Minder romantiek in het straatbeeld De zondag 0pen briel ZATERDAG 25 JANUARI 19Al ZELFS DE LORREBOER MOET HET OPGEVEN „Wat is Uw mening over Bij plaatsing van uw mening ontvangt u naar wens het boek Tip Parade. De dokter zegt 1 of De dokter zegt 2. Wilt u nw naam en adres óók vermelden in de brief, die u kunt sturen naar de redactie „Blad- Zij" met op de enveloppe „Uw mening". Zo nodig zal de redac tie een keus maken uit de binnengekomen brieven en deze bekorten. Over deze beslissing wordt niet gecorrespondeerd. NIEUWE VRAAG: Wat vindt U van de bezigheden van uw man er zjjn mannen, die overal in zitten. Hier heten ze „mijnheer de voorzitter", daar treffen we ze aan als ijve rig notulerend secretaris, een volgende avond is diezelfde mijnheer in een ander zaaltje commissielid en gisteren was hij nog tot twaalf uur aan 't vergaderen over, nou ja... 't Is gewoon niet bij te houden. er zUn mannen, die 's avonds als ze thuis komen goeiendag zeggen, na 't eten op hun gemak de krant lezen, eventjes de vermoeide oogjes sluiten en zo tegen tienen geeuwend zeggen: Mien, 't is tijd, we gaan naar bed. ...er zijn mannen, die hun nette colbertje verwisselen voor iets, dat op een werkpak lljfit, de zolder op of de kelder induiken en zachtjes fluitend of met een sigaretje tussen de lippen aan het timmeren, het solderen, het ver ven of weet ik wat slaan. Inderdaad: de doe-het-zelvers van het poppenhuis af tot de gootsteenkast toe. ...er zijn mannen, toevallig ken ik er een van zeer nabij, die van hun dagelijkse werk 's avonds een soort verlengstuk maken door dan nog druk voor hun zaak of hun baas bezig te zijn, waarmee dan ook. ...er zijn mannen, tja wat voor mannen zijn er nog meer? Was er iets van (of voor!) u bij hierboven? Of, nu serieus gevraagd: hoe is de uwe, wat doet uw man of niet in zijn vrije tijd, welke bezigheden heeft hij? Dat lijkt ine best een vraag-van-de-maand toe. Waarop we, naar ik hoop, met z'n allen, een antwoord gaan ge ven. Niet zozeer wat hij doet, maar vooral hoe u daarover denkt, lijkt me het meest interessant toe. Maar dan eerlijk zijn, desnoods worden we geza menlijk mevrouw X. te T. te Z. Vandaag over veertien dagen gaan we onze mannen dus bekijken. Mag ik u vriendelijk, maar ook een beetje dringend, vragen zo gauw mogelijk te schrijven als u (weer) mee doet? Graag uw brief vóór de 29e januari op de bus. verdriet ik daarover heb. Elke zondag als mijn man en ik naar de kerk gaan, denk ik aan m'n kinderen twee jongens die dan uitslapen als het winter is of weggaan 's zomers. Dat weg gaan vind ik op zichzelf zo erg niet, maar ze gaan rustig op een terras zitten, eten zelfs als het zo uitkomt buiten de deur of rij den (dertig kilometer verder!) naar het strand om met hun kin deren te gaan zwemmen. In het begin zei ik er wel eens iets van, maar toen kreeg ik te ho ren: u brengt uw zondag door op uw manier en wij op de on ze. Wat een woordenwisseling wij er al niet over gehad heb ben (geen ruzie hoor, maar ge sprekken). Nu zwijg ik maar. Vroeger gingen ze altijd mee naar de kerk, gewoon twee keer, en ze zijn op de zondagsschool en de vereniging geweest. Weg gingen we nooit en spelen op straat was er ook niet bij. Maar dat was vroeger nu eenmaal zo, toen was de zondag anders dan nu vind ik. En ik moet eerlijk toegeven, dat mijn man en ik ook niet dulden dat ze niet naar de kerk gingen, maar daarin wa ren we toch ook de enigen niet. Nu geloof ik wel, zonder dat ik het van mijn eigen schouders wil afwentelen, dat hun vrouwen er ook wel toe bijdragen dat ze niet naar de kerk gaan. Die ko men uit een niet zo kerkelijk milieu, zo meer te hooi en te gras als u mij begrijpt Be zeg wel