TUSSEN FRANSEN EN ENGELSEN IN CANADA ZONDAGSBLAD Nieuwe LeMse Courant PROVINCIE QUEBEC IS HET GROTE ZORGENKIND ZATERDAG 13 MAART 1965 door Link van Bruggen DE MAN kwam wat roezig op me af. Hoe hij heette, ben ik inmiddels vergeten, maar het was in het eet huisje Au Pied de Cochon in de Metcalfe Street in Montreal. Ik zag z'n ogen, toegeknepen, eerder zwart dan bruin. Het haar was op z'n Frans geknipt en gekapt. „Een Engelsman, mis-- schien wel een Ameri kaan, die Frans spreekt", zei hij. En cynisch voegde hij er aan toe: „Hoewel ik Canadees ben, Frans-Ca nadees wel te verstaan, in Montreal woon en nogal wat mensen zie en spreek, mag ik mij met deze ont moeting feliciteren." De man overdreef, maar hij was fanaticus, in poli tiek opzicht althans. Bo vendien de wijn de goede, Franse wijn, waar Canada's grootste stad op lijkt te drijven „Ik ben Nederlander", ant woordde ik. En omdat ik de man moest afpoeieren, hoe wel ik over het zelfde onder werp met een „middenfiguur" zat te praten, zei ik nog: „Wij kennen uw probleem niet. Bij ons is viertaligheid geen uit zondering. Als ik nou Belg was: Waal of Vlaming, had den we elkaar mischien kun nen begrijpen." Canada, een jong. doch bijzonder expansief land, bevindt zich op de drempel van een nieuw tijdperk. Van de federale hoofdstad, Ottawa, uit wordt de nationale eenheid gepredikt. De grote apostel hier van is Lester B. Pearson, tegen woordig (liberaal) premier, vroe- er minister van buitenlandse za- Schort er dan zoveel aan die eenheid, aan die saamhorigheids banden. welke een natie aaneen dienen te smeden? M'n vriend, de ..middenfiguur", vertelde er puntsgewijs het vol- „Met nog geen twintig miljoen mensen bewonen we een continent van tien miljoen vierkante kilome ter. We noemen ons allemaal Ca nadees. maar de conceptie hiervan is telkens weer verschillend. Er zijn „Canadians" en „Canadiens"- Engels-Canadezen en Frans-Cana dezen, Er zijn Nederlandse Cana dezen, Poolse Canadezen, Italiaan se Canadezen enzovoorts. Vergeet niet dat er drie miljoen „eerste Seneratie"-immigranten zijn. En an hebben we nog Canadezen, die voor aansluiting met de Verenigde Staten pleiten, omdat ze daar meer sconomisch heil van verwachten EIGEN ZORGEN „Onze federatie telt twaalf provincies, die, elk voor zich, eigen zorgen en problemen ken nen. Brits Columbia aan de Westkust ligt vijfduizend kilo meter verwijderd van Nova Scotia aan de Oostkust. Ottawa, de federale hoofdstad, ligt soms Het hoogste gebouw van Canada staat in Montreal. Het behoort toe aan de Canadian Imperial Bank of Com merce (Engels) en telt 45 verdiepingen. Dec is het niet mogelijk, aldus nog steeds de Frans-Canadezen, kinde ren naar een Franse school te sturen. En toch wonen er meer dan een miljoen Franstaligen in de rest van Canada! Behalve op cultureel terrein is er ook op economisch terrein een geweldige achterstand. Men komt dan met percentages aandragen van Frans- en Engelstaligen, die in het bedrijfsleven een hoofdrol vervullen. Zo is er een statistiek van Montreal, die zegt dat 65 procent van de bevolking Fransta lig is. hoewel 78 procent van het economische- leven door Engelse belangen wordt gecontroleerd. ACHTERGESTELD Frans-Canadezen tegen terreurda den en het gebruik van geweld is. Het FLQ (Front de Liberation Québécois Front voor de be vrijding van de Frans-Canadezen) kan weinig sympathie in de pro vincie Quebec vinden. De bewe ging. die uit enkele extremisten bestaat, heeft trouwens een gevoe lige knauw gekregen, toen zij in 1963 werd opgerold. Toen bleek namelijk dat de