GELOOF is een essentieel
GttS,±uj,x
Kap.-luitenant-ter-zee L.D. DE KROON
stuk van mijn leven geworden
Toekomst en taak liggen in de
reorganisatie van het kerkelijk leven
B&REN2 DE GRRRFFF
DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1963
Kapitein - luitenant - ter -
xee van speciale diensten
KMR L. D. de Kroon, ge
boren 21 augustus 1906 te
Magelang (Java) heeft
gisteren afscheid genomen
van zijn grote kring van
relaties en vrienden. Met
ingang van 1 oktober is
hij geen hoofd meer van
de marinevoorlichtings-
dienst. Op de kop af 12*£
jaar heeft hij die functie
vervuld het bereiken
van de pensioengerechtig
de leeftijd heeft daaraan
een einde gemaakt.
Over overste De Kroon valt
veel te zeggen, want hij
heeft veel meegemaakt en
hij is een veelzijdig mens.
Hij tekent, hij ontwerpt en
hij schrijft. Op het ogen
blik is hij bezig aan het
schrijven van een boek,
dat tot titel krijgt: „Van
linieschip tot vliegkamp
schip 150 jaar Konink
lijke marine", en in het
voorjaar van 1964 zal ver
schijnen.
De marine heeft een niet te
verdrijven plaats in zijn
hart ingenomen. „Ik heb
zo heeft hij eens ge
zegd de Koninklijke ma
rine altijd beschouwd als
een juiste vertegenwoordi
ging van ons volk. Zij is
door alle tijden heen van
het wel en wee van ons
volk een afschaduwing ge
weest. Zonder opsmuk
heeft zij steeds haar plicht
gedaan, zij heeft Neder
land altijd uit de moeilijk
heden weten te halen. De
marine snurkte nooit, zij
was altijd paraat om,
ook in de overzeese ge
biedsdelen, het gezag te
handhaven".
Een van onze redacteuren
heeft hem dezer dagen op
gezocht om een praatje
met hem te maken. Hij
heeft hem laten vertellen
over zijn jeugd, over zijn
wederwaardigheden in In-
dië waar hij dertig jaar
heeft gewerkt en over zijn
liefhebberijen. Maar dit al
les werd niet onderwerp
van nevenstaand verhaal.
Het is naar de achtergrond
gedrongen om de christen
De Kroon bij zijn afscheid
van de marine de gelegen
heid te geven te getuigen
van de leiding Gods in
zijn leven, van de wonder
bare uitreddingen uit
moeilijkheden en van de
moed en standvastigheid,
die God hem in het hart
legde toen hij met duizen
den Nederlanders tijdens
de Japanse bezetting in
krijgsgevangenschap en
bij de aanleg van de Bir-
ma-spoorweg werd ge
knecht en vernederd. Die
getuigenissen zijn hierbij
gepubliceerd.
De jonge luitenant-ter-zee
L. D. de Kroon zag zich door
de muiterij op de kruiser
Hr. Ms. Zeven Provinciën in
de jaren dertig de pas tot het
maken van een marine
carrière, zoals hij die zich
had gedroomd, radicaal
afgesneden. Kapitein-luite
nant-ter-zee van speciale
diensten KMR L. D. de
Kroon, die op 1 oktober we
gens het bereiken van de
pensioen gerechtigde leef
tijd zijn functie van hoofd
van de marinevoorlichtings
dienst hoopt neer te leggen,
vertelde me dezer dagen:
„Later heb ik ontdekt, dat
die zaak met de Zeven Pro
vinciën nodig was omdat ik
een dreun op het hoofd
moest krjjgen. Ik deed mijn
best een goed officier te zijn,
maar ik bekeek het leven
verder van de vrolijke kant,-
voor de diepere zin er van
had ik ik geen oog Het ge
beurde op de kruiser gaf
me een wrange bijsmaak,
doch één ding werd me dui
delijk bijgebracht ik moest
het aangezicht van God zoe
ken, en dat was er tot op dat
ogenblik beslist niet bij ge
weest".
