EEN VERTELLER EU
HET H82RDVUUH
djuis Qjujierur
KARIN ZOEKT HAAR WEG
T
vergelijking met
groten van zijn
tijd doorstaan
In de <ScUietótoel
ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 15 JUNI 1963
VAN
iiDANDY
1 TOT
BARBAAR
Op 10 juni a.s. was het
honderd jaar geleden, dat
Louis Marie Anne Couperus te
■S-Gravenhage geboren werd.
En 16 Juli herdenkt men, dat
leze grote Nederlandse schrij
ver vóór veertig jaren, dus
kort na het vieren van zijn
lestigste verjaardag, in De
Steeg ls gestorven. Ieder kent
kern als de auteur van de Haagse roman El Ine Ve-
en de wat meer belezenen
ie en het boek van Van Trlcht
daarop in zover een gerecht
vaardigde reactie, dat deze laat
ste voor een kijk op Couperus
opkomt, waarbij diens sexuele
aanleg eerlijk in het geding wordt
betrokken. Overigens stelt een
achterneef van Couperus, de oud
gezant der Nederlanden A. J. D.
Steenstra Toussaint, in een ar
tikel in Neerlandia. Maandblad
van het Algemeen Nederlands
Verbond, mei 1963, dat ieder die
gelijk laten rusten. Het is" nog uit Couperus' oeuvre een homo
maar enkele jaren geleden, dat erotische aanleg of drang zou wil-
in deze kolommen, naar aanlei- len distilleren, de plank volko-
ding van de verschijning van de rnen mis slaat. Indien buiten
studie Louis Couperus, een ver- zijn werk Couperus iets was
kenning, geschreven door dr. H. dan was hij een flirt. Het weini-
W. van Tricht en in 1960 uitge- ge verdriet, dat hij zijn vrouw
geven bij Bert Bakker Daamen in een huwelijk van dertig jaren
N.V., Den Haag, over Couperus wel eens heeft aangedaan, was het
in de meer geijkte trant het een gevolg van flirtations waar-
en ander is gezegd. Vandaag is schijnlijk onschuldig." Aldus de
de gelegenheid gunstig het over familie-visie.
andere boeg te werpen. Wat Ook deze kwestie houdt ons
niet bezig. De bedoeling
zullen u vertellen dat Couperus ste'
voornamelijk uit twee inspira
tiebronnen heeft geput: het
Haagse, respectievelijk het
Haags-Indische, moderne leven
en de antieke historie.
toch
het geval. Couperus
een van de grootste Nederlandse st'iSje vfidt men in de" titel uit-
auteurs geweest Nadere kennis- gedrukt: van dandy tot barbaar,
making met het werk van ver- jg ga daarbij uit van een in de
scheidene Nobelprijswinnaars ge- loo* der jaren bij mij gegroeide
durende de laatste jaren heeft 0V£luiglnJg da, g^ufkelijke
V,vlr, rwi~ literatuurbeschouwing ook buiten
tuigd. dat de kwaliteit vm Cou- de school te statlJch is Mis.
perus oeuvre, alsook de omvang schien is er teeen het einde van
en de internationale geest daar- da.roveï
van, hem meer dan enig ander te zeeven Iaat ik mii
Hlltnlelltn1''ïl'benalinï"dS ««t aan mijn "IJrw^" houd»
de prijswinnaars Ziehen hun werk Een .literatuur schept
als ethische idealisten moeten
Een zoon over zl|n ouders
U treedt een groot landhuis binnen, omringd door een "T^'verwLtaSe "en
parkachtige tuin en gelegen in Zuid-Frankrijk. Daar dan valt het beeld van Nathalie
totaal in gruizels.
