EB
Zij werden geboren
op bevrijdingsdag
EENS?
Anneke Cijs
Manja Bravenboer:
V
H. van Wingerden:
Uw ervaringen met
de bevrijding
ZATERDAG 1 AIEI 1965
/"NP bevrijdingsdag 5 mei 1945
werden de drie jongelui geboren
waarvan u hieronder het verhaal vindt.
Hun moeders hebben het niet gemak
kelijk gehad, noch bij de bevalling,
noch tijdens de periode van zwanger
schap. Dat de jonge mensen de moei
lijkheden zo goed te boven zijn ge
komen mag een wonder heten, in aan
merking genomen de moeilijke omstan
digheden, waaronder ze ter wereld
kwamen.
„Ze was de eerste baby en ik
moest dus de uitzet compleet bij
elkaar zien te scharrelen" lacht
mevrouw C. Bravenboer-T eus-
den van de Kethelweg in Vlaar-
dingen. „Ik kreeg een vergun
ning voor luiers, maar die waren
er niet meer in die koude winter
van 1944, berooid als we waren
na bijna vijf bezettingsjaren.
Ik schooide bij de hele familie
om oude lakens, waar ik de goede
hoeken uit haalde en daar naaide
ik luiers van. Had ik een voorge
voel gehad? In ieder geval, ik had
oud interlock gespaard en daarvan
werden nu met de hand baby
hemdjes genaaid, ze waren rose,
wit en blauw maar dat gaf niet! 't
Matrasje was zo'n surrogaatgeval
van kunstzijde met zeegras gevuld.
Gebreide onderkleden trok ik uit
om er borstrokjes van te maken.
Oma. die nog klederdracht droeg
had molton-onderrokken, van die
lange gerimpelde, daar werden
onderleggers en omslagluiers van
gemaakt. M'n linnenkast had ik in
de mobilisatie ineens gekocht, daar
zat ik dus goed in. Lakentjes en
sloopjes werden uit grote genaaid.
Ja. het kostte héél wat moeite
voordat de spulletjes bij elkaar
Luiers van
oude lakens
weetSfc' niet meer of ze verband
en watten kon bemachtigen, „wél
was het moeilijk om aan leuko
plast te komen", herinnert ze zich.
Want Manja had een navelbreukje.
Er was geen kinderwagen, geen
box, geen ledikantje te koop.
Stoel, wagen en box leenden
In natura
Mijn man werkte in de bouw
vakken en als hij een karweitje bij
een boer had. liet hij zich in
natura uit betalen. Met het eten
ging het dus vrij aardig. Er was
geen licht, en we hadden dikke
vetkaarsen gespaard voor de beval
ling. „Hoe gaat het er mee?"
vroeg de verloskundige eind april
1945 aan mevrouw Bravenboer.
„Als de bevrijding er is. eerdei
niet!" lachtte de a.s. moeder, die
meteen geweldig schrok, want de
verloskundige haalde uit haar
mantelzak een rood-wit- en blauwe
kokarde met oranjelint eraan. „Pas
maar op, dat je niet vroegtijdig
juich£' maande ze. Vrijdagsavonds
kwam het nieuws van de capitula
tie over de radio, en toen wist
mevrouw Bravenboer dat haar
verloskundige de volgende dag
niet zou kunnen feesten! „Ik heb
het je van tevoren gezegd", grapte
ze. hoewel er niets grappigs te
beleven viel. De bevalling schoot
niet op, een ziekenauto reed er
niet die dagen, en de aanstaande
vader die een flinke voorraad hout
aan het kappen was voor het
noodkacheltje waarop warmwater
werd gestookt, moest ijlings naar
het ziekenhuis om de tas van de
dokter, én de dokter plus een
specialist.
Vlaggen
Het was 's middags tien over
drie toen de kleine Manja (na een
tangverlossing) geboren werd. Ze
woog zeven pond en een ons, wel
een bewijs dat het „goed" zat met
het eten in huize Bravenboer. Er
waren geen beschuiten met muis
jes, wél wapperende vlaggen. 5
mei 1945 was niet alleen voor de
kraamvrouw een verlossing!
