De Schrift is in onze harten gestorven 1 Calvijn gaat weer Nederlands spreken" DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD (Van onze kerkredactie) NOG DIT JAAR verschij nen de eerste delen van de commentaar vara Calvyn op de Bgbel in een geheel nieuwe Nederlandse verta ling, waaraan een groot aan tal theologen meewerkt. Dit is het ambitieuze plan van een theologische student Overgave In zijn commentaar op de Psalmen 'begint Calvijn met een voorwoord waarin hij schriift: „Eerst was ik de bijgelovigheden van het paus dom zo hardnekkig toege daan, dat het niet gemakke lijk was, mij uit die diepe afgrond te trekken. Maar door een plotselinge bekering heeft God mijn hart, dat voor mijn leeftijd al te zeer ver hard was. tot gehoorzaam heid onderworpen. En toen ik aldus enige smaak in de ware vroomheid gekregen had, ontvlamde ik zo in ijver om daarin verder te komen, dat ik de andere studies wel iswaar niet terzijde schoof, maar mij daar toch met min der energie mee bezighield. Nog geen jaar was afgelopen of allen die begerig waren naar de zuivere leer, kwa men naar mij, de nieuweling beginneling, toe om van jn heeft in zijn leven een wonder ontdekt. Hij gebruikt dat woord wel niet, maar dat is toch de achtergrond van dit voorwoord. „Ik ontvlam de zo in ijver om verder te komen..." dat zijn woorden die wij in onze dagen niet zo erg vaak meer horen, ten zij bij jonge gelovigen die geen kerkelijke achtergrond hebben. Persoonlijk komen wij veel meer met C«hÜin den soms zo moeilijk vinden. Die zeggen dat de prediking hen vaak zo weinig boeit en Hoe komt dat toch, vragen de ze mensen soms. Zou het niet zijn dat het een uiting is van gebrek aan liefde, en misschien ook daarom wel gebrek aan overgave boeide haar in geen enkel op zicht. Halverwege legde ze het weg. Enkele jaren later verloofde ze zich met de schrijver. Plotseling kreeg het boek een geheel ander aanzien. In één adem las ze het uit. Het was de ontmoe ten liefde leeft altijd uit het „jawoord". Liefde moet steeds weer opnieuw onder woorden gebracht worden. Dat moet beginnen met wat Calvijn beleefde in zijn plot selinge bekering, waarin hij „ja" zei op Gods liefdeaan bod. Dat moet daarna tel kens weer herhaald en door onze daden bevestigd wor- Calvijn is dat moment van zijn eerste ja-woord nimmer meer vergeten. Hij kon daar steeds weer op terugzien en het weten: Toen werd mij Gods liefde duidelijk, en toen werd die liefde in mij ver vuld omdat die liefde mij overweldigde en ik voor Gods liefde boog om Hem mijn wederliefde te betuigen. Wij kunnen moeilijk verwach ten te „ontvlammen in ijver" voor Gods Woord en Gods zaak. als wij ons niet vereen zelvigd hebben met Zijn Woord en Zijn zaak door on ze overgave. (aan de Ryksuniversiteit te Utrecht) Sj. van der Zee, die inmiddels zover is dat de in tekenaars nog deze maand het eerste deel, de commen taar op de brief van Paulus aan de Romeinen zullen ont vangen. In tegenstelling met de Amerikaanse uitgave van Eerdmans in Grand Rapids, die 45 delen omvat, zal deze uitgave in ongeveer twintig delen verschenen. Drie a vier delera van ongeveer 400 pagi na's druk zullen per jaar worden uitgegeven. De eerste delen van deze nieu we uitgave verschijnen in het jaar waarin de vierhonderdste sterfdag van Johannes Calvijn wordt herdacht, die overleden is op 27 mei 1564. Niet ten on rechte wordt het werk dan ook een „jubileum-uitgave" ge noemd. De organisator, Sjoerd van der Zee, werd reeds jaren geleden tijdens een van de eerste colle ges van prof. dr. S. van der Linde gestimuleerd om tot dit werk te komen. Prof. Van der Linde sprak er toen zijn teleurstelling over uit dat calvinistisch Neder land