenigingen,
kringen en gezelschap
pen, die zich op het cul
turele vlak bewegen,
sche schenkers moeten deze de
namen Rotterdam 1 tot en met
Een nóg groter triomf beleeft
de Prins, als hij op 5 november
1941 aan koningin Wilhelmina
een cheque kan overhandigen
van 855.000 Pond Sterling, toen-
dertijd circa 6,5 miljoen gulden,
ook al voor het overgrote deel
bijeengebracht door de geza
menlijke Indische fondsen. Het
bedrag wordt bestemd voor de
bouw van een nieuwe Jan van
Galen. Bij de ingebruikneming
van deze torpedobootjager op
21 februari 1942 memoreert de
Prins:
Van Galen
..Toen op 10 mei 1940 de
vijand Rotterdam aanviel met
behulp van parachutetroepen,
gevolgd door per transportvlieg
tuigen aangevoerde strijdkrach
ten, snelde de Van Galen, die
juist uit Indië aangekomen was,
te hulp vanuit Nieuwe Diep,
waar hij reeds twee vliegtuigen
had neergeschoten. Op weg naar
Rotterdam vernietigde hij nog
drie vijandelijke transportvlieg
tuigen en voer toen de rivier
op, waar hij voortdurend in
actie bleef tegen de vijand. Na
31 aanvallen van duikbommen
werpers werd de Van Galen
zwaar getroffen en zonk. Doch
nog gaf de bemanning ,de strijd
niet op: allen, die nog daartoe in
In het eerste levensjaar van
het Prins Bernhard Fonds, dat
op 10 augustus 1940 werd opge
richt ter vervanging van het
Comité Nederland, zijn het
vooral de Nederlanders overzee,
die grote bedragen fourneren.
Al terstond na de stichting kan
het P.B.F. beschikken over 5
miljoen gulden van het Indische
Koningin Wilhelmina Fonds, in
opdracht van de Koningin aan
het fonds geschonken. En er
volgt meer. Uit Oost-Indië nog
eens meer dan 5 miljoen gulden,
uit de West bijna een half
miljoen.
De vrije Nederlanders, over 40
landen in de wereld verspreid,
blijven niet achter. In Groot-
Britannië en Ierland wordt
127.271 gulden ingezameld; op
varenden van de Nederlandse
schepen brengen 11.593 gulden
bijeen.
21 Miljoen
Aan het eind van de oorlog is
het totaal aan ingezamelde gel
den tot 21 miljoen gulden op
gelopen. In één van de na
oorlogse verslagen van het
P.B.F. staat dat aan de Britse
regering zijn overgedragen 100
Spitfires (toen nog geen 50.000
gulden per stuk!), 18 bommen
werpers, 3 nachtjagers, 6 tanks
cn 14 brencarrlers tot een be
drag van circa 8,5 miljoen gul
den.
Naar de Nederlandse regering
Over de activiteiten van het
P.B.F. bericht The Times op 12
april 1941:
„Veel van het geld wordt in
dollars naar Engeland overge
maakt en is bijzonder nuttig
voor aankopen in Amerika".
Lord Beaverbrook, de Brit
se minister van vliegtuigpro-
duktie, schrijft op 19 juli 1944
aan Prins Bernhard:
„Met dankbaarheid bevestig
ik uw nieuwe gift van 30.000
Pond Sterling. De vele giften,
die wij van Nederland hebben
ontvangen, naderen nu snel het
totaal van 1 miljoen Pond Ster
ling. Dit prachtige gebaar van
onze bondgenoot wordt hooglijk
gewaardeerd. Het zal ons de
oorlogswapenen verschaffen, die
ons, samen met de wil om te
winnen, de eindoverwinning
zullen bezorgen. Mag ik uw
volk nogmaals in uw persoon
dank zeggen voor de voortdu
rende offervaardigheid".
In Londen
Vc lorped obool ju ger Jut
i Galen, die op 21 februari 1942 in gebruik uerd genomen, lieefi een grote bijdrage in de strijd gelei erd.
Het Prins Bernhard Fonds
blijft gedurende de hele oorlog
gevestigd in het Londense kan
toor van de bankiersfirma B. W.
Blijdenstein Co., een dochter
onderneming van de Twentsche
Bank, waar ook de gelden bin
nenkomen. In het Londense Vrij
Nederland, dat ongeveer gelijk
tijdig met het PBF is opgericht,
wordt regelmatig opgave ge
daan van de ontvangen giften,
terwijl er ook oproepen in wor
den gepubliceerd. De laatste
zinnen, die er steeds weer onder
worden geplaatst, luiden: „Voor
de aankoop van vliegtuigen en
ander krijgsmateriaal zijn grote
bedragen benodigd. Ieder drage
het zijne bij in het nationaal
belang. Steunt de Bevrijdings-
Het zwaartepunt van de
fondswerving in oorlogstijd ligt
op de eerste twee jaar. Daarna
wordt ook Indië bezet gebied en
wordt het P.B.F. van één van
zijn belangrijkste bronnen van
inkomsten afgesneden.
