ÜLLEEN IN DECEMBER feestvieren /Cujk. hcni's STEMMING 'Ruimte voor ons. r~- OP DE SOKKEL VAN EEN TOREN met de zee voor C. JAZZ-POETRY ^oe weeó gezellig ZATERDAG 14 DECEMBER 19SS MN PAGINA VOO* DE JCUOD, SAMCNOftTHD DOO* EEN JONGMENSEDAKTIE t'- Mijn voeten zijn koud maar zo gevoelloos geworden dat ze niet meer vermoeid kunnen raken. Als een kind zonder enig coördinatievermogen heb ik gedwaald door de Araten waar licht straalde, terwijl de tijd niet langer een begrip voor me was waar tJc de hele dag rekening mee had moeten houden. Als een kind, betoverd door de duizenden schitteringen, in de ban van een sprookje. Het neonlicht in de vriendelijke etalages is iveerkaatst geweest in mijn ogen en op een keer zag ik mijzelf in een spiegelruit en mijn gezicht was zo verrukt-naief, dat ik me ver baasd afvroeg, waarom? Ik heb gelopen en gelopen, zo maar, latvgs de droom wereld achter glas; de meeste mensen hadden de gordijnen open en ik. zag ze zitten, met zn zessen of met z'n tweeën en soms óók alleen: maar de haard vlamde en de televisie stond aan. Toch kan ik gelukkig zijn met mezelf zolang de lichten branden. Dan is die wereld van luxe en comfort en warmte van mij; de muziek uit de juke-box is voor mij en de glimlach om de mond van de on bekende is voor mij Vanavond ben ik niet eenzaam, ik probeer dit gevoel niet te verklaren; ik hoop alleen dat ik het kan meenemen tot in de kale donkere muffe zolderkamer. J ANNIE DE KWAASTENIET Zo kan december zjjn Anders ook. Voor jou, maar eveneens voor Rolf Hoek stra, Marianne van Raay, Tjit Reinsma, Han de Groot, Tom van Deel, Harry van den Bouwhuysen en Kees van Alderwegen. die er op deze pagina over schreven. Bij wat xjj zeggen en menen maakten Robert Collette en Fred van der Poel foto's. Verder op deze .Ruimte" onze kritische rubriek, geschreven door Tom van Deel. (FRAGMENT) Het was zomer. Juni. De zee lag vol met mensen, en ook het strand. Je sloeg met je voeten in het zand en je woelde met de handen. Ik lag naast je en steun de op een elleboog. Toe. ga uit mijn zon zei je. Je veegde je handen aan de benen schoon. Ik liet mijn scha duw op" je spelen. Argwanend keek je langs mij. zoekend naar de zon. Je krijgt sproeten zei ik. Je zit onder, je wordt le lijk. Daar en daar en daar. Ik wees ze aan en veegde het zand van je lippen. Ik fluister de iets in je oor. Je lachte. Het was herfst. September. De zee lag leeg en het strand. Er waren vogels. Zwart hurkten zij in het natte zand. Je droeg een lange broek en je zag er weer anders charmant uit. Een scoo ter reed eenzame rondjes aan de vloedlijn. We keken ernaar. De horizon was zwaar van regen. Er dreef wat licht boven wolken. Je zei het tegen mij. Je wees Ik keek naar jou, want ik za. de je december. We liepen naar het einde van de boulevard. Het was heel vroeg in de mor gen, want we kwamen van een late verjaardag. Je had wat wijn gedronken. Je zei: Ik heb' de zon gedronken Daarom wilde je de zon zien opkomen. Voor onze voeten sloeg de ruim te naar het strand open. We ble ven staan. Het licht van de vuur toren sneed de schemering in grijze vlakken. Met het bruisen van de zee was dat het enige wat bewoog. Vorig jaar was de zee bevroren zei je. Er was geen branding meer. Het was een dode zee en ook zo stil Over het water keken we. want daar moest de zon opko men. Ben je bang voor deze donkere dagen? vroeg je. Ik heb de eerste auto's met spar- rebomen al