tÊÈÈ De kerk heeft in het leger zo veel mogeli NOODKREET OM HULP Duitse joden verscheurd door tweestrijd DEZE WEEK IN EEN WOELIGE WERELD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1963 De legerpredikant houdt zichbij oefe ningen, niet afzijdig. Wil hij kontakt krijgen met de militairendan dient hij mee op oefening te gaan. Hij moet zich verbinden de taak, die de soldaten hebben te verichten. En moet een der hunnen zijn. Enkele weken geleden heeft de hoofdlegerpredikant kolonel ds. B. A. Bos luid aan de bel getrokken. Hij heeft een tekort aan dominees. Op het ogenblik zijn er elf vacatures die onmiddellijk vervuld dienen te worden, maar met dit getal is het werkelijke tekort nog niet opgeheven. Het werk breidt zich uit, ook de troepen die buiten onze landsgrenzen zijn gelegerd vragen de aandacht. „Hoe komt het toch", aldus vroeg ds. Bos zich af, „dat niet meer predikanten bereid worden gevonden zich voor het werk onder onze militairen in te zetten? Weten zij wel welke enorme kansen de Kerk in het leger heeft, kansen, die nu niet gegrepen (kunnen) worden?" Een van onze redacteuren is op pad gegaan. Hij heeft gesproken met legerpredikanten en hen laten vertellen over hun werk. En hij heeft onderdelen bezocht om hen in hun werk gade te slaan. In bijgaand artikel schrijft hij daarover. Een van zijn indrukken is, dat uit het leger een noodkreet opstijgt tot de Kerk om hulp. Hij kan slechts hopen, dat die noodkreet wordt gehoord en verstaan. (Van een onzer redacteuren) Uit het leger komt een noodkreet om hulp tot de Kerk! Een legerpredikant van de parate troepen heeft me dezer dagen met de neus op de feiten gedrukt en in enkele forse lijnen de toestand geschetst, zoals die op het ogenblik bij het leger is en voorlopig, naar het zich laat aanzien, ook wel zal blijven. Hij vertelde: „Taken, die wij ons, als legerpredikanten, heb ben gesteld, en taken die ons zijn opgedragen, kunnen we niet eens alle meer uitvoeren. Voor het houden van privé-gesprek- ken, gesprekken dus van man tot man, hebben we niet vol doende mensen. Bij de parate troepen zijn in de junctie van legerpredikant tal van vacatu res die nooit vervuld zullen wor den en we weten al niet be ter. Er zijn commandanten van onderdelen, die doorlopend vra gen: Geef ons een legerpredi kant en we kunnen hen niet helpen, want ze zijn er nietUit buiten van mogelijkheden ten banzien van de velen met wie we dagelijks verkeren? we komen er nooit toe. Als een le gerpredikant zijn werk goed wil doen heeft hij ook nóg een stuk nazorg we hoeven daaraan niet te denken. Er zijn onderde len, die, als ze naar Hohne of La Courtine op oefening gaan een dominee uit een ander on derdeel, een z.g. „gehuurde do minee" toegewezen krijgen, om dat er bij hen geen is. Als je dit alles goed overdenkt wordt het je benauwd om het hart, het is ontzettend". AKKER Het leger vraagt de Kerk om hulp! De legerpredikant zei: ,,De Kerk heeft in het leger zo veel mogelijkheden, de akker is zo groot. Want het merkwaardige is. dat het op het militaire lesrooster vastgelegde uurtje voor de leger predikant ook door onkerkelijken wordt bijgewoond. Er wordt wei nig om vrijstelling gevraagd. Men gaat vrijwillig naar de dominee: in de eerste plaats spreekt de groepsmentaliteit een woordje mee (hij gaat. dus ik ga ook) en daar naast is het een welkome af wisseling van het strikt-militaire programma. Maar men gaat. En men luis- Even een blaasje pik ken. Misschien kan de legerpredikant nu ge legenheid vinden voor het beantwoorden van de vraag, die de jongen op de lippen brandt. Maar als er nu geen leger predikant is, wat dan? tert. Men hoort dingen, men tevoren nooit had gehoord, En dit zet aan het denken. Er rijzen vragen, die beantwoord mqeten worden. De mogelijkheid tot een gesprek is geboren. De kiem voor een kontakt is