VOLTAIRES CANDIDE Twee werelden BLUES VOOR GLAZEN BLAZERS DE FILOSOFIE OP HET FILMDOEK I is volkomen van onze tijd ONTVOUWD IN FRANSE ROMANS ZONDAGSBLAD ZATERDAG 6 FEBRUARI 1963 De filosofie heeft tegenwoordig de weg naar het filmdoek gevonden. Achter elkaar komen er in ons land twee films, die beide een filosofisch onderwerp behandelen. De eerste is de film van Norbert Carbon- naux, die onder gelijknamige naam Voltaire's „Can- dide" de roman die geïnspireerd was op de filo sofie van Leibniz naar onze tijd overgeplaatst- de tweede is de Deense film ,Selvmordskolen" (De zelfmoordschool)waarin Knud Lejf Thomsen de filosofie van Sören Kierkegaard voor de film adop teert. Ditmaal enige opmerkingen over „Candide". Candide (Jean-Pierre CasselJ i Cunégonde (Dahlia Levi) 01 moeten elkaar in hel Elzass filosofische conclusie uit al dit wedervaren te trekken: „Toen de mens in de Hof van Eden werd geplaatst gebeurde dat ut overa- retur eum. opdat hij hem be' door de film wordt overtroffen, - want in de ondeugd hebben we perken: hetgeen bewijst, dat de he, tegenwoordig ver gebracht. ens niet is geschapen om te WERKEN de tijd en zitten 1CJ. „JPL „M te paard. Men komt zowaar Voltaire rich 20 kon scherpen schijningsjaar van Candide Voor in Argentinië terecht en weer de hooggeleerde overige zijn ze helemaal van terug in De Gaulles Frankrijk. Men wel geen filosofie uit onze moderne geschiedenis feite teruggaat op 1759, het het satirisch talent i Voltaire laat Martin (Carbonnaux heeft deze edele fi' de oorlog P»» overgeslagen): ..Laten als die hoffilossof Gottfried Wilhelm Leibniz. De goede man, want dochter ongetwijfeld een dood goede 1 trekt naar het Verre Oosten, Cunégonde is in de film de de dames vallen in handen van ichter van een baron in de Elzas koning Farouk: de heren helemaal taiet dus uit Westfalen). De in Borneo, waar zij de inboorlin- werken, zonder te kletsen, dat is het enige middel om het leven draaglijker te maken". Maar zelfs daarop weet Pangloss weer een wijsheid: „Alle Toch kan men zich daarmee niet van Voltaire afmaken. Ze ker, Voltaire (en in zijn voet spoor Carbonnaux) geeft een caricatuur van de werkelijk- i^eggcn heid, maar hij weet het Leibniz evenwel geeft ook een caricatuur van de werkelijkheid (dat heeft hij gemeen met de ideologen van allerlei snit), hij weet het niet. Mocht heeft het serpent Fransman Carbonnaux zoekt juist gen steunen in hun strijd tegen het i Ferney geïnspireerd tot der geestigste satires uit de we reldliteratuur, zijn uit 1759 da terende „Candide". Met een op zienbarende overmoed is Nor- bert Carbonnaux zo brutaal ge weest de Candide tegenwoordige tijd over brengen. OPTIMISME de Elzassers uit, omdat deze lieden gehate Hollandse juk. Echter nooit helemaal als Fransman au een omreisje door de Sowjetunie, sérieux genomen worden (vgl. waar Pangloss een hoge regerings- Sartres Les Mots). De Bulgaren, baan heeft veroverd, verzeilt men die indertijd de Westfaalse Cuné- in Amerika, waar Pangloss gonde verkrachtten zijn nu Duit- ijvert voor een verbetering sers geworden en van dat ogenblik Russisch-Amerikaansc betrekkin- (1940) af. kan de geschiedenis zijn gen. Daar weet men aan geld te loop hebben. Bombardementen, komen en zo kan de Candide van collaborateurs, Gestapo, het is Carbonnaux eindigen als de Can- alles aanwezig om aan te tonen, dide van Voltaire: Candide trouwt dat deze wereld toch niet helemaal op het eind toch met Cunégonde, je dat is, ondanks prof. Pangloss. hoewel ze oud en lelijk is gewor- Maar ook nu weer: de grootste den en samen bewerken 1 schavuiten overleven de troebelen tuintje. Pangloss weet w denkbare aller werelden, je dit (en dan komt de hele waslijst weer) en dat niet allemaal had meegemaakt zou