De zonderlinge kabouter DE ANDERE WEG" Kunstgeschiedenis in fraaie pockets Wat Njoek het apenjong beleefde ZONDAGSBLAD ZATERDAG 19 OKTOBER 1963 99 Barend de Graaff: Barend de Graaff blijft in *ljn laatste roman ,,De andere weg" trouw aan zijn thema's, t.w. geloofsstrijd, erfeniskwes ties, familietradities en huwe lijk. Dit boek is een vervolg op „Zoon zonder vader" en dit maal is het Peter van Omme ren, die zich na de dood van zijn innig vrome tante naar zijn nogal vrijgevochten vader in Rotterdam begeeft en daar de leiding van diens schildersbe drijf wil overnemen. Criterium van dit verhaal is: de strijd die Peter te voeren heeft met zijn liefde voor het meisje Bertha, symbool van het vaste geloof en Godsvertrouwen, en de ogenschijnlijk vrije wereld van zijn vader, waarin hij het meisje Loesje ontmoet, symbool van de lokkende wereld met al wat haar aankleeft aan boze ver leidingen. De Graaff zou de Graaff niet zijn als hij Peter niet de goede weg laat vinden. Doch ook hier geldt weer: goed verteld, maar naar inhoud nogal kinderlijk en burgerlijk. Ons de moeilijkheid van de op gave bewust zijnde, tekenen we hierbij aan: zou het niet goed zijn wanneer de schrijver zich eens innerlijk vernieuwde? Hij sloft op het ogenblik wat al te door Friesland in foto's Friesland, door Ed van Wijk en P. Terpstra. Uitgave N.V. W. van Hoeve, Den Haag. Het aantal fotoboeken dat van de persen komt is groot. Er schijnt een goede markt voor te zijn. We verwachten, dat dit ook geldt voor het {hierbij aangekondigde plaat werk, waarvoor Ed. van Wijk meer dan honderd goede tot uit stekende foto's vervaardigde en de journalist P. Terpstra een in leidend artikel schreef. Foto's en tekst geven een goed beeld van het hedendaagse Friesland en we veronderstellen dat met name de Friezen-om-üntens (de migran ten) het met graagte zullen be kijken en lezen. Voor kenners Van „it heitel&n" zouden meer plaatsaanduidingen in de bijschrif ten prettiger zijn geweest. ,.Ik soe wohis witte wolle hwer't dat nou krekt is", zullen velen waar schijnlijk bij het zien van een aan tal platen denken. Prachtig boek over insecten De verbijsterende wereld van de insecten, door Arend Bands- ma en Robin Brandt. Uitgave N.V. A. Oosthoek Utrecht. Wat is de schepping toch onge looflijk mooi. Tot deze uitroep moet wel komen wie leest en bla dert in dit prachtige boek, waar in een groot aantal foto's, stuk voor stuk bijzonder geslaagd, van insecten zijn bijeengebracht Bandsma en Brandt zijn leraren uit Nieuw-Zeeland die hun vrije tijd hebben gestoken in het foto graferen van insecten en het mag gezegd - men kan zich saai er bezigheid denken. Ze hebben er lange reizen voor over gehad en bovendien een opmerkelijk ge duld. Dit laatste omdat ze alle die ren en diertjes levend en wel voor de lens wilden brengen. Maar het resultaat is dan ook opmer kelijk of zoals de titel aan geeft verbijsterend. We kun nen ook zeggen: het stemt eer biedig. Korte verhalen van Caldwell Wij die leven, door Ersklne Caldwell. Uitgave J. M. Meu- lenhoff, Amsterdam. Caldwell, de grote Amerikaan se schrijver, betoont zich hier weer de meester van het korte verhaal, in de wijze waarop hij met ironie, medegevoel en teder heid de mens beschouwt. De oor spronkelijke titel luidt We are the living. De vertaling is van Margot Bakker. Het boekje heeft een plaats gekregen in de Meu- lenhoff-pockets. gens in zichzelf door menselijk zijn. Echter bij het lezen van zijn werk komt de vraag op: waar om zoekt men in de stad. wan neer men van buiten komt, altijd het plompe verderf op, het plat vloerse leven, en zeker klemt de ze vraag wanneer men is belast met een