Joodse stemmen
JOHN FERNO FERNHOUT:
Nederlands filmvakman op en top
Franse romans over
menselijke problemen
Vele wegen leiden naar
het Grugapark in Essen
1965
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG IS MEI 1965
Een zeer talentvolle Ne
derlandse filmman komt zich
na jaren weer aan het Ne
derlandse publiek presente
ren: JOHN FERNO FERN
HOUT, een vakman op en
top.
Zijn nieuwste werkstuk
„Fortress of Peace" zal bin
nenkort in de Cineramathea-
ters in ons land vertoond
worden. Het is een machtig
filmepos over het Zwitserse
leger. Aanvankelijk zal men
zich enigszins verbaasd af
vragen: Heeft dit vreedzame
volkje een leger? Maar als
men zich realiseert, dat nog
steeds het „al te goed is buur-
mans gek" opgeld doet en dat
wie zich niet verdedigt on
verbiddelijk onder de voet
gelopen wordt en als men
daarbij bedenkt, dat de Zwit
sers niet alleen een welva
rend land moeten verdedi
gen, maar ook nog de bank
saldi van alle handige jon
gens ter wereld, kan men be
grijpen, dat zelfs Zwitser
land een tot de tanden bewa
pend leger moet hebben. Ja,
dat in feite Zwitserland de
zwaarstbewaakte egelstelling
ter wereld is.
Overigens kan men met een
pacifistisch geweten in Zwitserland
soldaat zijn. want het leger is
geheel defensief en kan vanwege
de ligging volstaan met de conven
tionele bewapening. Het leger is
geheel een burgerwacht.
Indertijd heeft Fernhout op uit
nodiging van de Zwitserse defensie
een gigantische /ilm gemaakt, die
met drie cineramaprojectoren op
de Expo te Lausanne werd ver
toond. Ruim 4.500.000 bezoekers
trok dit massale werk (op 3
projectieschermen van elk 20 me
ter in het rond) dat „Vigilant
Switzerland" heette. Uit deze film
is nu de film „Fortress of Peace"
gemaakt, ineengekrompen tot 20
minuten en op maar één cinerama-
projector en scherm. Het is nog
overweldigend genoeg, want John
Ferno (zoals zijn filmnaam luidt)
heeft op een onvoorstelbaar ge
wiekste wijze alle cinerama-effec-
ten weten te benutten, terwijl het
helse kabaal van de oorlogsmachi
nerieën veelvoudig weerkaatst
door de Zwitserse bergen oorver
dovend op je afkomt. Men zit er
volop en lijfelijk middenin. Het is
gebracht, maar speciaal voor deze
film heeft het leger de oorlog in
de bergen zo echt mogelijk ge
maakt. Een agressor zal zich na
zo'n film wel tweemaal bedenken
om Zwitserland aan te pakken,
want militair gezien is dit „fort
-rede" een kluif, waarop
Zwitserland; afschrikken.
Veelzijdig
at wil dat echter zeggen in
Zwitserland een leger te hebben"
Dat weet John Ferno Fernhout op
overweldigende manier met
rijn cinerama-film duidelijk te
maken. Zo geoefend, zulk modern
materieel, zo veelzijdig (land,
lucht en water) als het Zwitserse
leger is er haast geen.
Goede indruk
John Ferno Fernhout heeft
sinds 1928 een groot filmoeuvre
op zijn naam staan. Het meren
deel evenwel is in het buitenland
opgenomen. De A.V.R.O.-t.v.
heeft onlangs nog twee van zijn
films over de bevrijding van
ons land vertoond: Broken Dykes
en The Last Shot. Ook zijn
films over de Antillen „A.B.C."
en ..Blue Peter" hebben een
goede indruk achtergelaten. Nu
echter zijn cineraima-film over
Zwitserland uitgekomen is. is
hij echt een man, die in ons
land in de gaten moet worden
gehouden, want hij is een be
kwaam vakman en dal hebben
we in ons landje op filmgebied
toch wel heel erg nodig. Een
verademing zulk vakwerk na
zoveel Nederlands- filmgeknoei
van lieden met grote monden,
gering talent enverwarde
denkbeelden.
