Dorp wacht in spanning op erlenis de uitnodiging DE DOKTER IS DOOD Staatsiebezoek en bloemen op zegels ZONDAGSBLAD ZATERDAG 6 MAART 1965 (Van een onzer verslaggevers) QE DOKTER is dood. Op het kleine begraaf plaatsje van Varik en Heesselt aan Betuwe's Waaldijk, hebben ze hem enkele maanden geleden ter ruste gelegd. Het was een sobere plechtigheid zonder veel woorden. Dat had de dokter zo gewild. Hij hield niet van veel ge praat. Hij was een zwijg zaam man. Maar op dat sobere laatste afscheid van de krasse 91-jarige dokter D. M. van Londen volgden in de dijkdorpjes wilde geruchten. Een miljoenen-erfenis voor de dorpsgemeenschap? Iedereen sprak erover, want iedereen uiist, dat de dokter rijk was. En iedereen kende zijn zwak voor zijn geboortestreek, die hij nooit kon vergeten. Ook niet toen hij tientallen jaren lang in Rotterdam als zenuwarts prak- tizeerde. Dikwijls kwam hij in de weekends over. Dan trok hij in zijn witgekalkte boerderijtje onder aan de dijk. En toen hij 70 was en Rotterdam en zijn patiënten vaarwel had gezegd, kwam hij voorgoed naar de Betuwe terug, naar zijn vrien den en zijn boomgaarden. Jan Weigerlse (72). de man, die orde op zaken stelde op het erf ran de dokter: een aardige man, die gek teas op zijn appelbomen. Nu is de dokter dood testament het gesprek van de dag. Wat in zijn laatste wilsbe- zijn schikking staat werd via de door G. J. Peelen Zoals wij de Keukenhof kennen als grootscheeps bloemenfestijn, heeft Gent zijn zo langzamerhand be roemd geworden Gentse Floraliën". Bewegen wij ons meer op het gebied van de bollen, Belgiëen speciaal de tuinbouwstreek rond Gent is terecht onge ëvenaard genoemd om zijn azalea's en begonia's. Ook om de meer exotische planten die altijd op de Floraliën hun kleuren pracht tentoonspreiden. Oostenrijk, het land van de altijd even verzorgde en geslaagde postzegels, maakte zich op om de 75e geboortedag van president dr. Adolf Scharf te herdenken. Dat gebeurt ook op de postzegel, afb. 4. met zijn mooie markante kop. De vorige week is dr. Scharf overleden Soms kan een herdenkingszegcl een zeer sarcastische, wrange bij smaak hebben. Men kan, door een feit te memoreren, feller dan de bijtendste kritiek, een land op zijn nummer zetten. Dat deden de Philippijnen. met afb. 5. Notabene juist nu, acht dit land de tijd gekomen, om op een zegel te memoreren hoe 2 jaar geleden het Mapilindo-akkoord werd onderte kend in Manilla, door de presiden ten van (van rechts naar links!) Maleysië, Philippijnen en Indo nesië. Dit zegel zet Soekarno, die (links) lustig dit verdrag onderte kent welverdiend in zijn hemd. Pronkend De zegelserie aan deze Gentse gebeurtenis gewijd, geeft daar een goed beeld van. Op afb. 1 de Vriesia. een bladplant met een (JnUltpUttel I k merkwaardige lange gele bloem, die uit het hart omhoog groeit. Op afb. 2 een der vele aanwezi ge cactussoorten, de Echino-cactus, en op afb. 3 de exotische Stapelia, genoemd naar de Nederlander Stapel, die haar begin 1600 in Afrika ontdekte. Johan Stapel was dorpsroddel al spoedig bekend: de dokter had zijn hele vermo gen nagelaten aan Varik en Heesselt, een vermogen, dat moest worden beheerd door een op te richten stichting Variks Belang. TE OPTIMISTISCH Die stichting is er inmiddels gekomen. Maar nog niemand weet wat zij zal moeten gaan beheren. De heer J. Jonkers, gemeentesecretaris en lid van het stichtingsbestuur: een mil joenenkwestie? Dat lijkt me te optimistisch, al weten