ontvangt U de bewoner, een man van ruim middelbare
leeftijd, die, na U verzocht te hebben plaats te nemen Persoonlijk cachet
bij het haardvuur in de ouderwets-gemeubileerde salon, 0ngetwil(eld hee!t cabanis I
op rustige toon begint te vertellen, uren lang zonder persoonlijke herinneringen gege-
i a tt ven en is hijzelf de centrale fi- I
onderbreking. Geen schokkende dingen hoort U, maar guUr van zjjn boek. Daar zijn be- I
herinneringen aan huis en school, aan de overleden moS"nt''"m"ektVade v?rP-I
ouders, aan een reeds lang-gedoofde jeugdliefde. teller van zijn studie over Mar-
cel Jouhandeau, die Cabanis ook
inderdaad heeft gepubliceerd I
Ondanks het gemis aan span- zusters; des te uitvoeriger is (1957). Hij heeft wel verwant-
ning luistert u, geboeid door de hij over zijn ouders. schap gevoeld met de memora-
menselijkheid die tot u De vader, financieel onafhan- list Jouhandeau, die niet op- I
j. jj w-üfa-
komt in de
klank van de stem. Op deze wij
ze kan men het laatste boek van
José Cabanis, getiteld Les Car
tes du Temps, karakteriseren.
School en huis
Zoals een verteller zonder ge
leidelijke overgang van
op het ander overspringt
het
rijden, kaartspel, uitvoerige con- milie- en vriendenkring te Cha-
versatie, soms toneel- en con- minodour en ook ziekte
certbezoek in de naburige stad. lijden
De vorige generatie had op de
zelfde wijze geleefd, maar sim-
peler, bijna zonder culturele be- Wat Cabanis betreft,
langstelling, in haar afgesloten Zuid-Fransman, geboren in
kring altijd vijftig jaar ten ach- familie
ter bij de tijd. Traditioneel v
een vurige koningsgezindheid
felle afkeer
moeder uitvoerig I
vol tederheid beschrijft.
__i notarissen e
geleerden. Zijn studie
Universiteit van Toulouse heeft
de Derde Re- hij afgesloten met de
redt tot op zekere hoogte he"t ge- kater die overblijft nadat
geen chronologische volgorde publiek""^* ving van de hoogste graad voor I
handhaaft, zo doet Cabanis, in g^nd de vader, die jong de wijsbegeerte en een docto-
de losse bouw van zijn verhaal was aan het eind der 19e eeuw, raat in de rechten. Naast de
geïnspireerd door de werkwijze minder ver van de verteller dan rechtsbeoefening houdt de lite- I
van de Nouveau Roman, die het voorgaande geslacht, er was ratuur hem bezig. Het hier be-
overigens hierin veel verder en bleef een kloof die pas werd sproken boek is zijn zevende r~
gaat. overbrugd door de krijgsgevan-M "n
De school waarover de vertel- genschap van de jonge man tij-
Ier spreekt, is het katholieke dens de Tweede Wereldoorlog, ouder i
gymnasium in de naburige stad. Toen sprak de vader in zijn
Het valt op door een sfeer I
hartelijke liefde tussen I
,_r en kind, door een aroma 1
i geheel eigen soort, dat niet
paalde tijd een type,
doen kennen, is bij figuren als jp„ute7 "JTÏy.flri
Hemingway. Gide Sh»w. om antwoorden. Zo heeft het fin-de-
oppnWhrfet- siècle de voorwaarden geschapen
eeweest laat staan dat dit bii voor het 1,teraire dandy-schap.
SS. di> rif mensL aar- Men denkt hier aan Oscar Wilde
m Engeland, aan Lodewijk van
Deyssel en Louis Couperus in Ne
derland. Een literaire dandy is
meer dan een boeken schrijven
de fat. Dit dandy-schap is een le
venshouding. Met de filosoof He-
gel ziet de dandy zich als de be
kroning van een zeer lange ont
wikkeling. Ook Darwin met zijn
evolutieleer kijkt hier om de
hoek. Voorwaarden voor dit dan
dy-schap zijn de herkomst uit
een gezeten familie, een politiek
maatschappelijke structuur die
Couperus kon de vergelijking .veiligheid garandeert,
-w jlipersor
schrijf van deze barbaren
eigenlijke pornografie. De volstrek
te dandy en de volstrekte bar
baar zouden bovendien geen van
beiden schrijven. De dandy zou al
leen flaneren: de barbaar alleen
hoereren en zuipen. Nu ver-
133) het geval zou hebben kun
nen zijn. Bovendien is wat onze
landgenoot schreef ook vandaag
nog zeer leesbaar, vooral de ba
dinerende en causerende proza
stukken. En moet men niet eer
lijk bekennen, dat Nobelprijswin
naars als Sully Prud'homme en
Björnstjerne Bjprnson thans sterk
dateren?
