Indrukwekkend
werk over
Noord-Zeeland
Kort verhaal door T. Slijk -«
De kinderen van het Boshuis
ZONDAGSBLAD
Tussen afsluitdammen en deltawerken
ZATERDAG 6 FEBRUARI 196«
JN DE serie TiLSsen Afsluit
dammen en Deltadijken"
is thans het tweede deel ver
schenen. De auteur, de heer
M. H. Wilderoming., tech
nisch hoofdambtenaar van
rijkswaterstaat te Vlissingen
heeft dit deel gewijd aan
Noord-Zeeland, namelijk de
eilanden Schouwen-Duive-
land, Tholen en Sint Philips-
land. In dit deel is zoveel
mogelijk dezelfde gedachten-
gang gevolgd als bij het
eerste deel. dat Noord-Beve
land behandelde.
Ook nu zal de lezer onder de
indruk komen van de enorme
hoeveelheden werk, die de
auteur heeft moeten verzetten
voordat dit meer dan vierhon
derd pagina's tellende boekwerk
gedrukt en wel op tafel kwam
te liggen. Kon hij voor het deel
over Noord-Beveland rekenen
op zijn mede-auteur, de heer M.
P. de Bruin, deze laatste kon
om gezondheidsredenen nu zijn
medewerking niet verlenen, al
zorgde hij dan voor een aantal
gegevens voor het historische
deel van het werk.
eilanden van Noord-Zeeland.
Het is het verhaal van de
polders en van de mensen, die
de eeuwen door hier leefden en
nooit rust hadden, omdat het
water altijd weer hen bezig
hield.
Alle polders krijgen een
beurt, vanaf hun ontstaan tot
onze tijd. Vallen en afschuivin
gen, stormvloeden en inunda
ties: zij worden nauwkeurig be
schreven, evenals de velerlei
wijzen, waarop de bewoners
zich ononderbroken teweer stel
den tegen de zee.
Dat de heer Wilderom Tholen
en Sint Philipsland heeft be
handeld is o.L terecht. Zij zijn,
waterstaatkundig beschouwd
niet minder interessant dan
Schouwen-Duiveland. Boven
dien zullen deze kleinere eilan
den ook niet onaangeroerd blij-
Nven: de toekomstige Schelde-
Rijnverbinding zal van invloed
zijn en al wat nog niemand, of
en zo ja wanneer het Reimers-
waal-plan zal worden uitge
voerd, binnen weinige decennia
zal hier ongetwijfeld het een en
ander gaan gebeuren.
Eigen risico
CorrcspondenUe en oplossingen aan
i* heer H. 1. 1. SUvekoorde, Goud-
relnetstraat 123. Den Ilaag.
Wie zich aan een ander spiegelt,
spiegelt zich zacht. Het heeft er even
wel de schijn van. dat deze waarheid
in het schaken slechts geringe bekend
heid geniet Althans, zij die wérke
lijk *>an andermans fouten leren zijn
weinige. Wellicht ook vindt dit zijn
oorzaak in de omstandigheid, dat men
nooit of nagenoeg nooit iden-
posities tegenkomt. Altijd zijn
tb KirbyOlivei
echter bijzonder
leilijk
zijn i
f g h
groef de zwartspeler met
Txd4? zijn eigen graf. Wat
OPLOSSINGEN
inder volgen de oplossingen der
Rest ons te vermelden, dat de
auteur voor de voorbereidende
werkzaamheden als tekentype-
en fotowerk een subsidie heeft
ontvangen van ZWO. maar dat
de uitgave geheel voor eigen
risico is. Het boek bevat enkele
honderden foto's en tekeningen,
alsmede twee uitslaande kaar
ten. Het is voor 29,85 ver
krijgbaar aan het adres van de
Schouwen-Duiveland is het
laatste eiland van de provincie
Zeeland, dat via de Grevelin-
gendam en de Haringvlietbrug
met het vaste land wordt ver
bonden. Juist daarom is het van
belang te beschikken over een
historische documentatie, die Schouwen-Duiveland heeft de
voor de buitenstaander mis-
schien wat „droos" is, moor die verschrikkingen van de tooters-
gaat leven voor ieder, die de nood wel heel hevig gevoeld,
moeite neemt zich rekenschap
Ie seoen van wat de sirijd H,er '"vhtopname aan Ore.-
tegen het water inhield en van schor op Duiveland uit 1953.
de gevolgen, die een doorbre
king van het geografische iso-
lement met zich brengt. yf
partij Kahyai—Hadjotii
I I*
■4 A iü
liti*
ia
M M
m&U QAH
ma
1. Lf4 1. c5? Wat volgde?
(2) Uit een partij HadjikyprlsRocha.
