De zonderlinge kabouter
DE ANDERE WEG"
Kunstgeschiedenis
in fraaie pockets
Wat Njoek het
apenjong beleefde
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 19 OKTOBER 1963
99
Barend de Graaff:
Barend de Graaff blijft in
*ljn laatste roman ,,De andere
weg" trouw aan zijn thema's,
t.w. geloofsstrijd, erfeniskwes
ties, familietradities en huwe
lijk.
Dit boek is een vervolg op
„Zoon zonder vader" en dit
maal is het Peter van Omme
ren, die zich na de dood van
zijn innig vrome tante naar zijn
nogal vrijgevochten vader in
Rotterdam begeeft en daar de
leiding van diens schildersbe
drijf wil overnemen.
Criterium van dit verhaal is:
de strijd die Peter te voeren
heeft met zijn liefde voor het
meisje Bertha, symbool van het
vaste geloof en Godsvertrouwen,
en de ogenschijnlijk vrije wereld
van zijn vader, waarin hij het
meisje Loesje ontmoet, symbool
van de lokkende wereld met al
wat haar aankleeft aan boze ver
leidingen.
De Graaff zou de Graaff niet
zijn als hij Peter niet de goede
weg laat vinden. Doch ook hier
geldt weer: goed verteld, maar
naar inhoud nogal kinderlijk en
burgerlijk.
Ons de moeilijkheid van de op
gave bewust zijnde, tekenen we
hierbij aan: zou het niet goed
zijn wanneer de schrijver zich
eens innerlijk vernieuwde? Hij
sloft op het ogenblik wat al te
door
Friesland in
foto's
Friesland, door Ed van Wijk
en P. Terpstra. Uitgave N.V.
W. van Hoeve, Den Haag.
Het aantal fotoboeken dat van de
persen komt is groot. Er schijnt
een goede markt voor te zijn. We
verwachten, dat dit ook geldt voor
het {hierbij aangekondigde plaat
werk, waarvoor Ed. van Wijk
meer dan honderd goede tot uit
stekende foto's vervaardigde en
de journalist P. Terpstra een in
leidend artikel schreef. Foto's en
tekst geven een goed beeld van
het hedendaagse Friesland en we
veronderstellen dat met name de
Friezen-om-üntens (de migran
ten) het met graagte zullen be
kijken en lezen. Voor kenners
Van „it heitel&n" zouden meer
plaatsaanduidingen in de bijschrif
ten prettiger zijn geweest. ,.Ik
soe wohis witte wolle hwer't dat
nou krekt is", zullen velen waar
schijnlijk bij het zien van een aan
tal platen denken.
Prachtig boek
over insecten
De verbijsterende wereld van
de insecten, door Arend Bands-
ma en Robin Brandt. Uitgave
N.V. A. Oosthoek Utrecht.
Wat is de schepping toch onge
looflijk mooi. Tot deze uitroep
moet wel komen wie leest en bla
dert in dit prachtige boek, waar
in een groot aantal foto's, stuk
voor stuk bijzonder geslaagd, van
insecten zijn bijeengebracht
Bandsma en Brandt zijn leraren
uit Nieuw-Zeeland die hun vrije
tijd hebben gestoken in het foto
graferen van insecten en het
mag gezegd - men kan zich saai
er bezigheid denken. Ze hebben er
lange reizen voor over gehad en
bovendien een opmerkelijk ge
duld. Dit laatste omdat ze alle die
ren en diertjes levend en wel
voor de lens wilden brengen. Maar
het resultaat is dan ook opmer
kelijk of zoals de titel aan
geeft verbijsterend. We kun
nen ook zeggen: het stemt eer
biedig.
Korte verhalen van
Caldwell
Wij die leven, door Ersklne
Caldwell. Uitgave J. M. Meu-
lenhoff, Amsterdam.