Motivering
In juli 1941 wordt in het
Soerabaiasch Handelsblad, de
werden en worden met
subsidies verblijd.
Het zilveren Prins Bern
hard Fonds heeft zich
thans met een speciale
geldinzamelingsactie tot
het Nederlandse volk
gewend. Zoals reeds ge
meld, worden er bij
storting van 25 gulden
certificaten uitgegeven,
die gratis toegang geven
tot zo'n negentig musea,
terwijl tevens kans
wordt gemaakt op het
winnen van een fraaie
tekening van Vincent
van Gogh. Bijdragen
kunnen worden overge
maakt op de rekening
P.B.F. 25 van de Alge
mene Bank Nederland.
Kleinere giften zijn
uiteraard even welkom.
Dit zei prins Bernhard de
vorige week o.m. over
het Prins Bernhard
Fonds:
„Ons land was toen
10 augustus 1940
enige maanden in oor
log. Terwijl de bezetter
op steeds driester wijze
probeerde aan de bevol
king in het bezette ge
bied zijn wil op te leg
gen, vochten elders vrije
Nederlanders door, om
het behoud van onze on
afhankelijkheid.
„Het aandeel van Neder
land in de geallieerde
oorlogvoering was toen
nog maar klein. Zoekend
naar mogelijkheden om
hierin verbetering te
brengen, werd een fonds
in het leven geroepen:
het u bekende Prins
Bernhard Fonds, met als
doel: gelden bijeen te
brengen voor aankoop
van materieel.
„Na één jaar kon ik
in een eerste verant
woording al gewagen
van de trots, die ons
vervulde over de grote
offervaardigheid van de
waarschijnlijke terechte opmer
king geplaatst dat „ieder weet
dat er geen Spitfire en geen
bommenwerper méér in de
lucht komt door de Indische
gelden. De Britse en Amerikaan
se fabrieken werken op volle
kracht en financiële remmen
zijn er niet."
Het blad voegt er een al even
jftiste motivering voor de Indi
sche, vrijwillige bijdragen aan
toei
„W:j willen u tonen dat wij
met u medeleven en u dankbaar
zijn, want Gij vecht daar in
Engeland net zo goed voor onze
zaak".
In dat gebaar zat het 'm.
In de stimulans van het eer
ste ogenblik af, en die heeft
het Prins Bernhard Fonds
zeker in zijn Londense perio
de gegeven.
vrije Nederlanders, over
de hele wereld verr
spreid.
„Ik zou dan ook met er-*
kentelijkheid willen1
herinneren aan het feit, 1
dat onze landgenoten in t
de oorlogsjaren ruim 21
miljoen gulden hebben
bijeengebracht. Hiermee
kon gevechtsmaterieel
worden aangeschaft, zo
als jachtvliegtuigen en
bommenwerpers, tanks
en een torpedobootjager,
en ook een groot hospi-
taalvliegtuig. Daarmee j
werd een belangrijke
bijdrage geleverd tot de j
uiteindelijke bevrijding
van ons vaderland. i
„In het eerste jaarverslag,
dat ik zojuist noemde,
schreef ik ook: „De strijd
zal zwaar blijven tot het
einde. Groot is ons aller
verantwoordelijkheid te
genover ons vaderland.
Maar wij weten: wij
kunnen op elkaar reke
nen: alle krachten zul
len wij blijven inspan
nen voor het bereiken
van dit ene doel: Neder
lands Herrijzenis."
„Aan deze herrijzenis heb
ben wij toen ons deel
bijgedragen en er is alle
reden voor blijvende ge
voelens van dankbaar-
heid, zeer speciaal ten
opzichte van degenen, j
die dit grote doel voor i
ogen hadden, maar de
verwerkelijking niet
hebben mogen beleven!
„Het Prins Bernhard
Fonds is in Nederland,
de Nederlandse Antillen
en Suriname nog steeds
actief, al is het na de be
vrijding met een ander
doel, dat weinig of geen
relatie lijkt te hebben
met de opzet, zoals ge
steld in de oorlogsjaren.
Immers, het verleent nu
steun aan culturele ar
beid in ons land. Deze
ommezwaai is evenwel
niet zo radicaal als u
misschien op het eerste
gezicht zou veronder
stellen. Immers, tijdens
de oorlog ging het om
het behoud van ons
volksbestaan in de let
terlijke zin van het
woord, maar sinds de
bevrijding is het streven
er op gericht om aan dit
bestaan een geestelijke
inhoud te geven. Ging
het in eerste aanleg om
het „zijn of niet zijn",
de na-oorlogse activitei
ten richtten zich op het
geven van stimulansen
aan het culturele leven
in al zijn vormen".