TOO
VERGEET
HET
MAAR:
ALLEMAAL
BLUF
Ti Tien voor Marianne
prikt in
ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte - ruimte ruimte ruimte ruimte - ruimte - ruimte~-TuTmuFf ruimte'<rïïïmte - rvfmj
99 «loor
BRAM
OOSTERWIJk
Je kent ze, de jongens, die als
de militaire dienst ter sprake
komt, schouderophalend zeggen:
„Daar heb ik me uit gekletst"
(er klinkt meestal een wat min
der parlementair woord).
Je kent ze, de jongens, die na
enige tijd in dienst te zijn geweest,
plotseling weer burger zijn en dan
geheimzinnig glimlachen en slechts
hun allergrootste vrienden (en
vriendinnen) fluisterend toever
trouwen hoe het ze is gelukt uit
die dienst ontslagen te worden.
Je kent ze, de jongens, die nog
voordat ze zijn gekeurd als hun
mening ten beste geven: „Ha, ha.
niks voor mij, als ik dit of dat doe
zien. Mij pakken ze niet. Want 'en
dan volgt een lange rij namen) is
het ook gelukt.
Vergeet het r
allemaal bluf.
AAKT is dje Japanse en haar lichaam omstrengeld door een rood-
I groene, stekelige draak. Loskomen kan ze onmogelijk en elke avond
kr kijkt ze vanuit haar lijstje aan de muur neer op de zeelui die armen
of borst ontbloten. Heel zelden kiezen ze haar. Ze is te omvang
rijk, wellicht te afschrikwekkend, voor velen stellig te kostbaar. Zo'n „bonk
vlees" in een huid prikken is een langdurig karwei. De klanten doen het
meestal met minder: kleinere ontklede vrouwen, zeilschepen, bloemen, harten
en namen van geliefden.
Figuren in levend menselijk
vlees. „Tattoo Dick" (34) prikt z'n
produkten erin, avond aan avond.
„Sailor's Grave" op de ruige borst
van een stoker die aan z'n twintig
ste tatoeëring toe is, „Finland" op
de dunne, schone arm van een
vijftienjarige dekjongen, maar ook
wel een naam of een niet thuis te
brengen teken op het bovenbeen
van een bankdirekteur.
Als de havenkranen niet meer
draaien en de avond valt over
Rotterdams rosse buurt Katen-
drecht komen de mannen de „Tat
too Shop" van Dick van Oost
binnen. Hij
gaaien oude bekenden die er wéér de stad („vooral
één komen halen of stellen het end"),
ketelbinkie, dat kauwgum malend
langs de wanden gaat om zijn keus Vijf lllll*
te maken, gerust Ook is hij nu
eenmaal zeeman en dan behoor je
getatoeëerd te zijn.
doet er niet aan mee en weigert eeuwen ingeburgerd zijn. Als
zijn naald te zetten op li- eerste schijnt ontdekkingsreizi-
i i.j„ ger Cook de „tattoo" te hebben
chaamsdele,, dm met door kle- "afgekeken M»„ de Maori
ding bedekt kunnen worden. fJieuw-Zeeland, die inkervingen
Tenminste, hij tracht zijn „pa- op hun lichaam iets heel nor-
tiënten" daarvan te overtuigen, tnaals vonden. Ze werden er
t met hamer en vlijmscherpe b-ei-
Moor er zijn r bij die met eon ingeslagen en opgelmr,d met
de wijs te brengen zijn. „Om ze verj_ yaak ontstonden op die
kwijt te raken, doe ik het dan manier de vreselijkste verwon-
maar, maar niet graag". dingen en misvormingen. Dui
zenden Maori's moeten dan ook
(soms een enkele onder het tatoeëermes het leven
0 van allerlei slag krijgt hij hebben gelaten. Eind oorige
zich. Meestal buitenlanders, botter »eU"*""e.
Dp bewerking is verfijnd, de
bleven. Onvoorstel-
het aantal mensen
_.0__*n tatoeëring heeft
het week- zitten. Vooral in Engeland, daar
bestaat zelfs een club van getatoe-
eerde mensen. Maarschalk Montgo
mery is een getatoeëerde en ook
koning Edward VII had op zijn
arm enkele tatoeëringen.
Mannen
l vrouw begroe- ken op die jongens"),
oojj versiering gebleven.
