Kandidaat Pruim liet
26 coupletten zingen
Uw probleem is het onze
Samenwerking gewenst met
maatschappelijk werkers
Kanttekeningen
Het werd twee
kerkgangers
Prof. J. Hovius
geridderd
Een woord voor vandaag
te veel
C.H. hulde voot mr. Biesheuvel
NIEMOELLER MET
EMERITAAT
SLIK UW PIJN WEG MET EEN 'AKKERTJE'
DINSDAG 3 NOVEMBER 1964
AMERIKA VANDAAG NAAR DE STEMBUS
"y AND A AG gaat het Amerikaanse volk naar de stembus. Wij hebben het
gevoel: het had geen dag langer moeten duren. Want de verkiezingsstrijd
is geweest van een grote heftigheid. Beide kandidaten hebben elkaar niet
gespaard. Vooral Goldwater is ver gegaan in het bejegenen van zijn tegen
stander. In de politiek blijkt het vaak moeilijk, maat te houden.
Zelf hebben wij geen stem in het kapittel. Deze verkiezingen vormen een
Amerikaanse aangelegenheid. Maar we kunnen ons indenken dat er onder
ons zijn geweest die hebben gepopeld. Om meer dan één reden. Omdat in
Amerika de politiek zich toch wel zeer aan de oppervlakte voltrekt. Maar
tegelijk omdat de hoogste belangen op het spel staan, en niet van Amerika
alleen maar van heel de wereld.
Vervult het Amerika van vandaag in de wereld van vandaag inderdaad een
leidende functie en het is stellig het geval dan, zo zou men een stelling
kunnen verdedigen, behoort die wereld ook enige inspraak te hebben in de
keuze van de president. Intussen, dit is wellicht wat ver in de toekomst ge
dacht; vandaag nog kiest Amerika, en Amerika alléén.
De ontwikkeling van de communicatiemiddelen, de pers daarbij inbegrepen,
heeft ons de wijze waarop in de Verenigde Staten het politieke spel wordt
gespeeld overigens zeer nabij gebracht. Daarbij is veel wat ons boeit. We
worden getroffen door de directheid van spreken. Het is volop een strijd in
de openbaarheid, en de Amerikaan van vandaag is daarop ingesteld. Hij kent
de mogelijkheid van de publiciteit, en weet ze te benutten.
Daartegenover is er veel wat ons bevreemdt. Wat openbaar wordt is ook een
gebrek aan diepgang. De strijd tussen de kandidaten is meer een strijd tus
sen twee mannen uit wier karakterstructuur gekozen gaat worden, dan dat
tussen hun partijen duidelijke grenslijnen vallen te onderscheiden.
Maar dit bewijst dan eens te meer, hoezeer hier de persoon zelf meespreekt.
En het onderstreept, welk een verantwoordelijkheid hier op een enkele mens
komt te liggen. Een verantwoordelijkheid die voor een mens ook nauwelijks
te dragen lijkt.
Kandidaat Johnson, wiens kansen het best staan genoteerd, heeft eens van
dit presidentschap gezegd en zijn woorden waren tekenend: „Dit ambt is
een moeilijk ambt en ieder die tot deze functie geroepen wordt moet een
nederig man zijn. Het ambt is veel groter dan de mens die het bekleedt, en
verleent hem een kracht die veel groter is dan zijn eigen kracht."
Zo is het inderdaad. En al is ons in deze geen stemrecht toegekend, wél heb
ben wij een „inbreng" waaraan de gekozen kandidaat wellicht nog méér be
hoefte zal hebben, namelijk die van een voorbede om wijsheid en hoger kracht.
Daarnaast rust op ons allen de plicht zo goed en juist mogelijk geïnformeerd
te zijn. We dienen te weten hoe het in Amerika toegaat. We moeten ons een
beeld kunnen vormen van de man in wie zo grote verantwoordelijkheid is
geconcentreerd.
Ook onze krant heeft de lezer daarin steeds veel geboden. Bovendien ware
de aandacht te vestigen op enkele publikaties in boekvorm die juist in deze
weken van de pers zijn gekomen. We noemen dan:
van Clinton Rossiter „Het Amerikaanse presidentschap" blijkbaar het re
sultaat van een aantal universitaire colleges: een gedegen studieboek in ver
taling van M. J. Schreuder (uitgave C. de Boer Jr./Paul Brand, Hilversum,
222 bl*.. 1.50)
van William S. White een biografie „Lyndon B. Johnson, de vakman", waarin
ons een in de politiek doorknede persoonlijkheid wordt getekend vertaling
dr. J. van Reenen, voorwoord Paul van 't Veer (uitgave N.V. De Arbeiders
pers, Amsterdam, 212 blz., ƒ6.90);
en dan een verzameling uitspraken van Johnson zelf, onder meer de boven
reeds aangehaalde: Lyndon B. Johnson „Amerika en ik", vertaling van Peter
Verstegen (Uitgave J. M. Meulenhoff, Amsterdam, 108 blz., ƒ4.50).
