intnicolias
ONDERWIJZEND
PERSONEEL?
fyemrlijk
EN BEHOORLIJK
0pen briel
IS TROTS OP ZIJN NAAM
Vijf in één
ZATERDAG 30 NOVEMBER 1963
Maar Sinterniklaas vroeg
en kreeg naamsverandering
„Sintnicolaas, de schoorsteen is kapot,
Sintnicolaas, de storm heeft mijn dak een
behoorlijke knauw gegeven...", logisch dat
deze klachten door de telefoon geuit direct
genoteerd worden, Sintnicolaas is een accu
raat man en in zijn dikke boek wordt alles
genoteerd, hij heeft belang bij daken. De
goede man heeft ook maar één paar handen
en personeelsschaarte daar weet hij van mee
te praten als middenstander. Als kinderen
hem opbellen, wordt hij ronduit vriendelijk,
gaat altijd op him vragen in, maar „je
moet wel eens oppassen met wat je zegt."
Sintnicolaas is aannemer en metselaar en
woont in de Slaghekstraat in Rotterdam.
DECEMBERLEKKERNIJEN
Wie is er een prima
1 keuken-Jet
zoekt een recept voor
vijge-beignet I
Idan wel een warme
avonddrank
(bisschopswijn kend'u allank)
I Bistro-sla of Naranja-taart
drie stuivers 't is het
vast wel waard
I gireren: drie zes drie nul
acht een
„lekkernijen voor december"
I komt meteen
wie doet dat voor zo'n
kleine vergoeding?
I't bureau Voorlichting voor
de Voeding
domicilierend in Den Haag
voor de Nederlandse maag.
Diamant vernoemd
naar Valentina
De Russen vinden de prestaties
van hun kosmonaute zó schittere-
rend, dat te harere ere een on
langs gevonden diamant van 51.6
karaat gedoopt is met de naam
..Valentina-diamant". De steen
werd opgediept in het uiterste
nootfrn bsn fr zdobjry-2unir met
nog negen andere grote stenen.
Begrijpelijk, dat Valentina Teresj-
kowahet ook schitterend vindt.
,,Ik ben een oorlogsslachtoffer",
zegt hij op on-slachtofferachtige
toon en lacht naar mevrouw
Sintnicolaas. „We trouwden in
1943, „verduidelijkt deze, ,,ik had
geen idee wat voor naam er aan
de huwelijksboot vastzat. Denk
maar aan 5 december", zei Sint
nicolaas op vrijersvoeten, maar
het zei haar niets. Nu, ze weet
het wel, dat ze mevrouw Sintni
colaas is. Nauwelijks is november
in het land, of het regent tele
foontjes. Van kinderen is dat al
tijd leuk, al zijn het er tien per
dag, ze worden altijd te woord
gestaan met veel fantasie en ver
ve; mevrouw, die het klachten-
boek bijhoudt, overhandigt zwij-
Vragen
SINTNICOLAAS
soms toel vervelend..»
„Als ik zoet ben krijg ik dan
een fornuisje?" „Ja, als je lief
bent, wel!" „Sintnicolaas, wan
neer kom je naar ons toe? Sint
nicolaas, zal je zwaaien als je
bij ons langs komt?" Dat zijn
van die hartewensen geuit aan
de zwarte hoorn. Soms bellen ze
terug: ,,U had toch beloofd, langs
te komen, waarom bent u niet ge
weest?" Sintnicolaas improvi
seert: „Ik moest me streng aan
de route van de politie houden"
en als hij bedankjes krijgt voor
cadeautjes, weet hij altijd een
weerwoord. „Ik ben al een oude
man, kan niet alles onthouden..."
Ik heb ook wel voor Sint Nico-
laas gespeeld, voor de C.J.M.V.
Onesimus. Grote ontsteltenis toen
bleek, dat er al een heilig man in
de zaal aanwezig was. „Ik ben de
echte", zei Sintnicolaas en de
pseudo-heilige, niet op zijn bemij-
terde achterhoofd gévallen,
vroeg: „Kun je je legitimeren?"
