fój'k. heu. 's A\ x O "'('7 JOOST DE DRAAIER Nederlands disc-jockey nummer één 'Ruimte voor ons.... Jullie lazen mee,dachten mee,en schreven IEDER VAN ONS (Ge)vraag(d) gesprek met: ZATERDAG 16 MAART 1963 Sinds 1958 Nederlands eerste jeugdpagina die wordt samengesteld door een vaste jongerenredactie. Ruimte voor ons veertien dagen geleden: Onderwerp: be- en ontwapening. Houvast: twee interviews, respektievelijk met de heer Lakerveld (arjos) en de heer Koerts (p.s.p.). Vraag: lees mee Denk mee Schrijf Ruimte voor ons vandaag: Jullie reacties op dit vraagstuk. Gebalpunt, getikt, lang, kort, maar allemaal menens. Helaas kunnen we niet alle commentaren meenemen; de toevloed was namelijk te groot (bedankt Met de brieven die we hebben uitgekozen geloven we beslist wel een doorsnee van jullie mening te geven. En die is dan, in een uiteraard korter bestek dan werd geschreven: G. H. de Wit, 17 jaar, Hcyningen. Wanneer Nederland en andere West-Europese lan den zich ontwapenen vormen zij een gewillige prooi voor de communistische landen. De p.s.p. kan men ten dele vergelijken met de n.s.b. van voor en in de tweede wereldoorlog. De n.s.b. sympatiseerde met een andere partij en dictator in een ander land en van een ander volk en de n.s.b.-ers haai den met gejuich de overwinnaar het land binnen. Bij de p.s.p. is dit nu wel niet zo precies het ge val, maar wanneer bijvoorvoorbeeld Rusland Ne derland zou overvallen, dan zullen de p.s.p.-ers zich niet verzetten tegen de overweldiger, maar de Rus sen gewillig hun gang laten gaan, want de p.s.p.-ers willen geen wapens gebruiken, de p.s.p.-ers zijn in dat geval verraders van eigen land en volk even als de n.s.b.-ers in de tweede wereldoorlog. De p.s.p. zie ik als een laffe gemene partij die geen goed oog heeft voor de harde realiteit, al zeggen zij van wel. Gemeen omdat zij geen goed woord over heeft voor de bewapening en laf omdat deze partij bang is. Veruit de meeste mensen die lid zijn van de p.s.p. worden mijns inziens beïnvloed door sentimentele uitspraken van de leiders van de p.s.p. en door sentimentele gevoelens. Nederland mag zich gelukkig prijzen, dat het niet overheerst wordt door een partij als de p.s.p., want hoe kan deze partij ooit een regeringspartij zijn? Moet die p.s.p. nu zo'n ,,kouwe drukte" om de ont wapening maken? Men kan dit eerder zien als een grote verkiezingsstunt. Door als hoofdpunt de ont wapening te zetten heeft de p.s.p. geen toekomst en daardoor is zij tot sterven gedoemd wanneer zij niet vlug een andere stunt verzint. ■.„We moeten ons kunnen verdedigen..." WW///#/////#//////###///#/!»! T.v., cabaret, een boekbespreking: we hebben zo al het een en ander in deze kritische rubriek onder de loep genomen. Ditmaal voor het eerst een toneelstuk. Leo Kleyn ging naar „Niemand van ons". De enigszins mysterieuze aankondiging dat er bij de voorstelling van „Niemand van ons" door het Nieuw Rotter dams Toneel een beperkte ver koop van de stallesplaatsen zou zijn, werd begrijpelijk toen wij de toelichting van regisseur Robert de Vries in het pro gramma lazen. Hij schrijft dat het toneel de zaal werd inge bouwd, en wel omdat het stuk „door zijn geladenheid" grote eisen aan de acteurs stelt; hij hoopt daarme „een directer contact enw inniger betrokken zijn bij hetf gebeuren" te be reiken. Na het veelbelovende begin, dat ons weer even in de „Overval"-sfeer bracht een aantal mannen dat een cel wordt