je nu niet hier gekonfijte sukade en pistaches r»,^. ^ebt u voortreffelijk ge- verbetering in de zeSd antwoordde Candide, Nu laat de Candide zich uitne mend naar onze tijd overplaatsen, want de mens uit onze dagen is nog van hetzelfde maaksel als die uit Voltaires tijd. Alleen met de filosofen zit het moeilijk, We hebben tegenwoordig geen opti mistische filosofen meer. Sedert Schopenhauer is dat ras op een paar opflikkeringen na uitgestor ven. Voltaire had het wat dat betreft makkelijker. Hij had om het wetenschappelijke optimisme uit te beelden de voorbeelden voor het grijpen en zijn filosoof was dan ook de grote Leibniz zelf. die hij in de gestalte van prof. Pang loss tal van adembenemende avon turen kon laten ondergaan, waar onder de man onverdroten zijn optimistische theorieën bleef spui- Nu doen die theorieën evenwel T\IT IS de titel van een boek succes van een band hangt af van derne muziek. De schrijver heeft hoewel de U geschreven door de vlami„g het niveau. De linancien dwingen getracht „zich gloeiend gagmen- Willu Rnanemnn en uitaeaeven de creativiteit af. Ook is de jazz tair uit te drukken" (vgl. blz. 132). .L™ ST vü niSüïl ondenkbaar zonder een soort reli- Het resultaat is een boek dat Daarom is het noodzakelijk. z, 9T j /d u w u* Sie der zinnen en van het bloed, weinigen zullen verstaan, een ver- voordat men de film eventueel zou Rotterdam/Den Haag. Want het Een jonge man ieven(j m een haal waarvan de meeste lezers in ieder geval een boekeen intellectuele gedachtenwereld, min niets wijzer worden, beschouwin- prozawerk. Een roman is het of meer bewust zoekend naar de gen over het leven die niets nauwelijks; een verhaal in de zin van het leven, moet dagelijks positiefs brengen. Maar toch heeft Willy Koggemian anaals menen daarmee op „christelij ker" terrein te zijn, laat hij dan liever even de Bijbel opslaan, want dit wegstrijken en weg praten van het kwaad is de klassieke methode van de mens om zichzelf te rechtvaardigen. tuintje gaan Beter is het, het kwaad bij de naam te noemen en zich dage lijks voor ogen te houden, dat deze wereld geen object is van filosofische mooipraterij maar Men begrijpt, dat Voltaires een wereld is van „na de zon- ...j.-j- jj deval". In dit opzicht kan Voltaire ons daarbij betere diensten be wijzen dan Leibniz, hoe schoon diens woorden ook klon- Ev. GROLLE NA DE ZONDEVAL verouderd menselijke realiteiten in principe ■veranderd zijn gebleven. iets te vertellen Leibniz, de filosoof van het opti- die „akelige onhebbelijk heid". zoals Voltaire Cacambo laat gewone het woord he- het beste dat hij heeft letterlijk dit boek. -steeds maar te bewe- ie'manf tlïei Het gaat over een verspelen, Het gebruik van alcohol waarde van dat .alles goed,gaat,terw.,l het Peter Witherspoon **-*•»>. dan nog voornamelijk over Improviserende allemaal verkeerd loopt". GROTE ORDE op de orde, mening in de wereld moest heer sen, dat hij alles wat niet met die orde scheen overeen te komen in glasheldere redeneertrant de gepraestabiliseerde harmonie, zoals dissonanten zijn gedachten- i tijdens of buiten gevoelsleven, jen eikaar de bal toewerpen en buiten zijn musiceren, spelen vanuit de geest van het men vaag iets over team. Zij moeten elkaar op het verliefd geraakt zijn verblijf in Amerika, in fijnst aanvoelen: als goede ver- zijn parijs en andere steden; over staanders hebben ze aan een half zijn relatie tot het kostschool- aan eea 32e Benoe9- meisje Annie, tot Kitty White, de echtgenote van de impresario Requlator nog enkele andere 3 -vwe ho.ren van een Daarom zegt de auteur te- kwaad en het morele kwaad vond operatie en van de plotselinge re>cht dat de virtuositeit meer alles tenslotte zijn legjtieme plaate dood van zijn collega Tido Mat- js