fój'k. heu. 's
A\ x O "'('7
JOOST DE DRAAIER Nederlands disc-jockey nummer één
'Ruimte
voor ons....
Jullie lazen mee,dachten mee,en schreven
IEDER
VAN ONS
(Ge)vraag(d) gesprek met:
ZATERDAG 16 MAART 1963
Sinds 1958 Nederlands eerste jeugdpagina
die wordt samengesteld door een vaste
jongerenredactie.
Ruimte voor ons veertien dagen geleden:
Onderwerp: be- en ontwapening.
Houvast: twee interviews, respektievelijk met de heer
Lakerveld (arjos) en de heer Koerts (p.s.p.).
Vraag: lees mee Denk mee Schrijf
Ruimte voor ons vandaag:
Jullie reacties op dit vraagstuk. Gebalpunt, getikt, lang,
kort, maar allemaal menens. Helaas kunnen we niet alle
commentaren meenemen; de toevloed was namelijk te groot
(bedankt Met de brieven die we hebben uitgekozen
geloven we beslist wel een doorsnee van jullie mening te
geven. En die is dan, in een uiteraard korter bestek dan werd
geschreven:
G. H. de Wit, 17 jaar, Hcyningen.
Wanneer Nederland en andere West-Europese lan
den zich ontwapenen vormen zij een gewillige prooi
voor de communistische landen. De p.s.p. kan men
ten dele vergelijken met de n.s.b. van voor en in
de tweede wereldoorlog. De n.s.b. sympatiseerde
met een andere partij en dictator in een ander
land en van een ander volk en de n.s.b.-ers haai
den met gejuich de overwinnaar het land binnen.
Bij de p.s.p. is dit nu wel niet zo precies het ge
val, maar wanneer bijvoorvoorbeeld Rusland Ne
derland zou overvallen, dan zullen de p.s.p.-ers zich
niet verzetten tegen de overweldiger, maar de Rus
sen gewillig hun gang laten gaan, want de p.s.p.-ers
willen geen wapens gebruiken, de p.s.p.-ers zijn in
dat geval verraders van eigen land en volk even
als de n.s.b.-ers in de tweede wereldoorlog. De
p.s.p. zie ik als een laffe gemene partij die geen
goed oog heeft voor de harde realiteit, al zeggen
zij van wel. Gemeen omdat zij geen goed woord
over heeft voor de bewapening en laf omdat deze
partij bang is. Veruit de meeste mensen die lid
zijn van de p.s.p. worden mijns inziens beïnvloed
door sentimentele uitspraken van de leiders van
de p.s.p. en door sentimentele gevoelens.
Nederland mag zich gelukkig prijzen, dat het niet
overheerst wordt door een partij als de p.s.p., want
hoe kan deze partij ooit een regeringspartij zijn?
Moet die p.s.p. nu zo'n ,,kouwe drukte" om de ont
wapening maken? Men kan dit eerder zien als een
grote verkiezingsstunt. Door als hoofdpunt de ont
wapening te zetten heeft de p.s.p. geen toekomst
en daardoor is zij tot sterven gedoemd wanneer
zij niet vlug een andere stunt verzint.
■.„We moeten ons kunnen verdedigen..."
WW///#/////#//////###///#/!»!
T.v., cabaret, een boekbespreking: we hebben zo al het een en ander in deze
kritische rubriek onder de loep genomen. Ditmaal voor het eerst een toneelstuk.
Leo Kleyn ging naar „Niemand van ons".
De enigszins mysterieuze
aankondiging dat er bij de
voorstelling van „Niemand van
ons" door het Nieuw Rotter
dams Toneel een beperkte ver
koop van de stallesplaatsen zou
zijn, werd begrijpelijk toen wij
de toelichting van regisseur
Robert de Vries in het pro
gramma lazen. Hij schrijft dat
het toneel de zaal werd inge
bouwd, en wel omdat het stuk
„door zijn geladenheid" grote
eisen aan de acteurs stelt; hij
hoopt daarme „een directer
contact enw inniger betrokken
zijn bij hetf gebeuren" te be
reiken. Na het veelbelovende
begin, dat ons weer even in de
„Overval"-sfeer bracht een
aantal mannen dat een cel
wordt binnengedreven, unifor
men, soldatenlaarzen werd
het de vraag of het wel juist
geweest was van een „gebeu
ren" te spreken: nadat de cel
deur in het slot was gevallen,
gebeurde er eigenlijk niet zo
veel meer, althans uiterlijk niet.
