ZIJN COASTERS ZEEWAARDIG? ZONDAGSBLAD Strengere eisen noodzakelijk DE ZEE PLAATST DE MENS DIKWIJLS VOOR RAADSELS Nieuwe Lei else Courant ZATERDAG 20 FEBRUARI 1965 (Van eer» onzer verslaggevers) De verdwijning van de Mauritssingel heeft de scheep vaartwereld voor een schijnbaar onoplosbaar raadsel geplaatst. Ondanks intensief zoeken is geen spoor gevonden van de coaster, die op 26 januari de Zuid franse haven Bayonne met een lading graan verliet voor een reis naar Hamburg. Drie dagen na vertrek meldde het schip zich voor het laatst. Dat was ter hoogte van Ouessant, waar op dat moment een felle noordooster woedde. Daarna is niets meer gehoord van de kustvaarder en zijn tienkoppige bemanning. Hoe was het mogelijk, dat een schip zonder nog maar iets van zich te laten horen en zonder ook maar een spoor van wrakhout achter te laten in de diepte verdween Het zijn vragen, die tot nu toe onbeant woord bleven: volledige zekerheid over de onder gang van het schip heeft men nog niet. Maar in de registers is de coaster al als verloren afgevoerd. Een nieuwe ramp werd toegevoegd aan de lange lijst van coaster-ongelukken. Een lijst, die elk jaar groeit en die de vraag opwerpt: De kustvaart leidt langs gevaar lijke uegen, langs rotskusten en door nauwe zeegaten. Eén kleine misrekening en het schip raakt in moeilijkheden. manskunst van de kapitein, die zijn schip uit de wind wist te houden. NONCHALANT Er wordt wel eens te nonchalant te werk gegaan bij het beladen van een schip, zegt Arie Hooge- veen (59 Jaar, 45 jaar op zee, waarvan 17 jaar als coasterkapi- tem). In Nederland is er meestal wel streng toezicht op, maar in buitenlandse havens ontbreekt dat nog wel eens. De gevolgen daar van doen zich bij zwaar weer direct voelen. Een ander probleem, waarmee men in de kustvaart heeft te kampen is het bemanningsvraag- stuk. Vaak komt het voor, dat voor KAPITEIN A. NIEUW LAND vinden. Een van de matrozen wordt dan als „best man" in deze functie aangesteld. Niet zo maar, natuurlijk. De scheepvaartinspectie moet daarvoor eerst dispensatie verlenen en dat ge beurt pas nadat de betrokkene een klein tentamen heeft afgelegd. Het ligt echter vanger over Het officiële antwoord op die vraag kan kort zijn: coasters zijn zeewaardig. De bouw van kust vaarders is aan zoveel voorschrif ten gebonden, dat geen enkel schip, dat de zee opgaat onzee waardig zou kunnen zijn. Daarover zijn allen van de kleine vaart het wel eens. Waarom dan tóch die steeds langer wordende reeks ongeluk ken? Het geval van de Mauritssin gel staat immers niet alleen! Re gelmatig worden kleine en grote rampen gemeld met coasters, die door storm overvallen in de diepte verdwijnen. De meningen daarover bij mannen, die de kust vaart uit ruime ervaring kennen, zijn verdeeld." OTensëlljke 'fouten, zegt de een. Broodvraag, de ander. PUBLIEK GEHEIM Arie Nieuwland (62 jaar, een halve eeuw op zee. waarvan 16 iaar als coaster-kapitein): natuur lijk, een vol schip is een gezond en zakelijk streven. Maar het is een publiek geheim, dat men dikwijls té zwaar geladen naar zee gaat. Het meest komt dit voor bij de kleine bedrijfjes, waar de kapitein tevens eigenaar is. Maar ook bij de grotere rederijen gebeurt dat. Menige kapitein heeft van zijn reder te horen gekregen dat zijn aflosser, die hem om de een of andere reden een reis verving, „het zo goed deed". Bij navraag bleek dan bijna altijd, dat die vervangende kapitein meer had geladen dan toegestaan was. Openlijk wordt die drang nooit uitgeoefend: men zegt het in be dekte termen. Maar de kapitein, die zichzelf wil handhaven, leent er maar al te graag het oor voor. Het is tenslotte zijn brood en daardoor komen veiligheidsvoor- ichriften wel eens in het gedrang, aldus de heer Nieuwland. Een rechtspositie heeft een kapitein eigenlijk niet. flKiMWOi, 4. Gevolg va, op de hot brandbaar ntact tussen belader en kapitein, welke laatste niet m het gevaar van zijn lading: enkele tonnen zeer tal explodeerden in volle zee, waardoor de (Neder- coaster urenlang brandend ronddreef. CONTROLE vaart, d.w.z. als hij onder een lage gage werkt, maar procenten van de opbrengst int. Dit streven naar een zo groot mogelijke lading leidt wel eens tot noodgrepen. Ik heb wel eens mee gemaakt, zegt de heer Nieuwland, dat de schilden (noodzakelijk om het dwarsverband van het schip in tact te houden) werden wegge haald om stuwageverliës tegen te gaan. Natuurlijk, geeft hij toe, zijn er voorschriften. En scheepvaartin spectie en loodsen zien er nauwlet tend op toe, dat die worden nagekomen. Zo wordt in ons land streng gecontroleerd of het schip niet dieper ligt dan het uitwate- ringsmerk. De kapitein kan er tot drie weken gevangenisstraf voor krijgen. Maar even natuurlijk is het. dat men wel eens door die controle heenglipt. Er worden dikwijls té veel risi co's genomen. Ook met het weer. Men vaari weer of geen weer, wamt tijd is geld. Een paar dagen vertraging kost duizenden. En dat weerhoudt de kapitein er dikwijls van slecht weer tijdens de reis af te wachten en rustig te gaan steken totdat de storm voorbij is. LADING Wie zijn oor te luisteren legt bij mannen van de kleine vaart komt al gauw tot de conclusie dat het een complex van factoren is, dat oorzaak kan zijn van coaster-onge lukken. Een slecht gestuwde lading is heel dikwijls één van die oorzaken, zegt Paul G. C. Stam (44 jaar, 23 jaar op zee en 12 jaar De Lea op de rotsige kusten v. het Engelse graafschap Yorkshii Er wordt in veel gevallen gevaren met niet bekwaam personeel. Een groot gedeelte van de 7500 man, die 900 Nederlandse coasters beman nen, moet als gevolg van het bemanningsprobleem uit het buitenland (Spanje en Portu gal vooral) worden aange trokken omdat men ze in eigen land niet vindt. Dik wijls zijn het mensen, die weinig ervaring hebben, zegt de heer D. Opmeer, voorzit ter van de CKV (Centrale van Zeevarenden ter Koop vaardij en Visserij), tevens voorzitter van de sectie kust vaart. Daar komt bij, dat zij een taalbarrière opwerpen, die onder bepaalde omstan digheden funest kan zijn. Ook de Mauritssingel had buitenlanders aan boord: vier Spaanse matrozen en een Portugese kok. De wet heeft waar het de bekwaamheid van de gezel len betreft, tot nu toe nooit gestimuleerd. Het Schepen besluit zei alleen maar dat het schip voldoende bemand moet zijn met voor zijn taak berekend personeel (de offi cieren moeten wél voldoen aan de eisen: gesteld in de wet op het zeevaartdiploma). Gelukkig worden de mini mumnormen binnenkort ver hoogd, aldus de heer Opmeer: met ingang van mei zal er op iedere wacht een gezel van tenminste 18 jaar oud moeten zijn. En het begrip „voor zijn taak bestemd personeel" zal voortaan inhouden, dat de betrokkene tenminste een jaar ervaring moet hebben. Ons ideaal blijft echter een algemene vakopleiding. Wel iswaar zijn er enkele erken de opleidingen (in Delfzijl en Harlingen), maar die worden nergens verplicht gesteld. Vele kapiteins zijn van mening, dat er een duidelijk oorzakelijk verband bestaat tussen het aantal ongelukken en het gebrek aan vakkennis van de bemanningsleden. Een tekort aan personeel demonstreert zich ook onder de officieren. Cijfers wijzen dat uit: in 1963 werden voor de machinistenfunctie 1429 dispensaties verleend en voor de overige officiersfuncties 870... Een onbevredigende zaak noemt de heer Opmeer de rechtspositie van de kapitein. Hij vaart op voorwaarden die tussen hem en de reder zijn overeengekomen. Alge mene dwingende regels zijn er niet. Weliswaar is er een afspraak tussen de twee re dersverenigingen (de Bond van Werkgevers in de Kust vaart en het Koninklijk Zeemanscollege De Gronin ger Eendracht), maar deze houdt alleen een advies aan de leden in en heeft geen bindende kracht. Algemene conclusie van de heer Opmeer: het bedrijfsle ven doet veel om de algeme ne problematiek op te lossen maar heeft de behoefte nog lang niet volledig weten op te vangen. Daardoor heerst er nog steeds een min of meer ziekelijke tooestand in het