Caldwell, de grote Amerikaan
se schrijver, betoont zich hier
weer de meester van het korte
verhaal, in de wijze waarop hij
met ironie, medegevoel en teder
heid de mens beschouwt. De oor
spronkelijke titel luidt We are
the living. De vertaling is van
Margot Bakker. Het boekje heeft
een plaats gekregen in de Meu-
lenhoff-pockets.
gens in zichzelf door
menselijk zijn.
Echter bij het lezen van zijn
werk komt de vraag op: waar
om zoekt men in de stad. wan
neer men van buiten komt, altijd
het plompe verderf op, het plat
vloerse leven, en zeker klemt de
ze vraag wanneer men is belast
met een geestelijke erfenis als
Peter van Ommeren? Heeft de
stad dan ook geen verheffende
zaken te bieden? Want in De
Graaffs werk loopt ons de duivel
teveel op klompen. Je hoort hem
een uur ver komen. Nee, er zijn
gevaarlijker misleidingen die ons
geestelijk leven belagen, dan de
schrijver ons tekent.
Daardoor verliest zijn verhaal
het klemmende en blijven de
overwegingen van zijn personages
teveel aan de oppervlakte. De ge
zelligheidsfactor mag hier toch
niet het belangrijkste zijn? Is dat
teveel gevraagd? Alleen de schrij
ver kan hierop een antwoord ge
ven in zijn volgende boeken en
daaraan blijft onze aandacht dan
ook gespannen.
Het is een goed verzorgde uit
gave van Zomer Keuning te
Wageningen.
H.St.
Oude cultuurgebieden openen
zich in de reeks pockets die J.
M. Meulenhoff, Amsterdam,
uitgeeft in samenwerking met
de Unesco. Ontvangen hebben
wij nu de deeltjes over Vroeg-
Boeddhistische schilderkunst
in Japan, Middeleeuwse fres
co's in Joegoslavië, Precolom-
biaanse schilderingen in Mexi
co en Grot-tempelschilderingen
in India.
Schrijvers van de beknopte
toelichtingen zijn resp. Philip S.
Rawson, David Talbot Rice, Ig-
naoio Bernal en Benjamin Row
land. De prachtige kleurenre
producties, waaronder uitvouw
bare bladen, maken deze boek
jes waardevol.
De gehele kunstgeschiedenis
wordt ondergebracht in het door
Bosch Keuning, Baarn, uit te
geven pocket-standaardwerk
Sesam, dat achttien delen zal
omvatten. Het is een Nederland
se bewerking van de Zwitserse
Jllustrierte Weltkunstge-
schichte", waaraan deskundi
gen uit vele landen hebben mee
gewerkt.
Van deskundigheid getuigen
zeker de thans verschenen eer
ste twee deeltjes: „De prehisto
rie van Europa en het Oude
Oosten" en „Het Euraziatisch
steppen- en woudengebied en
Egypte". De uiteraard toch nog
gecomprimeerde stof is, dunkt
„KENT U GRONINGEN
OOK ZO?"
Nooit tevoren hebben wij zo'n goed gedocumenteerd en le
zenswaardig boekwerk over Groningen ln handen gekregen als
het kortgeleden bij de uitgeverij van het Nederlands Instituut
voor Bedrljfspedagogie te Zeist verschenen ..Kent U Gronin
gen ook zo?" van de journalist Jan A. Nlemeijer.
Met behulp van talrijke bronnen is de schrijver erin ge
slaagd een compleet overzicht samen te stellen, vanaf de
vroegste ontwikkeling van dit noordelijke gewest tot en met
de meest recente aardgasvondsten.
Uit cultuur-historisch oogpunt bezien bevat het boek tal
rijke zelfs voor de ingewijde interessante verhalen, terwijl de
journalist zich er bovendien niet van heeft kunnen weerhouden
enkele kritische noten te plaatsen bij een aantal belangrijke
Provinciën-serie
is verschenen
ons, voor de leek dermate veel
omvattend dat wij een typogra
fisch overzichtelijker presenta
tie wel gewenst achten.
