Schoondochters?
Blad
0pen briej
de hobby van joke Lindenburg
DE BLOEMBAK
ZATERDAG 2 NOVEMBER 196?
„Je voelt je zo rijk, zo stil, zo los van alles''
„Wie gaat de baby halen,
Jongens, kom op!" Het char
mante meisje met de tandpas
ta-glimlach en de enige vrouw
in het gezelschap, blijft zitten,
terwijl een paar jongens naar
de baby snellen, die, geel over
het hele lijf, languit gestrekt
ligt op het groene gras. Hel
blauw welft de hemel zich bo
ven het tafereel, de baby wordt
bij kop en staart gepakt, (wat
het meisje blijkbaar Siberisch
laat) en door de zes jongens
Joke Lindenburg, in het ge
wone leven op kantoor, heeft
haar hart verpand aan zweef
vliegen. Prestaties? Langste tijd:
hoogste punt 3000
tal 55 i
:en sleepstarts.
handig vervoerd. De baby
heeft een Duitse naam, name
lijk Grunau, en is gehuurd van
de Koninklijke Nederlandse
Vereniging voor Luchtvaart,
het is een zweefvliegtuig waar
mee ieder w&skend op Ypen-
burg wordt gevlogen. Het char
mante meisje Joke Lindenburg
wacht vol ongeduld, tot ze aan
de beurt is, deze zonovergoten
zaterdagmiddag.
Blonde krullen springen van
onder haar hoofddoek vandaan,
het warme grijze vest is wel no
dig op de vlakte hier. en de
zwarte pantalon niet minder! Op
haar vest prijkt een rond blauw
insigne met twee witte meeu
wen, dat betekent dat Joke in
het bezit is van het B-brevet
voor zweefvliegen. Ze moest
daarvoor vijf vrije vluchten van
tenminste 60 seconden lang ma
ken. met tijdens elke vlucht ten
minste één volledige cirkel.
Landen moest ze daarbij in een
van tevoren aangewezen richting.
„Het is mooi vliegweer", zegt ze.
.,Ik ben al van vanmorgen acht
uur af hier. Er was toen een
licht wolkendek en de kisten ble
ven aan de grond, terwijl wij
wachtten op mooi weer. Nee, ik
ben heus niet het enige meisje
dat vliegt. Op onze zweefvlieg-
club Rotterdam zijn vijf dames.
Wat wij aan deze sport vinden?
Dat moet je eigenlijk zelf onder
vinden, dat heerlijke vrije ge
voel!"
Doelpunten
Iedereen droomt er wel eens
van als een vogel door het lucht
ruim te vliegen! Drie jaar gele
den toen de "vijftienjarige Joke
een vluchtje mocht maken met
een kennis in Valkenburg, dacht
ze: dat is het. Haar droom
werd werkelijkheid en wat haar
betreft, iedere week weer.
's Winters ook? „Als het enigs
zins weer is, wordt er gevlogen.
Ik kreeg negenendertig lessen,
voordat Ik alleen de lucht ln
mocht, een half jaar geleden ben
ik begonnen. Niet vee!? Nou, je
bent blij als je de lucht in mag,
tweemaal per dag Is al héél
wat." De jongens en mannen om
ons heen grinniken, we zitten
met een groepje weggedoken te
gen een windscherm en kijken
belangstellend naar de gele vogel
die zacht over het gras schuurt
met zijn schaats, en landt juist
tussen de twee witte doelpunten.
„Goed gedaan."
Solo-baby
een stel wijzerplaten van klokken
lijkt. Er gaat een seintje naar de
lierman. Men seint met seinlam
pen, die als een pistool in de
richting van het lierpersoneel
wordt gericht. Het kan ook met
een luidsprekerinstallatie, maar
vanmiddag seinen ze met een
plak, beschilderd met oranje fluo-
riserende verf. Op de lier zelf
,Wat is Uw mening
over ...I"
Met eerst een herinnering en
zo nodig aanmoediging
voor de volgende vièr-weke-
lijkse etappe, waarbij onder
wijzend personeel ons brief
schrijvend uitgangspunt is.
gaan we vandaag de laatste
schoondochters ten tonele voe
ren. Misschien heeft u al ont
dekt, dat ik steeds probeer een
aantal brieven onder één noe
mer te brengen; dat doen we
ook nu met als thema's iets
over kleinkinderen, het beho
ren tot een andere kerk en het
bij elkaar inwonen.
