De blunder Gevaren bedreigen de filatelie VOOR U GELEZEN: of 15 IL <=*Peróoonïylz Toppunt van welvaart Toppunt van passiviteit V "M ZONDAGSBLAD ZATERDAG 12 DECEMBER 1964 SOMS vroeg Ferdy zich af of hij het g"oede beroep had geko zen. Niet dat er veel te kiezen was geweest, na de breuk tus sen zijn ouders... Hij had de middelbare school niet mogen afmaken, op zijn zestiende was hij de straat opgestuurd door zijn moeder met de mededeling: „Ga een baan zoeken". Nu, zeven jaren later, was hij schoen verkoper. Daarvoor was hij kruideniers bediende, hulpbesteller, soldaat en ver tegenwoordiger geweest, tot hij in de schoenhandel belandde en het eindelijk i voldaan gevoel. Hij produceerde n Wat maakte hij? Verkooppraatjes, zet, winst voor een ander. Hij behoorde 1 tot de onproduktieven, waarvan de mo derne wereld vol is, die kennelijk on misbaar zijn, tót zij over hun eigen be- 1 staan beginnen na te denken en ontdek ken dat ze er evengoed niet konden zijn. Schoenen maken was één ding; schoenen verkopen iets geheel anders. Hij was slechts tussenpersoon, een onbelangrijk duur wezen, in feite een parasiet. Het was niet zo'n kunst, schoenen te verko pen aan mensen die toch schoenen moes ten hebben, hoe dan ook. Deze gedach- j ten waren niet bevorderlijk voor zijn levensgeluk, besefte hij en hij deed een I dappere poging zichzelf te zien, zoals hij hoopte dat de klanten hem zagen: een keurige jongeman, vriendelijk en gedul dig, tër zake kundig en behulpzaam. Hij hield zich voor, dat hij wel degelijk iets betekende: hij gaf adviezen, hielp de besluitelozen een keuze te maken, hij trachtte welbewust een zekere harmonie tot stand te brengen tussen voeten en i schoeisel. Wanneer een klant tevreden vertrok, een schoenendoos onder de arm, I dacht hij niet aan zijn provisie, maar aan het paar voeten en dat hij gelukkig had gemaakt, j Het meisje dat op een dinsdagochtend binnentrad bracht zijn verkoopinstinc ten onmiddellijk in beweging. De ver koopster van de damesafdeling was ziek geworden, Ferdy moest invallen. Omdat het op dit uur op de herenafde ling niet druk was, kon hij de winkelen de vrouwen extra aandacht geven en tol nu toe elf uur in de ochtend was de omzet redelijk geweest. Dit meisje.... Ze kwam binnen op afgedragen wandel schoenen; de neuzen waren stomp en kaal. Daarboven ontwaarde hij een lan ge pantalon, enigszins gekreukeld, een kort loshangend jasje, een verwarde bos haar. Maar haar gezichtje was zuiver gesneden en ze had prettige ogen; grijs en intelligent. Ze viel neer op het eerste het beste stoeltje, schopte de molières uit en liet haar voeten bengelen. Ferdy knielde bij haar neer en keek naar de I goedgevormde voet. „Wag mag het zijn?" vroeg hij vrien- delijk. „Schoenen", zei het meisje. Ze leunde 1 lui achterover. -« Hij vroeg nooit naar dé maat van een I klant, doch mat die zelf na, dat voor kwam onnodig heen-en-weer geloop. „37" mompelde hij waarderend. De meeste vrouwen hadden grotere voelen. „Wat is de bedoeling? Hoge hak, sport schoen of.." I „Ik weet het nog niet", zei het meisje onverschillig. „Iets gemakkelijks." Ze geeft niet om haar uiterlijk, dacht hij. i Jammer, ze zou er zo lief uit kunnen I zien. Die voetjes zijn geschapen om voort te trippelen op naaldhakken, de lage wreef schreeuwt om een volmaakt gesneden leest. Nu ja, de klant is ko ning. Hij haalde een doos te voorschijn en liet haar passen. Het waren blauwe pumps, met halfhoge hak: meesterlijk ontworpen schoentjes, elegant, een zweempje sportief en draagbaar bij elke gelegenheid. Schoentjes, die speciaal schenen gemaakt voor een meisje als