LADY HULTON Oernatuur in arduin in de Franse literatuur De hond met de blauwe tong zocht geheimzinnigheid in bezit hee<t eekreee"' JAN WOLKERS Elseviers encyclopedie van de kunst ZONDAGSBLAD ZATERDAG 12 DECEMBER 1981 i ROTTERDAM teum Boymans-van Beu- ningen toont de uit iets meer Klee dusdoende zovele diepzinnig- dan honderd stukken be staande collectie moderne kunst van Sir Edward en Lady Hulton. Haar eerste aankoop op dit terrein deed Lady Hulton in 1950 en het ioas tevens het eerste stuk dat zij koos van Paul Klee, van wie het Britse echtpaar thans vijftig werken bezit de mooiste particuliere Klee- verzameling van Engeland. De verzamelaarster voelt zich bijzonder betrokken bij de ver beeldingswereld van Klee, waaruit men, zonder Lady Hulton te ken nen, de conclusie zou kunnen trek ken, dat zij een hang heeft naar het mystieke en naar het domein van de droom. Dit kan dus een interessante kant zijn voor die be schouwer van de collectie, die poogt te achterhalen waarom iemand zoveel werken van Klee heeft gekocht. Anderen zullen voor deze affini teitskwestie geen belangstelling hebben; hun interesse zal zich meer richten op het werk zelf. Nu is er al zeer veel over de persoon en het oeuvre van Paul Klee (18791940) geschreven. Voor de catalogus heeft prof. dr. Max Huggler, directeur van het Kunst museum in Bern, daaraan zijn be schouwingen toegevoegd. Gelijk talloze auteurs dat hebben gedaan, heeft de inleider heel wat analyse rend aandoende abacadabra over hoop gehaald, die bij nuchtere ont leding van de kreten zacht ge zegd meer onzin dan logica blijkt te bevatten. Het Mu- wendde zeer veel te doen; het jprof. Huggler dan ook, dat waarheidindien gesteld wordt niemand kan dit tegenspreken. Dat Ladv Hulton een reeks „heldere ZOals prof. Huggler elders in houdt echter allerminst in, dat formuleringen" en „beslissende op- z;in irileidina trouwens zplf doet wil doen geloven. Wij betwisten Dichter benadert men de Klee heeft gevonden wat zij zocht, nl. de geheimzinnigheid. Mythen Rondom Klee Is een nevel van mythen opgespoten. Men sugge reert er maar op los, vooral als het er om gaat, Klee's „onderbewust zijn" te verklaren. De kunstenaar wist schilderkunstig zijnde het resultaat van de wijze waarop hij zijn technieken en materialen aan- Pav.1 Klee heeft als een romanti cus met hallucinaties zijn leven lang mysterieus gedaan over zijn eigen ervaringswereld. Wie zich daarmee weet te vereenzelvigen, vindt in het iverk van de on voorstelbaar produktieve kun stenaar wel iets van de mens Klee, maar dit „iets" is in feite niet helder geformuleerd. Pictu rale verfijning en mysterieuze vormentaal verhullen het wezen lijke van Klee's geheimzinnig heid: de vrijwel constante koortsdroom van een innerlijk fel heet en weer geslingerd mens. Voorloper Paul Klee werd gemangeld door tweeërlei tijdgeest, die van de Ro mantiek en die van het gekwelde Modernisme. Klee was niet in staat, de ander een „beslissende oplossing" aan de hand te doen, want zelf zag hij er geen. Wel werd hij een voorloper, echter op een weg, die welhaast doodloopt, voor menigeen reeds geblokkeerd is. Het zal waarschijnlijk nog eni ge tijd duren, vooraleer de kunst historici van dat besef in minder hoogdravende bewoordingen blijk zullen geven. Kringloop Het leven Is een kringloop de verbeeldingswereld van kunste naars moet wel dezelfde beweging maken. Eens zal de cirkel zich sluiten en dan staat de mens niets anders te doen dan bij een „gepas seerd punt" her te beginnen. Deze onontkoombare waarheid vindt accentuering in het werk van de andere in de collectie-Hul ton vertegenwoordigde kunste naars, waartoe o.m. behoren: Ce zanne. Braque, Chagall, Chirico, Dubuffet, Giacometti, Rouault, Soutine, Matisse, Leger, Kandins- ky, Moore en Picasso. De