Kleinkinderen.... met een va
riatie op de uitdrukking han-
denbindertjes zouden we rustig
kunnen zeggen dat zij ook sa-
menbindertjes genoemd kun
nen worden. Opmerkingen in
de geest van „mag er dan wel
eens wat zijn. als ik naar m'n
kleinkinderen kijk dan valt dat
allemaal weg" waren niet zeld
zaam. Die kleinkinderen blij
ken in staat een eventuele
kloof tussen schoonmoeder en
-dochter te overbruggen, ter
wijl bij een goede verhouding
het „schenken" van kleinkin
deren de liefde menigmaal
nog verdiept. Maar, diezelfde
kleinkinderen kunnen óók be
hoorlijke knelpunten vormen!
En wel om het eenvoudige
feit, dat juist op dit gebied me
nige schoonmoeder, althans in
de ogen van de ouders, wel
eens een té uitgebreide activi
teit aan de dag legt. Daarover
nu een paar opmerkingen
Mevr. B. G.-van L. te 's G.:
,,Daar wij maar één zoon heb
ben en dus ons aantal kleinkin
deren niet zo groot is (3), krij
gen die kleintjes natuurlijk onze
volle aandacht. Het zijn werke
lijk schatten van kinderen
maar dat zal iedere oma wel
van haar kleinkinderen zeggen!
en wij hebben werkelijk alles
voor ze over. Met verjaardagen
en Sinterklaas bijvoorbeeld en
er tussendoor ben ik vaak vonr
ze aan het naaien en breien. Ik
doe dit met alle liefde, dat be
grijpt u. Het is me de laatste tijd
echter opgevallen dat vooral
mijn schoondochter daar niet zo
dankbaar voor is. Ze hoeft me er
natuurlijk niet voor om de hals
te vallen en steeds dank u wol
te zeggen, maar daar ik nooit
met lege handen kom verwacht
je toch wel een beetje waarde
ring Laatst zei ze zelfs „moeder
ik wil niet meer dat u iets mee
brengt. U verwent de kinderen
veel te erg. Ze kijken gewoon
naar uw tas als u komt en al
dat gebiets om iets. Als ik ta
iets weiger zeggen ze tegenwoor
dig: „dan vraag ik het wel aan
oma". Nou dat was een tegen
valler voor me, ik gun het die
kinderen zo graag en aan wie
zou ik het anders moeten ge
ven?" aldus een stukje uit de
overigens nog veel langere brief.
Kleine ontdekking
Mag Ik hierop enige lezeres
sen laten antwoorden? U zult
dan wellicht een kleine ontdek
king doen, want, zo schrijft
Mevr. L. de J. te R.: „Trek
toch de kleinkinderen niet naar
u toe als ze van hun vader of
moeder een standje of zelfs een
tik krijgen, zelfs al bent u het
niet met die bestraffing eens.
Het bekende: „stil maar liefje,
kom maar bij oma", doet soms
meer kwaad dan men denkt."
En mevr. M. van O.-de K. te
R.: „Verwen eventuele kleinkin
deren nooit en bedenk dat de
regels van de opvoeding met
ieder geslacht een wijziging on
dergaan."
Mevr. Van der G. te B.: „Mijn
kleindochter van acht jaar is
een leuk meisje, maar ik zal
haar nooit in bescherming ne
men als ze de wind van voren
krijgt en al is ze nog zo kwaad,
dan hoeft ze bij oma echt niet
aan te komen".
Mevr. W. v. d. S.-W. te H.:
„De kleintjes zijn zonnestralen
ïrt het leven als men ouder
wordt", maar zegt mevr. P. K.
te L.: „Laat je niet „inpalmen"
door die hummels want dan is
he; eind zoek". Verder mevr. H.
T. de W. te O.: „Soms denk je
wel eens. kind kind. dat pak je
nu net verkeerd aan, maar wees
verstandig en zeg er niets over.
Maak het achter de rug ook niet
3auw goed met een snoepje om
e tranen van je kleinkinderen
te drogen", en tenslotte een op
merking van de al ruim over de
75 jaar heen zijnde abonné R.
van R.: „Als ouderen mag je
dan wel eens het hoofd schudden
of mogelijk glimlachen over de
nieuwe ideeën, ontstemd of boos
worden is niet juist."
Andere kerk
Vervolgens, zoals reeds ge
zegd, enige opmerkingen l.v.m.
het behoren tot een andere kerk.
I.e. het toegedaan zijn van een
andere geloofsrichting.
Mevr. M. te H. zegt daarover
o.m.„Een ding blijft zorgelijk.