dan uitdrukkingsmiddel,"zij is mmnspprae ta' Maar het is net of de auteur eveneens een demper op de e muziek de ervan uitgaat dat de lezer het directe ontroering, een regulator in de schilderkunst historisch materiaal kent, zodat van de emotie" (blz. 65). Bij de de schaduwplekken hun legitieme hij kan volstaan met erop te siechte musicus bedekt de vir- een merkwaardig en veelzij plaats^ hadden. Zelfs Leibniz zag zinspelen en erover te filosofe- tuositeit een leegte; bij Wither- dig mens. En dat achter deze zorger In de roman L'Etat sau- vagc van Georges Conchon, de Prix Goncourt 1964, liggen twee thema's naast elkander en goeddeels over elkander. Het eerste is dat van de rassentegenstellingen, die ge makkelijk tot rassenhaat worden, van blank jegens zwart en van zwart jegens blank, zoals het zich open baart in een der kleine Afri kaanse staten: daarnaast, verstrengeld met het eerste en er een feller karakter aan gevend, dat van de be trekkingen tussen een man en zijn vrouw, die hem heeft verlaten en die hij onver wachts terugvindt, ruimer ge zegd. van het duel tussen heide sexen. Een jonge Fransman, Avit, doctor in de letteren, auteur van verscheidene publikaties, is door de Unesco belast met een controlerende functie en wordt gezonden naar een der kleine nieuwbakken republiekjes in Centraal-Afrika om daar zijn werk te doen. Tot zijn schrik ontvangt hij, nauwelijks aange komen, het bevel binnen vier entwintig uur het grondgebied van het staatje te verlaten. De zaak wordt hem duidelijk, als hij verneemt, dat zijn vrouw, achttien jaar oud toen hij haar trouwde en na nog geen jaar weggetrokken met een vage handelsman, hier is beland en de maitresse is van een der ministers. De wond had zich gesloten en Avit had zich een nieuw leven opgebouwd, zonder Laurence, maar met belangwekkend werk en vele interessen; nu rijt de onverwachte situatie, waarin hij zich geplaatst ziet haar open. Ijverig werkt daaraan mee Gravenoire. de op zijn beurt versmade minnaar. Trou wens, de gehele Franse kolonie, op de hoogte van het geval, volgt met spanning zijn reac ties. Er wordt van hem een daad verwacht, in welke rich ting dan ook. Avit, een weifelaar, ccn in tellectueel, die emotionele elementen uit zijn leven tracht te bannen, in ieder geval onder controle te houden, is geen i niet als hij kennis maakt met Doumbé, de neger met wie Laurence samenwoont, een dok ter, die in Frankrijk zijn studie heeft volbracht en qua ontwik keling en levensstijl op zijn eigen peil staat, in alle opzich ten een sympathieke vent. Marnix Gijsen incognito JAN*ALBEET GOKIS: geestig en puntig over veel onderwerpen JAN-ALBERT GORIS Op mijn lijstje tel ik twin- SJ)00n reguleert zij een teveel. schriivér''diplomaat'""celeer- - - tig figuren en vermoedelijk zijn Misschien is de hoofdfiguur uit uipiuiiunn., geieei ügd nuu^,. belast met de er zelfs meer, want recenseren dboek voor een rasmusicus te de en radiospreker een mens lichting over zijn vaderland v^lgnensDaLei°bnizWde best w tenslotte geen boekhouden. nadenkend, te beschouwelijk, met een warm kloppend hart Amerikanen bovendien als ere-v wel, dat niet alles was zoals het wezen moest, maar wacht maar: eens zou alles op zijn pootjes terechtkomen. Daarom jj|j| wereld denkbare en mogelijke. Signet Classics zijn weer IM.. S e goede titels toegvoegd. verdediger en pleitbe- Van Charles Dickens: The Pick- zijn land geweest in de wiek Papers; van Herman Melville Verenigde Staten. Als gevolmach- The Confidence Man; van John i beetje Het boek roept op de gevoels- m verbeeldingswereld jazzman, van de literatuur - een aparte kers hem onlangs hebben aan- 1 mncitu wereld: de aeestesaesteldheid Hij had alleen nog WÊÊKL ua^ last met de Bijbel, een boek Wie niet muzikaal is zal moeite wereld: de geestesgesteldheid dat altijd gaatjes prikt in het hebben de lectuur vol te houden, van de creatieve kunstenaar. geDoden. optimisme. Maar ook deze wist wie het wel is en de geestesge- T Tsjp/WlnnHcP Laolao steldheid van de improviserende -r_„j_„ .