Biologen optimistisch ten
aanzien van nieuwe teelt
Ileder N. Parlevliet uit
Katwijk, een man met
ondernemingsgeest
Goede vangst
Minstens tien loggers
uit Katwijk naar zee
EET ZE
EENS ZO
Visserij nieuws radio en t.v.
Fijn zeebanket
O, haring met uw pekel-
Ismaakjen,
O, hartverkneut'rend zeeziek
/snaakjen, i
Hoe dorstig, hoe gelukkig
/maak je
De maag, die van uw lekkers
Ihoudt.
Gij zijt een fraai en snoep'rig
Ivischjen
5 In 't keurig pietercelie-dischen j
t Een malse heet voor jong en
/oud.
Geef and'ren spekstruif of
[pastijtjens,
Of Franse leverlekkernijtjens, j
Geef and'ren haas- of herte-
bout
j Of wel doortruffeld zwijne-
(pootjen
Mij is uw lieflijk middel-
/mootjen
l Het fijnst banket en zoet uw
/zout. c
HEEFT de Noordzee als belangrijkste operatiebasis voor de Neder
landse visserij afgedaan? Dat is een vraag die deze bedrijfstak de
laatste jaren in toenemende mate bezighoudt. De teruglopende vang
sten in de Noord spreken in dit opzieht boekdelen, evenals de voort
durend stijgende invoer van schelvis, kabeljauw en koolvis. De handel
moet zich 0111 aan de vraag van de buitenlandse afnemers te kunnen
voldoen steeds meer tot bet buitenland wenden. In zekere zin is dat
een vreemde situatie. Onze visserij zal andere wegen dienen in te slaan.
Verscheidene trawlreders hebben dit begrepen. Zij hebben zonder
steun van de overheid initiatieven ontwikkeld die zonder meer bewon
dering afdwingen.
reizen, zowel op de Noordzee als in
de Ierse Zee, werden met succes be
kroond.
De hektrawlers stonden ook hun man-
netje in de Noord. Kortom, het initia
tief van de heer Parlevliet heeft in de
praktijk zijn waarde overduidelijk be
wezen. Dat blijkt trouwens wel uit de
nieuwe hektrawlers die voor deze on
dernemende reder in aanbouw zijn.
Verre visserij
Nu de naam van de heer Parlevliet
weer is gevallen, is het onvermijdelijk
de verre visserij op het tapijt te bren
gen. Want hij was al voor het experi-
j ment dat 'thans met subsidie van de
regering aan de gang is begon, ervan
overtuigd, dat de Nederlandse visserij
haar 'horizon zou moeten verruimen.
Verleden jaar al stuurde hij de Rijn
mond 1 naar de IJslandse wateren. Ook
bij de huidige proefnemingen speelt
zijn rederij een eerste viool, helaas niet
wat de tot dusver bereikte opbrengsten
betreft. Want de besommingen van de
twee Rijnmondschepen zijn over hei
algemeen zeer teleurstellend geweest
Voor het goede begrip diene dat ook
de zes andere vaartuigen die bij het
experiment betrokken zijn niet tot top
prestaties zijn gekomen.
De IJslandvisserij heeft een wat
ongelukkige start gehad. Het zat in
alle opzichten tegen. Kwam er een
IJslandschip aan de markt met een
grote hoeveelheid kabeljauw, dan
lagen er ook schepen aan de los-
kade die in de Noordzee veel van
deze vissoort hadden verschalkt. De
prijzen vielen door dit grote aanbod
vaak tegen. Ook de vangsten lieten
nog wel eens te wensen over. Men
trof het dan ook bijzonder slecht
Voortdurend had men met zware
stormen te kampen die een regelma
tige visserij in de weg stonden. Het
moet in de laatste 50 jaar in deze
contreien niet zo erg zijn geweest
als in de afgelopen periode.
Maar dat behoeft geen reden te zijn
het experiment met de verre visserij
als mislukt te beschouwen. Dat heeft
minister, Marljnen trouwens wel begre
pen. De bewindsman heeft besloten de
subsidie van de regering (1 miljoen gul
den per jaar) voor drie jaar te doen
gelden. De resultaten over een jaar
zijn niet voldoende om een totaal in-
zioht te krijgen in de mogelijkheden die
deze visserij biedt.
