Dorp wacht in spanning op erlenis
de uitnodiging
DE DOKTER IS DOOD
Staatsiebezoek en
bloemen op zegels
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 6 MAART 1965
(Van een onzer
verslaggevers)
QE DOKTER is dood. Op
het kleine begraaf
plaatsje van Varik en
Heesselt aan Betuwe's
Waaldijk, hebben ze hem
enkele maanden geleden
ter ruste gelegd. Het was
een sobere plechtigheid
zonder veel woorden. Dat
had de dokter zo gewild.
Hij hield niet van veel ge
praat. Hij was een zwijg
zaam man. Maar op dat
sobere laatste afscheid
van de krasse 91-jarige
dokter D. M. van Londen
volgden in de dijkdorpjes
wilde geruchten.
Een miljoenen-erfenis voor de
dorpsgemeenschap? Iedereen
sprak erover, want iedereen
uiist, dat de dokter rijk was. En
iedereen kende zijn zwak voor
zijn geboortestreek, die hij
nooit kon vergeten. Ook niet
toen hij tientallen jaren lang in
Rotterdam als zenuwarts prak-
tizeerde. Dikwijls kwam hij in
de weekends over. Dan trok hij
in zijn witgekalkte boerderijtje
onder aan de dijk. En toen hij
70 was en Rotterdam en zijn
patiënten vaarwel had gezegd,
kwam hij voorgoed naar de
Betuwe terug, naar zijn vrien
den en zijn boomgaarden.
Jan Weigerlse (72). de man, die
orde op zaken stelde op het erf
ran de dokter: een aardige man,
die gek teas op zijn appelbomen.
Nu is de dokter dood
testament het gesprek van de
dag. Wat in zijn laatste wilsbe-
zijn schikking staat werd via de
door G. J. Peelen
Zoals wij de Keukenhof
kennen als grootscheeps
bloemenfestijn, heeft Gent
zijn zo langzamerhand be
roemd geworden Gentse
Floraliën". Bewegen wij
ons meer op het gebied
van de bollen, Belgiëen
speciaal de tuinbouwstreek
rond Gent is terecht onge
ëvenaard genoemd om zijn
azalea's en begonia's. Ook
om de meer exotische
planten die altijd op de
Floraliën hun kleuren
pracht tentoonspreiden.
Oostenrijk, het land van de
altijd even verzorgde en geslaagde
postzegels, maakte zich op om de
75e geboortedag van president dr.
Adolf Scharf te herdenken. Dat
gebeurt ook op de postzegel, afb.
4. met zijn mooie markante kop.
De vorige week is dr. Scharf
overleden
Soms kan een herdenkingszegcl
een zeer sarcastische, wrange bij
smaak hebben. Men kan, door een
feit te memoreren, feller dan de
bijtendste kritiek, een land op zijn
nummer zetten. Dat deden de
Philippijnen. met afb. 5. Notabene
juist nu, acht dit land de tijd
gekomen, om op een zegel te
memoreren hoe 2 jaar geleden het
Mapilindo-akkoord werd onderte
kend in Manilla, door de presiden
ten van (van rechts naar links!)
Maleysië, Philippijnen en Indo
nesië. Dit zegel zet Soekarno, die
(links) lustig dit verdrag onderte
kent welverdiend in zijn hemd.
Pronkend
De zegelserie aan deze Gentse
gebeurtenis gewijd, geeft daar een
goed beeld van. Op afb. 1 de
Vriesia. een bladplant met een (JnUltpUttel I k
merkwaardige lange gele bloem,
die uit het hart omhoog groeit.
Op afb. 2 een der vele aanwezi
ge cactussoorten, de Echino-cactus,
en op afb. 3 de exotische Stapelia,
genoemd naar de Nederlander
Stapel, die haar begin 1600 in
Afrika ontdekte. Johan Stapel was
dorpsroddel al spoedig bekend:
de dokter had zijn hele vermo
gen nagelaten aan Varik en
Heesselt, een vermogen, dat
moest worden beheerd door een
op te richten stichting Variks
Belang.
