Dit jaar mogelijk meer huizen dan in 1962 marine is het goede voorbeeld voor de minister Ondanks de strenge winter Omstreden reorganisatie van Defensie Da Vinei NIEUWE LEIDSE COURANT DONDERDAG 31 OKTOBER 1 jlJTNISTER Bogaers acht het mo- [tI gelijk, dat er dit jaar on- ianks de bijzonder strenge winter neer woningen gereed zullen komen ;n 1962. In het eerste kwartaal ran 1963 werden 8400 huizen min- ler voltooid dan in hetzelfde kwar taal van 1962, maar in de daarop Volgende periode is de achterstand tolledig gecompenseerd. In het tweede en derde kwartaal an dit jaar kwamen zelfs 6000 huizen neer gereed dan in de overeenkom- itige periode van 1962. „Als het vier- le kwartaal even gunstig is als de bei je vorige ,ziet het er naar uit dat de aarproduktie van 1962 (ruim 78.000 luizen) wordt overschreden", zo v daarde de minister gistermiddag Tweede-Kamercommissie voor olkshuisvesting en bouwnijverheid, ie de behandeling van bouwnota egroting voorteelt e. Tekenend noemde de minister het, dat i de maand september van dit jaar end 1500 hulzen meer gereed zijn ge- omen dan ln september 1962. Vorige taand zijn bovendien 11.000 woningen aanbouw genomen. Dit aantal bete nt een record. De bewindsman toonde Ich dan ook meer bezorgd over het ho- i niveau van ln uitvoering genomen 'erken dan omgekeerd. Aan de band in de cijfers kon hij dan ook de v< erstelling van enkele Kamerleden 'eerleggen, dat thans sprake Is van stag- »tie ln de woningbouw els gevolg et verschUnen van de bouwnota. Wel moest de minister constateren, dat #*|mmige aannemers bij het vaststellen **jn de bouwprijzen vooruitlopen op ko elende kostenstijgingen als gevolg van verwachten loonsverhogingen. Hij kon wel begrijpen, maar vond het toch niet +#lnvaardbaar, dat men enerzijds -»-»,tgrijpt op een stijging van de nominale J>sten en anderzijds de kostenverlaging uit het meuwe woningbouwbeleid **jl voortvloeien, volkomen negeert. De +#|nnemers hebben nota bene zelf er- ■**ind, dat van dat beleid een kostenver hogende werking zal uitgaan. Ze beho- -**li dat dan ook in hun prijsvaststelling verdisconteren. De minister beloofde Kamercommissie over deze aangele- -»*nheid met het betrokken bedrijfsleven zullen spreken. Terloops deelde hij **g mee, dat de bouwprijs per kubieke **ter sinds 1960 met 15 pet en in het *.«rste halfjaar van 1963 met 8 pet. is *%tegen. De oorzaken liggen niet altijd het bouwbedrijf zelf. maar voornamc- -*+k bij externe factoren, waarop dus **jrkgevers, werknemers en overheid **n invloed op hebben. Toetsingsprijs J5>e heer Van der Peyl (c.h.) verzocht minister om de toetsingsprijs voor de **>nittgwetwoningen af te schaffen, maar wilde de bewindsman niet aan -**oor nog geen procent", zo moest hij Cjh.-afgevaardigde meedelen. Ook ■**ïde hij niet voldoen aan het verzoek **i deze (geheime) prijs te publiceren -*#der de huidige omstandigheden is er zijn mening geen enkele reden *.|d>r een soepeler beleid in dit opzicht. **Sogere prijzen voor de woningwet- JJiw zullen niet worden toegestaan en **1 betekent, dat een aantal te dure pro- *jten, die bij het departement zijn in ziend, niet voor goedkeuring in aan- **rking komen. Dit kan echter een voor hal betekenen voor provincies, die wèl *#t aanvaardbare, niet te dure plannen **hen. Zij mogen dan het eigen contin et overschrijden, op voorwaarde dat niet leidt tot overspanning van de JJwmarkt. Ook heeft de minister de *«fdingenieurs-directeur in de provin- opdracht gegeven om, als plannen *#r woningwetbouw boven de toet- *lteprijs uitkomen, in plaats daarvan JJjecten voor pramiebouw ter goed- **ring