Kostbaar
Ik zat tegenover hem op zijn
kamer in het gebouw van de ma
rine aan de Koninginnegracht te
Den Haag. L D. de Kroon is een
fors gebouwd man. over wiens
hoofd vele zware buien zijn ge
gaan. Het verdriet en de tegen
slagen zijn hem niet gespaard
gebleven, maar zij hebben hem
de blijheid niet uit het hart kun
nen halen. Hij is een blijmoedig
mens. die de kracht bezit een an-
zijn blijheid te laten delen
Hij
sen-tiee. gM
worden...." En zichzelf interrum
perend: ..Heeft u zich wel eens
verdiept in het leven van onze
grote admiraal Michiel Adriaans
zoon de Ruyter? Moet u eens
doen. Die man had geloof. Zijn
hele wezen, zijn zeemanschap,
zijn leidersschap waren er van
doordrenkt. Zijn hele levenshou
ding kwam uit dat geloof voort.
Uit dat geloof putte hij zijn
moed. zijn wijsheid. Wat hij
deed. deed hij voor het vader
land en voor zijn Heer. Richt
snoer voor zijn leven is altijd ge
weest wat de apostel Paulus de
Colossenzen heeft voorgehou
den." Uit zijp tas een bijbel ha
lend: ..Kijk. hier staat het:
..Wat gij ook doet. verricht uw
werk van harte, als voor de Hei
en
de
Na
enig zwijgen: „Ik heb gepro- breuk, toch
beerd dit ook tot richtsnoer van
mijn leven te maken. Als een
kostbare schat heb ik hei in mijn
hart opgesloten, maar het kon
niet anders of het is zich gaan
verweven met mijn hele leven".
Anderen
Hij bladerde in Behouden Vaart,
zijn tweede boekje met korte
overdenkingen aan de hand van
bijbelteksten, dat kortgeleden bij
Hoenderloo's uitgeverij te Hoen-
derloo is verschenen en waarin
hij ook zijn persoonlijke ervarin
gen heeft verwerkt.
Hij zei: „En ik heb altijd ge
weien. dat ik die schat niet voor
mijzelf mocht houden, dat ik er
anderen deelgenoot van had te
maken. Door wat ik bezat kon
ik anderen in de moeilijke jaren
van de tweede wereldoorlog hel
pen. In krijgsgevangenschap heb
ik ettelijke malen bemoedigende
woorden mogen spreken: God
heeft me de moed in het hart
gegeven om tegen de Japanse be
wakers openhartig te zijn toen zij
van ons. bij de aanleg van de
Birma-spoorweg, het onmogelij
ke eisten. Ik kan zeggen, dat de
Here ons genadig heeft bekeken,
toen de dood ons nabij scheen.
Hij heeft met ons dingen gedaan,
die alle verstand te boven gaan".
Weer zweeg hij even. Toen:
„Want dat is het met die schip
breuk, die wonderbare schip-
geweest! Het ge
beurde in de tweede week van
januari in 1943. We waren eerst
overgebracht van Batavia naar
Singapore en gingen daarna van
Singapore naar Moulmein in de
Golf van Bengalen. En twee da
gen voor aankomst daar werd
ons transport zwaar gebombar
deerd door drie vliegtuigen, die
het _schip finaal tot zinken brach-
Formogaan
Hij liet zijn blik glijden langs
zijn uniformjas, waarop hij de
Verzetsster Oost-Azië draagt, die
hem in 1950 werd uitgereikt voor
zijn houding in de donkere jaren
van de Japanse bezetting.