Manja is gewoonweg groot ge-
Een vlot deux-pièces: NAN met
>k BETTINE. A voorpand 1 x
Dubbele stof M.V.
1 x knippen dubbele stof;
D zakken 1 x knippen dubbele stof.
BLOUSE: E voorpand _1 x knip-
de stofvouw; F i
57
55
53 1
1 58
5
5 56
i
50
A
B
Bij onze kantoren zfln verkrijgbaar:
Een patronenset vijfbladig in de
maten 36 t/m 48 2.50
Dit behoeft u slechts éénmaal aan
te schaffen!
9 Een mapje met visuele voorlich
ting, rokken, pantalons en avond
kleding. Handig als u het schuiven
met patroondelen niet snapt ƒ2.25
A voorpand 1 x knippen dubbele
stof; B rug 1 x knippen aan de stof
vouw; C okselstukje 2 x knippen
dubbele stof: D kraag 1 x knippen
aan de stofvouw en 1 x knippen
schuin dubbele stof naad M.A.
E zakklepjes 1 x knippen dubbele
stof (dubbel vouwen).
9 Een supplement met elk 35 mo
dellen. prettig als u veel naait en
behoefte hebt aan méér modellen
dan wij iedere veertien dagen als
service brengen. De nummers 2,
3 en 4 kosten per stuk 1.45
Vergeet niet uw maat op te geven. Ont
vangst na storting of betaling van het
benodigde bedrag bjj het bureau van dit
blad.
Hoe gruwelijk eenzaam kan
een jonge vrouw zijn. Bij bena
dering slechts konden we het
peilen uit de spaarzame mede
delingen die ons mevrouw Cijs
uit de Diepenbrockstraat 88 in
Schiedam, nu moeder van vijf
kinderen, deed.
„We woonden in Breezand
waren daar geëvacueerd uit Den
Helder in een schuur, een oude
garage eigenlijk. Mijn man was bij
de ondergrondse en ondergedoken,
er waren pas dertien van zijn
kameraden gefusilleerd. Af en toe
kwam hij maar eens opduiken, en
als ik dan met moeite een soort
erwtensoep gemaakt had. moest hij
al weer weg van zijn commandant,
voordat hij het op kon eten! Eten
uit de gaarkeuken? Als je zó loopt
lust je niet alles, en de hond moest
het nog niet. Ik vond het smérig."
Ze was alleen met haar verwach
ting in die oude garage zoals
toentertijd moeders hun kinderen
voorlichtten: je zult het wel zien
als het zover is. Bovendien had
haar man een Sonderausweis die
getekend was door een NSB-bur-
gemeester en de meeste mensen
meden de Cijsen ze zouden wel
van de verkeerde kant zijn. „We
hadden geen water en geen licht,
eens kregen we vet van de onder
grondse, dat lustte ik niet. Van een
uitgetrokken sprei breide ik wat,
gunde me iedere dag één kruis
woordpuzzel en zo doodde je de
tijd. Na achten mocht je niet meer
buiten en ik ging dus vroeg naar
bed en kwam er laat weer uit.
Sneed af en toe een stukje brood,
dan weer breien, één puzzel, dag
Geboren bij
meneer pastoor
Bij de gezinswas, voor het
<ad en in de keuken: ammonia
is voor de zindelijke huisvrouw
onontbeerlijk- Gebruik alleen
nooit tè veel van deze vloeistof
en meng het nimmer met bleek-
water: er ontstaan dan schade
lijke dampen.
Wij geven u hierbij enige
geboren achter de schermen,
waarnaast nog twee kraamvrouwen
Geelzucht
met de befaamde lichtgroene
„luchtzeep". ze kon overal tegen,
maar moeder voedde haar zeven
maanden zelf! De hele familie
zorgde voor eten: aardappelschil
len werden bewaard en bij de
boeren ingeruild voor melk. Het
oude groententeiltje fungeerde als
wasteiltje, en toen Manja acht
maanden was kwam de eerste
toewijzing voor wol, échte wol en
geen uitgehaalde of dat spul waar
de surrogaat-truitjes van gemaakt
waren: als je ze éénmaal waste,
werden ze héél breed en héél kort,
weet mevrouw Bravenboer nu nog.
