Winstpunten overwegen
Kabinet verdient
eerlijke kans
Regeringsprogram begroet
ik niet met gejuich
gasverwar^Zi
Het gaat slechts om
fracties van I pet
iNIEUWE PVD A-FRACTIE LEIDER NEDERHORST:
KVP en PvdA contra Beernink
Sterke mannen, ja, maar
ook krachtig kabinet?
donderdag 29 april i960
(Van onze parlementsredactie)
DEN HAAG Als de regering en de regeringspartijen zich aan de ge
maakte programafspraken houden, zal het kabinet-Cals op de steun van
ie PvdA kunnen rekenen en, voorzover het aan de socialisten ligt, in 196?
Je veilige haven weten te bereiken. Deze verzekering gaf gisteravond in de
Tweede Kamer de nieuwe PvdA-fractieleider drs. G. M. Nederhorst, op-
rolger van dr. Vondeling. Zijn collega van de KVP, oud-informateur drs.
ff. K. N. Schmelzer, stelde zich zo mogelijk nog positiever op tegenover
het nieuwe kabinet en deszelfs program. Vol kritiek waren daarentegen
de fractieleiders van CPN, Boerenpartij en GPV, resp. de heren M. Bakker,
H. Koekoek en P. Jongeling. De woordvoerders van SGP en PSP, ir. C. N.
[van Dis en de heer H. J. Lankhorst, lieten een gematigd kritisch geluid
horen.
de P.v.d.A/het
Het debuut van de heer Nederhorst
ils fractieleider mag zeer geslaagd
vorden genoemd. Zijn betoog duurde
K-eliswaar anderhalf uur. maar ver
beelde geen moment. Aan het slot van
•en scherpe analyse van de regerings-
rerklaring maakte hij de balans op.
Us verliesposten noemde hij de voor-
fenomen algemene huurverhogingen
fan 10 pet, waartegen zijn fractie de
[rootst mogelijke bezwaren heeft (al
lullen slechts enkele fractieleden er
egen stemmen) en de creatie
iparte ministerspost voor de ontwik'
telingshulp, waarvai
lut niet kan inzien.
De uitbreiding van de ontwikkelings
hulp, de invoering van een speculatie
winstbelasting, het betere gebruik van
e schaarse bodem en de maatregelen
igen de prijsopdrijving van onroerend
bed (waardoor het bekende initlatief-
loorstel-Vondeling overbodig is gewor-
jen). de versterking van de positie van
ie staat bij de exploratie en exploitatie
8n bodemschatten, de ruimere financiële
rmslag voor de gemeenten enz. enz..
chtte de heer Nederhorst echter winst-
unten, „die de schaal duidelijk naar de
ositieve kant doen overslaan". Daarom
Ede P.v.d.A. het regeringsbeleid posi-
f zij het op gepaste afstand vol-
fen.
In dezelfde geest sprak K.V.P.
er Schmelzer. Hij vond. dat het rege-
ingsprogram een goed evenwicht ver-
jont tussen het particulier initiatief er
e individuele verantwoordelijkheid van
e burger enerzijds en de belangen
e gemeenschap anderzijds. De heren
chmelzer en Nederhorst waren het
rover eens, dat in de regeringsverklaring
et beleid van het kabinet-Marijnen op
epaalde punten is doorgetrokken, ter-
fijl op andere punten van een accent-
grschuiving sprake is. De P.v.d.A.-
jactieleider constateerde echter hier
aar een duidelijke ombuiging van
ëleidzijn K.V.P.-collega sprak slechts
an het introduceren van enkele nieuwe
lemen ten.
Kritiek op CHU
Alvorens op het regeringsprogram
i te gaan. besteedden de woordvoer
en KV.P. en P.v.d.A, vrij veel
indacht aan het verloop van dc kabi-
•tsformatie. Hun kritiek op de hou-
ng van de C.H.U. liet aan duidelijk-
iid niets te wensen over.
De heer Schmelzer betreurde het af-
jllen van de C.H.U.. omdat zijn fractie
jote waarde hecht aan de christen-demo-
latische samenwerking. Maar die samen.
W eersverbetering
DE BILT. Een kleine storing uit
uitstand heeft zich in de afgelopen
lcht naar ons land verplaatst, bet
ten gepaard ging met flinke regenval.
p verscheidene plaatsen viel om-
feeks 10 mm regen. Het regengebied
ok van het noordoosten naar het
ïidwesten en wordt gevolgd door op
dringen Deze komen voor in dro-
\re lucht, die van het oostzeegebied
et noordoostelijke winden in de
thting van ons land stroomt. Deze
foming wordt in stand gehouden door
7t hogedrukgebied tussen IJsland en
horwegen en de opvullende depressie
e nog steeds boven het Europese
isteland aanwezig is. Door de nabij-
lid van deze lagedruk kunnen zich
It komende etmaal nop enkele lokale
fien ontwikkelen, maar over het ge
ie/ genomen zal het weer tot een be-
iipr/jke verbetering vertonen.