8a8D alD 9 DdSt e
laj: l.a7 Le4
rij) 5 KfB (5 Kg7 6. Te7t)
8. Te8t! Kxe8 7.Lb5tKe7 8.Lxa4 a2
-i lO.De8t Kd8 ll.Dd7 t Kc3
(3) I
van Koranyl: l.Tc8 Tc2
Strijd
Het kan verkeren. Dat wist men
vroeger ook al, blijkbaar. Een Rus
sische handelsfunctionaris heeft ons
dezer dagen wel even versteld doen
staan. Hij vertelde nl„ dat de Rus
sen moeten leren, in kapitalistische
stijl te adverteren. En dan nog wel
met gebruikmaking van commer
ciële tv. reclamefilms, aantrekkelijke
verpakking en beroepsreclame-dcs-
kundigen.
duklen (in het hijzonder die, wi
\oor de uitvoer bestemd zijn) te
hogen.
Wat de inhoud van het boek
betreft: het is een zeer gedetail
leerde beschrijving van strijd,
overwinning en nederlaag: het
water bepaalde de geschiedenis,
de ontwikkeling van de drie
Hij
•kent nu, dat de Russen
in het verleden hebben vergist
hun afwijzing van de harde wei
verkoopmethoden.
Nu twijfelt niemand meer aai
feit. dat onder socialistische
waarden (uiteraard zou men
verklaarde, dat het
sntieel van de tv in
Ook protesteerde hij er tegen, dat
een zendtijd van drie minuten op de
Ru-Msche tv teveel kost, nl. 63 roebel
(dal is ongeveer 200 gulden).
Vele firma's kunnen zicli dat niet
veroorloven, zo zei hij. Als hij zijn
zin krijgt, zullen ook in de bioscopen
in de ^owjetunie reclamefilms wor-
er: „Tol
ilfs die va
kwaliteit, verpakt in rv
de emballage heeft eer
grauwe kleur, „versiei
drukkeliugslozc tekenin
was een ernstige fout. Was
(3) Uit een partij Pcrez—Boniw
hoogste
rrscl.ille
De funct
ide synthetisch<
oor de Rus
e worden gel
lig gebruikt.
Het is jammer, dat liet nof
aantrekkelijk lijkt, om naa
Sowjetunie te emigreren. Er kaï
oktober nog hebber
geleverd. Chroesjtsjef zonder vt
de dijk werd gezet.
an liet wel. Voorlopig
iel hun specialisten
ro- eigen land moeten
de kunst van I
•stond, dan was
llen de Rus»
114.
11
11 1
4 W
•-
m w sc s
Txg2+I 7. Khl Tglt 1 en de ko
ning kan niet uit het pat vluchten) 8.
T*g2+ 7. Khl I Th2! 8Kgl! an
wint. Een zeer fijn tempoduel.
(4) Studie van Weinberger: l.ThSi
(Wit heeft de g-lijn nodig om schaak
te geven Daarom moet de g-pion ver
dwijnen) 1. Kxg7 2. Th5I b4
3 Txa5 b2 4Tg5t Kf8 S.Tgl Ke5
0 Tdt! (Het beslissende ..halt") 8
Ke4 7. Kg2 Ke3 8. Kfl(Precies
op tijd) 8 b3 9. Kei! en wit
wint. Zeer leerzaam voor de prakti
sche partij.
Wij beschikken helaas niet over vol
doende ruimte om deze oplossingen in
groter detail te geven. Wij vertrou
wen er echter op dat men met behulp
van ceze hoofdvarianten toch een
goed idee van de bedoelingen van de
auteurs heeft gekregen.
Magische kracht
van het kunstaas
Do magische kracht van het
kunstaas, door Jan Schrciner.
Uitgave P. van Bclkum Az.,
Amsterdam.