we na tuurlijk niets zeker. Het was bekend, dat de dokter veel land had; weilanden, uiterwaarden en boomgaarden. Maar hoe groot dat land is, en wat hij nog meer bezat, weten we niet. Dat moet eerst worden uitgezocht. Wat er met het geld gaat gebeuren? Dat is een vraag, die het gemeentebestuur moet be antwoorden. Duidelijk omschre ven plannen zijn er nog niet, maar ieder van de 1200 dorpe lingen kent het verlanglijstje. Er moet nog een zwembad ko men en een dorpshuis en, als het even kan, ook een clubhuis voor de voetbalvereniging De Waalkanters. Of dat er allemaal inderdaad zal komen, zal afhangen van de omvang van de nalatenschap, waarover nog niemand een zin nig woord kan zeggen. Mr. G. E. K. A. Roskott uit Rotterdam, die de dokter tot executeur- testamentair benoemde en die tevens stichtingsbestuurslid is (het derde lid moet door de commissaris van de Koningin worden aangewezen), is druk bezig met de behandeling van de zaak. GUL MENS Die onzekerheid betekent echter niet, dat er geen gissin gen worden gemaakt. Drie mil joen is het bedrag, dat de dorpsroddel noemt. De dokter was miljonair, zegt men. Op geld hoefde hij nooit te kijken. Hij was niet getrouwd en leefde helemaal op zichzelf. Maar krenterig was hij niet. Voor de bouw van 'een nieuw dorpshuis (dat er nog niet is) legde hij eens vlot 12 mille op tafel, weet men te vertellen. En wat die 10 mille betreft, die door een ano nieme gever werd geschonken voor de inrichting van Variks nieuwe raadhuis: men heeft sterke vermoedens dat ook die afkomstig zijn van de dokter. De dorpelingen weten het uit ervaring: voor een goed doel had de dokter altijd wat over. Jan Weigertse (72), de man die voor dokter Van Londen orde hield op diens erf, zegt: de dokter was een aardige baas. Tien jaar heb ik bij hem ge werkt en in die tijd heb ik hem leren kennen als een man van wie je op aan kon. Als hij iets beloofde dan deed hij het ook. Hij was gek op zijn dorp. En op zijn boomgaarden. Ieder jaar plukte hij zijn appels zelf. Daar mocht geen ander bijkomen. Zelfs op zijn 91ste jaar reed hij nog op zijn tractor door de bongerd. Die liefde voor de fruitteelt heeft hij van zijn vader. Die is altijd fruitteler geweest. TERUGGETROKKEN Het dorp kent dokter Van Londen als een stille man, die helemaal op zichzelf leefde en weinig contact had met de men sen. Zelfs zijn familie bezocht hij nooit. De vier kinderen van zijn overleden broer zag hij zelden. En ook zij weten niets af van zijn testament Mevrouw D. C. J. van Lon den: we zagen hem bijna nooit, hoewel hij toch maar een paar honderd meter hier vandaan woonde. Een erfenis? Ze zeggen, dat hij drie miljoen heeft nage laten. Maar officieel weten we er niets van. Het was een bijzonder soort mens, zegt de heer Hofman, eigenaar van het dorpscafé en tevens van het enige taxi-be drijf. Hij zei nooit veel, maar wat hij zei, dat meende hij. Hij was punctueel. Als hij om twee uur een auto bestelde hoefde je nooit om vijf over twee aan te komen, want dan kreeg je de wind van voren. Een bescheiden mens, die in tens meeleefde met de dorpelin gen, een mens met grote belang stelling voor him problemen, zo kent heel het dorp de dokter. Hij beschouwde zich als een van hen, ook al had hij dan weinig contact. Dat meeleven en die belang stelling heeft hij nu ook in zijn testament geuit Varik en Hees selt zijn er hem dankbaar voor. Ook al weet men nog niet om hoeveel het gaat Men wacht in spanning. Miljoenen of