aan het departement voor te J)en. **e minister hoopt met dit soort maat heien met 3700 tot 4500 woningen te *#nen inlopen op de voor 1963 te ver- September was recordmaand sing invoering van een systeem van tatiebeloning, afgestemd od de structuur van de bouwnijverheid, onontkoombaar Wat het stimuleren van overwerk be treft. van een aantasting van de rech tens geldende arbeidstijd zal geen spra- wachten achterstand van 5500 huizen, ke zijn. Werken op zaterdag („geen hei- (Van onze parlemcntsredactic) Hij wil dit als volgt realiseren: 2 a woningen winst door extra-toewijzing aan de premie-sector, 600 buizen door de genoemde overheveling naar provincies met betere bouwmogelijkheden. 600 door vrije-tijdsbouw van bouwvakarbeiders en 500 door bouw in de z.g. f 14.000 klasse. Op het ogenblik zijn reeds 400 aan vragen voor f 14.000-woningen goedge keurd dan wel in behandeling. Er zijn waarborgen getroffen, dat de kwalite'i van deze goedkope huizen zo goed mo gelijk zal zijn. De minister bleek nie bereid te voldoen aan het verzoek vai zijn partijgenoot Maenen (kath. v.) on de grens van f 14.000 op te trekken. De bouw in deze 9ector is alleen toegestaan voorzover ergens kennelijk bouwcapaci teit onbenut blijft en een en ander niet tot overspanning van de bouwmarkt leiden. Bij optrekking van de prijsgrens zou bouwcapaciteit aan andere sectoren worden onttrokken en spanning hand worden gewerkt. Voor de bouw van „vrije-tijdswoningen" zijn op het ogenblik 630 aanvragen binnen. De bewindsman bevestigde, dat op grond van de volkstelling 1960 aan be paalde prov. (m.n. de noordelijke) voort aan een enigszins kleiner contingent wo ningen zal worden toegewezen dan voor heen het geval was. Van een drastische vermindering zal echter geen sprake zijn. omdat de gewenste continuïteit in de bouwactiviteit niet" mag worden aange tast. Er is dan ook geen grond voor de vrees, dat de betrokken provincies geen gebruik zouden mogen maken van de aanwezige bouwcapaciteit. De Kamercommissie heeft gisteravond de behandeling van de bouwnota afge sloten. De discussie over de voorgenomen maatregelen tot verhoging van de sociale status van de bouwvakarbeiders leverde re gezichtspunten meer op Men was het er over eens. dat de loon vorming in het bouwvak in de eerste plaats een zaak is van het bedrijfsleven zelf. Minister Bogaers maakte in dit ver band de opmerking, dat de werkgevers moeten afvragen hoe de woningnood kan worden overwonnen als niets wordt gedaan aan de wanverhou ding tussen de Nederlandse en de bui tenlandse bouwvakionen. Er zal geen aparte loonpolitiek voor het bouwvak moeten worden gecreëerd, maar als men slagen is naast de algemene loonaanpas- het beleid van de bouwnota wil doen ligschennis". vond de a r. Van Eibergen geschiedt geheel vrijwillig. De minister geloofde dat de bouwvakarbeiders gevoe lig zullen zijn voor de oproep om in hel oelang van ons volk overwerk te ver richten en hij meende, dat de gang var zaken bij de N.V Sehokbeton duidelijk ;n deze richting wijst. Met een enkel hard cijfer toonde de minister nog aan dat het pendelprobleem wel zeer ernstige vormen is gaan men. De pendel naar Duitsland heeft voor Limburg tot gevolg gehad, dat daar in de afgelopen vijf jaar 12.000 huizen minder zijn gebouwd dan gebouwd had den kunnen worden als de Limburgse nendelaars in eigen land waren geble- Bij de behandeling van de begro- 'ing-1964 kwamen gisteravond weer allerlei subsidie- en huurkwesties aan de orde. De socialist Bommer wees er daarbij op, dat blijkens de rege ringsverklaring geld weliswaar geen rol mag spelen in de