Toon Hermans eist
wat hij waard is
üesje en «Josje
Senmoet S „Een kroon voor een kind"
De vrouw Alberdien
rsfflg)
DONDERDAG 25 FEBRUARI 1965
Telkens weer toont de VARA
het televisieprogramma Anders dan
anderen" een voortreffelijke keuze in
de hoofdpersonen, waarbij altijd wordt
gemikt op de warme menselijkheid.
Dat was ook gisteravond laat het ge
val toen pater G. Mijnsbergen (bij de
kijkers bekend van de KRO-epilogen
kennelijk overrompeld werd midden
in een gesprek over maatschappelijk
werk. waaraan ook ds. Schoch en ma
joor Boshart van het Leger des Heils
deelnamen.
De kijkers leerden na het grote
spektakel van de voetbalwedstrijd
DWSVASAS (waarbij getoeter en
sirenegeloei commentator Bob Spaak
p meermalen overstemden in de huiska-
I mer) pater Mijnsbergen kennen als
groot, diepvoelend mens en een
I bescheiden maar toegewijde werker,
r wiens levenstaak de oprichting en in
standhouding van het Eindhovense
Labre-huis voor thuislozen is en die
ook op ander sociaal gebied een stu
wende persoonlijkheid is.
Zijn geestigheid bracht nog al eens
>en gulle lach teweeg en daarvan
werd niet in het minst genoten door
een flink aantal bewoners van het
Labre-huis, dat stilletjes per auto naar
Laren was gebracht.
Mies Bouwman leidde het overigens
wel zeer vereenvoudigde programma
uitstekend. Het spectaculaire element
van ontmoetingen met jeugdvrienden
het op schermen vertonen van fo
to's wordt nu weggelaten; ook is het
aantal medewerkers sterk beperkt. De
enige ontmoeting-met-een-verras
singselement voor pater Mijnsbergen
was niet de gelukkigste van de avond.
Maar de pater leidde diplomatiek zelf
het gesprek in juiste banen en tenslot
te werd. hij werkelijk verrast met een
hoognodige nieuwe radio-installatie
)oor zijn Labre-huis.
Bij de NCRV kon men op Nederland
2 kijken naar een bijzonder goed ge
speelde klassieke Duitse komedie „De
Talisman", waarin volgens beproefd
recept de verwikkelingen niet van de
lucht waren en het slot alles weer glad
streek.
In „Literair kijkschrift" werd de
publikatie van het interview met de
inmiddels overleden dichter Gerrit
Achterberg minder bevredigend be
handeld. Er was geen algemeen ge
sprek zoals de NCRV had aangekon
digd: de auteur J. d'Oliveira verde
digde de publikatie en mevrouw Ach
terberg laakte die via aparte film
opnamen. Veel nut had deze uitzen
ding dus niet. Wel hoorde men veel
boeiends over de auteur Lodewijk van
Deyssel: het gesprek met zijn biograaf
smaakte naar veel meer.
Anti Revolutioi JRH
R. van der Sluis, sekretaris va
Revolutionaire Partij. 18,30 Lichte
ziek en zangsoliste. 19 00 Voor de
19.05 Sportparade. 19.30 Nederland-
kest. 20.00 Nieuws. 20.05 Radio K;
en solist: klassieke en moderne mi
Nieuwe waarheden over werknemi
21.20 Oude kamermuziek (opn
laliteiten 23.05 Nieuwe gramme
foonplaten. 23.55—24.00 Nieuws.
