Emeritus-hoogleraar beducht voor koerswijziging in Geref. Kerken Herv. Vrouwen Dienst krijgt nieuwe voorzitster GEESTi Een drievoudig „neen' van proj. K. Dijk Geen kleren CLAUDIUS 150 JAAR GELEDEN GESTORVEN DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 23 JANUARI 1963 S- Applaus Ik kan niet goed loskomen van wat de kunstredacteur me vertelde. Dezer dagen woon de hij de opvoering van „A Lovely War" bij. Hij noemde het een wrang muziekspel, een satire niet alleen van de oorlog maar ook van het geloof. Er komt een scene in voor, waarin de spelers in gebed knielen en het „What a Friend we have in Jesus", (Welk een vriend is onze Jezus) aanheffen. Juist na dit moment was het applaus ge weldig. Vlak bij onze kunst redacteur zat een man ge woon te springen op zijn stoel van intens plezier. Hij zelf zat er wat verslagen bij. Voelt men de intense spot, de blasphemie dan niet, vroeg hij zich af. Die vraag bleef bij mij haken. Daar in die zaal waren over het algemeen mensen bijeen die zich graag „intellectueel" noemen. Zijn zij ondanks hun culturele interesse zo bot ge worden dat zij niet meer beseften dat het heilige met voeten werd getreden? Of moeten we dieper graven? Waren het misschien gewon de mensen, zoekers, die geen antwoord hebben gevonden bij de kerk? Op het moment dat ze de Boodschap van het evangelie in hun leven nodig hadden zijn ze afgedaan met een klopje op hun schouder. Of toen de vragen opdoem den in hun leven hebben ze in een kerkdienst gezeten waar een predikant een taal sprak die zij met de beste wil van de wereld niet konden verstaan. Of zij hebben een buurman gehad die zich christen noemde, maar er helemaal niet naar leefde. Waren deze mensen misschien zo opgetogen, omdat een ka rikatuur gemaakt werd van wat zij altijd hebben gezien als hol en leeg, een woorden stroom zonder inhoud, een geloof zonder kracht. Dan werd de persiflage niet opgevoerd op de planken, maar in de levens van de christenen die zij hebben ontmoet. En daar ligt ons grote probleem. Wij zijn zelf zo vaak een karikatuur van onze Heiland; wij zijn zelf zo vaak uiterlijk vertoon zonder inhoud. Dan wordt het onhei- lige^niet opgevoerd op de levens, in de levens christenen. Christen-zijn is in Christus zijn, fegrepen en herschapen door ijn Geest naar Zijn beeld. Aan alle kinderen van God is beloofd: Zij zullen zijn gelijk Hij is. Ik weet wel, dat is een belofte, maar iets van die belofte moet nu reeds open baar worden. Geloof moet gezien worden. En waar het niet gezien wordt, is dat leven een persiflage van het heilige. eigen Eens behandelden wij de beken de geschiedenis van Gideon, die zijn leger van 32000 man tot 300 man moest uitdunnen, voordat hij tegen de Midianieten ten strijde mocht trekken (Richteren 7) Na dat wjj dit verhaal in de staten vertaling aandachtig gelezen had den, vroeg jk, wie Gideon het eerst moest wegzenden. Niemand durfde er een antwoord op te ge ven. Mijn catechisanten vonden het verhaal blijkbaar, om mij on begrijpelijke redenen, wat gênant Eindelijk vatte één van de meis jes moed en zei ietwat verlegen: „Die geen kleren aan hadden." Toen ik verbaasd vroeg, hoe ze daaraan kwam, antwoordde ze verontwaardigd: „Het staat er toch! Wie bloode en versaagd is, die keere weder." Na deze gebeurtenis heb ik aan de kerkvoogdij gevraagd, of ik dertig bybels in nieuwe vertaling voor mjjn catechisaties mocht aan schaffen. Sprokkelaar in Woord en Dienst (Van onze kerkredactie) Prof. dr. K. Dijk is van mening dat de volgende gereformeerde synode wel eens zou kunnen beslui ten tot de Wereldraad van Kerken toe te treden. Deze synode wordt in mei in Middelburg gecon stitueerd en begint eind augustus op de Blije Werelt te Lunteren met haar vergaderingen. Prof. Dijk schrijft: ,,Het zou mij niet verbazen, wan neer de volgende gene rale synode de grote stap doet, aangevuurd