er nog steeds niet in was geslaagd tot een nieuwe uitgave van deze commentaar te komen. De laatste delen verschenen omstreeks de eeuwwisseling. Toen gaf Kok in Kampen de Handelingen uit, Z als man in Kampen kwam met een harmo nie en verklaring van de eerste drie evangelieën, Ten Hoove in Utrecht gaf Johannes uit en twee verschillende werken van Calvijn over de Psalmen. K. Ie Cointre in Middelburg kwam met Gene sis in een vertaling van H. Ba- vinck en D. Donner in Leiden publiceerde de Zendbrieven. Van veel eenheid was er toen dus geen sprake. Later is er op het gebied van de exegetische wer ken van Calvijn niets meer ge beurd. Deze zijn nog slechts an tiquarisch te verkrijgen en dan zijn ze meestal duur. Plan Nog eenmaal is er in het ver leden een plan geweest om tot een- nieuwe uitgave te komen. De Amsterdamse uitgever Botten- burg bekend door zijn com mentaar maakte een begin. De brief aan de Romeinen was het laatste werk dat uitkwam, maar daar bleef het bij. Om standigheden maakten een voort zetting onmogelijk. Het zag er in 1955 niet naar uit dat Van der Zee veel succes zou hebben. Hij gaf zijn theolo gische studie op en vestigde zich als boekhandelaar in Harderwijk. Maar zijn nieuwe beroep deden hem zijn belangstelling voor een uitgave van de commentaar van Calvijn niet vergeten. En toen hij zich met behoudt van zijn boekenwinkel anderhalf jaar geleden weer aan het studeren zette (hij hoopt de komende zo mer zijn kandidaatsexamen te doen) dook het plan weer op en nam het vaste vormen aan. Cal vijn moest en zou er komen. staat te lezen wat Calvijn over bepaalde bijbelgedeelten heeft ge zegd. Juist in onze tijd is het goed ons weer opnieuw op deze theoloog te bezinnen. Daar komt bij dat de commen taar van Calvijn allerminst tech- nisch-theologisch is, zoals vele he dendaagse commentaren die de leek nauwelijks kan lezen. Cal vijn schrijft zo dat ieder er wat aan heeft. Hij is ook voor de mensen in de kerkbank leesbaar. Calvijn, die door dr. W. Nijen- huis in diens proefschrift „oecu- menicua" is genoemd heeft ook hen in onze oecumenische eeuw iets te zeggen. Van der Zee organiseert de uit gave, maar heeft een redactie ge vormd van bekende theologen die toezicht op de uitgave zullen uit oefenen. Daarin hebben zitting ge nomen (In alfabetische orde) prof. dr. J. N. Bakhuizen v. d. Brink (herv.) te Lelden, prof. dr. J. van Genderen (chrlst.-geref) te Apel doorn, prof. dr. G. P. van Itter- zon (herv.) te De Bilt, prof. dr. mSm der Linde (herv.) te nesis, de wetenschappelijke amb tenaar aan de V.U. dr. C. Augus tijn, de commentaar op Jozua. de vrijgemaakte gereformeerde pre dikant van Rotterdam drs. J. Fa- ber de Psalmen en drs. Ph. Roor- da te Dokkum Jesaja. De synoptische evangeliën wor den vertaald door ds. A. Schip pers, verder werken nog mee dr. C. Graafland, drs. C. G. Baart en dr. H. M. Mulder. Onverkort Urgent Van der Zee is van oordeel dat deze uitgave theologisch ge sproken urgent is. We noemen ons calvinisten, maar de gemid delde predikant, en zeker het ge wone gemeentelid zijn niet in R. Schippers (geref.) te Amster dam en prof C .Veenhof (geref. vrijgemaakt) te Kampen. Een groot aantal werken van Calvijn wordt op het ogenblik ver taald door dr. H. Schroten, her vormd predikant van Rotterdam, die reeds enige jaren bezig was. Hij zal onder meer commentaren op Colossenzen, Thessalonicenzen, Timotheus, Titus, Filemon, He breeën, Jacobus, Petrus, Johan nes en Judas vertalen. Verschei dene boeken zijn reeds klaar. De hervormde predikant van Zegveld, drs. I. Kok, vertaalt Ge- De heer Van der Zee weet nog niet wat hij zal doen met de ge schriften van Calvijn over Deu- teronomium. Job