..Tattoo Shop" is het steeds
vprrewez Als hii wil kan hii elK* kunnen ze terecht: San Francisco,
verreweg. Als hij wil kan hij elke r.q de Janeiro Hongkong of Rot-
nacht tot vijf uur doorgaan, t terdam. Nonchalant of hyperner-
Gebeurt wel dat er vier, vijf zitten veus: ze blijven komen, al is het
te wachten, te kijken naar de vijf uur in de nacht. Ook op
j Katendrecht, bij „Tattoo Dick
naald die knetterend z n werk c" J
Waarom zetten ze deze niet
terug te nemen stap? De meesten
van hen kunnen dat mét „Tattoo
Dick" niet precies zeggen. Ergens
begrijpt de tatoeëerder het zelf
niet. „De een heeft de smaak van
plaatjes te pakken, ei
zioh eenzaam zonder
buurt, weer een ander wil stoer
doen. Ook kan een perverse aanleg elektrische apparaten, handdoeken,
de basis van een tatoeëring zijn", waskommen en tekeningen,
zegt hij.
Op dc ongespannen huid zet hij ANQlHj
met overdrukpapier de gewenste
tatoeëring, om de proporties niet Bij de aflevering over de
gilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll'^
floor
I AAI»
BEGEMAW
^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiimiiimmiiiiiiiiiii^
simpele mededeling bij keuring, of
later in dienst is „voldoende". De
militaire artsen sturen dergelijke
gevallen naar specialisten en dan
zakken simulanten al gauw door
de mand. of... dan blijkt dat de
jongens karaktereigenschappen (of
fouten) hebben die ze ongeschikt
maken voor de dienst.
Natuurlijk kan er bij het grote
aantal keuringen wel eens iemand
doorslippen. Maar zij die het wer
kelijk is gelukt door simuleren
artsen, doktoren en psychiaters om
de tuin te leiden met woorden of
door daden zijn niet bekend. Deze
mensen bazuinen het niet rond.
Men neemt echter aan dat hun
aantal is te verwaarlozen.
Typisch vinden onze woordvoer
ders het dat vaak dc eerste keu
ring (officieel: inkeuring) oké is.
De geestelijke moeilijkheden blij
ken in vele gevallen pas als de
jongens enige tijd in dienst zijn.
En verder het feit dat de instel- Vooral de aanpassingsmoeilijk-
ling van de mannelijke jeugd heden nemen sterk toe. „Je kunt
tegenover de militaire dienst in niet iedereen in „Austerlitz" opne-
toenemende mate negatief is als men. De dienst is geen verpleegin-
gevolg van het hele tijdsbeeld, en
dan bedoelen we nog niet eens de
principiële bezwaren.
Hieruit zou je kunnen afleiden
dat er veel adspirant dienstplichti
gen „tussen de mazen" door glip
pen. Een gesprek met enkele mili
taire artsen en psychiaters leert
Hoewel je er nooit helemaal
achter zal komen, de dienst laat,
omdat het medische geheim is.
nooit iets los en de betreffende
jongens zullen het ware ervan ook
nooit vertellen, kun je er van op
aan dat zij die dit beweren „ge
woon" zijn afgekeurd. Misschien
reeds bij de eerste keuring, vaker
als ze al enige tijd „onder de
wapenen" waren. De grote mond.
de bluf, moeten de juiste redenen
van afkeuring verbergen.
Tientallen
Voorop gesteld moet worden
dat er jaarlijks 130.000 tot
150.000 keuringen worden
uitgevoerd en dat er tientallen
redenen zijn waarvoor, je afge
keurd kan (en moet) worden.
richting, noch sanatorium of her.
stellingsoovd".
De toenemende aversie tegen de
dienst komt. volgens de militairen
w aarmee wij sprakon, onder meer
door de grote vrijheid die de
jeugd van nu geniet en de ruime
financiële middelen waarover zij
beschikt. En dan komt daar plotse
ling die dwang en dat strakke
leven...
De aanpassingsmoeilijkheden,
en bij ernstige gevallen ontslag
uit de dienst, liggen dan voor de
hand bij geestelijk niet al te
sterke knapen. Maar door dit
if.chts te simuleren en dan de
dienst uit te komen of te blij
ven. nee, daar geloven we niet
in. En al die grote monden? In
de meeste gevallen zijn die
„mannen" afgekeurd, ongeschikt
verklaard.