i II, 298 m. NCRV: 19.00 Nieuw
--richten. 10 10 Radiokranl 19:
Geestelijke liederen. 19.45 Op de man a
praatje. 19.50 Lichte srammofoonmuzlel
Burgers in Buitenveei
35 Samen uit Same
programma. 22 00 Kerkoi
:kc muziek 22 30 Nieuw
22.40 Avondoverdenking 22 55 Boekbespn
20.50 Atelierbe;
filmdocumentaire. 21.45 Vo<
voeding
22.00—22.10 Eer
boodschap, koi
lelglë: Nederlands progr. kan 2 en li
00 n.m. Zandmannetje. 19.05 De heersei
Venus 19.20 V. h. gezin. 19.55 Hi<
i Nederl. 20 00 TV-nws. 20.25 De
i zuur. gev progr. 21.15 Docu-
8.20 uur begint een op beeldband vastgelegde opvoering van het
toneelstuk ,,De opvolger" van Reinhard Raffalt, met Ko van
Dijk in de titelrol. Deze uitzending duurt, met enkele minuten
pauze om plm. 9.55 uur, tot 11.05 uur.
Ned. 2 NTS en VPRO
8.01 uur zendt de NTS een vierde „concert voor jonge mensen" uit: de
Amerikaanse componist, dirigent en pianist Leonard Bernstein
wijdt ditmaal zijn programma aan de componist Aaron
Copland.
8.50 uur komt de VPRO in de ether met de rubriek „Atelierbezoek"
waarin men veel hoort en ziet van en over de Nederlands-
Franse schilder Kees van Dongen.
9.45 uur tweede programma over huishoudelijk beheer. Prof. dr. C.
den Hartogh spreekt over voeding van opgroeiende jeugd.
VANAVOND TE HOREN
Hilversum I AVRO
De Amerikaanse contrabassist Gary Karr is solist bij het Radio
Kamerorkest dat om
8.05 uur gaat concerteren onder leiding van Roelof Krol.
9.20 uur wordt de serie, gewijd aan Orpheus, de Magiër voortgezet en
om
9.50 uur is er een programma dat onder de titel „De gezusters Kunst"
probeert om de muur tussen de grote en de kleine K af te
breken.
Hilversum 11 NCRV
8.35 uur steravond, waarop een passementmaker over zijn beroep
vertelt, de Hotcha's en The Shepherds optreden en het
spelletje „Als de kat van huis is" niet uitblijft.
10 uur gaat Albert de Klerk het orgel van de grote kerk in Zwolle
bespelen (Werken van Sweelinck en Bach) en in de rubriek
„Vers in het gehoor" wordt om
11.25 uur het speciaal door Hugo Raes voor radio geschreven spel „De
dood van een krijgsman" opgevoerd..
Vanavond op tv
„De opvolger",
een boeiend
schouwspel
(Van onze radio- en tv-redactie) I
BUSSUM Vanavond wacht ons
via de KRO-televisie op Ned. 1 een
boeiend schouwspel bij de opvoering
van Reinhard Raffalt's spel „De op
volger". Het is allang geen geheim
meer, dat de uitzonderlijke figuur van
paus Johannes model heeft gestaan
bij deze verbeelding van een paus
keuze, waarin voor Nederland Ko van
Dijk een diep-treffende creatie heeft
gegeven van de in al zijn eenvoud
treffend-grootse hoofdpersoon.
Men ziet een op beeldband vastge
legde opvoering van de toneelgroep
Ensemble. Ongetwijfeld zullen vele
kijkers de voorstelling reeds in de
schouwburg hebben gezien, want de
mare ervan heeft de zalen in het
seizoen 1963/'64 doen volstromen.
Niettemin durven wij veronderstel
len dat ook zij gelukkig zullen zijn
met het initiatief van de KRO, om dit
befaamde stuk op het scherm te
brengen. Het zal een even groot ge
noegen zijn, het spel nog eens aan oog
en oor te laten voorbijtrekken om des
te intenser te kunnen genieten van
gebeurtenissen, dialogen en toneel
kunst.