Nou, ik liet m'n paspoort zien,
en de pseudo droop af. Sintnico
laas deed ook eens mee aan de
AVROquiz: Haal je schoolgeld te
rug. Cees de Lange werd hatelijk,
dacht er leuk op in te gaan, maar
toen bleek dat Sintnicolaas écht
Sintnicolaas was. Overigens had
die quiz nog een staartje, want
de Rotterdammer won een flinke
geldprijs, schonk die direct heel
huids aan de kankerbestrijding,
maar zijn goedgevigheid leverde
hem een aanzienlijke belasting
aanslag op. Sintnicolaas houdt
van de Y.M.C.A.-club en "zijn
menslievendheid brengt hem ook
op de daken als de rode haan er
gens kraait, dat zit hem in het
bloed want ook zijn vader was
brandmeester.
Op 5 december moest deze
eens een brandje blussen in een
banketzaak. Vader Sintnicolaas
is in november overleden, en zelfs
midden in de nacht zijn mensen
zo „grappig" om Sintnicolaas te
bellen. „Toen grootvader op ster
ven lag, dachten we 's nachts on
middellijk aan narigheid", ver
telt mevrouw Sintnicolaas. Ook
haar schoonmoeder moet nog al
tijd in de rouwweek flauwitei
ten van anderen aanhoren. De
mensen wéten het niet, maar je
moet het toch maar opvangen!
Grote lijnen
..Er zijn ook grote lijzen van
een fabriek, die iedere dag maar
belden en giechelden. We hebben
de directeur gewaarschuwd, dat is
toen afgelopen, ze hebben me
nooit meer lastig gevallen en
moesten hun excuses aanbieden,"
zegt mevrouw Sintnicolaas.
De telefoon rinkelt en gedul
dig luistert ze „Goed hoor, ik
zal het zeggen", en schrijft in
de volle agenda van haar man,
die intussen vertelt: „Ik ben eens
in een klooster geweest, maar
kwam- als1 bisschop- binnen." Als
zaterdag Sinterklaas langs komt,
dan knikt hij - vast beminnelijk
naar zijn vrouw, zijn „schoon
zuster", die steevast vanuit haar
raam terugzwaait naar de rijke
tak van de familie" En als de
bouwpolitie me op het matje
roept, dan grap ik „Je hoeft geen
grote mond op te zetten, anders
krijg je niets in je schoen!"
„Wat is Uw mening
over
Dit is al weer de laatste on-
derwijs-mbriek. En dat terwijl
ik nog flink wat brieven heb
liggen. Daarom een klein beet
je een sneltreinvaart vandaag,
waarbij we nog even terugko
men op de handwerkles, roken
In de klas, het zo (mijns In
ziens) moeilijke b.I.o.-werk én
nog een klein cocktailtje van
verschillende meningen als be
sluit.
De handwerkles uit een van
de vorige rubrieken, heeft nog
al wat reacties teweeg ge
bracht. Eerst echter een actue
le vraag, gesteld door mevrouw
N. D.-T. te 's-G.: „Is het niet
véél beter i.p.v. lagere- en kleu
terschoolkinderen op 5 decem
ber 's middags vrij te geven
hen de ochtend van de zesde de
cember dit plezier te gunnen?
Die middag lopen ze maar rond,
terwijl de spanning stijgt en
morgen misschien bij het spe
len met hun pas verworven
schatten tot rust kunnen komen.
Bovendien hebben de moeders
vaak juist op die laatste mid
dag de handen vol". Zo te zien
inderdaad een idee waar wel
wat in zit.
Sokken breien
Mevr. A. v. d. S.-van B. te
R. (over de handwerkles): „Er
moesten vrouwen in het school
bestuur zitten, juist i.v.m. die
handwerkles! Want inderdaad
zijn er nog heel wat handwerk-
onderwijzeressen, die er nog al
gemakkelijk over denken. Het is
goed dat de meisjes leren brei
en en vers-tellen heus daar kun
nen ze later bijzonder veel aan
hebben. Maar als je ziet (wat
onze dochters en andere leer
lingen is overkomen) hoe er
b.v. een onderjurkje wordt ge
maakt, dat de meisjes zelf „een
monster" noemen en nooit van
haar leven willen dragen, dan
En dan nu een antwoord op
dit alles van een handwerkon-
denvijzeres, mej. H. den H. te
R.