Die zeggen: „Wij krijgen die
verhalen ook wel. meestal in een
bepaalde tijd van het jaar. Ze
bereiken ons via vrienden en
buren die boos zijn dat ze zelf (of
hun zoontjes) wél in dienst moe
ten. We hebben die gevallen vaak
opnieuw onderzocht, zelfs in op
dracht van de minister van defen
sie. Steeds blijkt: afgekeurd op
echte feiten. Helemaal ongeschikt
voor de dienst, soms met S 5
'geestelijke labiliteit in de ergste
vorm). En daarmee loop je in de
burgermaatschappij niet te koop,
hoewel een militair S .5 niet in
houdt dat de betrokkenen niet
zouden slagen in de burgermaat
schappij".
Het afkeuren op andere dan
lichamelijke redenen gebeurt
meestal om karaktereigenschap-
„Weet u dat het voor ons al
vaak een reden tot afkeuren is, als
iemand simuleert. Er is vaak al
iets mis als men aan simuleren
gaat denken en zeker als men zegt
te zijn. of er voor zorgt het te
De schoolgaande jeugd van Nederland heeft het verhaal
Blues van Marianne van Raay als beste bijdrage van de
pocket „Een tien voor de tieners" beoordeeld. Vanavond
ontvangt Marianne in het Amsterdamse RAI-gebouw tijdens
het jeugdboekenbal, dat in het kader van de Nationale
Boekenmarkt wordt gehouden, de „10 voor de 10-ers prijs
1963", een boekenbon, die de schrijver Michel van der Plas
haar zal uitreiken. i
EX-REDAKTRICE
VAN RUIMTE
KRIJGT PRIJS j
doet. „Tattoo Dick" hanteert hem
ander voelt a]s een balpen en boort driedui
zend gaatjes per minuut. Als een
dokter zit hij te midden
„Tattoo Dick" kent mensen
die van hun voorhoofd tot i
het uiteinde turn hun grole teen "it het oor Ie verliezen. Dan trekt dapjpört
dag tussenuit ge
il april j.l.
volzitten („ze lusten er wel hij het vlees glad en razendsnel rubriek deed zich het merk-
pap van"), 't Zijn echter geen Vult de naald de minuscuul kleine, waardige feit voor dat ik
klanten van hem. Vaak hebben anderhalve millimeter diepe gaat- stukje, dat „mij versloeg'
zij zich stomdronken in een jcs. Als dc contouren er staan, eigen visie niet kon terugvinden.
Aziatisch tatoeëertentje voor
veel geld laten bewerken. Of ze
zijn volkomen geestesziek. Hij
Persoonlijk
xv-LekkerUnd In
je gedicht messet
scherven, bijlen e
brief ik hoop dat
je er zachtzinnig uit. De
regels zijn wel leuk en
i gedachten. Tussen haak
je m-daad al gedaan?)
A. P.. Rotterdam Graag ontvan
gen wij een rijmpje van Je. dat bij
een veertienjarig meisje past.
B. v. d. B.. SHedrecht Sober
gedicht over een sober onderwerp.
Een goede compositie. De bijdrage
>i nij nog
werk waarin hij inder
daad een „dokter" is: wijnvlekken
weghalen. Het is hem reeds meer
malen gelukt mensen van deze
verschrikkelijke ontsieringen af te
helpen. Wat medici dikwijls niet
konden, bereikte hij na maanden
uiterst minutieus prikken. In plaats
van kleuren, ontkleurt hij
In het buitenland ligt di.t anders.
Bij het jeugdtoernooi in Zürich
deze vorig jaar schaakte ik bijvoorbeeld
ïp zondag niet. Mijn kamer deelde
ik met de Deen Jakobsen. 's Zon
dagsmorgens ging ik naar de kerk
iets wat bijvoorbeeld in Belgra
do al niet mogelijk is. Daarna
gingen we gezamenlijk eten in het
hotel, waar ook werd geschaakt. Ik
trok dan met de andere spelers op
of ik besprak met Jakobsen welke
opening hij zou spelen. Als de
wedstrijd begon, trok ik me terug.
Na afloop aten we gezamenlijk.
Kwam ik te vroeg ik kwam te
vroeg dan maakte ik de laatste
fase van de strijd zelfs nog mee.
Drie keer raden waarover het
tafelgesprek ging. Op onze kamer
liet Jakobsen mij z'n partij zien.