KAN „KUNST" GEEN VOLKSVERGIF ZIJN?
CTAATSSECRETARIS dxs. L. J. M. van de Laar heeft zaterdagochtend tot
de Raad voor de Kunst letterlijk gezegd: „Wanneer het om waarachtige
kunst gaat, dan zal zij ertoe bijdragen, dat de verhouding van mens en wereld
wort'L verhelderd ten bate van de mens, ook al lijkt zij destructief. Destructie
kan immers noodzakelijk zijn, mits zij niet doel is. maar middel. En ik geloof
dat het de ware kunst daarom gaat. Er is in de befaamde debatten in de Eer
ste Kamer, die geëntameerd worden door de heer Algra, gesproken over
volksvergiftiging. Ik geloof dat kunst, wanneer zij werkelijk kunst is, niet
vergiftigen kan. Men zal er echter voor moeten waken, dat niet onder een
etiket van kunst, volksvergif wordt binnengesmokkeld".
Met deze heiligverklaring van de kunst want dat gebeurt hier in feite
is naar onze mening noch de kunst noch het volk gediend.
De kunst niet, omdat zij vastgespijkerd wordt op een ethische functie: „de
verheldering van de verhouding van mens en wereld". Daarmee wordt alle
kunst, die deze verhouding ~Tct verheldert, als niet-kunst afgewezen, tenzij
men hier zo formeel redeneert, dat men kunst die deze verhouding niet
heldert, ook als een bepaalde, zij het negatieve verheldering wil beschouwen,
ervan uitgaande, dat de verhouding van mens en wereld nu eenmaal tot de
zaken behoort, die niet verhelderd kunnen worden. Maar dan kan men deze
definitie beter achterwege laten.
Trouwens, er zijn andere menselijke bezigheden dénkbaar, die deze verhou
ding veel beter verhelderen, bijv. de filosofie, de mathematica, de psychologie,
ja, uiteindelijk iedere tak van wetenschap.
Het is dodelijk voor de kunst om haar op te hangen aan een bepaalde functie,
die zij in sommige gevallen óók nog kan hebben. Tegen dergelijke filosofische
bepalingen moet de kunst juist beschermd worden. In de loop der tijden zijn
er veel kunsttheorieën geweest, die de kunst alleen maar in een keurslijf
hebben gestopt, waaruit een volgende generatie haar weer heeft moeten be
vrijden. Kunst is een opzichzelf staande grootheid, die haar wezen en waarde
niet ontleent aan toevallige functies, hoe hoog die ook door de heersende tijd
geest of de overtuiging, die de theoreticus toevallig aanhangt, worden ge
waardeerd.
Wat kunst is, zal altijd moeilijk uit te maken zijn. Daarom doet men het beste
zich maar tot een formele definitiebepaling te beperken. Bijv. kunst is een
menselijke creatieve bezigheid, die opvalt door een zo groot mogelijke een
heid van vorm, inhoud en functie. Met zo'n definitie kan men nog alle kan
ten uit en beperkt men de kunst niet tot een bepaalde functie, die door de
toevallig heersende tijdgeest of door de persoon die een toevallige overtui
ging is toegedaan op dat moment ideaal wordt geacht.
Maar de heiligverklaring door de staatssecretaris van de kunst dient ook het
volk niet. De uitspraak „dat kunst, wanneer zij werkelijk kunst is, niet ver
giftigen kan" is niet meer of minder dan opium voor het volk. Ook de duivel
schept kunst. Er is een kunst van het boze (un art maudit), die op haar wijze
evenzeer „de verhouding van mens en wereld verheldert", zij het dan „in
malam partem". Die kunst wordt daardoor niet onschuldig en niet heilig,
maar vergiftigt wel degelijk. Vergif blijft vergif, ook als dit vergif kunst ge
noemd moet worden.