EV GROLLE
Regisseur John Ferno Fernhout
i Toni Broun tijdens opnamen voor .Portress of peace"
De verzetspoëzie was in de
eerste plaats verzet, en daar
na soms, misschien, ook nog
poëzie. In het verzet func
tioneerde zij. Nu, na twintig
jaar, houdt zij de emoties
vast, de actualiteit van ver
drukking en tegenstand. Ze is
onmisbaar ter completering
van de verzetsdocumenten.
Ze geeft er de adem aan. Kre
ten uit het diepst van het ge
moed kunnen niet sterven.
Joodse gedichten, gewijd aan
net Joodse leed van kampen en
qaskamers, komen achteraf. Wie
opgejaagd wordt, geïsoleerd, ge
transporteerd, gedreven in on
voorstelbare toestanden, mist
eenvoudig de kans om een soort
poëtisch verzet te bewerken.
Hun bestaan was tekst, lijdens
tekst en het zijn de overleven
den, die het commentaar geven.
7c ïicb hier een dun bundeltje
•an Max Croiset, getiteld
1 000 000 (Uitgave Nijgh Van
)itmar 's-Gravenhage, 28 blz..
3.90) en een bundel die wat
ikker is. Verboden te leven
in Greet van Amstel (Uitgave
°olak Van Gennep N.V. Am
sterdam, 79 blz., met inbegrip
ran 35 blz. prozatekst, f 4.90).
Greet van Amstel is beeldhouw
ster van beroep; Max Croiset
acteur en voordrachtskunstenaar
Van deze beiden is het Croiset. die
enkele toneelstukken en
een novelle. Als dichter is hij ook
in deze kolommen besproken ge-
Nieuwe trek
beuren. Zij schept van een afstand,
uiterlijk en/of innerlijk. Na twin
tig jaar is er afstand gekomen,
distantie in tijd. Teleurgestelde
liefde, verdriet om een verloren
kind, ernstige ziekte... het zijn
zaKen die van een tijdsafstand op
apollinische wijze in poëzie kun
nen worden verwoord. De wonden
zijn dicht, de littekens branden
nog, nu en dan. Maar hoe
t hier
Als dit werk zich niet als poëzie
presenteerde, zou het onmenselijk
lijken zich af te vragen of het
Inderdaad poëzie is. Toch ontkomt
de criticus niet aan deze vraag,
evenmin als de psycholoog, de
socioloog, de theoloog ontkomt aan
de vraag hoe de massamoord op d?
Joden mogelijk is geweest. Mensed'
hebben onvoorstelbare dingen ge
daan of niet verhinderd; dit voegt
een nieuwe trek toe aan het
overgeleverde mensbeeld. Overle
vende Joden hebben het gebeurde
in de gedaante van poëzie te boek
gesteld; dit voegt een nieuwe trek
toe aan het overgeleverde poëzie-
beeld. Bundeltjes als deze stellen
de vraag naar het wezen van de
poëzie opnieuw aan de orde en als
men dit niet wil toegeven, doen ze
het toch feitelijk.
apollinische benadering
lijk zijn, bij zes miljoen Joodse
gèdoden? „Maak poëzie van leed",
riep Albert Verwey, maar dit leed
kan, zolang de wereld bestaat, niet
tot dat soort poëzie worden. Greet
van Amstel schrijft te Amsterdam,
Januari 1958:
iheer dan' iièiT jóreii zijn
voorbijgegaan,
nog hangt de rook van de
krematoria over de aarde
om ons,
versteende harten,
versteende wereld.
Afstand
De onderscheiding tussen diony-
sisch en apollinisch is geloof ik uit
de romantiek afkomstig, maar
Friedrich Nietzsche heeft deze
termen helpen inburgeren. Mis
schien kan men ook zeggen: de
dionysische kunst schept van de
situatie uit (denk aan de psalmen:
„Uit de diepte roep ik"); de
apollinische handelt over het ge-
blijven branden,
en voor de doden is er geen
tijd.
ons hart blijft leeg.
wij kunnen niet vergeten.
En Max Croiset. tn zijn schets
matige dichttrant van bi.ina Japan
se soberheid, zegt, na het woord
De roman Le Faussaire
van Jean Blanzat, waaraan
de Prix Femina 1964 is toe
gekend, gaat uit van een
constructie waar de lezer wel
even voor terugschrikt: de
zes doden die een dorpsge
meenschap in twee jaar tijds
heeft moeten afstaan aan het
graf en die allen zijn gestor
ven in onverschilligheid of
zelfs vijandschap jegens de
kerk, daarbij inbegrepen een
klein meisje dat niet was ge
doopt, zijn aan de Boze toe
gevallen, die hun nu van zons
opgang tot middernacht aan
het leven teruggeeft.
