150 jaar
Koninklijke Marechaussee
ZONDAGSBLAD
Nieiuiwe L ei else Courant
K „ZONDER VREES EN
ZONDER BLAAM"
ZATERDAG 17 OKTOBER 1964
(Van een onzer
redacteuren)
Maandag 26 oktober
bestaat het wapen der
Koninklijke Marechaus
see 150 jaar en deze jaar-
zal ten dele ook
publiekelijk worden ge
vierd en dat zeer te
recht, want dit wapen, dat
In zijn roemruchte ge
schiedenis de fiere spreuk
„Zonder vrees en zonder
blaam" nooit te schande
'heeft gemaakt, is door
zijn taak altijd nauw met
het Nederlandse volk ver
bonden geweest.
Immers, koning Wil
lem I bepaalde bij Ko
ninklijk besluit van 26
oktober 1814: „Er zal
worden opgericht een
corps marechaussee, be
stemd om de orde te hand
haven, de uitvoering van
de wet te verzekeren en
toe te zien op de veilig
heid aan de grens en op
'de grote wegen".
andere naam gekregen dan het
oorspronkelijk was toebedacht.
Toen de eerste souvereine vorst
het concept werd voorgelegd van
het Koninklijk besluit, dat de
oprichting van het wapen regelde,
trok hij met de pen een dikke
streep door het woord Gendarme
en zette er Marechaussee voor
de plaats. Niet het feit, dat
lendarmerie een verbastering is
Frans woord van
Marechaussee kan hetzelfde wor
den gezegd maar omdat het te
veel relaties had met de zojuist
verslagen Napoleon Bonaparte
deed koning Willem I driftig de
pen opnemen.
Er was meer. Aan de ontredde
ring die voor Europa volgde op de
Slag bij Waterloo, trachtten de
Hoog Verbonden Mogendheden
paal en perk te stellen. Hun
algemene commissarissen besloten
op 27 februari 1814: „Er zal
Sr
ïm
worden gevormd in het gebied
het Voorlopig Bewind van België,
korps onder den onderschei-
naam van „Marechaussee",
met het doel om aan de Militaire
en Burgerlijke autoriteiten de
uitvoerende macht te verzekeren,
waaraan zij behoefte hebben om
de wetten en hun bevelen te doen
eerbiedigen".
Zou die naam „Marechaussee"
verloren gaan? Het schaamrood
moet de ambtenaar die terugwilde
naar Gendarmerie wel naar de
kaken zijn gestegen toen zijn vorst
hem met een enkele pennehaal
corrigeerde.
AFKOMST
De naam Marechaussee is van
Franse afkomst en dateert, voor
zover men heeft kunnen nagaan,
uit de dertiende eeuw toen de
„Connétable" met de „Marechaux
de France" de functie van rechter
en de uitoefening Van een actieve
politie in zich verenigden. Zij
lieten hun bevoegdheden uitoefe
nen door zogenaamde „Prévöts",
die over een troep „Sergeants de
Maréchaux" beschikten.
In het werk van Bosscha:
Neerlands Heldendaden te Land,
vindt men het volgende vermeld:
„Mare is paard, schalk een bedien
de, ambtenaar, deskundige. Het
verblijf of het hoofdkwartier van
de maarschalk heette in Frankrijk
maréchalcée, naderhand maréehau-
cée, en zeer aannemelijk is, dat de
bedienden van de maarschalk Gens
de la Maréchauceë zullen zijn
genoemd en bij verkorting een
voudig Maréchaucée, dat men
naderhand bij verbastering als
marechaussee is gaan schrijven.
STRIKRU ITERS
In ons land vindt men het woord
marechaussee het eerst vermeld in
een besluit van het staatsbewind
der Bataafsche Republiek van 4
februari 1803, waarbij werd beslo
ten „ter meerdere beveiliging van
personen en goederen tegen roo-
verijen, geweldenarijen en wat
dies meer is, door vagebondeeren-
de personen in het Departement
van Brabant eene Compagnie
Marechaussee op te richten" (In
een rapport van november 1802
werden zij Gens d'Armes qf
Strikruiters genoemd). Maar dit
besluit is echter nimmer uitge
voerd.
Wel werd in 1805 een Compag
nie Gendarmerie opgericht, hoofd
zakelijk bestemd voor de beteuge
ling van de smokkelhandel en
slechts voor zover de dienst dit
toeliet „op alle plaatsen, waar
dezelve zich zullen bevinden de
politie te maintineren en alle
geweld of overlast, welke 's Lands
ingezetenen mogten worden toege
bracht, te verhinderen".
