GELOOF is een essentieel GttS,±uj,x Kap.-luitenant-ter-zee L.D. DE KROON stuk van mijn leven geworden Toekomst en taak liggen in de reorganisatie van het kerkelijk leven B&REN2 DE GRRRFFF DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1963 Kapitein - luitenant - ter - xee van speciale diensten KMR L. D. de Kroon, ge boren 21 augustus 1906 te Magelang (Java) heeft gisteren afscheid genomen van zijn grote kring van relaties en vrienden. Met ingang van 1 oktober is hij geen hoofd meer van de marinevoorlichtings- dienst. Op de kop af 12*£ jaar heeft hij die functie vervuld het bereiken van de pensioengerechtig de leeftijd heeft daaraan een einde gemaakt. Over overste De Kroon valt veel te zeggen, want hij heeft veel meegemaakt en hij is een veelzijdig mens. Hij tekent, hij ontwerpt en hij schrijft. Op het ogen blik is hij bezig aan het schrijven van een boek, dat tot titel krijgt: „Van linieschip tot vliegkamp schip 150 jaar Konink lijke marine", en in het voorjaar van 1964 zal ver schijnen. De marine heeft een niet te verdrijven plaats in zijn hart ingenomen. „Ik heb zo heeft hij eens ge zegd de Koninklijke ma rine altijd beschouwd als een juiste vertegenwoordi ging van ons volk. Zij is door alle tijden heen van het wel en wee van ons volk een afschaduwing ge weest. Zonder opsmuk heeft zij steeds haar plicht gedaan, zij heeft Neder land altijd uit de moeilijk heden weten te halen. De marine snurkte nooit, zij was altijd paraat om, ook in de overzeese ge biedsdelen, het gezag te handhaven". Een van onze redacteuren heeft hem dezer dagen op gezocht om een praatje met hem te maken. Hij heeft hem laten vertellen over zijn jeugd, over zijn wederwaardigheden in In- dië waar hij dertig jaar heeft gewerkt en over zijn liefhebberijen. Maar dit al les werd niet onderwerp van nevenstaand verhaal. Het is naar de achtergrond gedrongen om de christen De Kroon bij zijn afscheid van de marine de gelegen heid te geven te getuigen van de leiding Gods in zijn leven, van de wonder bare uitreddingen uit moeilijkheden en van de moed en standvastigheid, die God hem in het hart legde toen hij met duizen den Nederlanders tijdens de Japanse bezetting in krijgsgevangenschap en bij de aanleg van de Bir- ma-spoorweg werd ge knecht en vernederd. Die getuigenissen zijn hierbij gepubliceerd. De jonge luitenant-ter-zee L. D. de Kroon zag zich door de muiterij op de kruiser Hr. Ms. Zeven Provinciën in de jaren dertig de pas tot het maken van een marine carrière, zoals hij die zich had gedroomd, radicaal afgesneden. Kapitein-luite nant-ter-zee van speciale diensten KMR L. D. de Kroon, die op 1 oktober we gens het bereiken van de pensioen gerechtigde leef tijd zijn functie van hoofd van de marinevoorlichtings dienst hoopt neer te leggen, vertelde me dezer dagen: „Later heb ik ontdekt, dat die zaak met de Zeven Pro vinciën nodig was omdat ik een dreun op het hoofd moest krjjgen. Ik deed mijn best een goed officier te zijn, maar ik bekeek het leven verder van de vrolijke kant,- voor de diepere zin er van had ik ik geen oog Het ge beurde op de kruiser gaf me een wrange bijsmaak, doch één ding werd me dui delijk bijgebracht ik moest het aangezicht van God zoe ken, en dat was er tot op dat ogenblik beslist niet bij ge weest". Kostbaar Ik zat tegenover hem op zijn kamer in het gebouw van de ma rine aan de Koninginnegracht te Den Haag. L D. de Kroon is een fors gebouwd man. over wiens hoofd vele zware buien zijn ge gaan. Het verdriet en de tegen slagen zijn hem niet gespaard gebleven, maar zij hebben hem de blijheid niet uit het hart kun nen halen. Hij is een blijmoedig mens. die de kracht bezit een an- zijn blijheid te laten delen Hij sen-tiee. gM worden...." En zichzelf interrum perend: ..Heeft u zich