Henriëtte Holthausen
Blad
BENT V OOK
ZO N MAN
0pen briel
(j^<t
Dan heelt
AL HEEL WAT HUWELIJKEN IN STAND GEHOUDEN
Vlot voorjaarstoiletje
ZONDAG
ZATERDAG 2 MAART 1963
GAAT DE LIEFDE VAN DE MAN
INDERDAAD DOOR DE MAAG?
Beëdigd tolk-vertaalster,
Frans, Duits, Engels, mu
zieklerares, wereldreizigster,
culinair adviseuse, boeiend
causeuse, medewerkster van
zes bladen, tenslotte (of al
lereerst?) echtgenote van
een professor en dat alles
verenigd in onze pittige,
charmante gastvrouw met
de prettige, lage stem, de
vriendelijke, besliste mond:
Henriëtte Holthausen.
Haar naam (mooie alliteratie)
van voren Frans, van achteren
Duits, verraadt: zij werd gebo
ren in de Elzas. Daar was haar
vader een heel bekende restaura
teur en o.m. eigenaar van Mai-
son Rouge in Straatsburg. Van
hem erfde ze de liefde voor al
les wat met koken samenhangt,
en op een leeftijd, dat andere
meisjes hinkelden, kocht ze van
haar schamele zakgeld een kook
boek. ,,Ik heb het nog!" Ze sprak
natuurlijk vloeiend Frans en
Duits, maar toen ze in Nederland
naar de HBS. ging, bleek het
Nederlands beestachtig moeilijk.
,,In die tijd heette ik geen Hen
riëtte. mijn echte naam was...
waar ze muzieklessen volgde en
haar vierde taal. de Italiaanse,
opdeed. Ze bezocht ook de kook
school. een voorloper van de te
genwoordige hotelschool. Terug in
Nederland gaf ze jarenlang pia
no-lessen in Amsterdam. Onder
haar vrienden telde ze Alfred Cor-
tot en Stephan Askenase.
Diner-geven
,.Ik ben jong getrouwd en vond
het diner-geven thuis het leukste,
verzon zelf, experimenteerde.
Zonder fantasie en zonder liefde
voor de edele kookkunst mislukt,
ook het beste recept." Het klinkt
als een spreekwoord en met
woorden" kreeg Henriëtte nog
van alles te maken. Na 1945 kan
men haar in Londen vinden, de
Engelse taal krijgt ze onder de
knie, en ze werd als beëdigd tolk-
vertaalster ingeschreven bij de
rechtbank in Rotterdam. In 1953
overleed haar vader die haar een
collectie uitgelezen recepten na
liet. Op de vraag van een uitge
ver: „Schrijf voor mij eens een
boek" zei ze in die tijd: ,,Ik kan
niet schrijven!" Ze begon voor
zichtig met een artikel in de
N.R.C. eens per maand. Na een
jaar werden het er acht. en nu
zijn het er ruim twintig per
maand voor zes bladen, en nooit
verschijnt een artikel dubbel.
Intussen wijdde ze vele huis
vrouwen in tot kook-kunstenaressen
door het schrijven van negen boe
ken op culinair gebied, het hou
den van lezingen vier tot zes
per maand ook allemaal ver
schillend. Bovendien is Henriëtte
Holthausen culinair adviseuse van
twee grote Nederlandse concerns,
waarvoor ze o.a. recepten ont
werpt en advertenties schrijft.
Druk pratend („ik ben een ech
te flapuit") vertelt ze van haar
boeiend leven.
In de nacht
In India te gast bij mevrouw
Puri, eigenares van een restau
rant, haar dochter 'schilderde en
haar man was architect.
■i
houdt ze dit allemaal vol? Wel
iswaar heeft ze huishoudelijke
hulp en een secretaresse, die ze
met de professor deelt. ..Ik ga
vroeg naar bed en sta om twee
uur op en werk dan tot 's mor
gens half vijf dan worden de
echte recepten „geboren". Op
haar nachtkastje ligt constant een
blocnote, dan kunnen de ideeën
haar niet ontglippen. Haar nach
telijke gastronomie wordt muzi
kaal begeleid door Bach, of door
jazz: „ik ben dol op muziek".