tonnen? Het zal nog wel een tijd duren voordat daarop antwoord kan worden gegeven. Het ivitte boerderijtje temidden van de boomgaarden waar dokter Van Londen zijn laatste levene jaren doorbracht. Sesam kunstgeschiedenis Sesam Kunstgeschiedenis. Uit gave Bosch Keuning NV, De achttiendelige Sesam Kunst geschiedenis in pocketformaat is nu afgerond met een lexicon in twee banden. Het register verge makkelijkt niet slechts het naslaan van de behandelde stof, doch is door beredenering en omvangrijk illustratiemateriaal ook zelfstandig als encyclopedie te gebruiken. Wel zijn we, bij vluchtig doorbla deren al, op enkele onnauwkeurig heden gestoten, bijv. een afbeel ding van de schilder Mondriaan wordt als zelfportret aangegeven, terwijl het een foto is en Bali, het bolwerk van Hindoe-javaanse cul tuur in Indonesië, bleef onvermeld, (per deel 192 blz. 2.75 niet afzonderlijk verkrijgbaar). De ruimtevaartsuccessen van Rusland zijn een onuitputtelijk motief voor de Oostbloklanden. Er zal wel bewondering bij komen, verdiende eerlijke bewondering, maar het aantal verzamelaars die als motiefverzameling de ruimte vaart kozen, neemt nog steeds toe, dus er is met zo'n emissie altijd goede zaken te doen. Het gevaar is alleen groot, dat daardoor te een zijdig in het algemeen de Ameri kaanse prestaties onderschat wor den, omdat van die zijde veel bescheidener stilgestaan wordt bij prachtige prestaties. Bulgarije komt nu weer met een serie en een blok uit, waarop de drie man van de Woschkod. de Dageraads- vlucht verdiend eerbetoon ontvan gen: Op afb. 7 de astronaut, de dokter en de wetenschapsman elk afzonderlijk, en het drietal teza- Afb. 6 is ook van de Philippijnen, die telkens op een zegel een v^pegere president eren door zijn portret en zijn lijfspreuk. Deze keer is wijlen president Quirino (1890/1956) aan de beurt. We zien links zijn portret en rechts in de Koningin Elizabeth van Enge land bracht een officieel bezoek aan Ethiopië. Drie zegels met de zelfde voorstelling als afb. 8 hiel den dit feit vast: De koningin, en Haile Selassie, „de leeuw van Juda, Koning der Koningen". Een pron kend zegel in vele kleuren, met behalve de portretten ook de vlag gen en de wapens van gastheer en gast. Cyprus doet ook mee aan de Kennedy-herdenking op postzegel Afb. 9 is er een van. Een niet al te duidelijk portret van Kennedy, en een uitspraak van hem in de Senaat op 13 maart 1956: Ik ben voor Zelfbestuur van Cyprus. De V N. hebben 1965 in het teken gezet van de internationale sa menwerking, Cooperation Year. Dit belooft weer een stortvloed van zegels te geven, met allemaal dezelfde voorstelling: een hand druk en lauwertakken (afb. 10) van Ghana, als haantje de voorste. AL was het nog maar ne gen uur in de morgen, toch zat Mathilde al prinsheerlijk achter een kopje koffie. Ze ge noot.... Haar collega's op 't Lyceum zeiden altijd verwon derd: „Dat jij toch zo gebrand bent op een vrije ochtend! Geef ons maar een middag hoor, dan valt er meer te beleven." Maar Mathilde voelde zich bijna gelukkig, als ze 's mor gens in haar flatje doende was en koffie dronk wanneer het haar beliefde. Bijna!.... Want diep in haar hart voelde ze altijd nog die weemoedige pijn, dat verlangen naar de vervul ling van haar meisjesdromen. Misschien dat ze daarom zo graag thuis bleef, omdat het aan net echt leek en ze als elke andere vrouw thuis was om te zorgen. Als jong meisje had ze dikwijls gebeden: „Geef dat ik de man ontmoet, waarmee ik door 't leven kan. Alleen voel me zo half, zo onaf." Maar ze was nu even veertig en het leven had haar wel eens hoop gegeven, maar het was steeds op niets uitgelopen. Ge lukkig was ze er geen kniesoor door geworden. De inrichting van haar flat getuigde daar ook van. 