kustvaartbedrijf. coaster-kapitein). Vooral als het een gevaarlijke lading als graan betreft. Die gaat bij een flink zeetje schuiven en als dat gebeurt Schuivende lading: angstbeeld voor v ervaring: slechts enkele is het met het schip binnen enkele minuten gedaan. Voor zulke ladingen is het plaat sen van langsscheepse tussenshot ten verplicht, maar die geven óók geen volledige garantie: ze kunnen het begeven waardoor de lading geheel aan het geweld van de zee wordt overgegeven. Erts is ook zo'n gevaarlijke lading, krijg je een heel stijf schip van met kans op materiaalbreuk. De hoofdoorzaak van ongelukken is de lading, zegt de heer Stam. én de wijze waarop die gestuwd is. Dat geldt bijvoorbeeld voor hout- ladingen. Als daar een gedeelte van aan dek ligt, zal men daar nooit te veel mogen stuwen omdat hout water opneemt en daardoor zwaarder wordt. Het stuwen moet dus met vakkennis gebeuren. Meestal is het de stuurman, die er toezicht op uitoefent. VAKKENNIS Bij grote vrachtschepen is deze factor minder belangrijk omdat men er over meerdere door stalen wanden afgescheiden ruimen be schikt. Een coaster heeft maar één ruim. En het zeevast stuwen van de lading daarin vergt dus meer beleid dan bij een vrachtvaarder. Dat daarbij overleg nodig is tussen belader en kapitein is duidelijk. Het ontbreken van dit contact leidde nog maar enkele jaren geleden tot een ernstige brand aan boord van een Nederlandse coas ter, die met een lading sodiumme- taal onderweg was van Liverpool naar Antwerpen. De belader had de kapitein er niet voor gewaar schuwd, dat de lading gevaarlijk was omdat deze, zodra zc in aanra king met water zou komen, zou exploderen. Dat gebeurde ook in derdaad, want de kapitein was daarvan niet op de hoogte ge bracht. Hij had de tonnen op het dek laten staan met het gevolg dat er zeewater bij kwam. Tien uur lang dreef het schip rond in een woelige zee bij het Bristol Kanaal. De RAF moest in actie komen en drie reddingboten voeren uit om terkapiteins. Men 1 de bemanning over te nemen, dit laatste niet nodig bleek, alleen te danken aan de sti zienlijk minder er varing beschikt Dat personeels probleem demon streert zich ook in het grote aantal buitenlandse be manningsleden. De laatste tijd vooral varen er veel Spanjaarden en Portugezen op Nederlandse schepen. Men moet dat zien als een noodoplossing, zegt de heer Hoogeveen. Weliswaar zijn het meestal wel zeelieden met de nodige ervaring, maar de taalbar rière maakt teamvorming toch wel erg moeilijk. Vooral in noodsitu aties, als direct moet worden ge handeld, levert de taal dikwijls moeilijkheden. En in bepaalde om standigheden kan één verkeerd begrepen woord een ramp beteke- Ook de Mauritssingel kampte met dat personeelsprobleem. Vier van de opvarenden waren buiten- r üanders."lÊti een stuürmXn was er z'elfs niet eens. Of dat de oorzaak was van de ondergang, betwijfelen insiders echter. Al wordt wél gezegd, dat het schip op een zo gevaarlijk traject nooit met een dergelijke bemanning had mogen zee kiezen. Er zijn vele coasterka piteins, die pleiten voor het plaat sen van twee stuurlieden op één schip. De routes, die de coasters be varen, zijn gevaarlijk, moeilijker dan die der grote vrachtschepen. Langs de kust loopt men grotere gevaren dan in volle zee. Uitbrei ding van de bemanning zou dan ook zeker raadzaam zijn, vinden zij. Maar of met een volledig bezet schip een ramp zou zijn voorko men is een vraag. Deskundigen houden het op de storm, die de coaster in de flank trof, toen het komend uit de Golf van Biskaje de rotspunt bij Ouessant rond de. Men moet de wind toen pal aan de zijkant hebben gekregen. Op dat moment kunnen de schot ten het hebben begeven en kan de lading zijn gaan sdhuiven, gist KAPITEIN P. STAM: gevaarlijke ladingen KAPITEIN A. HOOGEVEENt bemanningsprobleem. men. Een paar flinke klappen zijn dan in zo'n situatie al voldoende om het schip direct te doen kap seizen. Maar zekerheid daarover heeft men nog niet. Zolang geen wrakstukken zijn