wel eens verdiept in het leven van onze grote admiraal Michiel Adriaans zoon de Ruyter? Moet u eens doen. Die man had geloof. Zijn hele wezen, zijn zeemanschap, zijn leidersschap waren er van doordrenkt. Zijn hele levenshou ding kwam uit dat geloof voort. Uit dat geloof putte hij zijn moed. zijn wijsheid. Wat hij deed. deed hij voor het vader land en voor zijn Heer. Richt snoer voor zijn leven is altijd ge weest wat de apostel Paulus de Colossenzen heeft voorgehou den." Uit zijp tas een bijbel ha lend: ..Kijk. hier staat het: ..Wat gij ook doet. verricht uw werk van harte, als voor de Hei en de Na enig zwijgen: „Ik heb gepro- breuk, toch beerd dit ook tot richtsnoer van mijn leven te maken. Als een kostbare schat heb ik hei in mijn hart opgesloten, maar het kon niet anders of het is zich gaan verweven met mijn hele leven". Anderen Hij bladerde in Behouden Vaart, zijn tweede boekje met korte overdenkingen aan de hand van bijbelteksten, dat kortgeleden bij Hoenderloo's uitgeverij te Hoen- derloo is verschenen en waarin hij ook zijn persoonlijke ervarin gen heeft verwerkt. Hij zei: „En ik heb altijd ge weien. dat ik die schat niet voor mijzelf mocht houden, dat ik er anderen deelgenoot van had te maken. Door wat ik bezat kon ik anderen in de moeilijke jaren van de tweede wereldoorlog hel pen. In krijgsgevangenschap heb ik ettelijke malen bemoedigende woorden mogen spreken: God heeft me de moed in het hart gegeven om tegen de Japanse be wakers openhartig te zijn toen zij van ons. bij de aanleg van de Birma-spoorweg, het onmogelij ke eisten. Ik kan zeggen, dat de Here ons genadig heeft bekeken, toen de dood ons nabij scheen. Hij heeft met ons dingen gedaan, die alle verstand te boven gaan". Weer zweeg hij even. Toen: „Want dat is het met die schip breuk, die wonderbare schip- geweest! Het ge beurde in de tweede week van januari in 1943. We waren eerst overgebracht van Batavia naar Singapore en gingen daarna van Singapore naar Moulmein in de Golf van Bengalen. En twee da gen voor aankomst daar werd ons transport zwaar gebombar deerd door drie vliegtuigen, die het _schip finaal tot zinken brach- Formogaan Hij liet zijn blik glijden langs zijn uniformjas, waarop hij de Verzetsster Oost-Azië draagt, die hem in 1950 werd uitgereikt voor zijn houding in de donkere jaren van de Japanse bezetting. Hij zei: „Het was mijn ge woonte elke dag met mijn groep uit de bijbel te lezen. Op een dag zag ik. dat een van de Japanse bewakers, een reusachtige For- mosaan met koolzwarte ogen. me dreigend opnam. Toen ik onze dienst had beëindigd kwam hij op me af en vroeg: „Wat was u daar aan het lezen?" Ik ant woordde: „Een hoofdstuk uit de bijbel". Zü ogen lichtten op en aij zei: ..Wilt u mij voortaan vertellen wat u gaat lezen?" ik uit mijn bijbel een hoofdstuk ging voorlezen, moest ik hem in zijn bijbel wijzen wat ik las Door deze Formosaan heb ik de zekerheid gekregen, dat Jezus in ons midden was. Hoe vreemd het misschien zal klinken, ik ben van die man gaan houden, door hem heb ik leren verstaan wat dat betekent: „Hebt uw vijanden lief". Hij is er altijd bij geweest t elkander uit de bijbel als Benauwdheid siga- Maar mijn groep was te groot voor dat ene pakje. De Formosaan gaf me een tweede en zei: „Ook die anderen moeten sigaretten heb ben, want zij hebben eveneens zitten luisteren". F.ater liet hij zijn bijbel zien en elke keer als Hij vertelde: „Het gebeurde op de tiende januari 1943. tegen het vallen van de avond. Het leek alsof, we met kracht op een rif waren gestoten. De eerste bom viel op het achterschip. Daar be vonden zich zeshonderd Japanse deel ineens werd gedood Na ver loop van tijd volgden er nog twee aanvallen. Die middag had ik gelezen Pslam 1C7: „Looft de Here, want Hij is