binnengedreven, unifor men, soldatenlaarzen werd het de vraag of het wel juist geweest was van een „gebeu ren" te spreken: nadat de cel deur in het slot was gevallen, gebeurde er eigenlijk niet zo veel meer, althans uiterlijk niet. Maar dat eerste gebeuren was dan ook ingrijpend genoeg niet zozeer voor de toeschou wers als wel voor de betrok kenen om er voorlopig niet over uitgepraat te raken. Negen volkomen onschuldige mannen zijn door de gouver neur van een niet nader aange duide dictotoriale staat gevan gen gezet om uit een tiende man de bekentenis te krijgen wie zijn medeplichtigen waren bij een op de gouverneur ge pleegde aanslag. Die bekente nis zal voor de negen de weg naar de vrijheid betekenen. De opdracht blijkt te zwaar en tot wanhoop gebracht, brengt één van hen ten slotte de man om het leven. In het tweede bedrijf is het regime van de gouver neur omver geworpen en zijn de negen verminderd tot acht: een van hen heeft zelf moord gepleegd opnieuw bij een, nu om uit te maken wie wurgde. Wanneer niemand van hen een bekentenis wil afleg gen, offert de cynicus van het gezelschap zich op door zelf moord te plegen. De anderen kunnen voor de tweede maal in vrijheid gesteld worden. Dit is in grote trekken de in houd van het stuk. De gedach te die eraan ten grondslag ligt is deze: niemand van ons is onschuldig aan het onrecht dat bedreven wordt, zolang wij geen vinger uitsteken om dat on recht ongedaan te maken. Wij offeren de werkelijke vrijheid op aan een schijnvrijheid en aan kleinburgerlijke belangen,, die, highbrow de bankier die over het accountantsonderzoek loopt te jammeren of low brow de boer die over zijn geit loopt te mekkeren der- deweggers van ons maakt. De onschuldigen zijn in wezen schuldig en omgekeerd. De wetenschap dat de 37-ja- rige schrijver Siegfried Lenz zijn stuk, dat hij „Zeit der SchulcUosen" noemde, aanvan kelijk voor de radio heeft ge schreven. verklaart veel. Het was typisch een praatstuk en na het spectaculaire begin leek het er even op of het ook ty pisch een vervelend stuk zou gaan worden. Maar het gebrek aan uiterlijk gebeuren werd zeker in het eerste bedrijf ruimschoots gecompenseerd door een overmaat aan inner lijk gebeuren, waardoor inder daad een geladen sfeer en een dramatische situatie ontstond. Anderzijds het woord „over maat" wijst er reeds op zou van overcompensatie gespro ken kunnen worden: in betrek kelijk korte tijd gebeurde er zoveel in het innerlijk van de negen mannen, dat de onschul dige toeschouwer wel moeite had helemaal in de situatie te geloven. Maar misschien was dat juist zijn schuld en niet die van de schrijver. Afgezien van schuld en onschuld hoewel dat vreemd klinkt, want daar ging het in dit stuk juist om heeft Lenz in ieder geval voor toneel gezorgd dat, naar wij menen, de moeite waard was. En om „theatraal" te eindigen: wat ons betreft bloe men voor de spelers, want zij hebben eruit gehaald wat erin zat en de aanvankelijke wrok om die stallesplaatsen volledig weggenomen. LEO KLEYN Niet prettig, wel noodzakelijk... Wij zitten in een bij uitstek Neder lands café in Amsterdam. Schemer lampjes, houten lambrizeringen en ver sleten tapijten. Telkens, wanneer er een jongeman binnenkomt, die een zoe kende blik in de ogen schijnt te heb ben, veren wij op. Tenslotte zien wij iemand, die aan de eisen voldoet: bril en pijp. De zin: „Bent U de heer Van Cooten?" klinkt als een wachtwoord. Hij is niet zo groot, heeft