Van huis uit is mijn schoon
dochter van een andere kerkge
meenschap. En hoewel we he
lemaal niet denken, dat onze
kerk de allerbeste is, ja het ons
pijn doet dat er zoveel verbrok
keling is en we bidden om een
heid, vinden we het zo gevaar
lijk als er over doop, avond
maal en belijdenis zo verschil
lend gedacht wordt in het hu
welijk, vooral bij het opgroeien
der kinderen. Het is dan zo moei
lijk er over te praten. Soms als
we dan onze heilige overtui
ging uitspreken, brengen we de
ander in verweer en horen: „ja,
jullie denken er zo gemakkelijk
over, ik zou 't niet durven om
zo gemakkelijk aan het avond
maal te gaan". Als we dan zeg
gen dat het heus zo gemakkelijk
niet gaat. omdat we voelen hoe
veel ons aankleeft dat er niet
behoort te zijn. maar dat we 't
zo nodig hebben, juist om die
gebreken te bestrijden, is er
geen contact. Als ouders blijft
ons dan de taak te bidden om
de Heilige Geest en om zelf een
vriendelijk licht te zijn en geen
schaduw."
de
of
te
in groen gevat
Nóg bloeien in tuin en
bloembak de afiikaan!jes,
Ageratum, leeuwebekjes en
Verbena, maar van de ene
dag op de andere kunnen
ze door één enkele nacht
vorst als zielige hoopjes el
lende overblijven. En dan?
Opruimen de herinneringen
aan zomerweelde en alsje
blieft niet de restanten de
gehele winter laten staan!
Zo intens deprimerend!
Als we de bakken leeg ha
len doet zich eigenlijk meteen
de vraag voor of er geen mo
gelijkheid bestaat ze nog vóór
de winter met iets anders te
beplanten, waardoor ook in ons
flatje de natuur wat meer na
bij te proeven is.
De meest goedkope manier
is om er tweejarige planten
in te zetten, zoals violen,
muurbloemen of vergeet-mij-
niet, maar het geheel wint
aan kleurigheid en variatie,
door dit tweejarig goed af te
wisselen met lage tulpen, bij
voorbeeld enkele of dubbele
vroege of lage botanische
soorten, als Tulipa praestans
Fusilier, 20 cm hoog (schar-
lakenrood met meerdere bloe-
i men aan een stengel) of de
i 30 cm hoge rode Tulipa fos-
i teriana Cantata en Tulipa
i eichleri of waterlelie tulpen
i Tulipa kaufmanniana, die va-
i riëren van 15 - 30 cm in prach-
tige kleurnuances. Door bollen
le combineren met tweejari-
ge is er na de bollenbloei nog
zeker een maand of langer
kleur van violen, muurbloe
men en vergeet-mij-niet.
De aarde
Hoe staat 't met de aarde
in uw bakken? Werd deze in
het voorjaar vernieuwd, dan
kunt u haar alsnog gebruiken,
mits er niet eerder tulpen in
gekweekt werden. Beter is na
tuurlijk de grond geheel te
verversen of er oude bladaar-
dc of compost en oude ver
teerde koemest door te men
gen. Denkt u er wel aan dat
tulpen geen verse mest ver
dragen! Ze worden 7 - 8 cm
diep geplant en hebt u een
koud balkon, voer dan de bak
Nog even kleur in de bloemkool
en wat dan?
met plastic of bindt er plas
tic omheen. Na het planten
het geheel afdekken met spar-
regroen, maar niet vóór eind
november, begin december.
Wacht u maar tot u kerst-
groen kunt kopen, want beter
dekken als het een paar gra
den vriest, dan bij zacht re
genachtig weer.
Hebt u de beschikking over
meerdere bakken of kunt u
nog een paar oude Keulse in-
maakpotten of hoge wijde
bloempotten bemachtigen, dan
kunt u zich ook wagen aan
een permanente groènblijvende
beplanting met wat dwerg
heestertjes, dito conifeertjes
en heideplanten.
Variatie
Nu kunnen bloembakken
uiteraard variëren in diepte.
De exemplaren van asbestce-
ment zijn met hun 14 cm
diepte wel geschikt voor bol
len, één- en tweejarig zaai
goed, maar niet voor vaste
planten en heestertjes. Voor
deze laatste twee is een diep
te van minstens 40 cm nodig,
terwijl voor een klein boom
pje of heesterachtige klim-
Dlant 60 cm zeker gewenst is.
Voor groenblijvende heesters
en coniferen is toevoeging van
turfmolm noodzakelijk.
Enkele mooie gedrongen
vormen voor ons doe', zijn o.a.