en SamueL Cal vijn heeft nimmer werken in commentaarvorm gepubliceerd over deze bijbelboeken, maar wel series preken, die evenwel zo breedvoerig zijn, dat zij vele de len in beslag zullen nemen. Het is mogelijk dat deze echter in een verkorte uitgave zullen verschij nen. Het commentaar van Calvijn komt echter volkomen onverkort uit. In de afgelopen weken zijn de eerste folders uitgegaan naar de predikanten. Reeds nu heeft de heer Van der Zee een verblij dend aantal reacties ontvangen, zozeer zelfs dat hij er zeker van is dat de zinsnede uit zijn folder dat de serie „bij voldoende deel name" zal verschijnen geschrapt kan worden. Al zijn alle proble men nog lang niet opgelost de se rie komt er met drie a vier de len per jaar. Het zal dus ongeveer vijf jaar duren eer deze compleet is. Prijs per deel bij intekening is vastgesteld op 24.50, afzon derlijke delen zullen 29.50 kosten. De heer Van der Zee is gevestigd Barnsteenlaan 411 te Utrecht. ^•katholieke St. Lambertuskerk te Eindhoven is de grote schoonmaak vroeg begonnen. Maar wel, want door een defect van de oliestookinrichting van de centrale verwarming was de kerk 1 de stenen plavuizen tot de dakgewelven toe onder een dikke vette JOODS THEOLOOG A. J. HESCHEL „Avondzon" Een nog slechts pas in het ambt gestelde jonge dominee heeft voor het eerst een dienst in een bejaar dentehuis te vervullen. Moeilijke opgave. Vindt hijzelf ook. Preken voor bejaarden is geen eenvoudig werk en zeker niet voor een jonge pastor. Na afloop van de dienst is er niemand die op zijn preek rea geert. Men zwijgt. Hij wordt er nerveus van. Wil toch graag weten boe men hem heeft beoordeeld. Hij waagt het er maar op, klampt heel willekeurig één van de mensen aan en vraagt op hoop van zegen naar zijn mening. Volgt een moment van pijnlijke stilte. Dan komt het ant woord, mild ironisch met een tikje humor besprenkeld, vleiend voor onze predikant in kwestie, maar in het algemeen „raak": „Het was zo wel goed, dominee, U heeft ten minste het woord „avondzon" niet gebruikt." DIAKONIA nagog* zich bezig met haarklove rijen. Zo typeerde dezer dagen een rabbi de huidige geestelijke si tuatie. De bekende Amerikaans- Joodse theoloog Abraham Joshua Heschel schreef in het blad „Christian Century" over de mo gelijkheid van een nieuwe pro testantse reformatie. Het gehele nummer van dit blad was gewijd aan dc vraag of het protestantis me zich nog wel kan hervormen. Er staan 3 artikelen in, een van de hand van Bernard Eugene Me iand, een presbyteriaanse theo loog, een van Reinhold Niebuhr en he) meest opmerkelijke van de Jood Heschel. Naar diens me ning lieeft onze tijd niet in de eerste plaats behoefte aan het „priesterschap van- alle gelovi gen", maar veel meer aan het „profetenschap van alle gelovi gen." Over de bijbel schreef hij: „In onze moderne tijd zijn wij ge neigd de Geest overal te zoeken behalve in de woorden van de Hebreeuwse bijbel. Er is geen re- ligio ex nihilo, geen uiteindelijk begin. Ei is geen wetenschap zonder hypothese en geen religie zonder vooronderstellingen. Jood en christen zullen in de eerste plaats moeten bepalen of zij be trokken willen zijn op de He breeuwss bijbel of niet. De toe komst van de westerse wereld hangt af van de wijze waarop wij om gaar. met de Hebreeuwse bij bel. De wijze waarop het chris tendom zich identificeert met de Hebreeuwse bijbel is het bewijs van zijn authenticiteit, evenals dat het bewijs is voor de Jood se authenticiteit. De afwezigheid van zulk een identificatie vormt het hart van de malaise van het hedendaagse protestantisme. Scepticisme De hedendaagse bijbelgeleerde legt in zijn bestudering van de bijbel z:jn gehele