Toon Hermans eist wat hij waard is üesje en «Josje Senmoet S „Een kroon voor een kind" De vrouw Alberdien rsfflg) DONDERDAG 25 FEBRUARI 1965 Telkens weer toont de VARA het televisieprogramma Anders dan anderen" een voortreffelijke keuze in de hoofdpersonen, waarbij altijd wordt gemikt op de warme menselijkheid. Dat was ook gisteravond laat het ge val toen pater G. Mijnsbergen (bij de kijkers bekend van de KRO-epilogen kennelijk overrompeld werd midden in een gesprek over maatschappelijk werk. waaraan ook ds. Schoch en ma joor Boshart van het Leger des Heils deelnamen. De kijkers leerden na het grote spektakel van de voetbalwedstrijd DWSVASAS (waarbij getoeter en sirenegeloei commentator Bob Spaak p meermalen overstemden in de huiska- I mer) pater Mijnsbergen kennen als groot, diepvoelend mens en een I bescheiden maar toegewijde werker, r wiens levenstaak de oprichting en in standhouding van het Eindhovense Labre-huis voor thuislozen is en die ook op ander sociaal gebied een stu wende persoonlijkheid is. Zijn geestigheid bracht nog al eens >en gulle lach teweeg en daarvan werd niet in het minst genoten door een flink aantal bewoners van het Labre-huis, dat stilletjes per auto naar Laren was gebracht. Mies Bouwman leidde het overigens wel zeer vereenvoudigde programma uitstekend. Het spectaculaire element van ontmoetingen met jeugdvrienden het op schermen vertonen van fo to's wordt nu weggelaten; ook is het aantal medewerkers sterk beperkt. De enige ontmoeting-met-een-verras singselement voor pater Mijnsbergen was niet de gelukkigste van de avond. Maar de pater leidde diplomatiek zelf het gesprek in juiste banen en tenslot te werd. hij werkelijk verrast met een hoognodige nieuwe radio-installatie )oor zijn Labre-huis. Bij de NCRV kon men op Nederland 2 kijken naar een bijzonder goed ge speelde klassieke Duitse komedie „De Talisman", waarin volgens beproefd recept de verwikkelingen niet van de lucht waren en het slot alles weer glad streek. In „Literair kijkschrift" werd de publikatie van het interview met de inmiddels overleden dichter Gerrit Achterberg minder bevredigend be handeld. Er was geen algemeen ge sprek zoals de NCRV had aangekon digd: de auteur J. d'Oliveira verde digde de publikatie en mevrouw Ach terberg laakte die via aparte film opnamen. Veel nut had deze uitzen ding dus niet. Wel hoorde men veel boeiends over de auteur Lodewijk van Deyssel: het gesprek met zijn biograaf smaakte naar veel meer. Anti Revolutioi JRH R. van der Sluis, sekretaris va Revolutionaire Partij. 18,30 Lichte ziek en zangsoliste. 19 00 Voor de 19.05 Sportparade. 19.30 Nederland- kest. 20.00 Nieuws. 20.05 Radio K; en solist: klassieke en moderne mi Nieuwe waarheden over werknemi 21.20 Oude kamermuziek (opn laliteiten 23.05 Nieuwe gramme foonplaten. 23.55—24.00 Nieuws. i II, 298 m. NCRV: 19.00 Nieuw --richten. 10 10 Radiokranl 19: Geestelijke liederen. 19.45 Op de man a praatje. 19.50 Lichte srammofoonmuzlel Burgers in Buitenveei 35 Samen uit Same programma. 22 00 Kerkoi :kc muziek 22 30 Nieuw 22.40 Avondoverdenking 22 55 Boekbespn 20.50 Atelierbe; filmdocumentaire. 21.45 Vo< voeding 22.00—22.10 Eer boodschap, koi lelglë: Nederlands progr. kan 2 en li 00 n.m. Zandmannetje. 19.05 De heersei Venus 19.20 V. h. gezin. 19.55 Hi< i Nederl. 20 00 TV-nws. 20.25 De i zuur. gev progr. 21.15 Docu- 8.20 uur begint een op beeldband vastgelegde opvoering van het toneelstuk ,,De opvolger" van Reinhard Raffalt, met Ko van Dijk in de titelrol. Deze uitzending duurt, met enkele minuten pauze om plm. 9.55 uur, tot 11.05 uur. Ned. 2 NTS en VPRO 8.01 uur zendt de NTS een vierde „concert voor jonge mensen" uit: de Amerikaanse componist, dirigent en pianist Leonard Bernstein wijdt ditmaal zijn programma aan de componist Aaron Copland. 