een donker caesarlioofd. Uit zijn jaszak steekt J. B. Charles „Volg het spoor terug". Zijn stem gaat eerst later lijken op zijn ra diostem. Joost (Veronica) de Draaier is inmiddels voor half Nederland een begrip geworden. Hij praat de platen op een tamelijk originele manier aan elkaar en haalt bij tijd en wijle gekke grapjes uit. Laatst vertaalde hij bij wijze van intermezzo een stukje Ver- gilius. En dit alles doet hij met zijn merkwaardige, nasale stemgeluid. De Haagse Post wijdde hieraan onlangs een artikel. Hij heet Wim van Cooten, werd in 1941 geboren. „Je was zeker geniaal op school?" ,,Ja, Ja, ik geloof het wel. Ik ben op het lyceum in de vijfde blijven zit ten, toen was ik redacteur van de school krant Ik heb trouwens nog meer journa listiek bedreven. Op mijn zeventiende of achttiende jaar schreef ik in Trouw arti kelen over Du Perron en Pasternak." FEESTJE Hij heeft drie jaar Nederlands gestu deerd aan de VU, is daarmee opgehouden en van plan naar de Verenigde Staten te gaan, om daar reklamepsychologie te stu deren. Gevraagd, hoe hij bij Veronica be land is. zegt hij: „Er was een klein feest je. Daar was de dochter van de directeur van Veronica ook. Ik heb weinig intellect en werd warm onthaald. Ze konden me ge bruiken." Hij is tamelijk spaarzaam met woorden, zegt uit zichzelf niet zo veel en spreekt zonder enige stemverheffing. Hij houdt zijn gigantische, kromme pijp met een vinger over de kop vast. Zijn rechter hand heeft hij in zijn zak. Natuurlijk krijgt hij fan-mail. „Brieven van vrouwen van vrachtwagen-chauffeurs: „Doorgaan, Joost, het helpt." (Hij besluit een bepaald pro gramma namelijk altijd met de zin: „Denk aan de zangeres zonder naam!" Zo draagt ook hij zijn veilig verkeerssteen bij.) Wij vragen hem, of hij grammofoonplaten niet langzaam maar zeker gaat haten. Dit blijkt niet het geval te zijn. Hij zegt: „Het geeft niet, wat je zegt bij grammofoonpla ten. Als je ze maar draait, komen ze er wel. Publiciteit is alle?." Naar hij vertelt, zijn de meest beluister de tijden van tien tot twaalf en van zes tot acht. Dan zijn er ook de meeste rekla- mes. Men schat het aantal luisteraars dan op vijf miljoen. De randstad Holland is zeer dicht bevolkt en bovendien woont daar het koopkrachtigste publiek. „Er zijn nu al 110.000 luistervissen. Iede re dag komen er een paar honderd bij. Dat is voor mij een bewijs, dat de radio zeer effectief is." TV-KIJKEN „Waarom gaan jullie om acht uur de ether uit?" „Omdat de bemanning dan naar de TV gaat kijken." „Zijn jullie niet bang voor luistermoeheid?" „Je bent snel ler kijk- dan luistermoe", antwoordt hij. „Je luistert eigenlijk vrijwel niet. Je hebt het alleen maar aanstaan. Af en toe springt er iets uit. Iedere fabrikant hoopt, dat het zijn reklame is." Wat de toekomst van Veronica betreft, is hij volmaakt onbekommerd. „Geen politie ke partij durft, met de verkiezingen voor de deur. een vinger naar ons uit te ste ken. Krijgen ze gelijk half Nederland te gen zich. Weet je, wat buitengewoon grap pig is?,", zegt hij. „De zuilenstudio's heb ben 900 man aan het werk. Terwijl Vero nica het met een man of tien, veertien doet!" We praten nog even over het proces. „O(swald) en D.