^1" INederiandse taaige- muzikant niet kent, zal evenmin ,,Z.Onder inhoud bied is Jan-Albert Goris be- met dit boek wegweten. Daarbij komt, dat de hoofdfiguur Peter Nu moet men toegev Witherspoon een intellectueel is, Witherspoon, als Bunyan het beroemde, ook hier te lande zeer bekende The Pilgrim's Progress: van Henrik Ibsen (de Maar voor de begrijpende lezer schuilgaat blijkt wel uit het van^ opent hij en dat is de taak geschenk, dat zijn medewer- lang in het Engels _hoofdartikelen tes Don Quichotte;~en_van de Noor hij filosofisch te benader der de vraag: „Si Deus est unde malum?" (Als God be staat, vanwaar komt dan het yyjir kwaad?). Deze vraag werd door met dat de Amerikanen er notitie i sterk beschouwelijke in- intellectueel. kend geworden als de schrij- uitgav ■eel ver Marnix Gijsen maar ook hoofdartikelen in boekvorm hem beantwoord en gladgestre- S]ag, 2ijn gefilosofeer, doorspekt veel zijn Theodize", de in met. zinspelingen op werk het hiernamaals, vraagt hij zich af deze Vlaming lazen zullen MeulehhoH. Amsterdam en NUgh End of Heligion stenaars 1710 verscheen en door Voltaire sommige moderne beeldende kun- (op blz. 92) of het sterven mis- als de herinnering tot de kennelijk goed gelezen was. ~l 1 J"~' THEODIZEE In het Mentor Book The Genius of the Italian Theater heeft Eric Bentley zeven toneelwerken van Zijn medewerkers hebben Italiaanse auteurs bijeengebracht, de kosten gedragen van de die tezamen een lange periode van keuze uit die de toneelschrijfkunst van dat land oekvorm en die dekken. De Canadese theoloog Nederland verzorgd door Wilfred Cantwell Smith schreef uitgeverijen het instructieve The Meaning and r vermoedelijk e De passages over de Theodizee laat Carbonnaux in zijn film on- Roggeman Is dit echter niet aangetast en zij zijn met de figuur van prof. Pangloss die ze uit spreekt het enige dat ons eraan herinnert, dat de film ondanks de er in voorkomende gebeurtenissen uitspraken van denkers schien niet het beste te beschou- i ncr„tp WprplrioorW tpniP- in een bepaald soort wen is, als de verandering van wereldoorlog terug halfwetenschappelijke lectuur te- beweging in een simfonie. Ook op gaat zeker de stem van genkomt, nadert soms het gedaas andere plaatsen in het boek komt Relo van de BBC" nop van rip- snnh Nti oolnnf ilr wpl rial mpn rlio oeHioticpho inctr>11in<» fn- voor hun geest kunnen halen. de- snob. Nu geloof ik wel dat dit boek hemelhoog zou prij- snob is. Van Ditmar, Den Haag-Rotter dam, onder de titel Candid Opi nions om Sundry Subjects. Openhartige meningen over allerlei onderwerpen dus. Gees tig, puntig, scherp en zeer intel- Inzet SMALFILMPROJECTIE In ons Zondagsblad van 30 ja nuari bespraken wij het boek Smalfilmprojectie van Henk Berg (Uitgave Sonja Kalkman, Rotter dam). Door een zetfout werd Om de auteur recht tc doen, dient de lezer te beseffen dat muziek en daarom niets werkelijk zégt. En het spelen in een jazzband op of hel bestam) op zichzelf geen „We doen ons best zonder er ligent doet Marnix Gijsen lüer American Ubrara Eers" nzlé'esïme'm °P °P te poffen. En toch zullen incognito allerlei zaken af, die gaat Trïinm to S 1945, "et jaar we ze kriieen die Moffen" de Belgische zaak konden die- der beslissingen en in deel 2 op r to.u. n j- ,Jge nen en die de kennis van Euro- 194&-1952, de jaren van beproe- „En Willy Roggeman (de. Met die slagzin eindigde hij auteur treedt hier dus op als steevast zijn veelbeluisterd, bijfiguur, C.R.) die