door allen, die van oordeel zijn, dat wij daar ook onze stem moeten laten horen." Volgens prof. Dijk is hier sprake van een koerswijziging en die koerswijziging benauwt hem. zoals hij schrijft in een zojuist verschenen brochure „Koerswijziging in onze ker ken?" Veel verandert er in de Gere formeerde Kerken en dat beseft prof. Dijk ook. Hij wil zeker niet zo conservatief zijn, dat hij zich tegen alles wat nieuw is verzet. In een van zijn eerste hoofdstukjes somt hij een groot aantal veranderingen op die bij hem helemaal niet op bezwaren stuiten. Zo noemt hij bijvoor beeld de volgende feiten: Er is een nieuwe kerkorde gekomen, die meer recht doet aan het echt bijbels kerkver band. j 0 De aiakonale taak van de kerk is veranderd en de ver houding van diakonie tot over heid ook. 0 Er zijn veranderingen aan gebracht in de eredienst. Zo werd de nieuwe bijbelvertaling 'vrijgegeven, èr werden 119 ge zangen aanvaard. Er is een rijke variatie ohtstaan iri litur gische „orden" en wachtende op een officieel dienstboek doet ieder wat goed is in zijn ogen. 0 De kerkgebouwen ondergaan ook de heerschappij der moder nisering. De stijl van Roelof Kuipers en van Plooy heeft het kerkveld moeten ruimen voor een geheel andere architectuur. PRINCIPIEEL Maar al deze veranderingen, meent prof. Dijk, raken niet de kern van de gereformeerde be lijdenis. „Ze zijn ook vroeger (zelfs in de vorige eeuw) al thans voor een deel verdedigd, en in al deze verwisselingen is niets te merken van een princi piële kentering of wijziging, die ons het recht zou geven tot een doleantie over de deformaties en beginselver loochening van deze tijd." Er zijn echter drie onderwer pen in discussie, waar wel het gevaar van een koerswijziging naar het gevoelen van prof. Dijk opduikt en daarom zegt hij 0 NEEN tegen pogingen om tot een herziening te komen van de besluiten van de synode van Assen-1926, 0 NEEN tegen gemeenschap- CONFESSIONEEL Prof. Dijk vreest dat het ver langen om te komen tot een herziening van de besluiten van Assen-1926 voortkomt uit een „confessionele koers wij ziging". Volgens deze schrijver ging het er de synode van Assen niet om een bepaald Schriftgedeelte te onttrekken aan het gelovig we tenschappelijk onderzoek. „In tegendeel: zij sprak zelfs met nadruk uit, dat haar uitspraak altijd appellabei bleef aan het Woord Gods. Maar zij weiger den een methode van Schriftuit legging te aanvaarden die de belijdenis van het volstrekte gezag van de Heilige Schrift weliswaar vooropstelde, maar vervolgens de gegevens der Hei lige Schrift in een afhankelijk heidsverhouding tot de weten schap stelde." „Wat zal de volgende synode doen," vraagt prof. Dijk, „Assen loslaten en de deur openzetten voor een beschouwing, die de „zintuigelijke waarneembaar heid" van paradijsbomen enz. geheel loslaat?" Hij vervolgt: „Het is mijn bede, dat God ons daarvoor is bewaart." ANDERE KERKEN Prof. Dijk wil helemaal geen tegenstander zijn van alle ge- meenschappelijkè kerkdiensten en het bedroeft hem dat er nog steeds geen sprake is van derge lijke diensten met de christelij- ke-gereformeerden. de vrijge maakte gereformeerden en de gereformeerde gemeenten. Volgens prof. Dijk is verdeeld heid tussen de verschillende gereformeerde kerken, die de geeft dat ernstige dwalingen niet zijn uitgesloten. Volgens prof. Dijk beschouwt de Wereldraad van Kerken zich niet alleen als een gespreksge- meenschap, maar ook als een geloofsgemeenschap en hij is nog steeds van mening dat daar geen sprake kan zijn van een werkelijke geloofsgemeen schap. BEZWAREN Het bedroeft prof. Dijk dat er echter „velen zijn in de Gere formeerde Kerken, die niet an ders begeren dan hartelijk gere formeerd te zijn en de kerken en haar Heer met al hun krach ten dienen", maar zijn bezwa ren tegen de Wereldraad toch niet delen. dat prof. Dijk in het eerste hoofdstuk van