Waarom had ik niet meege
speeld? Was het niet een beetje
onzin?
Ik voelde dat de spelers het ook
niet best begrepen, al hoorde ik
niemand erover. In het buitenland
doe ik nu op zondag weer mee. Je
bent geheel in het toernooi be
trokken. omdat je in de sfeer
blijft. In Nederland kan ik de
zondag altijd wel elders doorbren
gen.
Buiten de vertrouwde vader
landse grenzen geldt dus voor mij
geen andere moraal. Er zijn wél
andere situaties.
S. de B.. Vlaardlnjen Ondanks
e twee vroegere geesteskinderen,
villen wij aan deze poezenietjes
roorbij gaan
vorden de vlakken geel. groen. Het ging over het feit dat ik
rood, bruin of blauw gemaakt. Tot Nederland niet en in het buiten-
slot dan het „fijne werk". Voor el- ian(j wèi 0p zondag schaak, schrijft
ke kleur een aparte naald. Dan een Coen Zuidema ons.
stuk vloeipapier en een reep plak
band. De volgende dag er af en de
korst kan groeien. Na een week.
tien dagen is de wond genezen en
is de man of vrouw gebrandmerkt
voor altijd.
Zeven jaar tatoeëert Dick van
Oost, na het vak geleerd te hebben
bij iemand uit de buurt. Hij begon
ermee toen hij als dameskapper
niet vond wat hij dacht te vinden.
Min of meer keerde hij daarmee
terug tot het vak dat hij had
geleerd. ..Tattoo Dick" heeft zes
Jaar Rotterdamse Kunstacademie
in z'n zak. Hij was dekoratieschil-
dcr bij een reclamebureau en later
zelfstandig kunstschilder. In de
slechte jaren: havencontroleur.
„Dokter" „Een ieder moet voor zichzelf
uitmaken of hij of zij op zondag
sport beoefent", stelt Gerard de
Haan (17). ..Ik sta er echter ver
steld van hoe Coen Zuidema met
zijn geloof omspringt. Aan zijn
opmerking „In het buitenland
schaak ik wel, in het binnenland
schaak ik niet op zondag" zou ik
de tekst willen verbinden „Men
moet geen twee heren dienen".
Zuidema voert weliswaar omstan
digheden aan die ik goed begrijp,
de mond: „Dit compromis bevalt maar hij is desondanks-niet conse-
me voortreffelijk". Hoewel ik ook quent."
met diverse andere passages niet De heer L. van Schelven uit
Rotterdam wreef zijn ogen uit,
;oen hij het artikel „Doe jij mee
op zondag" onder de ogen kreeg,
zeker .De pagina „Ruimte" wordt rui
mer en ruimer. Deze ontwikkeling
wed- 'ie^> met toenemende verbazing
iI gevolgd. Nu zijn we dan zo ver
gekomen dat de zondagsheiliging
op de helling gaat. En niet een
de lange tegenwerkte, ook niert omdat de bee.^.e', Maar helemaal en totaal.
spelers protesteerden, maar omdat "Wf. Jwa wlJsl}e.'d
het veen zin had van dle knapen en dat ene meisje.
?«n zin naa. En; WIrn] onze vadertn toch
Tatoeëren: Romantiek of per- pen toernooj jn Nederland oliedom om al die heerlijkheden te
versitcit? Zeker is dat bij wes- ben il{ 's zondags thuis of bij willen missen terwille van de zo-
terse zeelieden dergelijke li- kennissen in de omgeving en kom genaamde zondagsheiliging. Neen.
chaamsversieringen al zo n tiuee ik 's maandags weer terug. Dan dan zullen wij de kerk-van-de-
houding op dit pui
een vleeskleurige verfsoort,
verbazingwekkende resultaten compromis heb bedoeld
geeft. Zulke mensen behandelt hij niet als halfslachtig ervaar
meestal onder narcose in een zie- Mijn gedragslijn: „Geen
kenhuis. Niet ,U«» omda, zoiets. strijden op zondag" btert
eerder ook
toekomst eens laten zien hoe
het kan en moet."