„Mijn ervaring is" schrijft ze
„dat als je de meisjes twee
sokken laat breien ze er nog
niets van af weten. Nemen we
een vierde klas met 38 leerlin
gen, die bijvoorbeeld met vier
recht moeten breien, dan bete
kent dit dat er die middag on-
teveer 160 naalden door de han
en van de juf gaan. Zijn er kin
deren bij. die nog niet averecht
kunnen breien, dan zeg je:
vraag thuis eens aan je moe
der of ze je helpen wil. Wat
jammer is het als er dan moe
ders zijn, die haar dochters ge
woon niet willen helpen bij dit
werk, zo onder het motto: „Dat
moet de juffrouw je maar le
ren". Wat zou het prettig zijn
als méér moeders eens echte be
langstelling en wat meer be
grip voor ons vak toonden".
Verder wil deze lezeres zeker
beklemtonen, dat men op hand
werkles ook leuke dingen moet
maken om het bezig zijn te sti
muleren, terwijl men tevens
niet elk jaar hetzelfde moet la
ten doen. Wat haar een beetje
dwars zit is. dat als het bestuur
op school verschijnt, men vaak
de handwerkklas voorbijloopt,
omdat „we er toch geen ver
stand van hebben", alsof n
allemaal wél verstand heeft
rekenen en taal....
kend ging worden. Het niet
ken moet bij hen, dus thui»
beginnen. Al geef ik toe dat ro-
Jammer
Na ook dit keer nog
even te hebben aangestipt hoe
jammer het kan zijn aLs leer
krachten wat al te gemakkelijk
over het van school gaan den
ken (Mevr. A. v. d. P. te G.,
wiens „ulo"-zoon haars inziens
niet voldoende door het hoofd
werd geholpen) en de kritische
kanttekening over het beroem
de en beruchte strafwerk (Mevr.
A. K. te V.: „is 1000 strafre
gels voor het vergeten van een
gymbroekje niet een beetje il
te erg?") even iets over een
andere zaak.
Namelijk de dubbele taak. die
heel wat onderwijzers en lera
ren vervullen door 's avonds op
een andere school nog lea te
geven.
Mevr. C. E. K.-N. te 's-G.
meent, dat voor deze dubbele
taak de nodige dubbele energie
van huisbezoek tussen
ouders en de mensen va;
school. Hierover nog twee
merkingen:
Mevr. W. G.-B. te R. „Op
huisbezoek krijg je een heel
dere kijk op de man of vr
voor de klas. De kinderen ge
ven nu eenmaal vooral fouten en
gebreken vaak heel anders door
dan de werkelijkheid is".
Mevr. Z. den H.-de J. te L.
„Wat mij het meest bezwaart
is dat er in onze gemeente vrij
wel geen contact tussen ouders
en personeel bestaat. Zou het te
veel gevraagd zijn als de leer
krachten één keer per jaar de
ouders van hun leerlingen eens
opzochten? Het hoeft heus geen
hele avond te duren".
In dit verband een fijne brief
van mevr. E. G. te O. die ver
telt hoezeer enkele onderwijzers
wel meeleefden met haar min
der valide (door kinderverlam
ming) getroffen zoontje. Alle
peet, onderstreept zij.
Tipje
telt hoe haar twee dochtertjes
in de herfstvakantie haar brei
werk meekregen om thuis tien
centimeter te breien. „Maar ze
konden er nog niets van: ik
ben de hele dag bezig geweest
het knoeiwerk in orde te bren
gen. M'n soep kookte er zelfs
door over. Nee, dacht ik. juf
frouw, u hebt er zich wel ge
makkelijk van af gemaakt".
Mevr. J. N. te N. vindt dat
de meisjes op handwerkles 51-
les moeten leren, ouderwets of
niet, omdat het nu eenmaal ge
makkelijk is als ze later zo no
dig ook in dit opzicht de han
den uit de mouwen kunnen ste
ken. Zij zegt ook nog iets over
poken in.de H\as.. xp&ag daar-
over sfraks meer.
Mevr. M. den O.-van O. te
B. tenslotte is pal voor het le
ren van alle brei- en naaiste-
ken op de lagere school, thuis
nog door moeder te stimuleren,
maar begrijpt niet. waarom
men handwerkles op de mulo-
school niet afschaft. „Jammer
Over het roken In de klas
door de leerkrachten is ook zo
't een en ander gezegd na de
eerste opmerking hierover.