leiding bij een Belg berustte, een avonturier, die ook op Cuba gevochten had. Met zeven heethoofdige studenten draaide hij de gevangenis in. Er waren bomaanslagen a la de OAS gepleegd (twee doden), terwijl uit legerdepöts wapens gestolen wa- Kenmerkend voor de houding, die de Frans-Canadese autoriteiten tegen het FLQ innemen, waren de beloningen, welke toendertijd in eigen wapens. En hij doet het nog vreedzaam ook." De federale premier. Lester B. Pearson, heeft inmiddels ook enke le stappen gedaan om de Frans- Canadezen sterker aan de natie t« binden. Zo laat hij de troonrede gedeel telijk in het Engels en gedeeltelijk in het Frans voorlezen in plaats van eerst in het Engels en daarna in het Frans. Dit om parlementa riërs, die er nog nooit toe zijn gekomen zich in de Franse taal te verdiepen tegenover de buiten wacht te shockeren. Zo heeft hij Quebec maar ook de andere provincies, waardoor hij de nodige vliegen in één klap ving het vooruitzicht werden gesteld aan degenen, die inlichtingen om trent de daders zouden kunnen verschaffen. Het gemeentebestuur van Quebec loofde een premie van 10.000 dollar uit. De provinciale premier, Jean Lesage. zwaaide met een cheque van liefst 50.000 dollar. EEN ZEGEN „Die Jean Lesage". aldus m'n vriend, de „middenfiguur". ,,is een zegen voor de provincie Quebec en het gematigde streven, dat daar waar te nemen is naar meer invloed en zeggenschap. Hij heeft een internationale carrière achter de rug, zowel in de Verenigde Staten als in Europa. Toen z'n benepen en corrupte voorganger, Maurice Duplessis, overleed en later ook diens belangrijkste me dewerker Page Sauvé, zag hij z'n kans schoon om Quebec uit de conservatieve greep van de Union Nationale te ontworstelen. Na de liberale partij te hebben gereorga niseerd, kwam hij in 1960 aan het bewind. Waar hij op uit is, is de Frans-Canadezen van him minder waardigheidscomplex te genezen. Hij doet dit door de industrialisa tie krachtig te propageren cn zo veel mogelijk Franstaligen naar d top te helpen. Ook is hij er al in geslaagd het onderwijs uit de invloedssfeer van de rooms-katho- lieke kerk los te weken. Hij bestrijdt de Engelstaligen met hun meer zeggenschap gegeven ten aanzien van de besteding van de federale belastinggelden. Zo is er nu een nationale vlag met in het midden de Maple Leaf", het esdoornblad, zomede een eigen volkslied, het „O Cana da" (tot voor kort werd uitslui tend de „Red Ensign", erg Brits en toebehorend aan de Canadese koopvaardijvloot, bij officiële ge legenheden gebruikt, terwijl het Engelse „God Save the Queen" als volkslied werd gespeeld, of gezon- AVERSIE Bij al deze maatregelen, die veelal een stormachtige behan deling In het parlement hebben gehad, heeft bij premier Pear son de nationale eenheid voorop gestaan. Maar daarnaast ook respect voor zijn partijgenoot Jean Lesage en... aversie tegen het lonken van De Gaulle. Bij meer dan één gelegenheid heeft Frankrijks president er blijk van gegeven het „Franse pa triottisme" in Canada te willen steunen. trieën in handen, het bankwezen, de vervoerstakken. De Engelsen, zo insulair op eigen 'grondgebied, pasten zich aan elke nieuwe ont wikkeling aan. Het werden de „Amerikanen" van Canada, de mensen, die niet alleen in een tak als de handel, maar ook in de bestuurlijke sectoren hun mannetje stonden. De weg van de Fransen liep in feite dood. Ze sloten zicTl op in hun kazernes van behou dendheid en conservatisme. Van oorsprong waren het agrariërs en ze wilden dit ook blijven. Hun cultuur bleef op Parijs gericht; hun politiek