Hij zei: „Het was mijn ge
woonte elke dag met mijn groep
uit de bijbel te lezen. Op een dag
zag ik. dat een van de Japanse
bewakers, een reusachtige For-
mosaan met koolzwarte ogen. me
dreigend opnam. Toen ik onze
dienst had beëindigd kwam hij
op me af en vroeg: „Wat was u
daar aan het lezen?" Ik ant
woordde: „Een hoofdstuk uit de
bijbel". Zü ogen lichtten op en
aij zei: ..Wilt u mij voortaan
vertellen wat u gaat lezen?"
ik uit mijn bijbel een hoofdstuk
ging voorlezen, moest ik hem in
zijn bijbel wijzen wat ik las
Door deze Formosaan heb ik de
zekerheid gekregen, dat Jezus in
ons midden was. Hoe vreemd
het misschien zal klinken, ik ben
van die man gaan houden, door
hem heb ik leren verstaan wat
dat betekent: „Hebt uw vijanden
lief". Hij is er altijd bij geweest
t elkander uit de bijbel
als
Benauwdheid
siga-
Maar
mijn groep was te groot voor dat
ene pakje. De Formosaan gaf
me een tweede en zei: „Ook die
anderen moeten sigaretten heb
ben, want zij hebben eveneens
zitten luisteren". F.ater liet hij
zijn bijbel zien en elke keer als
Hij vertelde: „Het gebeurde op
de tiende januari 1943. tegen het
vallen van de avond. Het leek
alsof, we met kracht op een rif
waren gestoten. De eerste bom
viel op het achterschip. Daar be
vonden zich zeshonderd Japanse
deel ineens werd gedood Na ver
loop van tijd volgden er nog twee
aanvallen.
Die middag had ik gelezen Pslam
1C7: „Looft de Here, want Hij
is goed". Tot driemaal toe valt in
die Psalm te lezen: „Toen riepen
Zij tot de Here in hun benauwd
heid, en Hij redde hun uit hun
Een kwartier later viel de eer
ste bom. Er ontstond schrik en
ontsteltenis. Ik zei: „Wat hebben
we nu zo juist gelezen? Dat we
de Here moeien aanroepen in on
ze benauwdheid en dat we dan uit
onze angsten worden gered. Ook
de Formosaan riep: „Niet bang
worden, hebt geloof".
Bij de tweede bom al hoor-
KAPÏTEIN-LUITENANT-TER-ZEE L. D. DE KROON
geloof, kostbare schut
ÏBiSaSÉfMII
Vijftig jaar vereniging tot verspreiding van de heilige schrift
„Onze voornaamste taak in
de komende 50 jaar is de ker
ken te doen beseffen dat de
evangelisatie een zaak van de
kerk is en dat ze die maar al
te lang verwaarloosd heeft.
Maar om die taak goed te kun
nen vervullen zal er een vol
komen reorganisatie van het
kerkelijk leven nodig zijn, en
hierbij kan de Vereniging dan
van nut zijn". Deze toekomstvi
sie gaf de directeur ds. G.
Lugtigheid van de deze week
jubilerende gouden Vereniging
tot Verspreiding der Heilige
Schrift. De tijd van het uitslui
tend verspreiden van tractaat-
jes en scheurkalenders (de op
zet van de initiatiefnemer en
oprichter van de vereniging de
heer M. J. Heule) is voor de
thans 120.000 leden tellende ver
eniging nu voorbij. Zeker voor
ds. Lugtigheid, gereformeerd
predikant te Maarn, die groot
se mogelijkheden voor de Vere
niging ziet.
Misschien heeft ds. Lugtigheid
niet de zeven jaar dat hij nu di
recteur is (samen met de heer
K. Heule, de laatste „Heule" uit
de familie N.V.) nodig gehad,
maar in ieder geval is er lang
nagedacht en gestudeerd om tot
de conclusie te komen dat er
naar de kerken toegewerkt moet
worden, en dat hier de toekomst
ligt voor de Vereniging.
Hijzelf is er volkomen van over
tuigd dat het naar binnen ge
keerd leven van vele kerkmensen
funest is voor de evangelisatie.