Zijn doel is verwarring te
stichten bij levenden en doden.
Van de laatsten sluiten enkelen Realiteit
aan bij hun vorig bestaan;
anderen hebben heugenis aan
een absentie, waar en hoe dan
ook doorgebracht. Sommigen
vinden in hun huis vreemde
dingen, droevige veranderin
gen. die hen terugdrijven nog
vóór het afgesproken uur naar
de cypres op het kerkhof, die
het beginpunt was van hur.
levens-intermezzo en nu het
verzamelpunt zou moeten zijn.
lievelingshond zijn hem trouw
gebleven. Slechts de liefde her
vindt het contact na een schei
ding.
Het laatste verhaal is tot een
sprookje geworden. De oude
boerin, alleenheerseres op haar
hoeve, altijd speurend naar
overtredingen van de door haar
ingestelde wetten, wordt op
haar verzoek naar de uiterlijke
vorm een kastanje; zo, achte
loos in een hoek van de kamer
terecht gekomen, volgt ze het
devies: zien en horen zonder
«ezien of gehoord te worden.
n wat ontdekt ze al niet Niet
ongeestig gevonden, maar af
wijkend van de regel der
weergave van de realiteit en
daarom een vreemd element in
het boek.
Ook anderzijds brengt hun
komst verwarring; de verwan
ten, eerst blij, deinzen bij nau
wer contact terug voor sommi
ge merktekenen van de dood
die weerzin opwekken. De te
ruggekeerden leven niet werke
lijk en volledig: de Boze is een
falsaris die valse munt uitgeeft
voor echt geld en daardoor een
gave herinnering bezoedelt en
het ingesluimerd verdriet weer
wakker roept.
Verscheidenheid
De schrijver heeft i
inlevingsvermogen getoond. Als
het kleine meisje terugkeert,
valt het accent op de aanvanke
lijke vreugde, daarna de onze
kerheid van de moeder en de
angst van de vader voor een
wonder dat hem verontrust en
hem, de atheïst, naar de pas
toor voert. Ook de reaeties van
de oudere broertjes, schrik,
daarna wrevel, zijn zuiver
weergegeven.
Eenzelfde psychologische be
nadering valt op in het verhaal
van de jonge vrouw die haar
plaats onbezet vindt, ook in het
hart van haar echtgenoot, in
wie liefde en fysieke afkeer
strijd voeren. Een geheel ander
karakter draagt het verhaal van
de grote boer, die de weelde
geniet zijn landerijen weer te
kunnen inspecteren, maar daar
na tot zijn ontsteltenis bemerkt
dat zijn vrouw de boerderij
heeft verkocht en naar de stad
is getrokken. Zo overkomt hem
wat de grootste schande is voor
een man als hij: boer zqnder.
land te worden. Hij vernfetnvt
aan hel werk tot de avond
valt.
Een andere kant van het
plattelandsleven wordt belicht
door de wederwaardigheden
van de oude keuterboer die zijn
bezit had overgedragen aan zijn
zoon onder beding van levens
lange inwoning en onderhoud.
De harten van zijn kinderen
zijn voor hem gesloten, zoals ze
dat al waren vóór zijn heen
gaan, ze herkennen hem niet
eens. Alleen de kleinzoon en de
Inderdaad, dat ls de werkwij
ze van Blanzat: ln een fictief
kader de werkelijkheid van het
boerenleven weergeven, zoals
de schrijver het kent uit zijn
jeugd. Zijn geboortestreek is Le
Limousin, een achtergebleven
gebied in Midden-Frankrijk,
waar de grond veel onvermoei
de zorgen vraagt van de be
werker en hem daardoor des te
dierbaarder is. Daar ploetert
nu pluimen nevel
stijgen uit de toppen
bergen
lllllllllllllllllllfllllllllllllllllllllllllllllllllll1'
Rekenschap
(Van een onzer redacteuren)
Het Ruhrgebied heeft er
deze zomer een verkeers
bord bij. Langs vele wegen
in dit dichtstbevolkte in
dustriegebied ter wereld en
in het bijzonder in Essen
vinden we op witte schilden
de afbeelding van een rode
tulp met een zwarte pijl. De
pijlen wijzen de wég naar
het Grugapark in het zuide
lijk stadsdeel van Essen,
waar tot medio oktober de
Bundesgartenschau is inge
richt.