tentoonstelling van de repre sentatieve en kwalitatief met ken nis samengestelde collectie dnurt tot 17 januari. TON HYDRA ROTTERDAM De 41-jarige in België geboren kunstenaar van Franse nationaliteit, Eugène Dodeigne, heeft tot 24 januari in het Museum Boymans-van Beu- ningen zijn eerste eenmansexpo- sitie in ons land. Zijn stenen en bronzen beelden en zijn teke ningen hebben een niet zo ge lukkige opstelling gekregen in de tuinzaal en de twee daaraan grenzende ruimten. Deze be grenzing wreekt zich vooral ten aanzien van de levensgrote, uit arduin gehakte, figuren, die eerst ten volle tot hun recht kun nen komen in de wijdheid van het open veld. Dodeigne's ruige arduinen horen thuis in een ruig landschap; ze zijn er ook na bewerking nog een deel van. Dodeigne's kunst is de ex pressie in steen en brons van een natuurmens, die zich een voelt, met de grond waarop hij te leven werd gezet; die, met hetgeen de natuur hem voor handen geeft, eigen huis bouwt en versiert. Dodeigne is een stoere plattelan der. Sterk met de natuur (te Rou- vreux) verbonden, leerde hij het steenhouwersvak van zijn vader. In 1936 ging hij naar de Ecole des Beaux-Arts van Tourcoing om te kenen en modelleren onder de knie te krijgen. Parijs bracht hem daarna in contact met hedendaagse kunst en met wat algemeen ge noemd wordt de „primitieve" Over Dodeigne's „ontdekken van de primitieve kunst" behelst het te menselijkheid naar ee: van genade veronderstelt". Leest u het nog x staat „deze tot hun hoogste uitdruk kingsmogelijkheid komen". Als we over; de pseudo-geleerdheid ter zijde hier staat baarlfjke nonsens var. leggen, komt er een Dodeigne te- een dikdoende „kunstverklaarder", voorschijn die los van de traditie die op hét terrèin van' de geest geheel zichzelf is; een ongepolijste misschien wel eens de klok heeft oernatuur, aan de aarde gebonden horen luiden, maar niet weet waar zoals verre voorzaten dat waren de klepel hangt. Mijnheer Mathey toen er omtrent de overgang schermt met woorden en met be- de staat van genade in deze grippen, waarvan hijzelf de bete- treien nog niets bekend kenis niet kent, hetgeen o.a. ook —-*-•••• nog blijkt uit een tirade, waarin hij „christelijke traditie" verhas pelt met de expressie van de „pri mitieve" Sprookjesvogel: wespendief, door Frank Wenzel. Uitgave Kosmos, Amsterdam. laar Rinke Tolman, onze vogelkenner -on- bü uitstek, heeft dit mooie boek, dat inderdaad uitzonderlijke, docu- Bekijkt u zó Dodeigne. dan mentatie biedt, voor Nederland blijkt dat hij met zijn werk niet bewerkt. Veertig prachtige hleu- een slap voorwaarts doet, maar is renfoto'. t—.r.n 1. he- teruggegaan tot het stadium van vóór de christelijke bescha- Dodeigne. leveren evenzovele be- de moderne techniek Iri. dit opzicht heeft te bieden. Dodeigne is beslist niet een kun- ving, nl. het stadium," waarin de Maar het voornaamste blijft het stenaar, die zoals de inleider be- expressie nog was als een zich pas bewonderenswaardige speurwerk, toogt. de door de natuur aangedui- kort ontwikkelend embryo de vormen zodanig versterkt, dat tyym tj TON HYDRA de'haat tegen de In de loop van dit jaar ^uiden,^ verschenen twee werken, die, bij alle grote verschil- kaan, had* weinig inn'erlijk len, deze overeenkomst be- +""f zitten dat ze onder de ge meenschappelijke noemer van psychische peilingen kunnen worden gebracht, in het éne boek toegepast op eigen zielsleven in de jeugd jaren, in het tweede op dat van figuren uit een vooraf gaande roman; onderzoekin gen niet verricht volgens een wetenschappelijke me thode, maar met de intuïtie van de kunstenaar. tact met hen. Nu eens werd hij als kind beschouwd en om zijn „heiligheid" in isolement gezet, dan weer was hij het voorwerp van grove spot. Zijn religiositeit kende zijn ups en downs, tijden