TE OPTIMISTISCH
Die stichting is er inmiddels
gekomen. Maar nog niemand
weet wat zij zal moeten gaan
beheren. De heer J. Jonkers,
gemeentesecretaris en lid van
het stichtingsbestuur: een mil
joenenkwestie? Dat lijkt me te
optimistisch, al weten we na
tuurlijk niets zeker. Het was
bekend, dat de dokter veel land
had; weilanden, uiterwaarden
en boomgaarden. Maar hoe
groot dat land is, en wat hij nog
meer bezat, weten we niet. Dat
moet eerst worden uitgezocht.
Wat er met het geld gaat
gebeuren? Dat is een vraag, die
het gemeentebestuur moet be
antwoorden. Duidelijk omschre
ven plannen zijn er nog niet,
maar ieder van de 1200 dorpe
lingen kent het verlanglijstje.
Er moet nog een zwembad ko
men en een dorpshuis en, als
het even kan, ook een clubhuis
voor de voetbalvereniging De
Waalkanters.
Of dat er allemaal inderdaad
zal komen, zal afhangen van de
omvang van de nalatenschap,
waarover nog niemand een zin
nig woord kan zeggen. Mr. G. E.
K. A. Roskott uit Rotterdam,
die de dokter tot executeur-
testamentair benoemde en die
tevens stichtingsbestuurslid is
(het derde lid moet door de
commissaris van de Koningin
worden aangewezen), is druk
bezig met de behandeling van
de zaak.
GUL MENS
Die onzekerheid betekent
echter niet, dat er geen gissin
gen worden gemaakt. Drie mil
joen is het bedrag, dat de
dorpsroddel noemt. De dokter
was miljonair, zegt men. Op
geld hoefde hij nooit te kijken.
Hij was niet getrouwd en leefde
helemaal op zichzelf. Maar
krenterig was hij niet. Voor de
bouw van 'een nieuw dorpshuis
(dat er nog niet is) legde hij
eens vlot 12 mille op tafel, weet
men te vertellen. En wat die 10
mille betreft, die door een ano
nieme gever werd geschonken
voor de inrichting van Variks
nieuwe raadhuis: men heeft
sterke vermoedens dat ook die
afkomstig zijn van de dokter.
De dorpelingen weten het uit
ervaring: voor een goed doel
had de dokter altijd wat over.
Jan Weigertse (72), de man
die voor dokter Van Londen
orde hield op diens erf, zegt: de
dokter was een aardige baas.
Tien jaar heb ik bij hem ge
werkt en in die tijd heb ik hem
leren kennen als een man van
wie je op aan kon. Als hij iets
beloofde dan deed hij het ook.
Hij was gek op zijn dorp. En op
zijn boomgaarden. Ieder jaar
plukte hij zijn appels zelf. Daar
mocht geen ander bijkomen.
Zelfs op zijn 91ste jaar reed hij
nog op zijn tractor door de
bongerd. Die liefde voor de
fruitteelt heeft hij van zijn
vader. Die is altijd fruitteler
geweest.
TERUGGETROKKEN
Het dorp kent dokter Van
Londen als een stille man, die
helemaal op zichzelf leefde en
weinig contact had met de men
sen. Zelfs zijn familie bezocht
hij nooit. De vier kinderen van
zijn overleden broer zag hij
zelden. En ook zij weten niets
af van zijn testament
Mevrouw D. C. J. van Lon
den: we zagen hem bijna nooit,
hoewel hij toch maar een paar
honderd meter hier vandaan
woonde. Een erfenis? Ze zeggen,
dat hij drie miljoen heeft nage
laten. Maar officieel weten we
er niets van.
Het was een bijzonder soort
mens, zegt de heer Hofman,
eigenaar van het dorpscafé en
tevens van het enige taxi-be
drijf. Hij zei nooit veel, maar
wat hij zei, dat meende hij. Hij
was punctueel. Als hij om twee
uur een auto bestelde hoefde je
nooit om vijf over twee aan te
komen, want dan kreeg je de
wind van voren.
Een bescheiden mens, die in
tens meeleefde met de dorpelin
gen, een mens met grote belang
stelling voor him problemen, zo
kent heel het dorp de dokter.
Hij beschouwde zich als een van
hen, ook al had hij dan weinig
contact.
Dat meeleven en die belang
stelling heeft hij nu ook in zijn
testament geuit Varik en Hees
selt zijn er hem dankbaar voor.
Ook al weet men nog niet om
hoeveel het gaat Men wacht in
spanning. Miljoenen of tonnen?