persoonlijkheid, zijn steeds groeiende kennis van het Midden-Oosten, zijn analyti sche geven, zijn historisch ge voel, zijn eerlijke overgave aan dc waarheid, maar ook zijn aan geboren scepticisme, waar het gaat om bijbelse eisen en de tra ditie. Het gevolg is dat we zo veel te zeggen hebben over de bijbel, dat we niet langer in staat zijn om te luisteren naar wat de bij bel over ons te vertellen heeft. wij hebben de bijbel niet lief; we hebben onze eigen kritische gaven lief en onze theorieën over de bijbel. Een intellectueel nar cisme (ziekelijke liefde voor zich zelf) is een ziekte waarvoor som migen van ons niet altijd im muun zijn. Het besef van het mysterie en de transcendentie van wat in de bijbel aaar voren komt gaat verloren in het proces van De belangrijkste vooronderstel ling waarvan het moderne protes tantse bijbelonderzoek uitgaat, en dat een enorme bijdrage heeft ge leverd aan ons historisch en theo logisch inzicht, is dat we de bij bel moeten bestuderen als ieder ander boek objectief en vrij blijvend. Objectiviteit zit echter vol dubbelzinnigheid. Niet gelijk Mijn moeder is en is niet ge lijk aan iedere andere moeder en de bijbel is en is niet gelijk aan ieder ander boek voor mij. Een pianist moet musicologie stude ren, rnaai hij moet een kunste naar blijven De woorden van de bijbel zijn niet van papier. Om ze te leren kennen, moet ik ze aan mijn .ooraee". onderwerpen: om ze te begrijpen moet ik me onder hun ocraeel stellen. De Hebreeuwse bijbel wordt in preken geciteerd, maar is in de geest afwezig. Zijn intellectuele beteken's wordt niet aangevoeld. Zijp denkwijze beïnvloedt de mo derne mens niet en blijft, naar het me toeschijnt, buiten de in tellectuele notie van vele heden daagse theologen. Vervreemding Wij moeten een diepgaande ver vreemding van de bijbel onder ogen zien. De profetische catego rieën zijn onbekend en vreemd ge worden. Om te geloven hebben we God, een ziel en het Woord nodig. Omdat velen de bijbel ver worpen hebben als een papieren paus, is de bijbel verworden tot een slechte verzameling gegevens op een massa papier. De bijbel is heiligheid in woor den. Hoe kunnen wij die heilig heid vasthouden in onze kritische studies; hoe kunnen we tot een inzicht komen dat het gezag van de bijbel niet alleen maar geba seerd is op filologische of chrono logische gegevens? Veel belang rijker dan de dogmatische poging om datum van ontstaan en de na men van de schrijvers van bij belboeken vast te stellen, is de openheid ten opzichte van de te genwoordigheid van God in de bijbel. Zulk een openheid is niet vanzelfsprekend. Zij is de vrucht van ingespannen werk, voortdu rend er mee bezig zijn, van een zich betrokken weten; zij is de vrucht van gebed, zoeken en verlangen. Waar en hoe wordt de moder ne mens geholpen en geleid om dit vandaag te zoeken? Het Woord is nog steeds bij ons. De Schrift mag dan in onze harten gestor ven zijn. Het wonder van de op standing is nog altijd mogelijk. Het was in Cairo te mooi om waar te zijn - Binnens kamers harde woorden - Naar buiten een demon stratie van eenheid - Wie haalt de kastanjes uit het vuurr TN Cairo zün deze weck vogels J van diverse pluimage bij een geweest. Mensen van wie bekend is, dat xij elkaar niet verder vertrouwen dan zij el kaar zien, omarmden elkaar, alsof er nooit iets tussen hen was geweest. Koning Hoessein van Jordanië en koning Ibn Saoed van Saoedi-Arabië ver keerden op goede voet met pre sident Salal van Jemen, terwijl zij met wapens en allerlei ande re middelen de verdreven imam van dit land steunen in diens strijd tegen Salal. Zij rookten ook de vredespijp met president Nasser van Egypte, terwijl zij zich er van