Maar dat eerste gebeuren was
dan ook ingrijpend genoeg
niet zozeer voor de toeschou
wers als wel voor de betrok
kenen om er voorlopig niet
over uitgepraat te raken.
Negen volkomen onschuldige
mannen zijn door de gouver
neur van een niet nader aange
duide dictotoriale staat gevan
gen gezet om uit een tiende
man de bekentenis te krijgen
wie zijn medeplichtigen waren
bij een op de gouverneur ge
pleegde aanslag. Die bekente
nis zal voor de negen de weg
naar de vrijheid betekenen. De
opdracht blijkt te zwaar en tot
wanhoop gebracht, brengt één
van hen ten slotte de man om
het leven. In het tweede bedrijf
is het regime van de gouver
neur omver geworpen en zijn
de negen verminderd tot
acht: een van hen heeft zelf
moord gepleegd opnieuw bij
een, nu om uit te maken wie
wurgde. Wanneer niemand van
hen een bekentenis wil afleg
gen, offert de cynicus van het
gezelschap zich op door zelf
moord te plegen. De anderen
kunnen voor de tweede maal
in vrijheid gesteld worden.
Dit is in grote trekken de in
houd van het stuk. De gedach
te die eraan ten grondslag ligt
is deze: niemand van ons is
onschuldig aan het onrecht dat
bedreven wordt, zolang wij geen
vinger uitsteken om dat on
recht ongedaan te maken. Wij
offeren de werkelijke vrijheid
op aan een schijnvrijheid en
aan kleinburgerlijke belangen,,
die, highbrow de bankier die
over het accountantsonderzoek
loopt te jammeren of low
brow de boer die over zijn
geit loopt te mekkeren der-
deweggers van ons maakt. De
onschuldigen zijn in wezen
schuldig en omgekeerd.
De wetenschap dat de 37-ja-
rige schrijver Siegfried Lenz
zijn stuk, dat hij „Zeit der
SchulcUosen" noemde, aanvan
kelijk voor de radio heeft ge
schreven. verklaart veel. Het
was typisch een praatstuk en
na het spectaculaire begin leek
het er even op of het ook ty
pisch een vervelend stuk zou
gaan worden. Maar het gebrek
aan uiterlijk gebeuren werd
zeker in het eerste bedrijf
ruimschoots gecompenseerd
door een overmaat aan inner
lijk gebeuren, waardoor inder
daad een geladen sfeer en een
dramatische situatie ontstond.
Anderzijds het woord „over
maat" wijst er reeds op zou
van overcompensatie gespro
ken kunnen worden: in betrek
kelijk korte tijd gebeurde er
zoveel in het innerlijk van de
negen mannen, dat de onschul
dige toeschouwer wel moeite
had helemaal in de situatie te
geloven. Maar misschien was
dat juist zijn schuld en niet die
van de schrijver. Afgezien van
schuld en onschuld hoewel
dat vreemd klinkt, want daar
ging het in dit stuk juist om
heeft Lenz in ieder geval
voor toneel gezorgd dat, naar
wij menen, de moeite waard
was. En om „theatraal" te
eindigen: wat ons betreft bloe
men voor de spelers, want zij
hebben eruit gehaald wat erin
zat en de aanvankelijke wrok
om die stallesplaatsen volledig
weggenomen.
LEO KLEYN
Niet prettig, wel noodzakelijk...
Wij zitten in een bij uitstek Neder
lands café in Amsterdam. Schemer
lampjes, houten lambrizeringen en ver
sleten tapijten. Telkens, wanneer er
een jongeman binnenkomt, die een zoe
kende blik in de ogen schijnt te heb
ben, veren wij op. Tenslotte zien wij
iemand, die aan de eisen voldoet: bril
en pijp. De zin: „Bent U de heer Van
Cooten?" klinkt als een wachtwoord.