Met kunstaas vissen is een sport
die de laatste tien jaren steeds
meer opgang maakt. Het gevolg is
dat de industrie, die hier brood in
ontdekt, zoveel verschillende soor
ten en maten op de markt heeft
gebracht, dat de nieuweling door
het bos de bomen niet meer ziet.
De auteur heeft getracht in deze
chaos een beetje orde te scheppen.
Het is een boekje vol practische
tips over het formaat van de
spinner, de kleur van de streamer,
het aantal haken aan de plug en
waar en wanneer de diverse soor
ten kunstaas te gebruiken. <95 blz.,
ƒ4 50)
PUZZEL VAN DE WEEK
Kruiswoord-puzzel
Z.H.. 13.
Horizontaal. 1 stad in Frankrijk, 7. plaats
rechtmatige trots. 14. bijb. figuur, 16. meisjesnaam, 17. muziek
noot. 18. ga (Eng.». 20. voorzetsel, 21. stapelmeter (afk.22, at
mosfeer (afk.). 23. op een andere plaats, 26. gaan. weglopen, zich
bergen (bargoens). 28. beneden. 30. gil. 31. scheik. element (afk.).
33. erfdienstbaarheid, 35. muzieknoot, 36. gem. in N. Brab.. 33
rijksgrens (afk.», 39. trustee (afk.), 40. huisdieren. 41. godin van
de dageraad, 42 muggenlarve, 43. eerste boek van Mozes <afk
44. gewicht. 45. muzieknoot. 46. emeritus (afk.), 48. deel van het
skelet. 50, muzieknoot, 51. lastig. 55. water in Friesl., 56. It. dich
ter, 57. duurzame bouwstof, 59. plaats in Utrecht, 62. overmaking,
inz. van Geld. 64. voornaamw., 65 gebod. 66. kropgezwel. 68. mu
zieknoot. 69. in het jaar onzes Heren (afk. Lat). 70. hoofdwerk
der Oudnoorse letteren, 72. rivier in Italië, 74. nauwe, 76. gem.
in Z.H., 77. telwoord.
Vertikaal. 1. aanbieding. 2. munteenheid van Iran, 3. lidwoord
(Fr.), 4. op enige plaats, 5 voorzetsel, 6. jongensnaam, 7. insektje.
8 meisjesnaam, 9. verouderd woord voor fluweel, 18. inhouds
maat (afk.) 11. gewoonterecht (Ind.), 12. grondstof, 15. koor van
zangers, 19. bestelling, 21. handeling waarbij men gedachteloos
een gewoonte volgt, 24. muzieknoot, 25. onderofficiers, 26. moppe
raar (gew.), 27. afkorting van item, 29. radio Vaticana (afk.), 3Q
karaat (afk.), 32. strijdperk, 34. godin van dc vrede, 35. verfstof,
37. visje, 40. afgelegen, 44. voegwoord, 45. lijn (Lat.), 47, liturgisch
hoofddeksel. 49. onder. 51. overdekte bergplaats v. vliegtuigen. 52
lidwoord. 53. scheik. element «afk.», 54. staartster, 56. lengtemaat
(afk). 58. scheik. clement (afk 60. plaats in Zeeland, 61. spitse
bek van een vogel, 63. vertelling, 66. jongensnaam, 67 land in
Europa (afk.) 71. lidwoord, 72. scheik. element (afk.), 73. muziek
noot. 75. scheik. element (afk.)
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Hozitontaal. 1. pols. 4. amper.
8. hans, 12. ree 13 griet, 14
Karei, 15. ah. 16. nicht. 17. Wira,
13. ta, 19. torn, 21. ter, 22. den,
24. een, 26. natie, 28 ver. 31.
nok, 33. bos. 34. talie, 36. es. 38.
gal, 40. Dallas. 41. eng. 43. tege-
len. 44. Ens, 45. servet, 47. ets,
49. te, 50. Trier, 51. dek, 53. eik,
55 ten, 56. solon, 58. kol, 61
ham, 62. som, 64. pol, 66. is,
68. pek, 69. stoer, 70. pa, 71. pi
pet, 73. alert, 74. den, 75. Amor,
76. haard, 77. nors.
Vertikaal. 1. prat, 2. oehoe. 3.
Ie. 4. Arcen, 5. mihrab, 6. pet.