eens tegen mijn zoons: neem toch een voorbeeld aan je zus ter (die gaat wel elke zondag met haar man en kinderen en die leven ook heel anders) maar dan lachen ze maar wat. Nu mevrouw, ik heb geschreven wat ik kwijt wilde en zelfs al zou het als ik alles goed heb begrepen aan mij liggen, dan wordt toch het verdriet dat wij er om heb ben, niet minder door". JVojj een klacht Nog een klacht, maar dan op ander terrein, kwam ik in dc post tegen van een mevrouw (middelbare leeftijd, zonder kin deren), die schrijft: ,,Ik zal u vertellen hoe ik de zondag gedwongen beleef en hoe ik die dag zou willen beleven. Zoals het nü is: mijn man en ik gaan naar de kerk, dan kof fie en de krant, eten, slapen, weer naar de kerk, nog wat le zen,. weg zondag, tot de volgen de keer. En daar moet ik nu te vreden mee zijn. En dat kan ik niet, zodat ik zondags een slech te dag heb en erg blij ben als 't weer maandag is. Ik wil de zondag beleven (met een streep er onder); naar de kerk: ze ker, maar dan de kerkdienst be leven. De mensen, medechris tenen, ontmoeten, eens -gaan- be zoeken, uitnodigen. Uit de kérk koffie;, gjraag, maar jjiet .djrgkt de krant gepakt, eens over de dienst, over de preek en zo ge praat en dat niet alleen cri- tisch. Waarom van de zondag geen feestdag gemaakt, in- plaats van een oudtestamenti sche sabbath-rustdag? Eerlijk: ik ben wel eens jaloers op de mensen van het Leger des Heüs in hun spontaniteit. Ik zou wil len zingen, met elkaar praten, eens wandelen, een spelletje doen. Ik hou wel van lezen maar om het de hele dag te doen, dat maakt me nerveus. Ik kan heel goed begrijpen, dat de jeugd het ook anders wü en ook voor buitenkerkelijken lijkt me die starre automatische zon dagsbeleving (mijn zondag. helemaal niet aantrekkelijk", aldus deze brief, die wel voor zich zelfspreekt. Wandelaar Mevrouw, misschien wordt n wel jaloers op de heer P. v. d. V. te R. (bedankt voor nw vriendelijke woorden!) als hij schrijft: „Hebben we nog wel een el- gen levensstijl? Durven we die nog aan en maken we van de zaterdag een voorbereiding op de zondag? 's Zaterdags is de laat ste dag der week en wil men uitgeslapen in de kerk komen, dan moet men geen extra druk te erbij memen en laat naar bed gaan. Zo beviel het me deze zomer uitstekend des morgens om half acht in het park te gaan wandelen en langs de Parkkade en dan om tien uur naar de kerk te gaan (voor Rotterdammers: de Westzee dijk). Van de natuur, Gods schepping, mocht ik dankbaar genieten. Soms zag ik een mijn heer, die z'n hondje uitliet. Meer mensen heb ik niet gezien! Toen de kerk uitging was alles in de gloria en ik naar huis (linker Maasoever). Daarom vraag ik: i hebben we wat aan de zondag morgen of moet de kerkgang on- der de zaterdag gebukt gaan? Genieten we 's zondagsavonds tot het (late) eind om 's maan dags niet uitgeslapen op ons werk te komen? De zondag is voor mij voeding in ons geloof en een voorbereiding voor de komende zes werkdagen", on dertekend, een zondagswande laar (plus naam). Helaas moet ik er weer een punt achter gaan zetten, of schoon er nog een aantal ande re brieven wacht. Hopelijk kunnen we die volgende week in onze laatste zondagsrnbrlek allemaal kwijt! Groningen, Limburg, Frankrijk en Duitsland wachten op ons afval. Van de zes kg opgekocht spul is vijf kg papier. Geen wonder, want een lawine van krantjes, druk werk en waardebonnen rolt dage lijks onze brievenbus binnen. Wat de lorren betreft, misschien herinnert u zich dat uw moeder vroeger sjacherde met de man die de untster en de zak hanteer de. Er zat een wollen deken bij en dat leverde dan een kwartje meer op. Eén prijs wordt er nu uitbetaald: de lompen gaan regel