gelegd. Dit kontakt kan steviger worden doordat de legerpredikant mee leeft met de troep. Hij ondergaat het militaire leven als zij. Hij draagt als zij alle ongemakken. Bij oefeningen zit hij ook in een jeep en niet in een personenauto, en hij slaapt, als dat is voorge schreven, ook zo maar in een haastig in de grond gegraven put je. En hierdoor ontstaat een soort lotsverbondenheid. die openheid geeft. Dat is ook de reden, dat zo veel mogelijk legerpredikanten de troepen, die naar Hohne en La Courtine gaan. vergezellen". Het leger heeft de Kerk hard nodig! De legerpredikant zei: ,,Zeg me nooit, dat godsdienst op de soldatenkamer geen onderwerp van gesprek* uitmaakt, want het is niet waar. Nergens wordt zo veel over godsdienst gesproken als juist op ."e soldatenkamer. Drie onderwerpen staan altijd in de belangstelling. Er zijn altijd drie vragen: Waar kom je van daan?, en dat is een heerlijk uit gangspunt voor een gesprek tus sen Friezen en Groningers, Rot terdammers en Amsterdammers, Zeeuwen en Limburgers. daar naast zijn de meisjes een onuit puttelijke bron voor gespreksstof en tenslotte is er de godsdienst, een onderwerp, dat meestal met bekvechterij begint maar uitloopt op een serieus-gevoerd gesprek. Een voorbeeld? Een rooms-ka- tholieke jongen viert zijn 15de augustus. Een kamergenoot zegt: Als ik nu rooms was geweest, zou ik vandaag ook vrij hebben gehad. Waarom heb jij feitelijk vrij? De elementen voor een ge- dachtenwisseling zijn er. De niet- rooms-katholieke jongen komt er niet uit. Hij begrijpt er niets van, en hij denkt: Als ik 'm eens apart kan spreken, even aan de domi nee vragen. In het leger liggen kansen voor de Kerk. Vragen van leven en dood houden de jongen bezig. En hij wil er antwoord op. Er was eens een dodelijk ongeluk gebourd en een van de vrienden van de overleden soldaat vroeg me, cru en midden ln het gezicht: Nu gaat u zeker de ouders wat ver tellen over het eeuwige leven? Maar uit welk een innerlijke spanning zal die vraag zijn voort gekomen?" MARX Ziet de Kerk haar kansen niet? De legerpredikant vertelde: ,,Op een dag komen er twee jonge communisten naar me toe. Am sterdammers helemaal, en eerlij ke. open jongens. Ze zeiden: Uit principe zijn we er tegen, maar we komen toch luisteren om te noteren wat deze dominee te ver tellen heeft. Ze hebben nooit ge mankeerd. Altijd waren ze er bij. pilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll£ Maar: Er is'n tekort aan predikanten Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllll Toen de troep echter afzwaaide en er een afscheidsavond was ge organiseerd ontbraken ze. Maar na afloop stonden ze me op te wachten, in het donker. Ze zei den: Dominee, bij dat zijige gedoe wilden we niet zijn, maar we komen u toch even de hand drukken. En we willen wel ver tellen, dat we geloven, dat die Christus van u een betere en meer levensvernieuwer wilde zijn dan Marx. Durft u nu zeggen, dat deze jongens, deze twee communisten, later nooit eens in een situatie zullen garaken, waarin ze moeten terugdenken aan wat ze hebben gehoord? Vijftien jaar geleden ontmoette ik een jongen, die voor zijn num mer onder de wapenen was. We hebben veel gepraat over geeste lijke zaken. Nadat hij was afge zwaaid heb ik hem uit het oog verloren. Dezer dagen kreeg ik een briefje van hem, een brief je van slechts enkele regels, en hij vroeg niet meer dan: Domi nee. wat is de zin van het le ven? In de crisis van zijn le ven greep deze jongen naar de gesprekken, die hij vijftien jaar tevoren had gevoerd". HELP Het leger zegt tot de Kerk: Kom over en help onsDe leger predikant vertelde: ,,De moder ne oorlogvoering is gebaseerd op spreiding van de onderdelen ten einde de kwetsbaarheid te ver minderen. Maar een legerpredi kant kan niet meer al die ver spreid liggende onderdelen af. Hij heeft er de