I l\\N
V
Twee Oranjes op
Belgische zegels
VOOR U GELEZEN
HET SNEEUWT
Persoonlijk
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 9 JANUARI 1965
pETER ANDRONOV kijkt met uitge
bluste ogen zijn gevangenis van een
paar vierkante meter rond en luistert
dan aandachtig naar de geluiden bene
den in de huiskamer.
't Zal niet zo lang meer duren, fluis
tert hij tegen zich zelf, 't zal niet zo lang
meer duren en dan heeft moeder ook
gedaan op deze aarde.
Als het zo ver is zal ik gedwongen zijn
deze zolder te verlaten en voor de rest
van mijn leven bescherming te zoeken
in de barre vlakte van de toendra. Over
geleverd aan de grillen van de Siberi
sche natuur.
Nergens kan hij zich immers laten zien.
Hij heeft geen enkel betrouwbaar pa
pier in zijn zak en welke boer in de
steppe zlï zal het aandurven hem on
danks dit gemis toch onderdak te ver
lenen?
Er is bovendien in het gehele land geen
boer te vinden die om arbeidskrachten
verlegen zit.
Iedereen werkt voor de staat en voor
een paar roebel meer of minder per jaar
zal niemand wat krijgen.
Peter Andronov huivert als hij aan de
donkere toekomst denkt en hij huivert nog
meer als hij zijn moeder de wankele ladder
op ziet komen.
Hoe lang nog? snijdt het door hem heen.
Moeder oegint kinds te worden. Hij ziet
het duidelijk. En moeder is zijn levens
bron. Zij moet hem geestelijk en lichame
lijk op de been houden.
Van haar zorgen alleen is hij afhankelijk.
Kijk eens hoe raar ze plotseling doet.
Ze doet of het eten, dat ze in haar
handen houdt voor de hond bestemd is, zo
nonchalant zet ze het op de ruwe zolder
planken neer.
Peter Andronov loopt op zijn moeder
toe. „Moeder, moeder, zegt hij angstig, her
ken je mij niet meer? Toe moeder, dwing
je verstand bij je te blijven en besef wat
er van afhangt.
Wat moet er van me worden als ik jou
niet meer heb."
Met ogen waarin geen greintje levens
lust meer te bespeuren valt. kijkt de oude
vrouw haar zoon aan. Dan gaat ze zitten
op een oude kist. het enige gerief wat de
kille zolder te bieden heeft.
En als haar ogen dan toch nog iets willen
uitdrukken van haar gemoedsgesteldheid,
dan is het een boze flikkering die Peter
Andronov nog moedelozer maakt.
Als een hond gaat hij voor haar liggen
Moeder, wat is er toch? beeft zijn stem.
Ha! zegt ze dan. je bent er dus nog. Je
hebt nog niet de moed gehad om mijn huis
te verlaten.
Ik geef je daarvoor nog twee dagen de
tijd. gaat ze hardvochtig voort en als je
dan deze plaats niet verlaten hebt zal ik de
autoriteiten waarschuwen.
's Nachts dwaal je als een spook over de
zolder en hou je mij uit de slaap en
overdag prikkel je mijn zenuwen tol het
uiterste door je aanhoudend geschuifel bo
ven mijn moede hoofd.
Peter Andronov begrijpt.
Het is zijn moeder te veel geworden.
O nee. niet in liefde schiet ze te kort.
Twintig jaar lang heeft ze levenslange
verbanning voor haar kind geriskeerd en
twintig jaar lang heeft ze over hem ge
waakt als een hen over haar kuikens.
Maar ook zijn moeder was maar een
Eens moest de dag komen dat haar jaren-
*J~| het zouden opge- komen
ven en de dag moest eenmaal aanbreken
dat het edel streven, ingegeven door haar
moederinstincten, onder zou komen te lig
gen in de onbewuste strijd tegen de kwade
machten die het nu eenmaal op ieder mens
voorzien hebben.
Die dag is er nu.
Hij droomt niet. Het is ellendige werke
lijkheid.
Nog killer, nog troostelozer wordt de
zolder. Door het besneeuwde dakraam ziet
hij het laatste daglicht snel verkwijnen.
Het gebeurt maar zelden dat de sterren
zich boven de eeuwig kale boomtoppen
vertonen. Meestal is de lucht grijs ei.
efdi
zijn kleine wereld met
woord kan wisselen.