zijn brochure reeds duidelijk stelde, dat het „kerkvolk niet is in te delen in de twee groepen van conserva tieven en progressieven. De lij nen lopen geheel anders. En het is," schrijft hij terecht, „even eens in strijd met de werkelijk heid om vooral de ouderen te etiketteren als reactionairen en de jongeren te begroeten als de frisse pioniers van een herboren kerkelijk leven." Het is duide lijk dat waar de gereformeerde hoogleraar Dijk zijn „neen" laat horen, even (zoals hij het zelf noemt) hartelijk-gereformeer- den „ja" zeggen. Juist daarom Koerswijziging in onze ker ken?, door prof. dr. K. Dijk. Uitgave J. H. Kok n.v., Kampen het goed ((52 blz., 2,95). Prediker van „innerlijke ËT welstand" (Van onze kerkredactie) In de crisisjaren tijdens en na de tweede wereld-oorlog, toen het Duitse volk terug geworpen was op het naakte bestaan, waren zijn werken nog bijzonder in trek. Maar de mensen, die het Wlrt- schaftswunder beleven, spreekt, wat hij zijn grote thema noemde, de „innerlij ke welstand" niet meer aan. Wat kunnen we nu nog be ginnen met die „goeie ouwe Claudius", die op 21 januari 150 jaar geleden stierf. En toch leefde hij in een tijd die even bewogen was als de Matthias Claudius werd in 1740 geboren als zoon van een predikant in een dorp in de buurt van Lübeck. Zijn theo- belijdenis handhaven, „een on duldbare verscheurdheid en zijn de verschillen op dit kerkveld, als er waarlijk verschillen zijn, zo klein dat ze geen enkel recht geven om uit elkaar te gaan." Maar anders wordt het als het gaat om kerken, waar „onze belijdenis niet beschouwd en bewaard wordt als regula fidei, als regel van geloof en leven." Hij schenkt dan met name aan dacht aan de Nederlandse Her vormde Kerk, omdat er een „niet gering deel van ons kerk volk" is „dat zich meer tot de Hervormde Kerk aangetrokken gevoelt dan bijvoorbeeld tot de Christelijke Gereformeerde Ker ken." Hoewel de vorige gerefor meerde synodes de deur op een kier hebben gezet voor gemeen schappelijke ambtelijk geleide kerkdiensten, is prof. Dijk daar een tegenstander van. „Er is", schrijft hij, „geen gemeenschap mogelijk met een kerk, die ook plaatselijk besliste ongelovigen onder haar leden telt." De ambtsdragers moeten toezicht uit kunnen oefenen en hij vraagt: „welke waarborg hebben wij dat de hervormde ouderlin gen, die uit elke modaliteit gekozen worden, tot zulk een supervisie bereid en bekwaam zijn?" OECUMENE Als het gaat om de sche beweging, constateert prof. Dijk, dat de Gereformeerde Kerken met hun uitspraak van 1964 (geen Schriftuurlijke be zwaren tegen toetreding tot de Wereldraad) afgeweken zijn van de lijn die in 1949 werd uitgestippeld. Toen werd de Wereldraad afgewezen omdat hij. zijn basisformule niet hand haaft, vrijzinnige kerken omvat en in zijn „Boodschap van de kerken" het evangelie zo weer- De Hervormde Vrouwen Dienst heeft sinds enkele weken een nieuwe voorzitster. Hoe wel mevrouw A. E. gravin van Randwyck-Laming gisteren officieel het roer overge dragen kreeg uit handen van de scheldende voor zitster mevrouw K. Beversluis-van der Brug, staat de HVD al vanaf het begin van dit jaar onder haar lei ding. Wat is de Her vormde Vrouwen Dienst, meestal kort HVD ge noemd? In 1951 werd een commis sie ingesteld door de generale syno de van de Neder landse Hervormde Kerk, die ten doel heeft de vrouw bewust te maken van de mhoud van het lidmaat schap van haar kerk. De commis sie is bedoeld als een gemeentebe weging, die voor opstelt, dat man en vrouw in de kerk naast elkaar willen werken. „Het gaat om de plaats van de vrouw in de kerk", zoals mevrouw Beversluis het eens formuleerde. „De vrouw moet mee leren denken in de kerk", vult de nieuwe voorzitster De HVD, die haar domicilie in Zeist heeft, is geen organisatie, maar een beweging en heeft geen leden. Haar werk heeft zich in de afgelopen jaren gemanifes