Tussen de tekst zijn vele teke
ningen en kleurenreproducties
opgenomen en elk deel bevat
achterin nog tientallen zwart
wit foto's van kunstwerken. Na
zestien tekstdelen volgen twee
geïllustreerde delen die samen
een beredeneerde lexicon vor
men. De bezitters hebben dan
een complete kunstgeschiedenis
in handen voor een prijs die
men doorgaans voor slechts een
deel van een standaardwerk
groot-formaat moet betalen.
Schoonheid onzer
binnenschepen
De schoonheid onzer binnen
schepen, door W. J. Dijk. Met
tekeningen van de schrijver,
uitgave Ploegsma, Amsterdam.
Mooi zijn onze binnenwateren.
Men zegt wel, dat ons land van
het water uit op zijn mooist is
en we zijn geneigd het te onder
schrijven. Mooi zijn de schepen
die deze wateren bevaren en
wat weten we er eigenlijk weinig
van. Mooi moet wel een boek zijn,
dat hierover gaat. Schrijver en te
kenaar W. J. Dijk had dus veel
mee. Maar gezegd mag worden,
dat zijn boek een boek is gewor
den als geheel met het hoge ge
halte van het onderwerp in over
eenstemming. Een prachtig boek
dus, dat men met het grootste ge
noegen leest, daarbij tevens ge
nietend van de werkelijke voor
treffelijke en in de juiste sfeer ge
houden tekeningen. Een bewoner
van onze lage landen behoort een
boek als dit te bezitten.
Auto's voor de
liefhebber
Automobielen vroeger en nu,
door J. D. Scheel. Uitgave Ad.
Donker, Rotterdam.
Scheel is geen Nederlander,
maar een Deen. Hij is in diplo
matieke dienst en geldt als expert
op het gebied van automobielen,
waarin hij duizenden ..onverge
telijke uren" heeft doorgebracht.
Zonder de honderden, in kleur ge
drukte tekeningen van Verner
Hancke was Scheel echter ner
gens. Zijn boek is tenslotte een
naslagwerk, dat de geschiedenis
van door een verbrandingsmotor
voortgedreven voertuigen tracht
weer te geven (met uitzondering
van de motorfiets), en waarbij
het gezichts- i.e. het herkennings
vermogen een belangrijke rol
Scheel is niet alleen een kenner,
maar ook een liefhebber van auto
mobielen. Men merkt het aan de
beschrijvingen, die hij, van het
prilste begin tot nu, aan honder
den modellen van merken uit alle
landen van de wereld wijdt. Dat
hij niet compleet is, kan moeilijk
als een omissie worden aange
merkt. Als Scheel alle vierduizend
automerken, die er sinds de twee
de helft van de vorige eeuw heb
ben bestaan, had moeten behan
delen we spreken dus niet over
typendan zou hij een ten min
ste vier keer zo dik standaardwerk
hebben moeten schrijven.
Klassieke oudheid
Encyclopedie voor de klas
sieke oudheid, samengesteld
door dr. J. C. B. Eykman. Uit
gave J. M. Meulenhoff, Amster-
Een belangrijke uitgave in de
serie der Meulenhoff-pockets. Een
welkome poging om de mens van
vandaag de klassieke oudheid na
derbij te brengen, zoals de schrij
ver er trouwens meer heeft on
dernomen in zijn vertalingen en
historische werken. Met deze en
cyclopedie bewijst hij al evenzeer
velen een goede dienst.
de heer H. J. J. Slavekoorde, Goud-
relnctstraat 12S. Den Haag.
Plezierige matbeelden
Men moet iets van een dichter
in zich hebben om het viertal
Eartijstellingen, dat u in deze ru-
riek ter oplossing wordt aange
boden. te versieren met de titel
„Dieses Bildnis ist bezaubernd
schön",gelijk Kurt Richter in een
van zijn grote maandelijkse
schaakrubrieken doet.
Maar hij heeft gelijk, ook al
zullen velen van u hier misschien
pas na lang en aandachtig bestu
deren der stellingen achterkomen.
Maar de beloning zal groter zijn
naarmate de inspanning intenser
en langduriger is geweest.