Deze tentoonstelling wordt om
de twee jaar steeds in een andere
stad gehouden om de Duitse tuin
ders in de gelegenheid te stellen
een wapenschouw te geven van
hetgeen zij op het gebied var
bloemen en planten vermogen te
leveren. De weg naar het Gruga
park is dikwijls geflankeerd door
grootse industrie-installaties, waar
rook en damp een uitlaat zoeken.
Des te indrukwekkender is het dan
het Grugapark te betreden, waar
talloze hoeken en repen van de
daar uitgespreide groene grasper
ken zijn afgescheiden voor kleuri
ge bloemen en bloeiende planten
Daar heeft de fleurige natuur he:
gewonnen van de economisch
noodzakelijke fabrieken, de zake-
Uitbreiding
Het Grugapark ontstond in 192.
toen in Essen de eerste tuinbouw
tentoonstelling van het Ruhrgebied
werd gehouden. Nog voor de oor
log werd het park uitgebreid tol
45 ha. en ter gelegenheid van deze
nationale Duitse expositie werd
opnieuw een uitbreiding doorge
voerd. waardoor het Grugapark,
dat op slechts luttele kilometers
van hel stadscentrum van Essen
ligt, oen grootte van 80 ha. heeft
gekregen. 'Op dit uitgestrekte ter
rein, een prachtige oase in de
bedrijvigheid van het Ruhrgebied,
rijdt men met een miniatuur-trein
tje over een traject van ruim drie
kilometer langs de meest beziens
waardige delen van de expositie,
een expositie, die steeds wisselt,
want voordat de tentoonstelling in
oktober zal worden gesloten, zul
len geregeld bloemen en planten
yvorden vervangen door andere,
passend bij het jaargetijde. En zo
•weel men nu al. dat de narcissen
en de tulpen van de eerste dagen
der Bundesgartenschau zullen zijn
vergeten, wanneer tegen de herfst
de dahlia's in volle bloei zuller
staan. Het Grugapark moge dan
ruim 35 jaar oud zijn, het draagt
deze zomer een bijzonder asDec'.
van wisselende kleuren en bloei
ende planten, ook op plaatsen,
waar in andere jaren alleen nog
uitgebloeide bloemen en heesters
zijn te vinden.
Bloemenhal
ln een grote tentoonstellings
hal in het Grugapark worden
bovendien verscheidene exposi
ties van snijbloemen gehouden
Deze duren soms mnar enkele
dagen, doch men stelt zich
voor. zodra de ene expositie ir
geëindigd, direct weer aan de
arbeid te gaan voor de inrich
ting van een nieuwe, zodat ook
in deze hal dr Bundesgarten
schau altijd wat nieuws zal
hieden. In deze tentoonstellings
hal hebben de Nederlands
'zwekers 600 vierkante meter
gereserveerd. Mannen uit de
Bollenstreek, uit Aalsmeer en
uit Boskoop hebben er een
stand ingericht, die lot de fraai
ste van de Bundesgartenschau
behoort. Vanaf het eerste uur
crok deze „Hollandse hoek" gro
te belangstelling en de vele
opmerkingen als „Das 1st Hol
land" en „Sehr schön gemachl"
vormen het bewijs dat de Ne
derlandse kwekers een uitste
kende bijdrage aan de Bundes
gartenschau hebben geleverd.
„We moeten hier wel zijn om
de contacten levendig te hou
den" vertelde de heer J. G. L
ten Have uit Aalsmeer, die
vooral bougainvillea's expo
seert.
In goed aanzien
Ons land staat in goed aanzien
daar in Essen. De organisatoren
lieten er gëen twijfel over bestaan:
„Het embleem van deze Bundes
gartenschau, een rode tulp. werd
door een jury uit een groot aantal
ter beoordeling ingezonden em-
blcmen gekozen. Meer dan de helfi
der inzendingen had een tulp als
onderwerp en.„tulpen komen im
mers uit Nederland. „En vraag
niet", zo voegde men er aan toe
„hoeveel bloemen en planten voor
de tentoonstelling door Duitse im
oorteurs uit Nederland zijn ge
laald..."