dit. Ze fronste de wenkbrauwen. „Ik houd er niet van op mijn tenen te moeten lopen", zei ze. Ferdy wilde protesteren, zó hoogwaren de hakken niet. In plaats daarvan zei hij: „Misschien wilt u ook de andere aantrekken en een paar passen lopen. U zult ontdekken hoe prettig ze zitten." Ze deed het en stapte over de beige loper. Ze liep goed, constateerde hij. doch de kleur van haar lange pantalon paarsachtig vloekte tegen het blauw van de pumps. Om van de sokken maar te zwijgen. Deze schoentjes smeek ten om ragfijne kousen, een nauwe rok, een weinig ele gantie! „Ze zitten prettig, u heeft gelijk, ik neem ze", zei het meisje en ging weer zitten. Ferdy kreeg een schok. „Misschien wilt u ze liever in grijs?" vroeg hij voorzichtig. Ze keek hem ver baasd aan. „Waarom? Die kleur blauw bevalt me uitstekend". Het ligt er natuurlijk aan, waarbij u de schoenen wilt dragen." O.." Ze fronste weer. ze was niet dom. „U bedoelt dat dit blauw niet kleurt bij de rest van...van wat ik aan heb." Hij knikte. „Maar grijs is zo'n.. saaie tint." Ze keek met afschuw naar de afgedankte molières, die eenmaal donkergrijs waren geweest. „Ik heb die al twee jaar...ik kan ze niet meer zien." Hoe lang zou ze die pantalon al dra gen en dat jasje, dacht Ferdy. Wat hem echter het meest verwarde was zijn eigen wilde verlangen om haar te hel pen. Hij had dikwijls vrouwen ontmoet die zich niet wisten te kleden. Niet door gebrek aan ijdelheid, maar uit wan smaak. Dit meisje zou zeker haar smaak kunnen ontwikkelen, wat haar onbrak was belangstelling voor haar uiterlijk. „Bij deze schoenen zou u een cocktailja pon kunnen dragen in dezelfde kleur", sprak hij, moed scheppend. „En licht bruine nylons, met een goudglans, liefst naadloos. Mag ik u er een paar laten zien?" Ze keek hem bijna woedend na. „Cocktailjapon?" Hij voelde opeens dat ze op het punt stond haar tong tegen hem uit te steken. „Ik ga nooit naar cocktailparties." Negentig van de honderd evenmin, dacht hij, maar desondanks bezitten ze een cocktailjapon of iets wat er voor moet doorgaan. Hij slikte. „Een mantelcostuum kan natuurlijk ook." ..Dat heb ik wel groen!" Nam ze hem in het ootje? Ferdy richtte zich op en trok een streng gezicht. „In dat geval moet ik u de aankoop van blauwe schoenen afraden. Bruin of grijs, daar heeft u meer aan." „U probeert me op te voeden?" Ferdy realisseerde zich dat hij bezig was een klant te verliezen, zijn reputa tie van „beschaafd verkoper" te grabbel te gooien, maar hij kon niet anders. „Het is mijn plicht u er op te wijzen dat deze schoenen niet bij u passen. Ik bedoel: ze passen uitstekend bij u en bij uw persoonlijkheid, maar niet bij uw kleding. Ik zou het mijzelf niet verge ven indien ik u zó liet heengaan, dat is, dat is mijn eer van verkoper te na. Het is niet mijn taak klanten een figuur te laten slaan." Opmerkzaam sloeg ze hem gade, hij transpireerde van ellende. „Begrijpt u mij goed", ratelde hij voort, „Ik wil u al leen maar helpen, de juiste schoenen te kiezen Het staat u natuurlijk vrij mijn advies in de wind te slaan." Nog altijd zei ze niets; ze keek maar en hij raakte steeds meer in verwarring. De grijze ogen hadden een doordringen de blik. Ze is intelligent, dacht hij, waarom laat ze me dan zo spartelen, waarom wil ze niet begrijpen wat ik haar duidelijk tracht te maken? „Zal ik nog iets anders laten zien? We hebben heel aardige modellen in de an dere tinten..." „Ik i i dez« „Zoals u wilt", zuchtte hij. „En ik houd ze meteen aan. Wilt u de oudjes laten inpakken?" Ze hield ze aan! Blauwe pumps met halfhoge hakken, bij geblokte sokken en een paarsrode