Grote belangstelling in Tweede Kamer Jongverloofden toegejuicht Don Carlos incognito Vreugde - maar ook tal van vragen NIEUWE LEIDSE COURANT 3 WOENSDAG 12 FEBRUARI 1964 Volledig in overeenstemming met het gehele bezoek van prin ses Irene en haar verloofde don Carlos en hun wederzijdse fa milieleden, aan Den Haagdat met recht een bliksembezoek genoemd mag worden, kreeg ook de commissaris van de Ko ningin in Zuid-Holland, mr. J. A. Klaassesz, gisteren aan de Groenmarkt maar korte tijd om het verloofde paar te begroeten en geluk te wensen. Op de Groenmarkt, waar de stoet even stil hield, boog hij voor een mo ment door de geopende deur in de hof auto en drukte de handen van prinses Irene en don Carlos. Gelukwensen van mr. Jonkman In de Eerste Kamer heeft mr. J. A. Jonkman de Eerste Kamervoorz. gister middag z'n gelukwensen uitgesproken ter gelegenheid van de verloving van prinses Irene met Don Carlos. (Van onze correspondente) „Geen wonder, dat er zo ge heimzinnig werd gedaan" en „Prins Carlos" werkt hier in cognito als dokter". Dit soort kreten hoort men op het ogen blik in Wateringen, waar een lachende dokter W. Blokland zijn patiënten af gaat en zich verontschuldigt voor het feit, dat hij er echt niets aan kan doen. „Ik lijk inderdaad wel op don Carlos, prinses Irenes ver loofde, maar dat heel Waterin gen me ooit voor een „don" zou aanzien, heb ik nooit kun nen dromen. Toen het portret van de Spaanse prins op de beeldbuis verscheen, hebben vele Wateringers dan ook ge zegd ,Jiijk, onze dokter", zo vernemen we uit doorgaans wel ingelichte kringen. De toch al populaire arts heeft het deze dagen heel wat keren moeten horen, maar hij blijft er om glimlachen. En wanneer hij in zijn spreekkamer zit, zegt hij in gewoon Nederlands: „Volgende patiënt Debat over vorstelijke verloving Van onze parleinentsredatie) ZELDEN is de laatste jaren de publieke belangstelling voor een par lementaire discussie zo groot geweest als gistermiddag in de Twee de Kamer, toen daar ev enna enen het debat begon over de brief van minister Marijnen, waarin deze meedeelt dat de regering geen wets ontwerp zal indienen tot goedkeuring van het huwelijk tussen prinses Irene en Don Carlos. Vanmorgen vroeg stonden al drommen mensen voor het Kamergebouw te wachten om een plaatsje op de publieke tribune te kunnen bemachtigen. Toen de deuren eindelijk open gingen, moesten tientallen worden teleurgesteld. In de vergaderzaal was de belangstelling niet minder groot dan op de overvolle tribunes. Slechts een enkel Kamerlid ontbrak. De zaal werd in een helder licht ge zet door de lampen van de televisie, die (evenals de radio) het hele debat uitzond. Achter de regeringstafel zaten de ministers Marijnen, Bies heuvel, Toxopeus, Scholten, Bogaers, Luns, Andriessen, Schouwenaar- Franssen, de gevolmachtigde minis ters van Suriname en de Nederland se Antillen en zeven staatssecretaris sen. "Tr. F. J. E. M. van Thiel hield een korte toespraak, waaraan wij het vol gende ontlenen: „Onze volksaard kenmerkt zich door ver scheidenheid van opvatting op allerlei terrein van het leven. Indien zich echter een omstandigheid voordoet waardoor het Koninklijk gezin tijden van vreugde of droefheid doormaakt, toont ons volk gelukkig een zeer grote mate van ver bondenheid en leeft het mee als ware het zelf daarvan deelgenoot Wanneer een jong meisje zich gaat verloven, uit zich de vreugde daarover niet alléén in het gezin maar ook in de breder kring van familie en vrienden. Hoeveel te meer geldt dit dan hier, waar deze vreugde nu ten deel valt aan ons Koninklijk gezin, dat door zo sterke ban den aan ons volk verbonden is, bij de verloving van Prinses Irene die een zo grote plaats inneemt in de harten van ons volk. Ik wil dan ook hier in deze Kamer uiting geven aan onze vreugde en wil, naast de vele goede wensen in pers, ra dio en televisie