gezien. De sfeer- scheppers. De pakhuizen barsten van en gelenhaar. De winkels zijn vol van maria en het kindje. Ik moest lachten. En je keek Toen werd het langzaam licht, ook aan de horizon. De ochtend- schaduwen vervloeiden, maar er was geen zon. Je draaide je ge zicht naar mij toe. Je haalde de schuifspeld uit je haar en schoof hem op de rever van mijn jas. Ik streek de haren voor je ogen weg, zoals altijd. Je zei: geen zon vandaag en je lachte half. Toen we ons om draaiden ojn terug te gaan, toén zagen we onze dwaasheid. We zagen. Want achter de eerste da ken. op de sokkel van een kerk toren, brandde de zon enorm en rood. Er was veel stilte in ons. Over twee weken wordt Chris tus geboren zei je. Weet je het nog? Het klonk als een won- ROLF HOEKSTRA Druppels op mijn raam De hicht is donker. Bomen buigen voor mijn raam. gen meeuw vliegt langs. Er komen druppels op mijn raam. Wanneer je hier niet meer zult zijn, dan sta ik voor mijn raam. Een meeuw vliegt langs. Er komen druppels op mijn raam. TOM VAN DEEL December '62. Over het psd met de berijpte bomen loop ik verder. Aan het eind ligt de see, die uit loopt in een grijxe nevel. Het land, dat 's corners de duizenden vertier schenkt, Is nu door hen in de steek gelaten. In knus ver lichte huiskamers geven zij mich gezelligheid-verschaf fende spelen. Ken nen zij niet de be levenis alleen te zijn met de zee, de lucht? Zijn zij bang alleen te zijn met zichzelf of ben ik het, die vlucht (trachtend mezelf te verliezen in de natuur en niet te denken onder een mom van een klui zenaarschap, dat onoprecht Is op af stand kan ik lief hebben, maar zo dra hij als een con creet begrip tegen over mij staat, aar zel ik en tracht ik te vluchten in een wereld, waarin de mens bestaat als van ik niet kan ge loven. dat hij naast God ook duivel is. En ik klamp mij vast aan de mythe van het paradijs. zonder te willen erkennen, dat de zondeval het diepste wezen van de mens heeft aangetast Nu is er alleen de zee nog. De lucht is strak grijs. Straks zal al les wit zijn. Alleen de zee blijft Misschien zou ik van een meis je kunnen houden. Even maar. Eeuwige liefde is een grap. Door de triviliteit van het dagelijks be staan verslijt zij tot een weder zijdse genegenheid, die niets meer met liefde te maken heeft, want na de morgen komt de avond, de middag gaat ongemerkt voorbij. Maar mogelijk ben ik teveel ego ist om ook liefde te willen ge ven, al vermoed ik, dat juist dat de essentie ervan is. Iemand te hebben, op wie je de gevoelens, die je dat, wat je als mensheid omschrijft, toedraagt kunt projec teren, iemand, die je weer nieu we idealen kan schenken en voor wie je een stukje van je onafhan kelijkheid wilt prijsgeven. Want al heb je deze met veel moeite bevochten, zij blijkt niet helemaal te voldoen (vrijheid is waardevol, zolang je er voor kunt vechten). Misschien moet je wel een beetje Het dakraam. Schuin naar be- neden de grijze dakpannen, onre gelmatig als een schubbenpantser. Het water in de goot is bevro ren. Aan de afvoerpijp kleven kleine ijstorens. Aan de overkant is de lucht boven de huizen fel geel. De boom in de voortuin raakt met zijn vingertoppen bij na de onderkant van het raam. Van de straat komt geen geluid omhoog; hij is uitgestorven, hoe wel het middag is. Als ik het warenhuis verlaat is het plotseling donker geworden. Boven de straat zweven grote luchters met elektrische kaarsen. De vuile sneeuw