ZON EN MAAN
Vrijdag 30 april: zon op 513, onder
,03. maan op 5.13. onder 10.47
Zaterdag 1 mei: nieuwe maan.
HOOGWATER SCHEVENINGKN
10 april: 2.27 v.m 14 47 n.m.
HET WEER IN EUROPA
öpporten hedenmorgen zeven uur
tetUIOh S-g jjs Sm
Eu S« z5
ter
mden
hsterdam
lussel
Sje;
oon te"
werking kan niet gaan ten koste van een
logische en reële aanpak van een bepaald
probleem en daaraan heeft het bij de
C.H.U. naar de mening van de heer
Schmelzer wel ontbroken.
Met nadruk stelde de K.V.P.-fractie-
leider, dat de handelwijze van de heer
Beernink voor hem procedureel onbegrij
pelijk was. De C.H.U. wist, dat het be-
middelingsvoorstel-Beernink met betrek
king tot de toelating van nieuwe omroe-
/oor K.V.P. en A.R.P. niet aanvaard
baar was. Toch was de heer Beernink be-
l met beide partijen alsook met de
,d.A. aan een voortzetting van het
formatie-overleg deel te nemen. Mocht
daaruit niet de conclusie worden getrok
ken. dat de C.H.U. dus tevens bereid was
de meerderheidsopvatting over de oplos
sing van het omroepvraagstuk te aanvaar
den? En als dat zo was, lag het dan niet
de hand die meerderheidsoplossing
meteen te realiseren? Ook dan had
de rest van het ontwerp-regerings-
program nog op z'n eigen merites kunnen
beoordelen en eventueel aan het eind van
de onderhandelingen kunnen laten weten,
nen toch liever maar niet mee wilde
De fractieverklaring van de C.H.U.,
die zich distantieerde van een binding
vóóraf aan het omroepakkoord. wekte de
indruk dat men misschien wél tot een
binding achteraf bereid was, maar ook
daarvan wilde de heer Beernink niets
weten, want het omroepvraagstuk moest
volgens hem een „vrije kwestie" blijven.
„Een vrije kwestie en dan om een zaak
waarover een kabinetscrisis Is ontstaan.
Dat was voor mij onbegrijpelijk en dat is
het gebleven", aldus de heer Schmelzer.
Camouflage
j vroeg zich af waarom de C.H.U.
deze weg eigenlijk heeft bewandeld. Om
meningsverschillen in eigen kring te
camoufleren? Om zich aan een bepaalde
regeringscombinatie te onttrekken? Of
omdat zij de vrije kwestie zag als een
belang van hogere orde dan het samen
blijven van de drie christelijke partijen?
De heer Nederhorst zei. dat de heer
Beernink van alle wallen tegelijk heeft
willen eten. Hij is echter in zijn eigen
redeneringen verstrikt geraakt. Want van
tweeën één. Of het radio-t.v.-beleid was
een vrije kwestie en dan had het spreken
over de andere punten geen zin, want
dan had het kabinet-Marijnen niet hoeven
af te treden en had men even goed de
V.V.D. bij het formatiegesprek kunnen
betrekken; óf men stelde, zoals de heer
Beernink verlangde, de instemming met
de radio-tv.-oplossing afhankelijk van
de overeenstemming over de andere pun.
ten, maar die gedachtengang sloot de
wens dat het een vrije kwestie zou zijn,
volstrekt uit
Toen dit in alle duidelijkheid vaststond
was het naar de mening van de heer
Nederhorst goed, dat de C.H.U. niet
deed. Dat de V.V.D. niet zou kunnen
doen, stond volgens hem bij voorbaat
vast. De omroepkwestie zag hy slechts
als de aanleiding tot de kabinetscrisis. De
eigenlijke oorzaak zat dieper, nl. bij het
onbehagen in grote groepen binnen- de
confessionele partijen en de daaraan
wante vakbeweging over
king met de V.V.D. Men begon daar in
te zien, dat diepgaande, structurele her
vormingen van de samenleving niet
de liberalen konden worden
lijkt, omdat een conservatieve partij als
de V.V.D. niet verder wil gaan dan
aanvullende sociale maatregelen.