Vergelijking
schijnen
Couperus voor herlezing heeft
aangeprezen. Want nu is onze li
teratuurbeschouwing losgeko
men van het overwegend stati
sche, dat zij in en buiten de
school nog zo veelszins heeft. Sta
tisch is die wijze van beschou-
gymnasium in de naounge stad. Toen spraK de vader in zijn yaw gcucci «gui w", uau
De eerste draai om de oren brieven uit wat hij voordien niet p enkele samenvattende zinnen I
kreeg hij in de voorbereidende had durven zeggen uit vrees niet kan worden opgevangen,
klasse van Mme Courtehox met begrepen te worden of opdringe-
de wiebelende voortand; ver- rig te schijnen. Als de zoon te- Een nuchtere realist kan Les I
scheidene priester-leraren wor- rugkeert bij de bevrijding, is de Cartes du Temps onbeduidend
den in enkele rake lijnen gete- levenskracht van de oudgewor- vinden, maar wie zelf zijn
kend, evenwel zonder venijn
krachtig talent wing, omdat de figuur daar stóét
getuigende boeken:
lijke zaak, vooral voor het over
heidsbeleid. Maar keren we tot
Couperus terug. Met mijn be- ot 0
toogje heb ik willen zeggen: het of stroming behoort hi
tijdscostuum verandert maar de hij op zichzelf? Wat
met de groten van zijn tijd 'door- £aL
staan. De kritiekloze bewondering keden^.ratheft
van Henri van Booven
biografie van 1933 is niet uitvloeisel daarvan. Een levens
houding, zei ik, maar het is hier
1 nuchtere bezig-
- «deltoid. Die
diens IJdelheid is ten nauwste verbon-
eer de den met artistieke aanleg
blijft zichzelf gelijk. Zou
den Wilde, Van Deyssel en Cou-
perus volstrekte dandies geweest den. liefdes,
zijn, dan zou hun werk, indien
geschreven, voor vandaag niets
meer betekenen. Zo zien sommi
ge jongeren het ook. Zij verkij
ken zich op het costuum van de
ouderen en merken niet dat zij
zelf in een costuum rondlopen,
dat spoedig verouderd zal zijn.
Verblind door de schelle actua
liteiten menen zij dat het verle- lctl U1C
de vergetelheid, in Lethe kunnen
taar leverend omheen wandelt.
Is deze of die auteur klein, mid
delmatig, groot? Tot welke groep
komst, milieu, wat zijn z'n erva
ringen. vriendschappen, voorbeel-
met erkenning
diensten. Het pleit voo
school, als de schrijver de
uitdrukt het gelaat van sc
ge der leraren uit een ver ver- des doods,
leden te zien opdoemen, als zijn Zo mogelijk nog teerder is de
laatste uur zal komen. Met lof toon waarop Cabanis spreekt
spreekt hij over de driedaagse 9ver zijn moeder, haar^ blijde
retraite bij het begin van ieder jeugd i
cursusjaar, gevuld met zorgen
den vader gebroken en af spoe- ouders heeft verloren, wie zelf I
dig dooft de vlam. Dan heeft hij kinderen heeft, voelt in het hart
het voorrecht tot de uiterste een snaar meetrillen bij de le-
grens met de stervende mee te zing van dit intieme proza,
gaan op de tocht door de vallei
v. d. PANNE.
José Cabanis. Les Cartes du I
temps. Uitgave Gallimard.
OAS KENTERN DER KAPERMEULEN
„Het
t
tekent van een Nederlandse kapitein, die de uitdaging aan
neemt met een m de oorlog beschadigd Nederlands schip in
concurrentie te varen met een snelle Duitse boot. De Neder
lander legt het af en door zijn schuld kapseist de Kapermeulen.