Met deze troost laten wij u ver
der aan de stellingen over, in het
vertrouwen dat ook u hieraan het
nodige plezier zult beleven.
abcdefgh
Vanwege de dreiging Tahl
had wit juist 1. Lelg5 gespeeld.
Wat volgde er?
X 1
mu i
A A A
AA A* A
BfiRöBS
h mm m
BABAB
m B BS
Detectives
Jacht op Kuprin
Jacht op Kuprin, door Mauri
ce Edelman. Uitgave Ad. M. C.
Stok Zuid-Hollandsohe Uitgevers
Maatschappij, Den Haag.
Spannend, met kennis van za
ken geschreven verhaal over twee
Britten, een parlementslid en een
journalist, die proberen een jeugd
vriend, die in Rusland als natuur
kundige werkt, naar het Westen
te halen. De ontwikkeling is ver
rassender dan het weinig originele
gegeven doet vermoeden. Vooral
het tragische, ietwat pathetische
slot werkt onthutsend.
Revolver met monogram, en
Een M paar schoenen, beide
boekjes van Dick Pointer. Uit
gave Het Wereldvenster, Baarn.
Ontspanningslectuur, om
cies te zijn: detectives die
gen zijn. Het bijzondere i
dat achter Dick Pointer een ïNe-
derlander schuil gaat. Per slot van
rekening zijn buitenlandse detecti
ve-schrijvers in ons land favoriet.
Wie 't precies is, onthult de uit
gever niet. Wèl wordt gezegd, dat
Dick Pointer een arts is, die meer
malen bij zeer ongewone zaken
betrokken is geweest en die niet
alleen beroepshalve belangstelling
heeft voor de menselijke'motieven
bij de misdaad. Verder zou hij als
vast medewerker verbonden zijn
aan een der opinievormende Ne
derlandse dagbladen.
En elke dag
rees weer de zon
En elke dag rees weer de zon,
door J. van den Weghe. Uitgave
A. Manteau N.V., Brussel/Den
Haag.
De Belgische dichter J. van den
Weghe, die met verscheidene bun
dels poëzie en als redacteur van
literaire tijdschriften in zijn vader
land naam heeft gemaakt, heeft
tot het slot van deze roman niet
goed geweten wat hij nu zelf wilde:
het verhaal van vijf mensen die
door de barre wildernis van Kongo
op zoek gaan naar rijke goud
velden, dan wel een meer psycho
logisch doorlichte roman die de
menselijke hartstocht blootlegt.
Het boek heeft daardoor iets
tweeslachtigs. En de lezer begrijpt
niet, waarom het goed vertelde
relaas van de trektocht telkens
onderbroken moet worden door
bespiegelingen. Overigens zal het
avontuur menigeen boeien.
II B*B
BABABAB
\mmy
r
B&BWBAB
m «g;e
b cd e f g h
Oplossingen
Ziehier de zeer sobere, bijna
simpele oplossingen der vier pro
blemen, welke wij u in onze ru
briek van 5 oktober il. voorzetten
onder de titel „Krachttoeren".
1. Reichhelm:l. h8D.
2. Mrs. Baird: 1. Lxg7.
3. Schuld: 1. Pc2.
4: White: 1. e6.
Wij bevelen u dringend aan al
le varianten op te sporen. Pa»
dan zult u de vernuftige construc
tie van deze problemen kunnen
vaststellen en waarderen.
PUZZEL VAN DE WEEK
Kruiswoord-puzzel
Horizontaal: 1. metaalsoort, 6. brandstof, 11. tovergodin, 12 .voor
zetsel, 14. voorzetsel, 16. bekende afkorting, 18. hoopje drogend
hooi, 20. afkorting van dona, 21. koning der Elfen, 22. stad in Gel
derland, 23. rijkstelefoon (afk.), 24. muzieknoot, 26. lengtemaat
(afk.), 27. scheikundig element (afk.) 28. zijtak Donau, 30. hoen
derachtige vogel, 32. voorzetsel, 34. voorzetsel, 35. de gouden bul
(afk. Lat.), 37. oude lengtemaat, 38. voorzetsel, 40. stad in Italië.