teerd in subcommissies, maar vooral in kerkewerk op gemeen telijk niveau. Deze subcommis sies zijn: MEVROUW VAN RANDWYCK 2 een vormingscommissie en een commissie over de vrouw in de politiek. Mejuffrouw dr. W. Timmermans, de secretaresse van de HVD. houdt geregeld spreekbeurten. De gemeentelijke HVD com missies stimuleren allerlei werkzaamheden, maar volgens mevrouw Van Rrandwyck zou men graag zien, dat zij zich in de toekomst vooral sterk gaan bezinnen op het werk, dat ge daan zou kunnen en moeten worden, opdat nieuwe vormen worden gevonden, waarbij de vrouw actief aan het kerkewerk kan deelnemen. Initiatiefneemster tot de op richting van de HVD is jonk- vrouwe C. M. van Asch van Wijck, tevens de eerste voorzit ster tot 1957. Zeven jaar lang is mevrouw Beversluis daarna voorzitster geweest. Zij is nu dus opgevolgd door mevrouw Van Randwyck, de echtgenote van mr. S. C. graaf wan Rand wyck, secretaris van de Raad voor de Zending van de Neder landse Hervormde Kerk. Mevrouw Van Randwyck werd in Rotterdam geboren. Geruime tijd is zij in het vroe gere Nederlands-Indië geweest. Hier verloor zij in 1942 in de slag op de Javazee haar eerste echtgenoot, de chirurg L. P. van Lelyveld. In datzelfde jaar werd zij geïnterneerd en in 1943 was zij zelfs een half jaar politiek gevangene in de gevangenis van Kediri. In 1946 kwam zij in ons land terug, waar ze in 1950 hertrouwde met mr. Van Rand wyck. De nieuwe voorzitster van de landelijke HVD commissie heeft door het werk van haar man veel contacten met de zending en maakte met hem verscheide ne vergaderingen van de We reldraad van Kerken in Europa mee. Maar voor een actief aan deel in een organisatie in kerke lijk verband heeft het mevrouw Van Randwyck tot nu toe aan tijd ontbroken. Een druk huis houden met zes. kinderen en het vergezellen van haar echtgenoot namen haar te veel in beslag. Nu „vliegen" de kinderen echter langzamerhand uit het gezellige huis in Oegstgeest en krijgt ze wat meer de handen vrij, zodat ze zich nu volledig hoopt in te kunnen stellen op de taak, die zij aanvaard heeft. logische studie moest hij om gezondheidsredenen opgeven. Hij vestigde zich in het dorpje Wandsbeck (nu een wijk van Hamburg), waar hij redacteur werd van de dorpskrant. Onder zijn leiding groeide Der Wandsbecker Bote uit tot een vooraanstaand politiek- godsdienstig-literair tijdschrift. Later wijdde hij zich tot zijn dood in 1815 geheel aan het uitgeven van „Verzamelde Werken". De financiële basis voor zijn literaire werk vond hij toen als revisor bij een Claudius was een van de f.»r-cte Duitse schrijvers, die bedoelden voor het gewone volk te schrijven. Hij slaagde hierin door een naïeve geestigheid, die net niet in platheid ontaardde. Zijn gemoedelijke, hartelijke, vaak ook satirische toon sloeg in bij zijn lezers. Avondlied Vele van zijn eenvoudige ge zangen handhaven zich no» al tijd in de liederenschat van het Duitse volk. waaronder het avondlied „Der Mond ist aufge- gangen" natuurlijk de eerste plaats inneemt. Verscheidene zijn er door Tollens in het Nederlands overgebracht: naast „De maan is opgekomen" onder andere het ongekunstelde Kerstliedje „Wij willen Hem de kribbe sieren". De naïeve vroomheid, waarmee hij van zijn bijbels geloof getuigde tegen Aufkla- rung, idealisme, classicisme en romantiek, heeft op de geest van het eenvoudige Duitse volk diepe invloed ge had. Niet op zijn verstand, of op zijn gevoel, maar alleen op het historische feit, dat ons door de Bijbel wordt meege deeld, van de verlossing, die in Christus geschied is, grond de hij zijn geloof. Natuurlijk stond Claudius niet alleen. Daar waren bij voorbeeld de filosoof Johann Georg Hamann en de asketische lintwever Gerhard Tersteegen. Maar hij schreef geen kerklie deren en wilde niet preken zoals Tersteegen en hij wierp zich niet met brochures in de wetenschappelijke