De staatrsecretaris moge in dit verband dan spreken van „onder een etiket
van kunsi maar h<j is een optimistisch en idealistisch man, die vanuit zijn
overtuiging de „wart kunst niet van onheilige bedoelingen of uitwerkingen
betichten wil, maar deze kunst zich ten onrechte ziet tooien met de naam
kunst als onder een „vals" etiket van kunst.
De staatssecretaris ziet in de kunst als zodanig een „heilige" zaak, maar iede
re heiligverklaring van een menselijke bezigheid is uitermate gevaarlijk. Met
„heiligverklaringen" moet men zeer spaarzaam omgaan. Beter is het ja
zelfs gewenst ze helemaal achterwege te laten. De duivel bedient zich
graag van „heiligen". Hij triomfeert als hij achter de „heiligen" aan het volk
ten verderve kan leiden.
Mogen die volksvertegenwoordigers, die vanuit het Woord van God geleerd
hebben niet meer idealistisch te denken over de mens, de menselijke bezigheden
cn de verhouding van mens en wereld, waakzaam zijn, extra waakzaam zijn
als deze staatssecretaris over de kunst spreekt. Mogen zij waakzaam blijven
als het om menselijke bezigheden gaat en deze nooit als „heilig" beschouwen.
Ook niet als in bet algemeen de kunst aan de orde is, want de kunst is niet
heilig, ook niet als zij „de verhouding van mens en wereld verheldert". Ja,
zelfs niet, als zij de verhouding van mens en God verheldert.
De kunst maakt geen uitzondering op al het menselijke. Zij kan te allen tij
de wel degelijk volksvergif zijn, onder welk etiket dan ook.
Hendrik Pierson Vereniging
Gerepatrieerdenzorg
kan afnemen
Het Centraal comité kerkelijk en parti
culier initiatief voor sociale zorg ten
behoeve van gerepatrieerden heeft een
aflopende taak. De komende jaren zullen
op een inkrimping en aanpassing aan
deze aflopende taak gericht zijn, aldus
het verslag over de jaren 1960-1963 van
het Centraal Comité. Hieraan wordt toe
gevoegd dat het werk voor de gerepa
trieerden en voor de collectief gehuisves-
ji de contractpensions in het bijzon
der tot de laatste dag ongestoord zal
kunnen plaatsvinden.
Een liquidatie van het Centraal Comité
over enige jaren te verwachten.
Gedurende veertien jaren zijn bijna
30.000 Nederlanders naar ons land over
gekomen of teruggekeerd. Gedurende de
jaren 1960 tot en met 1963 repatrieerden
12.126 personen uit Nieuw-Guinea en in
dezelfde periode kwamen 2.666 Neder
landers en 8.561 spijtoptanten en maat
schappelijke Nederlanders uit Indonesië
lar ons land.
In het verslag van het Centraal Comité
wordt o.m. melding gemaakt van enige
duizenden nieuwe en herhalingsaanvra-
gen voor een visum van spijtoptanten er
maatschappelijke Nederlanders. Het co
mité spreekt de wens uit, dat een ruim
hartig toelatingsbeleid zal worden ge
voerd.
(Van een onzer verslaggeefsters)
Gisteren is in Esplanade te Utrecht
onder grote belangstelling van de
leden van deze christelijke organisatie
voor bijzonder maatschappelijk werk
de jaarlijkse conferentiemiddag van
de Hendrik Pierson Vereniging gehou
den. Het thema van deze bijeenkomst,
die een voortzetting was van de in de
morgenuren gehouden ledenvergade
ring, luidde: „Het kind onderwerp of
lijdend voorwerp?" en werd ingeleid
door de dames R. Potze en I. Alten.
Beide spreeksters belichtten vanuit de
praktijk de problemen, die er bestaan,
wanneer de moeder in dit geval de
ongehuwde moeder haar kind afstaat
en tevens de moeilijkheden, die zich
voordoen, wanneer een gezin een kind
adopteert. Voorop staat, dat het om het
geluk van moeder en kind beiden gaat.
Beslissing
Mej. Potze leiding gevend maatschappe
lijk werkster der H.P.V. schetste de
situatie, waarin de as. ongehuwde
moeder verkeert, wanneer ze haar kind
verwacht. Zij, die het eerst betrokken is
bij het kind, moet beslissen afstand van
het kind te doen of niet. De liefde van
de moeder kan leiden tot het behouden
het kind of tot het afstand doen.
Voor beide mogelijkheden is een diep
gaande analysering nodig om-bekend te
worden met de motivering. Een belang
rijke reden om het kind te willen
behouden, meende mej. Potze, is wel de
vrees van de moeder voor de publieke
opinie. Daarbij is het pas een jaar of
acht mogelijk afstand te doen.