geestelijke erfenis als Peter van Ommeren? Heeft de stad dan ook geen verheffende zaken te bieden? Want in De Graaffs werk loopt ons de duivel teveel op klompen. Je hoort hem een uur ver komen. Nee, er zijn gevaarlijker misleidingen die ons geestelijk leven belagen, dan de schrijver ons tekent. Daardoor verliest zijn verhaal het klemmende en blijven de overwegingen van zijn personages teveel aan de oppervlakte. De ge zelligheidsfactor mag hier toch niet het belangrijkste zijn? Is dat teveel gevraagd? Alleen de schrij ver kan hierop een antwoord ge ven in zijn volgende boeken en daaraan blijft onze aandacht dan ook gespannen. Het is een goed verzorgde uit gave van Zomer Keuning te Wageningen. H.St. Oude cultuurgebieden openen zich in de reeks pockets die J. M. Meulenhoff, Amsterdam, uitgeeft in samenwerking met de Unesco. Ontvangen hebben wij nu de deeltjes over Vroeg- Boeddhistische schilderkunst in Japan, Middeleeuwse fres co's in Joegoslavië, Precolom- biaanse schilderingen in Mexi co en Grot-tempelschilderingen in India. Schrijvers van de beknopte toelichtingen zijn resp. Philip S. Rawson, David Talbot Rice, Ig- naoio Bernal en Benjamin Row land. De prachtige kleurenre producties, waaronder uitvouw bare bladen, maken deze boek jes waardevol. De gehele kunstgeschiedenis wordt ondergebracht in het door Bosch Keuning, Baarn, uit te geven pocket-standaardwerk Sesam, dat achttien delen zal omvatten. Het is een Nederland se bewerking van de Zwitserse Jllustrierte Weltkunstge- schichte", waaraan deskundi gen uit vele landen hebben mee gewerkt. Van deskundigheid getuigen zeker de thans verschenen eer ste twee deeltjes: „De prehisto rie van Europa en het Oude Oosten" en „Het Euraziatisch steppen- en woudengebied en Egypte". De uiteraard toch nog gecomprimeerde stof is, dunkt „KENT U GRONINGEN OOK ZO?" Nooit tevoren hebben wij zo'n goed gedocumenteerd en le zenswaardig boekwerk over Groningen ln handen gekregen als het kortgeleden bij de uitgeverij van het Nederlands Instituut voor Bedrljfspedagogie te Zeist verschenen ..Kent U Gronin gen ook zo?" van de journalist Jan A. Nlemeijer. Met behulp van talrijke bronnen is de schrijver erin ge slaagd een compleet overzicht samen te stellen, vanaf de vroegste ontwikkeling van dit noordelijke gewest tot en met de meest recente aardgasvondsten. Uit cultuur-historisch oogpunt bezien bevat het boek tal rijke zelfs voor de ingewijde interessante verhalen, terwijl de journalist zich er bovendien niet van heeft kunnen weerhouden enkele kritische noten te plaatsen bij een aantal belangrijke Provinciën-serie is verschenen ons, voor de leek dermate veel omvattend dat wij een typogra fisch overzichtelijker presenta tie wel gewenst achten. Tussen de tekst zijn vele teke ningen en kleurenreproducties opgenomen en elk deel bevat achterin nog tientallen zwart wit foto's van kunstwerken. Na zestien tekstdelen volgen twee geïllustreerde delen die samen een beredeneerde lexicon vor men. De bezitters hebben dan een complete kunstgeschiedenis in handen voor een prijs die men doorgaans voor slechts een deel van een standaardwerk groot-formaat moet betalen. Schoonheid onzer binnenschepen De schoonheid onzer binnen schepen, door W. J. Dijk. Met tekeningen van de schrijver, uitgave Ploegsma, Amsterdam. Mooi zijn onze binnenwateren. Men zegt wel, dat ons land van het water uit op zijn mooist is en we zijn geneigd het te onder schrijven. Mooi zijn de schepen die deze wateren bevaren en wat weten we er eigenlijk weinig van. Mooi moet wel een boek zijn, dat hierover gaat. Schrijver en te kenaar W. J. Dijk had dus veel mee. Maar gezegd mag worden, dat