't Was er knus en gezellig met vrolijke kleuren. Boven dien kon je zien, dat er in de kamer geleefd werd. Ja, dat gaf eigenlijk nog de meeste charme aan het geheel. Een woorden boek, dat achteloos ergen6 op de grond lag, een paar schoe nen bij de verwarming, open tijdschriften en het breiwerk in een stoel. Als je alles zo be keek. kon je je haast niet voorstellen, dat dit de leefruim te was van de vrouw, die daar op de vroege ochtend van haar koffie zat te genieten. Alleen uit haar ogen sprak, voor wie scherp keek, dezelfde sfeer, die in haar flat heerste: maar voor de rest was ze een verschijning zonder enige fleur. Ze zag er uitgesproken saai uit. Niemand wist, dat ze dit deed uit een vreemd soort beschei denheid en misschien ook uit verlegenheid. Ze hield niet van zich op te dirken, zoals ze het noemde. Ze wilde zich eerlijk voordoen zoals ze was. zonder enige opsmuk en al die jaren had ze niet in de gaten gehad, dat ze zich zelf voor de gek hield. Want ze was lang niet de grijze fantasieloze figuur, zoals ze deed voorkomen Dat bleek ook uit het enthou siasme waarmee ze opsprong, toen de brievenbus klepperde. -Ha heerlijk, post!" Maar dit keer bezorgde het haar een teleurstelling. Er was niet één brief, alleen een drukwerkje, zo'n onpersoonlijk geval „Uit nodiging" stond er op de en veloppe. Natuurlijk had heel de straat zo'n brief ontvangen, of wellioht heel de stad. Wat lusteloos maakte ze de brief open. Ja, zie je wel, uitnodi ging voor een modeshow, toch niets voor haar. Goed voor dames, die niets anders te doen hadden, dan aan hun kleren te frunniken. Geërgerd verscheur de ze de brief en gooide de snippers in de prullenmand. Toch liet de brief haar gedu rende de hele ochtend niet los. door Janni Krijger-Wisse Diep in haar hart leek het haar verrukkelijk om naar zo'n mo deshow te gaan. Eindelijk viste ze de snippers uit de prullen mand en met veel moeite kwam ze er achter, waar de show gehouden werd en ZE was werkelijk wat ze nuwachtig, toen de be wuste avond aanbrak. In stilte hoopte ze, dat ze geen bekenden trof. Wie weet wat ze zeggen zouden? Maar het viel allemaal reus achtig mee, ook het publiek. Ze had eigenlijk gedacht, er slechts mondaine typen aan te treffen. Het was er bijzonder gezellig. Er hingen overal kleu rige lampjes, die de tafeltjes waar de toeschouwers zaten, in een gezellige schemer lieten, terwijl de verhoogde paden waar de mannequins liepen, extra waren verlicht. Mathilde deed zich te goed aan haar thé- complet en wierp aanvankelijk verstolen blikken op de man nequins. Maar spoedig ver mande ze zich en dacht: „Waar zit ik hier eigenlijk voor, toch zeker om te kijken?" Voor de rest van de avond genoot ze dan ook zonder enige Toch leuk, al die fleurige toiletjes! Maar 's avonds in bed kon ze de slaap niet vatten. Allerlei gedachten bestormden haar. Voor 't eerst van haar leven be dacht ze, dat het plezierig moest zijn om aardig gekleed te gaan: niet alleen voor je zelf, maar ook voor je omgeving. Toen ze ten slotte besloot om zo spoedig mogelijk een aardige japon te kopen, viel ze in Als Mathilde iets in haar hoofd had. moest het ook zo vlug mogelijk gebeuren. De eerste