LADY HULTON
Oernatuur in arduin
in de Franse
literatuur
De hond met de blauwe tong
zocht geheimzinnigheid
in bezit hee<t eekreee"'
JAN WOLKERS
Elseviers encyclopedie
van de kunst
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 12 DECEMBER 1981 i
ROTTERDAM
teum Boymans-van Beu-
ningen toont de uit iets meer Klee dusdoende zovele diepzinnig-
dan honderd stukken be
staande collectie moderne
kunst van Sir Edward en
Lady Hulton. Haar eerste
aankoop op dit terrein deed
Lady Hulton in 1950 en het
ioas tevens het eerste stuk
dat zij koos van Paul Klee,
van wie het Britse echtpaar
thans vijftig werken bezit
de mooiste particuliere Klee-
verzameling van Engeland.
De verzamelaarster voelt zich
bijzonder betrokken bij de ver
beeldingswereld van Klee, waaruit
men, zonder Lady Hulton te ken
nen, de conclusie zou kunnen trek
ken, dat zij een hang heeft naar
het mystieke en naar het domein
van de droom. Dit kan dus een
interessante kant zijn voor die be
schouwer van de collectie, die
poogt te achterhalen waarom
iemand zoveel werken van Klee
heeft gekocht.
Anderen zullen voor deze affini
teitskwestie geen belangstelling
hebben; hun interesse zal zich
meer richten op het werk zelf. Nu
is er al zeer veel over de persoon
en het oeuvre van Paul Klee
(18791940) geschreven. Voor de
catalogus heeft prof. dr. Max
Huggler, directeur van het Kunst
museum in Bern, daaraan zijn be
schouwingen toegevoegd. Gelijk
talloze auteurs dat hebben gedaan,
heeft de inleider heel wat analyse
rend aandoende abacadabra over
hoop gehaald, die bij nuchtere ont
leding van de kreten zacht ge
zegd meer onzin dan logica
blijkt te bevatten.
Het Mu- wendde zeer veel te doen; het jprof. Huggler dan ook, dat waarheidindien gesteld wordt
niemand kan dit tegenspreken. Dat Ladv Hulton een reeks „heldere ZOals prof. Huggler elders in
houdt echter allerminst in, dat formuleringen" en „beslissende op- z;in irileidina trouwens zplf doet
wil doen geloven. Wij betwisten Dichter benadert men de Klee heeft gevonden wat zij
zocht, nl. de geheimzinnigheid.
Mythen
Rondom Klee Is een nevel van
mythen opgespoten. Men sugge
reert er maar op los, vooral als het
er om gaat, Klee's „onderbewust
zijn" te verklaren. De kunstenaar
wist schilderkunstig zijnde het
resultaat van de wijze waarop hij
zijn technieken en materialen aan-
Pav.1 Klee heeft als een romanti
cus met hallucinaties zijn leven
lang mysterieus gedaan over zijn
eigen ervaringswereld. Wie zich
daarmee weet te vereenzelvigen,
vindt in het iverk van de on
voorstelbaar produktieve kun
stenaar wel iets van de mens
Klee, maar dit „iets" is in feite
niet helder geformuleerd. Pictu
rale verfijning en mysterieuze
vormentaal verhullen het wezen
lijke van Klee's geheimzinnig
heid: de vrijwel constante
koortsdroom van een innerlijk
fel heet en weer geslingerd
mens.
Voorloper
Paul Klee werd gemangeld door
tweeërlei tijdgeest, die van de Ro
mantiek en die van het gekwelde
Modernisme. Klee was niet in
staat, de ander een „beslissende
oplossing" aan de hand te doen,
want zelf zag hij er geen. Wel
werd hij een voorloper, echter op
een weg, die welhaast doodloopt,
voor menigeen reeds geblokkeerd
is. Het zal waarschijnlijk nog eni
ge tijd duren, vooraleer de kunst
historici van dat besef in minder
hoogdravende bewoordingen blijk
zullen geven.