bewust waren, dat deze nog steeds tracht, bun po sitie te ondermijnen. Koning Hassan van Marokko liet zich fotograferen met zijn Algerijn se en Egyptische collega's, hoe wel hij weet. dat deze heren langs de grens van Marokko iets in hun schild voeren. De verte genwoordigers van Syrië en Irak voegden zich broederlijk bij dit derven. Want de bijeenkomst moest naar buiten althans een succes worden. Een demon stratie van eensgezindheid was onder de huidige omstandighe den het enige, wat de Arabieren zonder risico te lopen tegenover de Israëlische Jordaanplannen konden stellen. Conflict Overigens schijnt het binnens kamers toch wel tot botsingen te zijn gekomen. Zo heeft het Egyptische blad Al Achram uit de school geklapt, dat gene- raal-majoor Amin el Hafez van Syrië tijdens de besprekingen gezelschap en deden het voorko men. alsof er geen vuiltje aan de Arabische lucht was. Casus belli Het leek te mooi om waar zijn. Vanwaar plotseling die eensgezindheid, deze schijn-een- heid? Want niemand gelooft, dat dq meningsverschillen in de Arabische wereld nu echt zijn bijgelegd. We hebben hier te ma ken met een demonstratie, met vlagvertoon. De Arabische lei ders en met name president Nas- onmiddellijke aanleiding tot oor log, zou worden beschouwd. Maar over de militaire maatre gelen, die in dat geval genomen zouden moeten worden, was men blijkbaar nog niet akkoord. t;: -ij kwamen koning Hoessein werden geconfronteerd met het plan van Israël, Jordaanwater. om te lei den, zodat het gebruikt kan den voor bevloeiing van de dor re Negebwoestijn - een plan. dat binnen afzienbare tijd zal wor den uitgevoerd. Er moest iets ge daan worden. Men was het er in de Arabi sche wereld wel over eens. dat uitvoering van het Israëlische plan als een „casus belli", een Nasser kreeg de indruk, dat men hem voor alles wilde laten opdraaien en kaatste de bal te rug. Hij nodigde alle Arabische leiders uit om in Cairo deze zaak te komen bespreken. Hij wist van tevoren, dat hij succes zou hebben, want nu het om een eventuele actie tegen staatsvij and no. 1 Israël ging. kon nie mand zich veroorloven, weg te blijven. En zo kwamen zij van heinde en ver: uit Irak en Sy rië. Jordanië en Saoedi-Arabië. e en Marokko, geten uit Jemen. Iedereen zette zijn beste been tje voor en niemand peinsde er over de goede stemming te be geklaagd over een superio- itsgevoel misnoegen over geuit, 3at Egyp te aan anderen zijn „bescher ming" wilde opleggen. Blijkbaar heeft Nasser geprobeerd. de Syrische delegatie in een hoek te dringen, omdat zij totdusver de voornaamste sta-in-de-weg is geweest voor de expansie plannen van de Egyptische pre sident. Uit het bericht in Al Achram zou men kunnen opmaken, dat de Syrische leider op de aanval van Nasser heeft gereageerd met het verwijt, dat de Egyp tische president niets tegen Israël durft te ondernemen. Er was al genoeg gepraat. Nu moest het maar eens tot daden komen, aldus Hafez, voordat hij door Nasser werd onderbroken. Mislukt Een ander veelzeggend ver schijnsel is de nationaliteit van de opperbevelhebber van het ge meenschappelijke commando over de Arabische legers, die wentueel tegen Israël zullen ope reren. Al Achram. dat blijkbaar over uitstekende inlichtingen be schikt, meldt dat overeenstem ming werd bereikt over het aan wijzen van een Egyptische op perbevelhebber. Het blad zegt er echter bij, dat Egypte er op had gestaan, dat een Iraakse officier op deze post zou wor den benoemd, maar dat de ge hele conferentie er op bleef staan, dat een Egyptenaar zou worden aangewezen. Als men niet beter weet, krijgt men uit dit bericht de indruk, dat Egyp te echt niet heeft gesolliciteerd naar dat baantje, maar