Erica carnea (winterheide),
Erica vagans (zomerheide),
Berberis buxifolia nana,
Euonymus fortunei gracilis,
Rhododendron hirsutum, Ja
panse azalea's, Andromeda
polifolia. Daphne cneorum
Hebe buxifolia en Hebe cu-
pressoides, Skimmia japonica
(rode bes) en wat de dwerg-
conifeertjes betreft, ze zijn te
kust en te keur verkrijgbaar
in alle vormen en kleuren Ke
gelvormig. bol- en eivormig,
waaiervormig en spreidend,
van geel, groen, tot grijs,
blauw en brons.
En is het u niet wat waard
om ook 's winters te midden
der huizenzee wat groen on
der uw bereik te hebben?
A. C. MULLER-IDZERDA.
„Vlieg jij solo-baby?" zegt de
luitenant van de luchtmacht.
Boer. Hij houdt vanmiddag de
startlijsten bij, iedereen die het
veld op komt wandelen wordt ge
noteerd. en afgestreept als hij
aan de beurt is. Op de lijst staat
hoe laat, met welk type. en hoe
lang er gevlogen is. Ieder is bo
vendien verplicht, een eigen log
boek bij te houden; tijdens de
opleiding wordt dat logboek voor
zien van opmerkingen van de in
structeur; de bijzonderheden,
wat was er goed, wat fout, wat
moet over?
„Hoe mijn ouders het vonden?
O, ze dachten dat ik het nooit
vol zou houden, maar de zweef
vliegerij is écht geen bevlieging",
lacht Joke. „Ik ben vast van,
plan ta blijVeh rvliegen, al had ik
verkering!" „Dat weet je nog
niet", temperen de ouderen haar>
enthousiasme, maar filosoferen
verder: „tenzij je een vlieger
aan de haak slaat." Voorlopig
wordt de baby aan de haak ge
slagen van een staalkabel die
met een kilometer lange lijn ver
bonden is aan een lier. die ver
der op het vliegveld staat. De
zweefvlieger is in het toestel ge
klommen, iemand houdt het bij
de vleugeltip vast om het in
evenwicht te houden. Alles is
klaar voor de start, er gaat een
sein naar de lierman, die de ka
beltrommel aan het draaien
brengt. De staalkabel wordt nu
snel opgewonden, het zweefvlieg
tuig naar voren getrokken en on
der een tamelijk steile hoek zien
we het uit geïmpregneerd doek
en licht houtwerk bestaande ge
val de lucht inklimmen, ogen
schijnlijk de zon tegemoet. Op
drie- of vierhonderd meter hoog
te brengt de vlieger zijn toestel
horizontaal en ontkoppelt de ka
bel: als een grote gele meeuw
vliegt de kist vrij in de lucht.
Aan de kabel zit een parachute,
die we langzaam zien dalen, de
kabel kunnen we aldus duidelijk
zien vallen en is gauw weer terug
gevonden. Om lang in de lucht te
blijven, maakt de vogel, die im
mers niet van een motor is voor
zien, gebruik van de opstijgende
lucht. Als ze in die opstijgende
luchtstromingen blijven cirkelen,
kunnen ze er aardig lang in blij
ven en zelfs aan hoogte winnen.
Geen termiek
eind. Deze lierstart duurt
vijf tot zeven minuten. Je kimt
je ook laten slepen achter een
motorvliegtuig ik heb dat niet zó
vaak gedaan, zevenmaal maar,
er is niet altijd een motor
vliegtuig aanwezig. De termiek
is trouwens hier in Zuid-Holland
niet zo best als op andere vel
den, meer landinwaarts, zoals op
Teriet in Gelderland of de vlieg
basis Gilze Rijen. In het kamp
in Gilze Rijen van de zomer
kreeg ik m'n echte opleiding.
wachten op een seintje, of er ge
start mag worden; dat luistert
heel precies. De lierdienst is dan
ook i;jet voor iedereen, je moet
minsiens solo vliegen en achttien
jaar zijn, en liefst in het bezit
van een rijbewijs, zodat je met
motoren om kunt yaan.
Gevaarlijk
Is zweefvliegen gevaarlijk? vra
gen we ons af. Beslist niet, lachen
de sportbeoefenaars, voetballen
geeft veel meer gebroken armen,
benen of voetbalknietjes! Duur
Dat zal wel gaan, je krtjgt een
kwartaalrekening van de gemaak
te starts die 2.- per keer kosten.
Daarboven komt dan het club-
gcld.