goed". Tot driemaal toe valt in die Psalm te lezen: „Toen riepen Zij tot de Here in hun benauwd heid, en Hij redde hun uit hun Een kwartier later viel de eer ste bom. Er ontstond schrik en ontsteltenis. Ik zei: „Wat hebben we nu zo juist gelezen? Dat we de Here moeien aanroepen in on ze benauwdheid en dat we dan uit onze angsten worden gered. Ook de Formosaan riep: „Niet bang worden, hebt geloof". Bij de tweede bom al hoor- KAPÏTEIN-LUITENANT-TER-ZEE L. D. DE KROON geloof, kostbare schut ÏBiSaSÉfMII Vijftig jaar vereniging tot verspreiding van de heilige schrift „Onze voornaamste taak in de komende 50 jaar is de ker ken te doen beseffen dat de evangelisatie een zaak van de kerk is en dat ze die maar al te lang verwaarloosd heeft. Maar om die taak goed te kun nen vervullen zal er een vol komen reorganisatie van het kerkelijk leven nodig zijn, en hierbij kan de Vereniging dan van nut zijn". Deze toekomstvi sie gaf de directeur ds. G. Lugtigheid van de deze week jubilerende gouden Vereniging tot Verspreiding der Heilige Schrift. De tijd van het uitslui tend verspreiden van tractaat- jes en scheurkalenders (de op zet van de initiatiefnemer en oprichter van de vereniging de heer M. J. Heule) is voor de thans 120.000 leden tellende ver eniging nu voorbij. Zeker voor ds. Lugtigheid, gereformeerd predikant te Maarn, die groot se mogelijkheden voor de Vere niging ziet. Misschien heeft ds. Lugtigheid niet de zeven jaar dat hij nu di recteur is (samen met de heer K. Heule, de laatste „Heule" uit de familie N.V.) nodig gehad, maar in ieder geval is er lang nagedacht en gestudeerd om tot de conclusie te komen dat er naar de kerken toegewerkt moet worden, en dat hier de toekomst ligt voor de Vereniging. Hijzelf is er volkomen van over tuigd dat het naar binnen ge keerd leven van vele kerkmensen funest is voor de evangelisatie. „Als er dan al geëvangeliseerd wordt, doet men dat zo overge- organiseerd dat alle spontaniteit verdwenen is. Het jongste pro- de jubilerende Vereni ging is dan ook het stimuleren van de „adoptiegedachte", het adopteren van een of meer bui tenkerkelijken door een gemeen telid. Al beginnen ze alleen maar eens voor deze mensen te bid den". is de mening van ds. Lug tigheid. „een gesprek komt later De huidige directeur van deze interkerkelijke vereniging is gro tendeels de auteur van de vele. vaak goed verzorgde. uitgaven. („Het is zo moeilijk medewer kers te vinden, dat ik het zelf maar doe"). Het blijkt dat de adoptiegedachte, die gestimuleerd wordt door een hiervoor samen gesteld instructieblaadje, ingang vindt bij de leden. Dit is voor ds. Lugtigheid genoeg bewijs dat een gemeentelid wel aandacht aan de evangelisatie wil schenken, maar dat de gemeente als geheel te introvert blijft. Daar kan alleen iets aan gedaan worden door het individu. Structuurverandering Om de structuurverandering in de parochie nu te verwezenlijken is er regelmatig contact tussen dc kerken en de Vereniging tot Verspreiding der Heilige Schrift. „Mijn ideaal is, maar ik denk niet dat ik dat nog verwezenlijkt zie, dat de Vereniging als parti culiere instelling, een semi-kerke- lijk orgaan zal worden", aldus ds. Lugtigheid. Het jubileum, dat afgelopen vrij dag naar buiten een feestelijk tint je kreeg door een drukbezochte 'receptie, is verder zonder her denking verlopen („We« hebben het geld willen besteden aan iets blijvends"). De verspreiding van een folder en een advertentie in diverse dagbladen luidden de ju bileumuitgave in: De „Bijbel voor de jeugd" geschreven door Ben Anderman, met tekeningen van Hans Deininger. Ook de nog te verschijnen bijbel met plaatwerk van Bert Bouman zal ter gele genheid van het jubileum worden uitgegeven Financieel gezond Het is opmerkelijk hoe finan cieel gezond