Want een stuk toneelkunst wordt de
kijker vanavond zeker geboden. Ko
van Dijk zal de herinnering aan een
groot man opnieuw levend maken
1748) Duitsland heeft met zijn schil
ders en behangers niet altijd geluk
gehad. Toe- prof. Ernst Fey vóór de
laatste oorlog de muurschilderingen
Sleeswijk te herstellen en trachtte hun kreeg
uurloon
het oorspronkelijke uiterlijk terug te
geven, moest hij eerst de overschil
deringen verwijderen, waaraan A. Ol
de Dom te Sleeswijk had geres- bers zich in 1888 had bezondigd. Na-
taureerd, vormden die afbeeldingen
volgens het jargon van die dagen een
treffend bewijs van de verbondenheid
die de Sleeswijkse bevolking reeds
schilderingen dateerden immers uit
de periode van 12de tot de 14de eeuw
en moesten zelfs voor die tijd uniek
worden genoemd.
dat deze bovenlaag verwijderd was,
amen echter de bakstenen bloot en
te voorkomen, dat hem vernie-
van kultuurbezit en oud-Duitse
Kunst van
een witter
Dat waren zij dan ook inderdaad,
want een slimmerd ontdekte onder
de dierenfiguren een kalkoen, welke
vogel pas in het midden van de 16de
eeuw door de Spanjaarden naar Eu
ropa was gebracht. Maar de toon
aangevende Duitse kunstuitleggers Koningsbergen met
van die dagen hadden hiervoor ook talent voor het copiëren
Om billijk te blijven, moeten we
bekennen dat de schilder
in die dagen méér heetten,
nen worden verweten, nam hij Lothar
Malskat
1.20 mark, dus had hij wel an
dere dingen om over na te denken.
Maar goed, prof. Fey kreeg dus
alle lof die voor het herstel van mid
deleeuwse wandschilderingen kunnen
worden uitgedacht en dat beviel hem
zo goed. dat hij er na de oorlog hele
maal niet tegenop zag hetzelfde spel
letje uit te halen met de wandschil
deringen in de Mariakerk te Lü-
beck. Ook daar zorgde Malskat voor
de schilderingen en ook daar staken
de Duitsers (op enkele uitzonderingen
na) de loftrompet: „dit kan alleen
door een Duitser geschilderd zijn".
Wat overigens nog waar was ook!
De zaak kwam aan het rollen, door
dat Malskat nog steeds moest wer-
kun- ken voor een wittersloontje en prof.
Fey (en diens zoon) de
ijlen. In de strakke stijl der middel-
toverde Malskat de fresco's
op de muren, niet wetend dat deze
en witter uit lof in hun zak staken. Malskat
onmiskenbaar klapte dus uit de school en de falsi-
ficateurs kregen gevangenisstraf. En
de Duitsers zaten voor de zoveelste
maal met hun figuur verlegen.
fresco's inderdaad met het bestaan lijnen zijn landgenoten tot diepzinni- Maar
van kalkoenen bekend is geweest, ge theorieën over volksverbondenheid veel goe»
Toen prof. Fey nl. in 1937 bezig was en andere prietpraat zouden aanzet-
de wandschilderingen in de Dom te ten. Dat kon ook moeilijk, want hij Nadruk verboden.
kunnen (gelukkig) ook
van ze vertellen.
H. Pétillon
„Ik hou niet van televisie
6.15 Lichte gram-
ïmuziek. 16.30 Nieuws voor de kindc-
5.34 Voor de ieugd. 1700 Muzikale
17.30 Voor de rijpere jeugd.
•rsum II. 298 m. KRO:
7.00 Het
7.05 Ouvertu-
zlek. reportages
huisvrouw.^ 9
Platcnsoos: v«
zoekprogi
(oor de i
loborolnlo.l.C
rammof
land.
leken 11.40 Kinder-
12.00 Angelus
iten. 12.27 Mede-
tuinbouw. 12.30
13.45 Musiëst
nma. 15.00 Schoolradio
16.30 Viool
moderne en klassieke muziek. 17.0
Jeugd. 17.30 Lichte grammofoonmi
d« jeugd.