Met de bekende Duitse „gründ
■ichkeit" is de ten'.oonstellir.c
oorbereid. Bloemen en planter
zijn in grote verscheidenheid or
net 80 ha. grote terrein en in d'
expositiehal' te vinden, doch bo
vendien heeft men nog eens extr
landacht besteed aan de bestaand
zebouwen in het Grugapark. di
10k dagelijks zijn geopend Er I
»en prachtige tropenkas. waar me*
'cn echt tropisch regenbuitje kar
doen on'staan langs een wand me'
talrijke tropische planten, alsmedr
hertshoornvarens zó groot, dat zij
timmer in een huiskamer een
plaats zullen kunnen krijgen. Er is
«en terrarium met grote schildpad
den, slangen, kameleons, kaaiman
nen, spinnen en.„krokodillen en
:en aquarium, compleet met grote
echonden en kleine zeepaardjes
•n allerhande soorten vissser.
reiken. Doch dat is niet genoeg.
„We moeten", aldus de bonds
president. „van het Ruhrgebied
een groen gebied maken. Essen
heeft al 650 ha. woud pii 1000
ha. groen in de onmiddellijke
nabijheid".
3roene longen
„Met de uitbreiding van de
ibricken en van de bevolking
an het Ruhrgebied moeten ook
'e groene longen groeien" zei
undespresident Heinrich Liibke
ij de opening. Hij had laten
erekenen. dat een half miljoen
luitsers binnen een half uui
net een openbaar vervoermid
del hel Grugapark konden be-
Museum
Ook deze 1650 ha Ruhrgebied-
grond is volledig voor de recreatie
van de miljoenenbevolking be
schikbaar Want als men het Gru
gapark tot in alle uithoeken heeft
doorkruist hetgeen de moeite
waard is dan nog wacht het
bosgebied aan de zuidzijde van de
«tad. Daar staat villa Hugel. de
villa van de familie Krupp. die
voor één harde Duitse mark aan
een stichting is overgedaan. De
Geen leestekens, geen punt aan
net slot. Daarom: deze herden-
kingspoëzle U in de eerste plaats
herdenking, rekenschap en
daarna, volgens de geijkte maat
staven, misschien ook poëzie. Na
vat er onmenselijk mogelijk is
gebleken is de hele vraag: wat is
tunst, wat is poëzie: is dit hier
<unst. is dit hier poëzie, op een
Ljspoor gerangeerd. Geen wonder
<at alle overgeleverde waarden
vankelen. zowel moreel als artis-
'iek. De naald van de seismograaf
s nog niet uitgesidderd. Voorzover
iet spreken in dichttrant tucht
neebrengt. helpt deze techniek de
uchten. de korte ademstoten, het
ïtamelen, de gebaren van vertwij-
eling en onmacht zoveel bestand
nee te geven dat de woorden
runnen gaan staan en over het
>apier wandelen. De 35 proza-
'agboekbladen, die de verschrik-
celijke ervaringen van de Joodse
beeldhouwster te boek stellen, zijn
n gewoon beschaafd Nederlands
jeschreven en verraden geen enke-
e z.g. literaire kwaliteit. Het
.hoe" verdwijnt volkomen achter
iet „wat". Kunst leeft bij de
■ratie van een modus vivendi,
laar als^ die modus is weggeval-
De Voorzienigheid heeft er-
)Or gewaakt, dat het dagboek
an Anne Frank, brieven aan
en gefingeerde vriendin, een
•dres hebben gevonden: de ive-
•eld. God heeft er ook voor
nezorgd, dat overlevenden met
■voorden kunnen beduiden, hoe
'iet is geweest.
C. RIJNSDORP
1IIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIUIIIIIIIIIIIIII
ingericht.
Prachtige schilderijen zijn er te
bewonderen, evenals het na de
oorlog nieuw ingerichte Folkwang-
museum vlak bij het Grugapark
En dan vindt men bij het bosge
bied van Essen nog de prachtige
Baldcney-see, waar boten tot een
tochtje noden
Maar de belangstelling blijft de
ze zomer gericht op de Bundesgar
tenschau in het Grugapark, de
irots van de Duitse tuinders en
kwekers, die slechts 1 pet. van dc
Duitse grond bewerken, doch 10
pet van de totale opbrengst van
de Duitse bodem voor hun reke
ning nemen. Zeker, er zal wel veel
import op de Bundesgartenschau
aanwezig zijn.maar waarom zou
men geen Nederlandse produkten
op een Duitse expositie tonen....?
en wordt zodoende bigamist en
meinedige.