„In plaats van een vakantie
naar Italië kan je een heel jaar
vliegen!" zegt Joke beminnelijk.
Dg.?w;qeftfjiegerf5.Rebben hier een.
eigen hangar, koffie 'kunnen ze in
de Luchtmachtcantine kopen als
die open is, en voor de rest leven
ze de hele dag op meegebrachte
etenswaar, dat hebben ze er
graag voor over. Zweefvliegen is
een tijdrovende sport, dat hebt u
al begrepen. De clubs staan dan
ook niet bepaald op een horde
liefhebbers te wachten, eenvoudig
omdat daar voor de velden en de
vliegtuigen ontbreken. De Zweef-
vliegclub Rotterdam hoopt in no
vember haar eerste vliegtuig in
eigen bezit te hebben, de jeep en
de lier 18.000) en een grote
vrachtauto zijn eigendom.
Bierglazen
Zij bestrijden de onkosten door
bierglazen met vignet aan de
man te brengen. Er zijn over ons
hele land wel honderd
sport... Mevrouw De Boer was
chef d'équipe naar de Wereld
kampioenschappen in de jaren
'54, '56 en '58. Zij is twaalf ja
ren getrouwd met een topvlieger
en al die tijd vervliegt hun va
kantie in de lucht. Ze lacht: „Je
hebt nooit last van motorpech of
dito geronk, je zweeft zo ver en
los van alles en voelt je zo rijk.
zo stil. het is een machtig ge
voel..." Zij heeft haar zilveren
brevet, net als Anne B. Slotboom.
Nog niet
Joke, een beetje gespanner
die zweefvliegen. Hetty van Ama-
de leverde in 1961 topprestaties
door doelvluchten te maken van
114 en 128 km, zij haalde boven
dien een afstand van 466 km: van
Teriet naar Bénarville in Frank
rijk. waarmede zij het damesre
cord op haar naam bracht. Het
ty is geëmigreerd, hier was zij
luitenante bij de luchtmacht, nu
heeft ze van haar hobby een be
roep gemaakt: ze is zweefvlieg-
instructrice in California. In Bla-
ricum woont mevrouw 'E. Jung-
blutt-Seyffert die eind vorig jaar
in Frankrijk een deel van haar
gouden brevet haalde met een
hoogtewinst van driehonderd me
ter. Vrouwen van zweefvliegers
zijn doorgaans nét zo enthousiast
voor de sport als hun man, zij
maken vluchten mee in de duo
en draaien in thermiekbellen ter-
tenstuur hanteert. De dames J.
van Tilburg-Berben in Eindhoven
en A. de Boer-Stufkens in Am
sterdam zijn. trouwens secretaris
van de zweefvliegclub het re
glement voorziet namelijk niet in
vrouwelijke deelnemers aan de
Machtig i
daar de presta
ties van ae meer ervaren vliegers,
zo'n vijf uren vliegen dat kan hier
niet, daar gemakkelijk. Vele zweel-
vlieg-enthousiasten logeren dan op
de basis, waar ze helemaal ver
zorgd worden a raison van 3.-
per dag. Daar krijgen ze de bete
re „standaard", door zoveel moge
lijk starts in zo kort mogelijke
tijd te doen. Na zo'n week zweef-
vliegvakantie gaat het veel en
veel beter, je hebt het gevoel
of je van „zondagsrijder" iemand
hent geworden die dag aan das
op de weg, in dit geval boven de
weg, zit". Met de auto rijden we
naar het instructievliegtuig, de
Ka 7, een tweezitter. een eind ver
der op de basis. Voorin zit de
leerling, achter hem de instruc
teur. We mogen even in de cock
pit duiken, zo klein dat je er niet
in kunt, de stuurknuppel tussen
je benen, waarmee je van voor
naar achteren, van links naar
rechts kunt sturen, voor je zie
je het instrumentenbord, dat op
ER ZIJN brieven en brieven.
Brieven als poezen, en brie
ven als hónden. Poezen lopen
zacht de kamer rond, spinnen in
geheimzinnige, intieme alleen
spraak, en rollen zich ten langen
leste op met een fraaie draai
van hun staart: de brief, in zich
zelf voltooid, is klaar. Honden
echter zitten altijd aan de ver
keerde kant van de deur; zij
janken om naar buiten te mo
gen, eenmaal buiten dwalen zij
schijnbaar doelloos rond; zij wil
len weer naar binnen zulke
brieven hebben nooit een einde.
„Ik stop nu maar" schrijft een
briefvriendin „wij kunnen toch
niet eindeloos doorgaan".