„Waarom doet u dat allemaal?"
„Ik vind het leuk en dit is de
beste manier om van het Neder
landse volk gastronomen te ma
ken. Ik houd van hard werken".
Henriëtte Holthausen kreeg een
lumineus idee: een reis om de
wereld. Van ieder land een ver
haal, een achtergrond, en recep
ten. Denken en doen is één bij
haar en nu is ze bezig aan dat
internationale kookboek, waarvoor
een Nederlandse en een Engelse
uitgever belangstelling hebben.
Het zal tegelijktertijd verschij
nen mevrouw vertaalt zelf en
reist soms via Zestienhoven
op een dag heen en weer tussen
Rotterdam waar ze woont, en
Londen.
Maar vooraf deed ze haar stof
op in Mexico. Saigon (50 gr. in
de schaduw), de Sahara, waar de
lamskoppen op straat worden ge
grilleerd, want lamsvléés is te
duur! Ze bezocht India en Hong
Kong in het Verre Oosten en zag
hoe vrouwen met twaalf kinderen
om de beurt mochten slapen in
de sampans omdat er geen
plaats was. Ze bezocht de Ween-
se en de -Turkse hotelscholen, en
gluurde wat de pot schaft achter
het ijzeren gordijn in Polen. „En
nooit is me een recept gewei
gerd". Zij bezit dan ook een in
ternationale perskaart en een
lidmaatschapskaart „Dame de la
Chaine des Rotisseurs" en die
werkten als een Sesam open u.
Ze zag de eeuwenoude culinaire
cultuur der Chinezen en ze verge
leek.
Te lang koken
„Er wordt in Holland veel meer
verknoeid door te lang, dan door
te kort koken", is haar
mening. In Japan wor
den de meeste gerechten
zelfs aan tafel bereid.
Het moeilijke was nu,
om die internationale
gerechten goedkoop te
maken. Voor alles is een
weg te vinden, en zo
„vertaalt" Henriëtte de
recepten met Hollandse
mogelijkheden: een kip
stoven in een doodge
woon flesje sinas b.v.,
je moet er maar opko
men!
Haar leidraad is de
zegswijze van haar va
der „Wat je niet in de
pan doet, haal je er niet
uit."
„Proeft u alles, wat
ze u voorzetten op uw
reis?" „In principe wil
ik nergens vies van zijn
dan mis je de sfeer
van het land".
Ik wil zijn dit is
typerend voor deze
boeiende, markante
vrouw. „In negen jaar
ben ik niet écht met va
kantie geweest, zonder
portable.
„Het leven is kiezen of
delen: kies iets, en geef
daar je hele leven aan".
Dat laatste is haar de
vies. „Wat je op je neemt, dat
moet je altijd doen; en ben
je aan de top, denk dan niet, dat
je er bent, want dan duikel je
het vlugst. Weet u, ik ben bij elk
recept nog bang: „is het wel echt
goed?".
Anti-snijden
Een grote troost voor u en mij,
gewone huis-tuin-en keukenprinses
sen: zelfs bij zo'n prima donna als
mevrouw Holthausen mislukt wel
eens wat in de keuken. Ze nodigt
haar vragenstelsters in die rich-
le tegenstelling daarmee is de ar
moede in India of onder de vluch
telingen in Hong Kong. Zoiets kun
nen wij ons hier niet voorstellen.
En ondanks de armoede moet ik
zeggen, waren ze echt tevreden.
Hun godsdienst is een leefregel
daarom verdragen ze zoveel," zegt
mevrouw Holthaussen.
Hardwerkende vrouwen vond zij
overigens overal ter wereld. In
India was zij gast bij mevrouw
Puri: eigenares van een restau
rant en bovendien een perfecte
huisvrouw die alles alleen fikste.