Kringloop
Het leven Is een kringloop de
verbeeldingswereld van kunste
naars moet wel dezelfde beweging
maken. Eens zal de cirkel zich
sluiten en dan staat de mens niets
anders te doen dan bij een „gepas
seerd punt" her te beginnen.
Deze onontkoombare waarheid
vindt accentuering in het werk
van de andere in de collectie-Hul
ton vertegenwoordigde kunste
naars, waartoe o.m. behoren: Ce
zanne. Braque, Chagall, Chirico,
Dubuffet, Giacometti, Rouault,
Soutine, Matisse, Leger, Kandins-
ky, Moore en Picasso.
De tentoonstelling van de repre
sentatieve en kwalitatief met ken
nis samengestelde collectie dnurt
tot 17 januari.
TON HYDRA
ROTTERDAM De 41-jarige
in België geboren kunstenaar
van Franse nationaliteit, Eugène
Dodeigne, heeft tot 24 januari in
het Museum Boymans-van Beu-
ningen zijn eerste eenmansexpo-
sitie in ons land. Zijn stenen en
bronzen beelden en zijn teke
ningen hebben een niet zo ge
lukkige opstelling gekregen in
de tuinzaal en de twee daaraan
grenzende ruimten. Deze be
grenzing wreekt zich vooral ten
aanzien van de levensgrote, uit
arduin gehakte, figuren, die eerst
ten volle tot hun recht kun
nen komen in de wijdheid van
het open veld.
Dodeigne's ruige arduinen horen
thuis in een ruig landschap; ze zijn
er ook na bewerking nog een deel
van. Dodeigne's kunst is de ex
pressie in steen en brons van een
natuurmens, die zich een voelt, met
de grond waarop hij te leven werd
gezet; die, met hetgeen de natuur
hem voor handen geeft, eigen huis
bouwt en versiert.
Dodeigne is een stoere plattelan
der. Sterk met de natuur (te Rou-
vreux) verbonden, leerde hij het
steenhouwersvak van zijn vader.
In 1936 ging hij naar de Ecole des
Beaux-Arts van Tourcoing om te
kenen en modelleren onder de
knie te krijgen. Parijs bracht hem
daarna in contact met hedendaagse
kunst en met wat algemeen ge
noemd wordt de „primitieve"
Over Dodeigne's „ontdekken van
de primitieve kunst" behelst het
te menselijkheid naar ee:
van genade veronderstelt".
Leest u het nog x
staat „deze tot hun hoogste uitdruk
kingsmogelijkheid komen". Als we
over; de pseudo-geleerdheid ter zijde
hier staat baarlfjke nonsens var. leggen, komt er een Dodeigne te-
een dikdoende „kunstverklaarder", voorschijn die los van de traditie
die op hét terrèin van' de geest geheel zichzelf is; een ongepolijste
misschien wel eens de klok heeft oernatuur, aan de aarde gebonden
horen luiden, maar niet weet waar zoals verre voorzaten dat waren
de klepel hangt. Mijnheer Mathey toen er omtrent de overgang
schermt met woorden en met be- de staat van genade in deze
grippen, waarvan hijzelf de bete- treien nog niets bekend
kenis niet kent, hetgeen o.a. ook —-*-••••
nog blijkt uit een tirade, waarin
hij „christelijke traditie" verhas
pelt met de expressie van de „pri
mitieve"
Sprookjesvogel: wespendief,
door Frank Wenzel. Uitgave
Kosmos, Amsterdam.
laar Rinke Tolman, onze vogelkenner
-on- bü uitstek, heeft dit mooie boek,
dat inderdaad uitzonderlijke, docu-
Bekijkt u zó Dodeigne. dan mentatie biedt, voor Nederland
blijkt dat hij met zijn werk niet bewerkt. Veertig prachtige hleu-
een slap voorwaarts doet, maar is renfoto'. t—.r.n 1. he-
teruggegaan tot het stadium van
vóór de christelijke bescha-
Dodeigne.
leveren evenzovele be-
de moderne techniek
Iri. dit opzicht heeft te bieden.