7. et, 8. ham, 9. ar. 10. net. 11.
slak. 13. git. 14. kin. 17. wee.
20. men. 22. dis. 23. telle. 25. nog
27. totebel 28. val. 29. riant, 30.
beest. 32. kater, 34. tante. 35 es
sen, -37. snert, 39. Let, 40. Dee,
42. griet. 46. ven. 48. sik, 51.
dom, 52. koster, 54. kop,J56. sak,
?167.'
'sla, 72. po, 73.
Aa, 74. do?
INZENDINGEN
Inzendingen worden voor don
derdag a.s. op ons bureau ver
wacht. Oplossingen mogen uit
sluitend op een briefkaart wor
den geschreven. In de linker
bovenhoek vermelden: „Puzzel
oplossing". Er zijn drie prijzen:
een van 5.— en twee van 2.50
cle óter*
Al vele eeuwen lang stond
Fionkertje. de ster, aan de
hemel en bekeek de aarde, die
ver beneden haar lag. 't
Kwam heel vaak voor. dat
grote grijze wolken haar het
gezicht benamen en zo was 't
ook deze keer.
Al weken lang probeerde ze
een glimpje van de aarde op
te vangen, maar 't lukte niet.
De wolken stormden zonder
ophouden langs haar heen en
ze dacht: „Waarom moet ik
toch altijd maar hier boven i
schijnen? Wat is 't toch vervp-
lend als je niets kunt zien dan]
grauwe grijze regenwolken. Ik
zou best weer eens iets van de
aarde willen zien."
„Nou", hoorde ze zeggen,
„wat let je?"
„Wat me let?", antwoordde
ze verbaasd, „de wolken na
tuurlijk."
„Nou, dan ga je toch zeker,
echt naar de aarde."
„Als je me dan ook vertellen'
wilt, hoe ik daar kom. dan is
't eenvoudig genoeg. Ik kan
me toch zeker niet zo maar uit J
die hoge lucht laten vallen? Ik!
zou er in duizenden stukjes
aankomen."
„Wel", zei 't maantje, want
die had zo juist tot haar
gesproken, ,,'t is inderdaad erg
eenvoudig. Ik leen gewoon een
straal van mijn vriend, 't zon
netje, en dan kun je je daar
langs naar beneden laten zak
ken."
..Dat zou geweldig zijn.
maar. maar eh. hoe kom ik
dan weer veilig terug?"
„Oh. dat is ook al simpel,
we hijsen je gewoon weer
naar omhoog. Als je de terug
tocht weer wilt aanvaarden,
tik je maar een paar maal
tegen de straal."
Zo gebeurde 't.
De zon leende haar straal op
voorwaarde, dat ze hem de
volgende ochtend vroeg weer
zou terugkrijgen en 't maantje
hielp Fionkertje reisvaardig
maken.
„Denk je lang beneden te
blijven?"
„Welnee, heel eventjes
maar, ik wou allen maar
even rondkijken, misschien
een uurtje."
„Oh", dacht 't maantje, „is
ze zo gauw al weer terug?" cn
vergat daardoor helemaal te
vertellen, dat de straal de
volgende ochtend vroeg weer
terug moest naar 't zonnetje.
„Nou, maantje, ik ga, tot
straks en vast bedankt voor je
hulp."
„Amuseer je, en kijk goed
rond, dan kun je me je bele
venissen vertellen."
Zachtjes glijdend kwam de
aarde steeds dichterbij. Fion
kertje keek haar ogen uit, wat
zag 't er nu allemaal anders
uit. Van bovenaf leek alles zo
klein, maar nu zag ze enorme
grote huizen en de mensen
leken haar wel reuzen toe. De
straal bracht haar helemaal
tot op de grond, waar ze
terecht kwam midden in een
drukke winkelstraat.
Wat een geroezemoes en wat
een drukte. Koud vond ze 't
ook, want 't vroor. Brrr, bib
berde ze, had ik dat nou maar
geweten, dan had ik mijn reis
uitgesteld tot van de zomer.
Maar ik ben er nou eenmaal
en ik ga maar eens gauw op
verkenning uit.
Tuuuuut, hard klonk een
autotoeter in haar oor en ver
schrikt sprong ze opzij. Dat
was op 't nippertje, dacht ze,
die auto had me bijna over-
Ik zal maar net doen als de
v.ensen en op de stoep gaan
lopen. Ze liep haar ogen uit te
kijken en steeds kreeg ze
duwen en trappen.