woningbouw maar dat niettemin volgend jaar de subsidielast weer omlaag gaat. Minis ter Bogaers antwoordde, dat aan de woningbouw in het kabinetsprogram wel de hoogste, maar geen onbeperk te prioriteit is toegekend. De extra financiële lasten, waarop de rege ringsverklaring doelt, hebben betrek king op het beleid dat in de bouwnot? is uitgestippeld. In principe voelde de minister wel voor de gedachte om het jaarlijkse contingent van 10 000 keuzewoningen, dat nooit volledig wordt benut, te verminderen en te gelijk de wekelijkse huurbedrage van f 2,voor deze huizen te verhogen In de Tweede Kamer heeft ministe- P. J. S. de Jong dinsdag een schema beloofddat de reorganisatie op zijn departement verduidelijkt. Het is in middels bekend, dat hij voor de reor ganisatie de situatie bij de marine - sectie tot voorbeeld heeft genomen. Welnu, dan moet de nieuwe situaie er uitzien als op de tekening. De vertikale structuur is duidelijk. De horizontale bindingen, waarover nog niets bekend is, hebben we aangegeven door verbin dingslijnen tussen de staatssecretaris- de plv. secretarissen-generaal.1 In de onderste vakjes ziet men neven- ander moest veranderen, zal wel geen gesteld de chefs van staven en de op- enkele deskundige toeschouwer tegen- per officieren voor personeel en mate- spreken. Want onmiskenbaar was dt rieel. structuur onevenwichtig. De opbouw van (Van onze parlementsredactie) Het departement van defensie, dat in het recente verleden al aan zoveel kritiek heeft blootgestaan, ondervindt opnieuw grote belangstelling. Met arendsogen zien parlementariërs en militaire deskundigen toe welke ver anderingen zich op het Plein voltrekken. Met ingang van morgen is de top van het departement gereorganiseerd op een wijze, die in de vaste com missie voor defensie uit de Tweede Kamer lang geen algemene instem ming heeft gevonden. De minister zal uit het overleg wel de nodige ge volgtrekkingen hebben gemaakt, zo merkte de socialistische kolonel b.d. Wierda dinsdag in de Kamer veelzeggend op. Officieel is over de reorgani satie nog niets bekend gemaakt, doch er is al wel zoveel uitgelekt, dat de hoofdlijnen zichtbaar zijn geworden. Minister De Jong, die ze resoluut en. vol zelfvertrouwen heeft getrokken,' dreigt er nu al een omstreden figuur door teworden op het departement het efficiency, zodat i de i D6 ORGANISATIE VAS HET DEPARTEMENT VAK 96FEMS16 M 1 N I S TE R[ VLAMFFU CKEFUvi.A<iOff| |oPPt8öfAUCHEI'l|0PAE(!0fF| lofPEeoFpIJCHEFLuM OPPEftOFF pers ft.s. mat. pers. mat pers. staf --- ÏJo, u bedoelt diewat er is gebeurd met *#cie en met die man? Neen, ik schrok me ♦id, toen Bobby die nacht thuiskwam, nadat met Joycie was gebeurd. Hij zag eruit als slager. De tweede keer was het lang zo **niet. Hij had toen een dunne plastic regenjas JJgedaan. Die kon hij, toen het gebeurd was, *<rekken en opgevouwen menemen. Helemaal *5>on was zijn pak toen ook wel niet, maar hebben het er toch kunnen afkrijgen. Dat **ere pak was finaal bedorven". $Vat is daar mee gebeurd?" jasje heeft hij, geloof ik, ergens in het gegooid, de broek heeft hij in zijn ate- gebruikt. Daar kwamen die andere vlekken nl dadelijk onder de verf. Na een dag was al niets meer van te zien. Bobby legt het Iffg dik op, als hij schildert". Vond u niet dat het uw plicht was, de po- l te waarschuwen na de moord op juffrouw Ilrman?" Maar ik wist toch niet, dat Bobby haar had inoord? Dat weet ik trouwens nog niet. Daar I - ik toch geen enkel bewijs voor?" zei Al- gham nerveus. En gevraagd heb ik het hem nooit. Dat I 'durfde ik gewoon niet. Als u Bobby kende, u dat ook wel begrijpen. Bobby