41. vogel, 42. opgeld, 43. muzieknoot, 44. inhoudsmaat (afk.), 45.
voedsel. 47. boom, 49. rivier (Spaans), 51. puntig voorwerp, 53. zot,
56. rund 58. telwoord, 59. in het jaar onzes Heren (afk. Lat.), 61.
water in N.-Brabant, 62. de schaduw van een boom, 64. op een
andere wijze, 65. emeritus (afk.), 66. deel van een deur, 69. mu
zieknoot, 70. vreemde munt, 72. zijtak Donau, 73. nachtgewaad. 75.
gebaar, 76. hoofddeksel.
Verticaal: 2. nevenschikkend voegwoord, 3. de verhoogde stoep
van een spoorwegstation, 4. behoudens vergissingen (afk. Lat.), 5.
gemeente in N.-Brabant, 7. voorzetsel, 8. gemeente in N.-Brabant,
9. bijwoord, 10. diamantafval, 12. waterstand (afk.), 13. deel van
een ontkenning (Fr.), 15. werktuig, 17. kloostervoogd, 18. gewicht,
19. viervoetig dier, 20. boom, 25. pers. voornaamw., 26. kanaalpeil
(afk.), 28. altijd, 29. voorzetsel, 31. zijtak Rhóne, 32. scheikundig
element (afk.), 33. rivier in Afrika, 34. lichaamsdeel ,36. speelgoed,
37. gemeente in Gelderland, 39. holte in een muur, 44. muzieknoot.
46. voorzetsel, 48. land in Europa, 50. voegwoordelijk bijwoord, 51.
meervoud (afk. Lat.), 52. voorzetsel, 54. steeds, 55. grondslag, 57.
optelling. 58. vaartuig. 60. bedekking van een gebouw, 61. lichaams
deel. 63. jong rund, 67. lidwoord (Fr.), 68. staatsbedrijf (afk.), 70.
Oriënt expresse (afk.), 71. voegwoord (Fr.), 73. familielid, 74.
scheikundig element (afk.).
OPLOSSING VAN DE
VORIGE PUZZEL
Horizontaal: 1. belangwek-
kei.d, 11. aren, 12. leer, 13. lis,
14. melis, 17. Lea, 18. is, 19.
tenakel, 21. nn, 22. bon 23. net,
25. mot, 26. Sem, 28. gal, 30.
patent 31. edelen, 32. neb, 33.
als, 35. nis, 37. rem, 39. Ede,
41. at 43. legatie, 46. pl, 47.
nor, 48. tarok, 50. ora, 52. geul
53. noen. 54. onwillekeurig.
Verticaal: 1. balie, 2. Eris, 3.
les, 4. An, 5. geen, 6. edik, 7.
kl, 8. eel, 9. neen, 10. drank
14. men. 15. lade, 16. sen 19.
totebel 20. legende, 22. boter.
24. talie, 25. man. 26. sta, 27.
mes. 29. les, 34. laar, 36. tan
go, 38. met, 39. eik, 40. slang
INZENDINGEN
Inzendingen worden vóór don
derdag a s. op ons bureau ver
wacht. Oplossingen mogen uit
sluitend op een briefkaart worden
geschreven. In de linkerboven
hoek vermelden: „Puzzeloplos
sing". Er zijn drie prijzen: een
van 5,en twee van 2.50.
VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VÖOP. DE JEUGD - VOOR DE- JEUGD VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE
Omdat tante Jos nog een
weekje vakantie houdt, ont
breekt deze week voor één
keertje haar rubriek. In de
plaats daarvan nu dit ver
haal.