Drs. Nederhorst wilde de mogelijkheid
niet uitsluiten, dat de recente scheiding
tussen A.R.P. en C.H.U. het begin is van
een ontwikkeling naar een situatie, waar
in de A.R.P. optreedt als de progressieve
en de C.H.U. als de conservatieve pro
testantse groepering. Hoewel dit de door
braak van progressieve protestanten naar
de P.v.d.A. zou kunnen frustreren, zou de
P.v.d.A. zo'n situatie toch wel toejuichen,
omdat ze een verduidelijking van de
politiek zou betekenen in die zin, dat de
protestantse kiezer dan doelbewust kan
kiezen tussen progressief en conservatief.
Overigens zijn er, waarschuwde drs. Ne
derhorst. ook in de A.R.P. nog heel wat
conservatieve elementen en moet voorts
worden afgewacht of de C.H.U. zich
kelijk tot een conservatieve groepering
zal ontwikkelen.
Niet kritiekloos
De heer Nederhorst bep t niet de fout
zich kritiekloos op te steVn tegenover
de regering nu de P.v.d.A. daarin
is vertegenwoordigd. Zo nu en dan gaf
hij het kabinet enkele duidelijke v
schuwinkjes en terechtwyzinkjes. Over
de creatie van een aparte ministerspost
voor de ontwikkelingshulp zei hij: „Voor
het aanzien van het kabinet en van de
ministers is het niet goed als er minis
tersfuncties uit de grond worden ge
stampt die onvoldoende inhoud hebben".
Voor de persoon van minister Bot had
drs. Nederhorst echter alle waardering.
,,In de omroepzaak heeft hij getoond voor
zijn overtuiging te staan, wat men niet
van alle ministers kan zeggen". Dat laat
ste was een steek onder water naar mi
nister Veldkamp. Minister Luns kreeg te
horen, dat de P.v.d.A, hem geen al te
lang ministerieel leven meer gunt. „Hij
is nu weliswaar aangebleven, maar ik zie
'm als minister zijn pensioen nog niet
halen".
Wat de huurverhogingen betreft: die
vormen het offer, dat de P.v.d.A. heeft
gebracht om de formatie-Cals te doen sla
gen. maar voor enkele fractieleden is dat
offer te groot. Enkele socialisten zullen
ook tegen het omroepakkoord stemmen.
Kleine partijen
De S.G.P.-fractie zal de daden van
de regering afwachten en op hun
eigen merites beoordelen, zo maakte
Van Dis duidelijk. Hij wilde zich niet
bij voorbaat tegen het nieuwe kabinet
afzetten omdat de P.v.d.A. er nu inzit
Overigens verheelde hij niet. dat zijn
fractie, ondanks instemming met bepaal
de onderdelen, ook principiële bezwaren
heeft tegen bepaalde programpunten.
De kabinetscrisis besprekend zei ir. Van
Dis. dat de liberalen en christelijk-histo
rische ministers in het kabinet-Marijnen
een te hoog spel hebben gespeeld. Met
de heer Jongeling was hij van mening, dat
de beslissing over de omroepnota-Bot niet
in het kabinet maar in de Kamer had
moeten vallen. Het zou de heer Van Dis
ook liever zijn geweest als de C.H.U. om
een geheel andere reden. b.v. om de af
schaffing van het gezantschap bij de
Paus. buiten het kabinet zou zijn ge
plaatst. Dat het kabinet-Cals het beleid
van het kabinet-Marijnen voortzet, meen
de hij ten sterkste te moeten betwijfelen.
De S.G.P.-aanvoerder sprak ten slotte
de hoop uit, dat de nieuwe minister voor
cultuur, recreatie en maatschappelijk
werk. mr. Vrolijk, de bezem zal halen
door de Augias-stal van de gedegenereer
de, zedenverwilderde en veel godslaster
lijke cultuur van vandaag.
De G.P.V.-er Jongeling meende in
tegenstelling tot de heren Schmelzer, Ne
derhorst e.a. dat de nu gekozen rege
ringscombinatie in feite strijdig is met de
verkiezingsuitslag van 1963. Hij vond de
koerswijziging trouwens niet in het be
lang van het land. Een groot deel
ons volk wil niets weten van weg
doel van de nieuwe coalitie. Maar vt
zover het kabinet-Cals aan zijn hoge i
ping gehoor wenst te geven, wilde de
heer Jongeling het wel steunen. Over het
verloop van de kabinetsformatie ze
G.P.V.-er o.m,. dat mr. Beernink zich niet
pas vorige maand, maar al in 1963 i
boot heeft laten nemen. ..Als jhr. De
Savomin Lohman kennis had kunnen
men van de zeer gedetailleerde bindin
gen in het Akkoord van Wassenaar, v
voor mr. Beernink medeverantwoordelijk
was, zou hij zich in zijn graf hebben om
gedraaid".
