In de laatste minuut
ontliep ik mijn
Ds. Van Hoek schoot raak
Tekort op begroting
van Woubrugge
NIEUWE LEIDSE COURANT
6
ZATERDAG 7 NOVEMBER 1964
DE RAMP (5 november 1944) VAN HEVSDEN
IK zie hem nog staan, die venynige SS-er; ik zag
eerst het wit van z'n ogen en toen het donkere
cirkeltje van de loop van zijn machinepistool.
„Zurück!" beval hy met een scherpe klank in de
stem. Dreigend herhaalde hij 't nog eens: „Zurück!"
Ik wees op m'n witte armband en m'n helm, die beide met
het rode kruisteken waren getooid, en bleef hem naderen.
Hy schoot niet: hij schold alleen. Na enig gepalaver mocht
ik, hard lopend, verder gaan, terwijl hij zich weer in z'n
schuilplaats terugtrok. Ik vond dit logisch. Het regende uit
eindelijk granaten.
TWINTIG jaar geleden, in de nacht van 4 op 5 no
vember 1944, had ik deze ontmoeting in het door
oorlogsgeweld overrompelde Heusden. Hoe ik er
kwam en wat ik er deed, zijn verhalen op zichzelf.
De toenmalige, plaatselijke tandarts Kolkman kent
:e; als leider van de door hem opgerichte en nog geen
twee weken oude afdeling Heusden van het Nederlandse
Rode Kruis had hij niet geaarzeld mij twee dagen tevoren
onder het mom van helper in dienst te nemen.
Den Bosch was toen al bevrijd, Waalwijk eveneens. Op
het overdreven (zeg maar: valse) gerucht, dat in Drunen
sterke troepenmacht van SS-ers zou liggen, stelde lui
tenant-generaal Sir Miles Dempsey de doorstoot van de
53ste divisie van het Tweede Britse Leger tijdelijk uit.
Heusden en wijde omgeving waren zodoende onder het
moordende vuur der geallieerde kanonnen komen te liggen
(alleen bij Vught blaften er niet minder dan driehonderd!),
dat vooral op de brug over de Bergse Maas was gericht.
Alle 1800 inwoners bevonden zich bijna dag en nacht in
hun kelder, zonder elektriciteit en zonder gas. En zo zij
zich niet voldoende tegen de inslagen konden beveiligen,
waren ze in twee openbare schuilplaatsen ondergebracht:
de parterre van het dik-gemuurde en met zandzakken af
geschermde, vijftiende-eeuwse stadhuis, zomede het kelder-
complex van een bierbrouwerij.
De SS-er, die op de Botermarkt stond hij was niet
alleen; er waren er meer! redde, ondanks zijn venijnig
heid, twee maal m'n leven. Hij had me neer kunnen knal-
maar hij deed het niet. Hij had me terug kunnen stu-
i naar de parterre van het stadhuis, waar ik urenlang
een muffe atmosfeer alle mogelijke helpersdiensten had
verricht, maar ook dat liet hi] na. Toch ben ik hem niet
dankbaar. Zo lang ik leef, blijft hij voor mij een misda
diger en massa-moordenaar. Als hij iets menselijks in zich
had gehad, zou hij 134 mannen, vrouwen en kinderen, die
totaal geen bedreiging vormden en in niets de Duitse krijgs
tactiek doorkruisten, uit de armen van de op dat moment
reeds gereed staande Dood hebben kunnen ontworstelen
NU, twee decennia later, moet ik uit een geteisterde
herinnering putten, zomede uit m'n dagboek, dat
bewaard gebleven is. Hoeveel meter ik nog heb af
gelegd na die confrontatie met dat machinepistool
weet ik niet meer. Wel staat in m'n geheugen ge
grift dat er twee kerken in lichter laaie stonden: de her
vormde en de rooms-katholieke. Ook sloeg er in m'n naas
te omgeving een salvo van granaten in, dat me dekking te
gen een pui deed zoeken. Daarna alles waarschijnlijk
binnen een minuut een donderende en lang nadreunende
ontploffing. De grond trilde onder m'n voeten, of, beter:
onder m'n lichaam, want ik had me subiet tegen een
muurtje aangegooid om bescherming te zoeken. Ik keek
maar zag niets. Toen ik met een paar stappen weer
op de Botermarkt stond, leek het stadhuis een geweldige
rookwolk uit te puffen. De toren, dacht ik, de toren; de
zwijnen hebben hem opgeblazen. Het bange vermoeden, dat
velen in Heusden hadden uitgesproken, maar dat door de
ene Duitser na de andere was afgewimpeld, was om twin
tig over twee schrille werkelijkheid geworden.