Noodzaak
Mej. I. Alten, hoofdmaatschappelijk
werkster van het Algemeen Bestuur der
Vereniging Kinderhulp legde vooral de
nadruk op de dringende noodzaak van
samenwerking met de verschillende tak
ken van maatschappelijk werk.
„Informatie alleen is niet voldoende,
maar we moeten heengroeien naar
Receptie? DROSTE pastilles altijd welkom!^^.
Organist had het druk
o n
grotere samenwerking en intensievere
consultatie tussen het maatschappelijk
werk en de Hendrik Pierson Vereniging",
zei ook ds. G. van Loenen in zijn
envatting aan het eind van de
middag.
De vergadering werd gepresideerd
door mevr. E. G. van den Berg-Linde-
boom, die als vice-voorzitster ds. mr. B.
ter Linden, die om gezondheidsredenen
verhinderd was, verving.
In de morgenvergadering waren prof.
dr. M J Langeveld ten Bilthoven en mr.
H. Postma uit het bestuur getreden. Voor
de laatste in de plaats is nu mr. E. J. v.
d. Blom te Assen benoemd, terwijl mr.
Hornstra. directeur van de Cicsa te
Amsterdam eveneens bestuurslid werd.
Prof. J. Hovius, hoogleraar aan de
Theologische Hogeschool van de Christe
lijke Gereformeerde Kerken in Apel
doorn, is gisteren bij zijn veertigjarig ju
bileum als predikant, benoemd tot Rid
der in de orde vanv de Nederlandse
Leeuw. De burgemeester van Apeldoorn,
mr. A. L. des Tombe, speldde hem de
bij de onderscheiding behorende versier
selen op.
De eerste gemeente van prof. Hovius,
die in 1900 te Opende (Grootegast) gebo
ren werd, was die van Sneek in 1924. In
1927 ging hij naar Nieuwe Pekela en in
1941 naar Zwolle. Zes jaar later ging hfj
met emeritaat wegens zijn benoeming
tot hoogleraar aan de Theologische Hoge
school.
Groningen wil zaak
Van der Ziel
openbaar behandelen
Het besluit van de generale synode
van de Gereformeerde Kerken (vrij
gemaakt) om de zaak Van der Ziel in
geheime ziting te behandelen, heeft een
aantal leden van de kerk van Groningen-
Zuid een telegram doen sturen.
Het telegram aan de synode luidt:
..Met ontsteltenis kennis genomen be
sluit tot geheime zitting behandeling
zaak Groningen-Zuid tegen dominee
Van der Ziel. Verzoeken dringend open
baarheid. Alle kerkleden moeten mee
leven en waarheid vernemen conform
gevoelen 1944 Bij de ondertekenaars
staat ook ds. Van der Ziel.
kon hij zich ervan verzekerd weten zich
I van zijn taak te hebben gekweten.
De organist in Wijckels Gereformeer-
Een bezetene is genezen. Het legioen van demonen dat hem
had overweldigd is in zwijnen gevaren en met hen in zee
gestort. Plotseling blijkt dat mensen meer waarde hechten
aan 2000 varkens dan aan een mensenleven. Ze komen de Here
Jezus vragen of Hij maar weg wil gaan. En dan komt het
opmerkelijke. De genezene begrijpt dat hij in een onmogelijke
positie is komen te verkeren. Men zal hem er op blijven
aanzien dat hij schuldig is aan het verlies van die 2000 zwijnen,
ook al zal men dat misschien niet hardop zeggen. Daarom,
vraagt hij of hij bij de Here Jezus mag blijven.
En dan schrijft Marcus: „Doch Hij stond het hem niet toe,
maar zeide tot hem: Ga naar uw huis tot de uwen en bericht
hun al wat de Here in Zijn ontferming u gedaan heeft."
Deze man mag niet blijven in de veilige omslotenheid, dicht
bij Christus. Hij moet de wereld in als het ware met de
boodschap van zijn ervaring. In een waarschijnlijk betrekke
lijk vijandige omgeving moet hij het bewijs zijn van Gods
almacht.
En dat geldt ook voor ons. Wie door Christus is aangeraakt
is niet „van deze wereld", maar blijft wel „in deze wereld".
Hij is een vertegenwoordiger geworden van Gods almacht en
genade.