Alle kabouters van Padde
stoelendorp waren helemaal
in de war en hadden het ook
niets meer naar hun zin. Ad-
tijd hadden zij gelukkig en
tevreden met elkaar gewoond
in het Paddestoelendorp, dat
op een verborgen plaatsje in
het Eikenbos lag. Maar sinds
de reus Kwelman in hun dorp
je was verschenen, was het
met de rust en het geluk van
de kabouters gedaan. Op een
dag, toen alle kabouters aan
hun dagelijkse werk bezig
waren, had plotseling het he
le bos weergalmd van de
dreunende voetstappen van
de reus. De kabouters had
den het werk gestaakt en wa
ren angstig hun huisjes bin
nengevlucht, waar zij zich
schuil hielden. Zij wisten
wie er op komst was, want
dat hadden zij gehoord van
Zwartkop, de kraai, die post
bode was en dikwijls grote
reizen maakte. Zenuwachtig
Dit is een leuk gedichtje dat
Henriëtta Kok uit Zwijndrecht
zelf heeft gemaakt. Ik vind het
knap, jullie zeker ook wel.
De bloemetjes gaan slapen,
het zonnetje zegt dag.
Zij staat daar maar te gapen
en ziet hoe het maantje lacht,
en ziet hoe het maantje lacht.
De sterretjes kijken stiekum,
opeens komen ze er uit.
Ze pinkelen zo helder,
en hoor, hoe het klokje luidt,
en hoor, hoe het klokje luidt.
Want morgen is er weer een
nieuwe dag,
en nu is uit de pret,
en nu is uit de pret.
had hij de kabouters verteld,
dat de reus Kwelman op
zoek was naar een nieuwe
woonplaats, omdat zijn oude
hem niet meer beviel en ze
ker ook het Eikenbos zou
bezoeken om te kijken of hij
daar een geschikte plaats
kon vinden. Daarna was hij
weggevlogen, de kabouters in
grote onrust en angst ach
terlatend. En reeds de vol
gende dag was reus Kwelman
gekomen. In stilte hoopten de
kabouters, dat hij Padde
stoelendorp onopgemerkt
voorbij zou gaan, omdat het
nogal goed verscholen lag on
der grote varens. Maar de
reus had wel degelijk de pad
destoelenhuisjes gezien en
riep met zware, donderende
stem:
„Aha! Hier wonen kabou
ters! Van die kleine, luie ke
reltjes! Aha!"
De kabouters waren kwaad
geworden, omdat de reus
hen luie kereltjes noemde,
de, maar zij waren stilletjes
in hun huisjes gebleven. Toen
had de reus hard geroepen,
zó hard dat de bomen van
het bos ervan kraakten:
„En nu komen jullie alle
maal één, twee, drie tevoor
schijn en zo niet, dan zullen
jullie eens wat anders zien."
Er was echter geen enke
le kabouter verschenen. Zij
durfden hun huisjes niet ver
laten. Maar nadat de reus
gedreigd had alle huisjes on
der zijn voeten te vermor
zelen, waren zij een voor een,
bevend van angst, tevoor
schijn gekomen. En, o, wat
waren de kabouters toen ge
schrokken, want nog nooit in
hun lange leven hadden zij
zo'n reusachtig iemand ge
zien. De reus stak boven al
le bomen uit en de kabou
ters konden nog niet eens
over de voet van zijn laars
kijken.
Reus Kwelman had Krul-
baard, de burgemeester van
Paddestoelendorp, tussen
duim en wijsvinger opgepakt
en hem toegebulderd:
„En vanaf dit ogenblik
ben ik hier de baas en niet
jij. Ik blijf hier wonen en
daardoor zal het met. jullie
luiheid voorgoed gedaan zijn.
Allemaal zullen jullie werken
en hard werken, ook jij bur
gemeester. Hebben jullie dat
begrepen!?"
Burgemeester Krulbaard en
ook alle andere kabouters
hadden haastig ,,ja" geknikt.
Wat konden zij anders doen?