Dodeigne is beslist niet een kun- ving, nl. het stadium," waarin de Maar het voornaamste blijft het
stenaar, die zoals de inleider be- expressie nog was als een zich pas bewonderenswaardige speurwerk,
toogt. de door de natuur aangedui- kort ontwikkelend embryo
de vormen zodanig versterkt, dat tyym tj
TON HYDRA
de'haat tegen de
In de loop van dit jaar ^uiden,^
verschenen twee werken,
die, bij alle grote verschil- kaan, had* weinig inn'erlijk
len, deze overeenkomst be- +""f
zitten dat ze onder de ge
meenschappelijke noemer
van psychische peilingen
kunnen worden gebracht, in
het éne boek toegepast op
eigen zielsleven in de jeugd
jaren, in het tweede op dat
van figuren uit een vooraf
gaande roman; onderzoekin
gen niet verricht volgens
een wetenschappelijke me
thode, maar met de intuïtie
van de kunstenaar.
tact met hen. Nu eens werd hij
als kind beschouwd en om zijn
„heiligheid" in isolement gezet,
dan weer was hij het voorwerp
van grove spot.
Zijn religiositeit kende zijn ups
en downs, tijden van lauwheid,
maar ook van verrukking. Zijn
bijbel vergezelde hem trouw. Bij
alles bleef voor Julien het pri
maat der geestelijke, onzichtbare
dingen, die een hogere werke
lijkheid bezitten dan wat de ogen
zien. De uiterlijke verschijning ,s
bedrieglijk, het innerlijk schou
wen leidt tot de waarheid. Deze
visie is Green trouw gebleven in
zijn literair werk; vooral in de
eerste zes, zeven romans, Levia
than, Adrienne Mesurat, Le Visi-
onnaire enz., waar de lezer
Ao wordt gevoerd in een wereld ge-
X MHV Vhlmf™ huld in een vaalbleek licht van
f„in Prbln Ébï onwaarschijnlij kheden, nacht-
Julien Green, het merrles en' wJa„hooP. even on-
rustwekkend als die van Kafka.
Wat Green ontbrak in deze ia-
ren was een leiding die hem de
dualiteit van zijn wezen zou heb
ben doen begrijpen. In Partir
avant le jour speelt de biechtva
der een grote rol; hier ontbreent
hij nagenoeg geheel.
Het eerste
de werken
ouverts van
vervolg op Partir avant le jour,
gepubliceerd in 1963 en op de
Culturele pagina van dit blad
besproken. Met de titel is de
schrijver niet zo gelukkig ge
weest als voor het eerste van de
reeks. Het is immers langs twee
banen dat het innerlijk leven van
de jonge Julien zich beweegt,
een spiritualistische, liever ge-
1 religieuze, en daarnaast
Sensualiteit
ping
Naast de vroomheid woonde in
onaf- Julien ook een sterke zinnelijk
heid, die hem in verwarring
- bracht en die hij nu eens onder-
diep-religieuze natuur, drukte dan weer de vrije teugel
zelfs dat over een priesterroe- jjet De moederlijke opvoeding,
waarover het vorige boek zoveel
bijzonderheden bracht
Evenals zijn vader,
hankelijk van deze, van prote-
lant katholiek geworden,
hem werd gedacht.
Evenwel, na bepaalde confessies „,Jt„lluclu[u[11 tJ1
zijn biechtvader werd die daar kracht zocht in geheimzin
gedachte losglaten; teveel
lijkheid broeide in hem.
Wanneer Julien op 17-jarige
leeftijd als vrijwilliger bij een
Amerikaanse ambulance wordt
ingelijfd, is zijn ideaal monnik te
nige waarschuwingen
in open onderricht, werkte nog na
in de jonge man van achttien,
negentien jaar.
Museumbezoek, vooral
met schrijvers die zijn geest on
getwijfeld beïnvloed hebben in
uiteenlopende richting, o.a. Pas
cal en Edgar Poe.
De zeereis met de afvaart van
Marseille ging vóór de oversteek
langs Italiaanse havens, wat Ju
lien gelegenheid gaf onvergete
lijke indrukken op te. doen van
bezoeken aan Napels, Pompeji en
Palermo, evenzovele aanvoerka
nalen voor zijn gistende sensuali
teit.