Voor haar toen geen leuke positie-
kleren. in die tijd was je al blij als
je het leven had. Afdankertjes van
een oudere zus die eerder een
baby verwachtte, daar was je
gewoon nog blij mee.
Rolschaatsen
Manja (nu bijna twintig jaar)
schatert onder het verhaal van
haar baby-uitzet. Toen ze tien jaar
was. kreeg ze, omdat ze de enige
was van 5 mei 1945, rolschaatsen
aangeboden op het Vlaardingse
feestterrein. Wel werden er op dc
bevrijdingsdag in Vlaardingcn drie
kinderen geboren, één van éva
cués uit Arnhem die later ver
trokken naar hun woonplaats, de
andere baby was helaas geen lang
leven beschoren. Zo te zien heeft
Manja niets te lijden gehad van
haar geboorte in die dagen vol
Ze werkt bij haar vader in de
cactus-kwekerij in Schipluiden
waar het gezin zich spoedig gaat
vestigen. Wat in de hongerwinter
een hobby werd van haar ouders,
is nu een bloeiend bedrijf. De
enige naweeën van de oorlog die
ze zélf zal ondervinden zijn de
moeilijkheden bij het vinden van
een huis. straks. Maar wie weet
rolt ze óók daar goed doorheen.
Moeder wil haar oudste dochter
(er zijn er twee! nog niet
Onbeklede wieg
Uit een oud hemd maakte ik
vier luiers, dc uitzet bestond uit
oude vodden. Ik had twee nacht
ponnen. en een geleende onbeklede
wieg. Nu zou ik voor de bevalling
maar de pastoor gaan en die
nachtponnen had ik ervoor be
waard. Maar een onbeklede wieg.
dat ging niet, dus een stuk van de
onderkant der nachtpon geknipt en
dat op de wieg gedrapeerd.
Op de pastorie zaten nonnen
geëvacueerd op een heel grote
zolder. Van de eetzaal van mijn
heer pastoor hadden ze een zaaltje
voor drie personen ingericht. Dat
deed dienst als kraamcentrum. Er
was geen ziekenvervoer en toen
mijn tijd kwam ging ik lopend
naar de pastorie. Toen zuster Rita
de inhoud van mijn koffertje in
specteerde. werd ze boos: alles was
klam en muf. Hoe kon het anders
in die kleine koude garage? Ze
mopperde op alles, „was het navel
vetertje niet eens uitgekookt?" en
ik besloot weer weg te gaan. Ook
de dokter was die dag weg: hij
had. als een der eersten in de
bevrijdingsdagen, een verlofpas
over de Afsluitdijk gekregen. Van
avond ben ik terug, en dat is nog
op tijd! had hij tegen de a.s.
moeder gezegd. Het leek wel <Jt
niemand haar wilde helpen. Van
armoe ging ze weer terug naar de
pastorie, waar zuster Rita uit de
mis moest worden gehaald. De
dokter was op 't nippertje terug
's avonds. De baby woog vijf pond,
Anneke had zwaar geelzucht, en
was een stil, min kindje. Voor
twee paar kousen had ik een fles
melk en twee eieren per dag na
de bevalling te leveren geruild.
Een buurmeisje waste voor me
daar moest je zelf voor zorgen
hoé, dat weet ik niet want ik had
geen zeep.