de beste vrije morgen ging ze op stap. om zich een nieuwe japon aan te schaffen. Ze slaagde buitengewoon. De jurk was van een soepele wol len stof en was overwegend blauw. Er zat ook iets in van paars en groen, wat het geheel een bijzonder effect gaf. Ma thilde was er als een kind zo blij mee. Toen ze thuis kwam, trok ze de japon direct aan en bewonderde zich zelf voor de spiegel. Ja, 't was prachtig. Ze zuchtte er van. De kleur kwam goed bij haar ogen, ze maakte deze nog blauwer. En overmoedig geworden door de aanblik van haar fleu rig spiegelbeeld, bedacht ze: Nu nog wat lippenstift. Driftig rommelde ze in wat laatjes. Ja hoor, daar had ze het. Fiet had het laten liggen, toen ze on langs bij haar logeerde. Met onhandige bewegingen, maakte M THILDE verstijfde. Wie ton dat zijn? De bakker misschien? Hij zou wel denken. Zou ze laten bellen en straks od de hoek wat broodjes halen? deed open. Wie weet bakker allemaal aan de deur zag verschijnen. Misschien wel vrouwen met krulspelden in 't haar. En ze mocht toch zeker gezien worden? Overmoedig zwaaide ze de deur wijd open. Toen stond ze van aangezicht tot aangezicht met... Johan. Deze was al even sprakeloos als zij. Eindelijk bracht hij er uit: „Mathilde, ben je het heus? Kind jp lijkt wel een sprookje. Moet je uit?" Mathilde schudde haar hoofd, keek verlegen van hem weg en zei: „Ik ben m'n nieuwe aan winst aan het passen." „Nou m'n complimenten. Mag ik verder komen?" „Natuurlijk", zei Mathilde verschrikt, „hoe kom ik er bij, om je zo maar op de stoep te laten staan. Kom binnen, doe je jas uit. Zal ik gauw koffie zetten?" Even later kwam ze de ka mer binnen met twee geurige koppen koffie. Johan wierp nog steeds bewonderende blikken op haar. Ook een tikje ongelo vig, als of hij zich afvroeg: „Is het lelijke eendje zo waar in een prachtige zwaan veran derd?" Onder het knabbelen van een koekje zei hij: „Die kleur staat je goed Mathilde, moet je meer dragen." Hij zag met plezier dat ze bloosde. Die Mathilde. zat daar met een mond vol tanden. „Hoe gaat het met je?" bracht ze er eindelijk uit. „Och gaat wel. Je begrijpt, van huiselijk leven is geen sprake meer. Ik woon weer op kamers. Heb alles verkocht. Ik blijf nu vaak over in een hoteL Waarom zou ik niet overblijven in een hotel? Er is niemand die op me wacht. O ja zeg, de groeten van je broer Jan, of je nog eens gauw die kanten uit kwam." Hij staarde naar buiten en trommelde verstrooid met z'n vingers op de stoelleuning. Hij was kennelijk met z'n gedach ten mijlen ver weg. Na een tijdje zei Mathilde schuchter: „Je moet maar niet te veel alleen zijn, dan ga je piekeren. Je bent toch zeker overal wel kom?" „Ach ja, maar weet je wat me nog het meest dwars zit? Dat ik Ella niet gelukkiger heb kunnen maken. Eigenlijk pasten we niet bij elkaar. We hadden nooit ruzie, maar toch vormden we geen harmonisch geheel Ik was wild op haar knappe ge zichtje. 't Gevolg is, dat ze in haar korte leven maar weinig geluk heeft gekend." „Weet je dat zo zeker, dat Ella met jou niet gelukkig is geweest? Ze maakte op mij altijd een montere indruk. Ze had haar uitgebreide kennissen kring, haar tennisclub, een mooi huisJe liet haar toch helemaal vrij in haar doen en laten? Misschien stelde ze an dere eisen aan het huwelijk dan jij. Ze voelde zich gebor gen en dat was genoeg. Het opgaan in een ander lag haar niet zo. Noch met jou, noch Ons kort verhaal met een ander. Werkelijk, ik geloof, dat ze op haar