Geen goed woord
Boerenpartij leider Koekoek maakte
ten overvloede duidelijk, dat het kabi
net-Cals niet op zijn steun hoeft te re
kenen. „Deze regering staat nog verder
Etherreclame
De heer B. Roolvink heeft gis
teren dc ministerpresident ervan
beschuldigd, dat hij voor de te
levisie reclame heeft gemaakt,
terwijl deze zaak nog ndet is ge
regeld. De heer Cals heeft be
toogd, dat volgens hem het rtv-
probleem niet in de politieke fri-
gidaire kon worden opgeborgen.
Maar frigidaire is een bepaald
merk! Wanneer de minister-presi
dent dan toch reclame wil maken,
waarom heeft hij dan niet gedacht
aan de naam van de oud-minister
president Marijnen?. vroeg hij.
van ons af dan de vorige". Ook CPN-
fractievoorzitter Bakker had natuurlijk
geen goed woord voor het kabinet
maar om geen misverstand te wekken,
zette hij zich nog meer af tegen de WD:
volgens hem geen oppositiepartij, maar
een rechts-extremistische pressiegroep.
De ware oppositie is de CPN. De heer
Bakker kreeg de lachers op zijn hand
toen hij minister Vondeling de vraag
stelde hoeveel aardgas er nu in de Ne
derlandse bodem zit. Zoals bekend heeft
de heer Vondeling vorig jaar als oppo
sitieleider gezegd, dat er veel meer aard
gas in de grond moet zitten dan minister
Andriessen wil doen voorkomen.
PSP-fractieleider Lankhorst liet zich
vrij positief uit over „dit kabinet
flinke mensen". Hij vond de ombuiging
van het beleid gunstig, al gaat ze lang
niet zover als de PSP wenst.
AR fractieleider Roolvink:
(Van onze parlementsredactie)
DEN HAAG „Het kabinet-Cals
verdient een faire kans". Dat was de
conclusie van de nieuwe fractielei
der van de ARP, de heer B. Rool
vink, die aan het slot van zijn rede
toegaf, dat hij enkele „bedenkelijke
geluiden" had laten horen. Zijn be
denkingen richtten zich op de finan
ciële en sociaal-economische para
graaf. „Als wij op één punt van het
regeringsprogram zorgen hebben,
dan is het op dit punt", merkte hij
op.
Evenals de heer Beernink had gedaan,
schonk hij zeer 'kritische aandacht aan
de opmerking in de regeringsverklaring
dat een tijdelijk snellere stijging van de
rijksuitgaven, ook in het komende jaar,
onvermijdelijk zal zijn. Te verwachten
valt dat er door diverse regeringsmaat
regelen nieuwe Impulsen zullen uitgaan
Mr. Beernink (CH) verklaart:
DEN HAAG „Het regeringsprogram behelst een aantal frisse ideeën
en enkele aardige plannen. Toch lydt de regering mijns inziens aan een
overschatting van de mogelijkheden om alle plannen in de komende twee
jaar te verwezenlijken. De volslagen onduidelijkheid omtrent de finan
ciering van de plannen vormt voor my een ernstig probleem. Dit pro
bleem alsmede het beleid inzake het onroerend goed, het energiebeleid, de
vaagheid inzake de inflatiebestryding en nog een aantal kleinere dingen
maken het mij niet mogelijk om het geheel met gejuich te begroeten".
Aldus mr. H. K. J. Beernink, voorzitter van de c.h.-fractie, waarvan, naar
hij meedeelde, een positief-kritische begeleiding mag worden verwacht.
„Zy zal pryzen waar te prijzen valt en laken waar dat geboden is".
Voordat hij inging op het regerings
program. schetste mr. Beernink de
gang van zaken tijdens de kabinetsfor
matie en zijn (omstreden) rol daarin.
Tijdens het eerste onderhoud met de
heer Cals. op 19 maart had hij zich
in beginsel bereid verklaard om mee
te werken aan de tot standkoming van
een kabinet, bestaande uit KVP. PvdA.
ARP en CHU.
Heel duidelijk had hij toen ook
gezegd. dat het omroepvraagstuk
voor hem een vrije kwestie was. ..Had
de heer Cals toen gereageerd met te
zeggen: ..Dan kan ik niet verder met
u praten", dan had ik dit moeten accep
teren. Maar de heer Cals heeft dit niet
gedaan". Hij heeft nimmer gezegd,
dat de fractie of ik zelf mij vooraf zou
moeten binden aan een uitspraak over
het rtv-vraagstuk zonder dat wij van
het gehele regeringsprogram en de ze
telverdeling op de hoogte zouden zijn.
Hij heeft alleen gevraagd: „Kunt u ak
koord gaan met de omschrijving van
de aard en de omvang van de aan te
gane bindingen?"
Mr. Cals: ..En wat stond daar in?"