op straat wordt in de etalage van het warenhuis maksimaal wit. Overal zijn in de restaurants tafels gedekt. „Kerst diner voor 25 gulden" „Intieme sfeer" De tekst is van gouden letters. Erboven hangen twee klokken aan een rood lint. Witte kaarsen in zilver glimmende kan delaar. Kristallen glazen m een rij. Mijn schaduw loopt dwars door de tafels heen. Het is koud. Ik sluit het raam. Het knarst; er zit ijs tussen de scharnieren. De trap kraakt. De planken in de gang kraken. Ze kraken alleen 's nachts en wan neer er niemand thuis is. In de hoek van de kamer staat een klei ne den. Tussen de takken hangen paarse en groene ballen. De kleur trekt een mespunt door mijn ogen. Vader zegt: „Zilver is r De tafels in de restaurants zijn gedekt. Witte kaarsen in zilver- glimmende kandelaars. Kristallen glazen op een rij. Achter glas speelt een orkest. Ik kan de mu ziek heel in de verte horen. Mijn schaduw loopt dwars door de ta fcis heen. Het rge stemd worden. In de hoek staat een kleine den. Als de kamer don ker is beginnen de elektrische kaarsen te branden. Tussen de takken grijnzen veel te bolle kerstfeest kan er hier geen rrdtf® zijn. Geef hier dat ding." Ge kraak van openbrekende schalen. Als we de steen optillen is er van de kever niets meer over. „Laten we er nog één zoeken", zegt Emiel, „ik vind het zo'n leuk ge luid". Moedr steekt een lucifer >n een halve notedop. „Zo kan je bootjes maken", zegt ze. Wanneer ze de lucifer loslaat, valt hij. De piano slaat met een klap dicht. In de hoek van de kamer staat een kleine den. De trap kraakt. De planken in de gang kraken. Boven op de overloop ligt een pak Goudse kaarsen. Hoe komt dat daar? Vanavond zal moeder ze zoeken. Daarom neem ik ze mee naar beneden, en steek ze vast in de plastik kaarsenstan» daards. Morgen op het feest heb« ben we ze nodig. gen dode vliegjes in, balletjes met verdroogde vleugels. De spin zit roerloos schuin bovenin. Ik durf 'WVWWWWVWWWWVWVWWVWWWVVWVVWW sterven i l te leven. Ik keer mij om en loop terug. De zee blijft alleen, blijft ruisen. Ik trek de shawl wat strakker om mijn nek. Dadelijk maar ergens ziek. We zijn tenslotte gezellig- heidsdieren. De mens kan zonder de ander niet leven, zeggen ze. Liefde, de grond van het bestaan. Kan zijn. Voorlopig rommelen we maar wat verder. KEES VAN ALDERWEGEN en HANS KREUZEN (In verband met een ons ter ore gekomen poging van Hans Kramen (welbekend als voorma lig redakUe-lid van deze pagi na) tot jazz-poetrv, zijn we gaan luisteren in „De Groene Kalebas te Amsterdam, waar alle» ge beuren zou.) Wat in Amerika al haast tra ditie is. moet hier nog moeizaam een plaats veroveren. Zo ook de z.g. jazz-poetry. Tot voor kort slechts een begrip voor ijverige lezers der Beatnik-literatuur, nu een levende werkelijkheid voor iedereen, die de moeite neemt te Amsterdam, Sheherezade te bezoeken. Daar kan. men Vinken oog, Campert, Lehmann en an deren. in meer of minder ge slaagde aktie zien. Het verschijnsel jazz-poetry Iaat zich niet moeilijk begrijpen. Veel momentele poëzie is al of niet duidelijk zichtbaar of hoor baar geïnspireerd op de jazz, zodat een combinatie van beide kunstuitingen voor de hand ligt Duidelijk zichtbaar én hoorbaar b.v. in Remco Campert's gedicht ..In a mist" (Bij Hoog en bij Laag». In een radio-uitzending van enkele jaren geleden heeft Ramses Shaffy o.a. dit gedicht gesproken met jazz-begeleiding. Deze poging tot jazz-poetry, die