Andere gebieden
Overigens is het niet nodig als men
over de verre visserij spreekt altijd aan
IJsland te denken. Er zijn andere ge
bieden die eveneens door de Neder
landse trawlervloot kunnen worden be
vist. Voor zijn vijfde en laatste reis van
dit seizoen in het raam van de proef
nemingen heeft de heer Parlevliet de
Rijnmond 1 dan ook naar de Witte Zee
gestuurd om eens te kijken wat daar te
bereiken valt.
Een kijkje in de Katwijkse Berg
hoven. Op de voorgrond een
schip dat wordt klaargemaakt
voor de visserij. Daarachter
schepen die de zee vermoedelijk
nooit meer zullen zien. Het zijn
vleetloggers waarvoor geen be
manning is te vinden. De slo
pers geven er op het ogenblik
zo weinig voor, dat de eigenaars
ze nog maar even laten liggen
In het Oosten dragen de vrou
wen kruiken op het hoofd, in de
visserijwereld de mannen man
den als dat zo uitkomt.
Ongedacht groot aantal
T~\E Katwijkse vlcetvisserij is taai. Vorig jaar kozen tien drijfnetschepen
zee en toen werd gezegd: „volgende teelt is het afgelopen. Als het erg
meezit, hebben we er dan nog drie of vier". Nu, het worden er weer tien
deze keer en het zag er van de week zelfs naar uit, dat men de elf haalt.
Het is zo goed als zeker, dat uitvaren de KW 7, KW 163, KW 147, KW 38,
KW 70, KW 130, KW 22, KW 95, KW 176 en KW 40. Vijf van deze schepen
zijn zuivere vleetloggers, dat wil zeggen, dat zij uitsluitend met het drijf
net vissen.
dat zo plotseling komt, Is niet nccmmtx
He bemanningsvraagstuk voor de 1(jfc Misschi(al lt
vleetloggers is althans ,n Katwtjk, rendaoel. Mn
merkwaardig genoeg met zo mjpend als ad v„sslen wared w„_
voorheen. Vissers die jaren aan de wal
.j t, ïswaar niet zo geweldig, maar de prtj-
hebben gewerkt, meldden zich aan. Hoe jllKK„,d
zen liepen soms op tot het dubbele van
Zo kan men zijn hoed afnemen voor
de jonge Katwijkse reder N. Parlevliet
jr., die het heeft aangedurfd twee hek
trawlers in de vaart te brengen. Deze
twee schepen, de Rijnmond 1 en de
Rijnmond 2. zijn nu geruime tijd actief
en hebben hun waarde volop bewezen.
Natuurlijk moesten de bemanningen in
de eerste tijd wennen aan de geheel
andere omstandigheden, maar nu men
is ingespeeld zouden de opvarenden niet
graag meer op een ander schip varen.
Haring contra
patates frites
Er wordt de laatste jaren weer
meer haring geconsumeerd in Ne
derland dan enige jaren geleden het
geval was. Tot circa 1959 daalde het
verbruik van het zeebanket sterk.
Sinds dat jaar valt er echter weer
een stijgende tendens waar te ne
men. Het totale verbruik per hoofd
van de bevolking heeft nog wel niet
het peil bereikt van een tien jaar ge
leden, maar de concurrentie is dan
ook groter. Met name de patates-
frites vormt een geduchte tegenstan
der van de haring.
De consumptie houdt in het alge
meen gelijke tred met de aanvoer
van maatjesharing. Waar meer
maatjes zijn, wordt ook meer ge
geten. De laatste jaren is de con
sumptie echter nog gestegen bij da
lende aanvoer. Door de maatregel
van de bewindsman van sociale za
ken en volksgezondheid wordt het
accent weer verlegd van de groene
naar de gezouten haring en dat is in
zijn totaliteit bezien wel een gunstige
factor. Want de haring moet volks-
voedsel blijven.
Vooral de consumptie van vis-
conserven is de laatste jaren sterk
toegenomen. De winkelier wordt ook
steeds meer gevraagd am gefileerde
vis. Het kopen van nog niet schoon
gemaakte vis neemt af.
het jaar daarvoor. Mogelijk is ook van
betekenis, dat de biologen een goed ha
ringjaar hebben voorspeld. Daarover
kunt u elders in deze krant meer le
zen.