Mr. Beernink: „Ik had daartegen
geen enkel bezwaar. Deze aard en om
vang waren overgenomen uit het ak
koord van Wassenaar en ik ging er
van uit, dat onder degenen, die bij een
of ander punt „uit de boot mochten
vallen", ook de fractievoorzitters zou
den mogen zijn. Dat is bij enkele pun
ten in Wassenaar door sommige frac
tievoorzitters uitdrukkelijk bedongen.
Wanneer de heer Cals mij op 19 maart
duidelijk had gezegd, dat hij met de
fractievoorzitters over het omroep
vraagstuk tot in details tot een over
eenstemming wilde komen en dat ik
mij daaraan persoonlijk moest binden,
dan had ik geweten waar ik aan toe
was. Ik heb dit pas op 23 maart ge
hoord en wel in de middaguren. Mij
werd toen het plan-Cals voorgelegd.
Akkoordverklaring daarmee zou voor
mij een enorme ommezwaai hebben be
tekend en een verloochening van mijn
verleden, die ik innerlijk niet kon aan
vaarden".
Fractie-verklaring
De heer Beernink wees er vervol
gens op, dat zjjn fractie (op 24 maart
- red.) uitdrukkelijk heeft uitgespro
ken. dat zij bezwaar had om zich te
binden op het onderdeel radio en tele
visie zonder dat zy inzicht had in het
gehele regeringsprogram en in (je ze
telverdeling. „Dat is de oorzaak van
het niet meer deelnemen van de c.h.-
fractie aan het overleg met de heer
Cals geweest".
In de regeringsverklaring, zo ging de
c.h. woordvoerder verder, staat, lat
bij enkele gesprekspartners dus niet
bij alle spijt bestond en nog bestaat
over het zich terugtrekken der CHU.
Met name de heer Smallenbroek zou
nog pogingen hebben gedaan om tot
een oplossing te komen. „Mij is helaas
nimmer te kennen gegeven, dat de ge
sprekspartners bereid waren de voor
waarde van de binding vooraf te la
ten vallen. De pogingen van de heer
Smallenbroek bestonden slechts uit het
opvoeren van het getal dergenen, die
,,gas-ervaring" achter
Mr. Geertsema in Kamerdebat:
(Van onze parlementsredactie)
DEN HAAG „Het is my byzondcr duidelijk gebleken, dat de lyn van
het beleid van bet kabinct-Maryncn fors in socialistische richting is om
gebogen". Met deze woorden vatte VVD-fracticleidcr mr. VV. J. Gccrtsema
gistermiddag in dc Tweede Kamer zijn oordcel samen over de regerings
verklaring van het kabinet-Cals.
,Mcn heeft het Akkoord van Was-
laar laten vallen, niet omdat KVP
ARP het er niet mee eens zouden
zijn. maar omdat van regeringspartner
moest worden gewisseld"
Daardoor is volgens de VVD-fractie-
leider heel duidelijk geworden hoe
bijzonder veel waarde KVP en ARP
hebben gehecht aan het gesloten
houden van het omroepbestel. Terwille
daarvan zijn zij bereid geweest een
beleid prijs te geven, dat overigens
in grote trekken hun instemming had.
„Het is in mijn ogen verbazingwek
kend. dat de KVP en de ARP zelfs
tot geen enkele concessie, geen enkele
vorm van een compromis bereid zijn
geweest terwille van het behoud van
de bestaande regeringscombinatie en
het tot dan toe gevoerde regerings
beleid, terwijl zij tot vrijwel elke con
cessie bereid zijn gebleken om het
sema. Om die reden wees hij dan ook
elk verwijt, dat de VVD haar (voor
malige) partners tot een zo spectacu
laire koerswijziging heeft gedwongen,
van de hand. Wat het omroepbeleid
betreft heeft dc VVD geen enkel
onredelijk verlangen geuit-
Een enkele uitzondering daargelaten,
an mr. Geertsema zich wel vinden in de
stelling, dat het nieuwe kabinet uit sterke
mannen bestaat. Daarmee is echter
gezegd, dat het ook een krachtig kabinet
zal blijken te zijn. De kracht van
kabinet hangt mede af van goede onder
linge betrekkingen en van gelijkgericht
heid in de doelstellingen van de indivi
duele leden. En als ik dan denk'aan
van de kant van de P.v.d.A. over de
minister van buitenlandse zaken Is ge
zegd, betwijfel ik toch wel ernstig of er
zulke dierbare betrekkingen tussen de
heer Luns en zijn socialistische collega'
bestaan.
Minister-president: „Ik dank u voor u\
bezorgdheid"
Voorts wees mr. Geertsema er op. dat
enkele leden van het huidige kabinet in
1963 hebben gestemd tegen de salarisposl
van minister De Jong, omdat zij in zijn
beleid geen enkel vertrouwen hadden.