DE avond tevoren, nog geen zes uur voordat bijna
tien procent van Heusdens bevolking op beestach
tige wijze werd vermoord, hadden Kolkman en ik
bij Oberstabsarzt Schroder aangeklopt. Deze had in
een afgeschoten ruimte van het stadhuis een ver-
bandpost ingericht, waar gewonde Duitse militairen werden
verzorgd. Op een andere plaats, iets meer naar achteren,
i was een veldtelefoonpost ondergebracht, waar Schroder
i overigens niets mee te maken had.
i Doel van ons bezoek was te weten te komen, wat de
vluchtende, Duitse militairen met de toren wilden doen,
een goed uitzicht over de Maas en het gebied van Nc-
derhemert. verschafte. Bekend was dat terugtrekkende troe
pen over 't algemeen korte metten met hoge punten maken,
die door de vijand als observatiepost kunnen worden ge
bruikt. Benauwend was ook de wetenschap dat enkele Duit
se militairen de toren hadden beklommen met „manden en
zakken zand".
Schroder ontving ons hoffelijk. Het rode kruisteken op
zijn armband verschilde tenslotte niets met dat van ons
Ik hoor het hem nog tegen Kolkman zeggen: „Waar
maakt u zich zorgen om? So etwas passiert ja nicht.
Wij zijn er toch ook nog. Denkt u nu heus dat wij ons
zelf zullen opblazen?"
Het „vermeende gevaar" voor de ongeveer tweehonderd
burgers, die in het stadhuis een toevlucht hadden gezocht,
werd met een fles Rijnwijn, die Schroder uit een knap
zak haalde, afgedronken. „Zum Wohl, meine Herrschaften,
sum Wohl!"
Later op de avond verdween de Oberstabsarzt met heel
z'n bebloede karavaan. Onder hevig granaatvuur trok hij
over de Maasbrug naar een nieuwe bestemming in de
Bommelerwaard. De veldtelefoonpost bleef achter een
garantie, die later voos bleek te zijn.
Nóg later op de avond het zal tegen middernacht zijn
geweest beklom ik de toren, die zo'n zestig meter naar
boven stak. Ik deed dit op verzoek van Kolkman, op wie de
verantwoordelijkheid voor de schuilenden loodzwaar druk
te, en die niets naliet, als het om het verkrijgen van
nieuwe zekerheden ging. Ik was niet de eerste; wel de
laatste. Als ik door de Duitsers gesnapt werd, zou ik
Het fraaie stadhuis vóór 5 november 1944.
als smoesje gebruiken dat ik de branden in Drunen en
Herpt wilde bekijken.
Evenals degenen, die vóór mij naar boven waren geklom
men, kon ik niets verdachts ontdekken, behalve dan het
bevreemdende feit, dat er verschillende ruimten afgesloten
waren. De „manden en zakken zand", die naar de trans
zouden zijn gedragen, heb ik niet gezien. Al het tast- en
speurwerk, dat in het duister moest worden uitgevoerd
het enige licht kwam van de dansende gloed der vuurhaar
den in de omtrek leverde als resultaat een uitgescheurde
regenjas op.
Even voor de explosie maar dat heb ik pas veel later
gehoord heeft een inwoner van Heusden twee Duitsers
in de buurt van de toren zien scharrelen. Toen ze het stad
huis verlieten, moet één van hen hebben gezegd: „Alles in
Ordnungl Gar nichts los!"
WAT er in werkelijkheid „los" was, kwam ik pas ach
ter, toen de verstikkende, naar kruit en puin ruiken
de stofwolk wat was opgetrokken, en ik bij de ra
vage stond, die eens als het stadhuis werd betiteld.
De grote schuilruimte, waarin ik me nog geen drie
minuten geleden bevonden had, was door het gewicht van
de vallende toren totaal verpletterd. Het ziekenzaaltje was
één vormloze massa van steenklompen
geworden. De kleine schuilruimte (40
mensen) bleef gespaard, evenals de
cellen, die als slaapplaats gebruikt
werden en de kamer, die als veld
telefooncentrale van de Duitse Wehr-
macht in gebruik was. In paniek en
grauw van het stof vluchtten de drie
telefonisten er uit, alles wat ze aan
wapens en apparatuur bij zich hadden,
achterlatend.