In Amerika wachtten hem,
naar hij nu reeds mededeelt, een
felle religieuse crisis en diep lij
den. Daarvan zal ongetwijfeld
een derde deel verhalen.
- museumoezoeK, vuorai aan ue
worden en spreekt hij naiefweg sclUptural<, aMsling. de sehoor-
over zijn toeko™Wannen Hl hejd van h meBsalijk lichaam
henï. vn>nie'jongen, nieW kwaads ,l°W
zal overkomen; Gods bescher-
mine is zijn deel. Een stevige alles 2atte hem o,
geestelijke hoogmoed komt mand st(Jnd naas, h0m
Geheim
ooral niet minder bij jon-
uit zijn omgeving, dat
brand. Ni«-
m om confi
denties te ontvangen, raad te ge-
uitweg te wijzen. Alle
hier tot uiting zoals Green
bekent. >|H ww
Terloops zij opgemerkt dut moeite, verwarring
hij in dit boek zichzelf niet bleef -
spaart. Hij zoekt naar de
waarheid, verwondert zich
over zijn onwetendheid en arg-
loosheid als jongen en begrijpt
wonder dat intro-
vertie een der kenmerken van
deze schrijver is. geworden.
Het boek sluit af met de reis
Amerika, waar Julien
opwekken.
Verwondering
Die kameraden waren Amen-
kanen uit het Noorden. Julien,
behorend tot
heeft hij na de tijd doorgebracht
bij twee ambulance-diensten en
daarna bij het bezettingsleger in
Duitsland, ook te Parijs zijn stu
die voor het baccalaureaat achter
de rug en daarbij nog gelegen-
familie uit het heid gevonden kennis te maken
De nieuwe noveüenlmndel miin™dg guur op«
althans op Wol- gevoerd 1
ten geleide van Frangois Mathey Van Jan Wolkers, met de vrij zó dat de gaten morgenochtend als christen
in dp r-atalnmjs de eebruikelnice - -r-^ t _i j«r-1-ir-iift WnlV
willekeurige titel De hond ^r zaud»^; °|a™ J^wannS'de 'Üfj™
het primaat van de noemd. Hond en tong kan
„Seele" tegenover den „Geist". Bij verwaarlozen, tenzij
torso. Ergens de vaderfiguur is de „Geist", J
het
Volgens de inleider zou Dodeigne de blauwe tong een Uit-
6chone kunsten. z»n*e het gavg mn j M Meulenhoff te geluid
Amsterdam), bevat vijf ver
tot de overtuiging kan hebben ge
bracht, dat ware kunst voortkom'
uit de meditatie, welke „gebaseerd
is op de christelijke traditie, die
de overgang ~t~~* v""'
mijn hoofd dat ik geen
r hoorde" (blz. 33).
Men hoeft geen psycholoog te
wezen, om in de vet gezette woor-
naii iieuueu «c- den de aanduiding te zien van een
kunst voortkomt doeling na te vertellen wat er opvallende trek bij Wolkers: het
m al deze geschiedenissen ^d™^1,JvkadS™ereS0d^g|mgVeu.
zijn, hij het geloof
zijn vader misschien wel zou i
ben behouden.