8.50 uur komt de VPRO in de ether met de rubriek „Atelierbezoek" waarin men veel hoort en ziet van en over de Nederlands- Franse schilder Kees van Dongen. 9.45 uur tweede programma over huishoudelijk beheer. Prof. dr. C. den Hartogh spreekt over voeding van opgroeiende jeugd. VANAVOND TE HOREN Hilversum I AVRO De Amerikaanse contrabassist Gary Karr is solist bij het Radio Kamerorkest dat om 8.05 uur gaat concerteren onder leiding van Roelof Krol. 9.20 uur wordt de serie, gewijd aan Orpheus, de Magiër voortgezet en om 9.50 uur is er een programma dat onder de titel „De gezusters Kunst" probeert om de muur tussen de grote en de kleine K af te breken. Hilversum 11 NCRV 8.35 uur steravond, waarop een passementmaker over zijn beroep vertelt, de Hotcha's en The Shepherds optreden en het spelletje „Als de kat van huis is" niet uitblijft. 10 uur gaat Albert de Klerk het orgel van de grote kerk in Zwolle bespelen (Werken van Sweelinck en Bach) en in de rubriek „Vers in het gehoor" wordt om 11.25 uur het speciaal door Hugo Raes voor radio geschreven spel „De dood van een krijgsman" opgevoerd.. Vanavond op tv „De opvolger", een boeiend schouwspel (Van onze radio- en tv-redactie) I BUSSUM Vanavond wacht ons via de KRO-televisie op Ned. 1 een boeiend schouwspel bij de opvoering van Reinhard Raffalt's spel „De op volger". Het is allang geen geheim meer, dat de uitzonderlijke figuur van paus Johannes model heeft gestaan bij deze verbeelding van een paus keuze, waarin voor Nederland Ko van Dijk een diep-treffende creatie heeft gegeven van de in al zijn eenvoud treffend-grootse hoofdpersoon. Men ziet een op beeldband vastge legde opvoering van de toneelgroep Ensemble. Ongetwijfeld zullen vele kijkers de voorstelling reeds in de schouwburg hebben gezien, want de mare ervan heeft de zalen in het seizoen 1963/'64 doen volstromen. Niettemin durven wij veronderstel len dat ook zij gelukkig zullen zijn met het initiatief van de KRO, om dit befaamde stuk op het scherm te brengen. Het zal een even groot ge noegen zijn, het spel nog eens aan oog en oor te laten voorbijtrekken om des te intenser te kunnen genieten van gebeurtenissen, dialogen en toneel kunst. Want een stuk toneelkunst wordt de kijker vanavond zeker geboden. Ko van Dijk zal de herinnering aan een groot man opnieuw levend maken 1748) Duitsland heeft met zijn schil ders en behangers niet altijd geluk gehad. Toe- prof. Ernst Fey vóór de laatste oorlog de muurschilderingen Sleeswijk te herstellen en trachtte hun kreeg uurloon het oorspronkelijke uiterlijk terug te geven, moest hij eerst de overschil deringen verwijderen, waaraan A. Ol de Dom te Sleeswijk had geres- bers zich in 1888 had bezondigd. Na- taureerd, vormden die afbeeldingen volgens het jargon van die dagen een treffend bewijs van de verbondenheid die de Sleeswijkse bevolking reeds schilderingen dateerden immers uit de periode van 12de tot de 14de eeuw en moesten zelfs voor die tijd uniek worden genoemd. dat deze bovenlaag verwijderd was, amen echter de bakstenen bloot en te voorkomen, dat hem vernie- van kultuurbezit en oud-Duitse Kunst van een witter Dat waren zij dan ook inderdaad, want een slimmerd ontdekte onder de dierenfiguren een kalkoen, welke vogel pas in het midden van de 16de eeuw door de Spanjaarden naar Eu ropa was gebracht. Maar de toon aangevende Duitse kunstuitleggers Koningsbergen met van die dagen hadden hiervoor ook talent voor het copiëren Om billijk te blijven, moeten we bekennen dat de schilder in die dagen méér heetten, nen worden