Een grote dag u-as liet voor h
wapen der Koninklijke Mat
chaussee toen werd besloten, dat
de wacht voor het paleis Soest-
dijk bij officiële gebeurteniss
in het gala-uniform jou zijn
gekleed.
wachtmeester-kwartiermeester, vijf
wachtmeesters, twaalf brigadiers
en zestig gens d'armes.
Hun taak was niet gering. De
commandant stond voor wat be
treft „het posteren van Detache
menten aan de grenzen van dit
Gemeenebest van de Schelde tot
aan den Dollaars", onder de
Secretaris van Staat voor de
Financiën. Hij moest verblijf hou
den in de Meijerij van Den Bosch,
de luitenant te Zwolle.
Het uniform bestond uit een
ordonnansmuts, wit gemonteerd
met witte panache, lichtblauwe
pels met zwarte randen, zwarte
dolman met karmozijnrode kraag
en opslagen, karmozijnrood vest,
lichtblauwe pantalon, mantel en
mantelzak, zwarte schabrak met
lichtblauwe rand. Alle monterings
stukken met wit galon en koord.
UNIFORM
GRONDSLAG
De Gendarmerie was als Franse
organisatie onder een regime van
onderdrukking in ons land verre
van populair geweest, maar er was
toch de grondslag gelegd voor een
politie-organisatie, geschoeid op
een militaire leest En zij had ook
haar goede zijde bewezen en dat
was de reden dat de toenmalige
bestuurders in het nieuw gevorm
de koninkrijk, waarin na de
aftocht van de Fransen onzeker
heid en onveiligheid heersten, zo
spoedig mogelijk het veiligheids
apparaat trachtten op te bouwen
naar dezelfde grondbeginselen.
Maar dat ging- niet zo vlot. Wel
werden in de loop van 1814 in
België en in de Nederlandse
provincie Limburg zogenaamde
K'IIUIIItllllllllllllllllllllinilllllllllllllllllllllllllllllllHI
|KoningWillemI
schrapte 1
het woord
gendarmerie 1
Provisionele Marechaussee te werk
gesteld, maar met die provisionele
Marechaussee ging het niel naar
wens. De Commissaris van Oorlog
te Brussel verklaarde ronduit, dat
de moraal van het personeel laag
was en dat het niet die achting
kreeg, die het moest krijgen. Dit
leidde er toe, dat hij de souvereine
vorst een nieuw ontwerp-besluit
voorlegde, waarbij hij voorstelde
de naam Marechaussee te verande
ren in Gendarmerie, waarmee de
vorst, zoals gezegd, echter niet
akkoord ging, al was hij het
overigens wel eens met de inhoud
van het besluit, dat hij op 26
oktober 1814 met zijn handteke
ning bekrachtigde.
PAARD
We kunnen slechts volstaan met
het doen van enkele grepen uit dp
geschiedenis van het jubilerende
wapen. Voor een goed begrip over
de dienst van de Koninklijke
Marechaussee zo omtrent de twee
de helft van de vorige eeuw dient
men voor ogen te houden, dat de
verkeersmiddelen toen nog zeer
gebrekkig waren. Het paard speel
de een grote rol als middel van
vervoer en het personeel was dan
ook voor het overgrote deel
bereden.
Om een goed verband tussen de
over het gehele land verspreid
liggende brigades te verzekeren,
waren zogenaamde corresponden
ties ingesteld. Deze hielden in, dat
elke vijf dagen personeel van een
brigade met dat van elk der
aangrenzende brigades moest sa
menkomen op een punt, dat
ongeveer op gelijke afstand van de
brigades was gelegen. Het doel
van de correspondenties was het
aan elkaar overgeven van berich
ten, dienstbrieven en pakketten.
Voorts van gevangenen, die van
brigade tot brigade verder werden
vervoerd.
In 1901 werden de corresponden
ties afgeschaft. De samenkomsten
met de buitenlandse gendarmerie
'zijn tot 1940 blijven bestaan.
BEZUINIGING
In de loop van de decennia is
meermalen getracht op het wapen
te bezuinigen, ook indirect, name
lijk door het de gewenste uitbrei
ding te onthouden. Die uitbreiding
werd echter nodig toen aan het
eind van de vorige eeuw da
onveiligheid op het platteland
toenam. In 1889 was het in de
venen van de noordelijke provin
cies zo onrustig geworden, dat de
regering besloot daar marechaus
see te stationeren. In de periode
van 1889 tot 1895 werden twee
divisies marechaussee opgericht,
een divisie in de drie noordelijke
provincies en een divisie in de
provincies Gelderland en Overijs
sel.
Een feit van grote betekenis was
de invoering van de fiets om
streeks 1908. Het aantal verharde
wegen was toen al zo groot, dat de
onberedenen per fiets alle plaatsen
in de bewakingskring in korte tijd
Prinses Beatrix Schutsvrouwe der
Koninklijke Marechaussee ,jEen
driewerf hoera voor de Prinses".