(Van onze radio- en tv-redactie)
DE AVRO geeft het grif toe:
Toon Hermans zal zaterdag
a.s. op één avond een flink, ja een
zeer flink jaarinkomen verdienen,
terwijl hij waarschijnlijk heel ple
zierig in Maastricht carnaval
viert en zich nergens voor hoeft
in te spannen.
Maar is dat onbillijk? Toon
Hermans eist wat hij waard is
voor een drie uren durend tele
visieprogramma waarnaar mil
joenen zullen kijken in Nederland
én in België, want de AVRO doet
hierin samen met de BRT.
„Nee", zegt Toon Hermans zelf, „ik
hou niet van televisie. Het zegt me
niks. Ik moet de mensen vóór me
hebben, samen met ze lachen om
zomaar gekke grapjes en malle din
gen, waar schijnbaar niets achter zit.
Lachen, zo'n avond, omdat er toch al
zoveel narigheid in de wereld is. Wat
is dan fijner dan een paar uur dat
allemaal eens te vergeten?"
Het is een levensstijl, haast een
levensmoraal voor Toon Hermans ge
worden: kunnen lachen om flauwe
onzin. Een medicijn voor de zorge
lijke mens die al zoveel doornen op
zijn pad ontmoet.
Het lijkt wel eens, of hij die taak
maar lichtjes opvat. Hij komt tevoor
schijn. trekt een van zijn olijke
gezichten, zegt een paar woorden en
het contact met de toeschouwers is
gelegd. Wat hij dan verder zegt of
doet heeft gegarandeerd lachsalvo's
ten gevolge.
Niettemin is Toon Hermans in zeker
opzicht een zeker ernstig man. Hij
heeft een rotsvast geloof, waarvoor
hij altijd rond uitkomt, maar hij
gelooft ook in de mensen en in de
goedheid van het leven:
„Bij de narigheid moeten we vooral
dat niet vergeten, het leven heeft ook
andere kanten en wat is heerlijker,
dan die avond aan avond de mensen
te laten zien?"
Daarom, als Toon ..zijn" toeschou-
ers" aanspreekt met het bekende
..lieve mensen....!", gaat er al
bevrijdende lach en een golf
ontspanning door de zaal. Men schikt
zich om zich geheel te laten onder
dompelen in die blije sfeer van „een
ballonnetje dat danst in de^ wind"
iaar de zon, de zon, de zon!"
Altijd nerveus
Men raakt in de ban van zijn
bravoure, zijn sentiment, zijn niet te
miskennen 'overgevoeligheid. Als hij
spot doet het geen pijn. als hij hekelt
gaat het niet over de schreef.
,Van tevoren ben ik altijd nerveus
gespannen, onzeker zelfs. Maar
zodra ik de mensen in de zaal zie, is
het over. Dan bén ik er ineens, dan
heb ik alle houvast die ik nodig
heb."
Wie denkt, dat Toon Hermans
het gewone leven, thuis en onder
vrienden, ook van grappen en geestig
heden aan elkaar hangt, vergist zich
te enenmale. Niet, dat hy narrig is,
want zijn aard is optimistisch. Maar
hij werkt hard en hij is in gezelschap
een bescheiden, niet al te drukke
man, een beetje dromerig soms en
niet eens altijd goedlachs.
Want zijn werk kost hem zeer veel
inspanning. Elk tekstje, hoe klein ook,
andere dat en de kijkers moeten het
allerbeste hebben omdat ze toch al
het directe contact met mij missen."
Dus zou men uit beide opnamen de
beste delen nemen en weer monteren.
Een show die meer dan een jaar oud
is wijzigt zich echter en daarom dus
nog een derde opname onlangs.
„En uit deze drie opnamen kunnen
wij inderdaad het beste maken", zegt
de AVRO.
