Schepen-kerkhof
a PERM TiE-UMOND
ZONDAGSBLAD
tegenslag in
Nieuwe zeepoort
voor Amsterdam
ZATERDAG 16 NOVEMBER 1963
in autowrakken
Ideaal word vaak desillusie
Het verhandelen van paarden geschiedt der traditie ge
trouw op speciale paardenmarkten. Het loven en bieden
gebeurt met handgeklap net zo lang totdat koper en ver
koper overeenstemming hebben bereikt over de prijs, die
het dier moet opbrengen. Maar er worden nog meer en
geheel andere „paardekrachten" aan de man gebracht,
paardekrachten van ijzer, staal en glimmend chroom en
met vier wielen: auto's, tweedehands auto's. Deze han-
in tweedehands auto's is echter lang niet zo fees
telijk en vertrouwd als die in paarden.
Integendeel, met tweede
hands auto's wordt vaak ar-
barmelijk geknoeid en de ar
geloze koper van een „opge
poetst tweedehandsje" ontdekt
vaak pas als het te laat is, dat
hij de dupe is geworden van
„scharrelaar in auto's". De
slachtoffers van deze „scharre
laars" zijn legio, maar geluk
kig zijn er ook (veel) bonafide
autohandelaars, die hun goede
naam niet op het spel zetten
voor „een handeltje", zoals dat
De „scharrelaars" handelen
in afgereden wagens vaak
zijn het eigenlijk min of meer
autowrakken die ze verko
pen langs de straat of in een
of ander steegje. Het grote be
zwaar is. dat het verkochte
materiaal inferieur is van
kwaliteit en dus een gevaar
voor het wegverkeer betekent.
De beste plaats voor deze
„oude beestjes" is het auto
kerkhof. Daar horen ze thuis.
Veel van de „handelaars"
trekken zich daar niets van
aan: ze gaan rustig door met
loven en bieden, met handge
klap. alsof ze op een echte
paardenmarkt staan. Voor een
paar honderd gulden, soms
nog voor veel minder gaan de
karretjes van de hand. Een of
ander onbekend of sterk ver
ouderd merk auto verwisselt
op die manier voor de zo
veelste maal van eigenaar.
„Trots bezit"
Dc nieuwe bezitter laat na
de betaling zijn „trotse bezit"
op sleeptouw nemen of als de
wagen nog kan rijden, rijdt hij
hem zelf naar zijn woning en
zet hem langs het trottoir voor
zijn huisdeur neer. Voorlopig
staat de auto daar best. Het
pas verworven bezit moet
eerst goed worden schoonge
maakt en het inwendige moet
eens rustig worden bekeken.
Maar al gauw komt de koper
er achter, dat het niet alleen bij
schoonmaken blijft. Er moeten
onderdelen worden vernieuwd
en dat kost geld.
Een buurman, die ook
be-
al worden nieuwe onderdelen
vastgezet.
Harde klap
De motor komt na bijna
eindeloos proberen de hele
buurt geniet mee van lawaai
en uitlaatgassen op gang.
Eindelijk! Maar de vreugde is
van korte duur, met een har
de klap heeft het inwendige
van de auto het plotseling be
geven. De Engelse sleutels wor
den weer uit de poetslap te
voorschijn gehaaldEn het
gepruts kan weer van voor af
aan beginnen. Met alle tegen
slag en narigheid van dien.
Ontmoedigd gaat de gloednieu
we autobezitter weer aan dc
slag. Eens moet „zijn wagen"
het toch doen, zijn geld „zit"
er immers in en hij heeft er
steeds van gedroomd prins
heerlijk in zijn karretje te
kunnen rijden Volhouden is
daarom het parool!
Gelukt
handje tc helpen. Het
„sleutelen" kan dus beginnen.
Maar dc „sleutelaars" hebben
niet veel tijd. In de week staat
de auto dus langs de stoep
rand zonder dat iemand cr
naar omkijkt. Maar zaterdag
en zondag komen de „sleute
laars" in actie en verstoren
zij heerlijk de rust. Ze prutsen
en prutsen of hun leven er van
afhangt. Uren worden al „sleu
telend" onder en op, binnen en
buiten de auto doorgebracht.