ik toen nog niet als zodanig her kende. heeft, alhoewel hij bijzon der indrukwekkend was, weinig aandacht getrokken. Het grote voordeel van de Jazz-poetry is. dat èn de poëzie én de jazz meer ruimte krijgen. Deze toevoeging heeft bij wel slagen een enorm effekt. De woorden zingen zich allerminst los van hun betekenissen, maar worden gesteund en levendiger door de passende muziek. En de muziek wordt opgenomen in één geheel, waarvan men nauwelijks nog kan zeggen dat zij er deel van uitmaakt. Maar dit is theo rie. zal men zeggen en dat is vaak ook zo. Praktisch komt het zelden tot zo een hogere een heid. En wel om verschillende redenen: de dichter heeft zijn verzen niet geschreven voor jazz-poetry; de jazz houdt geen kontakt met de tekst, óf omdat de voorbereiding te gering was. óf omdat men geen jazz kan spelen, óf omdat de voorlezer ongeschikt is" qua stemgeluid. Van de laatste is een gedeelte uit zijn i bekende vers over ..Mexico City Blues" illustra tief; Charlie Parker looked like Buddha Charlie Parker who recentley died laughing at a jugler on T.V. after weeks of stain and sickness was called the Perfect Musician and his expression on his face was as calm beautiful and profound as the image of the Buddha represented in the East the lidded eyes the expression that says: all is well Pilsje Ten voile Toen, twee maanden geleden, de Amerikaanse beatnik-dichter Ted Joans te Amsterdam „blowed" his poems", kon men getuige zijn van een zeldzame kombinatie van jazz en poetry, die de naam jazz-poetry ten vol le verdiende. In „De Groene Kalebas" heb ik de laatste avond van zijn optreden bijge woond. De voordracht was rit misch, was dan snel dan lang- zaam-slepend, soms schreeu wend, soms fluisterend, maar volkomen in relatie tot de tekst; de begeleiding was over het algemeen zeer goed. Amerika bezit trouwens enke le uitstekende dichters, die zich veel met jazz-poetry bezighou den, o.a. Kenneth Patchen. Al len Ginsberg en Jack Kerouac. Maar kijk nou es. Hans Kreu- zen heeft in november jazz-poe try gelezen in ,,De Groene Ka lebas". Hij stond onder het la ge plafond van de jazz-kelder en las enkele gedichten, met Louis van Dijk aan de piano. Maar of het nu lag aan de vrijdag. Hans Kreuzen is er niet in g< slaagd mij te geloven dat hier sprake was van jazz-poetry. Al titelde hij een gedicht ..Amster dam Blues" en zegt hij in een ander ..T t Joans sang to me good luck", met Louis van Dijk is het geen jazz-poetry gewor den. De piano speelde wat in het zeer wilde weg en Hans Kreu zen zei zijn verzen monotoon op. Dit kan nog indrukwekkend zijn. ik geef het toe. maar wan neer de syntese tussen woord en muziek niet tot stand komt. is alles mislukt. Er ging dan ook een duidelijk teleurgestelde Hans Kreuzen een pilsje drin- Vooral de, onredelijke, verge lijking met Ted Joans stelde helder in het daglicht dat Hans iets te voorbarig was geweest. De voorbereiding deugde beslist niet. Vooral Louis van Dijk moet niet denken, dat hij plot seling alles kan. en zeker niet in zijn eentje poëzie begeleiden. Dit alles wil niets lelijks zeg gen nóch van het pianospel van Louis van Dijk, nóch van de poëzie van Hans Kreuzen. De eerste heb ik met zijn combo gehoord in magistrale num mers. En Hans Kreuzen kan het toch echt wel. daar durft nie mand aan te twijfelen als hij dit beweegt mij vormt de figuren van meisjes die ik ontmoet zet mensen en machines in beweging ontstelt