van lauwheid, maar ook van verrukking. Zijn bijbel vergezelde hem trouw. Bij alles bleef voor Julien het pri maat der geestelijke, onzichtbare dingen, die een hogere werke lijkheid bezitten dan wat de ogen zien. De uiterlijke verschijning ,s bedrieglijk, het innerlijk schou wen leidt tot de waarheid. Deze visie is Green trouw gebleven in zijn literair werk; vooral in de eerste zes, zeven romans, Levia than, Adrienne Mesurat, Le Visi- onnaire enz., waar de lezer Ao wordt gevoerd in een wereld ge- X MHV Vhlmf™ huld in een vaalbleek licht van f„in Prbln Ébï onwaarschijnlij kheden, nacht- Julien Green, het merrles en' wJa„hooP. even on- rustwekkend als die van Kafka. Wat Green ontbrak in deze ia- ren was een leiding die hem de dualiteit van zijn wezen zou heb ben doen begrijpen. In Partir avant le jour speelt de biechtva der een grote rol; hier ontbreent hij nagenoeg geheel. Het eerste de werken ouverts van vervolg op Partir avant le jour, gepubliceerd in 1963 en op de Culturele pagina van dit blad besproken. Met de titel is de schrijver niet zo gelukkig ge weest als voor het eerste van de reeks. Het is immers langs twee banen dat het innerlijk leven van de jonge Julien zich beweegt, een spiritualistische, liever ge- 1 religieuze, en daarnaast Sensualiteit ping Naast de vroomheid woonde in onaf- Julien ook een sterke zinnelijk heid, die hem in verwarring - bracht en die hij nu eens onder- diep-religieuze natuur, drukte dan weer de vrije teugel zelfs dat over een priesterroe- jjet De moederlijke opvoeding, waarover het vorige boek zoveel bijzonderheden bracht Evenals zijn vader, hankelijk van deze, van prote- lant katholiek geworden, hem werd gedacht. Evenwel, na bepaalde confessies „,Jt„lluclu[u[11 tJ1 zijn biechtvader werd die daar kracht zocht in geheimzin gedachte losglaten; teveel lijkheid broeide in hem. Wanneer Julien op 17-jarige leeftijd als vrijwilliger bij een Amerikaanse ambulance wordt ingelijfd, is zijn ideaal monnik te nige waarschuwingen in open onderricht, werkte nog na in de jonge man van achttien, negentien jaar. Museumbezoek, vooral met schrijvers die zijn geest on getwijfeld beïnvloed hebben in uiteenlopende richting, o.a. Pas cal en Edgar Poe. De zeereis met de afvaart van Marseille ging vóór de oversteek langs Italiaanse havens, wat Ju lien gelegenheid gaf onvergete lijke indrukken op te. doen van bezoeken aan Napels, Pompeji en Palermo, evenzovele aanvoerka nalen voor zijn gistende sensuali teit. In Amerika wachtten hem, naar hij nu reeds mededeelt, een felle religieuse crisis en diep lij den. Daarvan zal ongetwijfeld een derde deel verhalen. - museumoezoeK, vuorai aan ue worden en spreekt hij naiefweg sclUptural<, aMsling. de sehoor- over zijn toeko™Wannen Hl hejd van h meBsalijk lichaam henï. vn>nie'jongen, nieW kwaads ,l°W zal overkomen; Gods bescher- mine is zijn deel. Een stevige alles 2atte hem o, geestelijke hoogmoed komt mand st(Jnd naas, h0m Geheim ooral niet minder bij jon- uit zijn omgeving, dat brand. Ni«- m om confi denties te ontvangen, raad te ge- uitweg te wijzen. Alle hier tot uiting zoals Green bekent. >|H ww Terloops zij opgemerkt dut moeite, verwarring hij in dit boek zichzelf niet bleef - spaart. Hij zoekt naar de waarheid, verwondert zich over zijn onwetendheid en arg- loosheid als jongen en begrijpt wonder dat intro- vertie een der kenmerken van deze schrijver is. geworden. Het boek sluit af met de reis Amerika, waar Julien opwekken. Verwondering Die kameraden waren Amen- kanen uit het Noorden. Julien, behorend tot heeft hij na de tijd doorgebracht bij twee ambulance-diensten en daarna bij het bezettingsleger in Duitsland, ook te Parijs zijn stu die voor het baccalaureaat achter de rug en daarbij nog gelegen- familie uit het heid gevonden kennis te