Hij roert zijn eten niet
koud te worden on
der de starre grijns-
hij nog i
lach van zijn
der.
Daar heeft ze de
hele dag voor ge
werkt met haar
ruwe smoezelige
handen die nu in
haar schoot liggen
en die slechts wer
den aangezet door
de liefde voor haar
jongen.
Tijdens zijn ver
blijf op de zolder is
moeder langzamer
hand oud geworden.
Voor wie zou die sterke
Jaar geleden opzij zijn gegaan
Al hadden ze zich t» pletter gelopen
tegen haar huis. moeder zou hem verdedigd
en beschermd hebben.
Ze zou alle beschuldigingen die tegen
hem werden ingebracht van de hand heb
ben gewezen.
Nu is haar verstand verduisterd en wil
ze hem zelf aanbrengen bij de aucoriteiten.
Hij voelt -de grond" onder zijn voeten
wegzinken. Tot wie kan hij zich nu nog om
hulp wenden-
Radeloos loopt hij naar het dakraam.
De steppe is zo w ijd, zo eindeloos groov
Hij zou het uit willen schreeuwen maar de
twintig jaar dat hij zijn mond niet open kon
doen heeft zijn stemvermogen tot een mi
nimum beperkt.
Die jaren van opsluiting hebben zijn
vroeger frisse geest doen verwelken en er
zal wel nooit een hernieuwde opbloei mo
gelijk zijn.
En moeder het enige redelijke wezen dat
nog op de wereld voor hem bestond is
plotseling een vijand in hem gaan zien.
Ze heeft zich ingebeeld dat hij een boze
geest is, die nooit wil wijken uit haar
eenzaam huis.
Ze kent haar eigen kind niet meer.
Nu eerst voelt hij de volle zwaarte van
zijn straf. Was hij maar nooit het leger
ontrouw geworden.
Waarom trok hij toch niet mee met de
vluchtende troepen.
Dan was hij tenminste onder mannen
gebleven en had hij nooit deze kwellende
gevangenschap hoeven ondergaan.
De beelden uit dat donkerste oorlogsjaar
helder voor zijn geest.
Hij maakte deel uit van een in dishar
monie verkerend leger dat voor het groot
ste deel op de vlucht sloeg.
Met de moed der wanhoop bleef echter
een klein gedeelte doorvechten en hoewel
hij aanvankelijk de gelederen der vechten
den versterkte, koos hij later de zijde van
de vluchtelingen.
Toen was het met zijn dapperheid ge
daan.
Alles greep hij aan wat tot lijfsbehoud
kon dienen. Op vluchten stond de doodstraf
en een deserteur die in handen van zijn
achtervolgers viel behoefde niet op genade
te rekenen
's Nachts kroop hij door de verlaten
loopgraven, ploeterde hij door de moeras
sige steppe en overdag verborg hij zich
tussen de resten van kapotgeschoten boer
derijen.
Zo had hij eindelijk zijn ouderlijk huis
bereikt. Maar moe
der kende de ijzeren
wetten die in 't bij
zonder in oorlogs
tijd golden.
Geen voet mocht
hij meer buiten de
deur zetten.
Op zolder maakte
ze een schuilplaats
voor hem gereed.
Zelf werkte ze de
hele lange dag voor
het dagelijks brood.
twintig Zo zat hij daar, dag in dag uit. alleen
met zijn gedachten en verlangens.
Nooit liet zich een sterveling in de om-
Ver var
land.
In deze verlatenheid verschijnt nauwe
lijks een krant en hij kan zich geen duide
lijk beeld vormen hoe de naoorlogse maat
schappij er uit ziet.
Zijn moeder die zelf niet lezen of schrij
ven kan. bracht hem dagelijks nieuws.
Maar zij kon alleen maar praten over de
gestrengheid van de vorst die de verlaten
steppe geselde, de huilende wolven die het
op haar broodkorfje voorzien hadden en
soms sprak ze hem over boos uitziende
mannen die zich achter het dorre hout
bewogen teneinde haar huis te omsingelen.
Na zulke afmattende dagen kroop ze 's
avonds angstig bij hem in een hoekje van
de zolder en rustte ze niet voor hij in z'n
slaapkist was weggekropen.