tijd niet voor. En toch, ze hebben alle recht op hem. En hij mag geen kans la ten voorbijgaan om, al zou het maar om een iongen gaan, het evangelie daar te brengen waar er om wordt gevraagd. Bij grote oefeningen trekken we zoveel mogelijk legerpredikanten samen. Laatst hebben op een zon dagmorgen twaalf dominees 24 kerkdiensten geleid. Het moest maar tiet ging nauwelijks. Er moet hulp komen. Er is zo veel werk te doen. Er zijn zoveel privé-gesprekken te voeren. In de militaire tehuizen, die voor ons altijd een werkplaats zullen blij ven, gaat dat niet meer zo vlot. Het is er te druk. Je wandelt tussen de tafeltjes door en je maakt hier en daar een praatje maar je kunt niet meer aan een tafeltje aanschuiven. Door de drukte valt de intimiteit van het gesprek weg. begin maken. De tijd ont breekt je om iedereen de gele genheid te geven zijn hart uit te storten en om zijn moeilijkhe den, op welk vlak die ook liggen, voor te leggen. Je zou zo graag eens kontakt willen opnemen met de ouders van een jongen, of met zijn meisje. Je zou kontakt willen onderhouden met jongens, nadat ze de dienst hebben verlaten. Ver geet het maar. We zullen dit nooit bereiken, tenzij meer predikanten zich voor het werk ter beschik king stellen". K De legerpredikant zei: ..Een dominee zal in het leger nooit al les kunnen doen. Er moet een net van christenjongeren zijn, die hem terzijde staan. Bij de para te troepen kennen we nu de kern beweging, die tot symbool de let ter K heeft, de K van Kruis, van Kerk en van Kern van de Bood schap. Deze kern-beweging wordt door de jongeren zelf geleid. Voorheen hadden we de kern groep. Die ging uit van de domi nee. In de kern-groep was de do minee alles, hij gaf opdrachten die de jongeren hadden uit te ZIJ VONDEN ER GEEN VADERLAND (Van een onzer medewerkers) Bij een in West-Duitsland ge houden opinie-onderzoek is vast gesteld, dat twintig procent van de bevolking in de Bondsrepubliek de mening is toegedaan, dat de invloed van de joodse gemeen schap in het land te groot is. Van joodse invloed op ook maar een facet van de Duitse staat is ech ter geen sprake. Onder de joden zijn in geen enkel opzicht belang rijke figuren. Niet in het politieke leven, niet op het terrein van han del of geldwezen, niet op het ge bied van de wetenschap en niet bij pers, radio of televisie. Zelfs de „Allgemelne Wochenzeitung der Juden in Deulschland". die men met wat goede wil invloed zou kunnen toezeggen, wordt niet uitsluitend door joodse journalisten vervaardigd. Van de zeven redacteuren zijn drie niet-joden. De oud-Nederlander dr. H. G. van Dam, algemeen secretaris van de Zentralrats der Juden in Duitsland, heeft tegenover Der Spiegel, dat onlangs een uitgebreid artikel bracht over de situatie van de ioodse gemeenschap in Duitsland, ver joden die onder de nazi's Duitsland zijn ontvlucht gevraagd heeft terug te keren. Uit omstreeks dertigduizend zielen be staat de joodse gemeenschap in Duits land, van wie 1500 joden in Oost-Duits-i land wonen. Het merendeel is geves-i tigd in de grote steden, waar over ge heel Duitsland verspreid 81 joodse ge- ten zijn heropgericht. Daarbij zijn 24.000 joden ingeschreven. Terug In 1933 waren in Duitsland op een joodse bevolking van een half miljoen zielen 1600 joodse gemeenten. Van deze half miljoen zijn 180.000 vermoord en 320 000 konden tijdig het land ontvluch ten. Van hen is een aantal na de oor log naar Duitsland teruggekeerd. Hun beweegredenen daartoe waren verschil lend. Onder de teruggekeerden bevin den zich hoofdzakelijk ouderen de ge middelde leeftijd is 45 jaar en de helft van de Duitse joden is boven de vijf tig die door heimwee naar hun ge: boortegrond. naar het volk welks taal zij spreken werden gedreven. Ook keerde een percentage terug om in Duitsland te kunnen leven van de uitkeringen tot schadevergoeding