de Vereniging is (ge volg van de handelsgeest van de familie Heulei. Ds. Lugtigheid is steeds waakzaam of dit handels beleid van de Vereniging wel ethisch door de beugel kan. „Het binnenstromen e maakten ons gereed om boord te gaan. Door Gods lig'neid waren we allen in het bezit van een zwemvest wonderlijk geval. Toen het schip begon te zinken zijn we naar de hoge kant gekropen om ons langs de huid. als bij een rutschbaan, in het water te laten glijden. En daar in dat water, in die Goif van Eengalen, is de intensiefste bidstond gehouden, die ik ooit heb meegemaakt. Ik had toch gele zen: „Toen riepen zij tot de He- re in hun benauwdheid....?" En na die bidstond zijn we liederen gaan zingen, liederen uit de bun del van Johan de Heer, en een van die liederen was: Welk een vriend dat Japanse schip stonden, zei ik tot mijn groep: „Laten we God danken voor deze redding", en we gingen allen op de knieën. De Formosaan was er bij, hij 7.ij: „Praise the .Lord". Ik ben die man nooit meer vergeten". L. D. de Kroon heeft zich het evangelie van Jezus Christus nooit geschaamd. In woord en geschrift heeft hij er de jaren door van getuigd. Wonderlijke ervaringen heeft hij gehad. Hij heeft er enkele van neergelegd in zijn jongste hoekje, dat naar hij schrijft, de lezer zeer drin gend en positief wil toeroepen: „Behouden Vaart", door Jezus Christus, onze Heer en Red der". is ons wel eens verweten dat we bijvoorbeeld eerst een campagne voerden voordat we met iets nieuws kwamen om zeker te we ten of het succes zou hebben, maar waarom mag men niet za kelijk zijn in het geestelijke", verweert ds. Lugtigheid zich Een gevolg van dit financieel gezonde beleid is trouwens, dat de uitga ven van de Vereniging zo met kosteloos dan wel tegen opmerke lijk lage prijzen tè verkrijgen Samenwerking Ds. Lugtigheid blijft de nadruk leggen op de samenwerking. Het is onzinnig als er meerdere ver enigingen, die elkaar overlappen, naast elkaar blijven bestaan. Over de verhouding met het Neder- landseh Bijbelgenootschap merkt hij nog op dat die niet altijd even soepel is („Hoewel, door de telefoon kunnen Van Tuyl en ik het best vinden"), maar de werk methodes en interessegebieden van de beide instellingen liggen ook wel zeer uit elkaar. Het is duidelijk dat de Vereni- tmg tot Verspreiding der Heilige chrift, die een halve eeuw ge leden bescheiden begon met het veizorgen van de zogenaamde „volksuitgaven" vooral door het tijdig bezien van toekomstmoge lijkheden, juist nu wezenlijk be staansrecht heeft, zelfs naast de veel grotere organisatie als het Nederlandsch Bijbelgenootschap („Zij zorgen voor de „grote munt" wij behelpen ons met „pasmunt"). De thans 61-jarige directeur is er vast van overtuigd dat, zo niet onder zijn leiding dan wel onder die van zijn opvolger, de structuurverandering van het ker kelijk leven een feit zal worden. Dat zal dan een der vele posi tieve resultaten van de arbeid van de Vereniging tot Versprei ding der Heilige Schrift zijn. Haaien De bijbelopnemend eri weer neerleggend: „We wisten dat Je zus bij ons op het water was, en dat Hij ons ÜOU rédden, wat or.s ook nog te wachten stond. Na drie uren kregen we allen last van kramp. En we wisten, dat er veel haaien in de golf waren, het water begon zich al rood te kleuren van het bloed van ge dode Japanners. Toen we ons bijna van stijfheid niet meer konden bewegen dreef er een fles op ons af. Het was een fles met whisky. We konden ieder twee slokken nemen en die whisky verwarmde ons weer, we konden ons weer bewegen. Er was een jongen, die de moed wil de opgeven. Ik zei: „Roep de He re dan toch aan in je benauwd heid", maar hij antwoordde: „Ik kan niet bidden". Ik ben naar hem toegezwommen, heb onder water zijn handen gegrepen en samen hebben