eveneens. Hun maatschappij behield een haast feodaal patroon, terwijl aan de plaats en de functie van de clerus een veel te groot gewicht werd toegekend. Bij het verlenen van zelfbestuur in 1867 werd Canada officieel tweetalig. Ook werd de Frans- Canadezen eigen schoolonderricht verzekerd cn een eigen plqats in de cultuur. De taal van de statistiek, die pas van de afgelopen decennia is, heeft de Franstaligen tegen de haren in gestreken. Ze zijn tot de conclusie gekomen dat ze op elk terrein door de Engelstaligen overwoekerd worden. Tweetaligheid, zo redene ren ze, geldt alleen voor ons en niet voor de Engelsen. Die zijn er te lui voor: die laten zich aan ons niets gelegen liggen. Als wij in winkels komen, waar geen Frans gesproken wordt, wordt van ons verwacht dat we ons in het Engels verstaanbaar maken. Niemand doet zo ver van de specifieke vraag stukken af. Ons staatshoofd, ko ningin Elizabeth II van Enge land. woont helemaal in Lon den". Hét grote zorgenkind van Ca nada is de provincie Quebec, waar ook de miljoenenmetro pool en Amerikaans aandoende „boom city" Montreal in is gele gen. Van de zes miljoen „Qué bécois" zijn vijf miljoen van Franse origine. Ze hebben grie ven, de laatsten, veel grieven zelfs. En telkens duikt het vraagstuk van de afscheiding op, hoewel men toch het gevoel krijgt met een dreigement te doen te hebben, waarvan slechts weinigen de consequenties dur ven nemen. Eerst even een stukje geschiede nis. Het is de aloude, Britse eigenschap van verdraagzaamheid geweest, onder welke de overwon nen. Franse kolonisten twee eeuwen geleden werd toegestaai hun eigen karakteristieken te be waren, In de negentiende eeuw gedane assimilatie-pogingen faal den volkomen. Ook toen Upper Canada (Engels) en Lower Canada (Frans) tot één Britse kolonie werden samengesmolten, gingen Engelsen en Fransen hun eigen weg. FEODAAL „Deze problematiek herinnert aan België", zei m'n vriend, „middenfiguur". „Je mag er van denken wat je wilt, je mag haar van mijn part uit pure animosi teit verklaren. Maar het feit blijft bestaan dat het ene volks deel zich achtergesteld voelt bij het andere en dat er, als gevolg hiervan, afsplitsende en zelfs revolutionaire bewegingen zijn ontstaan". Een opinie-onderzoek, in het Franstalige bastion Quebec ge daan. heeft overigens een merk waardig beeld van „de stem van het volk" gegeven. Slechts 13 procent van alle Frans-Canade zen bleek voorstander van een onafhankelijke republiek Que bec of Lauretania te zijn. Nóg merkwaardiger was misschien dat 21 procent nog nooit van separatisme had gehoord.... Dat er niettemin van een duide lijke afkeer van alles wat Brits denkt, of doet. sprake is, heeft het bezoek aangetoond, dat koningin Elizabeth II van Engeland het vorig jaar aan de stad Quebec enige moeite ons op dit punt Een uitzondering is de federale v«. tegemoet tc komen. hoofdstad Ottawa, doch de be- «mursfunctionarissen daat zijn BESMET Skdelb3Una3n€" TacSfg ^tSUS m^ab'sS procent der federale ambtenaren is hoofd niet maS- Hoewel in de provincie Quebec immers Engelstalig? Slechts twin- Er is gedreigd tijdens dat zelfde tweetaligheid heerst, als het op het tig procent is Franstalig, wat wil bezoek. Er zouden bommen wor- doen van ambtelijke mededelingen zeggen tweetalig. den gelegd om de organisatoren af aankomt wordt er in andere pro- Een andere grief geldt het on- te schrikken. Er is echter niets vincies met de pet naar gegooid, derwijs. Buiten de provincie Que- gebeurd, omdat het gros van de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 15