Het zal nog wel een tijd duren
voordat daarop antwoord kan
worden gegeven.
Het ivitte boerderijtje temidden
van de boomgaarden waar dokter
Van Londen zijn laatste levene
jaren doorbracht.
Sesam
kunstgeschiedenis
Sesam Kunstgeschiedenis. Uit
gave Bosch Keuning NV,
De achttiendelige Sesam Kunst
geschiedenis in pocketformaat is
nu afgerond met een lexicon in
twee banden. Het register verge
makkelijkt niet slechts het naslaan
van de behandelde stof, doch is
door beredenering en omvangrijk
illustratiemateriaal ook zelfstandig
als encyclopedie te gebruiken.
Wel zijn we, bij vluchtig doorbla
deren al, op enkele onnauwkeurig
heden gestoten, bijv. een afbeel
ding van de schilder Mondriaan
wordt als zelfportret aangegeven,
terwijl het een foto is en Bali, het
bolwerk van Hindoe-javaanse cul
tuur in Indonesië, bleef onvermeld,
(per deel 192 blz. 2.75 niet
afzonderlijk verkrijgbaar).
De ruimtevaartsuccessen van
Rusland zijn een onuitputtelijk
motief voor de Oostbloklanden. Er
zal wel bewondering bij komen,
verdiende eerlijke bewondering,
maar het aantal verzamelaars die
als motiefverzameling de ruimte
vaart kozen, neemt nog steeds toe,
dus er is met zo'n emissie altijd
goede zaken te doen. Het gevaar is
alleen groot, dat daardoor te een
zijdig in het algemeen de Ameri
kaanse prestaties onderschat wor
den, omdat van die zijde veel
bescheidener stilgestaan wordt bij
prachtige prestaties. Bulgarije
komt nu weer met een serie en
een blok uit, waarop de drie man
van de Woschkod. de Dageraads-
vlucht verdiend eerbetoon ontvan
gen: Op afb. 7 de astronaut, de
dokter en de wetenschapsman elk
afzonderlijk, en het drietal teza-
Afb. 6 is ook van de Philippijnen,
die telkens op een zegel een
v^pegere president eren door zijn
portret en zijn lijfspreuk. Deze
keer is wijlen president Quirino
(1890/1956) aan de beurt. We zien
links zijn portret en rechts in de
Koningin Elizabeth van Enge
land bracht een officieel bezoek
aan Ethiopië. Drie zegels met de
zelfde voorstelling als afb. 8 hiel
den dit feit vast: De koningin, en
Haile Selassie, „de leeuw van Juda,
Koning der Koningen". Een pron
kend zegel in vele kleuren, met
behalve de portretten ook de vlag
gen en de wapens van gastheer
en gast.
Cyprus doet ook mee aan de
Kennedy-herdenking op postzegel
Afb. 9 is er een van. Een niet al te
duidelijk portret van Kennedy, en
een uitspraak van hem in de
Senaat op 13 maart 1956: Ik ben
voor Zelfbestuur van Cyprus. De
V N. hebben 1965 in het teken
gezet van de internationale sa
menwerking, Cooperation Year.
Dit belooft weer een stortvloed
van zegels te geven, met allemaal
dezelfde voorstelling: een hand
druk en lauwertakken (afb. 10)
van Ghana, als haantje de voorste.
AL was het nog maar ne
gen uur in de morgen,
toch zat Mathilde al
prinsheerlijk achter een
kopje koffie. Ze ge
noot.... Haar collega's op 't
Lyceum zeiden altijd verwon
derd: „Dat jij toch zo gebrand
bent op een vrije ochtend!
Geef ons maar een middag
hoor, dan valt er meer te
beleven."
Maar Mathilde voelde zich
bijna gelukkig, als ze 's mor
gens in haar flatje doende was
en koffie dronk wanneer het
haar beliefde. Bijna!.... Want
diep in haar hart voelde ze
altijd nog die weemoedige pijn,
dat verlangen naar de vervul
ling van haar meisjesdromen.
Misschien dat ze daarom zo
graag thuis bleef, omdat het
aan net echt leek en ze als elke
andere vrouw thuis was om te
zorgen. Als jong meisje had ze
dikwijls gebeden: „Geef dat ik
de man ontmoet, waarmee ik
door 't leven kan. Alleen voel
me zo half, zo onaf."