Haar dochter was kunstschilder en
haar echtgenoot architect schat
tige mensen.
„In een wonderlijke welvaart
leven wij," herhaalt mevrouw
Holthausen. In haar keuken is
een groot gasfornuis met zes pit
ten, een grill en een oven, daar
boven hangen de antieke koperen
pannen die haar vader haar naliet,
keurig achter glas. In een klem
kruidenkastje staan geheimzinnige
potjes en busjes exotische krui
den, zelf meegebracht van haar
reis om de wereld. De Siamese
poes met de blauwe ogen is ech
ter inheems, en vecht met zijn
langharige college om de sympa
thie van de vrouw: „Ik ben
dol op dieren".
Goede recepten
Met één oog op de portemon-
naie en de andere op de moge-
lijkheden van het seizoen levert
1 Henriëtte Holthausen ons, Neder
landse vrouwen, goede recepten.
Lieve mede-keukenprinsessen, laat
p ons moed scheppen als we onze
culinaire scheppingen verdwenen
zien in de magen van onze huis-
genoten, en ons een akelige stapel
afwas rest. Koken is een beelden-
de Kunst in kleur, geur, vorm en
i smaak geloof Henriëtte Holt-
hausen maar.
De Hindoese vrouw
en moeder
De Hindoese vrouw en moe
der, door dr. Cora Vreede-De
Stuers, met voorwoord van prof.
dr. J. van Baal. Voor het Ko
ninklijk Instituut voor de Tro
pen uitgegeven door De Arbei
derspers, Amsterdam.
Dit onderwerp heeft reeds lang
grote belangstelling in het Wes
ten. Het kinderhuwelijk, de vroe
ger gebruikelijke weduwenver-
brandmg, de moeilijke tegenwoor
dige positie van de weduwen wek
ken onze belangstelling. De
schrijfster verklaart de heersende
toestanden aan de hand van de
godsdienstige opvattingen, waar
uit zij voortgevloeid zijn. Zij ver
telt (afgezien van de vele onder
linge verschillen die er in India
bestaan) hoe de vrouw geen zelf
standig leven heeft, hoe het hu
welijk voor het meisje de enige
mogelijkheid is om deel te ne
men aan het familieritueel, hoe
haar enige bestemming is huwe
lijk en moederschap. De vader
van een meisje uit hoge kaste
kan geen huwelijksaanzoeken af
wachten. Hij moet een bruidegom
zoeken, waarmee de familie (en
men leeft in familieverband) eer
kan inleggen. Hij zal bereid zijn
haar jong te laten trouwen en
grote geschenken te bieden. Bo
vendien moet hij een ruime uit
zet en de kosten van de brui
loftsgasten gedurende drie tot
vijf dagen dragen. De kosten zijn
schrikbarend. Het leven van de
vrouw is afgesloten en onderwor
pen. De schrijfster geeft aan hoe
traag en waarom zo traag nieu
we opvattingen doordringen. Aan
de hand van statistieken betoogt
zij hoe de jeugdige huwelijksleef
tijd teruggedrongen wordt. Hoe er
gestreefd wordt naar verbetering
van de financiële positie dei-
vrouw. En hoeveel moeite er no
dig is om enige verandering te
brengen ten gunste van de wedu
wen. Men leert zien hoe diep be
paalde verschijnselen geworteld
zijn en hoe de leiders van het
volk daarin verbetering trachten
te brengen. Men bedenke dat ver
schijnselen in India, die men an
ders zou willen zien, het gevolg
zijn van worteling, in het Westen
dikwijls van ontworteling.
Mede dank zij veel aspirine,
een boel sinaasappelen en de
ene warme kruik na de ande
re (wat doe je al niet in je
griepnarlgheid) kunnen we de
ze week weer antwoord ge
ven op de bekende hierboven-
staandc vraag. Eerst echter
een opmerking: die griep, dus
die ene week niet verschijnen
van deze rubriek, is er ook
de oorzaak van dat het aan
tal brieven voor ,,'t Is jam
mer maar" nogal is opgelo
pen. Daarom wil ik er even
op attenderen, dat ook zij die
nu al weer een paar weken
geleden een brief voor deze
hoek van de krant op de bus
deden, pas nu hun naam kun
nen tegenkomen.