Wat lopen al die mensep
toch gehaast, zouden ze 't ook
koud hebben?
Hé, wat zie ik daar nou
kijk nou eens. daar glijden
mensen op 't water! Wat raar!
Hoe kan dat noü? Wat heb
ben ze een vreemde diruzen
onder hun voeten, die zijn
zeker speciaal gemaakt om
ermee op 't water te glijden.
Daar zou ik ook wel een»
naar toe willen.
Fionkertje liep naar de sin
gel toe en haar mond zakte
van verbazing open. Er was
helemaal geen water meer in,
maar iets hards.
Ze had natuurlijk nog nooit
een bevroren singel gezien en
nog nooit van ijs en schaatsen
gehoord
Zou ik
dacht ze.
Voetje
opgaan?
BESTE jongens en meis
jes, deze week is er geen
jeugdrubriek van tante
Jos, die door griep ge
plaagd het bed moet hou
den. We hopen dat ze spoe
dig beter zal zijn. Daar
voor in de plaats nu een
kort verhaal, dat jullie be
slist mooi zullen vinden.
r voetje schuifel
de ze over 't ijs. wat is dat
glad, dacht ze. nou begrijp ik,
waarom de mensen van die
vreemde ijzers onder hun
schoenen hebben. Je kunt zon
der die dingen natuurlijk niet
lopen of glijden en ze had 't
nauwelijks gedacht, of een
grote man reed tegen haar op.
zo dat ze viel. Terwijl de man
opstond zei hij: „Kijk eens,
een ster in 't ijs, of ik ook even
hard ben gevallen".
Hoe Fionkertje ook haar
best deed overeind te komen,
het lukte haar niet en gelaten
bleef ze liggen.
Intussen wachtte 't maantje
op 't sein van Fionkertje,
maar hij wachtte tevergeefs.
Teleurstellend bracht hij de
straal 's morgens vroeg weer
terug naar 't zonnetje en be
droefd bedacht hij, dat Fion
kertje nu wel nooit meer terug
Fionkertje kreeg 't intussen
wel erg koud, maar de mensen
lieten haar nu tenminste met
rust, want steeds hoorde ze
zeggen: pas op, een ster in '1
ijs. pas op rijd er niet over
heen, anders zou je er wel
eens door kunnen zakken. Zo
kwam 't, dat ze op haar ge
makje iedereen kon bekijken
en kon luisteren naar 't gekras
van de schaatsen. Ze kreeg 't
er echt naar haar zin, vergat
helemaal de kou en begon
tevreden mee te neuricn met 't
liedje van de krassende
schaatsen.
Langzamerhand gingen de
mensen de een na de andere
weg. Fionkertje zag tot haar
schrik dat er hoe langer hoe
meer water op 't ijs kwam,
wat zal ik nat worden, dacht
ze. Daarom gingen natuurlijk
al die mensen weg! Ineens
voelde ze zich drijven. Hé,
dacht ze, ik ben los, ik kan me
weer bewegen!
Ze droogde 't water zo goed
en zo kwaad als het ging af en
toen ze aan de kant stond,
dacht ze: „kom, laat ik de
straal maar weer eens waar
schuwen, ik heb nu genoeg
gezien van de aarde en kom
later nog wel weer eens terug,
't Is hier best leuk, en nog
eens een bezoekje waard.
Maar hoe ze ook zocht en riep,
ze kon de straal nergens meer
ontdekken en verdrietig liep
ze op en neer.
Ineens.daar zag ze iets,
dat haar verdriet op slag deed
vergeten.
Twee sterren, daar, op die
kraag van die mijnheer. Mis
schien weten die raad, dacht
ze. want ze zijn ook op de
aarde en zullen toch op een
goed moment ook wel weer
eens teruggaan naar 't maan
tje.
Met een sprong kwam ze op
de kraag terecht naast de
andere twee sterren.
Ze werd helemaal niet met
vreugde begroet en hoe ze ook
probeerde de twee sterren aan
't praten te krijgen, 't lukte
haar niet, ze gaven geen enkel
antwoord.
Ze bekeken haar niet eens.