verweten, nam hij Lothar Malskat 1.20 mark, dus had hij wel an dere dingen om over na te denken. Maar goed, prof. Fey kreeg dus alle lof die voor het herstel van mid deleeuwse wandschilderingen kunnen worden uitgedacht en dat beviel hem zo goed. dat hij er na de oorlog hele maal niet tegenop zag hetzelfde spel letje uit te halen met de wandschil deringen in de Mariakerk te Lü- beck. Ook daar zorgde Malskat voor de schilderingen en ook daar staken de Duitsers (op enkele uitzonderingen na) de loftrompet: „dit kan alleen door een Duitser geschilderd zijn". Wat overigens nog waar was ook! De zaak kwam aan het rollen, door dat Malskat nog steeds moest wer- kun- ken voor een wittersloontje en prof. Fey (en diens zoon) de ijlen. In de strakke stijl der middel- toverde Malskat de fresco's op de muren, niet wetend dat deze en witter uit lof in hun zak staken. Malskat onmiskenbaar klapte dus uit de school en de falsi- ficateurs kregen gevangenisstraf. En de Duitsers zaten voor de zoveelste maal met hun figuur verlegen. fresco's inderdaad met het bestaan lijnen zijn landgenoten tot diepzinni- Maar van kalkoenen bekend is geweest, ge theorieën over volksverbondenheid veel goe» Toen prof. Fey nl. in 1937 bezig was en andere prietpraat zouden aanzet- de wandschilderingen in de Dom te ten. Dat kon ook moeilijk, want hij Nadruk verboden. kunnen (gelukkig) ook van ze vertellen. H. Pétillon „Ik hou niet van televisie 6.15 Lichte gram- ïmuziek. 16.30 Nieuws voor de kindc- 5.34 Voor de ieugd. 1700 Muzikale 17.30 Voor de rijpere jeugd. •rsum II. 298 m. KRO: 7.00 Het 7.05 Ouvertu- zlek. reportages huisvrouw.^ 9 Platcnsoos: v« zoekprogi (oor de i loborolnlo.l.C rammof land. leken 11.40 Kinder- 12.00 Angelus iten. 12.27 Mede- tuinbouw. 12.30 13.45 Musiëst nma. 15.00 Schoolradio 16.30 Viool moderne en klassieke muziek. 17.0 Jeugd. 17.30 Lichte grammofoonmi d« jeugd. (Van onze radio- en tv-redactie) DE AVRO geeft het grif toe: Toon Hermans zal zaterdag a.s. op één avond een flink, ja een zeer flink jaarinkomen verdienen, terwijl hij waarschijnlijk heel ple zierig in Maastricht carnaval viert en zich nergens voor hoeft in te spannen. Maar is dat onbillijk? Toon Hermans eist wat hij waard is voor een drie uren durend tele visieprogramma waarnaar mil joenen zullen kijken in Nederland én in België, want de AVRO doet hierin samen met de BRT. „Nee", zegt Toon Hermans zelf, „ik hou niet van televisie. Het zegt me niks. Ik moet de mensen vóór me hebben, samen met ze lachen om zomaar gekke grapjes en malle din gen, waar schijnbaar niets achter zit. Lachen, zo'n avond, omdat er toch al zoveel narigheid in de wereld is. Wat is dan fijner dan een paar uur dat allemaal eens te vergeten?" Het is een levensstijl, haast een levensmoraal voor Toon Hermans ge worden: kunnen lachen om flauwe onzin. Een medicijn voor de zorge lijke mens die al zoveel doornen op zijn pad ontmoet. Het lijkt wel eens, of hij die taak maar lichtjes opvat. Hij komt tevoor schijn. trekt een van zijn olijke gezichten, zegt een paar woorden en het contact met de toeschouwers is gelegd. Wat hij dan verder zegt of doet heeft gegarandeerd lachsalvo's ten gevolge. Niettemin is Toon Hermans in zeker opzicht een zeker ernstig man. Hij heeft een rotsvast geloof, waarvoor hij altijd rond uitkomt, maar hij gelooft ook in de mensen en in de goedheid van het leven: „Bij de narigheid moeten we vooral dat niet vergeten, het leven heeft ook andere kanten en wat is heerlijker, dan die avond aan avond de mensen te laten zien?" Daarom, als Toon ..zijn" toeschou- ers" aanspreekt met het bekende ..lieve mensen....!", gaat er al bevrijdende lach en een golf