En dan nu aandacht voor de
inzender, de heer J. Ykema
uit Zuidland, die probeert de
honderd gulden voor zijn
vrouw te verdienen met een
autowieg, speciaal gemaakt
voor gebruik in een Volkswa
gen. Dit type auto heeft na
melijk achter de bank nog een
bagageruimte, een „kattebak",
zoals de kinderen van de heer
Ykema zeggen. Vooral als
men met een kleintje gaat
week-enden lijkt het ons bij
zonder handig toe die ruimte
te benutten als „stalling" voor
een zelfgemaakte reiswieg.
welke wieg men dan gelijk op
het logeeradres prettig kan
gebruiken.
Voor- en eindschot bestaan
uit stukken meubelplaat, waar
in op de vier hoeken gaten
zijn geboord (zie tekening).
Door de twee bovenste gaten
wordt een stuk U-vormig ge
bogen waterleidingpijp (kopert
geschoven en idem door de
twee onderste gaten. De schot
jes worden nu door vier stuk
ken koperen olieleiding (8/10)
aan elkaar verbonden.
De bodem bestaat uit een
plaatje multiplex, dat op een
randwerk van latten is gespij
kerd. Ter bevestiging van bo
dem en zijschotten laat men
de twee lange latten één cen
timeter doorsteken voorbij de
korte zijden van de bodem; in
de eindschotjes komen inke
pingen, waarin de aldus ont
stane oren precies passen. De
verbinding van de eindschot
jes kan gelijmd, gespijkerd of
geschroefd worden. De zijden
van de autowieg bestaan uit
een kleurige stof met zomen,
die eerst om de pijpen wordt
geschoven voor ze door de
schotjes zijn gestoken. De
reiswieg is dan klaar. De
heer Ykema gebruikte het on
derstel van een kinderstoel
(tafel en stoeltje) om er de
wieg op te zetten; heeft u zo
iets niet. dan kan het bakje
worden gemaakt door twee U-
vormig gebogen elektriciteits-
of gasbuizen aan elkaar te ver
binden d.m.v. boutjes. Ter
versteviging maakt u aan de
bovenkant een ketting. De
piek tenslotte maakt u van
hout of betonijzer; een lapje
stof er over en u hebt een
complete wieg gekregen, die
u zonder moeite in de V.W.
kunt zetten.
..enzo n vrouwe
Inhakertjes. Van twee le
zeressen een inhakertje gekre
gen op geplaatste „mannen"-
ideetjes. Zo wil mevrouw H.
Visser-Maatjes uit Voorburg
in aansluiting op de kapstok
doorge'ven, dat zij bij kléin-
kinderbezoek een paar gekleur
de koorden aan haar kapstok
hangt. In het onderaan ge
maakte lusje komt een kleer-
hangertje en zo kunnen de
kleintjes zelf hun jas weghan
gen. Voor klein behuisde ge
zinnen, waar geen ruimte is
voor een kinderkapstok, mis
schien ook een voordelige op
lossing? Inhakertje nummer
twee kreeg ik van mevrouw
K. J. van Vliet-Parlevliet uit
Leiderdorp. Zij heeft om haar
naaimachine een kleed ge
maakt i.p.v. een kastje, zoals
een lezer suggereerde. „Voor
wie niet timmeren kan wel
licht een idee", schrijft deze
lezeres, die door de bovenste
zoom van de lap een elastiek
haalde en zo het geval met
plooien naar beneden liet val
len. De opening kwam midden
voor zodat de zaak niet weg
gehaald hoeft te worden als de
naaimachine wordt gebruikt.