Daarna was er een onge
lukkige, droevige tijd voor
de kabouters van Paddestoe
lendorp aangebroken. Van
's morgens heel vroeg tot
diep in de nacht
kabouters in de weer om het
reus Kwelman n
maken en hem een gemak
kelijk en lui leventje te be
zorgen. Want je snapt wel,
dat reus Kwelman ontzettend
veel eten en drinken nodig
had en hiervoor moesten de
kabouters zorgen. En nooit
Kwelman tevreden en
nooit had hij genoeg. De ka
bouters sloofden en zwoeg
den de hele dag, maar al
tijd grauwde en snauwde de
dat de kabouters lui
en hem van honger en
dorst lieten omkomen. En
dan beval hij weer met drei
gende stem, dat hij meer en
grotere broden moest hebben,
dat zijn portie beukenootjes-
pap verdubbeld moest wor
den en dat hem 'tien,in plaats
van vijf emmers bosbessen-
limonade moesten worden
gebracht. En elke dag werd
de reus, die niets anders
deed dan eten, drinken en
luieren nog ontevredener en
barser en kwader. Het leven
werd voor de kabouters op
de duur ondragelijk. Dikwijls
bespraken zij, wanneer de
reus sliep en heel het bos
dreunde van zijn gesnurk,
met elkaar de ongelukkige
en hopeloze toestand, maar
geen der kabouters wisteen
deze toestand een einde te
maken en de reus kwijt te
raken.
Totdat - op zekere dag een
heel vreemde en zonderlinge
kabouter een bezoek aan Pad
destoelendorp bracht. Nie
mand had hem zien komen,
ook reus Kwelman niet, maar
eensklaps was hij er. En al
was hij ook een kabouter en
dus net zo groot, toch viel hij
dadelijk op. Dat kwam,
dat hij zo vreemd uitgedost'
was. Zo had hij bijvoorbeeld
in plaats van een rode een
zwarte puntmuts op met een
lange, gouden pluim eraan.
Ook droeg hij een lange, zwar
te mantel, waarop met goud
draad allerlei figuren waren
geborduurd, zoals sterren, hal
ve maantjes, cirkeltjes en
kruisjes. Toen de kabouters,
die natuurlijk zeer verbaasd
waren over zijn plotselinge
verschijning, hem vroegen,
waar hij vandaan kwam en
wat hij kwam doen, antwoord
de hij alleen:
„Ik kom van heel ver en
ik kom jullie 'helpen."
Reus Kwelman, die de zon
derlinge kabouter ook al gauw
in het oog kreeg, schreeuwde
verbaasd en kwaad tegelijk:
„Zeg, raar manneke, waar
kom jij vandaan en wat kom
je hier uitvoeren?
De vreemde kabouter keek
fier naar de reus omhoog
antwoordde slechts:
„Ik kom van heel ver en ik
kom om jou te straffen."
De mond van de reus zak
te ver open van verbazing bij
dit antwoord. Daarna begon
hij echter daverend te lachen,
zodat alle kabouters, die in de
nabijheid stonden, op de
grond tuimelden. Alleen de
zonderlinge kabouter bleef
staan waar hij stond, vlak
voor de reus en toonde hele
maal geen angst.
Reus Kwelman werd hier
over verbazend boos en hij
strekte een van zijn enorme
handen naar de kleine kabou
ter uit om hem te grijpen.
Maar deze hief plotseling zijn
beide handjes op en... toen ge
beurde het. De reus Kwelman,
die boven alle bomen van het
Eikenbos uitstak werd klei-
kleiner en keiner. Zijn
hoofd, zijn lichaam, zijn ar
men en benen, alles werd klei
ner, steeds kleiner. Tenslotte
was hij net zo groot als alle
andere kabouters. Toen hield
de verandering op. Daarna
sprak de geheimzinnige kabou
ter:
„Reus Kwelman, je bent nu
geen reus meer en je zult het
nooit meer worden ook. Van
nu af ben je een kabouter en
je zult voortaan als kabouter
onder de kabouters leven. Dit
een straf en eigenlijk
blik zul je gelukkiger zijn, dan
je ooit als reus bent geweest."