Van de nonnen kreeg ik vopr
het eerst vlees uit blik. en bij mijn
vertrek gaven ze flink wat zeep
mee. Toen bleek, dat de jeugdige
vader in een BS uniform met
stengun rondliep, veranderde de
houding van kennissen en buren
Ik gaf ze gewone onverdunde melk
wist ik veel en het kindje
spuugde maar! En viel af... Nie
mand had in die dagen tijd om
voorlichting te geven: iedereen
dacht eraan hoe hij zo gauw
mogelijk weer in Den Helder kon
komen. Eindelijk ging de jonge
moeder met een geleende kinder
wagen naar een dokter, die haar
de kneepjes vertelde van het melk-
verdunnen en suiker toevoegen.
„Dat kind hou je niet. het ziet
zo blauw om het mondje", mom
pelden ze achter mijn rug. Toen ik
er mee in m'n armen zat aan een
slootkant, zo heel wit en stilletjes,
heb ik gezegd: „Als ze blijft leven,
draag ik haar aan God op. Op
Palmzondag deed ze belijdenis",
zegt mevrouw Cijs héél stil voor
zich heen.
Later groeide ze enorm, wel een
pond per week tot verbazing van
de zusters op het consultatiebu
reau, weer in Den Helder. Anneke
ls nu gediplomeerd gezinsverzorg-
ster die bij vele van onze Schic-
damse abonnees de handen uit de
mouwen stak. Als je de knappe,
flinke tiener aankijkt zeg je met
verbazing: „Zij een oorlogskindje?
Toe nou!"
richtlijnen voor de hoeveelheid
ammonia te gebruiken bij aller
lei huishoudelijke karweitjes.
9 Voor het zemen van ramen en
spiegels, het dweilen van te
gels en granitovloeren, hebt u
een tot drie eetlepels per acht
a tien liter warm water nodig.
Voor het reinigen van wasma
chine, fornuis, koelkast (bo
venblad) e.d. een tot twee
eetlepels ammonia voor drie a
vier liter warm water. Vette
bruine vlekken in de oven
kunnen gemakkelijker worden
verwijderd als u een schoteltje
met ammonia gedurende
twaalf uur in de gesloten oven
Haarborstels en kammen kun
nen heel goed met ammonia
gereinigd worden, door ze te
wassen in een sopje met enke
le druppels ammonia.
C Vlekken op kranen en douche-
apparatuur verdwijnen spoor
slags na een bewerking met
een doekje waarop enige
druppels
„Ik had het heel moeilijk aie
hongerwinter, en dan nog in
verwachting" zegt mevrouw G.
van Wingerden-Plomp uit de
Floresstraat 65 in Delft. „En
dan nog de zorg om de andere
drie kinderen. Eten uit de gaar
keuken lustte ik niet we
stookten op een noodkacheltje
met gesprokkeld hout. Nee, kle
ren konden je niets schelen
je had gewoon niks."
Je had niks" dat zegt ze wel
viermaal in vijf minuten. Geen
uitzet je kreeg van iedereen
wat. Geen licht geen warm
eten, we aten brood (mijn man
was bakker) en wat voor brood,
het bruine kleffe oorlogsbrood met
die onmogelijk kleine boterham
metjes. Ik was ontzettend mager,
en woog op het moment van de
bevalling slechts honderd pond.
Van alle ontberingen had ik open
benen opgelopen en die heb ik
nu nog. Ondanks alle zorgen en
narigheid woog de jongen die ter
wereld kwam maar liefst zeven
pond! We noemden hem Herman
hij was wel echt een oorlogs
kindje. In het begin veel ziek, c-
In het begin
veel ziekte
9 Ook voor het wassen van
wollen dekens, en het voor-
weken van erg vuil donker
gekleurd wasgoed is deze
vloeistof goed te gebruiken
(twee dl. per veertig litei
warm water).
9 Is de binnenrand van uw hoed
vet: na een bewerking met
ammonia (een eetlepel op vijf
liter warm water) is er niets
meer van te zien!
9 Sieraden (juwelen, brillanten,
goud en zilver) krijgen door
het opwrijven met een flanel
len doek waarop enige drup
pels ammonia hun glans weer
terug.