Met het ijzer. Toen het
zoontje van mevrouw Snater-
se uit Nieuw Vennep onlangs
uitgebreid met een bouwplaat
was bezig geweest zat hij on
der de velpon. Zij kreeg de
lijm er heel gemakkelijk met
het strijkijzer uit, zodat blouse
en tinneroy-broek weer lijm-
vrij waren na de strijkbeurt.
Met aceton gaat 't natuurlijk
ook, maar dat heeft niet ieder
een altijd in huis.
Twee tegelijk. Uit Emmel-
oord komt van mevrouw G.
Korteweg-Timmermans even
de wenk dat het bij breien van
tr»;°n en vesten handig is twee
mouwen tegelijk te breien.
ting dan ook uit: „Kom eens kij
ken". Ze verkondigt: „Als een
huisvrouw wil, kan ze een heel
maal in een uur klaar krijgen,
inclusief de vuile rommel aan de
kant. Begin met wat het langste
duurt! Voorts ben ik anti-snijden.
Kroppen sla, andijvie, witlof, wor
den in zijn geheel gewassen. Het
eten zet ik met vers, kokend wa
ter op, want de groente behoudt er
zijn kleur door. Dat heb ik als
kind van de koks geleerd." Haar
wereldreis heeft haar nog meer
geleerd: „de wonderlijke welvaart
waarin wij leven. We bezitten
brommers, scooters, televisie,
maar onlangs is nog vastgesteld
dat velen van ons geen volwaar
dige voeding krijgen". In schril-
Met onze garderobe denken we
graag een beetje vooruit en daar
om hebben we ditmaal een vlot
voorjaarstoiletje op het „repertoi
re" genomen, een leuke deux-piè-
ces, gedacht in een klein ruitje.
Door het schuingesneden heupstuk,
dat met een paar leuke knopen
wordt gegarneerd, krijgt dit model
een aparte lijn. De rok is .niet zo
nauw en heeft aan de achterkant
een diepe plooi. De patronen zijn
verkrijgbaar in de maten 44, 46 en
48. Men heeft voor dit modelletje
ongeveer 2.25 meter stof van 1.40
meter breedte nodig.
Onder vermelding van nummer
369 is dit patroon aan onze bureaus
verkrijgbaar tegen betaling van
0.50 per stuk. De patronen kun
nen ook per post worden toegezon
den. De prijs wordt dan f 0.60. Dit
bedrag gelieve u in postzegels te
plakken aan de adreszijde van de
briefkaart, waarop u uw bestelling
doet, en wel naast het gewone
frankeerzegel. Bestellingen moeten
uiterlijk 9 maart a.s. in ons bezit
zijn. Na die datum kunnen geen
opdrachten meer worden aanvaard.
Voorjaarsbeurs 1963
in Utrecht
De eerste tekenen van het voor
jaar zijn ook de berichten over
de a.s. Voorjaarsbeurs in Utrecht.
De gaanderij van de Beatrix-Ire-
nehal zal van 11 tot 19 maart in
een tuin worden herschapen,
waarin we dan in een zo natuur
lijk mogelijke omgeving alle tuin
en terrasattributen kunnen bewon
deren.
Van de tuin naar de techniek is
maar een stapje in Utrecht. Der
tig Amerikaanse firma's zullen in
de Bernardhal op het Croeselaan-
terrein exposeren op een totale
expositieruimte van tweeduizend
vierkante meter. Het is een groot
scheepse première in de geschie
denis van Amerika, deze buiten
landse deelname aan een beurs.
Naast allerlei technische mannelij
ke zaken is de tentoonstelling van
wasserij- en dry-cleaning machi
nes, verkoopautomaten en elektri
sche apparaten voor de vrouw van
belang. Over doel en omvang van
dit Amerikaanse initiatief zullen
we ongetwijfeld nog meer verne
men.