Maar ze was nu even veertig
en het leven had haar wel eens
hoop gegeven, maar het was
steeds op niets uitgelopen. Ge
lukkig was ze er geen kniesoor
door geworden. De inrichting
van haar flat getuigde daar ook
van. 't Was er knus en gezellig
met vrolijke kleuren. Boven
dien kon je zien, dat er in de
kamer geleefd werd. Ja, dat gaf
eigenlijk nog de meeste charme
aan het geheel. Een woorden
boek, dat achteloos ergen6 op
de grond lag, een paar schoe
nen bij de verwarming, open
tijdschriften en het breiwerk in
een stoel. Als je alles zo be
keek. kon je je haast niet
voorstellen, dat dit de leefruim
te was van de vrouw, die daar
op de vroege ochtend van haar
koffie zat te genieten. Alleen uit
haar ogen sprak, voor wie
scherp keek, dezelfde sfeer, die
in haar flat heerste: maar voor
de rest was ze een verschijning
zonder enige fleur. Ze zag er
uitgesproken saai uit.
Niemand wist, dat ze dit deed
uit een vreemd soort beschei
denheid en misschien ook uit
verlegenheid. Ze hield niet van
zich op te dirken, zoals ze het
noemde. Ze wilde zich eerlijk
voordoen zoals ze was. zonder
enige opsmuk en al die jaren
had ze niet in de gaten gehad,
dat ze zich zelf voor de gek
hield. Want ze was lang niet
de grijze fantasieloze figuur,
zoals ze deed voorkomen Dat
bleek ook uit het enthou
siasme waarmee ze opsprong,
toen de brievenbus klepperde.
-Ha heerlijk, post!" Maar dit
keer bezorgde het haar een
teleurstelling. Er was niet één
brief, alleen een drukwerkje,
zo'n onpersoonlijk geval „Uit
nodiging" stond er op de en
veloppe. Natuurlijk had heel de
straat zo'n brief ontvangen, of
wellioht heel de stad. Wat
lusteloos maakte ze de brief
open. Ja, zie je wel, uitnodi
ging voor een modeshow, toch
niets voor haar. Goed voor
dames, die niets anders te doen
hadden, dan aan hun kleren te
frunniken. Geërgerd verscheur
de ze de brief en gooide de
snippers in de prullenmand.
Toch liet de brief haar gedu
rende de hele ochtend niet los.
door Janni Krijger-Wisse
Diep in haar hart leek het haar
verrukkelijk om naar zo'n mo
deshow te gaan. Eindelijk viste
ze de snippers uit de prullen
mand en met veel moeite kwam
ze er achter, waar de show
gehouden werd en
ZE was werkelijk wat ze
nuwachtig, toen de be
wuste avond aanbrak. In
stilte hoopte ze, dat ze
geen bekenden trof. Wie
weet wat ze zeggen zouden?
Maar het viel allemaal reus
achtig mee, ook het publiek. Ze
had eigenlijk gedacht, er
slechts mondaine typen aan te
treffen. Het was er bijzonder
gezellig. Er hingen overal kleu
rige lampjes, die de tafeltjes
waar de toeschouwers zaten, in
een gezellige schemer lieten,
terwijl de verhoogde paden
waar de mannequins liepen,
extra waren verlicht. Mathilde
deed zich te goed aan haar thé-
complet en wierp aanvankelijk
verstolen blikken op de man
nequins. Maar spoedig ver
mande ze zich en dacht: „Waar
zit ik hier eigenlijk voor, toch
zeker om te kijken?"
Voor de rest van de avond
genoot ze dan ook zonder enige
Toch leuk, al die fleurige
toiletjes!
Maar 's avonds in bed kon ze
de slaap niet vatten. Allerlei
gedachten bestormden haar.
Voor 't eerst van haar leven be
dacht ze, dat het plezierig
moest zijn om aardig gekleed te
gaan: niet alleen voor je zelf,
maar ook voor je omgeving.
Toen ze ten slotte besloot om
zo spoedig mogelijk een aardige
japon te kopen, viel ze in
Als Mathilde iets in haar
hoofd had. moest het ook zo
vlug mogelijk gebeuren. De
eerste de beste vrije morgen
ging ze op stap. om zich een
nieuwe japon aan te schaffen.