(erkse) hebben honderd gulden boete gehad. Geweldige grap an sich!" (Een stopwoordje, dat hij onophou delijk gebruikt.) „Onderhouden jullie con tact met de andere piratenscheepjes?" „Wel nee, man, allemaal weg. Wij zijn het laat ste piratenschap. De Uilenspiegel :s aan gespoeld. De bemanning werd gered. Dan geeft hij ons volkomen exclusief nieuws, zoals hijzelf opmerkt. Op verzoek van de ;rammofoonplatenmaatschappij gaat Joost, samen met omroepster Tineke, een plaatje maken, met onder andere een parodie op de reklameomroep. EEN TRAAN Onlangs werd hij op grond van een en quête uitgeroepen tot Nederlands disc-joe- key nummer één. Wij vragen, of hij blij is. Hij is heel blij, deelt hij mee, ontroerd zelfs. Hij pinkt een traan weg. „Overigens, alle grammofoonplatenmaatschappijen wer ken mee met ons. „Brandend zand" b v. is door Veronica's toedoen opgenomen en vervolgens populair gemaakt. Iedere dag een keer draaien en het komt er." „Word je vaak geïnterviewd?" „Gebeurt nogal eens." „Wat voor bladen?" „Aller Hande! (Maar even later blijkt, wordt bedoeld: al lerhande.) Haarlems Dagblad b.v." „Heb ben jullie die C A-brand nog gezien? Ben er speciaal voor uit mijn bed gekomen. On ze voorouders praten altijd zo over het Ge bouw van Volksvlijt. Nu hebben wij C A. „Hier nog een exclusief nieuwtje. Met ks. Ik heb bij de NCRV gewerkt. Toen ik in Hilversum in de vierde klas van het lyce um zat, hadden ze voor Jeugdland bijbel vertellingen in hoorspelvorm. Daar werkte ik aan mee. Ik was heel vaak Jeremia, ook wel Jesaja." Inderdaad zeer eksklu- sief. „Weet je, dat de studio ondergebracht is in een voormalige kosterswoning van een christelijk gereformeerde kerk? Alle pro gramma's worden ingeblikt. Twee a drie maal per week worden ze met De Snelle Visser naar Scheveningen gebracht. Dan gaan ze naar ons loggertje. De technici zet ten om de week zeven dagen op het schip." „Zijn er nog mensen in geslaagd, Veronica tijdens de vorstperiode over het ijs te be reiken?" „Nee. Als het ingevroren was ge raakt, hadden we een Veronica- schaats tocht met herinneringsmedailles willen or ganiseren. Voor de luistervissen natuurlijk gratis bezichtiging van het schip." „Is er in het buitenland nog belangstelling voor jullie?" „De Canadese televisie heeft laatst een documentaire over ons uitgezonden." Hij steekt zijn zoveelste pijp op. TJIT REINSMA. De heer Koerts wil dat er voor dienstweigeraars werkkampen en vredeskorpsen zouden worden opge richt, omdat wij ook onze plicht moeten kennen t.a.v. onderontwikkelde landen. Kennen wij die plicht dan niet? Vredeskorpsen en werkkampen moeten echter worden gesteund en voortgebracht worden uit het gehele volk en niet uit sullen van dienstweigeraars. Ik voor mij kan de politiek van de p.s.p. niet begrijpen en niet waarderen en ben daarom blij dat er nog gezonder denkende poli tieke partijen in Nederland zijn die niet zo ach terlijk te werk gaan als de p.s.p. G. Roodbeen, bestuurslid plaatselijk s.g.p. en penningmeester landelijke s.g.p.-jongerenvereni- glngen, Rijswijk. Oorlog met kernwapen, of kommunistische over heersing! Dit is de precaire situatie waarvoor wij ons geplaatst zien. Bovendien draagt de overheid het zwaard niet te vergeefs, vlg. Rom. 13. Ontwa pening?? Akkoord!! Maar dan een algehele ontwa pening van Oost en West, met voldoende garanties. Een eenzijdige ontwapening is echter volledig af te keuren, want hierdoor geeft men zich over als een schaap, dat geleid wordt naar de slachtbank. Daarom voor mij een principiële vraag: Hoe is het mogelijk, dat de Herv. Synode met een rap- j port als nu is verschenen, de gewetens der mensen tracht voor te lichten en hierdoor