van het aangedane leed. omdat zij elders in kommervolle omstandigheden verkeerden. Een groot deel van de joden in Duits land. omstreeks 14.000 zielen bestaat uit mensen die de Duitse concentratiekam pen hebben overleefd en in het tand ble- Ook zijn joden in Duitsland achtergebleven van de ^00.000 die naoorlogse j: uit Oosb-Europa ge vlucht voor pogroms Duitsland doortrok- Meer nog dan in andere landen is de joodse gemeenschap van Duitsland in zichzelf gekeerd. Zij wantrouwen de Duitsers in wier midden ze wonen. Vrienden onder hen maken ze nauwe lijks. Maar anderzijds vinden zij even min aansluiting bij de joden elders in de wereld, daar dezen niet kunnen be grijpen dat joden wonen in het land van htin vervolger. Dit komt soms schrijnend tot uiting in de gezinnen. De rabbijn van Mün- chen, dr. Fritz Bloch, die in Duitsland is geboren en daar heeft gestudeerd, is enige jaren geleden uit Israël terugge keerd zonder zijn eveneens in Duits land geboren echtgenote en zonder kin deren. Zij wensten niet meer een voet op Duitse bodem te zetten. En de in Londen voor rabbijn studerende zoon van de Hamburgsc rabbijn I. Grüne- wald denkt er niet aan ooit een beroep in Duitsland te aanvaarden. Het overgrote deel van de kinderen van de joden in Duitsland heeft hel vaste voornemen Duitsland te verlaten. zoveel zelfportretten als bij de joodse jeugdverenigingen. Bij geen bevolkings groep ook is het percentage zenuwpa tiënten zo groot als onder de kinderen van de joodse gemeenschap. De problemen van de ouders zijn bij de kinderen vermenigvuldigd. Want hoe wel de kinderen door een team van 52 godsdienstonderwijzers joods bewustzijn en joodse cultuur wordt bijgebracht wensen de ouders zich uit schuldgevoe lens dat zij in Duitsland leven zo min mogelijk met het jodendom te identifi ceren. Maar als joden wensen zij zich niet met de Duitsers te vereenzelvigen Want zij horen 's nachts in hun dro men de verwijtende stemmen van hun omgekomen verwanten die vragen: Leef jij temidden van het volk, dat mij heeft vermoord? Niet godsdienstig Hoewel de Westduitse regering vele van de door de nazi's vernietigde syna gogen heeft herbouwd, wordt van deze joodse bedehuizen bijna geen gebruik gemaakt. En als zij worden benut, dan zijn zij veel te groot en doen hol aan Nog geen vijf procent van de joden in Duitsland is werkelijk godsdienstig en nog geen tien procent onderhoudt de spijswetten. Dat de joden in Duitsland leven op een vulkaan blijkt waarschijnlijk het bes te hieruit, dat ze bijna allen twee pas poorten in de zak hebben. Die van Duitsland waar zij burger van zijn en die van de staat waaruit ze afkomstig Na de oorlog hebben de internationa le joodse organisaties een beroep wil len doen op de joden zich riet meer in Duitsland te vestigen. Van verschil lende zijden voorvoelde men, dat dë joden die toch in Duitsland zouden gaan wonen, verscheurd zouden worden door tweestrijd. Een van de felste bestrij ders van dit plan was dr. H. G. van Dam: „Ik was tegen isolering van de Duitsers. Ik ben van mening, dat men geen enkel volk mag isoleren, ook niet na hetgeen is geschied". voerën. In de kern-beweging doen ze alles zelf. De dominee laat hen vrij in het organiseren van afscheidsavonden en dit zijn bij eenkomsten, die inhoud hebben, waar het niet gaat om een biertje drinken en lolletjes maken en van toogdagen. Op 4 oktober heb ben we een toogdag. Dan komen jongeren uit een heel legerkorps bijeen, nu om te luisteren naar prof. dr. I. A. Diepenhorst, die zal spreken over: Is democratie de moeite waard? De leden van de kern-beweging hebben een ere-code, ontleend aan de tweede brief van de apos tel Paulus aan de Corinthiërs, en die luidt: Ik heb mij voorgeno men door mijn gedrag hetzij uit hetzij thuis Hem welgevallig te zijn. Daarnaast hebben ze zich tot taak gesteld