is een bes- Cerl, eentje uit duizend. Maar hij kan een- Idig niet hebben, dat je hem tegenwerkt of i maar aanmerkingen op hem maakt. Hoe I wereld zou u dan willen, dat ik hem zoiets !g? Man, denk je dan, dat ik zin had zelf een scheermes door mijn strot te krij- 11 Iedere keer, als ik hem weer met die mes- bezig zag, kon ik wel gillen van ellende, u gezien had, hoe hij telkens weer de Iirpte van het lemmet probeerde, dan op dit dan op dat Een keer heeft hij het op i keel geprobeerd. Heeft u ooit de snee van I vlijmscherp scheermes tegen uw keel ge- d? Neen? Dat is nou jammer. Het is een atie die de moeite waard is". Hij lachte J5n wat deed u toen?" k? Ik ben gaan gillen! Als een mager var- De verdwenen door MAKTIN MONS ken heb ik gegild. Bobby heeft toen dadelijk het mes weggenomen en me gezgd, dat ik op moest houden met mijn gekrijs. Ik begreep toch immers wel, dat geen haar op zijn hoofd eraan dacht mij de hals af te snijden. Hij lach te me gewoon uit en zei er nog bij dat, als hij dat wel van plan was geweest, ik niet de kans gehad zou hebben ook maar een kik te geven. Zogauw ging het. Je was al dood voor je nog wist, wat er met je gebeurde, zei Bobby. Het was alleen maar jammer, dat het zo'n smeer boel gaf". Harry Altringham huiverde even. „Natuurlijk was hij dat ook helemaal niet van plan", zei hij dan. „Maar ik heb daarna toch niet meer rustig kunnen slapen. Van het ogen blik, dat die arme Bobby thuiskwam, die nacht nadat dat met Joycie was gebeurd, is het be staan voor mij hier een hel geweest, een zui vere, onversneden hel". „Waarom heeft u de politie niet gewaar schuwd?" „Maar ik wist toch immers niets, ik ver moedde het alleen maar. Ik weet het trouwens nog niet of Bobby nu werkelijk En je geeft je beste vriend toch niet aan? Zoiets kun je toch eenvoudig niet doen, inspecteur. Het is het is onfatsoenlijk. En ik hoopte nog als maar, dat we die ellendige Da Vinei nog weer zou den vinden. Als we die weer gevonden hadden, dan was alles immers in orde gekomen". „Hoe stelt u zich dat voor?" „Dat is toch zo klaar als een klontje. O'Mal- ley had natuurlijk boter bij de vis gegeven en als er dan moeilijkheden hadden gedreigd over die, die vervelende dingen, hadden we het eer ste het beste vliegtuig genomen naar een ander land, dat niet uitlevert. Het zou natuurlijk wel vervelend zijn geweest, maar we hadden altijd weer kunnen terugkomen, zodra dat zaakje was doodgebloed". „Ik geloof, dat u de dingen wat al te opti mistisch bekijkt, als u zich voorstelt, dat zulke zaakjes ooit doodbloeden, mijnheer Altringham. We plegen bij ons een lang geheugen te hebben als het om moord gaat". „Ik wou, dat u dat woord niet gebruikte, in specteur. Het klinkt zozo onherroepelijk". „Is het dat dan niet?" „Ik ben er zeker van, dat Bobby geen ogen blik de bedoeling heeft gehad. Het was alleen maar zijn gewone pech. Een samenloop van omstandigheden U moet hem alstublieft niet beschouwen als een misdadiger. Als het maar enigszins kan, doet Bobby geen vlieg kwaad, werkelijk niet". „Zo lang die vlieg hem niet hindert". „Nou ja", zei Harry Altringham. „Ten slotte kan iedereen zijn kalmte verliezen. En Joycie liet je nu ook letterlijk geen ogenblik met rust. Ik bedoel maar Denkt u er om, ik heb helemaal niet gezegd, dat Bobby haar heeft Dat het Bobby's schuld is dat dat met haar is gebeurd. Een meisje als Joycie kan zoveel vij anden hebben gehad. Ik heb u al gezegd, dat ze zo vreselijk nieuwsgierig was en zo'n scherp verstand had, dat het geen wonder is, dat zij zichzelf er uiteindelijk aan gesneden heeft Neen, als u het mij