pantalon. Ferdy onder drukte een rilling en begon een bon uit te schrijven. „Gaat het u erg aan het hart?" vroeg het meisje plotseling. Hij knikte zwij gend, hield de ogen afgewend. Ondanks de botsing der meningen was ze hem sympathiek; het speet hem dat ze straks zou vertrekken. Hij wist dat hij weken lang op straat zou uitkijken naar een meisje met blauwe schoenen en een groen mantelcostuum, naar een paars-rode pantalon met pumps, naar...neen, naar de grijze ogen en het warrige bruine haar en het pure profiel. Hij begeleidde haar naar de kassa en ontweek de blik van inpakster. Daarna ging hij het meis je voor naar de buitendeur, hield die voor haar open, keek naar het lieve gezicht, de zuivere lijn van haar voor hoofd. „Mag ik u deze week nog eens terugzien?" fluisterde hij vertwijfeld. Ze stokte op de drempel. „Niet als klant, maar privé", voegde hij er haastig aan toe. Het meisje aarzelde. Neen", zei ze toen langzaam, „U bent precies als de anderen." Geen man wil dat geloven. Snel trok hij de deur achter hen beide dicht. „Laat me bewijzen dat het niet zo is. Ik meen elk woord. Ik zou graag met u uitgaan." Ze beet op haar lip, tastte met haar ogen zijn gezicht af. Twee maal", zei ze nadrukkelijk, -»rht in zijn pupillen starend, „twee maal ben ik verloofd geweest. Ik was degene, die het uitmaakte. Weet u waar om? Beide keren wilden de jongens mij opvoeden, mij wat zij noemden, smaak bijbrengen. Ze schaamden zich voor mijn uiterlijk. Elk van hen mopperde, wanneer ik weer eens verzuimd had voor bepaalde gelegenheden de juiste toiletten te kiezen. De aanstaande schoonfamilie zelfs begon zich ermee te bemoeien, iedereen maakte zich druk over de kleur van mijn rok, schoenen, tas... Ze eisten dat ik belangstelling zou krijgen voor de mode van het ogenblik maar omdat die sneller verandert dan mijn budget toelaat, kon ik nooit meeko men. En het interesseerde me ook nau welijks. U... u zegt dat u mij aardig vindt, maar toch bent u begonnen met mij adviezen te geven. U wilde voorko men dat ik de schoenen kocht die me goed zitten en goed staan en die ik mooi vind... alleen omdat ze niet bij mijn garderobe passen. Maar is dat zo be langrijk? Ik wil prettig kunnen lopen, wat doen de kleuren er dan toe? Ik wil prettig kunnen leven, wat gaat het een ander aan, wat ik daarbij aantrek? Daarom ga ik niet met u uit. want u bent precies als de anderen: voor u telt alleen de buitenste laag van het uiter lijk. Ik wil niet louter beoordeeld wor den op grond van mijn kleding, dat_.dat is beneden mijn stand!" Gaandeweg had ze zich in het vuur geredeneerd. Fery applaudisseerde bijna. „Laten we dit gesprek vanavond voort zetten", smeekte hij. „Ik heb toch alleen maar mijn plicht als verkoper gedaan." Neen, U zou weer over kleding gaan praten en niets verveelt me zozeer als een dergelijk gesprek. Goede morgen." Ze verdween. Ferdy ging moedeloos naar binnen. De rekken met schoendo zen grijnsden hem tegen, de stoeltjes, slechts enkele door een klant bezet lachten hem uit. Hij had een onvergeef lijke blunder geslagen. In plaats van het meisje te imponeren door zijn bewonde ring te tonen voor haar heerlijke onver schilligheid, voor haar elan en zelfbe wustheid, had hij haar gekritiseerd, be tutteld en verjaagd. Hij zou haar nooit terugzien, nooit de kans krijgen haar duidelijk te maken dat hij anders was dan de kortzichtige en oppervlakkige mensjes waaraan zij zich zo ergerde. Nooit zotrfrtj... „Die juffrouw van zo-even, met dat bruine flodderjasje, heeft haar tas laten liggen", riep de inpakster hem toe. Ferdy maakte een luchtsprong en vloog naar