dat de andere landen persé wilden, dat Nasser een van zijn officieren zou benoemen. In werkelijkheid is het zo, dat Nasser geprobeerd heeft, een van de andere landen voor de verantwoordelijkheid voor het gemeenschappelijke commando te laten opdraaien, maar dat de ze poging jammerlijk is mislukt. Vluchtelingen Opvallend is ook de gedachte van een „Palestijns bevrijdings leger". waarmee in Cairo wordt gespeeld. Het is niet bekend, welke positie dit nog op te rich ten leger inneemt met betrek king tot het gemeenschappelijke commando, dat door de Arabi sche landen zal worden ge vormd. Het moet worden samen gesteld uit „Palestijnen". waar onder men waarschijnlijk ver staat de Arabieren, die vroeger Koning Hoessein van Jordanië met president Salal van Jemen (rechts). hebben geleefd in het gebied, dat thans het grondgebied van de staat Israël is. Dat zijn de Palestijnse vluchtelingen, die in de tot Egypte behorende Gaza- strook, maar voornamelijk in het door Jordanië bezette deel van he^ vroegere Palestina „ver- Deze mensen weigeren (met instemming van de Arabische leiders) „elders" een bestaan te zoeken met financiële hulp van Israël en de Ver. Staten (via de Ver. Naties. Zij hebben al leen geleerd, Israël te haten en wachten werkeloos af, totdat zij naar hun woonsteden kunneu te rugkeren, als de Joodse staat vernietigd is. Jordanië De mogelijkheid bestaat, dat de oprichting van dit bevrij dingsleger een poging is om vooral Jordanië de kastanjes uit het Israëlische vuur te laten ha len. Dit land heeft het meeste belang bij het verijdelen van de Israëlische plannen, grote hoe veelheden water aan de Jordaan tc onttrekken. Want zuidelijk van het punt, waar Israël kana len heeft laten graven om het water naar de Negeb te voeren, loopt de Jordaan dwars door Jordanië, dat voor de verdeling van Palestina Transjordanië heette, omdat het toen alleen nog maar aan „gene zijde van de rivier" was gelegen. Bovendien is het niet uitgeslo ten, dat verschillende Arabische landen, die niet rechtstreeks bij iet Jordaanwater-probieem be trokken zijn, pogingen i.i het werk zullen stellen, het Pales tijnse bevrijdingsleger (met steun van het Jordaanse leger) als het er op aan komt de spits te laten afbijten. En het is dan ook de vraag, of koning Hoes sein zich bij zijn vertrek uit Cairo erg gelukkig heeft ge- Spanning Hoe dan ook, in het Midden oosten is een nieuwe periode van grote spanning aangebroken. Is raël is vastbesloten, de kanalen, die het voor de omleiding van net Jordaanwater heeft doen graven, op het vastgestelde tijd stip te gaan gebruiken. De Ara- >ische leiders beseffen, dat dit ook inderdaad zal gaan gebeu ren en zij hebben nu laten we ten, dat zij de Israëlische plan nen zullen verijdelen. Een de monstratie als waarvan we deze veek in Cairo getuigen zijn ge weest zal echter niet voldoende zijn. Een Arabisch ingrijpen be tekent oorlog en een oorlog te gen Israël houdt voor de Arabi sche landen nog steeds het ge vaar van zelfvernietiging in. Het is dan ook nu weer de vraag, of de Arabische soep zo heet zal worden gegeten, als zij wordt op gediend. AJ Achram, dat we al enkele malen hebben geciteerd, maakte ook melding van een Arabisch tegenproject voor om legging van de Jordaan. Dit is tekenend voor de situa tie. De Israëlische plannen moe ten binnen enkele maanden wor den uitgevoerd. Een Arabisch tegenprojekt wodt nog een kwes tie van jaren en houdt dus de erkenning in, dat men zich neer legt bij het project van de te genstander... Of is het een rook gordijn? Student organiseert uitgave van commentaar ZATERDAG 18 JANUARI 1*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1964 | | pagina 14