Ze slaagde buitengewoon. De
jurk was van een soepele wol
len stof en was overwegend
blauw. Er zat ook iets in van
paars en groen, wat het geheel
een bijzonder effect gaf. Ma
thilde was er als een kind zo
blij mee. Toen ze thuis kwam,
trok ze de japon direct aan en
bewonderde zich zelf voor de
spiegel. Ja, 't was prachtig. Ze
zuchtte er van. De kleur kwam
goed bij haar ogen, ze maakte
deze nog blauwer.
En overmoedig geworden
door de aanblik van haar fleu
rig spiegelbeeld, bedacht ze: Nu
nog wat lippenstift. Driftig
rommelde ze in wat laatjes. Ja
hoor, daar had ze het. Fiet had
het laten liggen, toen ze on
langs bij haar logeerde. Met
onhandige bewegingen, maakte
M THILDE verstijfde. Wie
ton dat zijn? De bakker
misschien? Hij zou wel
denken. Zou ze laten
bellen en straks od de
hoek wat broodjes halen?
deed open. Wie weet
bakker allemaal aan de deur
zag verschijnen. Misschien wel
vrouwen met krulspelden in 't
haar. En ze mocht toch zeker
gezien worden?
Overmoedig zwaaide ze de
deur wijd open. Toen stond ze
van aangezicht tot aangezicht
met... Johan. Deze was al even
sprakeloos als zij. Eindelijk
bracht hij er uit: „Mathilde,
ben je het heus? Kind jp lijkt
wel een sprookje. Moet je
uit?"
Mathilde schudde haar hoofd,
keek verlegen van hem weg en
zei: „Ik ben m'n nieuwe aan
winst aan het passen."
„Nou m'n complimenten. Mag
ik verder komen?"
„Natuurlijk", zei Mathilde
verschrikt, „hoe kom ik er bij,
om je zo maar op de stoep te
laten staan. Kom binnen, doe je
jas uit. Zal ik gauw koffie
zetten?"
Even later kwam ze de ka
mer binnen met twee geurige
koppen koffie. Johan wierp nog
steeds bewonderende blikken
op haar. Ook een tikje ongelo
vig, als of hij zich afvroeg: „Is
het lelijke eendje zo waar in
een prachtige zwaan veran
derd?"
Onder het knabbelen van een
koekje zei hij: „Die kleur staat
je goed Mathilde, moet je meer
dragen." Hij zag met plezier
dat ze bloosde.
Die Mathilde. zat daar met
een mond vol tanden.
„Hoe gaat het met je?"
bracht ze er eindelijk uit.
„Och gaat wel. Je begrijpt,
van huiselijk leven is geen
sprake meer. Ik woon weer op
kamers. Heb alles verkocht. Ik
blijf nu vaak over in een hoteL
Waarom zou ik niet overblijven
in een hotel? Er is niemand die
op me wacht. O ja zeg, de
groeten van je broer Jan, of je
nog eens gauw die kanten uit
kwam."
Hij staarde naar buiten en
trommelde verstrooid met z'n
vingers op de stoelleuning. Hij
was kennelijk met z'n gedach
ten mijlen ver weg. Na een
tijdje zei Mathilde schuchter:
„Je moet maar niet te veel
alleen zijn, dan ga je piekeren.
Je bent toch zeker overal wel
kom?"
„Ach ja, maar weet je wat
me nog het meest dwars zit?
Dat ik Ella niet gelukkiger heb
kunnen maken. Eigenlijk pasten
we niet bij elkaar. We hadden
nooit ruzie, maar toch vormden
we geen harmonisch geheel Ik
was wild op haar knappe ge
zichtje. 't Gevolg is, dat ze in
haar korte leven maar weinig
geluk heeft gekend."
„Weet je dat zo zeker, dat
Ella met jou niet gelukkig is
geweest? Ze maakte op mij
altijd een montere indruk. Ze
had haar uitgebreide kennissen
kring, haar tennisclub, een
mooi huisJe liet haar toch
helemaal vrij in haar doen en
laten? Misschien stelde ze an
dere eisen aan het huwelijk
dan jij. Ze voelde zich gebor
gen en dat was genoeg. Het
opgaan in een ander lag haar
niet zo. Noch met jou, noch
Ons
kort
verhaal
met een ander. Werkelijk, ik
geloof, dat ze op haar manier
gelukkig met je was."