(Van een onzer redacteuren)
Het is de wens van veel predi
kanten, dat over de door hen ge
leide kerkdiensten door de ge
meente zal worden nagepraat, Medestanders
niet, zo zeggen zijvanwege de
persoon van de prediker, maar
vooral met betrekking tot de in
houd van de dienst. Helaas gaat werken." Deze^groi
(Van
parlementsredactie)
Het Tweede-Kamerlid voor de C.H.U.,
de heer J T. Mellema, heeft gisteravond
in een radiocauserie nadrukkelijk het be
leid van de minister van landbouw, mr
Biesheuvel, geprezen ..Het vertrouwen
dat wij in deze bewindsman hadden, is
volkomen gerechtvaardigd gebleken", al
dus de c.h. parlementariër, die vaststelde,
dat de Kamer met veel instemming van
de landbouwbegroting voor 1965 kennis
heeft genomen. Ook het beleid, dat de
minister dit jaar heeft gevoerd, heeft
veel waardering ondervonden. „Ik wil",
zo vervolgde de heer Mellema, ,.het hier
heel openhartig uitspreken, dat ik van
mening ben dat de huidige bewindsman
terug kan zien op een goed beleid in het
afgelopen jaar. Terecht is hij begonnen
met hoognodige prijscorrecties van ver
schillende produkten en in zijn aange-
kondigde beleid handelt hij wederom i ds. J. W. Schokking. Medewerking
juist door aan het structuurbeleid meer leent het Gereformeerde kerkkoor „De
aandacht te besteden en meer eeld be-Roepstem"
schikbaar te stellen. Mijn fractievoorrit- Bij de ingang
geldt zeker voor minister Biesheuvel"
En passant drong de heer Mellema
bij de regering op aan om na te gaan of
het ruimtelijke ordeningsbeleid niet meei
thuishoort bij het -departement van land-
Nationale dienst
voor koopvaardij
De bekende nationale dienst van her
denking en voorbede voor de Nederlands;
koopvaardij wordt dit jaar zondagavond
H november in Rotterdam gehouden. De
nlaats van samenkomst Is de Remon
strantse kerk op de hoek van de Wes
tersingel en de Mathenesserlaan
Sprekers z'jn ds. K. S. G Zijlstra
Beroenin&swerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Vinkeveen (toez.): J. v.
Sliedrecht te Baarn; door de prov. kerk-
verg. v. Z.-Holland (pred. Immanuel-
kerkgem. te Waddinxveen); dr. A van
"aarlem te Nieuw- en Sint-Joostland.
Bedankt voor Amsterdam-W. (Jeruza-
de verzorging van de eredienst toe- j lemkerkgem. A): P. H. de Pree te^ H.L
gemeten gekregen. Kandidaat Pruim liet I Ambacht;_ voor Harskamp:
namelijk behalve psalm 136 ook nog
drie gezangen in zijn geheel zingen
voor de dienst had de gemeente reeds
twee verzen aangeheven, zoals dat in de
kerkelijke terminologie van een kwart
eeuw geleden heette. In totaal heeft
organist Post zondagmorgen de zang van
veertig verzen begeleid. Weinig organis
ten valt deze eer te beurt. Twee kerk
gangers in Wijckel hebben de kerk ver
laten tijdens het zingen.
kamp te Groenekan.
GEREF. KERKEN
Aangenomen naar Rotterdam-Overschie
(vac. J. Ribberink): J. v. Dalen te
hoorn, die bedankte voor Franckcr (verb,
ber.); naar Wilsum (Ov.): W. F
Zwerver te Munnekezijl.
GEREF. KERKEN (vrRgem.)
Kandidaat Pruim is afkomstig uit Den
Haag. Hij is secretaris van de Sjaloom-
eroep waarin mensen van diverse pro-, Beroepen te Middelstum (accl T. J.
testantse kerken en de r.k. kerk samen- Keegstra Tiel-Zaltbomrhel"te Opendi
Surhuisterveen (Gr.): B. Meijer, kand.
iep streeft naar oecu-
qroot qedeelte van het kerk- Imenische samenwerking en naar active-
y -a ring vnn het ners
volk onder het koffiedrinken na
de morgendienst vrij spoedig over j
tot de zaken pan het gevmn» niier-
daagse leven en dat verdriet te- I lie;
recht veel predikers.
i man. die zondagmorgen echter de
dienst leidde in de Gereformeerde kerk
te Wijckel hij diende deze gemeente
omdat de plaatselijke predikant in het
naburige Balk moest voorgaan mag
klacht uiten over „de na-preek".