REACTIE
de" staat van'bru- VJOrdt beschreven. Veel liever Uit ^protest.protest^, dat rJnsent wei
probeer ik mij ÜIltÉÉi^uJs-e*"
van de jongste publikatie van iïgtTe'sleut'eTtot het" verstaan'
deze te veel besproken auteur het. vaak mateloos u°wordt de
zowel over het kind als
dier een symbool wil zien. Maar
deze bundel Klages' terminologie over te ne- terzake. Op een winternamiddag
men, de „Widersacher" van zijn tegen Kerst rijdt de zoon in zijn
zoons Seele". Maar de zoon heeft nuto met gevaarlijke snelheid van
de neiging tot verabsolutering van Amsterdam, om in Leiden zijn
de vader geërfd en zo staan die stervende vader te bezoeken. Hij
twee niet zozeer onverzoenlijk, als spoedt zich naar een doel dat hij
wel wederzijds onbegrepen tegen- niet bereiken wil. De vader zal
over elkaar. De afweerhouding «isen dat de zoon zich bekeert en
heeft bij de zoon geleid tot een hij zal met hem willen bidden,
soms ontstellende en welbewuste Zich bekeren, dat betekent voor de
grofheid, gepaard gaande met een zoon; worden als vader; eigen ui-
nin indrukken machteloos en hopeloos is, want m „nn+ vu.,
de vffhouding tot de vaderliguur aanbrengen Hij heeft zijn onder de neus gewreven krijgen, «taal
te ordenen, om mezelf en
zoveel moqelijk klaarheid te volwassen
dat het conflict
het evangelie
-gay uu»-u«c,tyo,c. .«-«/. "jj- hoew n de zaak part noch zoon in. De vader staat Christus in
vader (een heel ander type dan deel hebben. Wolkers heeft daarbij de weg, zeer vermoedelijk ponder
het hedendaagse
werk) inderdaad verloren toen treme realisme in de zeilen
verschaffen.
In het eerste verhaal, De achtste conflict'uit te
-- conflict i
plaag, vertelt de schrijver van een gj.oe;e
Paaszondag uit zijn jeugd. Hij gaat tg 1fjven
dan met een nieuwe plusfour aan
mee naar de kerk. s Middags
dringt hij met een andere jongen
op verboden terrein door. Een
man gooit in zijn woedi
struikelt - - -•
beek komt de hooivork trillend
de grond terecht. Het werktuig
- 7 duidelijk de3e 'een eindje in de vijftig
7- gefixeerd; dat twaalf jaar was. De r
'""at te tekenen»,, hot zen vader--
omdat hij, binnen de betrekkelijk
nauwe grenzen van zijn onmisken
baar schrijftalent, de techniek
tenminste door de grofheden
en blasfemische uitspraken kan
heenkijken, wat een pastorale
te groeien, het te overwinnen.
TRAPPEN
hooi- Natuurlijk geeft heel
hen toe: de ik-jongen rend Nederland de schuld
valt. Vlak naast zijn vader. De gelegenheid -
b^tipSTile omlegging «rhyïSKt -
van de ik-figuur m kwestie. De van dag geworden. En dan zijn toegespitste conflict. Hij is er nooit
haat tegen vaders religie en het er altijd ruggegraatloze intellectue- uitgekomen en komt er ook nu
toch niet kunnen loskomen van len die klaar staan om ieder mo- n'et u'?- Hi) ziet niet, dat het
die religie is tevens, en misschien demannetje tot profeet uit te roe- evangelie wel algehele zelfverloo-
pen en hen met hun etiketje* te chening eist. maar niet m die zin
beplakken. dat wij ons zouden moeten beke-
met één tand
het calvinistisch
dertype in het algemeen enkele
onderen door fikse trappen te geven. Nog afge-
zijn plusfour gegaan. Als de jon- zien
gen 's avonds naar bed gaat, legt ook zelf
hij zijn broek over de stoel en tast dat
de eerste plaatsteen
op het gevoel van machte-
temooi loosheid, dat een kunstzinnig
mens bevangt als hij zich tegen
over een a-muziscli mens moet
S3 S.t?Cd,.Tde7e'v"S;; „verklaren" Br zijn mensen die
- - eenmaal het orgaan missen
iets gewaar te worden van
de wereld van verbeelding
ZWAKHEID
het model
vader heeft gehad
mag worden ver
wacht, dat hij na zoveel, vaak
Wij mógen niet alleen onszelf zijn,
we moeten het en in de bekering
heeft veel „Seele", worden we het juist. De
waarlijk groot komt
Wolkers t
maar, om een waarlijk groot komt er niet toe het ziekenhuis
schrijver te kunnen worden, te binnen te gaan. Een oponthoud
weinig, misschien wel helemaal onderweg heeft hij aangegrepen
- - a - - - geen „Geist". Zolang de huidige om de vader maar niet meer le
de stof hard caricaturale, kritiek op zijn vader fantasie, zelfs als hun eigen kin- voorliefde voor de autobiografi- vend terug te zien. Ook als hij
- - en in die wereld burger zijn sche reportage voortduurt, merkt haar zijn ouderlijk huis rijdt, naar
met Paulus kunnen zeggen, bet grote publiek en een deel van binnen kijkt en het van ouds be-
tijd op mijn hurken kitten terwijl tawbek dat zij dat burgerschap door ge-
boorte hebben verkregen.