Sindsdien is er in dat beleid echter geen
verandering gekomen.
Een raadsel
kamp zonder blikken of blozen in het
kabinet zitting heeft kunnen nemen.
Uiteraard is het tragisch wanneer een
beivindsman niet in de gelegenheid is
om belangrijke projecten tot een goed
einde te brengen, maar ik vraag me
toch wel af, aldus spr., of men daar
voor zijn beginselen zo kan verlooche
nen als minister Veldkamp thans tot
mijn bittere teleurstelling heeft ge
daan. Wat nu op r.t.v.-gebied wordt
voorgesteld, staat immers mijlenver af
van wat hij altijd heeft voorgestaan.
„Onbekwaam"
Mr. Geertsema liet uiteraard ook niet
na om er aan te herinneren, dat dr. Von
deling minister Bot als bewindsman var
O., K. en W. volstrekt onbekwaam heeft
genoemd. Om politieke redenen moest hij
toch worden gehandhaafd. En de ironie
van het noodlot heeft gewild, dat hij
thans zaken moet behartigen, die de
P.v.d.A. steeds als zo belangrijk
voren heeft geschoven. Op grond vai
zetelverschil in de Tweede Kamer moest
de K V.P in het nieuwe kabinet iets i
krijgen dan de P.v.d.A. Een volle zetel
zou de weegschaal te veel naar de kant
van de K.V.P. hebben doen doorslaan,
maar met de benoeming van de heer Bot
tot minister zonder portefeuille werd
evenwicht bereikt. Bovendien zou het te
erg zijn geweest om de schepper var
nieuwe r.t.v.-plan zo maar aan de dijk te
zetten Het gaat mijn begrip te boven,
aldus spr.. dat dc heer Bot het vernede
rende aanbod om te gaan zitten op het
puntje van de stoel van de heer Luns
heeft kunnen aanvaarden.
Onderdelen
Mr Geertsema besprak vervolgens
de verschillende onderdelen van het
regeringsprogram- Hij vond de lengte
van de regeringsverklaring omgekeerd
evenredig aan de concreetheid van
haar inhoud, die hier en daar toch
wel erg mager is. Mr Geertsema had
zo de indruk, dat de leden van de
Sociaal-Economische Raad degenen
zijn. die in de komende tijd het hardst
zullen moeten werken. Hij constateer
de voorts, dat nog dit jaar de ryks-
uitgaven met ongeveer f 200 miljoen
zullen stijgen.
Financiën
Op geen enkele manier heeft de rege
ring echter aangegeven waar de beno
digde financiële middelen vandaan zul
len worden gehaald. Zal er inflatoir
gefinancierd worden? De regering doet
net alsof ze vasthoudt aan de zg. struc
turele norm voor de stijging van de
rijksuitgaven, maar anderzijds zegt ze.
dat de uitgavenverhoging tijdelijk ster
ker zal moeten zijn dan de groei van
het reële nationale inkomen. En aan
gezien dit kabinet slechts tijdelijk is,
kan men zeggen, dat het zich gedurende
zijn bestaan niet aan die structurele
ïorm zal houden.
Niet minder kritisch liet hij zich uit
over het '-Uns inziens socialistisch ge
tinte onderdeel van het regeringspro
gram over de energievoorziening. Het
gaat lijnreoht in tegen de opvatting van
het vorige kabinet
Verbaasd \yas de heer Geertsema, dat
dr Vondeling wel liefderijk in het nieu
we kabinet ls opgenomen, maar ge
dwongen is om zijn bagage het ini
tiatief-voorstel om onroerend goed on
der de Prijzenwet te brengen achter
t. laten. Spreker was bevreesd, dat het
streven op het terrein van de ruimtelij
ke ordening gedeeltelijk zal gaan op kos
ten van de grondeigenaar.
enslotte sprak de heer Geertsema
over het radio- en televisiebeleid. Nieu
we zendgemachtigden zullen niet meer
kunnen worden dan kleine, bloedarme
omroepverenigingen, omdat zij met één
uur zendtijd waarin zij dan ook nog
een totaal-programma moeten maken
geen enkele reële kans krijgen.
uit de boot mochten vallen. Dat moch
ten er aanvankelijk twee zijn, later drie
en tenslotte werden het er zes. Maar
persoonlijk mocht ik helemaal niet u
de boot vallen".
..Het daarop volgende gesprek
over de mogelijkheid, dat indien
de fractie met alle overige pro
grammapunten en met de zetel
verdeling zou kunnen akkoord
gaan, de meerderheid van de frac
tie toch geen binding inzake het
voorgestelde radio- en televisiebe
leid zou kunnen aanvaarden, vond
dus plaats op een moment, dat het
kritieke punt als was gepasseerd.