„Zou je denken?" vroeg hij
peinzend en even later: „Ik ben
toch blij, dat ik m'n hart bij
jou heb gelucht, 't Heeft als
van ouds geholpen. Nou je 't
zegt, Ella was in ieder geval
niet ongelukkig, t Gaat er op
lijken, dat je Ella beter kende
dan ik, haar eigen man. Ma
thilde, je bent een wonder.
Maar wat praat ik over mezelf.
Hoe gaat het met jou? Alles
nog goed op school?"
Toen zei Mathilde en ze wist
zelf niet hoe ze er toe kwam:
„Ze noemen me „de stijve", ik
bedoel, dat is m'n bijnaam." Ze
holde de keuken in, zodat Jo
han de opkomende tranen niet
zou zien. Het duurde even, voor
de woorden tot Johan door
drongen, toen riep hij haar
achterna: „Maar dan kennen ze
je niet hoor!"
Mathilde gaf geen antwoord.
Met heftige bewegingen droog
de ze haar tranen. „Mens, doe
niet zo mal!" dacht ze.
Toen ze de kamer weer bin
nen kwam, had ze zich weer
keurig in bedwang.
Johan keek haar aan en
peinsde: „Ze loopt niet met
haar gevoel te koop, maar dat
er meer in haar omgaat, dan je
zo op 't oog ziet, staat vast.
Zulke typen gaan vaak onge
merkt door t leven. Ze zijn
goud waard, maar geen mens
heeft het in de gaten. We
staren ons blind op wat uiter
lijk vertoon. Ik even goed als
de rest Een mens moet dik
wijls eerst wat meemaken, wil
hij door de oppervlakte heen
leren kijken."
Bij 't weggaan klopte hij
haar op de schouder en zei:
„Geen gepieker over lelijke
namen hoor! Mag ik nog eens
gauw terugkomen? Volgende
maand moet ik weer hier in de
'buurt zijn. 't Beste Mathilde."
„Ja, dag Johan."
De voordeur viel achter hem
in het slot. Mathilde keek er
gelaten naar. Langzaam liep ze
terug naar de kamer, viel toen
plotseling hevig snikkend op de
bank neer. „Laat hem niet
terugkomen", bad ze, „nooit
meer. Als de hele geschiedenis
zich herhaalt, zal ik het niet
niet meer kunnen verdragen.
Z schrok op, doordat de bel
weer ging. „Daar zal je
eindelijk de bakker heb
ben", dacht ze.
Ze wreef haastig over
haar ogen. 't Was nog al
donker weer. Misschien had hij
niks in de gaten. Ze pakte het
broodmandje en liep er mee
naar de voordeur. Ze had geen
woorden, toe ze daar Johan
weer zag staan. Hij stapte naar
binnen, zei^alleen: „Ik kom nog
Mathilde zag, als in een
droom, dat hij z'n jas aan de
kapstok hing, z'n tas neerzette.
„Het kan toch nog wel even",
vroeg hij, terwijl hij omkeek.
„Ik stoor je toch niet in je
bezigheden? Mathilde wat is
er? Je huilt!"
Omdat ze niets zei, niet kon
spreken, pakte hij haar bij de
schouders, schudde haar zacht
heen en weer. drong aan: „Toe
Mathilde. je kent me toch al
langer dan vandaag?"
Mathilde beet op haar lip,
schudde van nee, terwijl de
tranen weer over haar wangen
begonnen te stromen.
„Kind!" riep Johan ver
schrikt en sloeg beschermend
een arm om haar heen, troonde
haar mee naar de bank. Hij
zette haar voorzichtig neer.
„Mattie", zei hij zacht, „ver
tel het me toch!"
Maar ze schudde ongelukkig
het hoofd.
„Het moet", zei hij, „je moet
zeggen wat er aan scheelt. Een
mens kan niet alles alleen ver
werken. Maar wacht, eerst zal
ik je wat zeggen; of liever, ik
ga je wat vragen. Daarom ben
ik ook teruggekomen. Ik kon
opeens niet langer meer wach
ten."
Hij pakte haar handen en zei:
„Mathilde, zou je het heel erg
vinden, als je je flatje moest
ruilen voor een huis, om samen
met my in te wonen?"
Mathilde's ogen werden groot
van verwondering, ze zei toen
zacht: „Ik huilde, omdat ik van
je houd."