maken De nieuwe noveüenlmndel miin™dg guur op« althans op Wol- gevoerd 1 ten geleide van Frangois Mathey Van Jan Wolkers, met de vrij zó dat de gaten morgenochtend als christen in dp r-atalnmjs de eebruikelnice - -r-^ t _i j«r-1-ir-iift WnlV willekeurige titel De hond ^r zaud»^; °|a™ J^wannS'de 'Üfj™ het primaat van de noemd. Hond en tong kan „Seele" tegenover den „Geist". Bij verwaarlozen, tenzij torso. Ergens de vaderfiguur is de „Geist", J het Volgens de inleider zou Dodeigne de blauwe tong een Uit- 6chone kunsten. z»n*e het gavg mn j M Meulenhoff te geluid Amsterdam), bevat vijf ver tot de overtuiging kan hebben ge bracht, dat ware kunst voortkom' uit de meditatie, welke „gebaseerd is op de christelijke traditie, die de overgang ~t~~* v""' mijn hoofd dat ik geen r hoorde" (blz. 33). Men hoeft geen psycholoog te wezen, om in de vet gezette woor- naii iieuueu «c- den de aanduiding te zien van een kunst voortkomt doeling na te vertellen wat er opvallende trek bij Wolkers: het m al deze geschiedenissen ^d™^1,JvkadS™ereS0d^g|mgVeu. zijn, hij het geloof zijn vader misschien wel zou i ben behouden. REACTIE de" staat van'bru- VJOrdt beschreven. Veel liever Uit ^protest.protest^, dat rJnsent wei probeer ik mij ÜIltÉÉi^uJs-e*" van de jongste publikatie van iïgtTe'sleut'eTtot het" verstaan' deze te veel besproken auteur het. vaak mateloos u°wordt de zowel over het kind als dier een symbool wil zien. Maar deze bundel Klages' terminologie over te ne- terzake. Op een winternamiddag men, de „Widersacher" van zijn tegen Kerst rijdt de zoon in zijn zoons Seele". Maar de zoon heeft nuto met gevaarlijke snelheid van de neiging tot verabsolutering van Amsterdam, om in Leiden zijn de vader geërfd en zo staan die stervende vader te bezoeken. Hij twee niet zozeer onverzoenlijk, als spoedt zich naar een doel dat hij wel wederzijds onbegrepen tegen- niet bereiken wil. De vader zal over elkaar. De afweerhouding «isen dat de zoon zich bekeert en heeft bij de zoon geleid tot een hij zal met hem willen bidden, soms ontstellende en welbewuste Zich bekeren, dat betekent voor de grofheid, gepaard gaande met een zoon; worden als vader; eigen ui- nin indrukken machteloos en hopeloos is, want m „nn+ vu., de vffhouding tot de vaderliguur aanbrengen Hij heeft zijn onder de neus gewreven krijgen, «taal te ordenen, om mezelf en zoveel moqelijk klaarheid te volwassen dat het conflict het evangelie -gay uu»-u«c,tyo,c. .«-«/. "jj- hoew n de zaak part noch zoon in. De vader staat Christus in vader (een heel ander type dan deel hebben. Wolkers heeft daarbij de weg, zeer vermoedelijk ponder het hedendaagse werk) inderdaad verloren toen treme realisme in de zeilen verschaffen. In het eerste verhaal, De achtste conflict'uit te -- conflict i plaag, vertelt de schrijver van een gj.oe;e Paaszondag uit zijn jeugd. Hij gaat tg 1fjven dan met een nieuwe plusfour aan mee naar de kerk. s Middags dringt hij met een andere jongen op verboden terrein door. Een man gooit in zijn woedi struikelt - - -• beek komt de hooivork trillend de grond terecht. Het werktuig - 7 duidelijk de3e 'een eindje in de vijftig 7- gefixeerd; dat twaalf jaar was. De r '""at te tekenen»,, hot zen vader-- omdat hij, binnen de betrekkelijk nauwe grenzen van zijn onmisken baar schrijftalent, de techniek tenminste door de grofheden en blasfemische uitspraken kan heenkijken, wat een pastorale te groeien, het te overwinnen. TRAPPEN hooi- Natuurlijk geeft heel hen toe: de ik-jongen rend Nederland de schuld valt. Vlak naast zijn vader. De gelegenheid - b^tipSTile omlegging «rhyïSKt - van de ik-figuur m kwestie. De van dag geworden. En dan zijn toegespitste conflict. Hij is er nooit haat tegen vaders religie en het er altijd ruggegraatloze intellectue- uitgekomen en komt er ook nu toch niet kunnen loskomen van len die klaar staan om ieder mo- n'et u'?