De zoon, op zijn beurt, is even
eens een torso. Hij mist het orgaan
om de wereld van de religie los te
maken van zijn vaders levensstijl.
Deze laatste is a-muzisch, fanta
sieloos. zonder humor, statisch,
vormelijk. De
gaafd, rijk
Dat het kind dat niet kan. likt Mg,duidelijk
Elseviers Encyclopedie van de de kunst
Kunst, door mevrouw drs. F. B. voorts, rr
de Vries samengesteld. Uitgave Europa
Elsevier, Amsterdam.
krachtig genoeg het conflict op
vangen. Ook de oudere broer
daartoe niet geschikt. Voor de 1
één levensstijl n
de critici daarvan niets. Zintuige- kende milieu gewaarwordt, is het
lijk schrijven is heel aardig, maar hem onmogelijk zich met zijn ver-
er komt onherroepelijk een tijd leden te confronteren. Hij rijdt
dat de geest in de literatuur zijn door.
rechten weer opeist. Dit conflict is exemplarisch.
Er zijn heel wat kunstzinnige
mensen de kerk uitgedrukt om-
Wolkers' zwakheid in de me'er Is afecsno-
De novelle De wet op het klein-
hliikens de vrije stof. Ik ben
1 flrht.pi-ann hpunnnpn
bied. Mede door de overzichtsarti- namelijk de
i de vader op, dat zijn christen-
de moderne wijze
TTïf "Flipviers driedelige kunsten- instructief illustreren wordt t-, -
rvuYw,Ti-lip is in zakformaat een handzaam naslagwerkje geboden dom oudtestamentisch
selecUegGkozenvaif ongeveer 2600 aan degenen, die. bijw na populo.- wei„i8 evangelisch -
seiecue rP confrontatie met de kunst
dat verhaal *len; omdat een formalistische
vooraan, in Geist als Widersacher der Seele
- is me niet het evangelie heeft vcrecnzel-
gelukt die abjecte geschiedenis uit vigd met het torso dat men er in
I xe Deieven, vanzijn kant." De "vader denkt* en vcle Sevallen van heeft gemaakt,
waarop hijzelf leeft schematisch, dogmatisch, vol- D&£en worden opge- jyjaar aan de andere kant: ook
de volwassen zoon is in gebreke.
TRAGI EK maakt een sterk verhaal
zijn geloof beleeft. Het komt niet gens abstracte rechtsregels. De
™?wïptrr hnifeitenmateriaal"1 te televisie, hun belangstelling willen de naar binnen gevluchte liefde, denker Ludwig Klages (1872—
Een, s, Siaal met betreSg tot verruimen (304 blz., f 12.50). tederheid en humor. Deze vaderfi- 1956) heeft een levenslang pleidooi
recht, orde
kind van zijn tijd, leeft
tentieel. zintuigelijk, lichamelijk
en dat is literair zijn kracht, maar
erheersen tevens zijn zwakheid. De Duitse
het conflict, maar is in wezen
...........novelle aa? de puberale houding niet
denker Ludwig Klages (1872De hond met de blauwe tong, ontgroeid.