„Als er dan al geëvangeliseerd
wordt, doet men dat zo overge-
organiseerd dat alle spontaniteit
verdwenen is. Het jongste pro-
de jubilerende Vereni
ging is dan ook het stimuleren
van de „adoptiegedachte", het
adopteren van een of meer bui
tenkerkelijken door een gemeen
telid. Al beginnen ze alleen maar
eens voor deze mensen te bid
den". is de mening van ds. Lug
tigheid. „een gesprek komt later
De huidige directeur van deze
interkerkelijke vereniging is gro
tendeels de auteur van de vele.
vaak goed verzorgde. uitgaven.
(„Het is zo moeilijk medewer
kers te vinden, dat ik het zelf
maar doe"). Het blijkt dat de
adoptiegedachte, die gestimuleerd
wordt door een hiervoor samen
gesteld instructieblaadje, ingang
vindt bij de leden. Dit is voor ds.
Lugtigheid genoeg bewijs dat een
gemeentelid wel aandacht aan de
evangelisatie wil schenken, maar
dat de gemeente als geheel te
introvert blijft. Daar kan alleen
iets aan gedaan worden door het
individu.
Structuurverandering
Om de structuurverandering in
de parochie nu te verwezenlijken
is er regelmatig contact tussen
dc kerken en de Vereniging tot
Verspreiding der Heilige Schrift.
„Mijn ideaal is, maar ik denk
niet dat ik dat nog verwezenlijkt
zie, dat de Vereniging als parti
culiere instelling, een semi-kerke-
lijk orgaan zal worden", aldus ds.
Lugtigheid.
Het jubileum, dat afgelopen vrij
dag naar buiten een feestelijk tint
je kreeg door een drukbezochte
'receptie, is verder zonder her
denking verlopen („We« hebben
het geld willen besteden aan iets
blijvends"). De verspreiding van
een folder en een advertentie in
diverse dagbladen luidden de ju
bileumuitgave in: De „Bijbel voor
de jeugd" geschreven door Ben
Anderman, met tekeningen van
Hans Deininger. Ook de nog te
verschijnen bijbel met plaatwerk
van Bert Bouman zal ter gele
genheid van het jubileum worden
uitgegeven
Financieel gezond
Het is opmerkelijk hoe finan
cieel gezond de Vereniging is (ge
volg van de handelsgeest van de
familie Heulei. Ds. Lugtigheid is
steeds waakzaam of dit handels
beleid van de Vereniging wel
ethisch door de beugel kan. „Het
binnenstromen
e maakten ons gereed om
boord te gaan. Door Gods
lig'neid waren we allen in
het bezit van een zwemvest
wonderlijk geval. Toen het schip
begon te zinken zijn we naar de
hoge kant gekropen om ons langs
de huid. als bij een rutschbaan, in
het water te laten glijden. En
daar in dat water, in die Goif
van Eengalen, is de intensiefste
bidstond gehouden, die ik ooit heb
meegemaakt. Ik had toch gele
zen: „Toen riepen zij tot de He-
re in hun benauwdheid....?" En na
die bidstond zijn we liederen
gaan zingen, liederen uit de bun
del van Johan de Heer, en een van
die liederen was: Welk een vriend
dat Japanse schip stonden, zei ik
tot mijn groep: „Laten we God
danken voor deze redding", en
we gingen allen op de knieën. De
Formosaan was er bij, hij 7.ij:
„Praise the .Lord". Ik ben die
man nooit meer vergeten".
L. D. de Kroon heeft zich het
evangelie van Jezus Christus
nooit geschaamd. In woord en
geschrift heeft hij er de jaren
door van getuigd. Wonderlijke
ervaringen heeft hij gehad. Hij
heeft er enkele van neergelegd
in zijn jongste hoekje, dat naar
hij schrijft, de lezer zeer drin
gend en positief wil toeroepen:
„Behouden Vaart", door Jezus
Christus, onze Heer en Red
der".