Mevr. L. M. te G. „Roken
vind ik de slechtste les. die zij
onze kinderen voor het leven
meegeven": de reeds bij de
handwerkles genoemde mevr. N.
„Het moest totaal verboden
worden. Is het nu zo erg de
uren dat de les duurt niet te
roken? Ze hebben toch een pau
ze? Bovendien: wij snoepen
toch ook niet heel de dag".
Tenslotte nog deze opmerking
uit de (vele) gekozen: mevr.
J. de K. te R.: „dat het bij
zonder moeilijk is roken af te
leren (af te wennen!) is be
kend. Maar enige zelfbeheer
sing in de klas lijkt mij drin
gend gewenst. Wat heeft het
voor zin duizenden guldens uit
te geven om de jeugd niet tot
roken te brengen, terwijl er voor
de klas de ene sigaret na de an
dere wordt opgestoken?"
i rokende leerkracht.
i de
rijzer te schuiven? Hoe
veel vaders én moeders, die hier
foei over zeggen, steken zelf
niet om de haverklap een si
garet op. Dat roken niet gezond
is weten we allemaal, maar ik
coord, maar een complete avond
mulo leiden b.v., daar worden
over het algemeen de „dag"-
kinderen de dup«
go»
dan vaak bij in, vindt zij.
Ook nog even een herinnering
doorgegeven en wel van mevr.
De V.-de G. te R., die mi,
zo'n 45 jaar later, neg weet hoe
zij zich een tijd lang bijzonder
ongelukkig heeft gevoeld door
de opmerking „ga jij maar ach
teraan zitten, dan kun je voor
spek en bonen meedoen". Dit
nadat zij eens (volkomen bui
ten haar schuld) te laat was ge
komen.
B.L.O.
Van de bileven, die het b.l.o.
ter sprake brengen, kies ik er
twee uit, daarbij benadrukkend,
dat er juist voor deze moeilijke
tak van onderwijs zéér veel
waardering van de kant van de
ouders bestaat!
MEVR. A. van L. te B. „Het
valt als ouders niet mee die stap
naar het b.l.o. met hun kind te
moeten doen. Maar: hulde en
dank voor juist dit personeel.
Hoeveel liefde en geduld weten
zij niet op te brengen!"
Mevr. Van der W. te R. „Als
er samen over het kind en diens
moeilijkheden wordt gepraat
bijvoorbeeld het niet willen eten,
ook niet als het over moét blij
ven -r- kan alles fijn geregeld
worden. Dat heb ik tot mijn ge
noegen kunnen ervaren."
Even „ouderwets" worden
fnet een tipje, doorgegeven door
mevr. C. van D.-K, te R. Naar
aanleiding van de onlangs in de
ze rubriek geplaatste opmerking,
dat je bijna een boekje nodig
hebt om uit al die verschillende
schooltijden van de kinderen wijs
te blijven, zegt zij aan de binnen
kant van een kastdeur een lijst
met de thuiskomsttijden van de
kinderen te hebben opgehangen.
Bevalt enorm!
Ten slotte
Twee brieven 'ot afsluiting van
deze vier onder wijs-rubrieken.
Om te beginnen de aardige sa
menvatting van ram. E. van
M.-B. te 's-G. „Onze leerkrach
ten moeten toch maar iedere
morgen weer opnieuw zich
van dertig, veertig of
kinderen de stemmin
gen aan te voelen, op te van
gen en zo mogelijk mee te be
leven. Ze moeten zorgen dat
de „zwakken" niet voorbij ge
lopen worden en de „vluggeD"
zich niet gaan vervelen. Voeg
daarbij nog: geld ontvangen
voor zending, natuurrampen,
schoolreisjes, schoolmelk, enz.,
bij kleine ongelukjes de kinde-
stellen c
Bezoek
Eng
„Dit boek is er om je hier
bij te helpen", zo eindigt Ma
ry Young die aan het hoofd
staat van een school voor man
nequins in Londen het alleraar
digste, frisse boekje voor jon
ge meisjes: Bekoorlijk en be
hoorlijk, dat uitkwam bij Ko
ninklijke Uitgeverij Erven J. J.
Tij! N.V. te Zwolle.
Haar raadgevingen werden ver
taald door Ageeth Scherphuis die
de inhoud aanpaste aan Neder
landse begrippen en gewoonten.