Dat Toon voor dit optreden voor
een miljoenenpubliek een stevig ho
norarium vraagt, is juist. Dat het naar
de 40.000 gaat als er twee landen
kijken is niet exorbitant,
men weet dat Elvis Presley de Itali
aanse televisie voor drie liedjes een
twee en een halve ton wilde laten
betalen „omdat hij ervoor uit Ameri
ka moest komen" (nog eens op kosten
van de tv).
Dit televisie-optreden van Toon
Hermans betekent tevens een (voor
lopig) afscheid van Nederland: hij
gaat met zijn show op toernee:
„Eerst twee maanden Duitsland
naar Amerika... Broadway. Natuurlijk,
eerst een Duitse versie en dan een
I Engelse..."
zorgvuldig samengesteld. Het pu-; Toon Hermans weet. wat hij wil en
bliek verwacht veelf het moet ook kan- Gelukkig wel.
veel. ja nog méér krijgen.
16 „Gelukkig, daar komt
terson aan!" schreeuwde Jesje opgelucht.
.,Nu ben je er zo uit, Jos! En u ook,
maar meneer Pieterson holt weer
terug!" riep haar broertje ontsteld. „Me
neer Pieterson, meneer Pieterson!"
schreeuwde hij jammerend. „Niet weglo
pen! Hier komen, alstublieft."
Joppers, die ondanks de benarde situatie gelukkig wist hij zijn been
Maar meneer Pieterson was alweer uit
het gezicht verdwenen. Gelukkig hoor-
:n ze hem nog juist roepen:
„Ik ga even een plank halen!"
En inderdaad, nog geen twee minuten
later kwam de eigenaar van het jachtje
terug, nu een flinke plank torsend.
„Dat is een goed idee", lachte meneer
hij verkeerde zijn gevoel
humor nog niet verloren had. „Maar
wees alsjeblieft heel voorzichtig, dat jij
ook niet in de modder zakt. Dan zitten
we allemaal in de puree!"
„Noem dit maar puree", grinnikte
Josje, die ook weer heel wat opeelychter
keek. „Zulke puree zou moeder u 's
avonds niet voor hoeven zetten, vader!"
Meneer Pieterson was inmiddels druk
bezig de plank behoedzaam' neer te
leggen. Dat was nog een secuur karwei
tje, en één keer stapte hij zelf naast het
vaste bodemgedeelte en zonk ook tot
over zijn enkel in de modder,
- snel
terug te trekken.
„Zo", bromde hij dan vergenoegd. „Nu
zullen we joif eens even uit de modder
trekken, Jos. Steek me allebei je handen
toe. Zo, ja. En nu maar hijsen.... Eén,
twee, drie!"
Meneer Pieterson was een behoorlijk
sterke man en toen hij Josje eenmaal
stevig had beetgegrepen, trok hij hem
met een ferme ruk omhoog uit de
kleverige modderbrij. Alleen de lange
laarzen, die Josje had gedragen, bleven
in de modder achter, maar Josje was
veel te blij, dat hij weer vaste grond
onder zijn kousevoeten voelde om zich
daar druk over te maken.
Gaat een nieuwe show in première,
alles kant en klaar tot in de
finesses. Maar... de conference leeft
en groeit mee met de tijd, met de
actuele gebeurtenissen, met de plaat
sen, die Toon bezoekt.
Daarom moest de AVRO enkele
weken geleden een totaal nieuwe
opname maken van het gedeelte vóór
de pauze. Toon wenste dat: hij kon
niet meer aankomen met zijn
conference van meer dan een jaar
geleden. Extra kosten dus voor AVRO
en BRT... maar nogmaals: is dat een
onbillijke eis?
Het spreekt wel vanzelf, dat Toon
Hermans zijn show pas kan vrijgeven
voor televisie-uitzending, wanneer hij
er zelf in het land mee uitgespeeld is.