polemiek, zoals Hamann hartstochtelijk Kloof In een Duits kerkblad slaakte iemand onlangs de verzuchting: Wij hebben een nieuwe Mat thias Claudius nodig. De kloof tussen onze denkende en schrij vende theologen en de gemeente, die dat denken en schrijven niet meer kan volgen, wordt steeds groter. In het voorwoord van het laatste deel van zijn werken, dat uitkwam drie iaar voor zijn dood. schreef Claud -: „Ik ben niet omgezwaaid. Als voorheen zoek ik eenvoudig en beschei den te herinneren aan de ware grootsheid en de innerlijke welstand van de mens. Daar moet ge u om bekommeren. Want wie ge ook zijt, geleerd of ongeleerd, de uiterlijke welstand zal verdwijnen en wat dan?" de De inauguratie van president Johnson Maakte Erhard een 'gang naar Canossa' Roden vroeger naar Huis De perikelen van de Ver. Naties. ER hebben zich in de afgelopen weken enkele belangrijke ge beurtenissen voorgedaan. John son werd beëdigd als president van de Verenigde Staten voor een volledige eigen ambtsperiode van vier jaar. Erhard reisde naar Parijs om in kader van het Frans-Duitse vriendschapsver drag enkele gewichtige proble-' men te bespreken. De landen van het Sowjetblok kwamen in Warschau bijeen om de vraagstukken onder de loep te nemen, waarvoor het interna tionale communisme zich in ver schillende delen van de we reld geplaatst ziet. Die kwestie van de VN-financiën bleek nog onoplosbaar en de conflictsituatie rondom Maleisië bleef onvermin derd voortbestaan. In Perzië werd premier Hassan Ali Man soer neergeschoten onder omstan digheden, die herinneringen op roepen aan de gebeurtenissen, welke geleid hebben tot het rampzalige optreden van de oude Mossadeq. De aanslag op Man soer. die nog geen week later kwam dan de moord op de pre mier van Boeroendi, bewees eens te meer, dat het tegenwoordig levensgevaarlijk is, premier (of president) te zijn. Johnson Het is altijd interessant te ver nemen, wat de Amerikanen zelf te zeggen hebben over een be langrijke redevoering van hun president Onmiddellijk valt dan op, dat de voornaamste (New- Yorkse) bladen menen, in John sons inauguratierede iets van een „nieuw isolationisme" te onder scheiden. De New York Times, die overigens zeer te spreken is over de toespraak („al maakt waarschijnlijk geen enkele zin kans. in de geschiedenis voort te leven") wijst er op, dat de Ame rikanen moeilijk een „grote ge meenschap" kunnen opbouwen, als de rest van de wereld door honger en beroering wordt ge teisterd. De (republikeinsgezinde) New York Herald Tribune vindt dat Johnson betrekkelijk weinig aandacht heeft geschonken aan de urgente wereldproblemen en meer de nadruk had moeten leg gen op zijn onontkoombare rol als leider van de westelijke we reld. „Op het eerste gezicht lijkt het verheugend, dat de president als zijn voornaamste taak ziet het afrekenen met de binnenlandse problemen. Maar hoe beu het Amerikaanse volk ook de buiten- - landse vraagstukken is, ze kun nen niet worden verdoezeld", al dus het blad. Erhard Wat het Frans-Duitse overleg in Parijs betreft is het wat ver makelijk te zien, hoe algemeen wordt aangenomen, dat Erhard „een gang naar Canossa" heeft gemaakt. We menen dit laatste te mogen betwijfelen. Als we het weinige wat over het gesprek tussen beide staatslieden is me degedeeld, goed hebben verstaan, dan komen we tot de conclusie, dat Erhard er in geslaagd is, zonder kleerscheuren uit Parijs te vertrekken. „We begrijpen el kaar nu", verklaarde de West- duitse kanselier. Dat is typerend voor de instelling van deze Duit ser ten opzichte van het moei lijke probleem der Frans-Duitse betrekkingen. Hij ging niet naar Parijs om problemen op te los sen. De kanselier was gewoon aan de beurt om naar Parijs te gaan, zoals De Gaulle in juli a.s. aan de beurt is om naar Bonn te komen voor het periodieke overleg in het kader van het Frans-Duitse