de opdracht, die Je zus Zijn jongeren gaf: uit te gaan om te prediken en boze geesten uit te werpen. Dat uitgaan óm te prediken is de woordloze ver kondiging, is gebaseerd op het geven van een voorbeeld door de wijze van leven. Het uitwerpen ,van boze geesten omvat het be strijden van al wat negatief is". AMBT De Kerk mag haar kracht nooit onderschatten. De legerpredikant zei: ,,De kern-be\veging geeft de jongen in- i kan aankleven. En wat zij wezen doet is het waar maken van het vergeten ambt. De kern-beweging is geen ge sloten club. Iedereen kan zich aansluiten, ook de rooms-katholiek, ook de onkerkelijke. En bij die laatste groep is de belangstelling voor de kernbeweging groot, om dat zij er iets positiefs vindt, dat als tegenhanger kan dienen tegen zoveel negatiefs, waarmee ze wordt geconfronteerd. Er zijn onkerkelijken geweest, 1 die mede door de kern-beweging tot de Kerk kwamen en na hun diensttijd verder gingen in het kerkelijk werk. Maar hoeveel zelfstandigheid de jongeren in dit werk ook wordt gelaten, de legerpredikant blijft altijd nodig. Hij moet stimulerend en regulerend optreden, want er moet voor wordtn gewaakt, dat de beweging op drift geraakt. Is hex duidelijk, dat ook de kern-beweging de legerpredikan ten veel werk toespeelt? En is het duidelijk, 'dat de roep om hulp steeds dringender en luider zal gaan worden?" Uit het leger komt een nood kreet om hulp tot de Kerk. Een noodkreet, waarvoor predi kanten en kerkeraden de oren niet kunnen sluiten. Hun wordt een vraag gesteld, die zij heb ben te beantwoorden. De kansen zijn vele worden ze gegrepen? Ergens bij een onderdeel, wacht misschien een jongen op een do- Voor U gelezen Het verzamelpunt, door Anna Lisa Warnhof. Uit het Zweeds door K. van der Geest. Uitga ve La Rivière Voorhoeve, Zwolle. Dit is een boek voor jonge meis jes en gaat over jonge meisjes die op een leeftijd van een jaar of veertien in Zweden belijdenis plegen te doen. Het gaat wel heel anders toe dan in Nederland. Meestal pleegt men in ons land niet op die leeftijd belijdenis af te leggen en ook is het niet de ge woonte, dat men ver van huis wegreist om enkele weken bij een predikant in de studie te gaan. Het boek is met de Nils Holgers- son-medaille bekroond. Jonge meisjes vinden hierin aantrekke lijke verhalen geweven in geeste lijke overdenkingen van een veer tienjarige, die dikwijls door de jeugdige lezeressen zullen worden overgeslagen omdat zij niet zo met de problemen geconfronteerd zullen worden als Zweedse meis jes, tenzij hun aanleg in die rich ting ligt. Ik ga m'n eige baan, door Apie Prins. Uitgave De Bezige Bij, Amsterdam. Ligt er een verdienste in, zijn „eigen baan" te gaan? Zo ja, welke verdienste? Men zou het Prins willen vragen, die dit van zichzelf vast te stellen gemaakt heeft tot het thema van deze zelf beschrijving van zijn jeugd. Ach teraf moet hij erkennen, bij ge legenheid eigenzinnig te zijn ge weest. Het is trouwens een eigen zinnigheid die hem nimmer ge heel heeft losgelaten. Ze komt ook tot uiting in de wijze waar op dit boek is geschreven. De stijl is meeslepend, maar het ont breken van leestekens, het vaak maar doorratelen, werkt er ook toe mee. dat er voor de lezer geen pauze is Een merkwaardig man. deze Prins, een volop men selijk man. niet in de laatste plaats door zijn aardsgebonden? heid, en omdat deze merkwaar dige man eerlijk en onbevangen van zichzelf vertelt, is het tege lijk een merkwaardig boek ge worden. Maar ligt er een ver dienste in dat gaan van een „eigen baan' (of „eige baan", zoals de schrijver zegt)? Met de simpele constatering van dit feit hij Gebeurtenissen in Djakarta typerend voor de situatie in Zuidoost-Azië - Soekarno, de communisten, het leger en Maleisië WAT ln de afgelopen week in Djakarta Is gebeurd. Is ty perend voor de situatie, zoals we die op