A. Piechorowski heeft het toneelstuk in het Duits vertaald
en dan pas ziet men goed welk een „praat"-werk het
proces voor de Raad voor de Scheepvaart
rals zodanig wel
interessant, maar Klaas Smelik weet toch niet te overtuigen
van de noodzaak om het in de vorm van een drama weer te
geven. Het is een roman zij het in dialoogvorm gebleven.
Ev. G.
IMPROVISEREN EN DRAMATISEREN MET KINDEREN
Improviseren
aruK. ungave j. jhu
Dat van het interessante boekje van Theo Vesseur: Impro
viseren en dramatiseren met kinderen, nu reeds een derde
druk verscheen, bewijst wel, dat deze inspirerende studie in
een behoefte voorziet. Al improviserende heeft Vesseur aan
zijn boekje verder gewerkt, zodat deze derde druk aanmer
kelijk uitgebreider is dan de eerste druk uit 1952. Juist nu
in de moderne opvoeding zo'n grote plaats wordt ingeruimd
aan de zelfexpressie van de jeugd is er op dramatisch gebied
veel te doen. Trouwens niet alleen voor de jeugd, ook vol
wassenen kunnen van Vesseur veel leren.
Ev. G.
DE FUNCTIE VAN DE KUNST IN ONZE TUD
De Sociëteit voor Culturele Samenwerking te 's-Gravenhage
komt van tijd tot tijd bijeen om een of ander cultureel onder
werp te bespreken. Thans was aan de beurt: „De functie
van de kunst in onze tijd". Prof. dr. J. M. M. Aler behandelde
daarin de moderne literatuur (internationaal); hij werd in de
ze sector bijgestaan door dr. V. E. van Vriesland en Hella
Haasse. De beeldende kunst werd aan de orde gesteld door
prof. dr. H. Hungerland uit San Francisco, daarin bijgestaan
door architect J B. Bakema en dr. H. R. Rookmaker. De
muzieksector tenslotte werd behandeld door Bertus van Lier.
Ditmaal werd ik het meest aangesproken door wat gezegd
werd over de beeldende kunst, vooral de opmerkingen van
prof. Hungerland en dr. Rookmaker maken dit boekje zeer de
bestudering waard.
Ev. G.
EEN STER IN DE WIND
Deze boeiende en met kennis van zaken geschreven roman
behandelt voor een groot deel dezelfde stof als Leon Uris' be
roemde boek „Exodus": de illegale tocht van een aantal Jo
den naar de jonge staat Israël en de verbitterde gevechten
tegen de Arabieren. Voor wie „Exodus" kent, biedt het ver
haal van Nathan helaas weinig nieuws. Het accent ligt hier
wel wat minder op het documentaire dan op het verhaal. Aan
het verblijf van de hoofdfiguur een jonge Joodse journalist
op het immigrantenschip en later in Israël gaat een liefdes
geschiedenis in Rome vooraf, welke weinig om het lijf heeft.
De vertaling uit het Amerikaans van J. F. Kliphuis wordt
hier en daar ontsierd door het ijdel gebruik van Gods Naam
en door merkwaardige vertaalfouten als .Simon Peter" ip.v.
Petrus (pag. 227) en „Wildernis van de Zonde" i.p.v. de woes
tijn Sin (pag. 181).
FACETTEN VAN ZEEËN EN OCEANEN
IDit populair-instructieve boek heeft (thans in de Salamander
reeks) zijn zesde druk gekregen sinds het in 1952 voor de eer
ste maal op dc Nederlandse markt verscheen. Wel ccn bewijs
van de boeiende wijze, waarop Carson de talrijke wetenschap
pelijke facetten van zeeën en oceanen voor iedereen bgrijp-
lijk heeft „vertaald". Veel méér dan een verhandeling voor
uitsluitend geïnteresseerde lezers is het boek dan ook een fas-
II cin.»rend verhaal over het leven in oceanen, over stromen en
getijden, over de mineralen in het zeewater en over vulkani
sche urachten, die eilanden doen ontstaan.