de toonbank. „Geef hier... ik zal hem voor haar bewaren." „Hij schijnt haar te kennen", pruilde de caissière. Ferdy grinnikte en ging het wat kale tasje in de kluis bergen, zó zorgvuldig alsof het zijn ganse geluk bevatte. Postzegelrubriek door G. J. Peelen Ja, kijkt u maar eens goed! Dat zijn postzegels, deze afbeel dingen 1 en 2. Jammer dat u ze I niet in kleur kunt zien.' Een paars hart van marsepein met goud randje, en ingebakken een gouden munt met het portret van de lange, donkere koningin Salote van Tonga, of de vriend schapseilanden! Het ivordt hoe langer hoe gekker. Om toch maar gekocht te worden, maken de elkaar in hoeveelheid schijnende zegels beconcurreren de landen steeds wilder spron gen om de aandacht van de ko pers te trekken. En als het met gewilde motieven niet zo vlot meer gaat (ruimtevaart enz.) dan maar door grillige vormen en schreeuwende uitvoering. kransje met een bonte reeks van 14,50, dan kan ik geloof ik verdere commentaar wel achter wege laten. Maar dergelijke ex cessen vermóórden de filatelie. Dat doet ook een land als Mon golië, dat de ene lange serie na de andere uitgeeft, met compleet alle ruimtevluchten en raketlancerin gen afgebeeld. Liefst in opvallende formaten en bont van kleur. Afb. 6 is er een voorbeeld van, de maanraket LUNA-4. - Atoommotieven die deze gebieden de tures schonk en ze verder ontwik kelde: George Washington Carver, samen met zijn pinda op de zegel! Dat is best. Maar de tweede voor- Compensatie Eerder gaf Toijga op goudfolie een serie uit om vol trots te me moreren hoe daar voor het eerst in Polynesische gebieden echte gouden munten geslagen waren. Nu had men blijkbaar nog een restje goud folie over. De „Pan Pacific vrouwen orga nisatie" kwam in congres bijeen op een van de vricndschapseilan- den, Nuku'Alofa, en bij die gele genheid werd een lange serie in hartvorm gestanst en bedrukt in de onwaarschijnlijkste fondant kleurtjes, waardoor het geheel meer op een Sinterklaassurprise dan op een postzegel lijkt Cd.i. „waardepapier"). Natuurlijk moest er ook nog een serie luchtpost bij, voor het geval dat die vrouwenbondsleden een kaartje naar huis wilden schrijven' Daaraan danken we afb. 2: de vorm van het congreseiland uitge- stantst, compleet met de Noorder baai! Net echt: kleuren goud, ver giftig groen en bloedrood. Moordend Als u nu bedenkt, dat Neder land het 150-jarig Bijbelgenoot schap herdacht met één sober zegeltje van 15 ct, en Tonga een 4-daags congres van een naai- Einstein, met zijn beroemde atoomformule, en dat is nu net weer te doorzichtig, gericht op ex tra kopers. Want welk verband er bestaat tussen Einstein ;n Ghana zal wel altijd een raadsel blijven. Maar de verzamelaars van atoom motieven zijn legio en klaart weer alles. Nigeria, voormalige Engelse ko lonie, herdenkt op een serie de eerste verjaardag van de onafhan kelijke republiek. De grondleggers van die onafhankelijkheid worden afgebeeld, zoals op afb. 4 het machtige stamhoofd. King Jaja van Opobo. De serie opent met het den met zwarte huidskleur, hoe- Als postzegels een spiegel zijn ?an de wereldsituatie, en dat zijn ze, dan blijkt uit de veel heid van nieuwverschijningen, zeer hier geldzucht én „over compensatie'' een dominerende rol spelen! De vele portretten van Nkriimah van Ghana en al die andere presidenten, die tel kens maar weer afgebeeld wor den, wijzen erop dat ze op deze bovendien voor de schatkist lonende wijze, nog steeds be zig zijn van een minderwaardig heidscomplex af te komen. Kreta cn Mycene, door Frled- rich Matz. Uitgave Elsevier, Am sterdam. Met de van Elsevier bekende uitmuntende