uitgesproken en ook op andere wijze spontaan tot uiting geko men. een woord van hartelijke gèluk- wens richten tot het jonge paar en hun families, zeer in het bijzonder tot ons Koninklijk gezin. Moge deze heugelijke gebeurtenis, voor het jonge paar het begin zijn van een gelukkige toekomst, waarop de zegen van de Allerhoogste moge rusten". Na deze korte feestspeech van mr. Van Thiel kreeg minister-president Marijnen het woord. Namens de regering sloot hij zich bij de woorden van de kamervoorzit ter aan, de hoop uitstprekend dat Gods zegen op het verloofde paar zal mogen rusten. Onmiddellijk daarna nam het debat over de brief van de minister-president een aanvang. De rij van sprekers werd geopend door de voorzitter van de KVP- fractie drs. W. K. N. Schmelzer. Hij be gon met hartelijke gelukwensen aan het adres van het jonge paar uit te spreken en de wens te uiten, dat beiden een ge lukkige toekomst tegemoet zullen gaan. Maar daarna ging drs. Schmelzer over tot de moeilijkheden die aan de verloving vooraf zijn gegaan. „Het is", zo zei hij, „allerminst onze bedoeling om aan de vreugde ook maar iets af te doen. Wij willen er slechts toe bijdragen, dat de gerezen problemen in het vervolg zo goed mogelijk kunnen worden verme den". Hij noemde vervolgens een aan tal vragen, die de afgelopen weken zijn gerezen: o.a. was er een conflict tussen koningin en kabinet of tussen de minis ters onderling? waarom ging de verlo ving eerst niet en waarom later wel door? bestond er bezwaar tegen het eventueel bestijgen van de troon door een katholiek? Drs. Schmelzer begreep, dat niet op alle vragen een duidelijk antwoord kon worden gegeven, gezien de persoonlijke aspecten die hier in het geding zijn. Hij was ervan overtuigd, dat het besluit om geen goedkeuringswet voor het huwelijk in te dienen, is genomen met respect voor de grondwettelijke vrijheden en overeenkomstig de bedoeling van de Grondwet De KVP-fractie kan zich ge heel met dit besluit van de regering ver enigen. Zij zou echter wel prijsstellen op een toelichting op het oorzakelijk ver band tussen de drie overwegingen, waar op het besluit is gebaseerd. Zulks ter on dersteuning van de mededeling van de minister-president, dat met het niet door gaan van de verloving de regering geen enkele politieke bemoeienis heeft ge had. Tenslotte hield drs. Schmelzer een krachtig pleidooi voor een meer open communicatie tussen vorstenhuis, kabi net en volk. Bezinning op dit vraagstuk achtte hij meer dan noodzakelijk, gezien de onzekerheden en spanningen die in de afgelopen weken zijn ontstaan. Er moet een technisch-organisatorische oplossing mogelijk zijn van dit probleem. In dit verband pleitte de KVP-fractie- leider voor een coördinatie van de voor lichting vanwege de secretariaten van het vorstenhuis en de voorlichting van de RVD Dr. A. Vondeling (soc.) wilde zich graag bij de reeds uitgesproken geluk wensen aansluiten, doch ging onmiddel lijk daarna over tot het maken van tal van kritische opmerkingen. In de eerste plaats schonk hij aandacht aan de over gang van prinses Irene naar het rooms- katholicisme, welke overgang meer is dan een strikt particuliere aangelegen heid. De politieke kant is versterkt dooi de wijze, waarop de overgang bekend is geworden. De Nederlandse hoofdredac teuren zullen wel in koor hebben gezon gen: „Zie ginds komt de nieuwsstroom uit Spanje weer aan". Op deze „regel" is er maar één uitzondering geweest, name lijk de mededeling, dat de verloving niet zou doorgaan. En het was nu juist die mededeling, die achteraf niet juist is ge bleken. Wanneer, zo vroeg de heer Von deling, is de Prinses overgegaan en wan neer wist de regering daarvan? Voor het tijdstip, waarop en de bewoordingen waarin de bekendmaking heeft plaats ge had. draagt de regering verantwoorde lijkheid. De gang van zaken was voor de beide grootste