Fionkertje wist niet, dat ze
terecht was gekomen op de
uniform van een luitenant, die,
doordat ze er bij was gekomen
nu ineens 3 sterren op z'n
kraag had. i
door M. VAN NUIS-ZUIDEMA
(Vervolg)
stil werd in de grote slaapzaal,
„,'k Heb er al twintig geteld,
waar zouden ze toch vandaan
komen!"
De jongens begrepen er niets
meer van. Ze zagen heel duide
lijk de witte gedaanten tussen de
bomen door. Hoe kon dat nu, ze
geloofden niet aan spoken, en
toch, ja, daar waren ze.
Voor ze er erg in hadden, was
de laatste verdwenen, een poosje
bleven ze nog wachten, maar
nee. er gebeurde niets meer
„Komen jullie nog eens terug!"
riep een jongen, die vlak voor
aan zat. en direkt vielen de an
deren mee in: „Komen jullie nog
eens terug!" Maar het hielp niet.
ze waren weg. en bleven weg.
Het werd nu een gepraat en
gelach door elkaar. Sommige
jongens hadden er wel twintig
geteld, anderen nog meer, en één
beweerde zelfs, dat hij ze in de
grond had zien verdwijnen.
Mijnheer Wils lachte maar. en
op hun vragen zei hij alleen:
„Ja, nu weet ik hc1 ook niet
Kees bleef stilletjes wal ach
teraf en uit de buurt van de
jongens, waar hij bij gezeten
had. Ook bij het naar huis rijden
zorgde hij er voor een heel eind
verder in dc rij te komen. Maar
toen de jongens, uitgelaten al:
op
hielden, kon hij niet nalaten te
zeggen: .Wat zijn jullie een flau
werds, er was nogal wat aan, ik
vond het niet de moeite".
Voor ze slapen gingen, wisten
alle jongens dat Kees bang was
geweest, en toen het donker cn
hoorde hij nog telkens van een
andere kant fluisteren: „Kesie,
ben je nog bang, Kesie!"
MAAR DIK!
„Jongens, daar is de post!" en
met Han holde Hen naar de
deur. Maar Iki was hen voor
geweest en hield reeds een witte
enveloppe stevig in haar handjes
geklemd.
„Laat eens kijken van wie?"
Iki liet haar-buit niet los. maar
Han had het aë- gezien, het was
een brief van Dik.
Gauw er mee naar moe. Moe
was juist in dc keuken bezig,
maar een brief van Dik. die
moest ze toch eerst even laten
Vol ongeduld stonden de kin
deren toe te zien. hoe moeder de
enveloppe open maakte. Daar
was de brief al, en ...ook een
briefje voor Hen en Han.
Samen lazen ze hel.
Oe la, la. Hen proestte het uit,
on begon nog eens van voren
aan Maar Han schrok, hoe durf
de Dik het. Hen gaf haar een
stomp, en hield zijn vinger voor
zijn mond. het briefje frommelde
hij in zijn zak.
(Volgende week verder)
De soldaten werden stom
verbaasd, dat hun luitenant
Ineens kapitein was geworden,
want als een soldaat 3 sterren
op zijn kraag heeft, is hij
kapitein.
Alle soldaten sprongen
stram in de houding, toen hij
aankwam en toen een soldaat
hem aansprak met kapitein,
werd hij vreselijk boos.
„Zie je dan niet, dat ik geen
kapitein ben, ik heb immers
geen 3 sterren op mijn kraag?
Wou je soms grappig zijn, ik
zal je leren. In de houding",
zei hij boos.
„Maar kapitein, kijkt u zelf
maar. er zijn werkelijk 3 ster
ren op uw kraag."
De kapitein ging voor een
spiegel staan t n kon z'n ogen
niet geloven.
Hé. dat is een hele andere
ster. 't lijkt wel «n echte, wat
flonkert hij mooi Jk zal hem
- aan mijn vrouw geven, dan
kan ze er een broche van laten
maken.
De kapitein, of liever de
luitenant, weet nog steeds niet,
hoe die 3de ster op zijn kraag
is gekomen, en Fionkertje, zij
gaat nu 't leven door als
broche en heeft al heel wat
van de wereld gezien.
Ze heeft 't best naar haar
zin en verlangt helemaal niet
meer terug naar haar vroegere
leven.