vraagt, geloof ik geen ogenblik dat Bobby er ook maar iets van weet, hoe die twee...., hoe dat met die twee gebeurd is". „Dat was dan wel alles mijn heer Altrinham. Als u misschien klachten mocht hebben. Uw hechtenis is preventief en dat geeft u zekere rechten". „Neen, neen, ik zou werkelijk niet weten Ik slaap uitstekend. Beter dan ik in tijden ge daan heb", zei Harry Altringharr de marine-sectie was zuiver verticaal er die van de land- en luchtmacht sectie ge mengd horizontaal-verticaal. Of om he: wat anders te zeggen: by marine was ei slechts één lijn van boven naar beneden, terwijl bij land- en luchtmacht de lijn van boven naar beneden door een sterk aangezette dwarsl'jn werd doorsneden. Wat minister De Jong nu naar alle schijnlijkheid doet. kan eenvoudig als volgt worden omschreven: hij verwijdert de horizontale Hjn bij land- en lucht macht en trekt deze twee krijgsmacht delen departementaal-organisatorisch uit elkaar. Het resultaat is dan drie secties, die naar het marinevoorbeèld zijn opge bouwd. Het verticale beleid wordt diept, zo drukte de a.r. afgevaardigde Kieft zich deze week uit. En zijn c.h collega Kikkert zei niet onaardig: land en luchtmacht worden „gemarineerd". Of de minister er nu verstandig aan doet of niet, in elk geval wordt door deze gruente opbouw een evenwichtig geheel verkregen. Blijft over de vraag antwoord daarop is voor ons eindoordeel beslissend of de minister een nieuwe horizontale lijn trekt, die de verticale lijnen zo verbindt, dat er van een hechte coördinatie kan worden gesproken. Direct al bij onze eerste ontmoeting gaf hy als z'n mening, dat „sterke horizontale bin dingen" noodzakeiyk zyn Voor wie in het militaire Jeruzalem geen vreemde is. komt de ontwikkeling niet onverwacht. Toen de marineman De Jong tot minister werd benoemd, konden insiders al wel bevroeden, dat deze richting zou gaan. Al jaren bestond er immers een controverse tus- hem en de directeur-generaal S. D. Duyverman. in wie de horizontale lij: was belichaamd, ^at deze althans als directeur-generaal het veld zou ten ruimen, als de heer De Jong het het zeggen kreeg, kon men wel zien komen. De heer Duyverman, van wie men zegt dat hy een ontdekking is van de heer Lieftinck, is destyds door de c.h. minister Staf tot directeur-generaal van Oorlog benoemd. In deze functie oefende hij scherp toezicht uit op de besteding de gelden voor land- en luchtmacht. Zo departementale kring horen vertellen, dat alle uitgaven, die de tien mille te boven gingen, door hem vooraf moesten worden goedgekeurd. Hy voerde de onderhandelingen met de leveranciers oorlogsmateriaal en gaf er daarbij blyk van zo zeggen zijn „supporters' goed zakenman te zyn. ,,Een moei. Ujke man, maar hy heeft voor het ryk ïiljoenen uitgespaard'". .h. politicus, die voor zijn oordeelsvor ming vermoedeiyk wel gebruik heeft ge maakt van de ervaring van de heer Stal De burger Staf werd als minister op gevolgd door de burger Sidney van der: Bergh, die als zakenman eveneens grote betekenis aan de functie van de heer Duyverman toekende. Hij maakte hem tot de centrale sleutelbewaarder voor het gehele departement -an defensie, hetgeen inhield dat hy over de marine waaruit hij zelf afkomstig is! een even grote financieel-economische zeggenschap zou krygen als over land- en luchtmacht. Zou, want in werkeUjkheid is daarvan niets terechtgekomen de marine was de heer Duyverman allerminst persona grata. Men beschouw de hem als een pottekijker, die men zich het lijf moest zien te houden. De heer Moorman, die thans als de grote beschermheer van de minister optreedt, moest als