Het is wonderlijk lioc een onder
werp dat jc eens in de Open
Brief aanroerde, kan gaan dwa
len. Vroeger bliezen wij zeep
bellen: sommigen aarzelden in
de warme zomerlucht, bleven han
gen boven de tuin, sloegen stuk
tegen een boomtak; andere na
men vrij en frank de heg of de
schutting, dwarrelden omhoog en
stierven een glanzende hoge dood-
ineens, zoals het hoorde naar on
ze kindermening. En nog weer
andere deden raar, die dreven
weg tussen de daken, maakten
onzekere bewegingen zoals een
deur op de tocht, kort en goed:
die verdwaalden.
Zo verdwalen de gedachten die
ik had gelegd in het begrip „ver
staanbaarheid" van een paar we
ken geleden \.n die ik toch naar
ik meen steeds in verband had
gebracht met liefde van mens tot
mens, nu aan de hand van enke
le briefschrijfsters naar rassen
discriminatie. naar vreemde stu
denten en buitenlandse arbeiders,
naar wat je doen moet als een
van je kinderen met zo
iemand thuiskomt, en bij één
briefschrijfster zelfs naar reizen
in het buitenland, jacht om over
al geweest te *ijn en wat leer
je ervan: niets, want je kunt die
mensen toch niet verstaan! Dit
laatste moge nu wat potsierlijk
aandoen, vooral als briefschrijf
ster mij vermaakt met de be
schrijving van een dagje naar
Katwijk dat ook al niet lukken
wou en duidelijk in zijn pech aan
gaf dat het verreweg het beste is
thuis tc blijven toch doen al die
opmerkingen en vragen en ver
halen wel eens als de rare zeep
bel: immers, het gebeurde vroe
ger dat er eentje in de wonder
lijke dwarreling van zonnewarm
te en zachte bries over de daken
terugkeerde in de tuin. Hij was
de oude maar toch nieuw. Zo is
inderdaad ook bij verstaanbaar
heid te denken aan het verstaan
van, aan het leven met mensen
die ons even voor een een schok
zetten: zij zijn als wij mens,
maar toch nieuw, anders.
Nu vraagt mijn ene briefschrijf
ster mij hier eens iets over ras
sendiscriminatie te willen zeggen;
dat wil ik zoals de vraag er
staat, beslist niet doen. Want ik
geloof niet dat u met het woord
bedoelt wat u schrijft. U bedoelt
nikkers. U bedoelt: anderen.
Mensen die niet alleen anders
praten maar er ook anders uit-
zien. Mensen die andere leefge
woonten hebben, die om andere
dingen lachen, Spanjaarden mis
schien, Italianen, Grieken, wie
weet een enkele Fransman die
met zijn donkere ogen en diepere
huidskleur voor u anders is dan
een Nederlander. Toch behoren
al die laatstgenoemden net als u
tot het blanke ras. Bovendien hou
den uw gedachten over ras en
vijandschap (er zit voor u iets
van zonde in de gedachte: ras.
zo van: dat komt van al die ru
zie vroeger) op bij Zuid-Afrika,
Amerika, en hebt u zich waar
schijnlijk nooit het hoofd gebroken
over de vraag of een blanke ge
makkelijker trouwt met een Bir-
maanse dan met een Kongolese,
en of ze van thuis minder tegen
hebben op een meisje uit China
dan op een uit Senegal.
Nee, praten over de rassen
kwestie wordt zo een wazig iets.
Maar of een verbintenis van twee
totaal verschillende mensen mo
gelijk kan zijn als de verstaan
baarheid, de liefde in Christus er
is. daarop wil ik wel ingaan. En
wel direct met een: ja. Ik zeg
er bij dat ik het maar zeer zel
den mogelijk acht, maar moge
lijk is het.
Er is namelijk maar één soort
verstaanbaarheid, en dat is die
ten aanzien van onze naaste.