recht naar de sorteerderij. Het verwerkte wollen materiaal ver dwijnt naar de wolspinnerijen. Een ander deel, zoals schorten en oude jumpers, wof-dt' als poetslappen' Verkocht terwijl ook de papierin dustrie interesse he.eft .voör onze oüdeshemdèn èn: japonnetjes. De heer Lok zit in de industrie wijk in Vlaardingen. Schooljon gens met zelf in elkaar geprutste zeepkistenkarren gaan op een vrije middag de zaken langs om oud papier: ze kunnen nu alleen met een flinke partij een zakcent verdienen. De kleine partijtjes die de moeite niet waard'zijn wor den afgestoten door dit systeem- en tegelijk wordt een klantenbin ding opgebouwd. De heer A. P. Lok verwacht er veel van, hij drijft met vader en drie broers de zaak. Vader Lok is nu twee en zeventig jaar, en ging in de twintiger jaren vanuit Delft de boer op met potten en pannen. De nering in galanterieën ging slecht; op zekere dag had hij voor zijn groeiend gezin vijf en dertig cent ontvangen (niet verdiend). De volgende dag besloot hij lom pen op te kopen van de boeren en hij boerde niet gek: hij ver diende 4 die dag. De basis voor het huidige bedrijf was gelegd. ,,Zo staat de zondag bij ons In het teken van rust, huiselijk heid en als ik het zeggen mag: heiliging" zegt mevr. H. M. te H. „Lijkt dat niet enigszins op zelfgenoegzaamheid en wordt er wel aan naastenliefde gedacht? Men kan het nu wel mooi voor elkaar hebben met z'n gezin netje, maar neem ook eens iemand mee naar huis die een zaam is. Of ga en zeker op zondag eens een zieke bezoe ken (zoals wij een keer per maand 's zondags altijd naar een inrichting gaan, waar een familielid van ons wordt ver pleegd. ook al is dat geen ple zierreisje). Maar Jezus genas immers ook de zieken op de sabbath?" Beetje plezier „Ik heb wel een beetje ple zier gehad om dat knutselen in je zondagse kleren en me daar naast een 'beetje geërgerd aan die stichtelijke lectuur op zon dag", aldus mevrouw X. te Y. die verder gaat met: „Het kerfc- gaan is eèn pliéht,'ook voor de kinderen die liever thuis blij ven, alhoewel wij zo'n kind niet mogen dwingen twee maal te gaan. Wat de rest van de dag betreft geloof ik dat het moei lijker wordt naarmate de kin deren ouder worden en zelfstan dig iets kunnen ondernemen. Aan het karakter van het kind zal het liggen of we de touw tjes al of niet strakker moeten aarthalen. Want het in 't harnas jagen is zeer beslist funest". Verdriet De brief van mevrouw Van H. te R. sluit hier eigenjijk op aan als zij haar hart lucht met: „Nu ik al verschillende malen over „niet dwingen" en „maak de zondag gezellig en tot een feest" heb gelezen, ben ik toch eigenlijk in de put geraakt En vraag ik me steeds maar af: is het mijn schuld, dat mijn twee kinderen (allebei getrouwd) bij- na nooit meer in de kerk ko men? U moest eens weten hoe 'n yROEGER zat ik op een lauwe zomerdag eens in de tuin ea toen regende het plotseling lieve heersbeestjes. Ik zou niet geloofd hebben dat het lieveheersbeestjes regenen kon als ik er niet zelf middenin gezeten had. Ze wroet ten in de doos met kaartjes maas- wol, wandelden het verstelgoed in en uit, krioelden over bloem en blad en tuinmeubelen en de krul letjes van de baby in de box en waren even later weer op één ogenblik geluidloos verdwenen, als gehoor gevend aan een geheime EEN dergelijke sensatie, maar dan in het klein, onderging ik toen ik in de loop van de vori ge week plotseling brieven ont ving die in variaties aldus be gonnen: „Deze dient om u te melden mijn opvatting van de zondags viering". „Nu zal ik u eens ver tellen wat ik van de zondag vind", enzovoort. Waar komt die invasie over de zondag ineens vandaan? -lacht ik - maar zaterdag