staatssecretaris naar men zegt niefs van hem weten. De marine sectie, voorheen een zelfstandig departe ment, kon haar eigen boontjes wel dop pen. Het marine-apparaat zoals ge zegd: geheel verticaal opgebouwd heeft (Wordt vervolgd), zich steeds gekenmerkt door eenvoud t narissen het parool gold: Houen zo! Doet ,,het Plein'' een greep naar de macht in het fraaie departementsgebouw Koningin Marialaan spotters spreken van de Kon. Marinelaan! dan gilt de bootsmanfluit en klinkt het commando: Afhouen, die boot Kapitein-ter-zee P. J. S. de Jong een volbloed marineman, toen hy vier jaar geleden door minister Sidney van den Bergh als staatssecretaris werd aangezocht Toen hy voor de eerste maal zyn opwachting maakte, trof hy in de mmiatexskamer -^-zo-.gaat het verhaal ook dp- toenmalige secretaris-generaal L. rC; sRletveld en de heer Duyverman. Aan het einde van het onderhoud moet hy toen hebben gezegd: „Ik ga terug naar de vloot." Tot een tweede gesprek was hij pas bereid, wanneer daarby geen „pottekykers" aanwezig zou den zijn. Men mag aannemen, dat er toen een compromis tot stand is gekomen, waarby de heer De Jong de zekerheid kreeg, dat hy voldoende vryheid van handelen zou hebben. Het ministerschap van de grote fabri kant is maar een korte vreugde geweest. Hy werd al spoedig opgevolgd door de heer Visser, die er niet in is geslaagd een vaste greep op het defensie-apparaat te krijgen. Voor de heer De Jong was het niet moeilijk een relatief-grote zelfstan digheid van de marine te handhaven. De directeur-generaal voor defensie moest z'n activiteiten beperken tot land- en luchtmacht, terwyl de staatssecretaris voor marine de zaken, die tot de compe tentie van de heer Duyverman behoorden, wel afhandelde met zyn plaatsvervan gend secretaris-generaal J. Dekker. By de marine liep het uitstekend, deel, en zo moet het voortaan ook gaan by land- en luchtmacht. De heer Duyverman had het kunnen raden, en heeft dat misschien ook wel i-functio- J. H. Wieffering (tot nog toe hoofddirec teur personeel land- en luchtmacht). Bij de interpellatie-Wierda is dinsdag zorgvuldig gezwegen over de aard van de reorganisatie, omdat minister en Ka mer in de eerste plaats schriftelijk (via voorlopig verslag en memorie van ant woord) over deze zaak van gedachten willen wisselen. Des te opmerkelyker was daarom, dat de heer Moorman in zUn ijver om een goed woord voor zyn minis ter-strijdmakker te doen. op een gegeven ogenblik ongeveer zei: ,,Er moest op het departement het een en ander gebeuren. Er waren politieke bevoegdheden waar zy niet behoorden te zUn." De veronder stelling lijkt niet gewaagd, dat naar het oordeel van de heren Moorman en Da Jong de bevoegdheden van de directeur- generaal die van een ambtenaar, hoe hoog ook. te boven gingen. De minister zal. vermoeden we. aanvoeren, dat het finan- cieel-economisch beleid, de coördinatie tussen de drie departementsafdelingen, niet een ambteliike. doch een politieke verantwoordelijkheid is. Een taak dus de minister met zUn staatssecretaris- MINISTER DE JONG ...Neem voorbeeld aan mari gedaan, dat er voor hem als directeur- generaal geen plaats meer was, toen de heer De Jong als minister zyn intrede in het gebouw aan het Plein deed. Eind augustus werd het hem mee gedeeld, Jiaar de minister was daar mee niet uitgesproken. De heer Duy verman kon een andere functie krij gen, die wèl in zijn marine-opzet paste: plaatsvervangend-secrctaris-generaal voor landmacht of voor luchtmacht. De directeur-generaal behoefde er niet lang over na te denken: de beide func ties, waaruit hij kon kiezen, waren voor hem