we gebeden. Zes uren zworrunen en dreven we al in het water zonder dat er van een nabijvarend schip ook maar de minste poging werd on dernomen ons uit het water te ha len. En ineens zagen we dat dit schip van ons wegdraaide. We zei den tegen elkaar: „Al vaart dat schip weg. toch zal de Here ons helpen". En hij hielp. Een pa trouillevaartuigje riep het schip, door luid de stoomfluit te laten gillen, terug. Dat gillen.van die stoomfluit was voor mij het be wijs, dat de Here ons wilde zeg gen: „Ik kom u te hulp", want dat terugroepen van dit wegva rende schip had evengoed via de scheepsradio kunnen gebeuren" Gered Weer drie romans in een band van Een nieuwe confrontatie met het vroegere"werk'Van de thans 65-jarige Barend de Graaff was zeker geen onplezierige, en het feit dat de uitgever Zomer Keuning te Wageningen het aangedurfd heeft dit werk per „Omnibus" nog eens onder de aandacht van zijn georganiseer de lezerskring te brengen wet tigt de veronderstelling dat de ze auteur een plaats heeft on der het christelijk lezerspu bliek. En terecht. Hij is de ver teller bij uitnemendheid en deze gave is tegelijk zijn gedreven heid. Zijn thema is in de kern altijd de kracht van het le vende geloof te stellen tegen over het schijn- en ongeloof in al zijn nuances en consequen ties. Hij diept zijn figuren ech ter niet uit. Dit ligt ook niet in de aard van de aüteur, die zich kennelijk richt tot de eenvoudige lezer, die geïnteresseerd is bij een boeiend, goed lopend verhaal. Dit leidt ech ter bij hem tot de consequentie, dat al zijn werk een wat burgerlijk accent krijgt. Het wordt nergens groots en raakt niet aan een eigen briljante stijl. De Graaff heeft daar ook kennelijk geen behoef te aan. Hij heeft zijn „boodschap", zijn „Evangelische boodschap" zo ge wilt en dit blijft gelden als voor historie, voor streekhistoii® in het bijzonder. Hij schetst-ons de sfeer van de oude Alblasscr- waard en Vijiheerenlanden, de Hoeksche Waard en Zeeland. „Ge brandmerkt" tin 1937 geschreven) speelt in Zeeland. „Een erfenis in de pruikentijd" (1946) in de Hoek sche Waard, „De vrouw uit 't Wynvat" op de Zeeuwse eilanden (1947). Steeds weet hij de juiste sfeer te scheppen en dat is een verdienste op zichzelf. Niettemin komt het ons voor bij nadere bestudering, dat De Graaff zijn pen wat te noncha lant gebruikt, te gemakkelijk, en dat is een gevaar. Hij zou daar voor nog eens b.v. de eerste blad zijden van zijn „Erfenis" moeten ontleden. Hij roept bij de nog niet ingevoerde lezer verwarrende beelden op t.a.v Liezebette's zie s- gesteldheid. En wat te zeggen van regels als: „De grote hoeve Rei gershof lag in de nacht tegen de Kruiddijk rustig en breed" (Over dag niet?) De fragmenten op bldz, 220 b.v. liggen de auteur kenne lijk niet. Hij kan die beter ver mijden. En wat te zeggen van zin nen als: „Madame zat op een der hoogleunige stoelen, met dunne gebogen poten"!!). Op deze wij ze hebben wij teveel aantekenin gen in ons exemplaar moeten ma ken, wat met meer zorgzaamheid Dit houdt echter niet in. dat wij geen waardering zouden heb ben voor zijn oeuvre in het ge heel, want het is een vorm van christelijke romankunst, die we op ons erf niet zouden willen m.s- sen en we zien zijn boeken graag op de boekenplank in onze gezin- H. St. Rapport Denning stelt Macmillan verantwoordelijk Nieuwe rebellie in Conservatieve partij Hulp aan Soekarno bevroren Staatsgreep in Dom. Republiek. de UE publikatie van het rappoi van lord Denning Profumo-affalre zal naar ver wacht wordt een storm doen op steken in het Lagerhuis, die voor de Conservatieve partij van Macmillan wellicht grote gevol gen zal hebben. De sleutelfor mule van het rapport luidt nu eenmaal: „Het was de verant woordelijkheid van de eerste mi nlster en