De kotters nemen een steeds belang
rijker plaats in de Nederlandse visserij
in. Ook bij de haringtrekkerij. Voeren
vorig jaar al negen Katwijkse kotters
uit om op haringjacht te gaan, dit jaar
gaan er nog meer. Om haring te trek
ken, is een behoorlijk motorvermogen
noodzakelijk. En veel nieuwe kotters
hebben dat.
Om ten slotte nog even terug te
komen op de vleetvisserij: Van
Scheveningen varen 25 vleetloggers
uit en van Vlaardingen 7. Schevenin
gen heeft er tien minder dan vorig
jaar.
De eerste nieuwe haring behoort men
met alle aandacht en eerbied puur te
genieten. Maar straks kunt u ze per do
zijn kopen en er eens iets anders dan
anders van maken.
Groene haring in gelei: 4 schoonge
maakte groene haringen, "n gesnipper
de ui. een laurierblad, 'n paar peper
korrels met een weinig water aan de
kook brengen en vijf minuten laten sud
deren. Per dl. water 2 gram gelatine
weken. De uitgeknepen gelatine aan het
hete kookvocht toevoegen (maar niet
laten meekoken). De haringen in een
kom leggen en het vocht opgieten, iets
dik laten worden en een takje peterselie
erop leggen, dan de rest van het gela-
tinevocht opgieten en de massa koud en
dus stijf laten worden. Een goede beleg
ging bij brood.
Haring in de oven: Een eetlepel boter
smelten, een tiende liter room, een kopje
jus, drie losgeklopte eieren, wat peper
en geraspte ui toevoegen en even goed
doorkloppen. Dan vier zoute haringen
en een kop vleesresten (of ham», alles
goed fijngehakt, door dc saus roeren.
Dit alles in een beboterd vuurvast scho
teltje doen. wat paneermeel erover en
een bruin korstje laten krijgen.
Haring paprika: Een ul fruiten in
ruim boter. De haring ligt klaar, goed
schoongemaakt en in flinke stukken ge
sneden, die stevig in bloem gewenteld
zijn. De haringstukken in de uienboter
even bakken (niet langer dan vijf minu
ten). Een klein blikje tomatenpuree toe
voegen. flink wat paprika-poeder (naar
smaak) en vier dl. water. Drie minuten
laten trekken. Het kookvocht iets binden
en naar smaak bijzouten. Voor de ware
liefhebbers mag een teentje knoflook in
dit gerecht niet ontbreken.
Algemeen recept: De haring schoon
maken door de buikzijde open te snijden
en het zwarte vliesje uit de lichaams
holte te verwijderen. Daarna een sned-
over de rugzijde geven en het vel naai
de staart toe eraf trekken. Ten slotte dc
haring van de kop ontdoen.
De haringen fileren door in elke hand
een punt van de staart te nemen en dc
haringen in tweeën te trekken of mc
behulp van een mesje de vis in tweeën
te snijden, te beginnen bij de rugzijde en
te eindigen aan de buikzijde. De graat
en de graatjes verwijderen.
Ook aan de koffietafel wordt haring
gegeven, als voorgerechtje op een stuk
je toast met boter gelegd of als beleg
ging van de boterham.
TTOEWEL Vlaggetjesdag voortaan niet meer het privilege van de ha-
ringvisserij is, zullen de gedachten van velen verwijlen bij de moge
lijkheden die het nieuwe seizoen te bieden heeft. De drijfnetvisserij is
weliswaar steeds van minder betekenis geworden, maar een ieder die
het goed meent met de Nederlandse visserij heeft er nog een warm plekje
in het hart voor over. Welnu, de biologen van het Rijksinstituut voor
Visserij-onderzoek te IJmuiden voorspellen betere vangsten dan vorig
jaar.
Dat jaar is uitermate slecht geweest.