(Uit: „Alleen voor haar")
Brood met mei
Maar om op die geboorte terug
te komen: het was die vijfde mei
of ik van de hel in de hemel
kwam. Ik werd opgenomen in het
ziekenhuis Bethel hier in Delft en
had die dag en 's avonds om
zeven uur werd hij geboren nog
helemaal niets gegeten. Toen kreeg
Ervaringen met de be
vrijding! Zij gaan over een
koerierster die daarbij heel
bescheiden (en dat is net
de geest van die tijd, wat
je dééd, was gewoon) haar
eigen rol verzwijgt. Eén
uit het frontgebied in
Zeeuws Vlaanderen, en ie
mand die in Duitsland te
werk gesteld was. Allen
beleefden de bevrijding op
verschillende manieren,
maar leest u zelf mee:
„De laatste maanden van de
oorlog w.erktc ik als koerierster
bij de KP Gewestelijk Com
mandant en de Militaire Com
mandant in de provincie
Utrecht vanuit De Bilt. 's Mor
gens heel vroeg die vijfde mei
gingen we met een kar. waarop
de nodige spullen lagen, naar
het gebouw van Staatsbosbe
heer in Utrecht. Daar wachtten
we de komst van de geallieerde
legers af. Ongehinderd konden
we het gebouw binnengaan.
Later op de morgen ontstonden
gevechten rondom het gebouw:
op de bevrijdingsdag werden
nog tien mensen van de BS
doodgeschoten. Op het gebouw
werd ook geschoten. De Mili
taire Commandónt ging naar
buiten met de handen omhoog
waarmee hij wilde zeggen dat
hij hen wilde spreken. Wij
vonden dat erg moedig van
hem omdat hij ongewapend en
openlijk als iemand van de
illegaliteit naar buiten kwam.
De Duitsers waren erg zenuw
achtig door de steeds dichterbij
komende geallieerden en ston
den voor niets! Gelukkig luis
terden ze naar de commandant
en schoten daarna niet meer.
Later kwamen de Canade
zen Utrecht binnen. Een aantal
van hen kwam ons even groe
ten bij Staatsbosbeheer. De
Gewestelijke Commandant had
ze gezegd: „Vraag maar naar
Ik had namelijk als koerier
ster. steeds onder mijn eigen
voornaam gewerkt. De Canade
se bevrijders kwamen de kamer
binnen waar we met verschil
lende illegale werkers bijeen
waren. Zc vroegen meteen:
..Who is Henny?". Ik keek heel
verbaasd en kreeg toen een
enorme zak heerlijke chocolade
en biskwie om onder ons allen
te verdelen. Van blijdschap dat
ze gekomen waren om ons te
bevrijden en als dank voor het
lekkers gaf ik hem twee zoe
nen. Nooit heeft iéts meer zo
heerlijk gesmaakt (ik bedoel
dat lekkers)" schrijft mevr. H.
J. L-D. te O. en ze besluit „een
dag die ik nooit zal vergeten!"
Brandgevaar
„Wij werden in letterlijke zin
„bevrijd" hoewel de grote
bevrijdingsdag op 5 mei nog
een half jaar zou duren", zo
schrijft mevr. D. T. te S. over
haar ervaringen uit het weste
lijk deel van Zeeuws Vlaande
ren. „Op 6 oktober begon de
beschieting. We werden hier
door genoodzaakt ons huis te
verlaten en onderdak te zoeken
in de kelder bij de boer naast
ons. Drie en twintig dagen en
nachten brachten we daar door
en we kwamen al die tijd niet
uit de kleren. We sliepen met
plm. twintig mensen op ons
eigen meegebrachte bed op dc
keldervloer. De laatste vier da
gen was er bijna geen eten
meer. Niet omdat er geen voed
sel was, maar omdat de boerin
de kachel waarop gekookt
moest worden niet meer durfde
aanmaken vanwege het brand
gevaar.
durend rond. het granaatvuur
had al heel wat om ons heen
verwoest. In ons huis was geen
ruit meer heel. Planken hadden
we voor de raamopeningen ge
spijkerd. Een bom viel vlak oij
ons en trof het café naast ons
waarin een Schreibstube van de
Duitsers was gevestigd. De
keukenwagen op het erf zou
een volgend mikpunt kunnen
zijn en die wetenschap baarde
ons grote zorgen. Op zondag
morgen 29 oktober durfden we
niet langer in dc kelder te
blijven: die nacht hadden wc
met schoenen aan geslapen
voorzover slapen in de gegeven
omstandigheden nog mogelijk
was. 's Morgens om zes uur
vluchtten we in een bunker
daar dichtbij in de dijk die.
door de Duitsers verlaten was.