diens collega's en var hen alleen. In deze situatie te handelen en zij zijn er niet in geslaagd, dit te doen". En al valt Macmillan eigenlijk niets te verwijten, omdat hij zelf brand schoon uit het onderzoek tevoor schijn komt, als premier is hij verantwoordelijk voor heel het doen on laten van zijn kabinet, ook voor de goedgelovigheid ten opzichte van Profumo op een ogenblik, dat al in brede krin gen bekend was, welke relaties dc man die toen nog minister Gefaald Tekenend voor de positie van Macmillan is de kop. die de als conservatief bekend staande Dai ly Telegraph boven het nieuws over het Denning-rapport plaat ste. Deze luidde ul.: „Premier faalde in de zaak Profumo" De Times schreef in een hoofdarti kel: „zij (Macmillan en diens ministers) kunnen beslist niet ontsnappen aan het verwijt van naïeviteit, welke zij aan de dag hebben gelegd, door de ontken ning van Profumo als geloof waardig te accepteren. Evenmin kunnen zij ontkomen aan hel verwijt van gebrek aan grondig heid. aangezien zij in gebreke zijn gebleven, de beweringen van Profumo te toetsen aan an dere bewijzen, die toen al voor handen waren". En het is ook duidelijk, dat de Britse socialis ten deze gelegenheid niet voor bij zullen laten gaan om Mac millan in gebreke te stellen Hersteld In het Lagerhuis kan Macmil lan echter niets overkomen. De socialisten kunnen hem met een motie van wantrouwen niet tol aftreden dwingen, omdat de con servatieven een meerderheid hebben en onder de huidige om standigheden niet verwacht mag worden, dat er rebellie in de ge lederen van de Conservatieve partij zal uitbreken. De grote moeilijkheden, die Macmillan kan verwachten,' ontmoet hij in eigen kring. Toen de Profumo- affaire enkele maanden geleden voorlopig als afgedaan werd be schouwd, werd een ernstig con flict binnen de partij bijgelegd op grond van de verwachting, dat Macmillan zelf zo wijs zou zijn, de dag van zijn aftreden en de wijze waarop hij dat zou doen, bekend te maken. Later bleek evenwel, dat de premier pogingen in het werk stelde, zijn optreden te prolonge ren, hetgeen zeer begrijpelijk Verkiezingen Nog zeer onlangs heeft een van de leidende figuren in de Conservatieve partij laten we ten. dat er waarschijnlijk nog dit jaar (vervroegde) Lagerhuis verkiezingen zullen worden ge houden. De verwachting was, dat de Conservatieve partij op nieuw onder leiding van Mac millan de verkiezingsstrijd zou ingaan. De vraag is thans, of dit inderdaad het geval zal zijn. De mogelijkheid bestaat, dat het besluit om vervroegde verkie zingen te houden, nu niet zal worden uitgevoerd. (Dit is in middels gebeurdred) Ook is niet uitgesloten, dat de groepe ringen in de partij, die al geruime tijd op wijzigingen in de top heb- Jen aangedrongen. hetDenningrap port zullen aangrijpen om ru toch op de verwijdering van Macmillan aan te sturen. De premier bevindt zich niet in een benijdenswaardige posi tie. Men heeft hem weinig te verwijten, maar de nalatigheid, die hem in de schoenen wordt geschoven kan hem in politieke moeilijkheden brengen. Geen breuk nesië, waarmede Engeland bijna de diplomatieke betrekkingen heeft verbroken. Voorlopig zal het niet tot een breuk komen, daarvoor zijn de belangen, die beide landen hebben bij het voortzetten van het contact te groot. Het is echter de vraag, of er na verloop van tijd toch niet een voor Engeland bijzon der vervelende ontwikkeling zal volgen, die de Britten voor een zelfde keus zal plaatsen als met Nederland het geval is geweest. Het ziet er niet naar uit. dat president Soekarno zijn verzet tegen de pas opgerichte Malei sische federatie zal opgeven. Vo rige week hebben we reeds uit eengezet. waarom hij zich dit onder de huidige omstandighe den pJ-*—i— kan veroorloven. Kwesfbaar Of hij