j.l. bracht de oplossing. Want toen zag ik op Blad Zij allerlei ingezonden brieven over de zondag prijken en concludeer de daaruit dat er een woek eer der ook zeker over de zondag was geschreven - maar dat dit mij moest zijn ontgaan door drukte of wat ook. KN die conclusie werd versterkt door een allerliefste brief van een huismoeder die aldus begint: „Beste Christine, Toen ik deze week de brieven las over het vie ren van de zondag, zei ik: ik ga schrijven wat ik vind van 't zondagvieren; vieren doet je den ken aan een feest en is de zon dag een feest als je twee keer naar de kerk gaat, tussendoor kof fie drinkt, eet en catechisatievra- gen gaat leren en overhoren! 'k Liep warm! Maar mijn man zei: doe dat niet, de mensen ver anderen toch niet van mening, schrijf liever naar Christine, zo maar eens, want daar ben ik hei meestal mee eens (en dat zegt v/at voor m'n man) en daarom schrijf ik"» anderd in heiL Wat op aarde ons vaak duidelijk wordt, is: dat wij met terug kunnen. Het is net of we in de mist zitten. We doen maar. We kiezen en moeten dan verder op het eenmaal inge- b.v. je wilde zo leuke brief DN deze moeder kan beter dan baan en'ie kreeg die" en nu wat etjes dat ik wie ook hiermee duidelijk dan nog. nou heb je 'm en zo^je meer willen en grootser wil- "i" len leven of je wilde kinde- je kreeg gewoon beschaamd. Be- ten wegvluchten uit het ogenblik voel schaamd omdat dingen waarmee naar iets onbereikbaars, dat juist {rots on 'hen hiïn TphvH ik worstelde bij het schrijven van een ander altijd schijnt te heb- zachte wangen en argeloze oeen" de Open Brief - ik lever heus ben. maar van het ogenblik zelf, Ur.u je Kft wel eens een gevecht al lijkt het ons ogenblik, een uitverkoren mo- iemand 't was een soort Dresta- allemaal zo glad en gemakkelijk ment kunnen maken, en van ons tie M toen on een ovJnhlfk gezegd als het er eenmaal staat dagelijks^ leven een ^feestelijk had je meer te' zorgen en raakte "riHc de trots gewend, zag je nog De gedachte wordt aangereikt: de ander past hem in eigen le ven toe. En nu het wonder: door .die heel speciale toepassing, door het beleven van wat ik als wer kelijkheid zag in een heel andere situatie, worden voor mij mijn ei gen woorden van een nieuwe wer kelijkheid, rijker, blijder dan voor heen. Omdat ik zie wat een mens ermee doet, hoe een mens ermee leeft. Dat stukje waarin u be schreef hoe u uw zoontje van twee aankleedt en hoe u van dat „klusje" geniet, hoe u er de tijd voor neemt en niet jaagt naar klaarkomen voor z.g. „vrije" tijd, alleen al omdat ik met Kerst schreef dat in het doen zegen ligt, niet alleen in de verheven momenten hoe heb ik van dat stukje genoten! wel de rijkdom maar vöoral ook wat de rijkdom aan eigen weg cijferen kostte en toen vond je kinderen toch ook wel een drukte en een nooit aan jezelf toekomen, maar ja, de weg was ingeslagen, terug kon je niet. op aarde in allerlei variaties duidelijk. Tót er plotseling iets tot ons doordringt: de stem die ons Gods belofte (de heerlijk vervul de belofte) en daarmee ons heil verkondigt: je kunt altijd, ieder ogenblik opnieuw beginnen, in elke situatie, onder elk kruis. Je werk krijgt de on-aardse ze gen van vernieuwing en je huis houdelijke beslommeringen wor den door een nieuw licht be straald. Begrijp me goed: werk wordt niet anders, klusjes wor den niet. anders. Het leven is niet zo verheven of er worden dage lijks aardappelen gekookt. Niets ALS ik hierover nadenk, noe oen andere verblijdende worft"mdëï£~p>Sn"niet. verdrièt j - --"i r~ r kant aan een eenmaal zo verover- njet Maar u wordt anders. God ders die het plotseling zien, zoals de levenshouding: je kunt altijd keert u om Misschien