Uit de meters hoge puinhoop, waar
ik tegenop keek, klonk zwak gegil. Te
gelijkertijd hoorde ik overal om me
heen granaatinslagen. Nauwelijks zicht
baar, doch wel hoorbaar, trokken lange
rijen schimmen voorbij: terugtrekken
de Duitsers, het wapentuig schietklaar
onder de arm.
Uit alle richtingen tegelijk doemden
verbijsterde burgers op. Sommige mi
litairen schreeuwden hen toe terug te
gaan, waarbij ze dreigend het geweer
ophieven. Niemand stoorde zich hier
echter aan. Er lagen zo'n 150 mensen
in het stenen massagraf. Sommigen
leefden nog. Misschien konden ze ge
red worden!
In m'n dagboek schreef ik later:
„Wat ik gezien heb, is afgrijselijk;, wat er gedaan werd,
is ontroerend. Met schoppen houwelen, breekijzers en ge
woon met de handen gingen kerels een bijna onwrikbare
puinhoop te lijf. Er werd gewerkt met bezwete, betraande
en verbeten gezichten. Het schoot maar niet op; tonnen
steen moesten worden verzet om een paar centimeter grond
vrij te krijgen. Het eerste, dat ik in m'n handen kreeg, was
een verpletterde baby van ongeveer een half jaar. Ver
moord door de misdadige geesten van een regime, dat in
zijn val vele onschuldigen eveneens in de afgrond wenst
te storten".
„De resultaten van het reddingswerk waren ontmoe
digend, maar toch zette iedereen door. De eerste levende
kregen we pas te pakken, nadat zeven lijken waren gebor
gen. Toen er geen wrikken meer aan was, hebben we ge
probeerd te tunnelen een levensgevaarlijk karwei. Het
stutten geschiedde met de meest gebrekkige middelen.
Telkens als er een granaat in de omtrek viel. dreigden
de wrakke bouwsels in te storten."
„Hoeveel er dood zijn, weet ik niet. Misschien zijn er
tien nog levend uitgekomen. En dan te
bedenken dat ik tussen al die versla
genen, tussen al die lafhartig overval
lenen. had kunnen liggen. Wat de re
den is geweest in die laatste minuut de
straat op te gaan, waar het nu ook
niet bepaald rustig was, kan ik achter
af op geen enkele wijze uiteenzetten.
Ik heb er zelfs niet de flauwste notie
van. Als er beschermengelen bestaan,
dan heb ik er in ieder geval één dicht
aan m'n zijde gehad."
EUSDEN werd die zelfde zondag
bevrijd. Maar het was geen fees
telijke bevrijding. De puinhoop,
het door dynamiet gedolven
massagraf, gaf steeds meer van
z'n doden prijs, terwijl de granaten
bleven vallen. Vóór het eerste
„platoon" van het Engelse regiment
der Queen's binnentrok, werden er nog
spannende momenten beleefd. Het
laatste „Sprengkommando" van de
Waffen-SS trok door het gehavende
stadje en ondermijnde o.m. het post
kantoor en de scheepswerf van De
Haan en Oerlemans (thans Verolme).
Iedereen, ook de stug doorgravende
puinruimers, die nog op overlevenden
hoopten, werd met het machinepistool
in de huizen gejaagd Moesten er nog
méér gebouwen verïield worden, nog méér slachtoffers
vallen?
M'n dagboek zegt hiervan:
„Zigzaggend door achtertuinen, door woningen en door
straatjes bereikte ik de oude wallen. De Britten moesten
gewaarschuwd worden; misschien konden verdere vernie
lingen en meer leed en ellende voorkomen worden. M'n
rode kruistekens op mouw en helm golden voor vriend en
vyand als vrijgeleide. Dat hoop je ten minste op zo'n
moment...."