Clownesk
Oscar Wilde zit bij de advo
caat die hem tegen een beschul
diging van zedenmisdrijf verde
digen moet „letterlijk te steu
nen en te gapen van verve
ling." Hij blijft de estheet en
hij weet het. Bij Van Deyssel
heeft de zelf-analyse de grens
naar het absurde overschreden.
Bij hem verkrijgt het dandy
schap iets clownesks. Wilde en
Van Deyssel hebben veel over het
leven gefilosofeerd, omdat ze be
seften dat in hen een bepaalde vi
sie op het leven tot vlees en bloed
geworden was. Zij wilden hun
kunstvisie beleven. Nooit is dit
raker geformuleerd dan in de
woorden van Van Deyssel: ik
schrijf nu en dan wat en laat dat
drukken." Het tegendeel dus van
'wat Flaubert had' gezegd: „de
schrijver is niets, het werk is al
les." Want de literatuur kent ook
haar monniken.
Vergeleken met Wilde en Van
Deyssel is Couperus' dandy
schap iets meer* spel, houding,
masker, costuum. Couperus hield
ervan de flaneur uit te hangen,
maar hij werkte als een koelie.
„Tegenover zijn familie bleef
hij eenvoudig en goedhartig"
zegt zijn achterneef in het hier
boven genoemde artikel. Maar
„opgesloten in Nederland begon
hij met het houden van lezin
gen en voordrachten uit eisen
werk.^Artistiek en financieel wa-
Om de overgrote belangstel
ling naar zijn persoon in te to
men, greep hij, meer nog dan
vroeger, naar het wapen van de
onhollandse gemaniëreerdheid en
elegance." Daargelaten of deze
verklaring juist is, het is dui
delijk dat Couperus, met enke
le tijdgenoten, in de literatuur
het dandy-schap heeft vertegen
woordigd in een tijd die daar-
voot de gunstige voorwaarden
had geschapen en ook nog, iet
wat geforceerd, daarna. ..De
aandacht vestigen op eigen kle
ding, handen, voeten, ringen, af
komst, voordracht, schrijfkunst
enz. enj. en dan vragen: vin
den jullie me niet ijdel? en dan
fluisteren: en vinden jullie het
niet enig van me, dat ik dat
zelf zeg?" (a.w. bl. 168).
Andere pool
En nu zijn we aan de andere
pool. De officiële Victoriaanse
preutsheid is doorgeslagen naar
pornografie, uit koloniën koopt
men geen rijkdommen meer op,
de gezeten burgerfamilies heb
ben veel privilegiën verloren, de
internationale toestand is moei
lijk berekenbaar. De huidige con
stellatie kent in de literatuur geen
dandy, maar wel de barbaar. Het
schoolvoorbeeld van zulk een bar
baar is Sebastian Dangerfield uit
de roman De rosse bietser van
J. P. Donleavy, kort geleden in
het zondagsblad besproken. De
zinspreuk v«n de barbaar is „ons
kan niets verdoemen". Maar de
ze, zo agressief ruige, knapen en
hun bewonderaars zouden diep be
ledigd zijn. wanneer men hen met
hun niet-literair begaafde mede
barbaren zou vereenzelvigen. Er
blijft een marge, een waar ge
zicht onder het masker, een wer
kelijkheid achter het spel. Want
ook hier heeft men in laatste
instantie te maken met een rol,
een houding, een masker, een
costuum. Het nadrukkelijk geëx-
hibeerde naakt is niet de echte,
uitmondt. Niets is evenwel
der waar. Het verleden blijft op
een of andere wijze present. Hoe
beter men het tijdcostuum be
studeert, des te zuiverder leert
men het blijvend menselijke in en
achter de tijdelijke constellatie
Zien. En dat i, ook in het be- grienen deelnemen.
Kaler
Deze geschetste beweging van
dandy tot barbaar kan, welbe-
zien, ons bevrijden van een ge-
HRHIHHiPHVIHIzijn lichame
lijke en geestelijke gesteldheid?
Deze statische beschouwings
wijze. die tevens individualistisch
is, eindigt in de behandelde fi
guur. Maar nodig is te eindigen
in het algemene leven en de be
weging daarvan door de tijd.