Er wordt gehamerd cn geschil
derd. hier wordt een draadje
vastgemaakt cn daar een
schroefje aangedraaid en over-
Dan. na vele maanden ploe
teren. blijft de motor op een
goede keer zomaar draaien,
het is gelukt! Maar het ver
trouwen van de autobezitter in
zijn eigendom is tegelijkertijd
tot een minimum terugge
bracht, hij is te veel manke
menten in de auto tegengeko
men. Dus moet hij de auto
maar weer zien kwijt te ra
ken. Hij moet een gegadigde
vinden, die hem overneemt,
desnoods met verlies, als hij
tenminste nog maar iets van
zijn lieve geld terugziet. Hij
heeft het er niet voor niets
ingestoken!
Zoveelste
Zo krijgt de auto weer een
andere eigenaar, de zoveelste.
Ook die gaat weer enthousi
ast „sleutelen": er moet toch
iets van te maken zijn. niet
waar! Maar ook hij komt tot
de slotsom, dat hij een mis
koop heeft gedaan en dat alle
uitgaven voor nieuwe onderde
len „water naar de zee dra
gen" betekenen. In sommige
straten staan ze bumper aan
bumper geparkeerd, die oude
beestjes, waaraan de „hande
laren" hun geld verdienen en
waaraan de „sleutelaars" hun
tijd verknoeien.
Waarvoor ze dan bestemd
zijn: voor de sloop.
Menige straat zou opfleuren
als ze verdwenen, die hopeloos
oude karretjes, die een gevaar
zijn in het verkeer en een sta-
in-de-weg in de stad. Deze
hoogconjunctuur van oude
autowrakken kunnen we mis
sen ze leidt alleen tot des
illusie, als het niet erger is.
fail
(Van een onzer verslaggevers)
DE bouwers van Amsterdams nieuwe poort naar zee
zijn op een onaangename verrassing gestoten. Na een
onderzoek van Rijkswaterstaat in samenwerking met bu
reau Wjjsmüller is gebleken dat zich voor de IJmuider.
'ur pieren een compleet schepenkerkhof bevindt, waarvan
men het bestaan zelfs niet vermoedde. Naast de wrakken
van de J. P. Coen en de Tjikini de eerste in 1940 dooi
de Nederlanders in de monding tot zinken gebracht, de
tweede in 1945 door de Duitsers zijn nu ook een bewa
pende trawler, enkele sleepboten, een rijnaak en een aan-
4 tal bakken gevonden. Een gedeelte hiervan moet door
s IEngelse oorlogsvliegers zijn gemitrailleerd zonder dat
men daar iets van heeft gemerkt.
lang hebben de explosies geda
verd in de buitenhaven en iedere
dag brokkelde het hoofd van de
zuiderpier verder af. Twee-hon-
derd-vijftig meter pier moest
verdwijnen omdat dit stuk een
sta-in-de-weg zou zijn voor de
nieuwe haven.
Eind dit jaar hoopt men er ge
reed mee te zijn. Dan zal de kop
van de Zuiderpier geheel zijn ver
dwenen om plaats te kunnen ma-
Onzichtbaar
Het werk is. nadat in mei 1961
werd gestart, snel gevorderd, al
ziet men dat aan de haven zelf
nauwelijks. De eigenlijke bouw
wordt tot nu toe verricht onder
het wateroppervlak en slechts op
luchtfoto's «kleurverschil) is te
zier. hoe IJmuidens haven er
straks zal gaan uitzien. Daarop te
kenen zich duidelijk de lijnen af
van de nieuwe hoofden, die aan
de zuidkant tot 4,50 meter en aan
de r oordzijde tot 5,50 meter
N.A I'. klaar zijn.
Stevig liggen ze verankerd in
het losse Noordzee zand. De man
nen van Rijkswaterstaat zijn niet
over één nacht ijs gegaan. De
p eren zullen bestand moeten zijn
tegen de zwaarste stormen. Daar
om ook de degelijke opbouw:
eersi een zinklaag, dan een dikke
]aug grind en daarop de zware
keien. Deze fundering wordt af
gedekt met een twee meter dikke
laag asfaltsteen, een mengsel dat
in de vorm van hete brei op de
fundering wordt neergelaten.