De door kandidaat E. Pruim uit Den
Haag geleide dienst is gisteren in Wijc
kel urenlang onderwerp van gesprek ge
weest en tal van kerkgangers zullen
zich deze dienst nog lang blijven herin-
Beurtzang
Kandidaat Pruim kondigde namelijk
„tot verbazing der beschouwers" aan
dat hij de gemeente uitnodigde alle 26
zen van psalm 186 te zingen. Dit is
bekende psalm, waarvan alle verzen
eindigen met „Want Zijn gunst alom
verspreid, zal bestaan in eeuwigheid".
De voorganger vroeg de gemeente deze
en bij beurtzang mannen en vrou-
te zingen. Het laatste vers zou
den alle kerkgangers samen moeten zin-
ren en dat was voor de organist een
inorme steun. Hij hoefde daarom geen
itreepjes te zetten om het aantal ge
speelde verzen bij te houden: na het
ihoog klinken van hoge vrouwenstem-
in en zware mannenstemmen samen,
het persoonlijk geloofsleven
zoekt naar nieuwe vormen om uiting
geven aan het getuigenis van de
christenheid. Kandidaat Pruim
heen verbonden aan Jeugd ei
Evange-
Het komt tegenwoordig nagenoeg niet
voor dat in protestantse kerkdiensten al
le verzen van een psalm worden gezon-
Ssn. Toch vindt kandidaat Pruim in de
eref. Kerken wel medestanders. In r.k.
kloosters worden dikwijls In een week
alle psalmen gezongen.
te Kampen.
CHRIST. GEREF. KERKEN
Beroepen te Amstcrdam-W (vac. M
W. Nieuwenhuijze): I. de Bruijne te Rot
terdam-C.; te Steenwijk: A. C. Noort
te Groningen.
Wij lezen vandaag: Psalmen 144.
Verliefd? DROSTE pastilles altijd welkom'.N^.
Tegenstander van Hitier en
van de moderne bewapening
(Van onze kerkredactie)
Gisteren heeft ds. Martin Nie-
möller zijn werk als praeses van
de Evangelische Kirche van Hes
sen en Nassau neergelegd. De 72-
jarige Duitse theoloog, die altijd
meer pastor was, gaat met eme
ritaat. Hjj was een van de laatste
principiële tegenstanders van het
Duitse nationaal-socialisme die
nog actief werkzaam was in de
Duitse kerk. Zjjn heengaan be
tekent welhaast de afsluiting van
een bewogen tijdperk uit de kerk
geschiedenis.
Niemoeller werd in 1947 in zijn huidige
functie gekozen. In tegenstellng tot an
dere Duitse kerken kent de kerk van
Hessen en Nassau geen bisschop -die be
last is met de geestelijke leiding van de
kerk. Toch was hij als praeses van de
kerk, niet tevens de voorzitter van de
synode. Zijn kerkelijke functie had meer
weg van die van een president in een re
publiek die naast zich een ministerraad
met een minister-president heeft. Nie-
möller was in hart en nieren altijd een
pastor pastorum, maar vaak meer van de
wereldkerk dan van zijn eigen kerk. Hij
blijft tot de volgende assemblee presi
dent van de Wereldraad van Kei-ken.
Deze Duitse predikant is bekend ge
worden door zijn verzet tegen het na
tionaal-socialisme. Na in de eerste we
reldoorlog commandant geweest te zijn
van een duikboot en een poosje met de
gedachte rondgelopen te hebben om ge
rant te worden in een hotel, besloot nii
1919 theologie te gaan studeren. Hij
werd in 1924 in het ambt bevestigd en
leidde een aantal jaren het werk van de
inwendige zending in Westfalen. In 1930
werd hij predikant van Berlijn-Dahlem.
VERZET
Hoewel hij in 1933 nog geen princi
piële tegenstander was van het nationaal-
socialisme doorzag hij al spoedig dc ge
vaarlijke tendensen. Hij verzette zich
vooral tegen dc zogenaamde „Duitse
christenen" die hun geloof cn nationa
lisme op één noemer terugbrachten. Nie
möller werd in deie tijd ongetwijfeld be
ïnvloed door zijn collega in Bcdlijn, Die
trich Bomhoeffcr. die zijn gemeente reeds
in 1932 oproep om te waken.