„Bovendien is televisie-optreden op
geen enkel punt te vergelijken met
theater-optreden. Daar heeft een ar
tiest het gevoel dat de mensen iets
voor hem over hebben, uit hun huizen
zijn gekomen om je te zien", vertelt
hij, „en dat zegt je iets. Dat is een
wisselwerking van sympathieën. Als je
optreedt voor de televisie heb je het
idee dat je op visite gaat bij mensen
die je niet eens geïnviteerd heb
ben..."
Toch af
Dit lijkt nu misschien een beetje
hard gezegd ten opzichte van de
kijkers die zich en bloc verheugen op
„een avondje visitie van Toon", maar
in feite is het niets dan weer die
onzekerheid en bescheidenheid, zo van:
„Als ze-het maar goed vinden, dat ik
binnenkom!"
Wij geloven overigens, dat Toon
Hermans daarvoor niet bezorgd be
hoeft te zijn. Maar wanneer hij er
dan in toestemt, „voor dat ding" (de
tv!) te komen, wil hij de kijkers ook
het volle pond geven, dan moet het
tóch „af" zijn.
Vandaar dat hij in de eerste plaats
de eis stelde, dat de AVRO twee
avonden achtereen de gehele show
zou opnemen. Dat gebeurde op 30 en
31 januari 1964 in het Amsterdamse
Carré.
„De ene avond gaat dit beter en de
38
He water werd mkzwart. maar zoveel kracht bracht
het schip vooruit. Het zeulde door de modder.
Midden onder de brug bleef het evenwel weer
steken. Er werd een tweede kabel uitgebracht Nu
trokken er op iedere oever twintig man, maar er
kwam geen beweging in het schip.
..Breng nog een kabel uit", zei Hoytema.
„Kan de schuit dat hebben?" vroeg een Dloegbaas.
„Trek maar raak! Zij is sterk!" riep de bouwer
zelfverzekerd.
Toen trokken zestig man. Ze kromden zich. De
kabels stonden alle drie als snaren gespannen.
Het kraakte onder de brug. Ties, die toekeek, maak
te zich bezorgd.
Eindelijk kwam er beweging in. Het schip schoof
onder luid gekraak onder de brug vandaan, 't Zag er
verschrikkelijk toegetakeld uit. De huid was niet
alleen geschaafd, er kleefden ook grote splinters aan
op het boord lag veel versplinterd hout. Ties
schrok toen hij het zag. De havenmeester beklaagde
hem: „Dat ziet er niet best uit. schipper". Hoytema
zei: ..'t Valt me tegen."
Maar toen het schip in de Noorderhaven lag en het
'osse volk weg was. de havenmeester ook, nsm Hoy
tema een handvol splinters en hield ze Ties voor.
„Zie je wel dat dit geen eikehout is?" vroeg hij
Hé. nee", zei Ties ..Hoe kan dat?"
.,'t Is niet van het schip, 't Is van die brug. Die is
toegetakeld, de schuit niet. Kijk maar." Hij veegde
de splinters weg. De scheepshuid was volkomen
gaaf
„Had je dat straks niet gezien?" vroeg Ties.
„Jawel, maar ik heb mijn mond gehouden. Houd jij
je mond ook Laat die havenmeester alsjeblieft gelo
ven dat de schuit beschadigd is. Anders moet ik de
schade aan de brug betalen, en misschien mogen er
dan geen schepen van dit slag meer door. De lui van
de stad zijn er altijd op uit om ons te nekken."
In de Noorderhaven werd de roef weer op het kale
U">1 van het «chi-^ gezet: de masten, het bezaantje. en
de boegspriet ook. Het want werd gesteld, de zeilen
aangeslagen. De hak, nu schoon verguld, kwam op het
door
K. NOREL
maart kan schijnen, was alles klaar. Van de kade
keken Alberdien en Ties naar hun schip.
„Is ze niet mooi, de Vrouw Alberdien?" vroeg
Ties.