De heengegane cultuurdragers
zijn onze tijdgenoten. De barba-
het toneel beheersen,
niet doorzien als we
de dandies niet hebben gekend.
Snobistisch is: bij de literaire dag
te willen leven. En het is de taak
van de kritiek, mede aan de hand
van gedenkdagen, een boven de
tijd verheven conversatie gaande
te houden, waaraan ook de ge
storvenen deelnemen. Ook dit
ligt verscholen in de oudtesta-
lentische uitsp
angehaald en door Pascal diep
doorschouwd: God is de God van
Abraham Izaak en Jakob; geen
God van doden, maar van leven
den. Lethe is mythe.
C. RIJNSDORP
- ----- .- P.S. Laat aan het bovenstaan- I
meditatie, gebed en gesprek ook haar schroom haar lietde te mogen worden toegevoegd,
geestelijke waarden. uiten voor de jongste zoon. de
Het huis. nog door hem be- literator. Treffend is haar vrees VUU1UIJC
woond, ziet hij terug zoals het haar kinderen met genoeg te het eerste geüd kwam te staan, l
was in zijn jeugd; een druk ge- hebben gesproken over wat voor maar niet v00r bekroning in
zin; later, na het uitzwerven haar het hoogste was: Gods aan- aanmerking kwam, terwijl het I
der ouderen, stilte overal; de wezigheid m haar leven. Ze had daarentegen bij een enquête on- I
haardvuren in salon en biblio- het wel gedaan, al was het maar der critici en boekhandelaren de 1
theek, de moeder steeds bezig, door haar veelvuldig reciteren meeste stemme„ op zich ver-
de vader levend als rentenier, en zingen van Psalm 42 met zijn enjgde en eind maart de Prix I
de tuin met zijn verrassingen, lyrische aanhef; bovenal door des Ljt>raires, toegekend door 1
Verder in een wijde boog bos- haar voorbeeld van godsvrucht meer dan tweeduizend boekhan-
sen, beekjes, akkers en weiden, en naastenliefde. Haar grote delaren, verwierf.
Zoals op sommige aardrijkskun- zorg was, dat haar zoon zijn li- y. D. PANNE
dekaarten allerlei interessante teraire gaven zou verspdlen aan
details waren aangegeven als -nutteloze, zelfs schadelijke
I ziet"hij voor zijn geestesoog de oude vrouw en haar nog on
gehele streek zich openrollen verhoeds gekomen levenseind,
met vele plekken, gemerkt door
De ouders
debuut van een
zestienjarige
Een (gewone) roman wordt
beschreven uit verwachting, uit
ervaring, of uit een combinatie
van die beide. Meestal zullen
het jonge mensen zijn, die uit
verwachting schrijven en oude
ren, die het uit ervaring doen.
Toeli kan men jong van jaren
en oud van uren zijn, zodat
men, hoewel jeugdig, ervarin
gen meedeelt. En ouderen kun-
uit verwachting schrijven:
optimisme (vóór 1914), of som- stold. De mensen zijn slecht,
bere toekomstbeelden in de deelt^Miss Marple,
geest van George Orwell's ro
man 1984.
£a„ toe. «g»=5 jshsj
crpsnitfnt misdaad, het. sune- examenwerk Nederlands
gespitst tot misdaad, het supe-
I„ n,eiSjeebo,k.n I. he. element rieur.intellect .pellen, det
talent wordt aanstonds erkend en
bewonderd. En Peter heeft lief.
De Here God wordt bedankt voor
Zijn goedheid.
Vlot en haastig
Dit alles wordt vlot verteld, een
beetje haastig en ook een beetje
slordig, getuige b.v. het vreemde
gedrag van de zon, die aan het
begin van hoofdstuk II al hoog
aan de lucht staat, terwijl, na
een treinreis van minstens 20 ki
lometer, de ochtend nog schemer
achtig is. Lees ik dit verkeerd of
is Jozua overtroffen? Aan de an
dere kant: als men, zoals dezer
dagen weer gebeurt, schriftelijk
j mid.
verwachting uiteraard groot.