Reeds in 1934 kwam Niemöller in bot
sing met Hitler, die hem uit zijn ambt
wilde laten ontzetten. Zijn gemeente
weigerde hem echter te laten gaan. Nie
möller werd toen tevens een van de
voormannen van de „Bekennende Kir
che" waarin het verzet op de theologische]
basis van de Barmer thesen een groeien
de kracht kreeg
Niemöller bleef preken tot eind 1937
Toen hij echter zich openlijk in eenj
kerkdienst verzette tegen Hitiers poli
tiek en aan het einde van de dienst de
namen van dertig predikanten voorlas
die gevangen genomen waren en de ge
meente vroeg voor hen te bidden, werd
i hij zelf gearresteerd.
Na de oorlog werd Niemöller een van
de sterkste Duitse tegenstanders van de
bewapening. Hij werd een pacifist, kreeg
contacten met het ijzeren gordijn en
reisde de gehele wereld af om de mensen
op te wekken tot geloof en eenheid.
Scherp keerde hij zich tegen het nieu
we Duitse leger. In 1957 verklaarde hij
zelfs van een kansel in Kassei, dat de
militaire dienst gezien moet worden als
een hogeschool voor beroepsmisdadigers.
Opnieuw kwam hij in conflict met een
regering, ditmaal de regering van de
Bondsrepubliek.
Er zit een zekere mate van tragiek
in het leven van deze prediker van
het evangelie. Zijn kracht die hem
dwong om vanuit het evangelie ook
over de politiek te spreken, werd
eigenlijk tevens door velen gezien als
zijn zwakheid. Velen ook in de
kerk aanvaardden zijn politieke
inrichten niet. Het gevolg was dat hij
in 1958 met slechts drie stemmen
meerderheid werd herkozen als prae
ses van de kerk van Hessen-Nassau.
Het gevolg was ook dat hij in het
westen aan invloed inboette maar,
naar wij van Oostduitse predikanten
hoorden, ook achter het ijzeren gor
dijn.
Hoewel hij pas in 1966 behoeft af te
treden heeft hij nu besloten om per
l januari 1965 zijn functie neer te
leggen. De synode van de kerk pan
Hessen-Na'ssau is op het ogenblik bij
een om een opvolger te kiezen,
Hogeschool Tilburg
krijgt noodgebouw
Bij de rooms-katholieke hogeschool in
Tilburg zal binnenkort een noodgebouw
verrijzen. Het slechts enkele jaren oude
gebouw van dc hogeschool is te klein en
er is dringend behoefte aan een tweede,
als gevolg van de toename van het aan
tal studenten en de toevoeging van een
derde faculteit, die der rechtswetenschap-
Den. Financiering door rijk of curato-
torium is on korte termijn echter niet
te verwezenlijken. Nu is een tijdelijks
oolo«;ng gevonden, dank zij de vem-^en-
te Tilburg. Deze zal voor een bedrag van
3 miljoen gld investeren in een nood
gebouw, bestaande uit 90 elementen, die
in de fabriek worden vervaardigd en
ter plaatse worden gemonteerd.
Vraag: Twee jaar geleden brachten bladgrond,
wij een stek van een oleander J!- 11 -
nu is uitgegroeid tot
met veel knoppen er a_~
spijt vallen deze af voor ze tot ontwik
keling komen. Sommige doen het nog
wel doch vallen ook spoedig af. De
bloemen zijn dan nog heel mooi. Ik
bedoel daarmee dat die kelkjes niet
verdorren zoals bij andere planten. Wat
kan de oorzaak zijn. Ik gaf voldoende
water en ook af en toe pokon. De plant
staat in het volle licht en krijgt de m uccl,
ochtendzon. Hoe moet ik haar in de ansichten
winter bewaren? De plaats waar zij nu
staat in de vensterbank, is zeker te
koud. Moet ik haar nog inkorten, want
Reactie van lezer: De heer J. H. v. d.
Burgh, Woudenbergscheweg 44a te Zeist
(wiens naam en adres we met diens
toestemming bekend maken) schrijft
naar aanleiding van een vraag over
gegevens en foto's betreffende een groot
aantal predikanten en kerken uit de
vorige eeuw, dat hij een grote verzame
ling heeft van foto's van kerken, ook
■ordt tamelijk hoog, en hoe moet dit
gebeuren?