ontspanning door de zaal. Men schikt zich om zich geheel te laten onder dompelen in die blije sfeer van „een ballonnetje dat danst in de^ wind" iaar de zon, de zon, de zon!" Altijd nerveus Men raakt in de ban van zijn bravoure, zijn sentiment, zijn niet te miskennen 'overgevoeligheid. Als hij spot doet het geen pijn. als hij hekelt gaat het niet over de schreef. ,Van tevoren ben ik altijd nerveus gespannen, onzeker zelfs. Maar zodra ik de mensen in de zaal zie, is het over. Dan bén ik er ineens, dan heb ik alle houvast die ik nodig heb." Wie denkt, dat Toon Hermans het gewone leven, thuis en onder vrienden, ook van grappen en geestig heden aan elkaar hangt, vergist zich te enenmale. Niet, dat hy narrig is, want zijn aard is optimistisch. Maar hij werkt hard en hij is in gezelschap een bescheiden, niet al te drukke man, een beetje dromerig soms en niet eens altijd goedlachs. Want zijn werk kost hem zeer veel inspanning. Elk tekstje, hoe klein ook, andere dat en de kijkers moeten het allerbeste hebben omdat ze toch al het directe contact met mij missen." Dus zou men uit beide opnamen de beste delen nemen en weer monteren. Een show die meer dan een jaar oud is wijzigt zich echter en daarom dus nog een derde opname onlangs. „En uit deze drie opnamen kunnen wij inderdaad het beste maken", zegt de AVRO. Dat Toon voor dit optreden voor een miljoenenpubliek een stevig ho norarium vraagt, is juist. Dat het naar de 40.000 gaat als er twee landen kijken is niet exorbitant, men weet dat Elvis Presley de Itali aanse televisie voor drie liedjes een twee en een halve ton wilde laten betalen „omdat hij ervoor uit Ameri ka moest komen" (nog eens op kosten van de tv). Dit televisie-optreden van Toon Hermans betekent tevens een (voor lopig) afscheid van Nederland: hij gaat met zijn show op toernee: „Eerst twee maanden Duitsland naar Amerika... Broadway. Natuurlijk, eerst een Duitse versie en dan een I Engelse..." zorgvuldig samengesteld. Het pu-; Toon Hermans weet. wat hij wil en bliek verwacht veelf het moet ook kan- Gelukkig wel. veel. ja nog méér krijgen. 16 „Gelukkig, daar komt terson aan!" schreeuwde Jesje opgelucht. .,Nu ben je er zo uit, Jos! En u ook, maar meneer Pieterson holt weer terug!" riep haar broertje ontsteld. „Me neer Pieterson, meneer Pieterson!" schreeuwde hij jammerend. „Niet weglo pen! Hier komen, alstublieft." Joppers, die ondanks de benarde situatie gelukkig wist hij zijn been Maar meneer Pieterson was alweer uit het gezicht verdwenen. Gelukkig hoor- :n ze hem nog juist roepen: „Ik ga even een plank halen!" En inderdaad, nog geen twee minuten later kwam de eigenaar van het jachtje terug, nu een flinke plank torsend. „Dat is een goed idee", lachte meneer hij verkeerde zijn gevoel humor nog niet verloren had. „Maar wees alsjeblieft heel voorzichtig, dat jij ook niet in de modder zakt. Dan zitten we allemaal in de puree!" „Noem dit maar puree", grinnikte Josje, die ook weer heel wat opeelychter keek. „Zulke puree zou moeder u 's avonds niet voor hoeven zetten, vader!" Meneer Pieterson was inmiddels druk bezig de plank behoedzaam' neer te leggen. Dat was nog een secuur karwei tje, en één keer stapte hij zelf naast het vaste bodemgedeelte en zonk ook tot over zijn enkel in de modder, - snel terug te trekken. „Zo", bromde hij dan vergenoegd. „Nu zullen we joif eens even uit de modder trekken, Jos. Steek me allebei je handen toe. Zo, ja. En nu maar hijsen.... Eén, twee, drie!" Meneer Pieterson was een behoorlijk sterke man en toen hij Josje eenmaal stevig had beetgegrepen, trok hij hem met een ferme ruk omhoog uit de kleverige modderbrij. Alleen de lange laarzen, die Josje had