gek dat deze moeder, afsturen op de moe- opnieuw beginnen. Mensen die het nu „as" tot me doordrinirt"- delozen, op hen die o zo begrij- iets ontdekken, zeggen: „Wel g» daaeliiks bekee?d Sn pelijk achter zichzelf aanhollen. Kek, maar het dringt nu pas tot ging ik gister besetfenOfvVrl? door dat., tar nauwelijks voortgaan steeds beseffen nog jaar 0f lang geieden, J ui- opnieuw. Of straks. Of en blij- schien NU. die door Hem. omdat Hij de dingen Charme, ook voor de naclit moet de ontwerper van dit buitenissige pyama-geval hebben gedacht. Hij toonde deze Weerise schonen met een strakke jumper met diepe V-hals en bracht wat zwier bij dc kniéen door kantjes als uit grootmoeders tijd. We signaleerden het in dc collectie van het Oostenrijlcse modehuis „Gazelle" te Wenen. Meisjes au pair Hebt u ook zo'n dochter? Ze koestert het goede voornemen om naar Engeland te gaan om bij een familie te werken en zo de taal en levensstijl van de Engelsman te leren. Het Britse ministerie van binnenlandse za ken heeft richtlijnen uitgegeven voor meisjes au pair. Het is nu niet mogelijk, dat een Engelse huisvrouw haar als manusje van alles, werkster of dienstmeisje ge- De hulp in de huishouding ont vangt namelijk buiten de kost en inwoning elke week voor haar ont spanning dertig tot zes en veer tig shilling 15 tot 23) zakgeld. Zij moet vijf uur per dag wer ken en per week heeft ze recht op een vrije dag. Een meisje au pair dient behandeld te worden als een dochter des huizes en niet als een dienstmeisje. Per jaar gaan ongeveer vijftienduizend meisjes in Engeland werken. Vader Lok vestigde zich in Kë- thel waar het gezin groeide, en vervolgens trok het naar Vlaar dingen. Nieuwe wijk Waarom we de roep „haze- en konijnenvellen" niet meer ho ren?" U woont zeker in een nieu- \Ve wijk", zegt de heer Lok, „daar mogen geen konijnen meer wor den gehouden. Alleen in de oude binnenstad wordt nog een enkel vel opgekocht, maar ze zijn wei nig waard." Wat de metalen be treft: tin is het hoogst genoteerd, vervolgens daalt de prijs in volg orde voor roodkoper, geelkoper, aluminium, lood tot zink. Metaal wordt omgesmolten en weer ge bruikt, van koper wordt onder meer kopervitriool, een bestrij dingsmiddel gemaakt. Hoe het met de benen van Lorbee zit? In de lijmfabriek in Delft wist men ons dat uit de doeken te doen. Dertig jaar geleden nog werd door dé hüifeVfbuW hét soepbeen bé- waard en aan de lompenhandel verkocht er werden toen in de huishouding ook meer soepbeen deren gebruikt. De beenderenhan- del sorteert op het ogenblik wei nig effect, althans voor moeder de vrouw. De lijmfabriek betrekt de beenderen rechtstreeks van het abattoir en bij de slagers, voor wie het beslist lucratief is. Bij hen wordt het afgehaald, de lijmfabriek rekent geen afhaal- loon. Van de beenderen wordt ge latine gemaakt die we weer in blaadjes kopen om er pudding van te maken. Van abattoir tot feestelijk toetje zo gaat dat We worden voortaan niet meer in ons middagslaapje gestoord door de koperen bel met zijn rinkeldekink de oud papier acties kunnen effectief gaan wer ken.... maar een stukje roman tiek is er uit het stadsbeeld ver dwenen, dat is een ding dat ze ker is! Toen na de oorlog voor allerlei branches vakdiploma's en vesti gingsvergunningen werden vereist, verdwenen de mannen met hun gegalm, igekrijt en geblèr, die ieder voor zich sfeer gaven aan een bepaald jaargetij. Aan hun roep wist je wie er langs kwam; de één riep: Lórrrrr -bee, de an der lorpee. Zo ging dat toen wij jong waren, maar onze kinderen zullen deze herinneringen niet meenemen in hun leven. Zelfs de lorrenboer, die het tot nu toe uitgehouden heeft in het stads beeld, gaat .eerdaags verdwijnen. Allemaal kleine porties lompen en oude kranten lonen de moeite niet meer en daarom: efficiency voor de lompenhandel. Spiegeltje aart de wand Wandspiegels op de juiste plaats 'aangebracht kunnen wonderen verrichten: een ka mer vergroten, een hal of gang opfleuren. Maar een spiegel in de juiste maat kan moeilijk en kostbaar zijn. Er zijn nu tegel-wandspiegels in de haïidel en wel in drie ma ten: vijftien en half cm in het vierkant, dertig en een halve cm in het vierkant en een langwerpige spiegel-tegel van dertig en een halve cm bij vijftien en een kwart om. Zij zijn aan de achterkant van kleefstof voorzien waarvan u gebruik kunt maken door het beschermende papier te verwijderen. De tegels sluiten goed aan, zodat ze met elkaar één spiegelwand vormen. Ze zijn niet duur: ongeveer 1,50 voor de kleine en 4 voor de grootste tegels. Primeur het" afvalstoffetrbédrijf. De huisvrouw daar krijgt een stevi ge gele circulaire met antwoord kaart in de bus; „Geachte mevrouw, hiermede berichten wij u, dat u vanaf heden onze wagens niet meer in de stad zult horen; wij hebben nl. besloten het venten er geheel aan te geven. Enerzijds omdat ons bedrijf deze wijze van inza melen ontgroeid is, anderzijds ook omdat wij weten in de loop der jaren veel „overdag-sla- pers" te hebben gestoord. Wij zullen dat niet meer doen!" In het vervolg kun je hem bel len als er een partij is, maar ook een bestelkaart sturen. Uit de ken nisgeving springt één zin: „wij maken ook geen verschil meer in prijs tussen goederen, bezorgd aan ons bedrijf en afgehaald." Iets, wat u misschien niet wist,"'maar voor papier, bezorgd bij de opko per wordt meer betaald dan aan huis afgehaald. De haal-prijzen zijn nu verhoogd tot breng-prijzen. De firma Lok Zn. Vlaar- dingen betaalt voortaan die éne prijs, met dien verstande dat er bij afhalen 1 afhaalloon bere kend wordt, ongeacht de waarde van de goederen. Als er weinig aan te bieden is, maakt het veel uit. De firma heeft het goed be keken: zij koopt liever tweehon derd dan twintig kilo aan één Verscheidene verenigingen heb ben O.P.A. acties. Het afvalstof fenbédrijf wil OPA graag overeind houden doör particulieren een ont vangstbon te geven in plaats van geld. De schenkers leveren deze bon ter controle af bij hun ver eniging. De penningmeester ont vangt eens per maand een afreke ning: van mevrouw X 300 kg pa pier, van de heer IJ bezorgd 5 kg oud ijzer en 100 kg oud pa pier, van mevrouw Z. 30 kg lom pen en 80 kg oud papier. De ver eniging krijgt altijd een toeslag op het totaalbedrag van tien pro cent. Voor vele oud-papier-acties voorkomt dit een gesjouw van en naar depótadressen. Lawine Het bedrijf beschikt over een eigen vemietigingsinstallatie: gro te machines die het papier ver snipperen. Er is een omzet van twee miljoen kg papier per jaar, de vol-automatische installatie met transportbanden en elektri sche persen kunnen vijftien a twintig ton per dag verwerken. Hebben die slokoppen hun maal tijd verwerkt, dan gaat het per trailer naar de fabrieken toe. Het is papier en het wordt papier. Het lezen van reacties, op wat er alzo in deze rubriek aan me ningen is verschenen, vind ik altijd weer interessant. Als u er ook zo over denkt, hoef ik u niet eens uit te nodigen de vol gende brieven te gaan doorne men, want daar zitten heel wat reacties tussen. Bijvoorbeeld die van: Mevr. G. J. te 's-G., die eerst de alleenstaande lezeres uit D. een hart onder de riem wil steken en haar adviseert zich! eens in verbinding te stellen met b.v. de presidente van de plaatselijke Ned. Christen Vrou wenbond. „Als u lid wordt van die bond, dan zult u vast wel desnoods via de presidente