Haar eigen, met schade en schan
de verworven wijsheden voegde ze
er aan toe in de hoofdstukken:
hoe hoort het eigenlijk?, stem
en lach, drie gulden regels voor
je figuur, waar begin ik mee?,
en op kamers.
Uw slordige, nonchalante of on
zekere dochter zal van Ageeth en
Mary vast meer aan willen ne
men dan van moeder. In dit ge
val kunt u het gerust aan de
schrijfsters over laten in te wij
den over de juiste manier van li
chaamsverzorging, lopen, je ge
dragen als je voor het eerst gaat
solliciteren of met een vriendje
ergens gaat eten: allemaal ple
zierig om te weten, niet in het
Uitzet op
stapel
Irene Haverman schreef prakti
sche tips voor verliefden en ver
loofden (Drukkerij De Spaarne-
stad Haarlem). De titel doet den
ken aan warenkennis van de he
dendaagse uitzet, maar daarnaast
geeft de schrijfster ook praktische
wenken over etiquette „bedenk al
tijd dat de etiquette er voor ons
is en niet wij voor de etiquette."
Aanzoek doen (alleen voor jon
gens), sluiertje terugslaan, het
organiseren van een bruidsboeket
en de tafelschikking op de brui
loft vinden we er in. Warenkennis
van linnenuitzet, cassette, pannen
en keukenuitzet ontbreken even
min en Irene geeft de raad aan
verliefden: „je moet langzamer
hand leren je eigen verlangens en
verwachtingen opzij te schuiven
wanneer dat voor het geluk van
de ander noodzakelijk is. Je kunt H
zelf pas echt gelukkig zijn als dc K
ander van wie je houdt het
is." De toon is wat matriar- fl
ehaal, overigens is het een pret-
tig overzichtelijk boekje. BöKlMWSi
minst om het zelfvertrouwen van
de jongedame te verstevigen. Voor
moeder zelf staan er trouwens
ook behartenswaardige wenken in:
iedere dag van top tot teen was
sen. een garderobe opbouwen, te
veel praten (o die pauze van de
N.C.V.B.), en: irritant om naar
te luisteren, zijn er een paar.
De schrijfsters zijn er beiden
van overtuigd, dat mooi zijn niet
het belangrijkste in het leven is.
„Leer zoveel mogelijk de belang
rijke zaken van de onbelangrijke
te scheiden. Er zijn zoveel din
gen die de moeite waard zijn, het
zou zonde zijn als je daar niet
aan toe kwam doordat je jc
teveel bezig houdt met allerlei
gezeur."
De prijs voor dit stimulerende
boek met vele foto's en tekenin- V
gen is 5.90.
Wie dol is op experimenteren in de keuken en op zoek is naar
ccn keukenhulp, kan nu terecht bü een nieuwe keukenmachine
die vüf verschillende keuken-hulpmiddelen in zich verenigt. U
kunt hem gebruiken als citrusvruchtenpers met twee verschil
lende perskegels, als deegkom voor een luchtig taartendeeg. als
groentesnijder voor wie van rauwkost houdt, en als u de mixer
van het voetstuk haalt en de garden, deeghaken of roomklopper
aanbrengt, dan hebt u een handmixer. De staafmixer tenslotte
geeft gelegenheid in willekeurig ieder glas of pan te mengen.
De machine is uitgevoerd in wit met rood en blauw polystvrol
en gaat 188,- kosten, in warenhuizen en grootwinkelbedrijven.
„Toch vond ik het eng", zei het
jongste zusje Sinterniklaas toen
ze voor het eerst bij haar broer
A. Niclaes op visite ging. „Je
bent even zo leuk mijn zus hoor,"
zei deze, „maar als vader ge
leefd had, zou ik het niet gedaan
hebben". De Sinterniklaas-tak
komt uit Strijen, maar sinds 1927
woont de heer A. Niclaes in Rot
terdam. „Daar was het een gewo
ne naam, maar in de stad merk
ten we al gauw, dat veel mensen
zich ten koste van anderen willen
vermaken. Met een naam, die
buitenissig is, beginnen de men
sen, overal waar je komt, te la
chen. Omstreeks deze tijd hoor je
dan: „Je bent nog te vroeg", na
half december: „je bent wel laat,
tot februari durven ze dat
vol te houden.... Afgezien van de
bellerij, soms acht maal op een
avond; nü is dat afgelopen, onder
de N. zoeken ze het niet", zegt
de rijzige 57-jarige ernstig. Zes
TT ET spreekt vanzelf dat we de
vorige keer niet uitgepraat
waren. Dat zijn wij, babbels
aan deze en gene zijde van de
Open Brief, natuurlijk nooit. Maar
ditmaal waren we midden in een
gedachte blijven steken. Het ls
echter een gedachte waarover
stapels boeken en artikelen zijn
geschreven, en ik maak mezelf
niet wijs ooit in mijn leven met
deze gedachte klaar te komen,
laat staan in de Open Brief.