„t de keie bundel is ge- C. RIJNSDORP
Tot slot nog iets c
Wie na lezing het boek neer
legt moet bekennen dat het niet
de verrassing brengt van zijn
voorganger; het trekt immers de
lijn door, daar begonnen. Boven
dien veel van de inhoud zou
onbeduidend zijn veel jonge
toensen zijn met zichzelf in de
knoop -a- als niet Green de
«chrijver was, de vermaarde
auteur van zovele romans, dag
boeken en toneelstukken. Maar
anderzijds boeit altijd weer de
oprechtheid van deze man, zijn
vragen naar het wat en vooral
naar het hoe der dingen, zijn
tasten naar innerlijke waarheid,
de hoop op verklaring van het
raadsel dat in Greens werk ligt.
Daaraan werkt ook mee het
geheim van zijn schrijfwijze,
die met eenvoudige taalmiddelen
en een simpele zinsstructuur toch
de lezer vasthoudt en brengt in
de intieme, persoonlijke sfeer
van een belangwekkend, een rijk
mensenleven.
Nieuw begin
De roman Que ces mots répon-
dent, door Luc Estang gegeven
als vervolg op Le Bonheur et ie
Salut, gepubliceerd in 1961 en op
deze pagina besproken, is de re
actie van de schrijver op kriti
sche opmerkingen die hem ver
weten een belangrijke^ figuur uit
het eerstverschenen boek in het
halfduister tehebben gelaten.
In dat boek cirkelt de hande
ling om Octave Coltenceau, voor
naamste medewerker aan een ad
vocatenkantoor, man van middel
bare .leeftijd en trouw katholiek.
Hij laat zich inpalmen door een
jonge weduwe, met wie hij toe
vallig in aanraking is gekomen,
verlaat zijn vrouw en de twee
opgroeiende kinderen, geeft zijn
betrekking prijs en begint een
paradijselijk leven in de Midi.
Hij vindt er wat hij het geluk
noemt, maar weet zich schuldig
«n in groot geestelijk gevaar. Als
na enige maanden de financiële
middelen uitgeput raken, tracht
Octave tevergeefs een hem pas
sende baan te vinden te Parijs.
Dreigende wolken gaan de blau
we hemel opvullen. Dan gebeurt
iets onverwachts: Marie-Laurs,
die zichzelf beschouwt als een
belemmering voor haar minnaar
om zijn leven weer op te bou
wen, pleegt zelfmoord om hem
de vrijheid terug te geven.
schrijver werd nu als fout
aangerekend dat hij wel op Oc
tave en zijn minnares het volle
licht had geworpen, maar aan de
verlaten echtgenote te weinig
aandacht had geschonken, aan
haar die de meest gecompliceer
de figuur was. Had ze soms door
haar kilheid Octave van zich ge
stoten? Was haar vergevingsge
zindheid een pose? Werd ze ge
leid door een hoogheidsgevoel,
dat een echt nieuw begin onmo
gelijk zou maken?
In deze vervolgroman nu wil
Estang op deze vragen antwoord
geven en daarnaast de gehele
processus tekenen van de niet
alleen fysieke, maar ook geeste
lijke terugkeer en de herwinning
van het geschokte vaderschap
over de kinderen, die op de
drempel der volwassenheid ston-
JUL1EN GREEN
ter nodig is. Wat Estang noemt
de „mecanotherapieder vele
diensten tussen Kerstmis
Nieuwjaar" doet hem reeds veel
goed; missen, preken, koorzaa-
gen, het schept alles een spiritue
le sfeer, die innerlijke tegenstand
breekt en oplost in milde gevoe-
En daarbij komt de leiding ge
geven door een der paters, vrien
delijk, maar doelbewust. Het is
niet mogelijk alle evoluties weet
te geven van de gesprekken tus-
sep de priester en Octave, maar
het zij erkend Estang wekt
bij de Protestantse lezer het ver
langen naar wat de kerken der
Reformatie aan zielszorg
en bewondering voor de ge
schoolde psychologen waarc
Rome beschikt en zoals
schrijver er ongetwijfeld kent.
Pater Landry ontmaskert het
egoïsme dat er ligt in de vrees
van Octave zich te vernederen
door zijn terugkeer tot zijn (fe?
zin, geeft antwoord op zijn grie
ven betreffende zijn opvoeding
van plichten en verboden, benut
zelfs een gedeelte van een preek
van Augustinus. kortom, betoont
zich een herder die, nu streng,
dan weer teer, het schaap niet
loslaat voor het thuis is.