Op het zuiderhoofd is deze laag
al
NI
Voor de mannen van Rijkswa
terstaat betekent de vondst een te
genslag. Zij weten: eerst zal dit
kerhkof, dat in de vaargeul ligt,
moeten worden opgeruimd voor
dat de nieuwe haven kan worden
afgebouwd. Desondanks blijft de
opleveringsdatum ongewijzigd. De
haven móet eind 1965 klaar zijn.
Dat is overeengekomen en daar
aan wordt niet getornd.
Geen stagnatie dus. maar wel
een berg extra werk. Dat verheelt
Rijkswaterstaat niet. Want zeker
is wel dat het een zwaar karwei
wordt de half door het losse drijf
zand verzwolgen schepen naar bo
ven te halen. Hóe de wrakken zul
len worden geruimd weet men
overigens nog niet.
Na de winter zullen kikvorsman
nen en helmduikers afdalen om
na te gaan of de wrakken moge
lijk verder onder het zand kun
nen worden gezogen. Dat zal men
zéker proberen met de beide gro
te passagiersschepen J. P. Coen
er. Tjikini, evenals met de Van
Rensselaer, die in mei '40 bij een
vluchtpoging op een mijn liep en
een eind binnen de pieren aan de
grond werd gezet. De kleinere
wrakken van het kerkhof zullen
echter waarschijnlijk moeten wor
den gelicht, een karwei, waar
op de Franse dipper-dredge (le-
pelbaggermolenj Kana Nag zijn
reuzekraohten zal beproeven.
130 Miljoen gulden
Het werk zal intussen normaal
doorgaan. Geen onderbrekingen,
zegt Rijkswaterstaat, die met de
„brains" van de onderneming
naar het vroegere strandpavil
joen op het duin naast de sema-
fore is gekomen om de uitvoering
van het gigantische project-
IJmond te leiden. Een project
van een slordige 130 miljoen gul
den. dat de hoofdstad een geheel
nieuwe entree zal geven. Een rui
me entree die op de toekomst is
berekend en Amsterdam in één
slag toegankelijk maakt voor
schepen tot een tonnage van 80.000
(tot nu toe konden slechts sche
pen van hooguit 30.000 ton IJmui
dens haven binnenvaren».
arm van 2400 meter lengte, die op
dc oude zal aansluiten (de noor-
aerpier wordt met 1200 meter ver-
Bank verdwijnt
Het profiel van beide (a-syme
trische) armen is nauwkeurig be
proefd in het waterloopkundig la-
boiatorium in Delft en zodanig
ontworpen dat ook bij zwaar weer
de haven zelf rustig blijft. Bo
vendien zal door de vormgeving
van het zuiderhoofd de hinderlijke
zandbank. Het Harde, die voor de
haven ligt en vooral bij laag wa
ter het binnenvaren bemoeilijkt
aocr de nieuwe stroming vanzelf
verdwijnen.
Dit, én de grotere diepte van
14 meter N.A.P. én de ruimte
tussen de pierkoppen (700 meter
tegtn 260 meter thans) zal de
scheepvaart naar Amsterdam een
aanzienlijk voordeel leveren.
Steen-treinen
Operatie-IJmond is een project,
dat zijn stempel op heel IJmuiden
zet. Bedrijvigheid heerst overal
om. het havenbekken. Aan de zuid
kant is in een oude Duitse bunker
een complete fabriek verrezen,
die asfalt en steen mengt voor de
onderbouw van de pieren. En aan
de noordkant werd naast .10 km
asfaltweg en eèn spoorweg een
complete werkhaven aangelegd.
Het is deze plaats, waar dage
lijks lange treinen aanrollen met
het materiaal voor de bouw: enor
me keien uit Belgische steengroe
ven bij Luik en onder Brussel.
Elke dag lossen twee treinen er
hun lading, elke dag tweemaal
duizend ton. In totaal zal het
Noordzeewater anderhalf miljoen
ton van deze keien opslokken, een
hoeveelheid waarvan de 35000 wa
gons, die tot nu toe naar de vis
sershaven rolden, al een groot ge
deelte hebben aangevoerd.