„In de verte zag ik de Engelsen naderen: lange rijen
tirailleurs, die dwars door de velden trokken, waarin zo nu
en dan Duitse mortiergranaten ontploffen. Met de handen
omhoog tijdens akties wordt snel geschoten liet ik me
bevrijden. Ik vroeg onmiddellijk naar de commandant en
om een cigaret. Met een kleine eenheid van de genie trok
ik niet lang daarna opnieuw het stadje in. In het hospitaal
moesten we een uur gedwongen rust nemen, omdat het
gebouw onder vuur werd genomen. In het WC-gangetje,
waar we dekking zochten, seinde de telegrafist naar z'n
hoofdkwartier dat we „some hard moments" hadden."
„Daarna ging alles snel in z'n werk. Leidingen konden
worden doorgeknipt; dynamietladingen onschadelijk wor
den gemaakt."
Meer dan vierentwintig uur na de voltrekking van het
drama werden de laatste overlevenden geborgen. Het wa
ren twee vrouwen van wie er één nog diezelfde dag
overleed. De naam van de laatste herinner ik me niet meer.
Wel weet ik dat haar man en vijf van haar zeven kinderen
in diezelfde puinhoop stierven, evenals haar ouders en
schoonouders.
Pas op de dertiende november acht dagen na de ramp
dus kon de laatste dode worden geruimd. Dit ondanks
het zware materieel waaronder een bulldozer dat
onmiddellijk door de geallieerden ter beschikking werd
gesteld.
DE moordaanslag op Heusden in Nederland minder
bekend dan die op Putten heeft aan 134 mannen,
vrouwen en kinderen het leven gekost. De oudste
was 86 jaar; de jongste 4 maanden. Allen werden
verpletterd onder de zware kruisgewelven van de
grote schuilplaats in het stadhuis, waar de toren z'n hele
gewicht op neerstortte.
Hoewel men lang naar hen heeft gezocht, zijn de bedrij
vers van deze misdaad nooit gevonden. Tussen het puin
zijn wel delen van een lont ontdekt, zomede rode en grijze
dynamiethulzen. De theorie is thans, dat er een veel te
zware lading ontploffingsmiddelen in, of bij het uurwerk
van de toren werd aangebracht. Van de klok en alles wat
er bij hoort, is namelijk zo goed als niets teruggevonden.
De niet-Duitse kant van de schuldvraag is een gevoelige
zaak. Van verschillende kanten is meer dan eens gesteld
dat het stadhuis nooit als schuilplaats had mogen worden
n
ingericht, te meer omdat er vermoedens van ondermijning
waren.
Dit achteraf-redeneren, dit „hineininterpretieren", is een
gevaarlijke bezigheid. Vast staat dat Heusden in oktober en
november van het jaar 1944 de moeilijkste en woeligste
dagen van zijn bestaan doormaakte. Even vast staat voorts
dat de mensen, die zich uit pure burgerzin met de leiding
van het stadje belastten de NSB-burgemeester was reeds
lang gevlogen geen stukje oorlogservaring hadden,
waardoor van het' begin tot het einde moest worden
geïmproviseerd. Rekent men hier nog bij dat er dag en
nacht een regen van granaten neerkwam, dat tientallen
huizen geen weerstand biedende kelders bezaten, dat er
reeds doden en gewonden waren gevallen en dat er geen
andere schuilplaats van allure was, dan bleef slechts het
alternatief over degenen, die dekking in het stadhuis
hadden gevonden, de onveilige straat op te sturen.
Een ander belangrijk punt is nog dat men meer naar het
zuiden dan naar het noorden keek: meer naar de bevrij
ding, die, na de geallieerde intocht van Den Bosch en
Waalwijk, zo dichtbij leek, dan naaf de aanvals- en vooral
de vernietigingskracht, welke de terugtrekkende Duitse
troepen nog altijd konden ontwikkelen. De frontlinie waarin
Heusden plotseling was komen te liggen, de sluimerende
feestroes, die de angst verdreef, het feit, dat er geen
centraal informatiepunt was, zomede de omstandigheid dat
er (niet opzettelijk) nog wel eens langs elkaar heen werd
gewerkt al deze complicaties te zamen vormen de
oorzaak, waarom de Heusdenaren deze schandvlek in de
geschiedenis der Duitse frontsoldaten niet hebben kunnen
ontlopen.