De wetenschapsmensen hebben daar een
verklaring voor. In 1962 moest men het
hebben van de haring die in 1959 op
de paaiplaatsen in de Noordzee, waarvan
Dogersbank en de Sandettie de belang
rijkste zijn, werd geboren. Deze jaar
klasse stak dn een zwak vel. Toen deze
haring in 1962 paairijp was geworden,
waren er miljoenen al verdwenen. Zij
hadden met hun slechte „gezondheid"
heit onderspit moeten delven tegen de
gevaren die ln de zee altijd op de loer
liggen.
Beter
Maar de haring die in 1960 paaide, zorg
de voor een nageslacht, dat van een heel
wat beter kaliber was. Deze haring is
nu aan de beurt in de netten van de Ne
derlandse vissers te belanden. Daar deze
jaarklasse in de drie jaar tussen geboorte
en volle wasdom in veel grotere hoeveel
heden de gevaren wist te overleven, zien
de biologen de nieuwe teelt niet pessi
mistisch tegemoet.
Zij hoeden zich er echter wel voor tot
uitbundig optimisme te' vervallen. Als
echte wetenschapsmensen houden zij een
aantal slagen om de arm. Maar zij zijn
tot de conclusie gekomen, dat vooral
in de noordelijke Noordzee de haring ln
aantrekkelijke hoeveelheden acte de pré-
sence zal geven. Trouwens reeds
blijkt, dat deze verwachtingen een so
lide basis hebben. De laatste dagen ko-
De door Katwijkers aangevoerde
vis wordt in IJmuiden verkocht.
Voor een buitenstaander gaat
het daarbij vreemd toe. Want de
man met het opschrijfboekje op
dreunt, is niet te verstaan. Wan
neer men de ogen sluit en luis
tert naar het zangerige geroep,
waant men zich tussen de
moslims.
men er uit de Noord meldingen binnen
van behoorlijke haringvangsten-
Het is duidelijk dat deze haring
afkomstig is van de jaarklassc 1960.
De mens kan nu wel allerlei bepalin
gen in het leven roepen en een zeke
re dag vaststellen waarop dc jacht
op de Hollandse Nieuwe geopend
mag worden, de haring trekt zich
daar niets van aan. Die zwemt nu al
in de Noordzee en laat zich thans al
verschalken.
Voor dc haringvisserij in de zuidelijke
Noordzee zijn de biologen wat pessimis
tischer. Dit heeft zijn reden. Deze haring
heeft het heel wat moeilijker dan zijn
broeders in de Noord. Het hele jaar door
wordt hij op zijn omzwervingen door
de Noordzee achterna gezeten. De gele
deren zijn al gedund, maar de biologen
willen toch ook weer niet te pessimis
tisch zijn. Het kan nog meevallen.
Concurrentie
Bij dit alles moet men niet vergeten,
dat de Noordzee in het haringseizoen
thans ook wordt bevolkt door ontelbare
Poolse, Russische en Oostduitse schepen,
die heel wat graantjes voor de neus van
de Nederlandse en andere Westeuropese
vaartuigen wegpikken. Het is zonneklaar,
dat bij een toeneming van het aantal
vaartuigen de opbrengst per schip moet
teruglopen. Nu zijn de cijfers wel be
kend over de produktie in 1962 in de
traditionele Noordzee-visserijlanden, maar
wat de schepen van achter het IJzeren
Gordijn hebben buitgemaakt daar weet
men niets van. Het zou wel eens kunnen
zijn, dat de totale vangst nog best mee
valt. Maar daar hebben de Nederlandse
vissers natuurlijk niets aan. Elke haring
die in Oosteuropese netten belandt, gaat
van hun vangst af.
In deze overigens vreedzame
strijd tussen West en Oost in laatst
genoemde groep sterk in het voor
deel. Het gaat de Oost-Europese
schepen niet om de winst, maar om
een zo groot mogelijke vangst. De
schepen worden allemaal door de
staat geëxploiteerd en die behoeft
niet op een cent te kijken. Als er
maar veel eiwitten worden aange
voerd, dan is het allang goed. De
West-Europese reders sturen hun
schepen naar zee om er wat mee te
verdienen, een streven waar niets
op valt af te dingen. Maar als men
het tegen een dergelijke concurren
tie op moet nemen, wordt de strijd
wel bijzonder zwaar.