gevonden, zal niets kunnen worden gereconstru eerd en zal het vergaan van de Mauritssingel een mysterie blij- Zolang schepen de zeeën bevaren hebben de zeeën de mensheid voor raadsels ge plaatst. De eeuwen door heb ben schepen havens verlaten op weg naar havens en deze nooit bereikt. Ach ja, later spoelde er aan een verlaten strand wel eens een luik aan met een kenteken, of werd op de oceaan een omgeslagen sloep ontdekt, meegevoerd door wind en water, en men herkende ze als afkomstig van het verdwenen schip en men wist, dat het moest zijn vergaan. Maar wit zich had afgespeeld bleef een goed verborgen geheim. Niet te tellen zijn de schepen, waarvan men nooit meer iets heeft gehoord. Schepen, grote en kleine, die zo maar zonder aanwijsbare oorzaak ergens zijn gebleven. Waarnaar men maan den lang heeft uitgezien, nog altijd in de hoop, dat het op een dag van zich zou laten horen, en altijd is de hoop vergeefs geweest. Op 17 april 1930 verlaat de Calder, een schip van 1107 brt., de haven van Hamburg op weg naar Huil. Niemand neemt er notitie van. Het is niet meer dan een „weekbootje", opge nomen in een eenvoudige dienstregeling: elke donderdag van Hamburg naar Huil, elke maandag van Huil naar Ham burg. De Calder vaart op de wijzers van de klok. Te Ham burg en Huil weet men precies hoe laat zij arriveert en ook de havenwerkers weten op de mi nuut hoe laat zij met laden of lossen kunnen beginnen. Per slot, het is alleen maar de Noordzee, die even overgesto ken moet worden. Kalm Het weer is kalm, en er is geen mist. Voor de kapitein en bemanning belooft de hele oversteek niet meer te zijn dan een zacht eitje. Zaterdagmorgen 19 april, op het uur waarop ze al jaren achtereen de Calder opwachten, staan aan de kade te Huil de havenwerkers en de vertegen woordigers van de rederij. Ze kijken op hun horloge en fron sen de wenkbrauwen. Hè, de Calder is overtijd. Zou ze te Hamburg zijn opgehouden of speelt het getij haar parten? Ongerustheid is er niet. Wat zou er kunnen gebeuren! Nee, nog even wachten, en dan zal die ouwe schuit zich wel verto- Maar uur na uur verstrijkt en de Calder is nog niet binnen. Aan de kade wordt men een tikkeltje zenuwachtig. Zou het schip toch iets zijn overkomen? Een aanvaring misschien? Wel nee, dat zou allang bekend zijn. Een stranding? Wat, een stran ding met dat weer? Gewoon belachelijk! Calder. Er worden allerlei ver onderstellingen geopperd. Zou het schip machineschade heb ben opgelopen en hulpeloos ronddrijven? Hoe kan dat De route is de drukstbevaren van de gehele Noordzee. Men had dan toch wel seinen van de Calder opgevangen? En dan, de Noordzee is de Atlantische Oceaan niet en geen Stille Oceaan! Laten we nog even wachten. De overtocht HamburgHuil duurt 36 uur. Na 72 uur had ze er toch zeker al moeten zijn. Waar zit de Calder? Wrakhout Telegram Er wordt een telegram ge stuurd naar de reder te Ham burg. Nee, er is niets bijzon ders. De Calder heeft op tijd afgemeerd en is op de Elbe nog waargenomen. Trouwens de loods heeft het schip normaal verlaten en niets bijzonders geconstateerd. Wat, is de Cal der niet in Huil binnengelopen? Bestaat niet. Maar het bestaat wel! De zaterdag gaat voorbij en de heeft zien drijven. In de buurt van Doggersbank. Jazeker, er stond een naam op. een korte naam. maar men heeft hem niet kunnen lezen. Stond er mis schien Calder? Ja, dat is best mogelijk. Er lopen vissersschepen de haven binnen met wrakhout. Het hout wordt nauwkeurig door de bouwers van de Calder onderzocht. Maar men heeft geen houvast. Dc planken zijn zwaar beschadigd. Zijn.ze van de Calder? Maar als dal het geval is waar zijn dan de opvarenden? Weer worden veronderstellin gen geuit. Zou het schip een explosie in de lading hebben gekregen? Onmogelijk. Het had enkel ongevaarlijke stoffen aan Verder worden er geen spo ren van de Calder meer gevon den. De naam wordt op de schepenlijst van de rederij zondag breekt geen raadsel geplaatst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 13