is ons wel eens verweten dat we
bijvoorbeeld eerst een campagne
voerden voordat we met iets
nieuws kwamen om zeker te we
ten of het succes zou hebben,
maar waarom mag men niet za
kelijk zijn in het geestelijke",
verweert ds. Lugtigheid zich Een
gevolg van dit financieel gezonde
beleid is trouwens, dat de uitga
ven van de Vereniging zo met
kosteloos dan wel tegen opmerke
lijk lage prijzen tè verkrijgen
Samenwerking
Ds. Lugtigheid blijft de nadruk
leggen op de samenwerking. Het
is onzinnig als er meerdere ver
enigingen, die elkaar overlappen,
naast elkaar blijven bestaan. Over
de verhouding met het Neder-
landseh Bijbelgenootschap merkt
hij nog op dat die niet altijd
even soepel is („Hoewel, door de
telefoon kunnen Van Tuyl en ik
het best vinden"), maar de werk
methodes en interessegebieden
van de beide instellingen liggen
ook wel zeer uit elkaar.
Het is duidelijk dat de Vereni-
tmg tot Verspreiding der Heilige
chrift, die een halve eeuw ge
leden bescheiden begon met het
veizorgen van de zogenaamde
„volksuitgaven" vooral door het
tijdig bezien van toekomstmoge
lijkheden, juist nu wezenlijk be
staansrecht heeft, zelfs naast de
veel grotere organisatie als het
Nederlandsch Bijbelgenootschap
(„Zij zorgen voor de „grote munt"
wij behelpen ons met „pasmunt").
De thans 61-jarige directeur is
er vast van overtuigd dat, zo
niet onder zijn leiding dan wel
onder die van zijn opvolger, de
structuurverandering van het ker
kelijk leven een feit zal worden.
Dat zal dan een der vele posi
tieve resultaten van de arbeid
van de Vereniging tot Versprei
ding der Heilige Schrift zijn.
Haaien
De bijbelopnemend eri weer
neerleggend: „We wisten dat Je
zus bij ons op het water was, en
dat Hij ons ÜOU rédden, wat or.s
ook nog te wachten stond. Na
drie uren kregen we allen last
van kramp. En we wisten, dat
er veel haaien in de golf waren,
het water begon zich al rood te
kleuren van het bloed van ge
dode Japanners.
Toen we ons bijna van stijfheid
niet meer konden bewegen dreef
er een fles op ons af. Het was
een fles met whisky. We konden
ieder twee slokken nemen en die
whisky verwarmde ons weer, we
konden ons weer bewegen. Er
was een jongen, die de moed wil
de opgeven. Ik zei: „Roep de He
re dan toch aan in je benauwd
heid", maar hij antwoordde: „Ik
kan niet bidden". Ik ben naar hem
toegezwommen, heb onder water
zijn handen gegrepen en samen
hebben we gebeden.
Zes uren zworrunen en dreven
we al in het water zonder dat er
van een nabijvarend schip ook
maar de minste poging werd on
dernomen ons uit het water te ha
len. En ineens zagen we dat dit
schip van ons wegdraaide. We zei
den tegen elkaar: „Al vaart dat
schip weg. toch zal de Here ons
helpen". En hij hielp. Een pa
trouillevaartuigje riep het schip,
door luid de stoomfluit te laten
gillen, terug. Dat gillen.van die
stoomfluit was voor mij het be
wijs, dat de Here ons wilde zeg
gen: „Ik kom u te hulp", want
dat terugroepen van dit wegva
rende schip had evengoed via de
scheepsradio kunnen gebeuren"
Gered
Weer drie romans in een band van
Een nieuwe confrontatie met
het vroegere"werk'Van de thans
65-jarige Barend de Graaff was
zeker geen onplezierige, en het
feit dat de uitgever Zomer
Keuning te Wageningen het
aangedurfd heeft dit werk per
„Omnibus" nog eens onder de
aandacht van zijn georganiseer
de lezerskring te brengen wet
tigt de veronderstelling dat de
ze auteur een plaats heeft on
der het christelijk lezerspu
bliek. En terecht. Hij is de ver
teller bij uitnemendheid en deze
gave is tegelijk zijn gedreven
heid. Zijn thema is in de kern
altijd de kracht van het le
vende geloof te stellen tegen
over het schijn- en ongeloof in
al zijn nuances en consequen
ties. Hij diept zijn figuren ech
ter niet uit.