het ogenblik in Zuid oost-Azië aantreffen. Wie ge hoopt mocht hebben, dat alles ln Indonesië anders zou wOpdcn. als het netelige Nieuw-Guinea- probleem maar opgelost zou zijn, is bedrogen uitgekomen. Het past thans eenzelfde tak- tlek toe. als het tegen Neder land heeft aangewend om het opgaan van de tot voor kort nog Britse gebieden op Borneo in de federatie van Maleisië te voorkomen. En nu de opzet van de regering van Djakarta mis lukt lijkt te zijn, gebeuren er ln de Indonesische hoofdstad din gen. die Lord Home. de Britse minister van buitenlandse za ken. openlijk als onbeschaafd heeft gebrandmerkt. Gewoonte De bestorming, plundering en vernietiging van een ambassade gebouw, ook van kleine mogend heden. komt gelukkig vrijwel nooit voor. In Moskou worden wel eens betogingen georgani seerd tegen het optreden van bepaalde landen. Er worden dan wel eens een paar ruiten van ambassadegebouwen ingegooid, maar daar is het dan bij ge bleven. ook toen Stalin nog aan het bewind was. In de Haiti re publiek heerst een ware politie- terreur. Maar de mensen, die hun toevlucht hebben gezocht in ambassadegebouwen, zijn tot- dusver ongemoeid gelaten. In Hongarije bevindt kardinaal Midszenty zich al bijna zeven jaar achtereen in het gebouw van de Amerikaanse ambassa de in Boedapest. Men heeft echter nog geen vinger naar hem uitgestoken, terwijl de communisten toch over voldoende mogelijkheden beschikken om een spontane be storming van een ambassadege bouw te organiseren. Grenzen Het gebouw van een ambas sade, beschouwd als grondge bied van de mogendheid, die er haar staf in heeft gevestigd, is altijd veilig geweest, waar ook ter wereld. Ook wanneer zij van bovenaf werden gediri geerd. bleven ..spontane" de monstraties altijd binnen be paalde grenzen. Die werden in Djakarta bruut overschreden op een wijze, die een Britse offi ciële woordvoerder in Londen de opmerking ontlokte: ..Het ziet er naar uit. dat de ongere geldheden de Indonesische rege ring niet onwelkom waren". Hel is moeilijk, hier tot een juiste conclusie te komen. De ongeregeldheden kwamen de regering te Djakarta wellicht gelegen. Of dit ook bet geval is met de wandaad, waarin de onlusten tenslotte zijn geëin digd. moet toch op z'n minst in twijfel worden getrokken. Reactie We maken dit op uit de snel le reactie van Soekarno op het Britse dreigement, dat de di plomatieke betrekkingen tussen Engeland en Indonesië verbro ken zouden worden, als de re gering te Lqnden niet de garan tie zou krijgen, dat voor de vei ligheid van de Britse onderda nen in Indonesië zal worden ge waakt en dat de Britse eigen dommen in dat land zullen wor den beschermd. Blijkbaar heeft men in Djakarta helemaal geen behoefte aan een breuk met Engeland, want donderdag ochtend binnen 24 uur gaf Soekarno deze garantie. Het le ger patrouilleert sindsdien door Djakarta en naar het zich laat aanzien, zullen de ordeverstorin gen voortaan wel binnen be paalde perken blijven. Intussen blijft he' vanzelfspre kend de vraag, of Engeland toch niet zekere conclusies zal trekken, uit wat cr deze week in Djakarta gebeurd is. Excuus Het is opmerkelijk, dat 'net door de communisten geleidt Indonesische Jeugdfront, dat zich in het verleden meer dar. eens aan met vernielingen ge paard gaande anti-Britse de- strekte verklaring kritiek heef geoefend op de veroorzakers van de ongeregeldheden. He: Jeugdfront verklaart nadrukke lijk. dat het niet betrokken is geweest bij de vernieling var, Britse eigendommen en het be dreigen van Britten. Nu zegt men wel eens. dat iemand die zich verontschuldigt, zich in fei te beschuldigt. Dat lijkt ook hier het geval te zijn. Want het zijn juist de communisten van Indonesië geweest, die Soekarno min of meer gedwongen hebben, een militante houding aan te ne men tegenover de nu officieel uitgeroepen Maleisische