door het - het Westen voorhoudt oog te hebben voor de godsdiensti- andere volken, kunst is, die alles zegt geslepen venster van de veran- hekelend radioraatje, -i-i naar de stromende regen op het koertje kijkt, zegt: „Zo'n nen en die de kennis van' Euro- 19461952, dé jaren pa der Amerikanen zeker niet vilJS7en hoop. konden schaden. (171 blz., f 8.90) Jan-Albert Goris had een stand- Klassieken prijs 2,50 improvisatietalent Musiceren op J£r"u"Lals onrecht of als onzin ziet, hekeft een bepaald peil vereist de inzet maar met hij fel en met een pen, die van de hele mens, zelfs wanneer een Vochtige vorm welversneden is. Of hij dat i zijn eigen Vlaams, in het Frans of namelijk het Engels moet doen, het dit boek dingrijkheid en slagvaardigheid de 3 een prachtige vorm". Dit tekent de musicus, i genoemd. Dit moet zijn 12,50. daarboven worden verlangd. Het is Al vaker hebben wij in deze kolommen gewezen op de uitste kende klassieke werken voor- Angelsaksische origi- die The New American schijnt hem alles moeiteloos af te Library maandelijks in pocketvorm kunnen bieden. het licht doet zien. Aan die reeks Allen Dulles, de Amerikaan, die jarenlang de leiding had van de contra-spionage der V.S., heeft in The Craft of Intelligence een in zicht gegeven in de methoden, die worden toegepast bij de spionage over en weer in de twintigste eeuw. Geheimen vertelt Dulles vanzelfsprekend niet. Wel bepleit hij een sterk spionagenet om die de Sowjetunie het hoofd te na een gymnasiale opleiding, wijsbegeerte en politieke we tenschappen bestudeerd en is daarna opgenomen in het Se cretariaat van de Franse Se naat, waar hij nog zijn arbeid vindt. Daarnaast heeft hij een zevental romans gepubliceerd waarvan drie met secundaire prijzen zijn bekroond. De meest bekende is Le Corridor de la Victoire (Prix des Libraires 1960). Veiligheidshalve zij ten laat ste nog vermeld dat door het realisme van sommige gedeel ten dit boek niet in alle handen kan worden gelegd. Naijver De toestand, statisch tot nu toe, wordt dynamisch als in de ministerraad Doumbé zijn kol- lega die Avit buiten zijn weten heftige tonelen af, die de jaloe zie van de andere ministers, onontwikkelde lieden door het domme toeval of de drang van hun stamgenoten op een hoge plaats gezet, verraden; jaloezie op zijn kennis en beschaving, op zijn invloed in de staat en -niet minder op de blanke vrouw die hem verkoos. In een tweede bijeenkomst van de raad. waar hij ontbreekt, wordt hij afgezet en wordt een arres tatiebevel tegen hem uitgevaar digd. In de nacht weggehaald, wordt hij in de vroege morgen buiten de stad gefusilleerd. Avit, wakker geworden uit zijn besluiteloosheid, ontfermt zich over Laurence. Zijn liefde voor haar is dood; bovendien heeft ze door haar leven in Afrika hem gekrenkt in zijn waardigheid als man. Maar nog steeds is ze zijn vrouw; hij is haar bescherming verschuldigd. Aanvankelijk weigert Laurence met hem te vertrekken, even- J. VAN H. nigc Grave: en daad. Evei als hij ziet situatie is. Bekendheid wel als ze de feitelijke omstan digheden, de volle waarheid, weet, laat ze haar verzet varen. Echter zonder enige toeschiete lijkheid te tonen; haar liefde blijft voor Doumbé; ze volgt haar echtgenoot slechts onder de druk van de noodzaak. Wrevel Inderdaad. Avit was in een moeilijke positie; anti-raciste van gevoel en krachtens zijn Unesco-functle stuit hij op de onwil bij de blanken de nieuwe situatie loyaal te aanvaarden. Ze bespotten de onhandigheid der zwarte gezagsdragers, hun kinderlijke vreugde over de pas verworven macht, hun hang naar pronk en praal. Ze ver langen niet te helpen maar verblijden zich over de be- stuursfouten. Geld verdienen, zelfs ten koste van fatsoen en eerlijkheid is zo