Uit maatschappelijk oogpunt
bezien, gaat hij een stap voor
uit, als hij, dank zij enkele uit
Europa meegebrachte aanbeve
lingsbrieven, lector wordt aan
een Amerikaanse universiteit.
Omtrent zijn lessen vernemen
we niets en evenmin omtrent
zijn succes bij de studenten,
altijd zo belangrijk in Amerika,
vooral voor een lector. Is er
wezenlijk contact geweest?
Vermoedelijk niet. Zijn positie
is dan ook wankel.
Een tweede gevaar vormt de
actie van zijn vrouw, die haar
rechten opeist en zijn adres
zoekt. Een erfeniskwestie de
vader is inmiddels overleden
maakt het geval nog gecompli
ceerder. Als de immigratie-
commissie zich met de zaak
gaat bezig houden, staat het
gevaar levensgroot voor hem:
bigamie, gevangenisstraf, eer
loosheid.
De enige redding voor Sté-
phane schijnt te zijn verdwij
ning uit ae samenleving. Hij
heeft aan de universiteit ten
minste één vriend gevonden,
ook lector, die in het boek de
Jetuige wordt van zijn leven,
e verteller, in veel opzichten
een gelijkgezinde, die echter de
band met de werkelijkheid en
het maatschappelijk bestel heeft
bewaard. Het groepje, drie
volwassenen en twee kinderen,
gaat de zomermaanden door
brengen op een eenzaam eiland
dicht bij de kust. Tegen het
najaar zal dan raad geschaft
moeten worden.
Rust brengt het eiland Sté-
Jihane niet, hij voelt zich opge-
aagd en schuldig. Een oogziek
te die al een chirurgische be
handeling had nodig gemaakt,
komt onverwachts terug. De
enige vaste bewoner van het
eilandje, de veerman, een
dronkaard - en geestelijk ge
stoorde, weet hem zijn revolver
te ontfutselen en maakt een
langer verblijf onraadzaam. Het
gezelschap ontvlucht in het
veerbootje en wordt opgenomifi
door een Canadese cargo. Het
boek eindigt abrupt met de
opname van Chalier in een zie
kenhuis te Halifax.
jean blanzat Suggestief
Daar kan
zwerver
•oorkomen als Le Roux „de
Rooie" een negentienjarige an-
alphabeet, die leeft aan de
zelfkant der samenleving en in
zijn kortstondige „vakantietljd"
verwoed moet vechten met de
waakhond op de boerderij waar
hij iets eetbaars wil gappen.
Hoe zuiver en doorleefd heeft
Blanzat ook het landschap
weergegeven, de sfeer van de
winterse velden met steenho-
Blanzat een grote rol speelt en
en haar naam aangeeft,
Een enkele bizonderheid om
trent dc 59-jarige auteur moge
nog volgen. Van boerenafkomst,
heeft hij jarenlang het onder
wijs gediend en ls daarna ver
bonden geweest aan de uitgeve
rij Grasset. Sinds 1953 heeft hij
hij publiceert, is zeer
verzorgd, psychologisch ver
antwoord en in klasslek-zuivere
stijl neergeschreven. Deze lof
Seldt ook voor dit bekroonde
oek. Wel blijft het bezwaar
van het grillige grondgegeven.
dat ook doorspeelt in de aparte
verhalen en er hier en daar een
griezelige kleur in aanbrengt.
Sterker dan de feiten werkt
de sfeer van het verhaal op de
lezer ln. Een mens, die de kans
heeft te klimmen daalt af tot
onmaatschappelijkheid toe, die
hem brengt tot strafbare da
den.
Gelukkig is hij daarbij niet.
Als een sterke liefde hem had
febonden aan Judith, zou hij
aarin compensatie hebben ge
vonden voor zijn verval, maar
daarvan bemerken we niets.
Evenmin van liefde voor zijn
zoontje Patrick. Wat hem gees
telijk bezighoudt, is zijn verle
den, zijn schuldgevoel laat zich
niet verdringen. De uitingen
daarvan ontbreken niet.