zijn boek een boek is gewor den als geheel met het hoge ge halte van het onderwerp in over eenstemming. Een prachtig boek dus, dat men met het grootste ge noegen leest, daarbij tevens ge nietend van de werkelijke voor treffelijke en in de juiste sfeer ge houden tekeningen. Een bewoner van onze lage landen behoort een boek als dit te bezitten. Auto's voor de liefhebber Automobielen vroeger en nu, door J. D. Scheel. Uitgave Ad. Donker, Rotterdam. Scheel is geen Nederlander, maar een Deen. Hij is in diplo matieke dienst en geldt als expert op het gebied van automobielen, waarin hij duizenden ..onverge telijke uren" heeft doorgebracht. Zonder de honderden, in kleur ge drukte tekeningen van Verner Hancke was Scheel echter ner gens. Zijn boek is tenslotte een naslagwerk, dat de geschiedenis van door een verbrandingsmotor voortgedreven voertuigen tracht weer te geven (met uitzondering van de motorfiets), en waarbij het gezichts- i.e. het herkennings vermogen een belangrijke rol Scheel is niet alleen een kenner, maar ook een liefhebber van auto mobielen. Men merkt het aan de beschrijvingen, die hij, van het prilste begin tot nu, aan honder den modellen van merken uit alle landen van de wereld wijdt. Dat hij niet compleet is, kan moeilijk als een omissie worden aange merkt. Als Scheel alle vierduizend automerken, die er sinds de twee de helft van de vorige eeuw heb ben bestaan, had moeten behan delen we spreken dus niet over typendan zou hij een ten min ste vier keer zo dik standaardwerk hebben moeten schrijven. Klassieke oudheid Encyclopedie voor de klas sieke oudheid, samengesteld door dr. J. C. B. Eykman. Uit gave J. M. Meulenhoff, Amster- Een belangrijke uitgave in de serie der Meulenhoff-pockets. Een welkome poging om de mens van vandaag de klassieke oudheid na derbij te brengen, zoals de schrij ver er trouwens meer heeft on dernomen in zijn vertalingen en historische werken. Met deze en cyclopedie bewijst hij al evenzeer velen een goede dienst. de heer H. J. J. Slavekoorde, Goud- relnctstraat 12S. Den Haag. Plezierige matbeelden Men moet iets van een dichter in zich hebben om het viertal Eartijstellingen, dat u in deze ru- riek ter oplossing wordt aange boden. te versieren met de titel „Dieses Bildnis ist bezaubernd schön",gelijk Kurt Richter in een van zijn grote maandelijkse schaakrubrieken doet. Maar hij heeft gelijk, ook al zullen velen van u hier misschien pas na lang en aandachtig bestu deren der stellingen achterkomen. Maar de beloning zal groter zijn naarmate de inspanning intenser en langduriger is geweest. Met deze troost laten wij u ver der aan de stellingen over, in het vertrouwen dat ook u hieraan het nodige plezier zult beleven. abcdefgh Vanwege de dreiging Tahl had wit juist 1. Lelg5 gespeeld. Wat volgde er? X 1 mu i A A A AA A* A BfiRöBS h mm m BABAB m B BS Detectives Jacht op Kuprin Jacht op Kuprin, door Mauri ce Edelman. Uitgave Ad. M. C. Stok Zuid-Hollandsohe Uitgevers Maatschappij, Den Haag. Spannend, met kennis van za ken geschreven verhaal over twee Britten, een parlementslid en een journalist, die proberen een jeugd vriend, die in Rusland als natuur kundige werkt, naar het Westen te halen. De ontwikkeling is ver rassender dan het weinig originele gegeven doet vermoeden. Vooral het tragische, ietwat pathetische slot werkt onthutsend. Revolver met monogram, en Een M paar schoenen, beide boekjes van Dick Pointer. Uit gave Het Wereldvenster, Baarn. Ontspanningslectuur, om cies te zijn: detectives die gen zijn. Het bijzondere i dat achter Dick Pointer een ïNe- derlander schuil gaat. Per slot van rekening zijn buitenlandse detecti ve-schrijvers