gedragen, bleven in de modder achter, maar Josje was veel te blij, dat hij weer vaste grond onder zijn kousevoeten voelde om zich daar druk over te maken. Gaat een nieuwe show in première, alles kant en klaar tot in de finesses. Maar... de conference leeft en groeit mee met de tijd, met de actuele gebeurtenissen, met de plaat sen, die Toon bezoekt. Daarom moest de AVRO enkele weken geleden een totaal nieuwe opname maken van het gedeelte vóór de pauze. Toon wenste dat: hij kon niet meer aankomen met zijn conference van meer dan een jaar geleden. Extra kosten dus voor AVRO en BRT... maar nogmaals: is dat een onbillijke eis? Het spreekt wel vanzelf, dat Toon Hermans zijn show pas kan vrijgeven voor televisie-uitzending, wanneer hij er zelf in het land mee uitgespeeld is. „Bovendien is televisie-optreden op geen enkel punt te vergelijken met theater-optreden. Daar heeft een ar tiest het gevoel dat de mensen iets voor hem over hebben, uit hun huizen zijn gekomen om je te zien", vertelt hij, „en dat zegt je iets. Dat is een wisselwerking van sympathieën. Als je optreedt voor de televisie heb je het idee dat je op visite gaat bij mensen die je niet eens geïnviteerd heb ben..." Toch af Dit lijkt nu misschien een beetje hard gezegd ten opzichte van de kijkers die zich en bloc verheugen op „een avondje visitie van Toon", maar in feite is het niets dan weer die onzekerheid en bescheidenheid, zo van: „Als ze-het maar goed vinden, dat ik binnenkom!" Wij geloven overigens, dat Toon Hermans daarvoor niet bezorgd be hoeft te zijn. Maar wanneer hij er dan in toestemt, „voor dat ding" (de tv!) te komen, wil hij de kijkers ook het volle pond geven, dan moet het tóch „af" zijn. Vandaar dat hij in de eerste plaats de eis stelde, dat de AVRO twee avonden achtereen de gehele show zou opnemen. Dat gebeurde op 30 en 31 januari 1964 in het Amsterdamse Carré. „De ene avond gaat dit beter en de 38 He water werd mkzwart. maar zoveel kracht bracht het schip vooruit. Het zeulde door de modder. Midden onder de brug bleef het evenwel weer steken. Er werd een tweede kabel uitgebracht Nu trokken er op iedere oever twintig man, maar er kwam geen beweging in het schip. ..Breng nog een kabel uit", zei Hoytema. „Kan de schuit dat hebben?" vroeg een Dloegbaas. „Trek maar raak! Zij is sterk!" riep de bouwer zelfverzekerd. Toen trokken zestig man. Ze kromden zich. De kabels stonden alle drie als snaren gespannen. Het kraakte onder de brug. Ties, die toekeek, maak te zich bezorgd. Eindelijk kwam er beweging in. Het schip schoof onder luid gekraak onder de brug vandaan, 't Zag er verschrikkelijk toegetakeld uit. De huid was niet alleen geschaafd, er kleefden ook grote splinters aan op het boord lag veel versplinterd hout. Ties schrok toen hij het zag. De havenmeester beklaagde hem: „Dat ziet er niet best uit. schipper". Hoytema zei: ..'t Valt me tegen." Maar toen het schip in de Noorderhaven lag en het 'osse volk weg was. de havenmeester ook, nsm Hoy tema een handvol splinters en hield ze Ties voor. „Zie je wel dat dit geen eikehout is?" vroeg hij Hé. nee", zei Ties ..Hoe kan dat?" .,'t Is niet van het schip, 't Is van die brug. Die is toegetakeld, de schuit niet. Kijk maar." Hij veegde de splinters weg. De scheepshuid was volkomen gaaf „Had je dat straks niet gezien?" vroeg Ties. „Jawel, maar ik heb mijn mond gehouden. Houd jij je mond ook Laat die havenmeester alsjeblieft gelo ven dat de schuit beschadigd is. Anders moet ik de schade aan de brug betalen, en misschien mogen er dan geen schepen van dit slag meer door. De lui van de stad zijn er altijd op uit om ons te nekken." In de Noorderhaven werd de roef weer op