„Gerben (21) is van mening
dat kerk en zondagssport best sa
mengaan. Gerben is „ge-re-for-
meerd". Stien (26) is ook al een
ware vertegenwoordigster van de
kerk. „Het is geen keuze geweest
tussen God en sport". Een kleurlo
ze keuze. Klaas (30'» doet niet mee
op zondag. Nee. niks hoor. Maar
voor de rest. Nou en of! Zondags
echter gaat het afgodje op zolder
tot morgen. Want „morgen" is
het... eh. maandag". Dinco (22)
maakt het niet zo bont. Hij denkt
er ernstig over niet meer in de
competitie te spelen als de volley
bal-competitie naar de zondag
wordt verschoven. Welwillend,
nietwaar? Wat een goeierd.
„Jan (29) legt zich eveneens
beperkingen op. In het betaalde
voetbal moet je van die lange
reizen maken en dan kun je niet
naar de kerk. En wie dat anders
ziet. met een schema en zo, be
grijpt het diepste wezen niet. Wat
(Naschrift ruimte-redaktie: De
heer Van Schelven heeft de bedoe
ling van deze reportage niet hele
maal begrepen. Niet in het geding
Is de vraag of sportbeoefening al
of niet wenselijk is. Centraal stond
ditmaal de vraag of bij sportbeoefe
ning de 7.ondag in competitie-ver
band mag worden gebruikt. Daar
over wordt verschillend gedacht,
hetgeen in de gesprekken tot
uiting kwam. Hoewel het een
ieder vrij is in deze een eigen
mening te hebben, leek bet de
ruimte-redaktie goed met deze zes
openhartige gesprekken een bij
drage tot bezinning te leveren.)
De heer B. Wagter uit Den Haag
is het met Dinco van der Stoep
eens. „Het al of niet sporten op
zondag is geen probleem". Het
..waarom" echter verschilt. Dc
heer Wagter is van mening dat de
ruimte-redaktie de ruimte moet
besteden om de jeugd bij te
brengen dat Jezus Christus de
zondeloze zonde werd voor alle
mensen, dat Hij de zonde-straf
droeg aan het kruishout, dat hij op
de eerste dag der week uit de
dood opstond om ons te verlossen
van het loon der zonde, de dood
Indien dit ons persoonlijk geloof
is. gaan onze gedachten steeds
weer uit naar Hem, die ons kocht
en verloste. Wij zien uit naar Zijn
Wederkomst om de plaats, die Hij
thans bereidt voor hen die geloven
in Zijn verzoenend lijden en ster
ven. in te nemen. De sport op
zondag is in dat geval geen pro-
„Kerk en Zondagsport moeten
elkaar niet aanvallen. Zij moeten
elkaar eerbiedigen", is de mening
van dc heer P. A. van Wijk. Hij
ziet het sluiten van de sport
complexen als een ramp. „Want
het is niet te verwachten dat alle
sportlieden ineens naar de kerk
zullen gaan. Integendeel de
enige oorzaak van het winnen aan
belangrijkheid van de zaterdag-
sport ligt in het feit dat de zondag
meer en meer als recreatiedag
wordt gebruikt."
BOKSEN
Wim Michielsen uit Rotterdam
zou het toejuichen dat de eisen in
de bokssport scherper werden ge
steld. Maar ook dan kan hij het
boksen nog niet als een tak van
sport zien. „Slaan is eerder een
teken van onmacht dan dat het een
sportieve prestatie is", vindt hij.
„OOM PIET"
De verbitterde woorden van
verzetsman „Oom Piet" Doelman
uit Naaldwijk hebben tal van
reacties losgemaakt, enerzijds ge
tuigend van begrip en meeleven,
anderzijds sprekend van afkeuring.
Oud-OVW-er K. de Munnik uit
Hoek van Holland veronderstelt,
dat „Oom Piet" zeker dankbaar-
lang maakte zij deel uit van de
redaktie en schreef zij voor de
jongerenpagina in het Zondags
blad.
De redaktie van De grote klok,
de schoolkrant van het Christe
lijk Lyceum Zandvliet te 's Gra-
venhage, smeekte zoals dat bij
schoolkranten gebruikelijk is om
kopy. Marianne, die toen zestien
was en in de vierde klas van het
gym zat, leverde de Blues.
De redaktie van De grote klok
De goede lezer van ..Ruimte stuurde het verhaal twee jaar
voor ons" zal zich Marianne ze
ker nog herinneren. Vijf jaar y..,
heid zal hebben ondervonden van
de mensen, die hij in de oorlog uit
handen van de bezetters heeft
gered. Bemoedigend voegt hij er
aan toe: „Als overtuigd christen
kent u de volgende woorden:
vergader u geen schatten 'eer) op
de aarde, het is al ijdelheid".