in ons land favoriet. Wie 't precies is, onthult de uit gever niet. Wèl wordt gezegd, dat Dick Pointer een arts is, die meer malen bij zeer ongewone zaken betrokken is geweest en die niet alleen beroepshalve belangstelling heeft voor de menselijke'motieven bij de misdaad. Verder zou hij als vast medewerker verbonden zijn aan een der opinievormende Ne derlandse dagbladen. En elke dag rees weer de zon En elke dag rees weer de zon, door J. van den Weghe. Uitgave A. Manteau N.V., Brussel/Den Haag. De Belgische dichter J. van den Weghe, die met verscheidene bun dels poëzie en als redacteur van literaire tijdschriften in zijn vader land naam heeft gemaakt, heeft tot het slot van deze roman niet goed geweten wat hij nu zelf wilde: het verhaal van vijf mensen die door de barre wildernis van Kongo op zoek gaan naar rijke goud velden, dan wel een meer psycho logisch doorlichte roman die de menselijke hartstocht blootlegt. Het boek heeft daardoor iets tweeslachtigs. En de lezer begrijpt niet, waarom het goed vertelde relaas van de trektocht telkens onderbroken moet worden door bespiegelingen. Overigens zal het avontuur menigeen boeien. II B*B BABABAB \mmy r B&BWBAB m «g;e b cd e f g h Oplossingen Ziehier de zeer sobere, bijna simpele oplossingen der vier pro blemen, welke wij u in onze ru briek van 5 oktober il. voorzetten onder de titel „Krachttoeren". 1. Reichhelm:l. h8D. 2. Mrs. Baird: 1. Lxg7. 3. Schuld: 1. Pc2. 4: White: 1. e6. Wij bevelen u dringend aan al le varianten op te sporen. Pa» dan zult u de vernuftige construc tie van deze problemen kunnen vaststellen en waarderen. PUZZEL VAN DE WEEK Kruiswoord-puzzel Horizontaal: 1. metaalsoort, 6. brandstof, 11. tovergodin, 12 .voor zetsel, 14. voorzetsel, 16. bekende afkorting, 18. hoopje drogend hooi, 20. afkorting van dona, 21. koning der Elfen, 22. stad in Gel derland, 23. rijkstelefoon (afk.), 24. muzieknoot, 26. lengtemaat (afk.), 27. scheikundig element (afk.) 28. zijtak Donau, 30. hoen derachtige vogel, 32. voorzetsel, 34. voorzetsel, 35. de gouden bul (afk. Lat.), 37. oude lengtemaat, 38. voorzetsel, 40. stad in Italië. 41. vogel, 42. opgeld, 43. muzieknoot, 44. inhoudsmaat (afk.), 45. voedsel. 47. boom, 49. rivier (Spaans), 51. puntig voorwerp, 53. zot, 56. rund 58. telwoord, 59. in het jaar onzes Heren (afk. Lat.), 61. water in N.-Brabant, 62. de schaduw van een boom, 64. op een andere wijze, 65. emeritus (afk.), 66. deel van een deur, 69. mu zieknoot, 70. vreemde munt, 72. zijtak Donau, 73. nachtgewaad. 75. gebaar, 76. hoofddeksel. Verticaal: 2. nevenschikkend voegwoord, 3. de verhoogde stoep van een spoorwegstation, 4. behoudens vergissingen (afk. Lat.), 5. gemeente in N.-Brabant, 7. voorzetsel, 8. gemeente in N.-Brabant, 9. bijwoord, 10. diamantafval, 12. waterstand (afk.), 13. deel van een ontkenning (Fr.), 15. werktuig, 17. kloostervoogd, 18. gewicht, 19. viervoetig dier, 20. boom, 25. pers. voornaamw., 26. kanaalpeil (afk.), 28. altijd, 29. voorzetsel, 31. zijtak Rhóne, 32. scheikundig element (afk.), 33. rivier in Afrika, 34. lichaamsdeel ,36. speelgoed, 37. gemeente in Gelderland, 39. holte in een muur, 44. muzieknoot. 46. voorzetsel, 48. land in Europa, 50. voegwoordelijk bijwoord, 51. meervoud (afk. Lat.), 52. voorzetsel, 54. steeds, 55. grondslag, 57. optelling. 58. vaartuig. 