enigszins dédaigneuze wij:
de raadselen ontwart. Uit
delbare scholen onder de ogen
krijgt, dan valt het op dat dit
de jonge meisje op zijn minst gezegd
Jeugdliefde
Tussen de be
sproken compo
nenten van het
boek is ingevloch
ten een liefdesge
schiedenis, die het
I romantisch ele
ment vormt Het
is de amourette
I tussen de vertel
ler, jong student,
I en de tien jaar
oudere kasteel-
I vrouw, die naast
zijn familiebezit
ting woont. De
I oorsprong en groei
van deze liefde
wordt niet aange-
Ifeeft clandestien
gedurende zekere
tijd en breekt ab-
Irupt af, als Natha
lie dat beter vindt
Het is voor de le
zer moeilijk haar
in haar schimmig
bestaan ernstig te
achterkant te laten
zien van sommige
I levens met een
glanzende frontzij-
I de. In later jaren
wordt de verteller
door zijn vader in-
Dit genre geel. typisch gericht. ontw.rt uit m oumalistieke S.nleg heelt" Hier
lectuur Een zeker optimistische. behuttenen, die schu d f Uttrair, beloIte spre.
zouden kunnen zijn. die schuldig
lijken, eventueel zelfs schuld be
kennen en het soms toch niet ge
daan hebben, wordt, na een aan
tal Trugschlüsse dus, de eigen-
oppèrviaklpg. 1H«"'«nt£l"è lijke boosdoener losgepeld.
■«■erp is natuurlijk de verin-
waarna in dc tweede plaats a verkrijgt haar recht,
been" komt, Een christelijk dma«lrS™Tn(,.'.ï
ge kijk op het zich ontslui
tende meisjesleven is bijna plicht.
Men verwacht van een meisjes
boek dat het fris, vlot en gezel-
plezierige
meisjesboek dient natuurlijk bij
dit alles over geloof, de opvoe-
ding thuis en de kerk te hande- tegendeel
len. Geloof, liefde, beroep, dat meisjesboeken,
zijn immers de drie zaken waar-
over in deze jaren, al of niet Debuut
bewust, al of niet uitgesproken,
de beslissing valt.
ken gaat m.i. wat ver. Ik mis
een accent van oorspronkelijkheid
en stuit daarentegen op schrijf-
HHH maniertjes, zoals het te royale
Het gebruik van uitroeptekens (zie bv.
de bladzijden 54, 86 en 109), de die
naar Pe rimpel tussen de ogen bij het
de denken (zo op bladzijden
diep 94) en op het
Bij La Rivlère Voorhoeve te afleiden
Zwolle is een meisjesboek
schenen, geschreven door een
dochter van de bekende schrijf
ster Nel van der Vlls, die met
zoveel tegelijk de Vlissingse predikant A. Ver
voor het leven te kie- schoor getrouwd ls. Dit meisje,
dat bij zo weinig per- Diet Verschoor, ls pas zestien
ouderdom eer-
De- biedwaardige beletselteken, het
van puntje-puntje-puntje (zo op bl. 81
en 87). Nu kan de interpunctie
door een ander zijn aangebracht,
maar de schrijfster gelieve te
bedenken, dat uitroeptekens de
aandacht op de auteur richten en
wat hij of zij
Sterk instinct
:emd eigenlijk dat God
telt, terwijl beletseltekens in 99
de 100 gevallen een uiting
onmacht zijn.
Interpunctie
Als Da Costa dicht: De dag der
cc, men kroning is gekomen! O al gij vor-
stinct, een rake intuïtie, die veel drachtskunst. Een tweede boek: sten, kust den Zoon! Hij heeft de
hij of Morgen begint 1""" u*
vergoedt, vooral ...j - -
zij uit een goed nest komt. De uitgeverij aanvaard,
vele goede gezinnen, die
lukkig nog zijn al worden er geen
congressen over belegd, geven
aan de kinderen een zekere warm-
hen als een beschut-
De eersteling heet Karin zoekt
haar
is al door de heiburcht ingenomen! De Trium-
feerder stijgt ten troon! Aarde en
hemel galmen! Sion! van uw psal-
Davert het heelal. God
In de Schietstoel, door Hugo
Hooftman. Uitgave La Rivlère
en Voorhoeve, Zwolle.