verdrag. Blijkbaar heeft Erhard de Franse president duidelijk ge maakt, dat er met hem wel te praten valt, zonder evenwel zijn Atlantisch geboorterecht te ver kopen voor een schotel Franse herenlgings-linzenmoes. We doen er dan ook goed aan om zoals een Nederlandse woordvoerder zei het resultaat van de be sprekingen af te wachten. Warschau De rode conferentie in War schau is tamelijk abrupt afge broken. Het is niet bekend ge worden, waarom. Dat mocht ook niet worden verwacht. Een ding is echter duidelijk: men breekt een gesprek niet af, als er geen verschil van mening bestaat. Ge concludeerd mag dus worden, dat men het ergens niet over eens was en dat men het beter gevonden heeft, er eerst nog eens goed over na te denken. Specu latief worden opvattingen, die er van uitgaan dat het verschil vaD mening betrekking heeft op de houding van het Sowjetblok te genover het optreden van com- Heeft De Gaulle reden om voldaan te zijn? munistisch China. Hetzelfde geldt voor de veronderstelling, aat de moeilijkheden (als ze er inderdaad zijn) wel te maken zullen hebben met de aanwezig heid van de Roemeense delega tie. Zoals bekend wil Roemenië uit taktische overwegingen neu traal blijven in het Russisch-Chi- nese „ideologische conflict" Intussen Is het opgevallen, dat van Chinese zijde de aanvallen op de politiek van de leiders in het Kremlin zijn hervat. Van herstel van de eenheid in de communistische wereld zal dus voorlopig nog geen sprake zijn. Ver. Naties Volgende week wordt opnieuw een beslissende stap verwacht In de crisis in de Algemene ver gadering, die ontstaan is rond om de wanbetalers onder de VN- leden. De Russen blijven nog al tijd een subtiel spel spelen. Zij willen voorkomen, dat zij hun schulden volledig moeten beta len. Zij willen ontkomen aan de sanctie van art. 19, welke verlies van hun stem in de Assemblee impliceert. Maar nog belangrij ker is (zoals we al eerder hebben betoogd) dat zij de Assemblee het recht willen ontzeggen, haar goedkeuring te hechten aan VN- vredesacties met voorbijgaan van de Veiligheidsraad. De Sow- ietunie wil de Assemblee, waar in zij geen veto heeft (in de Vei ligheidsraad wel) dit recht ont nemen en het weer geheel in handen van de raad spelen. DU heeft geleid tot de schijn vertoning, die al sinds 1 decem ber aan de gang Is. Er wordt slechts bij acclamatie gestemd. Gevolg is. dat veel belangrijke zaken op afwerking blijven wach ten. Amerika houdt echter voet bij stuk. En als de Russen blij ven weigeren te betalen, zal het bij de eerste stemming de toe passing van art. 19 van het VN- Handvest aan de orde stellen. De Amerikaanse regering voelt niets voor een verdaging van de sitting van de Assemblee tot mei Maleisië Voor die verdaging zullen voor al de Afrikaans-Aziatische landen voelen, die Indonesië in de gele genheid willen stellen, zo geruis loos mogelijk in de VN-gelederen terug te keren. Voorzover thans bekend is, zal de uittreding van Indonesië uit de VN formeel pas in maart haar beslag krijgen. Dan is er inderdaad nog wat meer ruimte voor overleg. Of dit enige zin zal hebben is echter de vraag, nu minister Soebandrio naar rood China is vertrokken, dat er geen geheim van maakt, Indonesië volledig en met alles wat het tot zijn beschikking heeft, te willen steunen. Wellicht is dit bezoek ook een onderdeel van Soekarno's confrontatie-politiek. Het Is echter veel meer dan dat en het lijkt er op, dat de In donesische president weer een stap heeft gezet op een weg. Erhard: „We begrijpen elkaar nu" waarop wellicht geen terugkeer mogelijk zal zijn. Het gevaar van het spelen van blufpoker is altijd, dat degene die bluft tenslotte aan de kaak wordt gesteld, als de zenuwen van de ander nog sterker zijn. En dat Is wat de Maleisische kwestie betreft een hachelijke zaak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1965 | | pagina 12