ongeveer het enige doel van hun aanwezig heid. De wrevel over de nood zaak te leven onder de heer schappij der zwarten bepaalt het klimaat van hun woorden en daden. Vandaar hun nieuws gierigheid naar wat Avit zou doen en hun teleurstelling, ja woede als hij anders reageert dan zij wensten. Anderzijds spaart Conchon ook de zwarten niet; wat de blanken zien bestaat werkelijk. Er bestaat zelfs wat zij niet zien: een latente rassenhaat ge grond op vele jaren van onder drukking, een besef van min derheid en een felle jaloezie op wat blanken bezitten en ver mogen. Doumbé, die een blanke vrouw verkoos boven een ras- genote, was in hun oog een overloper, een verrader van zijn ras, geestelijk een blanke. Vandaar hun opgekropte haat jegens hem, die zich ontlaadde in het arrestatie- en fusille- ringsbevel. Hoog peil Conchon heeft met dit boek een goed staaltje van literaire kunst geleverd. Het is levendig geschreven, tekent soms in en kele trekken een figuur, en biedt hallucinerende brokken beschrijvingskunst. Als dc auteur het toneel schetst in het regeringsbureau waarbij de mi nisters een stammendans uit voeren rondom de verwesterde Doumbé, of als hij Avit en Laurence een tocht laat maken door de stad, begeleid door honderden m dolheid losgebro ken negers, en niet minder als hü ze, uit de wagen gestapt, laat doorgaan, om het vliegtuig te bereiken, tussen een muur van negers enerzijds en een andere muur van spottende blanken anderzijds, dan geraakt de lezer onder de. indruk van Conchons stijlvermógen. Voor psychologische uitdie pingen der karakters was hier geen plaats; het ging hier meer om situetie- dan om karakter tekeningen, om groeps- dan persoonlijke gevoelens. Men kan ook zeggen, meer om een stuk Centraal-Afrikaanse socio logie dan om psychologie. Een uitzondering vormt de ongelukkige Avit, die, rustig reiziger als hij is, als hij plotse ling in een razende storm wordt geworpen, door zijn weifelin gen, de smalende spot opwekt der andere Fransen, maar daar na een mannelijke houding te rugvindt en. zonder liefde voor Laurence, doet wat hij als zijn plicht beschouwt, de aan beide zijden uitgestoten vrouw be schermen. Sommige bijfiguren echter weet Conchon in enkele trek ken te typeren; de politie-com- missaris Arlaville, brave Elzas- ser, die helpt waar hij kan; de kapitein Tristan, militair advi- gevoelloze bruut; de poe- /-x h-e, vals in woord een priester, die. hoe netelig de snel verdwijnt, en goedwillende zendeling, die iets meer weg heeft van de barmhartige Sa maritaan. Onzeker is het beeld dat de lezer krijgt van Laurence; deze zeer gecompliceerde figuur ver toont een onduidelijk gelaat. Sympathiek heeft Conchon haar niet gemaakt; ze is eigenwijs, koppig en hooghartig. Vermoedelijk zal dit boek in Afrika niet met vriendelijke ogen worden bezien, door blank noch door zwart Onkunde kan de schrijver in elk geval niet worden verweten; in '59 en '60 heeft hij de organisatie van de Wetgevende Vergadering van een der nieuwe staten in tro pisch Afrika opgezet en geleid in nauw contact met de voor aanstaande mannen. Hij heeft zodoende de mentaliteit van alle partijen geproefd. Een enkel woord nog over deze auteur. Geboren (1925) te St.