velen in een nodeloos gewetensconflict brengt??? T. G. Boekestljn, tweede voorz. prov. verband Z.H. der Arjos, De Lier. Als wij naar Gods geboden willen leven zullen ivij ook om onze naaste moeten denken, net zo veel als aan ons zelf. Indien wij dan zouden ontwa penen, zal dat betekenen dat wij hem aan de dood prijs zouden geven. Gods geboed zegt: Gij zult niet doodslaan, dat geldt ook voor A en H bommen, die ons zeker bereiken als wij eenzijdig ontwapenen. Juist door ontwapening geven wij het stuur der wereld in handen van mensen die niet in Gods ge boden geloven; dit kan onze roeping niet zijn. C. van der Harts, Den Haag. Een heel kort briefje waar we uithalen: Volgens mij is bewapening beter, omdat ontwapening haast onmogelijk is. We moeten ons kunnen verdedigen. Hans de Jong, 22 jaar, Lelden. Ontwapening en bewapening noemen jullie een vraagstuk. Vraagstukken plegen wij in de wiskunde op te lossen d.m.v. logica. Welnu, gegeven is: le: een redelijk gelukkige wereld in een redelijk evenwicht: op de ene schaal de democratie, op de andere het communisme. 2e: een voorraad kernwapenen, die groot genoeg is om beide schalen leeg te blazen. Hoe houden we de zaak in evenwicht en gelukkig? Oplossing: A Bewapening, B ontwapening. Bewapenen doen we dus nu en het eind is nog niet in zicht. De uitkomst kan geen andere zijn dan vernietiging van het le ven. Het ergste wat ons bij ontwapening kan over komen is eenzijdige ontwapening. Zou dat doorgaan, dan zouden we waarschijnlijk worden bezet. Beslist geen rooskleurige situatie. Dat het echter mogelijk (s ook in dat geval zijn menselijke waardigheid te bewaren werd bewezen door Denemarken in de 2e wereldoorlog en door India erna. Als ik de democratie en de vrijheid moet gaan verdedigen door het doden van, laten we zeggen enkele miljoenen mensen (onder wie vróuwen en kinderen) dan kunnen die democratie en die vrij heid me gestolen worden. Over godsdienst praat ik niet. Het Christendom, om het maar algemeen te zeggen, heeft altijd gebloeid tegen de verdrukking in. K. den Besten, 23 jaar, Rotterdam! „Als christen sta ik verbaasd over alle verschil lende meningen in de kerken en partijen, over het vraagstuk van de ontwapening. Zelf heb ik ook militaire dienst geweigerd, daar de bijbel ons leert, elkander lief te hebben. Men tracht de oorlogen die we de laatste 50 jaar over de wereld hebben zien woeden, te vergelijken met de oorlogen die het volk van Israël in de oudheid streed. Deze zienswijze is foutief. Nergens in de bijbel kunnen wij lezen dat God de Israëliet de opdracht gaf het zwaard tegen zijn broeder te gebruiken. Daarom is het in strijd met Zijn woord dat thans een protestant of een katholiek het geweer opneemt om dit op zijn médebroeder in een ander land te richten. Jezus zelf bracht ons de wet der liefde. Zijn discipelen hebben zijn voorbeeld gevolgd. Jezus streedt nooit met zijn vele vijanden, de discipelen hebben nooit dienst genomen in het Romeinse le ger, en er ook nooit tegen gestreden. Wij moe ten hen daarom navolgen. T. Alblas, Den Haag: „Ik wil mij dan uitspreken voor een zogenaam de ontwapening door bewapening. Alleen dan toe passing dei atoomsplitsing voor vreedzame doel einden. Ik vraag mij af hebben al die enthousias te jongeren die zich zo spontaan bij de p.s.p. aan sloten, er wel eens aan gedacht, wat de gevol gen zouden zijn van een pacifistisch Europa? We zouden een gemakkelijke prooi worden