Hij is niet zo groot, heeft een donker
caesarlioofd. Uit zijn jaszak steekt J. B.
Charles „Volg het spoor terug". Zijn
stem gaat eerst later lijken op zijn ra
diostem. Joost (Veronica) de Draaier
is inmiddels voor half Nederland een
begrip geworden. Hij praat de platen
op een tamelijk originele manier aan
elkaar en haalt bij tijd en wijle gekke
grapjes uit. Laatst vertaalde hij bij
wijze van intermezzo een stukje Ver-
gilius. En dit alles doet hij met zijn
merkwaardige, nasale stemgeluid. De
Haagse Post wijdde hieraan onlangs
een artikel.
Hij heet Wim van Cooten, werd in 1941
geboren. „Je was zeker geniaal op
school?" ,,Ja, Ja, ik geloof het wel. Ik
ben op het lyceum in de vijfde blijven zit
ten, toen was ik redacteur van de school
krant Ik heb trouwens nog meer journa
listiek bedreven. Op mijn zeventiende of
achttiende jaar schreef ik in Trouw arti
kelen over Du Perron en Pasternak."
FEESTJE
Hij heeft drie jaar Nederlands gestu
deerd aan de VU, is daarmee opgehouden
en van plan naar de Verenigde Staten te
gaan, om daar reklamepsychologie te stu
deren. Gevraagd, hoe hij bij Veronica be
land is. zegt hij: „Er was een klein feest
je. Daar was de dochter van de directeur
van Veronica ook. Ik heb weinig intellect
en werd warm onthaald. Ze konden me ge
bruiken." Hij is tamelijk spaarzaam met
woorden, zegt uit zichzelf niet zo veel en
spreekt zonder enige stemverheffing. Hij
houdt zijn gigantische, kromme pijp met
een vinger over de kop vast. Zijn rechter
hand heeft hij in zijn zak. Natuurlijk krijgt
hij fan-mail. „Brieven van vrouwen van
vrachtwagen-chauffeurs: „Doorgaan, Joost,
het helpt." (Hij besluit een bepaald pro
gramma namelijk altijd met de zin: „Denk
aan de zangeres zonder naam!" Zo draagt
ook hij zijn veilig verkeerssteen bij.) Wij
vragen hem, of hij grammofoonplaten niet
langzaam maar zeker gaat haten. Dit
blijkt niet het geval te zijn. Hij zegt: „Het
geeft niet, wat je zegt bij grammofoonpla
ten. Als je ze maar draait, komen ze er
wel. Publiciteit is alle?."
Naar hij vertelt, zijn de meest beluister
de tijden van tien tot twaalf en van zes
tot acht. Dan zijn er ook de meeste rekla-
mes. Men schat het aantal luisteraars dan
op vijf miljoen. De randstad Holland is
zeer dicht bevolkt en bovendien woont
daar het koopkrachtigste publiek.
„Er zijn nu al 110.000 luistervissen. Iede
re dag komen er een paar honderd bij.
Dat is voor mij een bewijs, dat de radio
zeer effectief is."
TV-KIJKEN
„Waarom gaan jullie om acht uur de
ether uit?" „Omdat de bemanning dan
naar de TV gaat kijken." „Zijn jullie niet
bang voor luistermoeheid?" „Je bent snel
ler kijk- dan luistermoe", antwoordt hij.
„Je luistert eigenlijk vrijwel niet. Je hebt
het alleen maar aanstaan. Af en toe
springt er iets uit. Iedere fabrikant hoopt,
dat het zijn reklame is."
Wat de toekomst van Veronica betreft, is
hij volmaakt onbekommerd. „Geen politie
ke partij durft, met de verkiezingen voor
de deur. een vinger naar ons uit te ste
ken. Krijgen ze gelijk half Nederland te
gen zich. Weet je, wat buitengewoon grap
pig is?,", zegt hij. „De zuilenstudio's heb
ben 900 man aan het werk. Terwijl Vero
nica het met een man of tien, veertien
doet!"
We praten nog even over het proces.