Het zijn getallen, die er niet om
liegen. Waterstaat is trouwens ge
wend met indrukwekkende cijfers
te rekenen. Om er nog een paar
te noemen: in totaal is 600.000
ton grind nodig, dat per binnen
schip uit de Maas, de Moezel en
de Main wordt aangevoerd, terwijl
voorts 130.000 kubieke m zink
werk in de onderbouw is gegaan.
Trouwens, ook de werktuigen, die
worden ingezet voor het project,
zijn van 'forse afmetingen.
Schiedam twee monster-hefpon-
tons in de maak. kranen die op
een afstand van 56 .meter nog een
gewicht van 25 ton kunnen tor
sen. De totale hoogte van de gi
ganten bedraagt 100 meter. Ze rus-
"en op acht poten, waarlangs de
kranen die op een ponton van 27
bij 70 meter 'staan omhoog gehe
sen kunnen worden tot op een
otormveilige stand. Achttien ton
steenasfalt tegelijk kan in de bak-
afstand
aangebracht met behulp van
een kleine kraan op de pier.
Maar zodra Gusto klaar is. zul
len de grote hefpontons worden
ingezet. Weliswaar zou men met
de kleine kraan het karwei ook
wel kunnen klaren, maar dat zou
zeker tien jaar vergen. En zo
lang kan niet worden gewacht.
De hefpontons doen het sneller:
iedere dag zullen zij zes meter
vooruitschuiven.
Precisiewerk
Ondertussen-, varen onderlos-
sers af en aan met de keien voor
de fundering. Viermaal per dag
lossen zij hun lading 600 ton
hardsteen op de plaats waar
de schippers de fundering weten.
Het is een precisiewerk. Tot op
de meter nauwkeurig moet deze
plaats worden bepaald om te
voorkomen dat de stenen naast
de pier worden gestort. Men
maakt hiervoor gebruik van een
Decca elektronisch plaatsbepa-
lingssysteem. dat werkt met ra
diogolven, die door drie zenders
op de wal worden uitgezonden.
De schipper hoeft slechts cij
fertjes op een apparaat in de
stuurhut af te lezen om te weten
waar hij ligplaats moet kiezen,
om dan door middel van een
druk op de knop, de luiken in de
bodem te openen en dc lading te
lossen. De techniek heeft het de
uitvoerder ook hier aanzienlijk
vergemakkelijkt.
Wie de werkwijze vergelijkt
met die in 1870, toen de haven
van IJmuiden voor het eerst werd
gebouwd, ziet de grote verschil
len. Paarden werden toen inge
zet om de zware steenblokken
over een rails op de pier naar
de plaats van bestemming te sle
pen. Drijvende bokken zoals men
ze nu kent. waren er toen nog
niet. maar de mannen van Rijks
waterstaat moeten het toegeven:
wat geleverd werd was vakwerk.
Met grote nauwkeurigheid ging
men te werk en het hechte bouw
sel dat werd afgeleverd oogst nu
nog de grootste bewondering van
ce deskundigen.
De bouwtijd was echter aan
zienlijk langer, mede als gevolg
het ongunstige weer, dat het
k soms voor lange periodes
stil legde. Dat was er ook de
oorzaak van dat de Britse aan
nemer, die het project in op
dracht van de Amsterdamsche
Kanaal Maatschappij uitvoerde,
in IJmuiden struikelde en failliet
gmg.
Windkracht 7
Van het weer is men nu overi
gens eveneens in belangrijke ma
te afhankelijk, al kan men een
stormpje tot windkracht 7 nog
wel aan. Maar harder zal het
toch niet moeten gaan waaien.
Ook de temperatuur speelt een
rol, met name bij de afdekking
van de fundering door de hefpon
tons. De asfalt-steen-deken moet
namelijk kokend in de golven
worden gestort. Bij te lage tem
peraturen zou dit onmogelijk wor
den. Deze winter zal dit probleem
echter weinig van zich doen spre
ken, want het wordt wel voorjaar
voordat de reuzepontons zich in
IJmuiden zullen laten zien.