Ook die jaren zijn voorbij. Opnieuw
staat hij alleen. De gedachte straks mensen
te zullen ontmoeten doet zijn hart bijna stil
staan.
Hoe moet hij hun tegemoet treden?
En hoe zal hij er in slagen de gewoonten
van de zonderling te verbergen?
Het verblijf op de zolder heeft bij hem
een instelling doen groeien waarvan hij
zich nooit meer kan losrukken.
De onvriendelijke steppe, de onvruchtba
re bomen en het janken van de wolven
zijn het enige waarmee zijn slaperige geest
nog kontakt heeft.
Straks zal hij overstelpt worden door
allerlei reemde indrukken. Het echte le
ven waarvan hij zich niet eens meer een
voorstelling kan maken zal zich als een
eindeloze film in bonte kleuren aan zijn
moede ogen opdringen.
Reeds de eerste golfslag zal hem doen
stikken.
Als een zwerm trekvogels die zich in het
late uur op een welkom rustpunt neerstort,
zo zal het volle leven zijn ongeoefende
zintuigen bespringen.
Radeloos kijk hij zijn moeder aan.
Maar zij heeft het hoofd laten hangen en
ze doet alsof het hele leven haar niet meer
aangaat.
Tegelijk met medelijden voor zijn moe
der gevoelt hij opeens een grote afschuw
voor de duisternis.
In radeloosheid veegt hij het dakraam
schoon, gooit het open en wringt zich
halverwege door de opening.
Hij smacht naar een glimp van de maan,
een geruststellende wenk van de sterren.
Maar zijn geringste wensen blijven on
vervuld.
Alleen de ongerepte sneeuw licht hier en
daar tegen de donkere hemel op.
Hij verlangt naar het licht, hij grijpt er
naar als een drenkeling naar zijn redder.
Telkens tast hij mis.
Dan begint hij zijn moeder door elkaar
te schudden. Een dwaze grijns op haar
gezicht is haar enige reaktie.
Hij hoort het snuiven van paarden, het
stampen van de hoeven en het knarsetan-
hun sabels en de een duwt de ander opzij
om het eerst te kunnen grijpen.
Twintig jaren schrompelen plotseling in-
Hij bevindt zich weer midden in het
oorlogsrumoer en ditmaal gaat het alleen
Hoor! ze bonzen tegen de deur en ze
stormen de ladder op. Ze drijven de spot
met zijn ouderwetse versleten soldaten-
broek en trappen brutaal de kist onder zijn
moeder weg.
Dan blijven zijn belagers als in verstar
ring staan. De angstaanjagende beelden los
sen zich op in de leegte en opnieuw neemt
de stilte bezit van de zolder. De steppe
fluistert weer haar duistere geheimen die
nooit een mens zal kunnen ontsluieren.
Peter Andronov is nu wonderlijk kalm.
Hij weet dat hij zijn laatste benauwende
droom gedroomd heeft.
Bewegingloos ligt zijn moeder op de
ruwe planken. Hij neemt de kist waarop af
gezeten heeft en plaatst hem midden op de
In een der balken zit nog een roestige
Met vaste hand scheurt hij dan een laken
aan repen Dan wordt het rood voor zijn
trieste ogen. Rood als bloed.
Licht en donker wringen zich na elkaar
door een knellende doorgang tot zijn wor
stelend leven.
De muren willen hem dooddrukken maar
er is een bevrijdende hand die ze van
elkaar rukt en hem ruimte geeft.
Een sombere grafsteen kijkt in paniek
over een lage kerkhofmuur
Snel wisselen de tonelen.
Deinend als een schip trekt alles aan zijn
ogen voorbij. Alles wat in zijn noodlottig
leven komen moest heft nu de hand tot een
eeuwige groet.
Geboeid kijkt hij over de boeg van het
zinkend scheepje dat de laatste ogenblikken
van zijn leven draagt.
Hij kent geen angsten meer. Ook niet
voor de alles overtrekkende zwartheid die
aan de horizon verschijnt.
Daar achter is al weer licht. Het gouden
licht van een pas geboren dag.
Het zet de zolder in gloed en het tovert
groene knopjes aan de naakte takken van
de bomen.