„O(swald) en D.(erkse) hebben honderd
gulden boete gehad. Geweldige grap an
sich!" (Een stopwoordje, dat hij onophou
delijk gebruikt.) „Onderhouden jullie con
tact met de andere piratenscheepjes?" „Wel
nee, man, allemaal weg. Wij zijn het laat
ste piratenschap. De Uilenspiegel :s aan
gespoeld. De bemanning werd gered.
Dan geeft hij ons volkomen exclusief
nieuws, zoals hijzelf opmerkt. Op verzoek
van de ;rammofoonplatenmaatschappij
gaat Joost, samen met omroepster Tineke,
een plaatje maken, met onder andere een
parodie op de reklameomroep.
EEN TRAAN
Onlangs werd hij op grond van een en
quête uitgeroepen tot Nederlands disc-joe-
key nummer één. Wij vragen, of hij blij
is. Hij is heel blij, deelt hij mee, ontroerd
zelfs. Hij pinkt een traan weg. „Overigens,
alle grammofoonplatenmaatschappijen wer
ken mee met ons. „Brandend zand" b v.
is door Veronica's toedoen opgenomen en
vervolgens populair gemaakt. Iedere dag
een keer draaien en het komt er." „Word
je vaak geïnterviewd?" „Gebeurt nogal
eens." „Wat voor bladen?" „Aller Hande!
(Maar even later blijkt, wordt bedoeld: al
lerhande.) Haarlems Dagblad b.v." „Heb
ben jullie die C A-brand nog gezien? Ben
er speciaal voor uit mijn bed gekomen. On
ze voorouders praten altijd zo over het Ge
bouw van Volksvlijt. Nu hebben wij C A.
„Hier nog een exclusief nieuwtje. Met ks.
Ik heb bij de NCRV gewerkt. Toen ik in
Hilversum in de vierde klas van het lyce
um zat, hadden ze voor Jeugdland bijbel
vertellingen in hoorspelvorm. Daar werkte
ik aan mee. Ik was heel vaak Jeremia,
ook wel Jesaja." Inderdaad zeer eksklu-
sief. „Weet je, dat de studio ondergebracht
is in een voormalige kosterswoning van een
christelijk gereformeerde kerk? Alle pro
gramma's worden ingeblikt. Twee a drie
maal per week worden ze met De Snelle
Visser naar Scheveningen gebracht. Dan
gaan ze naar ons loggertje. De technici zet
ten om de week zeven dagen op het schip."
„Zijn er nog mensen in geslaagd, Veronica
tijdens de vorstperiode over het ijs te be
reiken?" „Nee. Als het ingevroren was ge
raakt, hadden we een Veronica- schaats
tocht met herinneringsmedailles willen or
ganiseren. Voor de luistervissen natuurlijk
gratis bezichtiging van het schip." „Is er
in het buitenland nog belangstelling voor
jullie?" „De Canadese televisie heeft laatst
een documentaire over ons uitgezonden."
Hij steekt zijn zoveelste pijp op.
TJIT REINSMA.
De heer Koerts wil dat er voor dienstweigeraars
werkkampen en vredeskorpsen zouden worden opge
richt, omdat wij ook onze plicht moeten kennen
t.a.v. onderontwikkelde landen. Kennen wij die
plicht dan niet? Vredeskorpsen en werkkampen
moeten echter worden gesteund en voortgebracht
worden uit het gehele volk en niet uit sullen van
dienstweigeraars. Ik voor mij kan de politiek van
de p.s.p. niet begrijpen en niet waarderen en ben
daarom blij dat er nog gezonder denkende poli
tieke partijen in Nederland zijn die niet zo ach
terlijk te werk gaan als de p.s.p.
G. Roodbeen, bestuurslid plaatselijk s.g.p. en
penningmeester landelijke s.g.p.-jongerenvereni-
glngen, Rijswijk.
Oorlog met kernwapen, of kommunistische over
heersing! Dit is de precaire situatie waarvoor wij
ons geplaatst zien. Bovendien draagt de overheid
het zwaard niet te vergeefs, vlg. Rom. 13. Ontwa
pening?? Akkoord!! Maar dan een algehele ontwa
pening van Oost en West, met voldoende garanties.
Een eenzijdige ontwapening is echter volledig
af te keuren, want hierdoor geeft men zich over als
een schaap, dat geleid wordt naar de slachtbank.