tot nog toe nevenfuncties ge weest, zodat hem in feite een degrada tie in het vooruitzicht werd gesteld. Hij pakte z'n tas, verliet het departe ment en is er sindsdien niet meer geweest. Aan z'n veel geprezen en veel g 1 akte werkzaamheden ge laakt werd hij vooral om de wijze, waarop hij met ondergeschikten om ging was een abrupt einde gekomea De staatssecretarissen zullen dus voort aan met plaatsvervangende secretarissen- generaal werken: staatssecretaris Van Es met de heer J. Dekker, staatssecretaris Haex, die verantwoordelijk is voor de landmacht, vermoedeiyk met de heer J. M. Peynenburg (tot nog toe plaatsver vanger van de heer Duyverman) en de nog te benoemen staatssecretaris voor luchtmacht vermoedelyk met de heer Te denken valt aan de Britse defensie leiding, die met ingang van 1 april 1964 wordt gereorganiseerd. De positie van de minister van defensie wordt belangrijk versterkt. Hy krygt de verantwoordehjk- heid voor het geheel, terwyl de ministers voor de krUgsmachtdelen worden ver vangen door staatssecretarissen voor land-, zee- en luchtmacht. De opzet is dus verticaaL maar de staatssecretarissen krygen belangryke horizontale taken. Da samenwerking wil men bevorderen door gehele toporganisatie. inclusief de chefs van staven, in één gebouw onder te brengen. Maar bij ons worden de staats secretarissen over de gebouwen der krijgsmachtdelen verdeeld! Engeland volgt welbewust het voorbeeld van de V.S. Maar. zeggen de critici, de Ameri kaanse minister McNamara heeft de heer Hitch als zgn. comptroller, die de be hoeftebepalingen „screent", controle uit oefent op het financieel beleid en op de doelmatigheid van de aanschaffingen en als zodanig de basis legt voor de centrale politieke leiding. Deze comptroller kan ook in Nederland niet worden gemist. Ook op ander niveau schynt minis ter De Jong een reorganisatie naar marine-voorbeeld door te voeren. Naast de chef van de marinestaf kent men de vlagofficier personeel en de vlagofficier materieel. Naar de op vatting van de minister functioneert dit systeem zo goed, dat het aanbeve ling verdient om ook naast de chef van de generale staf en de chef van de luchtmachtstaf opperofficieren voor personeel en luchtmacht te be noemen. Voor de landmacht worden als zodanig genoemd generaal-majoor J. Smit (personeel) en luit.-generaal J. P. F. Agasi (materieel) en voor de luchtmacht generaal-majoor G. H. Gybels (personeel) en luitenant- generaal W. den Toom (materieel). De chef van de generale staf bepaalde tot heden ook het beleid op personeels- en materieel gebied, zodat hy in zijn functie wordt gekortwiekt. Verwonderen doet ons dit niet. omdat het ons bekend is, dat de minister niet altijd gelukkig is geweest met de beslissingen van de chef GS. Het zou zeker wel in zyn straatje passen wanneer de activiteiten van de chef GS tot operationeel terrein werden beperkt. Voor het overige willen we ons vooralsnog van commentaar onthou den, omdat we geen volledig inzicht hebben zolang de minister zijn kaar ten niet op tafel heeft gelegd. Bij de benoeming van staatssecretaris sen is de minister zuiver politiek gesproken niet zo gelukkig ge weest. Hij trok voor de landmacht een staatssecretaris aan, die wellicht zeer bekwaam is, maar niet zonder meer kan rekenen op de steun van zijn geestverwanten in de Kamer. Voor de luchtmacht liet hij het oog vallen op een man, die voor de VVD onaanvaardbaar was, zodat deze ge dwongen was om zich terug te trek ken. We hopen dat de ministeriële hand in de reorganisatie gelukkiger blijkt te zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 15