in contact komen met andere alleenstaanden. Begin dan eens met een ander te vragen en als u ervaart voor anderen een ge zellige sfeer te kunnen scheppen, zal uw gevoel van eenzaamheid zeker verdwijnen", zo nodigt zij haar hartelijk uit. Inhakend op het meenemen van kinderen naar de kerk, vindt deze briefschrijfster, dat meis jes en jongens tot een jaar of twaalf veel beter op hun plaats zijn in een of meer aparte lo kalen, waar op kinderlijke wij ze uit de bijbel wordt verteld. Zingen en collecteren: het moet echt een kerk voor kinderen zijn (zoals in Israël, waar de kinde ren ook in aparte gebouwen gods dienst-onderricht krijgen) voegt zij er bij. Verder lees ik: „Wei nig voel ik ervoor om 's avonds weer naar de kerk te gaan, daar men dan het 's morgens gehoor de verdringt. Liever zou ik voor degene, die zulks wenst, 's avonds voor ouderen discus siegroepen willen instellen en voor jongeren actuele onderwer pen laten bespreken. Men zou dat in de kerkzalen kunnen doen. Daardoor zou er meer een on derlinge band komen en een uit wisseling van gedachten over het geloofsleven. Het moet toch te denken geven, dat de avond diensten zo slecht bezet zijn. Ik geloof, dat in deze onrustige tijd men het niet meer kan opbren gen om zich tweemaal per dag op een preek te concentreren. Ook is de zondag dikwijls de enige dag, waarop men wat meer lichaamsrust kan nemen. Voor de predikanten zou dan de zondag ook wat rustiger zijn. Zij behoeven dan slechts eenmaal te preken en kunnen dan op die dag zich ook iets meer aan hun gezin wijden", aldus deze reac tie. De bossen in Mevr. Van L. te 's G. haakt in met: „de rubriek zo lezend denk ik, wat zijn er toch nog veel goede, brave zondagsvier- ders en daar ben ik echt blij om. Toch geloof ik niet, dat men naast de kerkgang het verdere van de zondag moet doorbrengen met bijbelle zen enzovoorts. Het lijkt me te opgeschroefd, te gedwongen, mag men op de 'feesteliikste dag van de week a.u.b. een beet je blij zijn en rust hebben? Met dat blij zijn bedoel ik niet gaan dansen of zo, maar bijvoor beeld op een mooie zomerdag de 'bossen ingetrokken als alles nog stil is en dan niets dan de vogels om je heen. Kijk, dan rijst er bij mij een danklied op: „Op bergen en in dalen...." Mevr. A. K. te O. „Ik kan me best voorstellen ('k woon in een klein stadje) dat men 's zon dags de grote stad wil ont vluchten en naar 'bos of strand wil gaan als 't warm is. Maar dan de kerk niet vergeten en de dominee niet voor stoelen en banken laten staan." Is het dat Ingaand op de brief van me vrouw W. te W., waarin o.m.: „Lorren en bééééénen..., 'k geef vijf cente voor je lorre!" De schorre roep ging vergezeld van luid belgerinkel en je hoor de het alleen als je ziek was en van school thuis mocht blijven, 's morgens om tien uur onge veer. In het voorjaar hoorde je „móóie arebeie, zestien cente et pond", in het najaar klonk de roep: „Zéelandse mossele, al lemaal gróóóóte Zéelandse, al lemaal gróte!". Daar was het kleine grijze mannetje met de bakfiets, behangen met zelfge maakte pantoffels, zolen van oude fietsbanden. „Kope maar, 'k heb ze vanaf een kwartje het paar!" Nog later, tegen de jaar wisseling kwam een geheimzin nige kreet uit het donker; dan lag je al lang in bed: „Haze en konainevclle, konaineveile!" Bij de zomer hoorde het bedees de Chinese mannetje, dat zange rig zijn waar aanbood, die bun gelde op zijn buik in een oude blikken broodtrommel: „pinna pinna, lekka lekka". Of de kloe ke kerel met vervaarlijke snor; hij had een carrier vol glazen potten: ,,'k heb goudvis in akwa!" En laten we de ijsco man niet vergeten...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 17