Op 26 oktober 1949 onthulde prin
ses Wilhelmina te Apeldoorn het
gedenkteken, dat ter nagedachte
nis aan de in de oorlog gevallenen
van het wapen en van het voor
malige Korps Politietroepen, is
opgericht. Op de foto: De Prinses
inspecteert de troepen.
BAARDEN
De marechaussee heeft altijd
onder zeer strenge regels ge
leefd. Omtrent haar- en baard
dracht bestonden in 1844 nog
straffe voorschriften. In een
order van 9 mei van dat jaar zei
de commandant van de compag
nie Noord-Brabant met leedwe
zen te hebben opgemerkt, dat
verscheidene onderofficieren en
marechaussee „het aangezigt met
krullen en blessen hadden be
dekt en den baard onder de kin
hadden laten groeien". (Hier
voor werden een brigadier en
een marechaussee met acht
dagen provoost gestraft). Hij
gelastte „de haren af te snijden
en te dragen van achter in
borstel, dat de kraag van de rok
er niet door kan worden be
vuild, en van voren zo kort, dat
hetzelve niet uit het hoofddeksel
of politiemuts te voorschijn kan
komen. Wat de baard betreft,
deze moet in zijn geheel afge
schoren worden, uitgezonderd de
bakkebaarden, die van degenen,
dewelke dezelve hebben, kunnen
blijven staan, maar niet langer
dan gelijk met het onderste der
Maar in 1856 werd men
toegevender en werd aan onder
officieren en marechaussees ver
gunning verleend de baard en
knevels in overeenstemming met
het gebruik daarvan in de
landstreek waar zij zich bevon
den, te dragen „moetende daar
bij evenwel de regels van de
wélvoegelijkheid en de zinde
lijkheid nimmer uit het oog
worden verloren". Omstreeks
1900 droegen vele oudere briga
de-commandanten een grote
baard.
STANDAARD
Een van de hoogtepunten uit de
geschiedenis van het wapen der
Koninklijke Marechaussee werd de
uitreiking van een standaard door
Hare Majesteit koningin Wilhelmi
na op 29 oktober 1931 te Apel
doorn. In een korte toespraak
getuigde Hare Majesteit van haar
grote waardering voor het korps,
toen zij zei:
„Het is mij een voorrecht deze
standaard persoonlijk uit te reiken,
welke voortaan, al bestaat uw taak
niet in een gemeenschappelijk
optreden, het symbool van uw
saamhorigheid zal zijn. De wijze,
waarop gij de u opgedragen
dikwijls moeilijke taak vervult, uw
trouw en plichtsbetrachting recht
vaardigen in mijn ogen ten volle
de eer, welke uw korps ten deel
valt, de standaard in uw gelederen
te zien intreden. In de verwach
ting, dat deze uitreiking de goede
korpsgeest die u bezielt, nog zal
bevorderen, en in het volle
vertrouwen, dat ge te allen tijde
ik thans aan uw inspecteur 1
toegedachte zinnebeeld van Vader
land en Koningin".
Een tweede hoogtepunt viel op 3
Juli 1956, toen Hare Koninklijke
Hoogheid prinses Beatrix het haar
gedane verzoek inwilligde en zich
bereid verklaarde Schutsvrouwe
der Koninklijke Marechaussee te
worden.
BEREID
„In het volle vertrouwen, dat ge
te allen tijde bereid zult zijn....".
Het wapen der Koninklijke Mare
chaussee heeft dit vertrouwen
nooit beschaamd. De marechaussee
heeft van de oprichting van het
korps af voortreffelijk het land
gediend. Of dit nu gebeurde in een
perioae, aie lussen aeze iwee aoor
de mode sterk beïnvloede kleder
drachten ligt verdiende het korps
de wapenspreuk „Zonder vrees en
zonder blaam".
De marechaussee was er bij.
toen de Nederlandse strijdkrachten
in mei 1940 vochten om het
behoud van de vrijheid, mannen
van het wapen waagden met de
geallieerden de sprong naar Nor-
mandië om vandaar verder op te
rukken tot in het hart van
Duitsland, zij zijn overal geweest
waar Nederland zich genoodzaakt
i h'
hi
we mei meer, aai m nel uuiac
boek de namen staan opgetekei
van de negentien marechausso
die het leven lieten toen zij in h
bezette gebied werden gedropt?
Het wapen der Koninkli
ke Marechaussee gaat j.
bileren. En het is goed d;
het Nederlandse volk doi
een parade daarbij won
bepaald. Want het is dt
wapen veel verplicht.