Ik had mijn mening wel kunnen
verzwijgen. Maar omdat zowel uit
de schriftelijke stukken als uit de
gesprekken van de voorgaande da
gen aan de formateur mijn stand
punt bekend was. had ik geen aan
leiding tc zwijgen. Enige garan
tie over het uiteindelijke fractie
standpunt kon ik niet geven en
ik moest dus volstaan met het
rekening houden met de mogelijk
heid. dat een meerderheid van
de fractie toch geen binding zou
kunnen aanvaarden. De fractie
zowel als de Unieraad zijn steeds
door mij volledig voorgelicht"
Program
Sprekende over het regeringspro
gram. merkte de heer Beernink
dat het verschillende aantrekkelijke
dingen bevat, maar dat geen antwoord
wordt gegeven op de vraag hoe de
plannen moeten worden gefinancierd.
De begrotingspolitiek van de regering
is volstrekt onduidelijk. Hoe moeten wij
nu het beleid voor de komende vijf
maanden beoordelen? Het kabinet heeft
besloten om de door de vorige kabi
netten gevolgde structurele norm vooi
de overheidsuitgaven tijdelijk te verla
ten. Maar er wordt niet gezegd welke
norm in die interimperiode zal worden
gehanteerd. Zal het een „normloos'
beleid zijn? Er schuilt in deze beslis
sing het grote gevaar, dat de tijdelij
ke afwijking wel eens van lange duur
kan blijken te zijn. Volgens de
woordvoerder is het niet te weerspre
ken. dat de PvdA-bewindslieden een
sterke greep op het beleid hebben en
dat het particuliere initiatief zal wor
den teruggedrongen. In elk geval moet
worden voorkomen, dat er van de fi
nanciering van de nieuwe plannen een
inflatoire werking uitgaat
Mr. Beernink zei akkoord te kunnen
gaan met de herziening van de Suc-
'ewet 1956 en zich aangesproken te
voelen door het besluit om het gediffe
rentieerde tarief van de vennootschaps
belasting waarbij de uitgedeelde
t lager wordt belast dan de inge
houden winst te laten vallen. Daar-
_nze nog steeds onder grote spanning
staande economie. Het gevaar ls dan
groot ..wij zijn daarover vol met zor
gen" dat men de inflatoire ontwikke
ling niet in de hand houdt. De doelstel
ling van het prijsbeleid handhaving
van een stabiel niveau ls dan moeilijk
te verwezenlijken.
Weinig positief bleek de ar. woord
voerder te staan tegenover het voorge
stelde energiebeleid, de speculatiewinst
belasting cn de voorstellen met betrek
king tot het onroerend goed. De mede
deling in de regeringsverklaring, dat de
wenselijkheid zal worden onderzocht
naar het zelf deelnemen van de staat aaD
de exploratie van delfstoffen, ontlokte
hem de opmerking, dat de staat op dit
terrein een ..groentje" ls. Ten aanzien
van de speculatiewinstbelasting zei hij.
dat de overheid alleen een taak heeft
wanneer er moet worden gesproken van
een notoire verrijking ten koste van an
deren. En wat het onroerend goed be
treft, wees hij er op. dat de eigendom
op verantwoorde wijze moet worden ge
ëerbiedigd. De gedachten, die op dit
punt bij de regering leven, waren hem
niet helemaal duidelijk.
Ontivi kkelingshulp
Dankbaar was de heer Roolvink daar
entegen voor de verhoging van de post
ontwikkelingshulp op de lopende begro
ting met f 33 miljoen. Zijn fractie ver
wacht, dat een volgende maal de ont
wikkelingshulp niet onaanzienlijk om
hoog zal gaan.
De a.r. fractie bleek zich ook geheel
te kunnen vinden in het voorgestelde
rtv-beleid. Door de toelatingseis te stel
len op 10.000 wordt aan nieuwelingen
een royale kans gegeven. De drempel is
zo laag, dat de deur is open gezet voor
een mogelijk chaotische ontwikkeling.
Wanneer de nieuwelingen „aanslaan",
moet het mogelijk zijn om het ledental
met sprongen omhoog te doen gaan. De
indiening van een nota over het rtv-
beleid mag er niet toe leiden, dat de
wettelijke regeling van deze zaak naar
de toekomst wordt verschoven.
Minder gelukkig was de heer Roolvink
met het voorstel om gedurende de over
gangstijd een gedeelte van de etherre
clameopbrengst te reserveren voor een
financiële compensatie aan de pers. Hij
had de voorkeur gegeven aan de oplos
sing. die door de meerderheid van de
pacificatie-commissie is voorgesteld.