voor het communistische blok. Enige oplossing: met z'n al len rondom de tafel gaan zitten. En zolang men op die manier nog niet tot resultaten gekomen is: bewapend blijven en wel zo dat het evenwicht in de wereld bewaard blijft. Mijn partij, zegt de heer Koerts, is de enige die tegen het probleem van le atoombewapening durft in te gaan. Maar waar- jit bestaat dan dat tegen in gaan? Uit dienstwei gering? Uit protestmarsen? Men gaat toch niet op het slagveld op de grond zitten, als er rondom aog een veldslag aan de gang is? Wel ervoor wei-ken, dat die veldslag zo gauw mogelijk beëin digd wordt. Maar zolang die nog woedt: paraat blijven en je verantwoordelijkheid weten, ook door ie militaire dienst. En niet op de grond gaan zit ten onder het motto: que sera sera...." Kuurt Terpstra, 21 jaar, Den Haag: De heer Koerts doelt op het positieve streven van zijn partij naar een bewoonbare wereld. Hij gelooft niet dat dit streven berust op de angst bij de jongeren. Terzijde merkt hij op, dat hieruit wel een angst kan ontstaan, namelijk het niet be reiken van deze bewoonbare wereld. Daarom zie ik juist in de aanwezigheid van de angst en het gebrek aan politiek inzicht de winst van pacifisme. De angst is redeloos en waar de angst heerst be staat de kans dat deze zich uitbreidt tot een ni hilistisch vacuum. Wanneer wij allen zouden toegeven aan onze angst, de wapens zouden neerleggen en ons „en bloc" zouden scharen rond de pacifisten, was de vrede wellicht voor ons weggelegd. Het zou ech ter een hernieuwde armzalige kinderkruistocht wor den in de armen van de communisten, met ach terlating van vrijheid en gerechtigheid. Het weigeren van de dienstplicht is dan ook een éénzijdig pacifisme, een toegeven /an de abstracte ideologie van het angstige indiviefc. En om met de vrede ook de vrijheid en gerechtigheid te be reiken is meer nodig dan de verdienste van de p.s.p. alleen, om juist "die eerste P gestalte te geven. Daar is inzicht, karakter en idealisme voor nodig." Kees de Wolf, 19 jaar, Den Haag: „Ik ben helemaal geen socialist, integendeel. Toch voel ik veel voor het streven van de p.s.p. Die bekijkt de zaak nuchter en niet alleen uit po litiek oogpunt, maar vooral vanuit de mens. Hier worden tenminste daden gesteld. Misschien niet al tijd de enig juiste, maar er wordt tenminste een loei nagestreefd dat reëler is, dan wat ooit het ge volg kan zijn van het gewauwel in Genève...." Gerrlt de Boer, 18 jaar, Vlaardingen. „Voor mij geen ontwapening. Niet dat ik hiermee wil zeggen een oorlogszuchtig mannetje te zijn. In tegendeel, ik zou ook graag een wereld zonder oor log zien. Daar ik aanneem dat ik misschien zo'n 60 a 70 jaar, misschien als ik geluk heb 80 of 90 jaar, zal worden geloof ik niet dat ik de ver wezenlijking. van de op zichzelf mooie beginselen van het pacifisme zal meemaken en indien ik een tweede Methusalem zou worden dan nog zou er vol gens mij achter de verwezenlijking van het pacifis me een levensgroot vraagteken staan, met een evengroot uitroepteken erachter. En dan, zou men dit alles willen verwezenlijken, dan moet men eerst maar eens beginnen de toe gangsleeftijd tot sommige films te verhogen, en bo vendien de fabrikanten van speelgoed moeten bij? brengen geen oorlogstuig in miniatuurvorm meer te produceren. Nou, dat geef ik je te doen (mis schien een aardig programmapunt voor de p.s.p.). Ik moet binnenkort in militaire dienst, niet dat ik dat prettig