Ik herhaal nog eens de zin uit
de voorlaatste brief, waarop een
briefvriendin inging: „Wie het ge
sprek tussen God en zichzelf niet
kent, kent ook geen naaste."
offerensgezind
voor christenen "tot beschamens
toe? Is er niet zoiets als een glimp
opvangen van goddelijke liefde,
is er met als het ware een gena
de die meekomt met de genade
van God voor deze wereld, een
genade waarvan ook de mens die
daarbij charmant
de arm moeten we dus niet de
zaak omkeren: kent niet ieder die
toont zijn naaste lief te hebben.
God? Zullen we later, bij het
binnengaan in heerlijkheid, niet
onze ogen uit ons hoofd kijken?
Omdat wij hebben gemeend al
leen het hoe en wat te weten?
Omdat wij lijnen getrokken heb
ben: die wel en die niet, die mis
schien voor ons leven en ons
land en onze aard en ons volk op
gingen, maar die in Gods grote
patroon maar dunne streepjes
waren? Hoe zit dat. zegt zij, ben
ik fout?
]YTEE. heb ik gezegd, je bent niet
fout. Dit is in ieder geval één
kant van de kwestie: dat wfj al
te snel klaar staan met een oor
deel aangaande mensen die wij
als niet-kerkelijk kennen ex wier
jaar geleden heeft hij (met de
twee toen minderjarige zonen)
zijn naam laten veranderen. „Wij
voelden onze naam als een
ramp, overal waar je kwam
wij zijn echte verenigingsmenscn
draaien ze hun hoofd om en
beginnen te grinniken. Een van
de kinderen had een ontzettend
„leuke" leraar: op de lagere
school al werd het kind altijd
zwarte piet genoemd.
Eén
Geen spijt
werd vertegenwoordi-
overal waar hij kwam
verwekte hij hilariteit. Tenslotte
hebben de jongens (een ervan
woont nu in Afrika) de knoop
doorgehakt, maar het was een
hele stap om te doen. „We heb
ben er geen spijt van", zegt de
heer A. A. Niclaas Jr. van de
Schoonegge in Rotterdam. Zijn
vader houdt van het Sinterklaas
feest. „Ik heb er wel honderd
maal voor gespeeld en dat altijd
ontzettend leuk gevonden."
Hij houdt bijzonder van kinde
ren: is voorzitter van de Rotter
damse Speeltuincentrale, voorzit
ter van de commissie speeltuin
verenigingen. ilem van de speel
tuin Vreewijk-de Vaan, en hij
zwaait de voorzittershamer bij de
personeelsvereniging van de Hol
landse Apparatenfabriek. Zelfs op
kaderconferenties plaatste een
hooggeplaatste ambtenaar de bon
mot „Wees maar niet bang, Sint
nicolaas is er".
Hij gaat verder: „Weet u, ik
heb wat tegen het onbegrip van
de mensen, het kwetst je beslist;
we hebben dikwijls de haak van
de telefoon gelegd, met een kus
sen erop. De procedure van de
naamsverandering alleen de
staart hebben we overgehouden
liep tamelijk vlot, we kregen alle
medewerking van de administra
tieve recherche die begrip toon
de
situatie.
Ze komen thuis praten, met
vrouw en kinderen en ook de
broers en zussen moesten een
verklaring afleggen, dat verge
makkelijkte de procedure. Ein
delijk kwam het in de Staatscou
rant", „En toen moesten alle pa
pieren veranderd worden", lacht
de stille, al grijze mevrouw Ni
claes. „We zijn er gelukkig mee.
och, kinderen, dat was wel leuk"
zegt ze nog vergoelijkend.