Gelijk recht
Uitvoerig stond de a.r. fractieleider
stil bij de levensbeschouwelijke achter
grond van het conflict over het om
roepbestel. Hoe belangrijk de a.r. fractie
deze zaak vindt, blijkt wel uit het feit.
dat zij haar een kabinetscrisis waard
achtte. En dat terwül van het kabinet-
Marijnen gezegd kon worden, dat het
'n goed kabinet was. Eon van zijn groot
ste verdiensten was. dat het in moeilijke
omstandigheden het financieel-economi-
sche evenwicht op redelijke wijze heeft
bewaard.
Hoewel het huidige omroepconflict
niet op één lijn moet worden gesteld
met de schoolstrijd en ook op een ander
niveau staat dan de strijd om de ether
in de twintiger jaren, bestaat er toch een
belangrijke overeenkomst. In alle drie
de gevallen was er een botsing met de
liberalen en telkens ging het over de
taak van de overheid om recht te doen
wedervaren aan de verschillende stro
mingen in ons volksleven.
Uittreden CHU
Met opzet ging de heer Roolvink niet
in op de gang van zaken tijdens de ka
binetsformatie. Hij merkte slechts op:
„Wij hebben een moeilijke dag gehad
toen de CHU meedeelde, dat zij niet
meer aan het overleg meedeed. De pijn
werkt nog na. Toch hebben wij unaniem
en met volle overtuiging besloten om
verder tc gaan met het overleg. Wij
waren het niet eens met de CHU en wel
met de KVP en de PvdA, zodat ons geen
enkel argument overbleef om de bespre
kingen te beëindigen".
Benoemd tot hoofdadministrateur bij
het ministerie van volkshuisvesting en
bouwnijverheid drs. F. L. G. Slooff. Met
de persoonlijke titel van raadadviseur.
Eveneens tot raadadviseur benoemd bij
het ministerie van sociale zaken en volks
gezondheid drs. H. A. M.
entegen stond hij „bijzonder huiverig"
tegenover de invoering van een specu
latiewinstbelasting en had hij sterke
reserves tegenover het voorgestelde
energiebeleid en tegenover de voorstel
len met betrekking tot het onroerend
goed.
J. van Eibergen over fondsvorming:
werkgeversorganisaties (zoals al meer is
gebeurd) ook nu willen bekijken hoe
lang zij hun ..nee" vol kunnen houden
zonder „de zaak" helemaal kapot te ma
ken.
Waardering voor
H. H. W'emmers
(Van onze soc.-econ. redactie)
DEN HAAG De heer J. van Ei
bergen, voorzitter van het Chr. Na
tionaal Vakverbond, vraagt zich af
waarom dc centrale werkgeversorga
nisaties „zoveel herrie maken" over de
fondsvorming voor georganiseerde
werknemers. „Het gaat hierbij slechts
om fracties van één procent. De Stich
ting van de Arbeid heeft al diverse
ca.o.'s goedgekeurd, die aanmerkelijk
méér hoven de 5 procent van het
loonakkoord uitkomen".
De C.N.V.-voorzitter verklaarde ons dit
gisteravond desgevraagd in commentaar
op het mislukken van de besprekingen
hierover in het bestuur van de stichting.
Niettemin acht de heer Van Eibergen
het nog steeds mogelijk uit de impasse
te geraken, indien daarnaar van beide
kanten ernstig gestreefd zou worden, al
zijn de verhoudingen dan aanzienlijk
verscherpt „De moeilijkheid is, dat de
werkgevers de kwestie van de fondsvor
ming nogal negatief bezien", aldus de
vakbondsleider, die zich afvroeg of de
Waardering
De heer Van Eibergen verklaarde waar
dering te hebben voor de bemiddelings
poging van de heer Wemmers. Eén van
de grote voordelen van diens voorstel
noemde hij, dat daardoor tijd zou wor
den verkregen voor rustig overleg.
De voorzitter van het N.V.V., drs. D.
Roemers, zei na afloop van het gesprek
in de stichting dat hij met zeer geringe
verwachtingen naar deze vergadering
was gegaan, maar dat hij zelfs daarin nog
is teleurgesteld. „Irf J. Bosma, de voor
zitter van het Centraal Sociaal Werkge
versverbond, heeft gelijk. De verhoudin
gen tussen centrale werkgevers- en
werknemersorganisaties zijn inderdaad
aanzienlijk verscherpt. Er is echter één
lichtpuntje: de persoonlijke verhoudingen
zijn nog goed", aldus de heer Roemers.
De werkgeversvertegenwoordigers ga
ven na afloop van het stichtingsberaad
te kennen geen behoefte aan commen
taar te hebben.