verzorging en smaak is ter opening van de serie „Kunst van Europa" een waardevolle Ne derlandse uitgave bezorgd van de ze vlot en voor velen begrijpelijk geschreven inleiding tot de Griek se kunstgeschiedenis. Het boek kreeg de vertrouwde gloed n.ee tientallen ingeplakte kleuren- geeft o.a. een reeks zwart-wit illu straties. tijdtafels, landkaarten, verklaringen van vaktermen, bi bliografie en een index. Alles bij een: boeiend oriëntatiemateriaal voor de groeiende lezerskring die zich begint te interesseren voor de cultuurgeschiedenis (263 blz. 32.50). Wegwijzer door de Bijbel, deel II. door Dr. H. J. Heering. Uit gave Het Wereldvenster, Baarn. In één pocket een verklaring op het hele Nieuwe Testament vatten vraagt de hier betoonde grote be heersing van de stof. De toelich ting geschiedt per periscoop en be vat vele verhelderende „kantteke ningen". Soms ontstaat een vraag: het hemelse lichaam na de opstan ding is wel echt, maar niet van „vlees en bloed"? blz. 137). De behandeling is vermoedelijk te kort om deze problematiek vol doende uit te werken. Vermelding boven elke bladzijde van het bij belboek zou de bruikbaarheid ver hogen. (208 blz., ƒ3,95). Renoir, mijn vader, door Jean Renoir. Uitgave A. W. Bruna en Zoon. Utrecht. Veel werd reeds geschreven over de grote Franse schilder Auguste Renoir (1841-1919), doch nimmer is hij zo innig menselijk voor ogen gesteld als in dit boek, dat zijn eveneens vermaard geworden zoon, de filmregisseur Jean Re noir, uitsluitend vanuit de herin nering heeft geschreven. Men krijgt het gevoel, dat het filmisch oog van de zoon niets van vaders leven, denken en handelen onge- :ien laat. Het karakteriserend pa let van de zoon blijkt even rijk te zijn geschakeerd als het beroemde Sesam Kunstgeschiedenis (de len XV en XVI). Uitgaven Bosch en Keuning N.V., Baarn. In deel XV bespreekt prof. dr. W. Speiser de Oostaziatische kunst, waarna prof. dr. E. Diez een be schouwing geeft van de Indische kunst en haar invloeden buiten eigen grenzen. In nauwelijks hon derdtachtig pocketpagina's kan dit uiteraard slechts in grote trekken gebeuren, doch voor de niet-inge- wijde is het reeds een overstel pende hoeveelheid. Prof. Diez neemt in deel XVI de Islamitische kunst onder de loep en vervolgens voert prof. dr. D. J. Wolfel de lezer langs oud-Afrikaanse kunst en cultuur der Oceaniërs. Ook de ze afleveringen bevatten tientallen reproducties. In januari komen de beide slotdelen van de pers. Sa men vormen zij de beredenc .rde en geïllustreerde lexicon (50 blz. f 2.50 p.d.). Proefballon vefschljnt efl:e veertien dagen In het zondagsblad. véor iedere geaccep teerde inzending le er een postwlmel. stuur I s.v.p.) toto's tekeningen, gedichten, verhalen, commentaren. Ideeën of wat Je nog meer hebt naar de re- daktle ..Ruimte voor ons" van deze krant. A I 0) 0 c. F.V., Schiedam: Met een krachtiger lijn zal het je waarschijnlijk lukken, bete re kartoens te maken. Pro beerde je het al eens met een viltpen? Daar krijg je aardige effecten mee. W.D., Maasland: Als je bp- tere pijlen op je boog hebt. willen we je werk graag beoordelen. Nu zou je er niet zo best van af komen. P.T.L., Sliedrecht: De ru briek Proefballon is bedoeld om diegenen die iets berei ken willen op het gebied van poëzie, proza, fotografie, etc., een kans te geven. Het door u gestuurde familieta fereeltje is daaronder niet te rangschikken. Bovendien is het in een krant niet te reproduceren. Jammer. B.V., Weesp: Je legt het er in je beschrijvingen nogal dik op. Daardoor doen je verhaaltjes gezwollen aan. Probeer de situaties een* wat subtieler te