60. bedekking van een gebouw, 61. lichaams deel. 63. jong rund, 67. lidwoord (Fr.), 68. staatsbedrijf (afk.), 70. Oriënt expresse (afk.), 71. voegwoord (Fr.), 73. familielid, 74. scheikundig element (afk.). OPLOSSING VAN DE VORIGE PUZZEL Horizontaal: 1. belangwek- kei.d, 11. aren, 12. leer, 13. lis, 14. melis, 17. Lea, 18. is, 19. tenakel, 21. nn, 22. bon 23. net, 25. mot, 26. Sem, 28. gal, 30. patent 31. edelen, 32. neb, 33. als, 35. nis, 37. rem, 39. Ede, 41. at 43. legatie, 46. pl, 47. nor, 48. tarok, 50. ora, 52. geul 53. noen. 54. onwillekeurig. Verticaal: 1. balie, 2. Eris, 3. les, 4. An, 5. geen, 6. edik, 7. kl, 8. eel, 9. neen, 10. drank 14. men. 15. lade, 16. sen 19. totebel 20. legende, 22. boter. 24. talie, 25. man. 26. sta, 27. mes. 29. les, 34. laar, 36. tan go, 38. met, 39. eik, 40. slang INZENDINGEN Inzendingen worden vóór don derdag a s. op ons bureau ver wacht. Oplossingen mogen uit sluitend op een briefkaart worden geschreven. In de linkerboven hoek vermelden: „Puzzeloplos sing". Er zijn drie prijzen: een van 5,en twee van 2.50. VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VÖOP. DE JEUGD - VOOR DE- JEUGD VOOR DE JEUGD - VOOR DE JEUGD - VOOR DE Omdat tante Jos nog een weekje vakantie houdt, ont breekt deze week voor één keertje haar rubriek. In de plaats daarvan nu dit ver haal. Alle kabouters van Padde stoelendorp waren helemaal in de war en hadden het ook niets meer naar hun zin. Ad- tijd hadden zij gelukkig en tevreden met elkaar gewoond in het Paddestoelendorp, dat op een verborgen plaatsje in het Eikenbos lag. Maar sinds de reus Kwelman in hun dorp je was verschenen, was het met de rust en het geluk van de kabouters gedaan. Op een dag, toen alle kabouters aan hun dagelijkse werk bezig waren, had plotseling het he le bos weergalmd van de dreunende voetstappen van de reus. De kabouters had den het werk gestaakt en wa ren angstig hun huisjes bin nengevlucht, waar zij zich schuil hielden. Zij wisten wie er op komst was, want dat hadden zij gehoord van Zwartkop, de kraai, die post bode was en dikwijls grote reizen maakte. Zenuwachtig Dit is een leuk gedichtje dat Henriëtta Kok uit Zwijndrecht zelf heeft gemaakt. Ik vind het knap, jullie zeker ook wel. De bloemetjes gaan slapen, het zonnetje zegt dag. Zij staat daar maar te gapen en ziet hoe het maantje lacht, en ziet hoe het maantje lacht. De sterretjes kijken stiekum, opeens komen ze er uit. Ze pinkelen zo helder, en hoor, hoe het klokje luidt, en hoor, hoe het klokje luidt. Want morgen is er weer een nieuwe dag, en nu is uit de pret, en nu is uit de pret. had hij de kabouters verteld, dat de reus Kwelman op zoek was naar een nieuwe woonplaats, omdat zijn oude hem niet meer beviel en ze ker ook het Eikenbos zou bezoeken om te kijken of hij daar een geschikte plaats kon vinden. Daarna was hij weggevlogen, de kabouters in grote onrust en angst ach terlatend. En reeds de vol gende dag was reus Kwelman gekomen. In stilte hoopten de kabouters, dat hij Padde stoelendorp onopgemerkt voorbij zou gaan, omdat het nogal goed verscholen lag on der grote varens. Maar de reus had wel degelijk de pad destoelenhuisjes gezien en riep met zware, donderende stem: „Aha! Hier wonen kabou ters! Van die kleine, luie ke reltjes! Aha!" De kabouters waren kwaad geworden, omdat de reus hen luie kereltjes noemde, de, maar zij waren stilletjes in hun huisjes gebleven. Toen had de reus hard geroepen, zó hard dat de bomen van het bos ervan kraakten: „En nu komen jullie alle maal één, twee, drie tevoor schijn en zo niet, dan zullen jullie eens wat anders zien." Er was echter geen enke le kabouter verschenen. Zij durfden hun huisjes niet ver laten. Maar nadat de reus gedreigd had alle huisjes on der zijn voeten te vermor zelen, waren zij een voor een, bevend van angst, tevoor schijn gekomen. En, o, wat waren de kabouters toen ge schrokken, want nog nooit in hun lange leven hadden zij zo'n reusachtig iemand ge zien. De reus stak boven