manier gelukkig met je was." „Zou je denken?" vroeg hij peinzend en even later: „Ik ben toch blij, dat ik m'n hart bij jou heb gelucht, 't Heeft als van ouds geholpen. Nou je 't zegt, Ella was in ieder geval niet ongelukkig, t Gaat er op lijken, dat je Ella beter kende dan ik, haar eigen man. Ma thilde, je bent een wonder. Maar wat praat ik over mezelf. Hoe gaat het met jou? Alles nog goed op school?" Toen zei Mathilde en ze wist zelf niet hoe ze er toe kwam: „Ze noemen me „de stijve", ik bedoel, dat is m'n bijnaam." Ze holde de keuken in, zodat Jo han de opkomende tranen niet zou zien. Het duurde even, voor de woorden tot Johan door drongen, toen riep hij haar achterna: „Maar dan kennen ze je niet hoor!" Mathilde gaf geen antwoord. Met heftige bewegingen droog de ze haar tranen. „Mens, doe niet zo mal!" dacht ze. Toen ze de kamer weer bin nen kwam, had ze zich weer keurig in bedwang. Johan keek haar aan en peinsde: „Ze loopt niet met haar gevoel te koop, maar dat er meer in haar omgaat, dan je zo op 't oog ziet, staat vast. Zulke typen gaan vaak onge merkt door t leven. Ze zijn goud waard, maar geen mens heeft het in de gaten. We staren ons blind op wat uiter lijk vertoon. Ik even goed als de rest Een mens moet dik wijls eerst wat meemaken, wil hij door de oppervlakte heen leren kijken." Bij 't weggaan klopte hij haar op de schouder en zei: „Geen gepieker over lelijke namen hoor! Mag ik nog eens gauw terugkomen? Volgende maand moet ik weer hier in de 'buurt zijn. 't Beste Mathilde." „Ja, dag Johan." De voordeur viel achter hem in het slot. Mathilde keek er gelaten naar. Langzaam liep ze terug naar de kamer, viel toen plotseling hevig snikkend op de bank neer. „Laat hem niet terugkomen", bad ze, „nooit meer. Als de hele geschiedenis zich herhaalt, zal ik het niet niet meer kunnen verdragen. Z schrok op, doordat de bel weer ging. „Daar zal je eindelijk de bakker heb ben", dacht ze. Ze wreef haastig over haar ogen. 't Was nog al donker weer. Misschien had hij niks in de gaten. Ze pakte het broodmandje en liep er mee naar de voordeur. Ze had geen woorden, toe ze daar Johan weer zag staan. Hij stapte naar binnen, zei^alleen: „Ik kom nog Mathilde zag, als in een droom, dat hij z'n jas aan de kapstok hing, z'n tas neerzette. „Het kan toch nog wel even", vroeg hij, terwijl hij omkeek. „Ik stoor je toch niet in je bezigheden? Mathilde wat is er? Je huilt!" Omdat ze niets zei, niet kon spreken, pakte hij haar bij de schouders, schudde haar zacht heen en weer. drong aan: „Toe Mathilde. je kent me toch al langer dan vandaag?" Mathilde beet op haar lip, schudde van nee, terwijl de tranen weer over haar wangen begonnen te stromen. „Kind!" riep Johan ver schrikt en sloeg beschermend een arm om haar heen, troonde haar mee naar de bank. Hij zette haar voorzichtig neer. „Mattie", zei hij zacht, „ver tel het me toch!" Maar ze schudde ongelukkig het hoofd. „Het moet", zei hij, „je moet zeggen wat er aan scheelt. Een mens kan niet alles alleen ver werken. Maar wacht, eerst zal ik je wat zeggen; of liever, ik ga je wat vragen. Daarom ben ik ook teruggekomen. Ik kon opeens niet langer meer wach ten." Hij pakte haar handen en zei: „Mathilde, zou je het heel erg vinden, als je je flatje moest ruilen voor een huis, om samen met my in te wonen?" Mathilde's ogen werden groot van verwondering, ze zei toen zacht: „Ik huilde, omdat ik van je houd."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 19