Deze twee vergelijkingen rol
len me als het ware uit de pen
door de twee brieven die voor
me liggen. In de ene vertelt me
een niet meer zo jonge vrouw
hoe zij vroeger dacht over dat
..binnen en buiten" dat ik in
mijn vorige brieven gebruikte.
Dat weten dat je „in" de wereld
moogt zijn, terwijl je juist dan
ontdekt dat je nimmer „van" die
wereld kunt zijn. De strijd die
dit in jezelf oproept. En dan de
rust te weten dat die strijd ge
streden mag worden. „Toen onze
jongen" zo prevelt de brief voor
zich uit en het is of ik zit
te luisteren in een stille kamer
waarin een zachte vrouwenstem
voortpraat „onze jongen van
een meisje ging houden dat hij
op de middelbare school had ge
kend en later weer ontmoette,
schrokken wij heel even, want zij
was uit een aardig gezin, dat wel.
maar wat oppervlakkig, geen
diepte, u weet wel: de baby laten
dopen met een feestje erna aan
huis, en dan nooit meer naar de
kerk; een grote Bijbel in de
kast. nooit op tafel; een goed
bestaan, nooit vrees of' spannin
gen: een zoon en een dochter, al
les naar wens. kinderen konden
goed leren; samen ouders en kin-
deren, naar een concert of op
reis; ook werd er veel gegeven
voor acties, ze waren vriendelijk
en behulpzaam: ze bridgten een
avond met vrienden en lazen veel,
mijnheer had hier en daar een
bestuursfunctie. Ze straalden
toen het meisje mijn zoon thuis
bracht. Maar wij zeiden natuur
lijk: jongen, moet dit meisje je
tot steun zijn straks, zal niet eer
der zij je van veel dat je nu met
hart en ziel beleeft, afhouden?
Zover is onze Haagse Joke nog
niet. voorlopig zwaait ze alle be
zwaren van een bezorgde oma
weg. en stapt in een gele Gru-
nau-baby. Ze komt in een heel
andere wereld terecht dan die aan
haar voeten, ziet de Waterweg
kronkelen, bij helder weer de
Zeeuwse eilanden. Ze kan een
eind zee op kijken en knipoogt
naar het schip van radïo-Veroni-
ca. Zo beleefde ze eens, stil in
de lucht zwevend, een zonsonder
gang zo onaards mooi: „al dat
rood op die zee". Zij zweven
zachtjes in de lucht en het moet
er fascinerend zijn. Uw verslag
geefster kwam echter niet zo ver:
bij het zien van de vrij steile
start sloeg haar de schrik om het
hart, en wét steeg, was haar
maag. Het was geen succesvolle
representatie voor onze krant
maar misschien zijn er lezeressen,
die moediger zijn? Op Teriet, tus
sen Arnhem en Apeldoorn, bent u
altijd welkom en vindt u een
gastvrij onthaal, er is een logies-
ruimte voor veertig personen en
een restaurant voor de zg. scho
lieren cursus, maar overigens
kunt u voor vijf gulden de sensa
tie ondergaan te zweven zo vrij
als een vogel in de lucht.
de brief wat samen, het is toch
al weer lang geworden. Ik denk
aan een brief vroeger, twee, drie
jaar geleden, van een vader die
me waarschuwde zulke dingen
als „uit" gaan om „in" te ha
len, toch niet teveel aan te be
velen. Dit hier, zou hij zeggen,
is romantiek. Harmonieuze men
sen. Maar zie de realiteit in ons
gezin, waar we nét zo deden: de
elkaar op z'n mooist allen in het jongelui ware_ ...0 0.
week-end zagen; eerst keek ze 0f de ware gedaante van het
even of wij haar iets dóen wilden, jonge vrouwtje kwam voor de
maar dat was gauw in orde, en dag; wat we overgehouden hebben
weldra begon ze mee te praten, is een kleinkind dat van zijn ge-
Mijn man erl ik behoefden niet scheiden moeder niet naar de
eens zo veel te zeggen, want de kerk mag, opzettelijk van ons
kinderen waren enthosuiast. Wel weggehouden wordt. naar. een
merkten we dat we veel eerlij- openbare school wordt gestuurd.
ker moesten zijn dan we dach-|B a
ten te zijn; b.v. bridge, daar had brieven
ik altijd wat op tegen, ik ben
geen mens van spelletjes, heb al
tijd wat anders te doen maai
ik merkte nu dat ik moest op
passen daarop niet al te zeer de
nadruk te leggen als zijnde iets niet
onchristelijks terwijl er zulke
dingen als een Bijbel hebben en 6,_,
er nooit uit lezen, en gedoopte kin- schien omdat
moeilijk om ontvangen
van onbekende mensen
gaan vergelijken. Maar één
ding is voor mij niet moeilijk: ik
ben er toch van overtuigd dat
het zó als in de eerste brief moet.