werkelijk militaire maatregelen zal durven nemen om zijn eisen kracht bij te zet ten. moet worden betwijfeld. Hij vindt, dan een bijzonder krach tige tegenstander tegenover zich en is dan veel kwetsbaarder dan het geval was, toen hij ziin parachutisten inzette tegen de Nederlandse strijdkrachten op Westelijk Nieuw-Guinea. Soekar no wil nu mei economische mid delen proberen, de Maleisiërs op de knieën te krijgen. Maar dat zal hem niet meevallen. Wel zal men in Malakka en Singa pore tijdelijk met problemen te maken krijgen als gevolg van het wegvallen van de handel met Indonesië. Daar zal echter nog wel een mouw aan te passen zijn. Voor Djakarta liggen dc zaken veel moeilijker. Soekarno meent, dal Indonesië over enkele maanden versterkt uit de strijd zal te rugkeren. Als hij zo doorgaat zou het tegendeel wel eens het geval kunnen zijn. China Indonesië kan niet langer on gestraft maatregelen nemen, die zowel door Amerikanen als Brit ten als internationale chantage worden bestempeld. De Verenig de Staten hebben reeds laten we ten, dat zij de nieuwe economi sche hulp aan Indonesië bevro ren hebben. Het Internationale Monetaire fonds heeft Indone sië medegedeeld, dat de krediet regeling voor vijftig miljoen dol lar. die in juli jl. werd getrof fen. tijdelijk is opgeschort. Er zijn aanwijzingen, dat Soekarno zich nu meer op communistisch China gaat oriënteren om ver schillende produkten, die hij niet meer naar de gebieden van de Maleisische federatie wil sturen, toch aan de man te kunnen brengen. Dit zal onherroepelijk inhou den. dat er een grotere afhan kelijkheid van Peking ontstaat, die koren op de molen van de grote Indonesische communis tische partij is. Ook kan deze afhankelijkheid er toe lelden, dat de invloed van de commu nistische partij in Indonesië be langrijk wordt vergroot, ook in de omgeving van Soekarno. Bosch Communistische invloed zoo men ook achter het optreden van Juan Bosch, sinds februari president van de Dominicaanse republiek. Hij was op volkomen normale wijze gekozen. Iedereen had in alle vrijheid zijn stem kunnen uitbrengen. Tijdens het dictatoriale regiem van de Trujillo's bevond hij zich in ballingschap. En hij wilde ech ter ook schoon schip maken en hij begon daar al spoedig mee, wellicht iets te spoedig. Hij 'rof voorbereidingen om alle eigen dommen in beslag te nemen van mensen, die tijdens het Trujil- lo-bewind rijk zijn geworden. Aangezien dit regiem meer dan 30 jaar heeft geduurd, be tekenden de maatregelen van Bosch, dat vrijwel iedere Domi nicaan, die een bankrekening heeft, er het slachtoffer van zou zijn geworden. Bosch meende, dat dit moest gebeuren, wilde er van een goed nieuw begin sprake kunnen zijn. Met minder wilde hij geen genoegen nemen. Eenzaam Het gevolg was, dat men hem er van ging beschuldigen, dat hij er communistische sympa- op nahield. Langzamer hand begon Bosch links rechts steun te verliezen (zij hel dan niet direct in de politieke zin van het woord links) en al enkele maanden zag het er naar uit. dat er iets zou gaan ge beuren. Enkele weken geleden vertoefde Bosch in Mexico en bij die gelegenheid vertelde hij zelf. te verwachten dat hij af gezet zou worden. Hij verzwak te zijn positie vorige week nog meer. door wat onbehouwen te keer te gaan tegen dictator Frangois Duvalier van het buur land Haïti, wiens paleis in Port au Prince hij dreigde te laten bombarderen. Er bleek „niels bijzonders" aan de band te zijn. De Haï- tiaanse rebellen, die van de Do minicaanse republiek uit Haïti waren binnengevallen, waren te ruggekomen, met schietende Haïtiaanse militairen op de hie len. Het blijkt in Latijns-Ameri- ka nog steeds niet altijd moge lijk te zijn, het hoofd koel te houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 10