Daarom voor mij een principiële vraag: Hoe is
het mogelijk, dat de Herv. Synode met een rap- j
port als nu is verschenen, de gewetens der mensen
tracht voor te lichten en hierdoor velen in een
nodeloos gewetensconflict brengt???
T. G. Boekestljn, tweede voorz. prov. verband
Z.H. der Arjos, De Lier.
Als wij naar Gods geboden willen leven zullen
ivij ook om onze naaste moeten denken, net zo
veel als aan ons zelf. Indien wij dan zouden ontwa
penen, zal dat betekenen dat wij hem aan de dood
prijs zouden geven. Gods geboed zegt: Gij zult niet
doodslaan, dat geldt ook voor A en H bommen, die
ons zeker bereiken als wij eenzijdig ontwapenen.
Juist door ontwapening geven wij het stuur der
wereld in handen van mensen die niet in Gods ge
boden geloven; dit kan onze roeping niet zijn.
C. van der Harts, Den Haag.
Een heel kort briefje waar we uithalen: Volgens
mij is bewapening beter, omdat ontwapening haast
onmogelijk is. We moeten ons kunnen verdedigen.
Hans de Jong, 22 jaar, Lelden.
Ontwapening en bewapening noemen jullie een
vraagstuk. Vraagstukken plegen wij in de wiskunde
op te lossen d.m.v. logica. Welnu, gegeven is:
le: een redelijk gelukkige wereld in een redelijk
evenwicht: op de ene schaal de democratie, op de
andere het communisme.
2e: een voorraad kernwapenen, die groot genoeg
is om beide schalen leeg te blazen. Hoe houden we
de zaak in evenwicht en gelukkig? Oplossing: A
Bewapening, B ontwapening. Bewapenen doen we
dus nu en het eind is nog niet in zicht. De uitkomst
kan geen andere zijn dan vernietiging van het le
ven. Het ergste wat ons bij ontwapening kan over
komen is eenzijdige ontwapening. Zou dat doorgaan,
dan zouden we waarschijnlijk worden bezet. Beslist
geen rooskleurige situatie. Dat het echter mogelijk
(s ook in dat geval zijn menselijke waardigheid te
bewaren werd bewezen door Denemarken in de
2e wereldoorlog en door India erna.
Als ik de democratie en de vrijheid moet gaan
verdedigen door het doden van, laten we zeggen
enkele miljoenen mensen (onder wie vróuwen en
kinderen) dan kunnen die democratie en die vrij
heid me gestolen worden. Over godsdienst praat ik
niet. Het Christendom, om het maar algemeen te
zeggen, heeft altijd gebloeid tegen de verdrukking
in.
K. den Besten, 23 jaar, Rotterdam!
„Als christen sta ik verbaasd over alle verschil
lende meningen in de kerken en partijen, over het
vraagstuk van de ontwapening. Zelf heb ik ook
militaire dienst geweigerd, daar de bijbel ons leert,
elkander lief te hebben. Men tracht de oorlogen
die we de laatste 50 jaar over de wereld hebben
zien woeden, te vergelijken met de oorlogen die
het volk van Israël in de oudheid streed. Deze
zienswijze is foutief. Nergens in de bijbel kunnen
wij lezen dat God de Israëliet de opdracht gaf het
zwaard tegen zijn broeder te gebruiken. Daarom
is het in strijd met Zijn woord dat thans een
protestant of een katholiek het geweer opneemt
om dit op zijn médebroeder in een ander land te
richten. Jezus zelf bracht ons de wet der liefde.
Zijn discipelen hebben zijn voorbeeld gevolgd. Jezus
streedt nooit met zijn vele vijanden, de discipelen
hebben nooit dienst genomen in het Romeinse le
ger, en er ook nooit tegen gestreden. Wij moe
ten hen daarom navolgen.