het kale U">1 van het «chi-^ gezet: de masten, het bezaantje. en de boegspriet ook. Het want werd gesteld, de zeilen aangeslagen. De hak, nu schoon verguld, kwam op het door K. NOREL maart kan schijnen, was alles klaar. Van de kade keken Alberdien en Ties naar hun schip. „Is ze niet mooi, de Vrouw Alberdien?" vroeg Ties. Een verbeterde uitgaaf van mezelf, dacht Alberdien met een bittere bijgedachte aan haar lelijkheid. Maar ze zei dit niet en de biterheid ging ook voorbij. Ze was voldaan over het nieuwe schip. Er dook een herinnering op Eenmaal eerder had zij een roef ingericht Op deze zelfde plaats lag toen een schip voor haar gereed. Ze had er nooit op kunnen varen, omdat ze door Sipko in de steek gelaten was. En met Ties.... De laatste reizen vóór de schipbreuk waren zwaar geweest Ze schudde het van zich af. Sédert de schipbreuk was alles goed. Deze winter hadden ze het samen best gehad. En hij had het schip naar haar genoemd. Daaruit bleek dat hij van haar hield, 't Was nu zeer goed gegaan. En straks zou het nóg beter worden. Zij verlangde ernaar te varen op hun nieuwe Alberdien en Ties hadden op de eerste reis, naar Londen, genoegen in hun schip. Zelfs Reyer, wie 't nieuw gau v goed was, zei dat het een lief scheepje was. Zo was 't. 't Lag soepel in het water; als er een zeetje op de kop kwam. hief het die handzaam op; het luisterde nauw naar het roer. en als de zeilen kosten moesten maken, scherp gesteld waren, zodat geen lapje er flauw bij hing het was aan Reyer toever'wd dat alles wind ving sneed de galjoot erdoor. Ze maakten op de eerste dag op zee ruim zeven knopen: een best behoud voor een galjoot. De kleine Gosse haast een jaar moest aan het slingeren wenner. na zo lang aan de wal geweest te zijn. Hij viel eens op zijn neus en daarna op zijn rug, en dan was het schreeuwen. Maar toen hij in de gaten kreeg dat alles schommelde, kraaide hij van plezier: aardje rijden! Paardje rijden!" Het ging net als op vaders knie. Bij Woolwich ankerden ze naast een groep Gronin gers, wier kapiteins terstond aan boord van de Vrouw Alberdien kwamen om de nieuwe aanwinst van de vloot te zien. Het vlcie Alberdien hun gunstig oor deel te vernemen. Des avonds was het in de ruime roef eivol, want alles wilde buurten op het nieuwe schip. Toen Ties en Alberdien te kooi gingen, was de rook nog om te snijden. Zij hadden het er echter graag voor ver. Als ze vroeger al niet helemaal voor vol waren aangezien door de kapiteinsfamilies, omdat nij er eentje was van vóór de mast. dan was dit nu voorbij. Een paar dat na een schipbreuk met zo'n vaartuig voor de dag kon komen, telde mee. In Londen kregen ze vracht voor Sint Petersburg. Toen Alberdien. nadat zij de stad in was geweest, aan boord kwam met de boodschap dat zij deze lading had, vroeg Ties of het niet gewaagd was daar nog heen te gaan. omdat je in Sint Petersburg zo vaak lang wachten moest. Maar Alberdien dacht dat het best gaan zou Dus namen ze die lading in. i^en ze het anker wilden lichten, was de wind tegen en de Theems was te smal en veel te druk bevaren om er te laveren. Ze wachtten dus op goede w:nd, maar het bleef zo en Alberdien zei, dat ze maar een sleepboot moesten nemen om hen naar zee te brengen, al vond zij het jammer van de huur. Buiten de banken hadden zij geen last meer van de oosten wind. Ze zetten koers naar het noorden. Tot Helsingör voeren zij voorspoedig, doch daar werd het weer sukkelen bij zuidenwind, recht op de Sont. Ze wachtten een dag of wat tevergeefs en namen toen ten einde raad alweer een sleepboot, al begrootte het hen de tenen uit dat ze weer zoveel Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 11