Wij hebben eenvoudig het recht
niet „nee" te zeggen, binnen te
blijven. Dat dit altijd met liefde
verband gebracht wordt is mis-
ven, tegenover stonden,
waar, we hebben gezwoegd
beden, en gesprekken gehad
weer gebeden en de dominee
bij gehaald, een fijne man,
toen de jongelui trouwden, ston- horen
den er twee mensen voor hem in
de volle belijdenis van hun ge
loof. En hoe is het nodig ge
weest! Want zij gingen toen (1937
naar Indië, hadden het er goed,
kregen drie kinderen. In 1946 als ik mijn wenkbrouwen
kwam mijn schoondochter terug dprf1 nntrpk
alc ur^nw» tii ic rm Qera °PlreK
Heus schap, bij omgang op kantoor,
8e* werkplaats geldt het. Als het
en moeilijk is, dan maar moeilijk,
er- Daar, in dat moeilijke, in dat
zich-indenken en zich-inspannen
we. Daarom hebben we
„buiten" moeten gaan. On
schuld begint bij het nalaten,
ge- Nalaten schépt vrees, stugheid.
Moeder" zeggen de kinderen,
*2
HET RECEPT VAN JUSTINE
4 personen: 1 grote stoel andij
vie grof snijden en 8 minuten af
koken. Uit laten lekken. 1 rook
worst koken, in dikke plakken snij
den, de inhoud van 1 pakje aard
appelpuree volgens voorschrift
klaarmaken.
Andijvie erdoorheen mengen met
40 g boter. Plakken rookworst er-
STAMPPOT
on leggen. Met partjes citroen gar
neren en fles tomatenketchup er
bij zetten.
Beleef je je kerk? hebben we ge
vraagd. beleef je je geloof? je
christen-zijn in het leven van el
ke dag? En toen zei hij: ja
en ik beleef het alles nieuw, als
een nieuwgekregen woord nu ik
haar ontmoet heb; ik voel dat ze
dorst naar iets, maar ze weet
Toen hij dit zei, konden wij te
genover zo'n bewust weten geen
stugheid zetten bovendien, zei
den wij tot elkaar, wat kan zij
er aan doen? Maar, zei mijn man.
de jongen is verliefd, dus moeten
wij hem helpen, want aan roman
tiek hebben we maar een schijn
tje.
DAT gebeurde, en nadat we
ons huis en vooral ons hart
flink open gezet hadden, mevrouw,
vroegen we of ze 's zaterdags
avonds met ons de week wilde
zij is nu 48 jaar
haar kinderen zijn al groot,
ben meerdere malen Oma.
niet één gezin is als dit. Mijn frêle mondain wezen, verschijnen
andere kinderen zijn getrouwd
met leden van hun kerk.
niets te vragen, te onderzoeken,
ik miste dat wel eens. 't was
zo gewoon eigenlijk en niet nieuw
en veroverd. Natuurlijk kun je
in niemands hart zien maar
ik dwaal af, mevrouw. Wat ik
zeggen wilde is dit: laten we
toch niet te gauw vrezen. Laten
we strijden. Laten we eerlijk zijn
tegen de niet-kerkelijke ander,
vooral geen muurtjes. Laten
onze kinderen toerusten tot
blijde, goede strijd."
strijd, en niet als last, l
als vreugde, dat doet me even
ophouden met tikken. Ik vatte
bij de koffie na kerktijd „dat kan
zij niet helpen". „En" zegt de
ander „zij vindt het hier leuk".
Wel. dan blijft er niets anders
over dan minder lui worden, u
en ik en allemaal. Want iemand
Jezus Christus duidelijk maken,
dat is hard, hard werken.
iiuip?
Misschien kan het volgende u
enigszins helpen, want als u
leest wat mevr. M. J. de H. te
B. schrijft, dan valt dat ver
schil in opvatting enigermate
weg tegen:
„Mijn vijf schoondochters zijn
me even lief als mijn eigen
dochter. Maar wat ik bij vier
van hen zo erg mis is de kerk
gang. Daar doen ze helemaal
niets aan, terwijl mijn jongens
van huis uit er toch aan ge
wend waren. Dat is het enige
en grote verdriet dat ik van mijn
schoondochters heb, want in het
verdere leven zijn ze goede
dochters voor ons. Ik probeer er
niet over te blijven zeuren, maar
wel blijf ik bidden dat het zal
mogen veranderen. Dat de Hee-
re het verhore is mijn enige
wens. ook met het oog op onfce
kleinkinderen."