kerken in ons land uiterst pijn lijk. Alle Nederlandse burgers zijn als onmondigen behandeld. Dr, Vondeling nam aan, dat de priester, die de opne ming voltrokken heeft, op een snelle be kendmaking heeft aangedrongen. Hij be treurde het in hoge mate, dat aan deze veronderstelde aandrang geen gevolg is gegeven. Het interview Sprekende over het interview, dat prin ses Irene heeft gegeven, merkte de socia listische fractieleider op, dat daarin voor bij is gegaan aan het levensgrote pro bleem van de godsdienstige en politieke vrijheid in Spanje, terwijl de Nederland se monarchie is ontstaan in de strijd te gen politieke tyrannie en de overheersing van één godsdienst. Hoe kan de am bassadeur. die kennelijk, bij het interview betrokken is geweest, dit uit het oog hebben verloren? Waarom is hij niet op staande voet ontslagen? Spr. kon zich voorstellen, dat de minis ter van buitenlandse zaken dit niet heeft voorgesteld omdat het met name voor prins Carlos zeer onaangenaam zou zijn geweest. Deze reden is nu echter verval len en daarom rust op minister Luns de plicht de ambassadeur terug te roepen. Wanneer we ooit behoefte hebben aan een goede vertegenwoordiging in Spanje dan is het in de naaste toekomst, aldus dr. Vondeling met grote klem. Vervolgens ging de PvdA-woordvoer- der in op de vraag in hoeverre het aan vankelijk niet doorgaan van de verlo ving een gevolg is geweest van bemoeie nissen van het kabinet. Verleden week heeft de minister-président ontkend dat het kabinet politieke invloed op de be slissing van prinses Irene en prins Carlos heeft uitgeoefend. Maar meer dan ooit heeft de regering nu de schijn tegen, al dus spr. Dinsdagavond werd meegedeeld dat er geen verloving zou plaatsvinden, maar donderdag waren er al berichten dat er toch een verloving uit de bus zou ko men. Het wil er bij het Nederlandse volk niet in, dat gevoelens zo snel kunnen om slaan. In dit verband wees dr. Vondeling op de grote activiteit, die het kabinet heeft ontplooid en op het feit, dat er nog een langdurige bespreking op paleis Soestdijk aan de officiële bekendmaking moest voorafgaan. Nu ook wij weten, dat de kandidaa: een Carlist is, is het bijzonder moeilijk om de gedane m- lede ling van de minis ter-president te aanvaarden. Het besef voor religitu. geestelijke en politieke vrijheid is, om het maar zacht uit t< drukken, niet een van de sterkste kan ten van de Carlisten. Er was dus alle aanleiding om het paar duidelijk te ma ken, dat een verloving politieke conse quenties zou hebben, namelijk dat er geen wetsontwerp tot goedkeuring zou kunnen worden ingediend. De conclusie ligt voor de hand, dat hierin de oorzaak van alle moeilijkheden ligt. Met het stellen van zijn kritische vra gen wilde de heer Vondeling niet de in druk wekken dat hij het met de beslissing van het kabinet oneens zou zijn. Wel wilde hij duidelijk van de re gering vernemen of ook zij op het stand punt staat, evenals de Partij van de Arbeid, dat de Koning vrij is in het doen van een keuze op godsdienstig of gees telijk terrein. Geen enkele godsdienstige stroming mag worden gediscrimineerd. Voorts wilde h(j graag horen of het ka binet met de socialistische fractie van mening is, dat ook een gewone Neder landse burger als huwelijkskandidaat voor een van de prinsessen aanvaard- Ten slotte merkte de heer Vondeling op, dat de voorlichting volstrekt heeft gefaald en het aanzien van het kabinet, in het bijzonder van het koninklijke huis en derhalve van Nederland, heeft ge schaad. Men is geneigd om te zeggen: „Wat een land, wat een land waar dat allemaal maar kan". (Interruptie mr. Biesheuvel: ,,En dan met zo'n oppositie"). Als de minister-president van mening is, dat er op voorlichtingsgebied niet tekort is geschoten, is hij de enige in Nederland. De kans op verbetering is dan niet erg groot cn de minister-president kan er dan