Antwoord: De oleander of eigenlijk
nesium oleander geheten, is niet gemak
kelijk als kamerplant. Zij vraagt in hui;
een zeer lichte, zonnige standplaats
liefst in de serre. Zij vraagt in de groe-
en bloei zeer veel water (steeds lauw)
en om de veertien dagen bijmesten. Dc
plant kan in de zomer ook buiten staar
op een warm en zonnig plaatsje. U kun
de plant in september beter bimenha
len. 's Winters moet u haar koel plaal
sen en alleen begieten als de gron<
droog is. maar dan ook rijkelijk gieter
en nooit met koud water. Ne oe bloe
moet u haar flink insnoeien en u moet
ha:.r slechts clan verpotten als d't strik
nodig is. F?t grondmengsel moet voecl
kerken. Tevens bezit hij
de Haagse kerkboden van 1900 tot 1940
en zelfs exemplaren van 1887. Zijn
grootvader is namelijk drukker geweesi
van de Haagse kerkbode. De enige kerk
waarvan hij geen foto heeft (althans
van de buitenzijde) is de Gereformeer
Ie Kerk Bazarlaan 21 (uit 1887). Het is
nem niet mogelijk thans foto's te maker
omdat er altijd auto's voor staan, ook
•nist hij foto's van de hulpkerk Kaapse
olein (1923-1926) en Fahrenheitstraa'
1920-1923) en interieurfoto's van de
)osterkerk en Noorderkerk, wel heefi
hij foto's van het interieur en exterieur
an de Nobelstraatkerk waar zijr
•rootvader voorlezer en koster was
)ok van de kerk te Zeist heeft hij oud-
'oto's. Hij bezit foto's van alle Gerefor
meerde predikanten, die de kerk in Der
Haag sinds 1836 hebben gediend me
litzondering van de foto's van ds. A.
loffers en ds. R. Veldman. Aangezien
zaam zijn, bijvoorbeeld twee delen vele belangrijke stukken cn foto's
den weggegooid of verdwijnen, is het
i het grootste belang, dat de verza-
imet
Vraag: Een vrouw is gehuwd met een
weduwnaar, die 24 jaar ouder is. De
man is ziekelijk en niet sterk. Hij heeft
een zaak. Tegenover de goederen van
de zaak staan grote schulden. De vrouw
heeft een auto, radio, naaimachine en
meubels ten huwelijk meegebracht, of
later gekocht van het geld van haar
spaarbankboekje. Het huwelijk is in ge
meenschap van goederen gesloten. Uit
het eerste huwelijk van de weduwnaar
zijn kinderen geboren. Toen de eerste
vrouw stierf, namen de oudste kinderen
er genoegen mee dat zij zelf niets ont
vingen, maar alles ten goede kwam aan
le jongere kinderen. Hoe moet het nu
>ls de man eens eerder kwam te sterver
lan de vrouw? De echtgenoten hebber
:en notaris om raad gevraagd, doch he'
intwoord bevredigde hen niet erg. Zijr
;r andere mogelijkheden? De vrouv.
voelt er niets voor de schulden van d(
ian te betalen en dan nog van haa>
eigen goederen en geld uit te delen aar
■ie kinderen uit het eerste huwelijk
Antwoord: Dat het antwoord van de
otaris onbevredigend was. laat zich
'enken, want de gehele toestand is on-
icvredigend. Waren beiden op huwe-
'ijksvoorwaarden getrouwd dan had
men de nodige veiligheidsmaatregelen
ku-.nen treffen, die ook de man waren
ten goede gekomen. Nu is hot wel mo-
drieven, die atet cijn voorzien
van naam en adres, kannen niet
uj behandeling worden genomen.
Geheimhnudig is verzekerd. Vra»
gen, die niet onderling met elkaar
In verband staan moeten in af
zonderlijke brieveD worden ge
steld. Per orlef dient eeD galden
aan postzegels te worden Ingesler
felijk un als het huwelijk reeds drie
jaar heeft geduurd, huwelijkse voor
waarden te maken, maar in dit geval
;eeft dit weinig baat omdat er schuld
eisers zijn. Als het geld, dat de vrouw
meebracht op een spaarbankboekje
tond, heeft men een bewijs. Wat de
•.ckochte en meegebrachte voorwerpen
letreft, moeten er bewijsstukken wor-
len verzameld, waaruit blijkt dat de
voorwerpen door de vrouw met haar
•lgen geld gekocht of ten huwelijk
neegebracht zijn. Men moet dus verkla
ringen van de leveranciers los krijgen
of duidelijk aantonen waar het geld
vandaan kwam. Ook moet er een rege-
'ing worden getroffen, waaruit de af
wikkeling van het versterf der eerste
vrouw blijkt Voorts is het verstandig
als de man de vrouw een levensonder
houd nalaat. Men zal lenslotte de hole
zaak aan een notaris motten voorleggen
om te redden wat er te redden valt.