T. Alblas, Den Haag:
„Ik wil mij dan uitspreken voor een zogenaam
de ontwapening door bewapening. Alleen dan toe
passing dei atoomsplitsing voor vreedzame doel
einden. Ik vraag mij af hebben al die enthousias
te jongeren die zich zo spontaan bij de p.s.p. aan
sloten, er wel eens aan gedacht, wat de gevol
gen zouden zijn van een pacifistisch Europa? We
zouden een gemakkelijke prooi worden voor het
communistische blok. Enige oplossing: met z'n al
len rondom de tafel gaan zitten. En zolang men
op die manier nog niet tot resultaten gekomen is:
bewapend blijven en wel zo dat het evenwicht in
de wereld bewaard blijft. Mijn partij, zegt de heer
Koerts, is de enige die tegen het probleem van
le atoombewapening durft in te gaan. Maar waar-
jit bestaat dan dat tegen in gaan? Uit dienstwei
gering? Uit protestmarsen? Men gaat toch niet op
het slagveld op de grond zitten, als er rondom
aog een veldslag aan de gang is? Wel ervoor
wei-ken, dat die veldslag zo gauw mogelijk beëin
digd wordt. Maar zolang die nog woedt: paraat
blijven en je verantwoordelijkheid weten, ook door
ie militaire dienst. En niet op de grond gaan zit
ten onder het motto: que sera sera...."
Kuurt Terpstra, 21 jaar, Den Haag:
De heer Koerts doelt op het positieve streven
van zijn partij naar een bewoonbare wereld. Hij
gelooft niet dat dit streven berust op de angst bij
de jongeren. Terzijde merkt hij op, dat hieruit
wel een angst kan ontstaan, namelijk het niet be
reiken van deze bewoonbare wereld. Daarom zie
ik juist in de aanwezigheid van de angst en het
gebrek aan politiek inzicht de winst van pacifisme.
De angst is redeloos en waar de angst heerst be
staat de kans dat deze zich uitbreidt tot een ni
hilistisch vacuum.
Wanneer wij allen zouden toegeven aan onze
angst, de wapens zouden neerleggen en ons „en
bloc" zouden scharen rond de pacifisten, was de
vrede wellicht voor ons weggelegd. Het zou ech
ter een hernieuwde armzalige kinderkruistocht wor
den in de armen van de communisten, met ach
terlating van vrijheid en gerechtigheid.
Het weigeren van de dienstplicht is dan ook een
éénzijdig pacifisme, een toegeven /an de abstracte
ideologie van het angstige indiviefc. En om met
de vrede ook de vrijheid en gerechtigheid te be
reiken is meer nodig dan de verdienste van de
p.s.p. alleen, om juist "die eerste P gestalte te
geven. Daar is inzicht, karakter en idealisme voor
nodig."
Kees de Wolf, 19 jaar, Den Haag:
„Ik ben helemaal geen socialist, integendeel.
Toch voel ik veel voor het streven van de p.s.p.
Die bekijkt de zaak nuchter en niet alleen uit po
litiek oogpunt, maar vooral vanuit de mens. Hier
worden tenminste daden gesteld. Misschien niet al
tijd de enig juiste, maar er wordt tenminste een
loei nagestreefd dat reëler is, dan wat ooit het ge
volg kan zijn van het gewauwel in Genève...."
Gerrlt de Boer, 18 jaar, Vlaardingen.
„Voor mij geen ontwapening. Niet dat ik hiermee
wil zeggen een oorlogszuchtig mannetje te zijn. In
tegendeel, ik zou ook graag een wereld zonder oor
log zien. Daar ik aanneem dat ik misschien zo'n
60 a 70 jaar, misschien als ik geluk heb 80 of
90 jaar, zal worden geloof ik niet dat ik de ver
wezenlijking. van de op zichzelf mooie beginselen
van het pacifisme zal meemaken en indien ik een
tweede Methusalem zou worden dan nog zou er vol
gens mij achter de verwezenlijking van het pacifis
me een levensgroot vraagteken staan, met een
evengroot uitroepteken erachter.
En dan, zou men dit alles willen verwezenlijken,
dan moet men eerst maar eens beginnen de toe
gangsleeftijd tot sommige films te verhogen, en bo
vendien de fabrikanten van speelgoed moeten bij?
brengen geen oorlogstuig in miniatuurvorm meer
te produceren. Nou, dat geef ik je te doen (mis
schien een aardig programmapunt voor de p.s.p.).