- Hi) ziet niet, dat het die religie is tevens, en misschien demannetje tot profeet uit te roe- evangelie wel algehele zelfverloo- pen en hen met hun etiketje* te chening eist. maar niet m die zin beplakken. dat wij ons zouden moeten beke- met één tand het calvinistisch dertype in het algemeen enkele onderen door fikse trappen te geven. Nog afge- zijn plusfour gegaan. Als de jon- zien gen 's avonds naar bed gaat, legt ook zelf hij zijn broek over de stoel en tast dat de eerste plaatsteen op het gevoel van machte- temooi loosheid, dat een kunstzinnig mens bevangt als hij zich tegen over een a-muziscli mens moet S3 S.t?Cd,.Tde7e'v"S;; „verklaren" Br zijn mensen die - - eenmaal het orgaan missen iets gewaar te worden van de wereld van verbeelding ZWAKHEID het model vader heeft gehad mag worden ver wacht, dat hij na zoveel, vaak Wij mógen niet alleen onszelf zijn, we moeten het en in de bekering heeft veel „Seele", worden we het juist. De waarlijk groot komt Wolkers t maar, om een waarlijk groot komt er niet toe het ziekenhuis schrijver te kunnen worden, te binnen te gaan. Een oponthoud weinig, misschien wel helemaal onderweg heeft hij aangegrepen - - a - - - geen „Geist". Zolang de huidige om de vader maar niet meer le de stof hard caricaturale, kritiek op zijn vader fantasie, zelfs als hun eigen kin- voorliefde voor de autobiografi- vend terug te zien. Ook als hij - - en in die wereld burger zijn sche reportage voortduurt, merkt haar zijn ouderlijk huis rijdt, naar met Paulus kunnen zeggen, bet grote publiek en een deel van binnen kijkt en het van ouds be- tijd op mijn hurken kitten terwijl tawbek dat zij dat burgerschap door ge- boorte hebben verkregen. De zoon, op zijn beurt, is even eens een torso. Hij mist het orgaan om de wereld van de religie los te maken van zijn vaders levensstijl. Deze laatste is a-muzisch, fanta sieloos. zonder humor, statisch, vormelijk. De gaafd, rijk Dat het kind dat niet kan. likt Mg,duidelijk Elseviers Encyclopedie van de de kunst Kunst, door mevrouw drs. F. B. voorts, rr de Vries samengesteld. Uitgave Europa Elsevier, Amsterdam. krachtig genoeg het conflict op vangen. Ook de oudere broer daartoe niet geschikt. Voor de 1 één levensstijl n de critici daarvan niets. Zintuige- kende milieu gewaarwordt, is het lijk schrijven is heel aardig, maar hem onmogelijk zich met zijn ver- er komt onherroepelijk een tijd leden te confronteren. Hij rijdt dat de geest in de literatuur zijn door. rechten weer opeist. Dit conflict is exemplarisch. Er zijn heel wat kunstzinnige mensen de kerk uitgedrukt om- Wolkers' zwakheid in de me'er Is afecsno- De novelle De wet op het klein- hliikens de vrije stof. Ik ben 1 flrht.pi-ann hpunnnpn bied. Mede door de overzichtsarti- namelijk de i de vader op, dat zijn christen- de moderne wijze TTïf "Flipviers driedelige kunsten- instructief illustreren wordt t-, - rvuYw,Ti-lip is in zakformaat een handzaam naslagwerkje geboden dom oudtestamentisch selecUegGkozenvaif ongeveer 2600 aan degenen, die. bijw na populo.- wei„i8 evangelisch - seiecue rP confrontatie met de kunst dat verhaal *len; omdat een formalistische vooraan, in Geist als Widersacher der Seele - is me niet het evangelie heeft vcrecnzel- gelukt die abjecte geschiedenis uit vigd met het torso dat men er in I xe Deieven, vanzijn kant." De "vader denkt* en vcle Sevallen van heeft gemaakt, waarop hijzelf leeft schematisch, dogmatisch, vol- D&£en worden opge- jyjaar aan de andere kant: ook de volwassen zoon is in gebreke. TRAGI EK maakt een sterk verhaal zijn geloof beleeft. Het komt niet gens abstracte rechtsregels. De ™?wïptrr hnifeitenmateriaal"1 te televisie, hun belangstelling willen de naar binnen gevluchte