De schoonzuster mevrouw Sin
terniklaas van de Pleinweg lacht
uitbundig op onze vraag hoe ze
haar naam vindt: „Een hele
mooie naam," klinkt het na-druk-
kelijk. Maar.... mevrouw Sinterni
klaas komt uit Duitsland en voor
haar is de naam waarschijnlijk
niet zo belast als voor haar iwi-
g*r. „Ja, Je v*rwekt wel hilari
teit, als je op het postkantoor
bent met een pakje b.v., maar
erg, nee, dit vind ik beslist niet".
oprechte naastenliefde wij ple- opstaan. In het verkiezen
gen te duiden met humanistisch Pen boven wanhopen. In
cn impulsief zonder dat wij hen achtige belangstelling
ooit als ..naasten hebben gezien, eenvoud.
Je naaste in iemand zien is na
melijk in de mens de ogen van je |\/|IJN. n
Heiland te zien, en de nadering sluit mij. Ten
i ho-
wijl er toch elke dag weer het
wanhoopsverhaal is van een kind
dat oversteekt of in een sloot ver
drinkt, van een man die rustig
staat te wachten voor een ver
keerslicht en tussen een bus en
'rachtau
in, dag uit?
En dat is iets anders dan aardig levend - -
zijn. Dat is tegelijk ook de andere mo€t leven, mag ik
kant van dc zaak. Het is een mis-
verstand dat onze naaste de mens
is tot wie wij ons willen overbui-
gen (met o.a. de christelijke
ooodschap) en aan wie wii harte
lijkheid en goedheid willen be
tonen. Wij willen vaak helemaal
niets. Wij kunnen die naaste niet
zien. Wij haten hem dikwijls, wij
willen een ander op ons pad dan
juist deze mens. Maar omdat wij
de dialoog hebben leren verstaan,
het gesprek dat God met ons be
gonnen is in het Immanuël. daar
om begint onze naaste, niet wij.
Die mens. die irritante, moedelo
ze. hinderlijke mens begint. En
ontsluit in ons een deur, zoekt bij
ons contact, gesprek, genegen
heid. begrip, troost.
Ook al toont hij dit in felle haat
en koppigheid, in een hooghartig
zwijgen of in een speelse discus
sie: hij zoekt ons, onvoorbereid,
toch. Want de Heiland zoekt ons,
in hem. En daarom moeten we
eerst het gesprek met de Vader
hebben om Hem te horen in onze
rustige geloof dat het is omdat hij
een zo gemakkelijk naaste was.
Zijn leven, hoe druk en gecom
pliceerd ook, lag open. Ieder van
ons kan zich voorstellen hoe hij
Omdat ik op aarde grapjes maakte met zijn vrouw,
.i, leven. En de kinderen knuffelde en hard
"enkele kon roeP«n: hè, hè. weer thuis!
Hoe
En krijgt zelfs het
trekken met een
ogenschijnlijk niet kan „aarden'
niet geestelijk en niet in z^n baan
iger het gesprek, hoe
g-nSS - t.
liefheb, hoe snel ik mezelf ver- Perspectief, uitzicht, al was het
geef. hoe goed ik het met mezelf alleen maar omdat hij zich bij
getroffen heb. des
ook zuiverder treft
slag van het gebod:
naaste zal liefhebben
gen eenvoudig ziet worden, had hij
geleerd te zeggen, niet: die vent
begrijpt mij niet, maar: ik heb
hèm nog niet begrepen. Dat kost
wat. Dat kost een enorme zelf
discipline en een eerlijkheid zon
der ophouden. Maar voor wie de
grond voor het gaan tot de ander
vindt in het gesprek tussen zijn
Schepper en zichzelf, voor die
mens is de prijs niet te hoog. Wat
immers is een grote dode, als er
niet een grote Levende is? Als
God niet in onze ellende en on
rust en onvrede is ingegaan, dan
is er geen „rusten in vrede".
Als niet één tot in de diepste
consequentie God-met-ons, aller
meest nabije Naaste, Mensenzoon
was geworden, wat waren wij an-
die hier ders, vandaag, dan een para
phrase van menselijk tekort, ijl
hoog wegstervend, als klokge
lui?