Ruwe soldatenstemmen, die nog even her
leefden verstommen
En in hun eeuwig samenzijn fluisteren de
wind en de bomen over een nieuw geheim
lat in het hart van de wildernis ontstond.
Postzegelrubriek
•k door G. J. Peelen
België geeft jaarlijks tegen
Kerstmis een smakelijke se
rie zegels uit met een ietwat
onsmakelijke naam, nl. anti
lering zegelsVeelal kiest
het daarvoor kinderportret
ten.
Dit jaar koos men o.a.
schilderijen van Van Dijck,
waarvan we er twee uitkie
zen omdat het hier Oranje
kinderen betreftnl. afb. 1:
Stadhouder Willem III ko
ning van Engeland) en zijn
verloofde Marynaar het be
roemde schilderij van Van
Dijck, en afb. 2: Stadhouder
Willem II, van dezelfde
schilder.
Nederland is verder nog in het
buitenland vertegenwoordigd! Bra
zilië geeft jaarlijks net als bij ons
bij het jaareinde sluitzegels ten
bate van dc T B C. bestrijding uit
Bij ons gebruikt aan de achterzij
de van de envelop, maar daar
meestal naast dc postzegels aan de
voorzijde. Men had de leuke ge
dachte als motief een 10-tal kin
derkopjes te kiezen uit alle natio
naliteiten die naar Brazilië emi
greerden. Op afb 3. het blokje van
6. vindt U achtereenvolgens kin
deren uit: Italië. Polen Israël, een
Indiaantje, Holland (met Volen-
dammer mutsje!) en Syrië/Li
banon.
Luxemburg koos voor zijn jaar
lijkse liefdadigheidszegels tegen
Kerst, vier verschillende stadsge
zichten uit de hoofdstad naar kin
dertekeningen. Behalve bijv. de be
roemde Adolphe-brug, ook afb 4.
de bekende „3 Torens", en afb 5
de Benedenstad. Ze zijn in de na
tuurlijke kleuren van de frisse
aquarelletjes gedrukt, werkelijke
juweeltjes
Weissenburg. Beieren en afb. 6:
Poort in Ellwangen. Dat is de be
ruchte zegel met de verscholen
Hitlerkop. waarvan wij even voor
Kerst melding maakten.
In de tak direct naast de toren
spits is inderdaad teer duidelijk de
bekende kop. compleet met spuug
lok te zien. ondanks de bewering
van de Bundespost. dat het ook
wel Charley Chaplin kon zijn. In
ieder geval erkent men dus de
stiekeme aanwezigheid van een
kop. en dan is het niet twijfelach
tig wie van de twee de tekenaar
bedoeld heeft! Nu is of de ontwer
per O. Rhose een verstokte Nazi
die zijn grote Führer niet missen
wil op het zegelbeeld, óf een fel
le anti-Nazi. die het symbolisch
juist vindt Hitier op te hangen aan
de hoogste tak.
Overigens is dat niet de eerste
keer sinds de val van het Hitlerbe-
wind, dat de Hitlerkop verscholen
in een zegel opduikt. Hetzelfde was
het geval in een zegel van Saar
land. 1947 waar men tussen de be
nen van een metaalsmelter, als
men het zegel op zijn kop hield
portret-duidelijk de Hitlerkop zag.
Zo aanstootgevend, dat men haas
tig dit zegel liet overgraveren.
Trouwens, West-Duitsland zal
nog wel meer last met deze serie
krijgen, want onder het mom van
..12 eeuwen Duitse bouwkunst"
neemt men n.b stadsgezichten op
uit Koningsbergen «nu Russisch!
Stettin inu Pools!). Wismar en Neu
Brandenburg (nu Oostduits!). Ik
denk dat dat drietal weinig enthou
siast zal zijn over aeje „Gross-
deutsche" gedachtengang.
Hitlerkop
Duitsland stapte voor zijn gewo
ne frankeerzegels af van de veel-
bestreden koppen van beroemde
Duitsers. Ik vrees dat het oordeel
over de nieuwe opzet weinig gun
stiger zal zijn. Nu koos 5|
Tweede serie Kris Krasboeken.
Uitgave Kris Kras N.V.. Amster
dam.