-Ajvit in Auvergne, heeft hij De Prix Renaudot 1964 is toegekend aan Jean-Pierre Faye voor zijn roman L'Eclu- se, die, iets minder ontoe gankelijk dan zijn drie voor gangers, en door de prijs naar voren geschoven, de veertigjarige schrijver in breder kring bekendheid zal verschaffen. De hoofdpersoon is een jonge vrouw. Vanna. Ze woont in West-Berlijn, maar door haar werk aan een reisbureau heeft ze de gelegenheid ook Oost- Berlijn te bezoeken, waar het toneelleven haar aantrekt Ze passeert dan „l'écluse" de doorgangspoort in de Muur, die werkt als een sluis die twee ongelijke wateroppervlakten verbindt; aan de ene zijde een zee v: licht, aan de andere een oora van grauwheid. Vanna heeft in West-Berlijn een vriend, een journalist die ze Alé noemt. Ze ziet hem zelden, want hij is gebonden aan een geesteszieke vrouw die zijn aanwezigheid vraagt Moei lijker te dragen is voor Vanna dat hij daarnaast nog een band heeft aan een andere vrouw, Virgula, die in de loop van het verhaal zal blijken ook ziek te zijn. Zelf heeft Vanna in Oost- Berlijn een tweede vriend, Ewald, die. zowel als Alé een naam blijft, een figuur in de verte. Wat bedoelt Faye met deze gecompliceerde verhou dingen? Men heeft er een sym bool in menen te zien van de en kloven elkander zonder be lemmeringen toe te behoren. Maar naast deze. wel dunne draad, loopt door het verhaal een tweede, die meer ruimte vereist. Vanna maakt kennis met een ondernemende jonge man. Carl Otto, die haar in wijdt in het grootse plan van een „maffia", die het aanschijn der dingen, tenminste in poli tiek opzicht, wil veranderen: een atoombom neerlaten boven Jeruzalem, die andere gespleten stad, of, iets minder fantastisch, het werk onmogelijk maken van de geleerden die in een zeker land arbeiden aan de vernietiging van het buurland, lees Egypte en Israël. Daar wordt geheimzinnig over gecon fereerd en daar komen andere figuren op het tweede plan bij te pas. Deze mensen leven naast de werkelijke, in een imaginaire, wereld. In feite ge beurt er niets: we blijven met onze vragen zitten. Raadselen Dat is de bedoeling van de auteur, die behoort tot de groep van Le nouveau Roman. Suggereren, niet expliceren, dat is haar geliefde werkwijze, die soms tot opmerkelijke resulta ten leidt, maar ook wel te ver wordt doorgedreven. De lezer wordt dan aan de ingang van een bos alleen gelaten om er zijn weg te vinden met behulp van enkele merktekens. Anders nog gezegd, hij moet een puz zelplaat samenstellen, waartoe de schrijver hem slechts en kele brokstukjes in handen geeft, terwijl hij de ontbreken de zelf moet leveren. Indertijd zijn op deze pagina boeken besproken van de coryfeeën van deze groep als Alain Robbe- Grillet, Michel Butor, Claude Simon, Robert Pinget e.a., boe ken die de geconcentreerde aandacht vroegen van de lezer. Hij is alleen bereid die op te brengen, als in het werk van de schrijver een element ligt dat hem aantrekt en appelleert aan zijn eigen gevoelens. Of dat hier het geval Kan zijn, valt te betwijfelen, zodat wie het ce rebrale spel niet met Faye mee wil spelen al spoedig de strijd opgeeft. Trouw Ook op detailpunten is de schrijver trouw aan de procé dés van zijn groep, zoals de grote aandacht voor de dingen, die. volgens haar visie, de sfeer bepalen en zodoende op de stemmingen en daardoor op dc daden van overwegende invloed zUn; daarnaast de gewoonte gedachtcnflarden te geven met w(jde hiaten en forse sprongen. Verwarrend is bij Faye nog zijn voorliefde voor zijlichtjes of, wil men, voor weerkaatsin gen, zodat hij uitweidt over bijzonderheden die in zijn ver haal geen rol spelen, maar misschien wel op een bepaald moment de aandacht trokken van zijn figuur, en daartegen over zwijgt over hetgeen de lezer essentieel toeschijnt. Een laatste opmerking ten besluit. In een interview ver telde Faye van zijn sterke belangstelling voor de raadselen en onzekerheden zoals het le ven er zoveel oplevert. We mogen wel veronderstellen dat hij bij zijn toekomstige lezers een gelijke neiging vermoedde en er een genoegen in vond daaraan te voldoen! v. d. PANNE Georges Conchon. L'Etat sauvage, uitg. Albin Michel. Parijs. Jean-Plerre Faye. L'Ecluse, uitg. Les Editions du Seuil, Parijs.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 18