„Dat deze man, die zoveel voor
het verzet heeft gedaan, waarvoor
alle hulde, verbitterd is. is wel te
begrijpen, maar ik vind het echt
niet stijlvol van hem om dit via de
krant nog eens allemaal te „spui
en". Als jongere verwacht je van
een oudere meer van de wezenlij
ke waarden, waarvoor deze zelfde
heer D. immers zijn leven in de
waagschaal heeft gesteld. Laat toch
alsjeblieft op 5 mei de dankbaar
heid allesoverheersend zijn", zo
schrijft zuster J. Scholtens uit
Loosduinen.
Mejuffrouw Fr. C. Boer uit
Naaldwijk vindt de teleurstelling
van „Oom Piet" n*et op haar
plaats: „Is het geen heerlijke ge
dachte. dat God, mede door uw
toedoen, ons die bevrijding heeft
gegeven!" En: „Veel haat, die wij
in ons leven ervaren, komt voort
uit jaloezie. En als u eens een
enkele keer uzelf hebt laten gaan,
dan zullen zij, die zichzelf als mens
kennen, u dit gaarne vergeven."
De brief van P. Marbus uit Den
Helder veroordeelt de uitlatingen
van de oud-verzetsstrijder: „Wat
„Oom Piet" zegt was niet de geest
van 4045".
K. P. Penning (oud-edt. BS en
hoofdbestuurslid van de Stichting
V940—1945) en J. G. de Ridder
(oud-medewerker LO) uit Honse-
lersdijk vergissen zich. als zij
veronderstellen, dat het verhaal
van „Oom Piet" kenmerkend is
voor dc geestesgesteldheid van de
Westlandse verzetsstrijders. „Oom
Piet" heeft uitsluitend over zijn
eigen teleurstelling gesproken.
Een functionaris van een over
heidsdienst, zelf oud-verzetsman,
vond „Oom Piet" ten voeten uit
getekend. Hij stelde, dat onheuse
opmerkingen aan het adres van de
Naaldwijkse tuinder veelal worden
ingegeven door jaloezie.
Tenslotte: een avond lang heb
ben wij in Vlaardingen gesproken
met drie oud-verzetsstrijders, die
nauw hebben samengewerkt met
..Oom Piet". Zij waren gebelgd
over de opmerking, dat hij geen
kameraden uit de oorlogsjaren
meer heeft. „Wij zijn nog steeds
zijn vrienden", verzekerden zij.
later naar Nijgh en van Ditmar,
uitgever van de pocket, waarin
een keuze wordt gemaakt uit
wat in een bepaald cursusjaar is
verschenen in de Nederlandse
schoolpers. In het boekje zit een
kaart, die de jonge lezers uitno
digt een voorkeur uit te spreken
voor auteur en bijdrage. Marian
ne kreeg de 10plus voor het
verhaal, waarin zij treffend de
sfeer tekent van een meisje dat
een (eerste?) liefde kapot ziet
gaan.
Marianne DommerholtVan
Raay is vorig jaar getrouwd en
studeert thans Nederlands te
Leiden. Wat zij met de boeken-
bon gaat doen? Ze denkt aan
werken van Sartre, de 'autobio
grafie van Simon de Bauvoir,
teksten van de Franse chanson
nier George Brassens, aan Vest
dijk en het complete werk van
Willem Elsschot.
P. A. Prins uit Bleskensgraaf
haakt in op de naar zijn smaak
„opmerkelijk negatieve mening-
van de rooms-katholieke journalist
Frans J. van der Heijden over de
viering van de bevrijding. „Twee
historische perioden stelt hij te
genover elkaar: de Tachtigjarige
Oorlog en de jaren 40—45. Wan
neer wij beide feiten tegen elkaar
afwegen, zal de schaal doorslaan
naar de geloofsstrijd van onze
voorvaderen. Een nieuwe belang
stelling onder de jeugd én de oude
ren voor objectieve lectuur over
de wording van ons Koninkrijk is
zeer te wensen, opdat de achter
gronden van het verachten van 's
lands historie wordt onderkend.
Daarom: bevrijding 1568—1648
nooit verleden tijd!"