Even later volgde een zware
beschieting op het dorpje waar
we woonden. Daarbij kwamen
nog dertien mensen om het
leven. We zaten te schudden
vanwege het granaatvuur. Het
was angstig, dat vuur over je
heen. maar nooit zal ik verge
ten dat de boerin met haar
zondagse hoed op. toch nog op
mijn lachspieren werkte! Na
ongeveer een uur hield de
beschieting op. Het werd ang-
Canadezen
Eén der mannen waagde zich
op handen en voeten naar
buiten om over de rand van de
dijk heen te gluren. Daar zag
hij enkele Canadezen aankomen
op een dijkje, evenwijdig aan
het onze. Hij zwaaide met een
witte doek. De bevrijders ver
trouwden het zaakje niet. Ze
kwamen met het geweer in de
aanslag de bunker binnen om
deze grondig te onderzoeken.
Bij hun komst juichten de
mannen, de vrouwen en kinde
ren huilden. We werden echt
„bevrijd". De mannen raadden
ons aan de eerste uren de
bunker niet te verlaten. Kort
daarna rukten ontelbare grote
tanks ons dorpje binnen. Elk
huisje of schuurtje werd door
zocht. Dc Duitsers hadden zich
evenwel teruggetrokken naar
Cadzand en de bevrijders na
men ons eigen woonhuis in
bezit als kwartier. Toen we er
zelf onze intrek weer konden
nemen dankten we God
ondanks de onbeschrijflijke
chaos aan scherven, modder,
nagelaten etensresten voor
ons lijfsbehoud. We vonden al
onze meubels onbeschadigd te
rug, terwijl er inwoners waren
die geen bord meer bezaten en
uit pannendeksels moesten eten.
Geen huis was zonder schade.
De bevrijding was een opluch
ting maar niemand kon het
ïpbrengen om de vlag uit te
teken. Zó murw waren we na
Irie-weken-lange marteling, en
'»ij de aanblik van de verwoes-
ng en de rouw om de mensen
levens. Langzamerhand kwam
de vreugde, terwijl we overi
gens nog in grote zorg leefden
over de toekomst van de rest
van het land en onze familiele
den boven de rivieren. Op 5
mei kwam het bericht van de
bevrijding over de radio: toen
brak eerst recht vreugde door".
In Duitsland
Een lezer, de heer D. M. te
V.. was in Kassei tewerkgesteld.
Nadat de fabriek waar hij
werkte door een Amerikaans
bombardement vernield was,
kwam hij terecht in Ziegen-
hain, juist op de toegangsweg
naar deze plaats. Op Goede
Vrijdag 30 maart namen de
kopstukken van het bedrijf dc
benen. Klokslag tien uur rolden
de Amerikaanse tanks de stad
binnen; het gejuich onder de
vele buitenlanders (Russen, Po
len, Oekrainers. Belgen. Fran
sen en Hollanders) was niet
van de lucht.
Met uitbundig enthousiasme
werden de bemanningen be
groet. Dat werd beantwoord
met het toewerpen van grote
hoeveelheden kauwgum, choco
lade en sigaretten. Het was een
onvergetelijke Goede Vrijdag.
Tweede Paasdag vergaten wc
ook nooit: we kregen het bevel
onze koffers te pakken. Via
Saarbrücken door Frankrijk en
Luxemburg, op 14 april in
België. In Antwerpen werden
we feestelijk onthaald, want we
behoorden tot het eerste trans
port arbeiders dat terugkeerde.