Ik moet binnenkort in militaire dienst, niet dat ik
dat prettig vind, hoor, maar ik begrijp dat het nood
zakelijk is.
K. Holsthoff, Katwijk aan Zee:
heeft zijn mening gevormd naar aanleiding van
het gedicht van Wolfgang Bcfrchert, over de nood
zaak „nee" te zeggen tegen de bewapening, om
dat anders het leed niet te overzien is. In het ge
dicht wordt dan uitvoerig beschreven wat dit leed
dan zal zijn. Wij nemen aan dat K. Holsthoff zich
volledig achter dit gedicht plaatst, zodat we kun
nen stellen dat hij pro-p.s.p. ds.
Ria Cats, 23 jaar, Rotterdam:
Ik toen 23 jaar. dus net stemgerechtigd, sinds
geruime tijd sta ik in een disco-bar. U vroeg om
onze mening omdat dat net zo belangrijk is als
op straat zitten. Nu vind ik allereerst dat op straat
zitten belachelijk want je jaagt er alleen maar
■mensen mee tegen je in 't harnas. En ten tweede
ben ik dankbaar dat partijen als de p.s.p. hun zin
niet krijgen.
Natuurlijk is het verre van aangenaam dat zo
iets als een atoombom toestaat maar volgens mij
is het allerbeste middel hiertegen nog steeds de
angst, die ons misschien ten derde wereldoorlog
zal besparen. Natuurlijk is het zonde van de tijd
die alle jongens, zoals mijn verloofde, bijvoortieeld
met soms volslagen niets-doen de diensttijd moeten
doorbrengen. Maar zolang er nog landen met een
strenge Marxistische opvatting van het communis
me zijn, landen die we dus per se niet kunnen ver
trouwen houd ik het, en velen met mij, op be-i
wapenen. Vriendelijke groeten, ook namens mijn!
verloofde
Dit was het. De conclusie kun je zelf het
beste trekken. Als wij om deze discussie af
te sluiten een bescheiden slotwoordje mogen
laten horen: we hebben zo het gevoel dat de
p.s.p. de geweren niet gebroken krijgt.
Kroonprins Gonstantijn van Grie
kenland beeft op een bijeenkomst
van sportjournalisten verteld, dat
hij minstens drie kilo aait ge
wicht beeft verloren in de zes
maanden durende romance met
prinses Anne Marie van Denemar
ken voordat zij zich verloofden.
Dat is gemiddeld een pond per
maand.
Dat is eelit teveel lioor. Schryf maar
eens naar tante Apollo van hel
bekende Griekse damesblad. Die
weet er wel wat op. Succes cr mee.
De Suid-Afrikaanse lugdiens heeft
in do Leidscstraat tc Amsterdam
een nieuw pand in gebruik geno
men. Dc rassen-politiek schynl
hen geen windeieren te leggen.
Wij kunnen alleen maar adviseren:
„Vlieg er niet in".
Er wordt een politieke partij opge
richt die ons het recht van het
volksrcferendum wil geven. Daar
na zal de party zich opheffen. Nog
afgezien van liet dubieuze voor
deel van dat recht moet liet ons
van het hart dat het tweede pro
grammapunt (opheffen) ons wat
overbodig voorkomt. Dergelijke
splinterpartijen heffen zich altyd
op, daar hoeven zc zelfs niets aan
te doen.
Wy hebben alweer in een dag
blad een brief gelezen van de u
allen bekende dr. Dominicus. De
ze wond zich op over het le vor
men vrcdcscorps. Geldverspilling
c d. wecduwel. Volgens ons is dc
doctor alleen maar bang dot ze
hem naar Nicuw-Guinea zullen
sturen om een lyst op te stellen
van Neerlandicismcn in de pa-
poea-talen.
Een onderzoek van het N.I.PO.
heeft aangetoond dat liet aantal le
zers van dagbladen groter is dau
dc oplagen van die bladen doen
vermoeden. Dat worden dan vijf
ruimte-lezers. Gelukkig maar.
Een zeldzaam biologisch verschijnsel
is vorige week in Hollandsche-
vcld waargenomen. Er werd na
melijk 's nachts een rode liaan
waargenomen die luid „koekoek"
kraaide.