Met de regelmaat van een klok
doet deze uitgeverij over het alge
meen goede kinderboeken voor al
le leeftijden het licht zien, die zij
in serie op de markt brengt. Re
ductie genieten zij die lid zijn van
de z.g. Kris Kras-club, waarbij
tevens een clubblad wordt ontvan
gen. In sneltreinvaart de eerste
vijf titels van de serie: Kasteel
Karsesteyn door Henriëtte van
Eijk (145 bis., ƒ5,35) een zeer
avontuurlijk verhaal, boeiend en
pittig geschreven voor ouderen
Tim en Sim en het prikding door
Rie Kooyman en Toos Blom (29
blz.. ƒ1.90) het o.i. minst geslaag
de boekje bedoeld voor de klein
tjes Bertus en het wonderkrijtje
door Thea Beckmann (12 blz.,
ƒ3.75) een gezellig vertelsel voor
de lagere schooljeugd met een
wedstrijd: „Wie schrijft er het
leukste vervolg op?", een grappig
Idee. Dagboek van Droppie, door
Annie Winkler-Vonk (43 blz..
ƒ2,20) dat allerleukste poeze-
avontuurjes in een nieuw deeltje
er komen er nog meer be
schrijft. Arie en Tino, door Ine
van Gulik (79 blz., ƒ4.35) dat op
een charmante manier de kinderen
van vijf tot vijftien via een grap
pig ezeltje met vele landen con
fronteert.
Alle boekjes zijn degelijk en
aantrekkelijk uitgegeven en rijk
voorzien van illustraties.
De zieke mens in de romanli
teratuur, door S. Vestdijk. Uit
gave Kon. Ned. Gist- en spiritus
fabriek N.V., Delft.
Als iemand in staat moet worden
.jeacht boeiende beschouwingen tc
schrijven over de zieke mens in de
romanliteratuur, dan dc medicus-
literator Simon Vestdijk. Hij heeft
net gedaan en het resultaat stelt
niet teleur, ook niet die in levens
beschouwing ver van Vestdijk af
staan. Met grote kennis van dc
literatuur en met veel begrip voor
de lijdende mens heeft hij zijn
essays geschreven, waardoor het
boekje (een relatiegeschenk) voor
de ontvangers waardevol zal zijn.
Illustraties verlevendigen het
fraaie boekje (101 blz.)
Geschiedenis van het verkeer
te land, door Maurice Fabre. Uit
gave Scheltema en Holkema
N.V., Amsterdam.
Nieuw boek in de serie Kennis
en Vernuft, die in twaalf delen de
geschiedenis der natuurweten
schappen en uitvindingen geeft.
Van de slee voert het schitterend
uitgevoerde werk naar de 200 mil
joenste automobiel, die de Ameri
kaanse industrie in 1962 afleverde.
Mooie, veelal in kleuren uitge
voerde platen verluchten dit serie-
deel. In het chronologisch over
zicht, dat werd opgebouwd, gaat
het trouwens meer om tekeningen
foto's dan om tekst. Vertaling
tijdens de oorlog maar al te veel leiden zoals eerder met de zegels
landen kennismaakten (Sudenten- over de 9 juni opstand in Oost-
land. Bohemen en Moravië, Oos- Berlijn. Brieven met deze zegels
tenrijk enz.). werden niet geaccepteerd, of on-
Dat kon wel weer eens op een herkenbaar gemaakt en soms over-
postoorlog tussen Oost en West geplakt
Proefballon verschijnt
elke veertien dagen In
het zondagsblad,
voor Iedere geaccep
teerde Inzending le er
een postwissel,
stuur s.v.p.j toto's,
tekeningen, gedichten,
verhalen, commentaren,
Ideeën ol wat Je nog
MO
Kv
K§K
Het sneeuwt. De vogels zitten ingedoken
op de bomen. De huizen aan de overkant
worden onduidelijk. Als Breughel dit had geweten
was hij nog even blijven leven. Mijn lamp brandt.
Over een poosje ben je hier niet meer.
Waar ik je zoeken ga, hoe diep ik graaf
je bent hier dan niet meer.
Het sneeuwt. Dat geeft het mooiste epitaaf.
TOM VAN DEEL
i mm
.1. v. d. D., Den Haag: In
je gedichten zit o.i. teveel
van anderen, o.a. van Ge-
zelle. Beelden als „zeilen
der liefde" en „achter de
hoop voor anker gaan" zijn
elicné's geworden: je verzen
zijn te ernstig om zulke cli-
ché's te kunnen verdragen.