Als tweede deel van „Van
Brik tot Starfighter" vloeide
„In de Schietstoel" uit Hugo
Hooftmans luchtvaartpen. Met
deze twee boeken wil Hooftman
een overzicht geven van alle
vliegtuigen van de luchtvaartaf
deling, de militaire luchtvaart,
op
n-
it- o*
;één kweekschool.
die weg betekent: opgevaren! Met gejuich der scha- zichzelf gezond. De interpunctie
beeldende kunsten
jóngen, in de gedaante
e te hoog," dan vat "het ter. Karin komt uit een wa
kind in de kille maatschappij nest: de moeder is altijd goed
geestelijk kou. Is de temperatuur, begrijpend
van huis uit meegekregen, te laag
(door huiselijke moeilijkheden
b.v.), dan is er een tekort aan
weerstand.
altijd erg in zichzelf
.Zalig"
poosje en op een bepaal- —_r
de manier vervelend. In haar had
eigen belang trouwens, dat ziet Hans
ze tenslotte zelf wel in. Zeker dat zi
geen tragisch conflict. En ook den ontdekt!
het latente conflict tussen de mijnheer Duburg, Hans
Met bazuingeschal!, dan heeft in hoofdzaak een ordenende
we niet Christus ten hemel functie; bij superieure stylisten
kan ze een vorm van raffinement
zijn, maar nimmer kunnen deze
tekens de taak van de woorden
overnemen. Ik heb een taalgeleer
de als prof. Heeroma meermalen
opgewonden klei-
Israëliet met zijn armen
En als we in dit meis
jesboek lezen: „Mijnheer Duburg
telt dat zij een „zalige" jeugd
heeft gehad. Volop warmte dus.
Maar haar eerste literaire po- voldoende
gingen vielen uiteraard somber dering va_
uit. Tot zij later haar eigen genre reiken. Er
ontdekte: de spitse, bijna
kunstenares (een
zeer wezenlijk en voor begaa
vrouwen schrijnend conflict)
er alleen nog m
Een korte vlucht
n de gewenste
studierichting te be-
is een moeder die der dat00WSÊ
zorgt en een pa die betaalt. Het tegen leestekens afzet. Ze gaan
„au- dichten namelijk, maar toch ook
niet wel enigszins in proza.
Dat dit meisjesboek een positie-
- geest ademt, ls een van de
iflift)afCiq rf^aVlui^t metir,fh0tHeidii al*hans denen, waarom' ik het enigszins
i„ it.Hoi J "it uitvoerig heb aangekondigd Pas
in de dop. zegd. En wat die beletseltekens bil het tweede boek zal
de riekte 1, betreft: die willen de taak van de mij Inimen worden 7e
auteur aan de lerer overdragen, men hier met
dunkt
mij, kunnen worden gezegd of
men hier met een werkelijke be
lofte te maken heeft.
C. RIJNSDORP.
de luchtstrijdkrachten, de leger-
luchtmacht Nederland en de
Koninklijke luchtmacht
Wij kunnen weinig anders
schrijven dan bij het eerste
deel: de waarschuwingen die
wij te dienaangaande kregen
van vrijwel alle officiële en par
ticuliere luchtvaartinstanties
dwingen ons tot reserve bij het
aanvaarden van de door Hooft
man verstrekte gegevens. In
zijn bronnenopgave noemt
Hooftman ook geen enkele de
zer instanties.
Voorts wordt in een voor
woord de uitgave aangekondigd
van nog twee dergelijke boeken,
waarin de vliegtuigen van de
marineluchtvaartdienst en van
de luchtvaartafdeling en militai
re luchtvaart van het Koninklijk
Nederlands-Indische Leger aan
de orde zullen komen. De twee
thans verschenen delen tezamen
met de volgende twee worden
aangeduid als: een compleet
standaardwerk van alle militai
re vliegtuigen die met de Ne
derlandse kleuren hebben gevlo
gen.
Vanzelfsprekend past bij het
aanvaarden van dit complet®
standaardwerk eenzelfde reser-