zijn gebruiker geeft een reden tot leven een der velen dat is poezie wie leeft zonder ster? de warmte van een tegenlichaam? wie spreekt zichzelf zonder poezie is een stem is de ander Het mislukken van de lezing is voor mij geen enkel belang. Ik geloof Hans Kreuzen als hij "maar poezie beweegt mij En daar staat toch niet: jazz P°eZie' TOM VAN DEEL Zojuist had ik een gedachte. O ja. ik herinner 't mij: ik heb de keuze tussen een opgewekte en een sombere stemming. Ik kijk op mijn horloge. Is het de moeite nog voor opgewektheid? Het is tien over tien. Vanmorgen ben ik lang ik mijn bed blijven liggen. De bloemen op de ramen schrik ken af. Toen ben ik traag opge staan en heb ontbijt en middag maal gecombineerd. Vanmiddag liep ik wat in de stad rond. Er speelde een draaiorgel (Vrede op aarde; het geluid van de trom melstokken leek net op zacht geweervuur). De klanken waren even helder als de vrieshemel. Ik gaf de orgelman geld, omdat het koud was. Hij had geen hand schoenen aan. Ik heb ergens wijn gekocht. Thuis las ik de Kerst kranten met verhalen en alles compleet. De kerstpuzzel was wel wat groot Daarna zette ik de ra dio aan, die onmiddellijk reageer de met een kerstprogramma. Ook op andere stations knisperde het overal van gezelligheid. Iedereen is blij en warm en weldoorvoed. De kachels, kaarsen, alles brandt. En kijk 's aan; het sneeuwt al een uur. Het weer is de dromers welgezind. Ik drink mijn wijn en begin aan meer literaire kerstver halen. Elf uur. De wijn is op. Ik wandel de kamer rond en onder druk de opwelling naar bed te gaan. Want ik amuseer me best. De sneeuw ligt al flink dik. Ik ga een wandelingetje maken. Het is heerlijk buiten. De zee maakt een geluid of er duizenden men sen aan het schaatsen zijn. Langs een heilinkje glij ik omlaag. Dat bevalt goed. Ik maak een spiegel gladde glijbaan: een hele tijd ver maak ik me daarmee, terwijl ik het warm krijg. Ik volg mijn eigen spoor terug naar huis. De wekker staat stil op twaalf uur. Het sneeuwt nog steeds, maar ik vind het niet mooi meer en probeer zonder zelf verwijten in slaap te vallen. TJIT REINSMA ademen. Het web mag niet scheuren. Het Laudate Dominum van Mo zart. Drie maal. Vier maal. In vredesnaam: laat hij Iets anders opzetten. Zulke muziek speel je op een kerkhof. „Het geeft zo'n kerstsfeer", zegt vader. Iemand zucht. Ik kan niet zien wie. Tegen het donker in de kamer steken sle'chfsspookachtige gezichten af. Het ruikt sterk naar dennen. De laag rottende bladeren buigt door onder onze voeten. Af cn toe kraakt een tak. 's Avonds lopen hier vossen. Het donker kruipt in slierten tussen de stammen door. God, laat alstublieft mij een vos zien. Plotseling blijft Emiel staan. Hij zegt: „Zo ruikt kerstfeest". Ik verlang ergens naar, maar weet niet wat het is. Ik zie geen vos. ..Wonderlijk", zegt vader, „dat een grammofoonplaat zo'n sfeer weet op te roepen." Stilte. Dan andere muziek. Daarna de noten: twee schalen vol. Een paar rollen op de grond. „Hola", zegt moe der, „daar horen jullie niet". Kranten uitgespreid over de ta fel. Een schreeuwende man kijkt me angstig aan. Hij staat met de armen geheven tegen een muur. De tekst onder de foto is schuin afgescheurd. De zilveren noten- Kerstmis is een moeilijk feest. Het heeft iets roman tisch met de overvolle kerst nachtdiensten; alle mensen die anders nooit komen, wil len nu zingen van vrede op aarde, de plezierige geur van dennegroen