tekenen. N. H., Lisse: Je „duet" is spontaan en vlot: dat zullen we publiceren. De rest is gekunsteld. K. de L„ Boskoop: Ont vlucht dat onbewoonbaar verklaarde huis en ga dan iets bewoonbaar maken. Je krijgt je werk terug met J. N. P„ Leiden: Hoe wij jouw brief moesten opvat ten. daarover waren de me ningen tijdens onze redac tievergadering verdeeld: De één zei: haar p.s. vooral is cynisch bedoeld, een kat voor Harry, maar een ander meende, dat je op jouw ma nier achteraf toch nog even liet weten, dat je het met hem echt eens bent. Hoe zit het? Je gedichten haalden niet een meerderheid van ja- stemmen. F.B., Loosduinen: Voor je aan het ..eindpunt' bent, moet je geprobeerd hebben, er hier iets van te maken. Vooral jij op je zo moeilijke post; al kun je maar een heel klein beetje voor een ander betekenen, dan heeft het toch al zin gehad. Wat de poëzie betreft: veel lezen, probeer jezelf naar het posi tieve te trekken en: keer je naar de lichtzijde: de scha duw zal dan achter je val len: J. L„ Rijsoord: Mooi be doeld, maar na de eerste vier regels was de inspiratie verdwenen. Daanom moet je het vers voorlopig voor je zelf houden: op het ogenblik is het tegen krantenpapier "iet bestand. Mej. M. J. v.d. P.: Den Haag: Geachte lezeres, wij hopen u geen verdriet te doen, maar het moet toch worden gezegd; deze rubriek m de Ruimtepagina zijn be doeld als spreekbuizen voor de jonge generatie. Het zijn ook jongeren die deze ru brieken samenstellen. Als u ons het adres opgeeft, willen wij er graag voor zorgen dat de zieke in Koudekerke ons Kerstnummer krijgt M.V., Den Haag: Akkoord, eerst moet je binnenste ge louterd worden. Maar zou je niet vandaag beginnen, een handje te helpen? Wij kun nen ons niet aan de indruk onttrekken, dat je in de jongste ontboezemingen je somberheid forceert. Je geeft je er aan over en je wilt eenvoudig niet anders. Je sluit je opzettelijk af. Hoe wil je dan dat de bit terheid uit je verdwijnt? P. A„ Lisse: Je tekeningen missen nog iets; de krabbel wordt te weinig beeld. Was sen kan een boeiend effect geven, maar dan moet het aanbrengen van toon func tioneel zijn. G. B., Rotterdam: Wat is dat v r jij journalistiek leert? Nuchter blijven, hoor, als je in 1965 het vak in de praktijk gaat leren: dan ben je een beetje gewapend tegen de teleur stellingen, die zeker zullen komen. Een poosje meelopen in onze Ruimteredactie zou misschien wel nuttig kunnen zijn. In januari komt er een plaats vrij. 3n liet boó j I- De vogel in lill»bWHig|l"fc*" 4" wij zongen sainen een duet. Toen kwamen er twee jagers aan j en was het met ons lied gedaan. NICO HELMUS* O^it blad - Driugea mün woorden nog tot je door? Waar is je oor? Leg het te luisteren op dit blad; laat het fluisteren ik heb je zo lief, zo lief gehad. MARINANNE VAN RAAY Ongewoonte Omdat zijn vrouw is weggegaan, even voordat hy thuiskwam, loopt de man nu kwaad te slaan met deuren. Hy is radeloos: de angst dat zy 'm piepte, zou hem büna minnaar maken. Hy weet heel goed wat ze doet: late boodschappen in de buurt. Maar een ongebreideld gemoed als het zyne voelt zich direkt in het riet gestuurd. TOM VAN DEEL OOat niemand weet Vergeet maar wat je hebt gehuild. Wat niemand weet, is niet gebeurd. Wat niemand van je gelooft, heb je niet gedaan. Wat niemand van je denkt, dat ben je niet. Leef maar in hun mening hun-jouw bestaan. Zü huilen ook niet verder dan hun neus lang is. Zy lachen ook niet harder dan jy hoort. Blyf maar veilig in leven in je eigen huid. daarbuiten ben je roof en moord en buit. MARIANNE VAN RAAY

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 17