al le bomen uit en de kabou ters konden nog niet eens over de voet van zijn laars kijken. Reus Kwelman had Krul- baard, de burgemeester van Paddestoelendorp, tussen duim en wijsvinger opgepakt en hem toegebulderd: „En vanaf dit ogenblik ben ik hier de baas en niet jij. Ik blijf hier wonen en daardoor zal het met. jullie luiheid voorgoed gedaan zijn. Allemaal zullen jullie werken en hard werken, ook jij bur gemeester. Hebben jullie dat begrepen!?" Burgemeester Krulbaard en ook alle andere kabouters hadden haastig ,,ja" geknikt. Wat konden zij anders doen? Daarna was er een onge lukkige, droevige tijd voor de kabouters van Paddestoe lendorp aangebroken. Van 's morgens heel vroeg tot diep in de nacht kabouters in de weer om het reus Kwelman n maken en hem een gemak kelijk en lui leventje te be zorgen. Want je snapt wel, dat reus Kwelman ontzettend veel eten en drinken nodig had en hiervoor moesten de kabouters zorgen. En nooit Kwelman tevreden en nooit had hij genoeg. De ka bouters sloofden en zwoeg den de hele dag, maar al tijd grauwde en snauwde de dat de kabouters lui en hem van honger en dorst lieten omkomen. En dan beval hij weer met drei gende stem, dat hij meer en grotere broden moest hebben, dat zijn portie beukenootjes- pap verdubbeld moest wor den en dat hem 'tien,in plaats van vijf emmers bosbessen- limonade moesten worden gebracht. En elke dag werd de reus, die niets anders deed dan eten, drinken en luieren nog ontevredener en barser en kwader. Het leven werd voor de kabouters op de duur ondragelijk. Dikwijls bespraken zij, wanneer de reus sliep en heel het bos dreunde van zijn gesnurk, met elkaar de ongelukkige en hopeloze toestand, maar geen der kabouters wisteen deze toestand een einde te maken en de reus kwijt te raken. Totdat - op zekere dag een heel vreemde en zonderlinge kabouter een bezoek aan Pad destoelendorp bracht. Nie mand had hem zien komen, ook reus Kwelman niet, maar eensklaps was hij er. En al was hij ook een kabouter en dus net zo groot, toch viel hij dadelijk op. Dat kwam, dat hij zo vreemd uitgedost' was. Zo had hij bijvoorbeeld in plaats van een rode een zwarte puntmuts op met een lange, gouden pluim eraan. Ook droeg hij een lange, zwar te mantel, waarop met goud draad allerlei figuren waren geborduurd, zoals sterren, hal ve maantjes, cirkeltjes en kruisjes. Toen de kabouters, die natuurlijk zeer verbaasd waren over zijn plotselinge verschijning, hem vroegen, waar hij vandaan kwam en wat hij kwam doen, antwoord de hij alleen: „Ik kom van heel ver en ik kom jullie 'helpen." Reus Kwelman, die de zon derlinge kabouter ook al gauw in het oog kreeg, schreeuwde verbaasd en kwaad tegelijk: „Zeg, raar manneke, waar kom jij vandaan en wat kom je hier uitvoeren? De vreemde kabouter keek fier naar de reus omhoog antwoordde slechts: „Ik kom van heel ver en ik kom om jou te straffen." De mond van de reus zak te ver open van verbazing bij dit antwoord. Daarna begon hij echter daverend te lachen, zodat alle kabouters, die in de nabijheid stonden, op de grond tuimelden. Alleen de zonderlinge kabouter bleef staan waar hij stond, vlak voor de reus en toonde hele maal geen angst. Reus Kwelman werd hier over verbazend boos en hij strekte een van zijn enorme handen naar de kleine kabou ter uit om hem te grijpen. Maar deze hief plotseling zijn beide handjes op en... toen ge beurde het. De reus Kwelman, die boven alle bomen van het Eikenbos uitstak werd klei- kleiner en keiner. Zijn hoofd, zijn lichaam, zijn ar men en benen, alles werd klei ner, steeds kleiner. Tenslotte was hij net zo groot als alle andere kabouters. Toen hield de verandering