Dit ligt ook niet in de aard
van de aüteur, die zich kennelijk
richt tot de eenvoudige lezer, die
geïnteresseerd is bij een boeiend,
goed lopend verhaal. Dit leidt ech
ter bij hem tot de consequentie,
dat al zijn werk een wat burgerlijk
accent krijgt. Het wordt nergens
groots en raakt niet aan een eigen
briljante stijl. De Graaff heeft
daar ook kennelijk geen behoef
te aan. Hij heeft zijn „boodschap",
zijn „Evangelische boodschap" zo
ge wilt en dit blijft gelden als
voor historie, voor streekhistoii®
in het bijzonder. Hij schetst-ons
de sfeer van de oude Alblasscr-
waard en Vijiheerenlanden, de
Hoeksche Waard en Zeeland. „Ge
brandmerkt" tin 1937 geschreven)
speelt in Zeeland. „Een erfenis in
de pruikentijd" (1946) in de Hoek
sche Waard, „De vrouw uit 't
Wynvat" op de Zeeuwse eilanden
(1947). Steeds weet hij de juiste
sfeer te scheppen en dat is een
verdienste op zichzelf.
Niettemin komt het ons voor
bij nadere bestudering, dat De
Graaff zijn pen wat te noncha
lant gebruikt, te gemakkelijk, en
dat is een gevaar. Hij zou daar
voor nog eens b.v. de eerste blad
zijden van zijn „Erfenis" moeten
ontleden. Hij roept bij de nog niet
ingevoerde lezer verwarrende
beelden op t.a.v Liezebette's zie s-
gesteldheid. En wat te zeggen van
regels als: „De grote hoeve Rei
gershof lag in de nacht tegen de
Kruiddijk rustig en breed" (Over
dag niet?) De fragmenten op bldz,
220 b.v. liggen de auteur kenne
lijk niet. Hij kan die beter ver
mijden. En wat te zeggen van zin
nen als: „Madame zat op een der
hoogleunige stoelen, met dunne
gebogen poten"!!). Op deze wij
ze hebben wij teveel aantekenin
gen in ons exemplaar moeten ma
ken, wat met meer zorgzaamheid
Dit houdt echter niet in. dat
wij geen waardering zouden heb
ben voor zijn oeuvre in het ge
heel, want het is een vorm van
christelijke romankunst, die we
op ons erf niet zouden willen m.s-
sen en we zien zijn boeken graag
op de boekenplank in onze gezin-
H. St.
Rapport Denning stelt Macmillan verantwoordelijk
Nieuwe rebellie in Conservatieve partij Hulp aan
Soekarno bevroren Staatsgreep in Dom. Republiek.
de
UE publikatie van het rappoi
van lord Denning
Profumo-affalre zal naar ver
wacht wordt een storm doen op
steken in het Lagerhuis, die voor
de Conservatieve partij van
Macmillan wellicht grote gevol
gen zal hebben. De sleutelfor
mule van het rapport luidt nu
eenmaal: „Het was de verant
woordelijkheid van de eerste mi
nlster en diens collega's en var
hen alleen. In deze situatie te
handelen en zij zijn er niet in
geslaagd, dit te doen". En al
valt Macmillan eigenlijk niets te
verwijten, omdat hij zelf brand
schoon uit het onderzoek tevoor
schijn komt, als premier is hij
verantwoordelijk voor heel het
doen on laten van zijn kabinet,
ook voor de goedgelovigheid ten
opzichte van Profumo op een
ogenblik, dat al in brede krin
gen bekend was, welke relaties
dc man die toen nog minister
Gefaald
Tekenend voor de positie van
Macmillan is de kop. die de als
conservatief bekend staande Dai
ly Telegraph boven het nieuws
over het Denning-rapport plaat
ste. Deze luidde ul.: „Premier
faalde in de zaak Profumo" De
Times schreef in een hoofdarti
kel: „zij (Macmillan en diens
ministers) kunnen beslist niet
ontsnappen aan het verwijt van
naïeviteit, welke zij aan de dag
hebben gelegd, door de ontken
ning van Profumo als geloof
waardig te accepteren. Evenmin
kunnen zij ontkomen aan hel