liefde, denker Ludwig Klages (1872— Een, s, Siaal met betreSg tot verruimen (304 blz., f 12.50). tederheid en humor. Deze vaderfi- 1956) heeft een levenslang pleidooi recht, orde kind van zijn tijd, leeft tentieel. zintuigelijk, lichamelijk en dat is literair zijn kracht, maar erheersen tevens zijn zwakheid. De Duitse het conflict, maar is in wezen ...........novelle aa? de puberale houding niet denker Ludwig Klages (1872De hond met de blauwe tong, ontgroeid. „t de keie bundel is ge- C. RIJNSDORP Tot slot nog iets c Wie na lezing het boek neer legt moet bekennen dat het niet de verrassing brengt van zijn voorganger; het trekt immers de lijn door, daar begonnen. Boven dien veel van de inhoud zou onbeduidend zijn veel jonge toensen zijn met zichzelf in de knoop -a- als niet Green de «chrijver was, de vermaarde auteur van zovele romans, dag boeken en toneelstukken. Maar anderzijds boeit altijd weer de oprechtheid van deze man, zijn vragen naar het wat en vooral naar het hoe der dingen, zijn tasten naar innerlijke waarheid, de hoop op verklaring van het raadsel dat in Greens werk ligt. Daaraan werkt ook mee het geheim van zijn schrijfwijze, die met eenvoudige taalmiddelen en een simpele zinsstructuur toch de lezer vasthoudt en brengt in de intieme, persoonlijke sfeer van een belangwekkend, een rijk mensenleven. Nieuw begin De roman Que ces mots répon- dent, door Luc Estang gegeven als vervolg op Le Bonheur et ie Salut, gepubliceerd in 1961 en op deze pagina besproken, is de re actie van de schrijver op kriti sche opmerkingen die hem ver weten een belangrijke^ figuur uit het eerstverschenen boek in het halfduister tehebben gelaten. In dat boek cirkelt de hande ling om Octave Coltenceau, voor naamste medewerker aan een ad vocatenkantoor, man van middel bare .leeftijd en trouw katholiek. Hij laat zich inpalmen door een jonge weduwe, met wie hij toe vallig in aanraking is gekomen, verlaat zijn vrouw en de twee opgroeiende kinderen, geeft zijn betrekking prijs en begint een paradijselijk leven in de Midi. Hij vindt er wat hij het geluk noemt, maar weet zich schuldig «n in groot geestelijk gevaar. Als na enige maanden de financiële middelen uitgeput raken, tracht Octave tevergeefs een hem pas sende baan te vinden te Parijs. Dreigende wolken gaan de blau we hemel opvullen. Dan gebeurt iets onverwachts: Marie-Laurs, die zichzelf beschouwt als een belemmering voor haar minnaar om zijn leven weer op te bou wen, pleegt zelfmoord om hem de vrijheid terug te geven. schrijver werd nu als fout aangerekend dat hij wel op Oc tave en zijn minnares het volle licht had geworpen, maar aan de verlaten echtgenote te weinig aandacht had geschonken, aan haar die de meest gecompliceer de figuur was. Had ze soms door haar kilheid Octave van zich ge stoten? Was haar vergevingsge zindheid een pose? Werd ze ge leid door een hoogheidsgevoel, dat een echt nieuw begin onmo gelijk zou maken? In deze vervolgroman nu wil Estang op deze vragen antwoord geven en daarnaast de gehele processus tekenen van de niet alleen fysieke, maar ook geeste lijke terugkeer en de herwinning van het geschokte vaderschap over de kinderen, die op de drempel der volwassenheid ston- JUL1EN GREEN ter nodig is. Wat Estang noemt de „mecanotherapieder vele diensten tussen Kerstmis Nieuwjaar" doet hem reeds veel goed; missen, preken, koorzaa- gen, het schept alles een spiritue le sfeer, die innerlijke tegenstand breekt en oplost in milde gevoe- En daarbij komt de leiding ge geven door een der paters, vrien delijk, maar doelbewust. Het is niet mogelijk alle evoluties weet te geven van de gesprekken tus- sep de priester en Octave, maar het zij erkend Estang wekt bij de Protestantse lezer het ver langen naar wat de kerken der Reformatie aan zielszorg en bewondering