En mevr. G. B. te D.: „Twee
van mijn schoondochters waren
van een andere kerk toen zij
met onze jongens trouwden,
maar toen zij verloofd waren
ontdekte ik al dat ze er zoge
zegd niet veel aan deden. Sinds
hun huwelijk is het helemaal
verwaterd en ook onze zoons
zijn niet meer de trouwe kerk
gangers die (zij vroeger toch al
tijd zijn geweest. Hoewel ik veel
om mijn schoondochters geef,
doet dit ons ontzettend veel ver
driet".
De reactie van mevr. J. van
N.-van de L. tc V. besluit dit
thema. In een heel gezellige
brief vertelt zij hoe twee van
haar zoons getrouwd zijn met
een vrouw van r.k.-richting, ter
wijl de andere twee een vrouw
van de „eigen" zijnde geref.
kerk kozen. ,.U ziet. er is nog
al wat verschil en ofschoon wij
het er wel eens moeilijk mee
hebben, hebben we ons voorge
nomen ons nimmer met de op
voeding van de kinderen te be
moeien en dat doen we dan
ook beslist niet. Als ouders heb
ben wij wel de schone taak voor
onze kinderen en kleinkinderen
te bidden; wij dragen ze dan
ook dagelijks 's morgens en
's avonds in ons gebed op.
Overigens zijn wij bij alle ver
schil heel dankbaar met onze
kinderen, u moest het eens ziep
jarig zijn, ook onze
Inwoning
Wellicht had het punt: inwo
ning een aantal klachten tot ge
volg kunnen hebben. Niets daar
van! Integendeel, flink wat
brieven spraken bulten ver
wachting een heel positieve
taal hierover. Uit de serie kie
zen we er l.v.m. de beschikba
re ruimte drie.
ja is evengoed als
zij kwamen bij ons inwonen,
hebben goede afspraken ge
maakt en mijn schoondochter
en ik hebben het samen heel ge
zellig gehad. Toen zij bij de
komst van een baby een huis
kregen, hebben wij zelfs terwijl
zij in het ziekenhuis lag de wo
ning ingericht. Na drie jaar
staat het er allemaal nog zo als
toen wij het inrichtten. U ziet
het. als men zich bij elkaar
weet aan te passen, dan kun je
gewoon geen last hébben rvet
de schoonkinderen, of dat nu
dochters of zoons zijn."
Mevr. T. te R. „Ruim elf en
eer. half jaar wonen wij nu sa
men en het eerste onaangename
woord moet nog vallen! Over
een paar maanden gaan wij
naar een bejaardenwoning,
maar wat zal ik het gezinnetje
van mijn zoon missen!" (Even
tjes privé, helaas heb ik geen
ruimte meer voor de rest van
uw brief, maar 't was werke
lijk hartverwarmend!)
Mevr. D. v. d. W. te D. „Je
moet er natuurlijk voor oppas
sen. dat de twee gezinnen niet
door elkaar heen gaan lopen.
Als je eikaars vrijheid dus res
pecteert, hoeft inwoning hele
maal geen narigheden teweeg
te brengen."
Dez brief moet de laatste
zijn. Niet alle schoondochterllj-
ke post is aan bod kunnen ko
men, temeer daar de inhoud
van heel wat brieven erg veel
op elkaar leek, zij het dan dat
die inhoud in eigen woorden
was vervat. Mocht u tot dege
nen behoren, die dus niet via
het eerst geschreven en daarna
gedrukte woord onderstreept
hebt gezien hoezeer u het met
>ondochter(s) hebt gc-
door het schrijven alleen al
weer eens ls bevestigd! En
heeft u dat op zichzelf reeds
niet veel voldoening geschon-
Bij plaatsing van uw
mening ontvangt u naar
wens het boek Tip Para
de. De dokter zegt 1 of
De dokter zegt 2.
Wilt u uw naam en
adres óók vermelden in
de brief, die u kunt stu
ren naar de redactie
„Blad-Zij" met op de en
veloppe „Uw mening".
Zo nodig zal de redac
tie een keus maken uit dc
binnengekomen brieven
en deze bekorten. Over
deze beslissing wordt
niet gecorrespondeerd.