Vooralsnog houdt men zich be
zig met het storten van de stenen
voor de fundering en met de af
braak van de laatste restjes van
de zuider pierkop. waarin de
Franse lepelbaggermolen Kana
Nag (Witte Olifant) onvermoei
baar zijn tanden zet. Dit laatste
karwei zal eind dit
jaar zijn opge
knapt, waarna di
rect wordt begon
nen met de berging
van de scheeps
wrakken, die de
doorvaart belem- i
Voor de toeschou
wer allemaal nog
weinig spectacu- 1
lair. De activitei
ten van de bouwers
wórden voor een
groot gedeelte nog
onder water ver-
richt. Meer zal er
te zien zijn als de
nieuwe pieren bo
ven water zullen
komen (eind '64
begin '65).
Ook de scheep
vaart wacht daar
trouwens op. want
al worden de on
zichtbare funderin
gen dan overal met
boeien afgebakend.
al zes schepen op
de verraderlijke
keien gelopen .en
een groot aantal
andere kon nog
nood op het laatste
moment door een waarschuwing
van de kustwacht het gevaar om
zeilen.
Doordat de strandingen steeds
bij rustig weer plaats hadden zijn
ongelukken voorkomen. Maar
men kan zich afvragen wat er
gebeurd zou zijn als er een storm
had gestaan.
Dat is dan ook een van de
redenen waarom haast
wordt gezet achter het kar
wei. Rijkswaterstaat heeft
geen behoefte aan nog een
tweede schepenkerkhof zo
dicht bij de haven.
Het Ambacht
Het Nederlandse Ambacht,
zijn vraagstukken en vooruit
zichten. Uitgave in de reeks Me
dedelingen van het Hoofdbe
drijfschap Ambachten. Badhuis
weg 108, Den Haag.
De structuurveranderingen in
het maatschappelijk leven zijn
voor het hoofdbedrijfschap Am
bachten aanleiding geweest tot
een onderzoek naar de heden
daagse ambachtsproblematiek.
Deze studie, die uitgegroeid is tot
een vrij lijvig boekwerk, behan
delt de huidige positie van het
ambacht, dc dynamiek van de
ambachtsontwikkeling. de be
roepsopleiding, het vestigingsbe
leid. de economische samenwer
king, de sociale ontwikkeling, de
omzetbelasting en nog vele c .Kle
re aspecten, die voor het Neder
landse ambacht van betekenis
zijn. Opvallend is de grote bete
kenis. «fiie het ambacht in het ka
der van het Nederlandse bedrijfs
leven heeft en ook in de toe
komst noodzakelijk zal moeten be
houden, omdat het ambacht ook
in een geïndustrialiseerde maat
schappij onmisbaar is. Voor al
le belangstellenden wordt hier een
ichat van gegevens geboden.
Angélique:
vijfde boek
Angélique en de sultan, door
Anne en Serge Golon. Uitgave
Ad. M. C. Stok Zuid-Holland-
sche Uitgeversmaatschappij,
Den Haag.
In de cultuurserie van genoem
de uitgeversmaatschappij is An
gélique. een avontuurlijke vrouw,
geen onbekende. De ontmoeting
met de sultan is namelijk het vijf
de boek in deze serie, dat zich
echter ook afzonderlijk laat le
zen. De echtgenoot van Angélique
is aan de afgunst van de Franse
adel ten offer gevallen. Zijn vrouw
stelt nu alles in het werk om hem
weer te vinden. Op haar speur
tocht ontdekt zij, dat haar echt
genoot nog in leven moet zijn en
zij besluit hem te gaan zoeken.
Van een geestelijke verneemt An
gélique, dat haar man op Kreta
verblijft. Zij verkrijgt de mede
werking van de admiraal van
's konings vloot. Nu beginnen de
avonturen pas goed. Het schip
valt in handen van piraten en An,
gélique wordt als slavin verkocht
aan Mulai Ismail, de sultan van
Marokko. Onze avontuurlijke
vrouw verdwijnt zonder meer in
de harem, waar ook de nodige
avonturen worden beleefd, tot een
slaaf haar helpt ontvluchten en
zij weer in een normale wereld
terug keert. Haar man hee.'t zij
echter nog niet gevonden, ten
minste in dit boek niet. Het is
daarom waarschijnlijk, dat bin
nen niet al te lange tijd in een
zesde deel de lotgevallen van An
gélique worden beschreven. In
ieder geval is het een leesbaar
boek, waarbij men de dikke dui
men van de schrijvers voor lief