Na deze woorden was de
vreemde kabouter weer even
plotseling verdwenen als hij
was verschenen. begrijpt,
dat alle kabouters heel erg
verbaasd, maar ook verheugd
waren over de wonderlijke
verandering van reus Kwel-
Hoe voelde zich nu de reus?
Wel, in het begin was hij na
tuurlijk vreselijk boos, dat hij
in een kabouter was veran
derd. Maar hij was gedwongen
zich in zijn lot te schikken.
En later, toen het gewone le
ven van de kabouters weer
terugkeerde, begon hij zich
meer en meer op zijn gemak
te voelen. Hij verzoende zich
geheel met de kabouters en
werd een der ijverigste en
zelfs gelukkigste van hen. De
kabouters van Paddestoelen
dorp hebben de zonderlinge ka
bouter nimmer meer terugge
zien en weten nu nog niet pre
cies waar hij vandaan kwam
en wie hij was. Maar ze ver
moeden wel dat het Kan-Al,
de grote toverkabo>'.er is ge
weest, die hen van de plagen
van reus Kwelman heeft ver
lost.
door MIEKE DEN OUDEN
oplossing te vinden om aan'niet ook, want vanaf dit ogen-
(Vervolg)
„Wat komt me dat mos
kend voor," dacht Njoek. En bij
dacht terug aan precies
stukjes mosgrond aan de
kant van het ravijn, juist
dat het grote woud daar begon.
Toen keek hij eindelijk om
heen. En wat ontdekte hij?
kalong had hem over het n
heen gevlogen! Hij stond op
eigen terrein van het grote
woud! Hier wist hij de weg, hij
kon binnen een kwartier langs
boomwortels en takken zijn pad
vinden naar de apenboom, waar
zijn vader en moeder en de he
le familie en vriendenschaar ver
blijf hield! O, hij „njoekte" van
geluk, en vergat bijna de kaiong
te bedanken voor zijn hulp. Ge
lukkig dacht hij er bijtijds aan.
.Lieve, goeie kalongmoeder,
hartelijk dank," jubelde hij.
Al goed, al goed. Weet je
de weg nu weer naar je moeder,
apenkind? Kijk uit voor gevaren,
die zijn er overal. En laat dit
je laatste avontuur geweest zijn.
Blijf in je moeders nabijheid,
dat is het veiligste. Saluutjes!"
En weg vloog de kalong. Njoek
keek haar even na, dan haastte
hij zich naar huis.
Na een reeks avonturen was
Njoek, het apenjong, dus einde
lijk in het grote woud terugge
komen. Moeder Kalong had hem
over het ravijn gevlogen en de
raad gegeven om in zijn moe
ders nabijheid te blijven. Laat
dit je laatste avontuur geweest
zijn, riep ze hem toe, voordat
ze wegvloog. Ja, en hiermee
zou het verhaal van Njoek ook
wel kunnen eindigen. Maar het
was zijn laatste avontuur nog
niet. En dat wilde ik je even
tjes vertellen.
Natuurlijk was de vreugde bij
Njoeks familie en vrienden on
stuimig groot toen hij ineens
weer voor hen stond. Ze konden
het haast niet geloven. Maar hij
was het toch echt. O. o, o, wat
een terugkeer. Het was gewoon
feest in het hele woud. Alle die
ren kwamen de kant van de
apenboom uit om te zien of de
imel van de apentroep wer-
weer terug was. En Njoek
,- - Jt vertellen en iedereen
luisterde, en allemaal stelden
ze vragen, dat ging zo uren
door die eerste dagen. Een ge
schetter en getwetter van belang
Grm'r en Uh-Uh, die Njoek nu
in waakzaamheid en behendi-
heid de baas geworden w
namen hem zo gauw mogelijk
om hem te tonen, hoev<
----' zij nu durfden en kondi
En zoetjesaan begon Njo
weer helemaal opnieuw te we
nen aan het leven in het grote
woud. En juist tóen begon zijn
nieuwe avontuur. Maar dat was
iets waar hij zelf niets aan doen
(Volgende week verder)