verwijt van gebrek aan grondig
heid. aangezien zij in gebreke
zijn gebleven, de beweringen
van Profumo te toetsen aan an
dere bewijzen, die toen al voor
handen waren". En het is ook
duidelijk, dat de Britse socialis
ten deze gelegenheid niet voor
bij zullen laten gaan om Mac
millan in gebreke te stellen
Hersteld
In het Lagerhuis kan Macmil
lan echter niets overkomen. De
socialisten kunnen hem met een
motie van wantrouwen niet tol
aftreden dwingen, omdat de con
servatieven een meerderheid
hebben en onder de huidige om
standigheden niet verwacht mag
worden, dat er rebellie in de ge
lederen van de Conservatieve
partij zal uitbreken. De grote
moeilijkheden, die Macmillan
kan verwachten,' ontmoet hij in
eigen kring. Toen de Profumo-
affaire enkele maanden geleden
voorlopig als afgedaan werd be
schouwd, werd een ernstig con
flict binnen de partij bijgelegd
op grond van de verwachting,
dat Macmillan zelf zo wijs zou
zijn, de dag van zijn aftreden
en de wijze waarop hij dat zou
doen, bekend te maken.
Later bleek evenwel, dat de
premier pogingen in het werk
stelde, zijn optreden te prolonge
ren, hetgeen zeer begrijpelijk
Verkiezingen
Nog zeer onlangs heeft een
van de leidende figuren in de
Conservatieve partij laten we
ten. dat er waarschijnlijk nog
dit jaar (vervroegde) Lagerhuis
verkiezingen zullen worden ge
houden. De verwachting was,
dat de Conservatieve partij op
nieuw onder leiding van Mac
millan de verkiezingsstrijd zou
ingaan. De vraag is thans, of
dit inderdaad het geval zal zijn.
De mogelijkheid bestaat, dat het
besluit om vervroegde verkie
zingen te houden, nu niet zal
worden uitgevoerd. (Dit is in
middels gebeurdred) Ook is
niet uitgesloten, dat de groepe
ringen in de partij, die al geruime
tijd op wijzigingen in de top heb-
Jen aangedrongen. hetDenningrap
port zullen aangrijpen om ru
toch op de verwijdering van
Macmillan aan te sturen.
De premier bevindt zich niet
in een benijdenswaardige posi
tie. Men heeft hem weinig te
verwijten, maar de nalatigheid,
die hem in de schoenen wordt
geschoven kan hem in politieke
moeilijkheden brengen.
Geen breuk
nesië, waarmede Engeland bijna
de diplomatieke betrekkingen
heeft verbroken. Voorlopig zal
het niet tot een breuk komen,
daarvoor zijn de belangen, die
beide landen hebben bij het
voortzetten van het contact te
groot. Het is echter de vraag,
of er na verloop van tijd toch
niet een voor Engeland bijzon
der vervelende ontwikkeling zal
volgen, die de Britten voor een
zelfde keus zal plaatsen als met
Nederland het geval is geweest.
Het ziet er niet naar uit. dat
president Soekarno zijn verzet
tegen de pas opgerichte Malei
sische federatie zal opgeven. Vo
rige week hebben we reeds uit
eengezet. waarom hij zich dit
onder de huidige omstandighe
den pJ-*—i—
kan veroorloven.
Kwesfbaar
Of hij werkelijk militaire
maatregelen zal durven nemen
om zijn eisen kracht bij te zet
ten. moet worden betwijfeld. Hij
vindt, dan een bijzonder krach
tige tegenstander tegenover zich
en is dan veel kwetsbaarder
dan het geval was, toen hij ziin
parachutisten inzette tegen de
Nederlandse strijdkrachten op
Westelijk Nieuw-Guinea. Soekar
no wil nu mei economische mid
delen proberen, de Maleisiërs
op de knieën te krijgen. Maar
dat zal hem niet meevallen. Wel
zal men in Malakka en Singa
pore tijdelijk met problemen te
maken krijgen als gevolg van
het wegvallen van de handel met
Indonesië.