beter aan doen om zijn positie nog eens te overwegen. De C.H.U. Mr. H. K. J. Beernink. fractievoorzit ter van de C.H.U., begon met te zeggen, dat ons volk zich verheugt in het jonge geluk van prinses Irene en prins Car los. Hoe wonderlijk het soms in het leven kan gaan is ook thans weer gebleken, precies een week geleden deelde de Ko ningin immers mee, dat de verloving geen doorgang zou vinden. De plotselinge verandering in de situatie schreef mr Beernink in de eerste plaats toe aan roerselen van de menselijke ziel, dus aan inwendige factoren. „Mochten uit wendige factoren een rol hebben ge speeld en mochten deze aan de minister president bekend zijn, dan hoor ik dat wel", aldus spr. Ons volk, zo ging mr. Beernink ver der, heeft de laatste weken geleefd in een sfeer van onbehagen, omdat de ver loving werd voorafgegaan door een reeks berf met naast hem de Belgische ambassadeur. F. X. baron van der Straten Waillet. Er werden op deze consulaire dag de exportmo gelijkheden van de Belgisch- Luxemburgse produkten op de markt van de Beneluxpartner Nederland besproken. Een ogenblik verscheen het ver loofde paar met prins Bernhard voor een der ramen van de Trèves- zaal. Zij werdeii hartelijk toege juicht. Een grote schare belangstellenden, die graag alles van heel nabij wilde zien. heeft gistermiddag de Haagse politie handen vol werk gegeven op het Binnenhof. 1 van geruchten, oncontroleerbare feiten en allerlei veronderstellingen. Het begon met het bericht van de overgang van de Prinses naar de r.k. kerk. Spr. zei deze daad volledig te respecteren, maar wilde er wel voor uitkomen, dat hij als over tuigd protestant door de overgang was geschokt. „Wat ik niet begrijp en wat velen in ons volk niet begrepen hebben en nog niet te begrijpen is, is het feit, dat de overgang zo lang geheim is ge houden. Het zou beter zijn geweest wan neer deze overgang onmiddellijk bekend gemaakt zou zijn". De woordvoerder van de C.H.U. stelde vervolgens een aantal vragen. Is mr. Van der Hoeven in opdracht van de regering naar Spanje gereisd of is hij slechts met medeweten van de regering naar het bui tenland vertrokken? Is mej. De Andrade inderdaad secretaresse van prinses Irene en handelde zij met medeweten van de regering? Wist het kabinet van een be zoek van prinses Irene aan de paus? Heeft de ambassadeur bij het Vaticaan het kabinet terzake ingelicht? Het Ne derlandse volk heeft recht op meer klaar heid; het heeft bepaald onvoldoende voorlichting gekregen. Buitengewoon verstandig noemde de c.h.-fractieleider het, dat geen toestem- mings-wetsontwerp zal worden inge diend Prins Carlos heeft als een van de leiders van de Carlistische beweging po litieke aspiraties Ons koningshuis staat gelukkig boven de partijen en dat moet zo blijven. Door het achterwege blijven van een wetsontwerp zal de Kroon niet worden gemengd in Spaanse opvolgings aangelegenheden. Ik ben blij, dat alles zo geregeld is en ik heb de overtuiging dat het kabinet alles heeft gedaan om tot een goede oplossing te komen. Gaarne wilde mr Beernink het kabinet hiervoor danken, met name de ministers Marij nen, Biesheuvel, Scholten en Toxopeus „Ook deze vier ministers zullen vaak voor verrassingen gesteld zijn". Tenslotte betoogde mr Beernink, dat ernstig zal moeten worden nagegaan of de rijksvoorlichtingsdienst niet voor ver betering vatbaar is. „Zou blijken, dat de benoeming van een staatssecretaris voor de voorlichting gewenst is, dan zou ik daarmee volledig akkoord kunnen gaan". (Zie ook pagina 9) Deze foto werd genomen toen het koninklijk gezelschap de Trèves- zaal verliet om zich voor de lunch naar het Huis ten Bosch te be geven. V.l.n.r. minister-president Marijnen, koningin Julinana, prin ses Irene, de moeder van prins Carlos, prins Carlos, prins Bern hard en prinses Beatrix.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 3