vind, hoor, maar ik begrijp dat het nood zakelijk is. K. Holsthoff, Katwijk aan Zee: heeft zijn mening gevormd naar aanleiding van het gedicht van Wolfgang Bcfrchert, over de nood zaak „nee" te zeggen tegen de bewapening, om dat anders het leed niet te overzien is. In het ge dicht wordt dan uitvoerig beschreven wat dit leed dan zal zijn. Wij nemen aan dat K. Holsthoff zich volledig achter dit gedicht plaatst, zodat we kun nen stellen dat hij pro-p.s.p. ds. Ria Cats, 23 jaar, Rotterdam: Ik toen 23 jaar. dus net stemgerechtigd, sinds geruime tijd sta ik in een disco-bar. U vroeg om onze mening omdat dat net zo belangrijk is als op straat zitten. Nu vind ik allereerst dat op straat zitten belachelijk want je jaagt er alleen maar ■mensen mee tegen je in 't harnas. En ten tweede ben ik dankbaar dat partijen als de p.s.p. hun zin niet krijgen. Natuurlijk is het verre van aangenaam dat zo iets als een atoombom toestaat maar volgens mij is het allerbeste middel hiertegen nog steeds de angst, die ons misschien ten derde wereldoorlog zal besparen. Natuurlijk is het zonde van de tijd die alle jongens, zoals mijn verloofde, bijvoortieeld met soms volslagen niets-doen de diensttijd moeten doorbrengen. Maar zolang er nog landen met een strenge Marxistische opvatting van het communis me zijn, landen die we dus per se niet kunnen ver trouwen houd ik het, en velen met mij, op be-i wapenen. Vriendelijke groeten, ook namens mijn! verloofde Dit was het. De conclusie kun je zelf het beste trekken. Als wij om deze discussie af te sluiten een bescheiden slotwoordje mogen laten horen: we hebben zo het gevoel dat de p.s.p. de geweren niet gebroken krijgt. Kroonprins Gonstantijn van Grie kenland beeft op een bijeenkomst van sportjournalisten verteld, dat hij minstens drie kilo aait ge wicht beeft verloren in de zes maanden durende romance met prinses Anne Marie van Denemar ken voordat zij zich verloofden. Dat is gemiddeld een pond per maand. Dat is eelit teveel lioor. Schryf maar eens naar tante Apollo van hel bekende Griekse damesblad. Die weet er wel wat op. Succes cr mee. De Suid-Afrikaanse lugdiens heeft in do Leidscstraat tc Amsterdam een nieuw pand in gebruik geno men. Dc rassen-politiek schynl hen geen windeieren te leggen. Wij kunnen alleen maar adviseren: „Vlieg er niet in". Er wordt een politieke partij opge richt die ons het recht van het volksrcferendum wil geven. Daar na zal de party zich opheffen. Nog afgezien van liet dubieuze voor deel van dat recht moet liet ons van het hart dat het tweede pro grammapunt (opheffen) ons wat overbodig voorkomt. Dergelijke splinterpartijen heffen zich altyd op, daar hoeven zc zelfs niets aan te doen. Wy hebben alweer in een dag blad een brief gelezen van de u allen bekende dr. Dominicus. De ze wond zich op over het le vor men vrcdcscorps. Geldverspilling c d. wecduwel. Volgens ons is dc doctor alleen maar bang dot ze hem naar Nicuw-Guinea zullen sturen om een lyst op te stellen van Neerlandicismcn in de pa- poea-talen. Een onderzoek van het N.I.PO. heeft aangetoond dat liet aantal le zers van dagbladen groter is dau dc oplagen van die bladen doen vermoeden. Dat worden dan vijf ruimte-lezers. Gelukkig maar. Een zeldzaam biologisch verschijnsel is vorige week in Hollandsche- vcld waargenomen. Er werd na melijk 's nachts een rode liaan waargenomen die luid „koekoek" kraaide.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 18