Een verbeterde uitgaaf van mezelf, dacht Alberdien
met een bittere bijgedachte aan haar lelijkheid. Maar
ze zei dit niet en de biterheid ging ook voorbij. Ze
was voldaan over het nieuwe schip. Er dook een
herinnering op Eenmaal eerder had zij een roef
ingericht Op deze zelfde plaats lag toen een schip
voor haar gereed. Ze had er nooit op kunnen varen,
omdat ze door Sipko in de steek gelaten was. En met
Ties....
De laatste reizen vóór de schipbreuk waren zwaar
geweest Ze schudde het van zich af. Sédert de
schipbreuk was alles goed. Deze winter hadden ze het
samen best gehad. En hij had het schip naar haar
genoemd. Daaruit bleek dat hij van haar hield, 't Was
nu zeer goed gegaan. En straks zou het nóg beter
worden. Zij verlangde ernaar te varen op hun nieuwe
Alberdien en Ties hadden op de eerste reis, naar
Londen, genoegen in hun schip. Zelfs Reyer, wie 't
nieuw gau v goed was, zei dat het een lief scheepje
was. Zo was 't. 't Lag soepel in het water; als er een
zeetje op de kop kwam. hief het die handzaam op;
het luisterde nauw naar het roer. en als de zeilen kosten moesten maken,
scherp gesteld waren, zodat geen lapje er flauw bij
hing het was aan Reyer toever'wd dat alles
wind ving sneed de galjoot erdoor. Ze maakten op
de eerste dag op zee ruim zeven knopen: een best
behoud voor een galjoot.
De kleine Gosse haast een jaar moest aan het
slingeren wenner. na zo lang aan de wal geweest te
zijn. Hij viel eens op zijn neus en daarna op zijn rug,
en dan was het schreeuwen. Maar toen hij in de
gaten kreeg dat alles schommelde, kraaide hij van
plezier: aardje rijden! Paardje rijden!" Het ging
net als op vaders knie.
Bij Woolwich ankerden ze naast een groep Gronin
gers, wier kapiteins terstond aan boord van de Vrouw
Alberdien kwamen om de nieuwe aanwinst van de
vloot te zien. Het vlcie Alberdien hun gunstig oor
deel te vernemen. Des avonds was het in de ruime
roef eivol, want alles wilde buurten op het nieuwe
schip. Toen Ties en Alberdien te kooi gingen, was de
rook nog om te snijden. Zij hadden het er echter
graag voor ver. Als ze vroeger al niet helemaal voor
vol waren aangezien door de kapiteinsfamilies, omdat
nij er eentje was van vóór de mast. dan was dit nu
voorbij. Een paar dat na een schipbreuk met zo'n
vaartuig voor de dag kon komen, telde mee.
In Londen kregen ze vracht voor Sint Petersburg.
Toen Alberdien. nadat zij de stad in was geweest, aan
boord kwam met de boodschap dat zij deze lading
had, vroeg Ties of het niet gewaagd was daar nog
heen te gaan. omdat je in Sint Petersburg zo vaak
lang wachten moest. Maar Alberdien dacht dat het
best gaan zou Dus namen ze die lading in.
i^en ze het anker wilden lichten, was de wind
tegen en de Theems was te smal en veel te druk
bevaren om er te laveren. Ze wachtten dus op goede
w:nd, maar het bleef zo en Alberdien zei, dat ze maar
een sleepboot moesten nemen om hen naar zee te
brengen, al vond zij het jammer van de huur. Buiten
de banken hadden zij geen last meer van de oosten
wind. Ze zetten koers naar het noorden.
Tot Helsingör voeren zij voorspoedig, doch daar
werd het weer sukkelen bij zuidenwind, recht op de
Sont. Ze wachtten een dag of wat tevergeefs en
namen toen ten einde raad alweer een sleepboot, al
begrootte het hen de tenen uit dat ze weer zoveel
Wordt vervolgd