Dat er nu mensen zijn, die zich op de borst slaan, en
zeggen dat ze herhaaldelijk gewaarschuwd hebben, doet
niets aan deze waarheid af. Niemand, ook degenen niet, die
het vermoeden hebben geuit dat de stadhuistoren wel eens
zou kunnen worden opgeblazen, hebben aan de werkelijk
heid hiervan geloofd. Het beste bewijs hiervoor spreekt
eigenlijk voor zichzelf. Onder de meest kritische en wan
trouwende figuren is er niemand geweest, die tijdens
Heusdens donkerste uren het stadhuis heeft gemeden....
Bij opening huzaar
gereformeerde kerk
van 4arlanderveen
AARLANDERVEEN Om precies
vier minuten voor drie (op het
horloge van de schietende domi
nee tenminsteklonk in Aarlan-
derveen gistermiddag een schot.
Er werd niemand door opge
schrikt. want het was afgevuurd
door een achtenswaardig man: ds.
J. W. van Hoek. de plaatselijke
gereformeerde predikant.
Hij had kort daarvoor de ovening
verricht van de met veel toewij
ding in elkaar gezette bazaar
zijn gemeente. En om direct maar
weer) het goede voorbeeld
geven, trok dominee zijn porte
monnee.
In de schiettent haalde hij even diep
adem. richtte zorgvuldig en
raak. Er stond gelukkig een flinke
muur om de roos heen.
Deze vreedzame schietpartij was de
inleiding tot een gezellige en druk
ke bazaar-partij.
Burgemeester Steenbakker.
Benthuizen, herbenoemd
BENTHUIZEN Bij koninklijk be-
suit van 19 oktober 1964 ls met ingang
van 16 november de heer J. J. Steen
bakker Morilyon Loijsen herbenoemd
als burgemeester der gemeenten Bent-
huizen en Moerkapelle.
Van deze niewe ambtstermijn zal bur
gemeester Steenbakker slechts veertien
dagen werkzaam zIJn, omdat hy ingaan
de 1 december met pensioen hoopt te
gaan
Burgerlijke staiul van
Benthuizen
BENTHUIZEN GeborenMaarten
Cornelis. z v A Bregman en L. P. Hak-
kenbrak; David Jacobus, z v D. Moer-
man en J. Leune.
Ondertrouwd Hendrik, Lippold. 23 j
en Aafje Vis, 23 j.
Gehuwd Jan Hendrik van Bémmel,
25 j, Utrecht en Anna van WaalJ, 27 j;
Dirk Jan Willem de Romph, 24 j. Sas-
senheim en' Ingetje Bakker, 21 jaar.
Burgerlijke stand van
Ter Aar
TER AAR Ondertrouwd A.
Hoogervorst 25 j en D. M. de Jong. 24 J
Zevenhovenseweg 10.
Gehuwa J. P. Hoogervorst, 25 J
C J. C Pieterse. 26 j.
Overleden H. Q. A. Vaneman. 4 J
Nieuw kerkorgel
ALKMAAR In de Vaste-Burcht-
kerk te Hoogvliet iHerv.) wordt van
avond om 8 uur een door de fa. B. Pels
en Zoon NV. alhier gebouwd orgel
in gebruik genomen (hoofdwerk, rug
werk, pedaal en koppelingen).
Play-Fair-nieuws
uit Leimuiden
LEIMUIDEN De wedstrijd voor het
eerste damesteam van Play Fair bij RTC
Rijnsaterwoude eindigde in gelijk spel
55. Ida Heuzen, Jopie de Koning en
van Velzen speelden de eerste wed
strijd In het eerste team. Ida Heuzen won
drie partijen. Jople de Koning twee en
van Velzen moest de eer aan de
tegenstandster laten. De Play-Fair-dames
hebben nu vier punten behaald uit drie
ed strijden.
De thuiswedstrijd van het eerste heren-
team, bestaande uit Martien de Rijk, Jos
Wolken en Harry Heuzen ging tegen Ex
celsior uit Den Haag. Het werd een grote
overwinning voor Play Fair: 100,
Jan de Koning, Bert v d Voort en Jos
Broekhuizen, leden van het tweede heren
team. speelden een thuiswedstrijd tegen
Reflex uit Lisse. De gasten verloren met
8—2
Play Fair heren 3 speelde thuis tegen
Slagvaardig uit Hazerswoude Adrie Beuk,
Saak van Veen en Jaap van Veen won
nen met 91 Ook dit team behaalde vier
punten uit drie wedstrijden.