federa tie. Het is niet ondenkbaar, dat zij gisteren in de Britse ambas sade net iets verder zijn ge gaan, dan aangenaam was in de ogen van Soekarno. Zig-i -zag Soekarno „zit" met de kwes- tie-Maleisië. Dat wordt ten over vloede bewezen door de zig zag-koers met betrekking tot de benadering van dit probleem. Toen vorig jaar de plannen voor de vorming van de federatie tussen Malakka, Singapore en Premietr Abdoel Rachman van Maleisië houdt een persconfe rentie. de Britse gebieden op Borneo, werden gepubliceerd zag het er niet naar uit, dat hieruit een conflict tussen Indonesië 6n Ma leisië zou groeien. Er was re den om aan te nemen, dat de nieuwe federatie zou profiteren van de tegenstellingen tussen Indonesië en de Philippijnen, die aanspraak maken op een deel van Noord-Borneo. Indone sië maakte destijds aanspraak op Nicuw-Guinea. omdat het deel had uitgemaakt van het vroegere Nederlands-Indië. Hij kon dus moeilijk bezwaar maken tegen het in een federa tie bijeen brengen van de vroe gere Britse gebieden in dat deel van de wereld. deze wel goed in de kraam van Djakarta te pas, het is geens zins komen vast te staan, dat hij van Indonesië uit werd ge organiseerd. Premier Abdoel Rachman van Malakka maakte dan ook een grote fout, toen hij onmiddellijk aannam, dat Indo nesië achter de rebellie in het kleine olierijkje zat. Daarmede gaf hij Soekarno een prachtig wapen in de hand Van dat ogen blik af dateert dc Indonesische confrontatiepolitiek, die er op gericht was, de totstandkoming van dc Maleisische federatie te verhinderen en de bevolking van de gebieden in het Noorden van Borneo „de gelegenheid te geven" zich bij Indonesië aan te sluiten. Pas toen bleek, dat met de steun van Engeland voorberei dingen werden getroffen om de federatie toch op 31 augustus jl. te proclameren, leek het of er met Soekarno te praten viel. Mislukt Zijn opzet mislukte echter. Van de afspraken, die in Ma nilla g.maakt werden. ver wachtte hij veel. Het VN-onder- zoek naar de gezindheid van de bevolking van de gebieden in het Noorden van Borneo vond normaal voortgang, ondanks po gingen van Indonesische zijde, het te saboteren. De uitslag viel in het voordeel van Maleisië uit. De proclamatie van de federa tie werd op 16 augustus jl. be paald en alle dreigementen van Indonesië ten spijt is Maleisië nu een voldongen feit. De nieuwe staat kan rekenen op daad werkelijke militaire hulp van Engeland en weet zich verze kerd van de steun van de Ver. Staten. Maleisië verbrak de be trekkingen met Indonesië (en de Philippijnen) toen dit land de federatie weigerde te erken nen en demonstranten in Dja karta de ambassade van Malei sië bestormden. Op die wijze wist het tc ont komen aan de haatcampagne, waarvan de Britten in dc afge lopen week hgt slachtoffer zijn geworden. Het leger De communisten weten, dat Soekarno zich wat Maleisië be treft niet kan veroorloven, zich bij een voldongen feit neer te leggen. Het leger heeft met groot onbehagen de vorming van de federatie gadegeslagen. Het meent, dat Indonesië ge vaar loopt, nu het is ingesloten door Australië enerzijds en Ma leisië anderzijds, die beide met sterke banden aan de westelijke mogendheden verbonden zijn. Bovendien vreest de legerlei ding. dat Maleisië de Chinese bevolkingsgroep op de duur toch niet kan beletten, de fede ratie in handen van het interna tionale communisme te spelen. Het leger is zoals bekend fel an ti-communistisch. Van deze omstandigheid heeft Soekarno tot dusver gebruik kun nen maken om de sterke com munistische partij van Indone sië onder dc duim tc houden. De opvattingen van het leger en dc communisten lopen hoe verschillend de motieven ook mogen zijn thans ergens pa rallel. En dat is het grootste probleem van Soekarno, waar het Maleisië betreft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 14