Het Wilhelmus werd gespeeld
en de driekleur wapperde: we
kregen tranen in de ogen om
deze historische ogenblikken.
West Nederland was nog bezet.
We werden in Eindhovei
ik er vandoor, hoewel
nog verboden was. Het bleek
bijzonder moeilijk de Maas en
de Waal over te komen. In
Rotterdam vroeg een fietsen
maker tien gulden voor het
plakken van een lekke band...
Daarna maakte ik opnieuw de
bevrijding mee. want toen ik
thuis arriveerde waren de Ca
nadese bevrijdingstroepen zo
juist binnen en vreemd dat
Waren uw ervaringen anders?
Schrijf het ons opdat wij
niet vergeten.' U weet het, bij
plaatsing De dokter zegt 1, zegt
2, of Tipparade naar keuze.
EENS flink lachen bij
ontvangst van een
fijne brief is als een
zonnestraal op een
regen morgen. Of ik
boos ben! vragen briefschrijf
sters mij. Hoe kan ik nu ooit
boos zijn als ik zelf zo onsa
menhangend ben geweest. Weet
je, ik wou het nu eens anders
zeggen. Misschien zou het ook
wel gelukt zijn als ik meer
papier had mogen gebruiken.
Maar dat wist ik toch, ik mag
niet doorpraten. En ik weet
toch ook dat ik maar op een
manier in zo'n kort bestek dui
delijk kan zijn: in brieftrant. Ik
kan toch ook niet gaan fluiten.
Of u één voor één afhalen en
naar een bos rijden en onder
gaan hoe stil het kan zijn voor
een enkele vogel begint te
slaan, dichtbij. Het zou allemaal
antwoord zijn, maar niet voor
hier.
Hier in de krant past maar een
manier. Een ietsje eromheen spe
len. een beetje anders proberen te
zeggen wat je toch in woorden
zeggen moet en daar is al het
commentaar: je bent zo helder als
koffiedik! Behalve dan voor éen
briefschrijfster, maar dat is te
weinig. In het antwoorden aan eén
moeten allen kunnen meelezen.
Nietwaar? Ja. dat vind ik ook. en
ik wil er steeds mijn best voor
doen.
HET is eigenlijk heel..een
voudig. Briefschrijfster
had me gezegd dat zij
mij soms zo gecompli
ceerd vond. het was
voor haar zo eenvoudig en dan
volgt er een eenvoudig exposé van
christenzijn dat waarschijnlijk voor
heel haar leven opgaat maar b.v.
al niet voor het mijne. Ook kreeg
ik over navolging van Christus een
lieve brief met uitleg, ik herinner
ik zomaar twee boterhammen met
boter en plakken kaas! Mak voor
de bevrijding werd er op vlees
bonnen nog wat vlees uitgedeeld.
Mijn man had uren in de rij
gestaan - en hij kreeg enkel
vellen!
Zeep vraagt u? Nee. je had niks.
spoelen maar dat was het enige.
Later kwamen de voedselpakket
ten. Of Herman nog een. echt
oorlogskind is? Nou, kijkt u maar
eens op de foto!" We zien een
aardige jongeman met een flinke
haarrin, die zo te zien weet wat
hij wil. „Het klopt allemaal" lacht
moeder. „Herman (op 5 mei twin
tig jaar) is bij de koopvaardij". En
dan kun je eens zien hoe gauw de
tijd gaat: Herman is getrouwd met
een Engelse vrouw die in Liver
pool woont, en in ons landje niet
kan wennen. Zij hebben al weer
een kleine Herman, die onder
betere omstandigheden opgroeit
dan zijn vader destijds. „Weet u
wat ik nou zo raar vind?" zegt
moeder Van Wingerden nog. „Dat
hij nou nooit eens wat kreeg als
herinnering aan die gedenkwaardi
ge bevrijdingsdag. Geen herinne
ringsbordje of tegeltje of wat dan
ook. Een hint voor hh. stads- of
landsbestuurders? Daar in Delft
moet het toch niet zo moeilijk
nóg minder formule
ring. nog beslist minder, veel meer
leven, veel minder formuleren.