En
het met mezelf alleei1 maar omdat hij zich bij /j
te feller maar een enkel mens begrepen weet. J X/
xi^dat^k^mun Dit alles overdenkend in een bef 9
ben als mezelf, wogen week-end, vroeg ik mezelfl
af: waarom was John F. Kenne-^""^ O
worden wij nederiger dy
God en milder voor de mens er velen
naast ons. In een blij vallen en
nabij? Waarom hebben
van ons gehuild, zo
uit oprecht verdriet, ter-
troosten. ruzietjes beslechten
en wel zeer goed oppassen
ve. leuke kinderen niet vo<
trekken boven de brutale e
moeilijke. Voeg daarbij ook
het na schooltijd opzoeken
zieke kinderen of voorkomende
moeilijkheden bespreken met de
ouders, nog tijd over zien te
houden voor studie of voorbe
reiding, dan mogen wij, als
ouders, niet nog meer verlan-
-gen van de Juf of Meneer, maar
onze kinderen met dankbaarheid
aan hen toevertrouwen.''
En tenslotte een brief
moeder, huisvrouw én lerares
V.H.M.O., I
V. te L., die uiteraard een
wat andere kijk heeft op school
taken dan moeders, die alleen
huisvrouw rijn of die werkzaam
zijn ln een andere sector, zoals
ze schrijft.
„Wat
als lerares altijd
_.md
frappeert is dat je van de
ouders als die het tenmin
ste de moeite waard vinden op
je spreekuur te komen en dat
zijn er héél wat minder dan de
buitenwacht wel aanneemt zo
dikwijls een ander beeld van
een leerling krijgt dan je jezelf
had gevormd. En dat is nuttig
voor alle partijen."
Verder: „De leraar(es) faalt
als hij (zij) alléén de te doce
ren stof als doel ziet: „ken je je
les, dan ben ik verder van je
af" is een houding, die men
(gelukkig zelden) nog wel aan
treft. Men behoeft geen cursus
paedagogie gelopen te hebben
om te begrijpen, dat de leer
ling voor zo'n onderwijskracht
misschien niet altijd veel res
pect zal hebben intiemer con
tact met zo Iemand is niet mo
gelijk. En, zonderling genoeg:
het zijn vaak de vrouwen, die
deze houding aannemen, niet om
dat te bang zijn niet klaar te
komen met hun stof, doch om
dat ze wanorde vrezen als ze
zich „laten verleiden" tot het
praten over andere onderwerpen.
Natuurlijk, de balans kan ook
naar de andere kant overslaan.
Aldóór opvoedend staan te pra
ten wekt alleen ergernis en ver
zet. En vooral als dat van „zo'n
mevrouw" is, die inplaats van
haar stofzuiger thuis te bedie
nen, met tekenlat, grammaire
algebraboek zwaait, menend dat
ze daardoor respect afdwingt."
Ook nog: „Leraressen, ook ge
trouwde, moeten inzien dat hun
privéleven van het schoolleven
Bescheiden dient te blijven en
at valt ons vrouwen niet altijd
mee, omdat we meer op ons
sentiment leven dan de mannen.
Maar hoeveel opener sta je te
genover je schoolklas als je je
eigen persoontje kunt vergeten."
Deze huisvrouw-lerares heeft
nog één (niet te vervullen) wens
nl. dat alle ouders, tenminste
moeders eens een paar weken
voor de klas konden staan. Wat
zou er dan een veel groter be
grip voor dit werk en een har
monieuzere samenwerking kun
nen ontstaan....
Beslist wel een reactie, die
geloof ik een goede hekkeslui-
ter kan worden genoemd. Als ik
ook nog iets mag wensen: ver
geet u ons volgende onderwerp
„de huishoudportemonnee" niet?
Ook daar kunnen we samen best
iets van maken!
Bij plaatsing van uw
mening ontvangt u naar
wens het boek Tip Para
de. De dokter zegt 1 of
De dokter zegt 2.
Wilt u uw naam en
adres óók vermelden in
de brief, die u kunt stu
ren naar de redactie
„Blad-Zij" met op de en
veloppe „Uw mening".
Zo nodig zal de redac
tie een keus maken uit de
binnengekomen brieven
en deze bekorten. Over
deze beslissing wordt
niet gecorrespondeerd.