Daar zal echter nog wel een
mouw aan te passen zijn. Voor
Djakarta liggen dc zaken veel
moeilijker. Soekarno meent, dal
Indonesië over enkele maanden
versterkt uit de strijd zal te
rugkeren. Als hij zo doorgaat
zou het tegendeel wel eens het
geval kunnen zijn.
China
Indonesië kan niet langer on
gestraft maatregelen nemen, die
zowel door Amerikanen als Brit
ten als internationale chantage
worden bestempeld. De Verenig
de Staten hebben reeds laten we
ten, dat zij de nieuwe economi
sche hulp aan Indonesië bevro
ren hebben. Het Internationale
Monetaire fonds heeft Indone
sië medegedeeld, dat de krediet
regeling voor vijftig miljoen dol
lar. die in juli jl. werd getrof
fen. tijdelijk is opgeschort. Er
zijn aanwijzingen, dat Soekarno
zich nu meer op communistisch
China gaat oriënteren om ver
schillende produkten, die hij niet
meer naar de gebieden van de
Maleisische federatie wil sturen,
toch aan de man te kunnen
brengen.
Dit zal onherroepelijk inhou
den. dat er een grotere afhan
kelijkheid van Peking ontstaat,
die koren op de molen van de
grote Indonesische communis
tische partij is. Ook kan deze
afhankelijkheid er toe lelden,
dat de invloed van de commu
nistische partij in Indonesië be
langrijk wordt vergroot, ook in
de omgeving van Soekarno.
Bosch
Communistische invloed zoo
men ook achter het optreden
van Juan Bosch, sinds februari
president van de Dominicaanse
republiek. Hij was op volkomen
normale wijze gekozen. Iedereen
had in alle vrijheid zijn stem
kunnen uitbrengen. Tijdens het
dictatoriale regiem van de
Trujillo's bevond hij zich in
ballingschap. En hij wilde ech
ter ook schoon schip maken en
hij begon daar al spoedig mee,
wellicht iets te spoedig. Hij 'rof
voorbereidingen om alle eigen
dommen in beslag te nemen van
mensen, die tijdens het Trujil-
lo-bewind rijk zijn geworden.
Aangezien dit regiem meer
dan 30 jaar heeft geduurd, be
tekenden de maatregelen van
Bosch, dat vrijwel iedere Domi
nicaan, die een bankrekening
heeft, er het slachtoffer van zou
zijn geworden. Bosch meende,
dat dit moest gebeuren, wilde
er van een goed nieuw begin
sprake kunnen zijn. Met minder
wilde hij geen genoegen nemen.
Eenzaam
Het gevolg was, dat men hem
er van ging beschuldigen, dat
hij er communistische sympa-
op nahield. Langzamer
hand begon Bosch links
rechts steun te verliezen (zij hel
dan niet direct in de politieke
zin van het woord links) en al
enkele maanden zag het er naar
uit. dat er iets zou gaan ge
beuren. Enkele weken geleden
vertoefde Bosch in Mexico en
bij die gelegenheid vertelde hij
zelf. te verwachten dat hij af
gezet zou worden. Hij verzwak
te zijn positie vorige week nog
meer. door wat onbehouwen te
keer te gaan tegen dictator
Frangois Duvalier van het buur
land Haïti, wiens paleis in Port
au Prince hij dreigde te laten
bombarderen.
Er bleek „niels bijzonders"
aan de band te zijn. De Haï-
tiaanse rebellen, die van de Do
minicaanse republiek uit Haïti
waren binnengevallen, waren te
ruggekomen, met schietende
Haïtiaanse militairen op de hie
len. Het blijkt in Latijns-Ameri-
ka nog steeds niet altijd moge
lijk te zijn, het hoofd koel te
houden.