In Alice komt een evolutie der
gevoelens tot stand, niet door de
leiding van haar biechtvader,
maar door een terugblik in haar
kindsheid en jeugd. Zeer zeker
was ze altijd al bereid Octqve
terug te ontvangen, maar vervuld
met verachting voor de verleid
ster en in zekere zin ook voor d«
zwakke man die was bezweken
voor de verzoeking. Als ze nu in
de uren dat ze wacht on Octave
haar verleden laat terugrollen,
beleeft ze weer momenten dat zij
óók zwak was en alleen de om
standigheden haar voor het erg
ste hebben behoed. Ze beseft hoe
ze na de geboorte van het tweede
kind Octave van zich heeft
vreemd en hem in een bepaalde
status heeft gedrongen die zijn
diepste wezgn onbevredigd liet.
Alle farizeïsme valt van haar af
en ze brouilleert zich zelfs met
de vriendenkring die het Octave
niet te gemakkelijk wil maken.
Als Octave thuiskomt hij
heeft zijn plaats op het advoca
tenkantoor ook weer teruggekre
gen verricht ze wonderen van
tact. Ze vertelt ook van haar
zwakheid bij bepaalde gelegen
heden in haar meisjesleven in d{
hoop dat ook Octave ronduit zal
spreken over het intermezzo met
Marie-Laure. Dat gebeurt echter
nog niet, die wónden zijn te
Jeugd
Drievoud
Een peiling der gevoelens op
drie punten dus, want ook de
eenzame minnaar was geestelijk
nog niet op zijn plaats. Het eerste
boek liet hem los als een opstan
dige tegen God, die het mensen
geluk niet verdraagt en het stuk
■toot, en nog vol liefde voor
„Marilau". Geleidelijk aan stilt
de storm in zijn ziel, hij verzoent
zich met de gedachte aan de
dood van Marie-Laure. die een
offerdood was, en ziet hij in dat
gebeuren Gods Hand, die hem
terugdrijft. Maar er is nog zoveel
geestelijk te ordenen dat een re
traite in een hem bekend kloos-
De kinderen heeft Estang raak
getekend; het meisje spontaan,
vol medelijden voor Marie-Laure
en begrip voor de zwakheid van
haar vader, trouwens door de
literatuur min of meer ingewijd
in situaties als deze, de jongen,
ouder, dieper denkend, tastend
naar de wertcelijke oorzaak van
de terugkeer. Uit nood? Uit
plichtsgevoel of uit liefde voor
de zijnen? Hier liecft de auteur
een greep gedaan uit het leven
van de jeugd uit de middenstand-
een „surprise-party", een verbod
van ouderszijde dat wordt over
treden, een terugkeer, gehavend
na een yechtpartij. Dan vallen
de barrières weg en de harten
vinden elkander.
We hebben hier een stevig ge
construeerde psychologische, spi
ritualistische roman, die zeld
zaam feit in de Franse literatuur
de dappere huisvrouw, die
vecht voor haar geluk, weet te
begrijpen en te vergeven, eigen
fouten ziet en erkent, en tactvjl
opbouwt wat uiteengevallen is,
in het middelpunt zet. Minder
sympathiek is de weifelende, re
denerende mannenfiguur, die ste
vige geestelijke stompen nodig
heeft om te komen tot de gewens
te daad. Om deze twee staan de
natuurgetrouwe gestalten van
Charlotte en Philippe, kinderen
zoals iedere vader ze zich zou
wensen. Een bezwaar is dat op
vele plaatsen het boek moeilijke
lectuur biedt door de breed-uit-
gespannen beschouwingen, de
trage handeling en het zeer ge
nuanceerde taalgebruik. Zo luch
tig het taaikleed is van Greens
boek, zo zwaar vallen de plooien
bij Estang.
v.d. PANNE
Julien Green: Mille cliemins
ouverts^Uitgave Grasset. Luo
r"~* mots repon-