Onder een groepje zeehon
den, liggend op een. plat stuk
i. op wiens köpnhij
_eeltenis van zijn vader
afleest en als hij struikelt bij
het doortrekken van een stuk
moerasgrond, heeft dat voor
hem zinnebeeldige waarde: een
val in de modder. De oude
veerman schiet in een dronken
bui zijn varken dood; Stéphanes
reactie is: „C'est moi le co-
chon!" Hij gevoelt het: Zijn
/ader het over
Doolwegen
In Le Parjure van Henri
Thomas vinden we weer te
rug de man die speurt naar
de gangen uan het innerlijk
leven, zoals het zich open
baart in daden die ingaan
tegen redelijkheid en koel
verstand. Zo kennen we hem
nan voorafgaande boeken als
John Perkins en vooral Le
Promontoire, indertijd op de-
de.
In die roman verliest een
man. die na een vakantie op
Corsica, met het oog op zijn
studie, vrouw en kina naar het
vasteland zendt en zelf alleen
achterblijft, zijn eigen persoon-
lijkheid, die wordt opgelost in
de sfeer van het primitieve
leven in het bergdorp.
In Le Parjure is de centrale
figuur een jong doctorandus,
Stéphnne Chalier, die naar
Amerika trekt om daar een
studie te schrijven over „Höl-
derlin en Amérique". een on
derwerp dat hem moet aan
trekken. niet alleen omdat deze
Duitse lyricus de laatste tijd in
de belangstelling staat, maar
ook omdat in Hölderlin, een
zoekende en al spoedig een
dolende geest, krachten werk
ten, die ook Stéphans leven in
handen namen.
Als zijn vader, een professor
in de letteren, zijn bijna dertig
jarige zoon toevoegt: „Tu n'as
pas trouvé sa voie". dan protes-
'eert deze en verzekert dat hij
een proefschrift zal presenteren
over bovengenoemd onderwerp.
Tot dat doel verlaat hij zijn
milieu, zijn vrouw en twee
kinderen, maar al spoedig
wordt hij. aan de overzijde van
de Oceaan aangekomen, door
Amerika gegrepen, gaat er
zwerven, verricht er nu hier.
dan daar seizoenarbeid en ver
diept zich, als enige studie, in
de schaarse vrije uren. in een
bundeltje gedichten van de
Duitse romanticus, dat hij altijd
bij zich draagt.
Door een toeval komt hij in
kennis met een Amerikaanse
van Franse afkomst ook trek-
lustig en vrij van opvatting.
Een oude Ford wordt hun
behuizing. Beiden werken, zo
doende komen ze financieel
HENRI THOMAS
In de klem
ln verhulde woorden werkt
in de roman een morele ten
dens, maar de lezer moet wel
het „understatement" dat de
moderne schrijver lief is, in
rekening brengen; geen luide
jammerklachten, geen openlijke
schuldbelijdenis!
Het boek treft door geladen
uitdrukkingen, door zinnen die
een perspectief openen. Het
suggereert meer dan, het na
drukkelijk zegt. Ook bij aan
dachtige lezing blijven er duis
tere passages over, waarin de
lezer verborgen diepten ver
moedt, waarvan de betekenis
hem, in zijn nuchterheid, ont
gaat. Maar een weinig esote-
risme, eigen aan al Thomas'
werk. houdt hem wakker en
dwingt tot herlezing.
Over de schrijver nog het
volgende. Geboren (1912) in de
Vogezen uit een geslacht van
boeren en onderwijsmensen
heeft hij gestudeerd zonder
concrete examenresultaten te
bereiken. Zijn leven is zeer
afwisselend geweest: huisleraar,
journalist, medewerkend aan
vele bladen en tijdschriften,
vertaler uit het Duits (Goethe,
Jünger) uit het Russisch
iPoesjkin), uit het Engels
(Shakespeare. Melville), dich
ter (vier bundels), docent aan
een universiteit in de Verenig
de Staten, essayist, schrijver
van acht romans, heeft hij zijn
tijd niet in ledigheid doorge
bracht. Daarbij ccn groot reizi
ger. vaak te voet, in binnen- en
buitenland met iets in zich van
de zwerflust van de hoofdfi
guur in deze roman.
v d PANNE
ongetrouwd te zijn