voor de ge schoolde psychologen waarc Rome beschikt en zoals schrijver er ongetwijfeld kent. Pater Landry ontmaskert het egoïsme dat er ligt in de vrees van Octave zich te vernederen door zijn terugkeer tot zijn (fe? zin, geeft antwoord op zijn grie ven betreffende zijn opvoeding van plichten en verboden, benut zelfs een gedeelte van een preek van Augustinus. kortom, betoont zich een herder die, nu streng, dan weer teer, het schaap niet loslaat voor het thuis is. In Alice komt een evolutie der gevoelens tot stand, niet door de leiding van haar biechtvader, maar door een terugblik in haar kindsheid en jeugd. Zeer zeker was ze altijd al bereid Octqve terug te ontvangen, maar vervuld met verachting voor de verleid ster en in zekere zin ook voor d« zwakke man die was bezweken voor de verzoeking. Als ze nu in de uren dat ze wacht on Octave haar verleden laat terugrollen, beleeft ze weer momenten dat zij óók zwak was en alleen de om standigheden haar voor het erg ste hebben behoed. Ze beseft hoe ze na de geboorte van het tweede kind Octave van zich heeft vreemd en hem in een bepaalde status heeft gedrongen die zijn diepste wezgn onbevredigd liet. Alle farizeïsme valt van haar af en ze brouilleert zich zelfs met de vriendenkring die het Octave niet te gemakkelijk wil maken. Als Octave thuiskomt hij heeft zijn plaats op het advoca tenkantoor ook weer teruggekre gen verricht ze wonderen van tact. Ze vertelt ook van haar zwakheid bij bepaalde gelegen heden in haar meisjesleven in d{ hoop dat ook Octave ronduit zal spreken over het intermezzo met Marie-Laure. Dat gebeurt echter nog niet, die wónden zijn te Jeugd Drievoud Een peiling der gevoelens op drie punten dus, want ook de eenzame minnaar was geestelijk nog niet op zijn plaats. Het eerste boek liet hem los als een opstan dige tegen God, die het mensen geluk niet verdraagt en het stuk ■toot, en nog vol liefde voor „Marilau". Geleidelijk aan stilt de storm in zijn ziel, hij verzoent zich met de gedachte aan de dood van Marie-Laure. die een offerdood was, en ziet hij in dat gebeuren Gods Hand, die hem terugdrijft. Maar er is nog zoveel geestelijk te ordenen dat een re traite in een hem bekend kloos- De kinderen heeft Estang raak getekend; het meisje spontaan, vol medelijden voor Marie-Laure en begrip voor de zwakheid van haar vader, trouwens door de literatuur min of meer ingewijd in situaties als deze, de jongen, ouder, dieper denkend, tastend naar de wertcelijke oorzaak van de terugkeer. Uit nood? Uit plichtsgevoel of uit liefde voor de zijnen? Hier liecft de auteur een greep gedaan uit het leven van de jeugd uit de middenstand- een „surprise-party", een verbod van ouderszijde dat wordt over treden, een terugkeer, gehavend na een yechtpartij. Dan vallen de barrières weg en de harten vinden elkander. We hebben hier een stevig ge construeerde psychologische, spi ritualistische roman, die zeld zaam feit in de Franse literatuur de dappere huisvrouw, die vecht voor haar geluk, weet te begrijpen en te vergeven, eigen fouten ziet en erkent, en tactvjl opbouwt wat uiteengevallen is, in het middelpunt zet. Minder sympathiek is de weifelende, re denerende mannenfiguur, die ste vige geestelijke stompen nodig heeft om te komen tot de gewens te daad. Om deze twee staan de natuurgetrouwe gestalten van Charlotte en Philippe, kinderen zoals iedere vader ze zich zou wensen. Een bezwaar is dat op vele plaatsen het boek moeilijke lectuur biedt door de breed-uit- gespannen beschouwingen, de trage handeling en het zeer ge nuanceerde taalgebruik. Zo luch tig het taaikleed is van Greens boek, zo zwaar vallen de plooien bij Estang. v.d. PANNE Julien Green: Mille cliemins ouverts^Uitgave Grasset. Luo r"~* mots repon-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 18