Voordeel
Men kan nu in dc beschutting
het overdekte dek werken. Dat is een
groot voordeel ten opzichte van de
orthodoxe schepen, waarop men te allen
tijde aan de elementen is blootgesteld.
Uiteraard is het werken op de hek
trawlers bij een bries met een wind
kracht 7 of 8 evenmin aangenaam, maar
in ieder geval toch te verkiezen boven
het geploeter op een open dek. Een
storm blijft een storm, goed weer blijft
goed weer. Maar in beide gevallen is
het op een hektrawler aangenamer toe
ven dan Op de andere trawlers, hoe
gerieflijk die ook verder uitgerust zijn.
Voor de vissers is natuurlijk ook
van groot belang wat er wordt ver
diend. Welnu dal laat op deze sche
pen niets te wensen over. Heeft de
Rijnmond I in het begin van dit jaar
niet het besommingsrecord gebroken?
Voor een reis van een dag of tien
naar de Ierse zee werd meer dan een
ton besomd. Ook de andere haring-
RADIO
18 mei 1963: (Hilversum 1, 11.30 uur); „Vlaggetjesdag: Dag van de Neder
landse Zeevisserij". In het programma „Djinn": een reportage van
de ontvangst van het gemeentebestuur van Katwijk.
(Hilversum I, 16.10 uur). „Als de dag van gisteren". Een uitzending
over de Nederlandse zeevisserij van 50 jaar geleden. Gesprekken
met o.a. oud-vissers. Medewerking van Jan de Cler, Alex de Haas,
Paul de Waart en Joop den Tonkelaar. Samenstelling: Tom Bouws.
(Hilversum I, tussen 19.10 en 19.25 uur). „Echo". Reportage van
„Vlaggetjesdag: Dag van de Nederlandse Zeevisserij" te IJmuiden.
(Hilversum 1, tussen 19.30 en 20.00 uur). In „De Oelewappers" tussen
de bedrijven door: „Malse Maatjes". En programma van Jan de Cler.
19 mei 1963: (Hilversum II, 8.18 uur). „Weer of geen weer". Een program
ma voor de vroege zondagmorgen van Bert Garthoff en Leo de Beer.
„Hoe vindt men de vis?" Vandaag gesprekken over de moderne appa
ratuur aan boord van vissersschepen.
20 mei 1963: (Hilversum I, tussen 7.45 en 8.00 uur). „Radiokrant voor Ne
derland". Reportage van het vertrek der haringvloot.
(Hilversum II, 14.3514.50 uur). „Is er wel genoeg vis?" Nu de
haringvloot weer uitvaart, probeert men antwoord te geven op deze
vraag. Een reportage van Tom Nieuwenhuijsen.
21 mei 1963: (Hilversum II, 14.4015.00 uur). Schoolradioserie „De wereld
in de klas". Vandaag: „De dominee, de dokter en de politieagent op
zee". Over het werk van „De Hoop" en Hr. Ms. Politiekruiser.
(Hilversum I, tussen 19.10 en 19.25 uur). „Echo". Reportage van zee.
23 mei 1963: (Hilversum I, tussen 19.30 en 19.50 uur). „Radiokrant voor
Nederland". Reportage van zee.
24 mei 1963: (Hilversum I, tussen 19.10 en 19.25 uur). „Echo". Reportage
van zee.
18-25 mei 1963: (Hilversum I en II, nieuws) Dc speciale correspondent
meldt.
28 mei 1963: (Hilversum I, 8.50 uur) „Moeders wil is Wet". In de reeks
„Waar voor uw geld": Ze zijn er, de Malse Maatjes! Tekst: Mevr.
Betty Kortekaas-Den Haan.
TELEVISIE
18 mei 1963: 16.00 uur N.C.R.V.-televisi. Rechtstreekse uitzending van het
openluchtspel „Vispoort IJmuiden". Tekst en samenstelling: Jaap
Kolkman. Regie: Leo van Kuijk en Gerard Barbiers. Medewerking
van delegaties uit diverse vissersplaatsen en plaatselijke ver
enigingen. Televisie-regie: Fred Benavente.
19 mei 1963: 21.05 uur V.A.R.A.-televisie. In „Achter het nieuws": Vis-
serijonderzoek.