op straat en later ttyuis, het zachte licht van kaarsen en de verhalen over een Kind. Het heeft ook iets burger lijks met advertenties over kal koenen tegen lage prijzen, bak- geuren, prikkelbare moeders als het allemaal niet wil luk ken, gepoets van kandelaars, gesleep met stofzuigers tegen de naalden, dagen met een op geblazen gevoel van het geëet na de copieuze maaltijden, een Kamer vol mensen, die lekker zitten te dutten bij het kaars licht, voller van het goéde der aarde dan van vrede op aar de. Omdat ik jong genoeg ben om dit scherp te zien, erger ik me aan Kerstmis. Ik heb er zelfs een hekel aan. Liever zat ik die dagen op een hotelka mertje in Parijs dan thuis tus sen boom en wildbraad. Maar je kunt op deze dagen niet weg. Niemand zal het begrij pen. Het is juist zo gezellig, zo knus met Kerstmis. Het ergste is dat ik behoor tot de klasse van Meisjes Met Vriend. Dat betekent mis schien hebben we daarom in tegenstelling met de rest van de wereld twéé kerstdagen één dag bij mijn, èn één dag bij zijn ouders. Dat betekent twee dagen lang door het beste beentje, wat beide ouderparen dan voorzetten, heen bijten. Toe wees niet zo ongezellig, neem nog wat, 't staat er voor. Toe, wees nou gezellig, neem nog een glaasje. Maar ik bén niet gezellig. Ik Voor mij Is Kerstfeest een stil uurtje op m'n kamer, m'n rode kaars aangestoken, die zijn onzeker licht werpt in de glazen kerstboomballen, zeep bellen. die ik het allermooist vind, omdat je er doorheen en niet doorheen kunt kijken. He laas duurt dat niet lang. Als ik me opgenomen voel in hun glazen wand, komen ze me ha len. Doe niet zo ongezellig, waarom kom je niet bij ons, we zijn net noten aan 't kra ken. Ja Kerstfeest gezellig. Maar voor mij hoeft 't zo echt niet MARIANNE VAN RAAY i GEEF U Ga d; Katwi. straat pelist VORSTELIJKE BRIEF terwijl het sneeuwde en de nacht een glazen hand gaf aan het water zochten wij liefde bij elkaar vorst schreef een fraaie brief iedereen kon lezen als men lezen kon de nachtelijke bloemen fietsen in de schemer tussen de feestdagen door je kin in de hoogte om wol ruimte te geven daarna midwinter blazen op je handen langs het strakgetrokken gezicht van water; zijn mond vol met vogels HAN DE GROOT Als eerste Europese luchthaven zal Schiphol worden voorzien van overdekte loopbruggen tussen het stationsgebouw en de vliegtuigen, zodat de passagiers hij het in- en uitstappen niet in de buitenlucht hoeven te konten. Misschien komen er ook nog eens zulke bruggen spe- riaal voor KLM-directeuren. Dan kan hun in- en uitstappen voortaan ook onmerkbaar plaatsvinden. Nog een KLM-ertje: 9000 man grondpersoneel krijgt per 1 januari 10% loonsverhoging. Een goede geest onder het personeel is de directie wel wat waard. Larive gaat 1 januari weg. Een goede geest onder de directie is per slot ook wel wat waard. De leerlingen van alle openbare scholen in Utrecht hebben op 30 november vrij gekregen ter gelegen heid van de herdenking „150 jaar koninkrijk". Eindelijk eens een roy aal gebaar. En neb, de gemiste les sen kunnen op 5 mei wel weer inge haald worden. De geruchten dat Christine Kee- ler gratie zou zijn verleend zijn on juist. Die had zij al. In Kongo hebben soldaten hun majoor gearresteerd, omdat ze geen soldij hadden ontvangen. Dat kan in het Nederlandse leger niet. Wat niet? Majoor arrestereu of soldij niet ontvangen?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 14