Ze krijgen daardoor een
averechtse uitwerking. Voel
je er niet voor. deel te gaan
uitmaken van de Ruimte
redactie om over technische
onderwerpen te schrijven?
D. v. Z., Katwijk: Je ge
dicht heeft ons niets gedaan
en het verhaaltje is kenne
lijk reeds eerder gepubli
ceerd, dus ook dat kunnen
wij niet gebruiken.
C. A. M. v. G.. Den Haag:
Er zit iets gekunstelds in
spiraUe.
J. K„ Vrouwenpolder:
Tussen veel regels door lukt
het je soms, een inval leuk
onder woorden te brengen,
maar daarmee is de rest nog
niet gaaf. Gelukkig heb je
en daar zij we blij om
geen zg. dichterlijke gevoe
lens, doch wel gevoel voor
betrekkelijkheid ta.v. poë
zie. Stuur beslist nog eens
iets.
J. S., Leidschendam: Als
je na „de allergrootste
krankzinnigheid" direct tot
vergeven in staat bent, zal
ie het ons niet kwalijk ne
men, dat wij je ontboeze
mingen terugsturen.
F. V., Schiedam: Eerst je
*echniek maar wat bijvijlen
en dan andere onderwerpen
bij de kop genomen. Moge
lijk ontstaat er iets, waarom
echt te lachen is.
W. D., Maasland: Je
krijgt de ruimte, maar, zoals
je ziet. in deze rubriek. Met
een andere jas aan schrijf je
wellicht betere verzen.
H. V., Culemborg: Hoewel
we erkentelijk zijn voor je
bemoediging, menen wij
geen ruchtbaarheid te kun-
"ien geven aan de belevenis-
en met je schaduw.
G. v.'d. P.. Katwijk aan
Zee: De strandaffaire heeft
ons niet kunnen bekoren
K. v. d. V, Doctinchem:
We hebben echt geprobeerd
je te begrijpen en dat is
waarschijnlijk nog gelukt
ook: het maken van verzen
is een „rol" die je niet zo
best ligt. Veel toneelwerken
lezen en zien: misschien lig
gen daar betere mogelijkhe-
J. M. C.. Rotterdam: We
hebben niet de indruk ge
kregen dat die „Ome Kees"
werkelijk in de oerwouden
is geweest.
J. J. v. C., Katwijk: Jouw
sonnetten, „spontaan uit het
oiets ontstaan", hebben
slechts waarde voor jezelf
(vermoedelijk). De andere
verzen zeggen i -
A. M„ Lisse: Je ideeën
zijn niet van fantasie ont
bloot. Meer variatie in de
techniek zou aanbeveling
verdienen. De nu ingestuur
de werkjes zouden slechts
kunnen dienen als vignetten
op zichzelf staand
werk i
het
tekort
Voor boven de twintig
In de Ruimteredactie is plaats voor enthousiaste jongeren boven de twintig WÈi
jaar, die voor een van de onderstaande rubrieken bijzondere belangstelling f|§
hebben en graag daarover zouden willen schrijven:
Actuele gebeurtenissen en m
hun achtergronden H
m
Sociaal-maatschappelijke =s
en religieuze onderwerpen
Sportzaken en sportmensen jg
Vorderingen van de techniek |j|
Muziek, componisten en H
uitvoerende kunstenaars S
Wil je de redactievergadering van 18 januari in Rotterdam. Witte de With- M
straat 25, meemaken, meldt je dan vóór 15 januari op dit adres telefoon
010 - 11.55.88, toestel 43. Hl
-Qendei\^
M'n halve brood
verbreek ik voor de eenden
van Frankendael
Dan mis ik geld om nieuw te
en ga maar zitten op de koude
en doe maar mee met snaterend
geroep.
TOM VAN DEEL
l In het kadtor Vatn aller-
lei nieuwe plannen moeten
wij de „Proefballon" los-
I laten. De rubriek „Per-
soonlijk" verhuist naar de
I „Ruimtepagina", hetgeen
i inhoudt dat inzendingen
van welke aard ook wel-
I kom blijven met kans
op publicatie in „Ruimte I
voor ons".