op. Daarna sprak de geheimzinnige kabou ter: „Reus Kwelman, je bent nu geen reus meer en je zult het nooit meer worden ook. Van nu af ben je een kabouter en je zult voortaan als kabouter onder de kabouters leven. Dit een straf en eigenlijk blik zul je gelukkiger zijn, dan je ooit als reus bent geweest." Na deze woorden was de vreemde kabouter weer even plotseling verdwenen als hij was verschenen. begrijpt, dat alle kabouters heel erg verbaasd, maar ook verheugd waren over de wonderlijke verandering van reus Kwel- Hoe voelde zich nu de reus? Wel, in het begin was hij na tuurlijk vreselijk boos, dat hij in een kabouter was veran derd. Maar hij was gedwongen zich in zijn lot te schikken. En later, toen het gewone le ven van de kabouters weer terugkeerde, begon hij zich meer en meer op zijn gemak te voelen. Hij verzoende zich geheel met de kabouters en werd een der ijverigste en zelfs gelukkigste van hen. De kabouters van Paddestoelen dorp hebben de zonderlinge ka bouter nimmer meer terugge zien en weten nu nog niet pre cies waar hij vandaan kwam en wie hij was. Maar ze ver moeden wel dat het Kan-Al, de grote toverkabo>'.er is ge weest, die hen van de plagen van reus Kwelman heeft ver lost. door MIEKE DEN OUDEN oplossing te vinden om aan'niet ook, want vanaf dit ogen- (Vervolg) „Wat komt me dat mos kend voor," dacht Njoek. En bij dacht terug aan precies stukjes mosgrond aan de kant van het ravijn, juist dat het grote woud daar begon. Toen keek hij eindelijk om heen. En wat ontdekte hij? kalong had hem over het n heen gevlogen! Hij stond op eigen terrein van het grote woud! Hier wist hij de weg, hij kon binnen een kwartier langs boomwortels en takken zijn pad vinden naar de apenboom, waar zijn vader en moeder en de he le familie en vriendenschaar ver blijf hield! O, hij „njoekte" van geluk, en vergat bijna de kaiong te bedanken voor zijn hulp. Ge lukkig dacht hij er bijtijds aan. .Lieve, goeie kalongmoeder, hartelijk dank," jubelde hij. Al goed, al goed. Weet je de weg nu weer naar je moeder, apenkind? Kijk uit voor gevaren, die zijn er overal. En laat dit je laatste avontuur geweest zijn. Blijf in je moeders nabijheid, dat is het veiligste. Saluutjes!" En weg vloog de kalong. Njoek keek haar even na, dan haastte hij zich naar huis. Na een reeks avonturen was Njoek, het apenjong, dus einde lijk in het grote woud terugge komen. Moeder Kalong had hem over het ravijn gevlogen en de raad gegeven om in zijn moe ders nabijheid te blijven. Laat dit je laatste avontuur geweest zijn, riep ze hem toe, voordat ze wegvloog. Ja, en hiermee zou het verhaal van Njoek ook wel kunnen eindigen. Maar het was zijn laatste avontuur nog niet. En dat wilde ik je even tjes vertellen. Natuurlijk was de vreugde bij Njoeks familie en vrienden on stuimig groot toen hij ineens weer voor hen stond. Ze konden het haast niet geloven. Maar hij was het toch echt. O. o, o, wat een terugkeer. Het was gewoon feest in het hele woud. Alle die ren kwamen de kant van de apenboom uit om te zien of de imel van de apentroep wer- weer terug was. En Njoek ,- - Jt vertellen en iedereen luisterde, en allemaal stelden ze vragen, dat ging zo uren door die eerste dagen. Een ge schetter en getwetter van belang Grm'r en Uh-Uh, die Njoek nu in waakzaamheid en behendi- heid de baas geworden w namen hem zo gauw mogelijk om hem te tonen, hoev< ----' zij nu durfden en kondi En zoetjesaan begon Njo weer helemaal opnieuw te we nen aan het leven in het grote woud. En juist tóen begon zijn nieuwe avontuur. Maar dat was iets waar hij zelf niets aan doen (Volgende week verder)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 16