Opper v. d. Haven wordt
commandant in Elspeet
LEIMUIDEN De opperwachtmees
ter J. v. d. Haven, postcommandant der
rijkspolitie te Leimuiden, is met ingang
van 16 november a.s. benoemd tot rayon-
commanidant te Elspeet. Het womlngpro-
bleem zou evenwel aanleiding kunnen
zijn dat de overplaatsing pas half Janu
ari doorgaat.
Burgerlijke stand
van Leiderdorp
LEIDERDORP Geboren: Jeanette
Geertruida Marie, d v W H Windhorst
en M C de Kort; Elisabeth Adriana. d v
F Weyhenke en E C v Bellen; Maartje
Maria, d vMC Pet enGvd Stoel.
Ondertrouwd: A P Bosman. 25 j en
H H Bloemendaal, 22 j; E J Demmink,
26 j en W v Laar, 20 J.
Getrouwd: H J Neuteboom. 23 J en J
J Delfos, 22 j. Zoeterwoude; M Hofman,
21 j, Apeldoorn en A M v d Leek, 22 j.
Burgerlijke stand
van Valkenburg
Ondertrouwd: A Pohan, 25 j. Leiden
en C A E v Hoohverff. 25 j; C Y Meurs,
22 j en M A Teeuw, Leiden. 18 j.
Geboren: Adriaan Hendrik, z v A H
de Wit en P de Vries; Marius, z v J
v d Nagel en A v d Plas.
WOUBRUGGE. De gemeentebegro
ting over 1965 is over het geheel genomen
sober geraamd, waarbij rekening werd
gehouden met de hoogst mogelijke in
komsten .De omvang van de meest nood
zakelijke uitgaven werd echter op geen
enkele wijze bijgehouden door de te ver
wachten verbogingen uit het gemeente-
Het gemeentelijke waterleiding- en
woningbedrijf sluit resp. met een batig
saldo van f3746 en f2883, terwijl hel
grondbedrijf een nadelig saldo heeft van
1 983,
De gewone dienst beloopt aan inkom-
sten en uitgaven in totaal een bedrag van
f 101.178.060. Het tekort is vc irlopig ge
raamd op f60 566 (v.j f 15.345). Dit na
delig csaldo ka: gedekt worden uit de
nog bestaande reserves var. het voorma
lige GEB. De totale reserves van de ge
meente bedragen thans f271.915. zoals die
van de uitkeringen uit het gemeentefonds
over 1948-49-50 de baatbelasting Woudse-
dijk, de overdracht van het GEB het on
derhoud van het provinciale rijwielpad,
de uitgifte van eigen graven, de bedrijfs-
reserves van het waterleidign-, grond- en
woningbedrijf, e.a.
Het eigen kapitaal van d gemeente be
loopt f57.784. Het totaa* aan nog niet ge
dekte kapitaalsuitgaven beloopt f3.387.000.
Hiervan komen ten laste vna het water-
leildnigbedrijf f119.000, het woningbe
drijf f2.164.000 en het grondbedrijf
f 161 000. Aan vaste leningen heeft de ge
meente per 1 januari 1965 uitstaan
f3.251.000. De post salarissen gemeente-
personeel is geraamd op f 184.000.
De kapitaaldienst vertoont aan In
komsten en uitgaven een bedrag van
resp, f 3.781.è242 en f3.776.395, dus een ba
tig saldo van f4647. De opbrengst van de
nog te verhogen straatbelasting (van 5,10
tot 6,12 percent) wordt geraamd op
f21.000. Do bijdragen aan de kosten voor
krankzinnigenverzorging en verpleging
bejaarden in Woud's Oord op resp.
f47.000 en f 14.000. De kosten aan uitke
ringen ten behoeve van het onderwijs
zullen stygen van f38.747 tot f44.136. De
algemene uitkeringen uit het gemeente
fonds van f276.853 tot f331.061.
Op grond van art. 101 der LO.-wet ls
het bedrag per leerling voor de bijzon
dere scholen vastgesteld op f71,91 (v.J.
f63.88), welke belangrijke stijging voor
een groot deel veroorzaakt werd door d«*.
hoge kosten van schilderwerk aan de ol
school.
WOUBRUGGE. De opbrengst van d«
collecte ten bate van de NOVIB, de anti-
hongeractie, bedroeg f280.