Maar hoe zeg ik dat nu. dacht ik,
want zodra ik ga zeggen, ga ik
formeren, dat kan niet anders in
zo'n betogende brief en toen
kwamen twee beelden in mij op,
en die gaf ik hier. En daarmee
strandde ik in de koffiedik.
IN enkele woorden gezegd wilde
ik hier naar toe: je moet er
niet van uitgaan dat je le-
ven zo of zo behoort te zijn
als je God liefhebt. 't Mag
schier van alles zijn, als je
het maar van dag tot dag beleeft
in gesprek met de levende God.
Niet krampachtig, dat is een goed
woord eervoor. vrij onbekommerd,
onder geen ander oordeel dan dat
van God. Wat ik bij mijn brief-
vriendinnen vond is een zich los
maken van oude termen en vor
men enerzijds en zich dan weer
binden aan nieuwe formuleringen
anderzijds. Ik snap dat wel, anders
vraag je je af: waar blijven we
dan, vrijheid is zoiets beverigs. En
er is ook de angst: als je zomaar
durft te leven, hoe ziet dan een
ander dat je christen wilt zijn.
Midden tussen de mensen, wat
onderscheidt je dan Een beslui
dat je herriep, in stilte? Daarvan
ziet niemand iets. Vriendelijkheid
jegens iemand die je niet lustte?
Maar dat went zó. Een ander mens
worden door dit steeds bezigzijn in
oefening, och. wie weet dat als je
toch nooit kunt vergelijken met de
mens die je misschien had kunnen
zijn? Is christenzijn eigenlijk wel
te merken? Is „een zoutend zout"
zijn, het leven zo leven dat het
voor alle anderen om je heen
draaglijker wordt, duidelijker
wordt, heerlijker wordt, is dat
wereld? Misschien is het dit vraag-
lekenwerk dat natuurlijk in ons
aller hart van tijd tot tijd tekeer
gaat want we zijn nooit hele
maal één gedachte, we hebben
lalen tegenstrijdige gedachten
wel de reden tot zoveel bewegin
gen en massale demonstraties.
IK volgde de vraag ook bij mijn
briefschrijfster: Heeft mijn
ohristen-zijn dan nog wel
gezicht? Het moet toch te
merken zijn? Er moet toch.
zoals dat heet, ietsvan je uitgaan?
En toen dacht ik: hoe moet ik haar
nu duidelijk maken dat er oneindig
meer van je uitgaat als je durft
leven met de belofte Gods: dat als
jij begint Hij aan je zijde is. Zo
kwamen de beelden op het papier,
die van het argeloze vrouwtje dat
toch ook voor wie haar leven niet
precies zo nadeed heel duidelijk
was, die van de vroeg-devote mens
van duizend jaar geleden wiens
fedachte gestalte kreeg in steen,
londer opzet, zonder omschreven
taak. zonder eis, desniettemin ver
staanbaar.
c bijna willen zeggen: som
mige mensen in het verzet
waren verstaanbaar. Ze be
gonnen niet als held maar
op een dag kwamen zij voor iets te
staan waarvoor zij niet opzij kon
den gaan, en God stond ze bij, tot
de dood. Het hele winstpunt
niet meer voor b.v. mijn kinderen)
juist dit: dat ik in een bewust be
leefde oorlog heb mogen leren be
sluiten tussen wijken en niet wij
tussen essentieel en niet-essentieel.
telkns opnieuw, want je wist het
steeds maar voor én keer, één
dag, deze, de jouwe. Deze oefe
ning heeft eensoort herkenning ge-
gevn in het ons nu al twintig jaar
geschonken leve. Niet allen ten
aanzien van de levenden. Hoe ver-
staabaar worden de doden ons im-
hun uit handen gegeven leven
deze gedachte aanreiken: dat
i verzoend leven niets vergeefs