De wereld wordt dagelijks klei
ner. Zeiden we vroeger verbaasd
tegen een bekend gezicht in Am
sterdam: „Pardon, kennen wij
elkaar van de pont tussen Vlissin-
gen en Breskens?" (om maar
niet van de IJ-pont te spreken),
of op zijn hoogst, terwijl je met
je zusje op een terrasje in Stre-
sa zat: „Zeg, is dat jog daar
niet die vent van de Sneker zeil-
week van vorig jaar?" nu
overkomt het zelfs mij. huismoe
der al, dat ik een vriendin op be
zoek heb. Engelse door haar hu
welijk, en veel op reis, maar van
oorsprong een lief dominees-
dochtertje uit een Drents stadje,
die verbaasd tegen een inlopend
huisvriend zegt: „Waar zag ik u
eerder? Op het vliegveld in Zü-
rich?" maar nee. het blijkt To
kio geweest te zijn... en zij zeg
gen niet eens: wat is de wereld
toch klein, want dat weten ze al
lang. Je merkf. ook aan hen dat
zij afgeleerd hebben iemand naar
zijn ,,anders"-zijn te beoordelen.
Zij kunnen luisteren, zij hebben
een diepe belangstelling. Daar
voor is tijd nodig, en liefde, en
opvoeding. Maar vooral is de
ander geworden tot de naaste.
Dat is niet een kwestie van een
dag. De bittere historie van onze
kerken is hiervan wel een bewijs.
Hadden wij allen de naaste ge
zien in plaats van de ander, dan
zouden we nu niet alles van bo-
ven-af behoeven te organiseren.
Grote bijeenkomsten voor onker-
kelijkcn omdat de typiste, de
ambtenaar, de arbeider en de
huismoeder vergeten hebben dat
er iemand naast hem of haar
leefde, lachte, debatteerde en
werkte die hongerde en dorstte
naar de gerechtigheid. Grote bij
eenkomsten: ,,U hier, meneer?"
„Ach ja, ik kreeg een brief van
dominee X. vond het aardig eens
te komen, bijzonder sympathieke
man die dominee.... ach, en dan,
ja. ik bèn niet erg kerkelijk, en
u?" „Pardon, ik ben niet wat
men noemt buitenkerkelijk, maar
meer rènd, ziet u, rand in de
randstad Holland, ha ha" en
de kerkmensen maar toezien hoe
het lukt!
Ik las eens een boek over een
man die zijn vrouw verdacht van
afspraakjes, zij was zo dikwijls
van huis. Hij liet haar schadu
wen door een detective, en wat
bleek? Dat zij lange middagen in
kerken doorbracht, doodstil wach
tend, waarop? Wel, op God. Zij
had een afspraak met God. Maar
God liet geen fluisterstem door
de kerk gaan, God liet haar geen
ingeving krijgen, want God was
Zijn hoge afspraak al eeuwen
her nagekomen: Zijn Zoon, en in
Hem wij, haar naasten.
Er lopen studenten uit Ghana
in Amsterdam en jongens uit
Suriname door Delft. Op de sui-
kerschool in Deventer zijn zoons
van stamhoofden uit Tanganyika,
in Wageningen studeren jonge
mannen van de Ivoorkust. In Lei
den zitten Chinese meisjes op de
college banken. Links van ons is
een artiestenpension met Italia
nen, Mexicanen en Grieken,
rechts een thuis voor Spaanse ar
beiders. Wij overstelpen deze
mensen niet met belangstelling.
Hiervoor waren het Brazilianen,
ingenieurs. binnenhuisarchitec
ten, sommige met vrouw, kroost
en kinderjuffrouw, en zoals de
meesten wisten zij zeer goed in
een vreemd land te leven. Maar
als zij zich op onze weg plaat
sen, dan moge het ons gegeven
zijn te weten dat wij onze naaste
ontmoeten.
Er is geen verschil tussen de
een en de ander. Er is maar één
ding nodig: dat ik mijn facade
prijsgeef. Een absolute nederig
heid, dat is geloof ik het enige
dat in deze tijd nog christenen
van ons maakt.
Dit schrijf ik nu, en als het
zaterdag is, ben ik al weer half
vergeten hoe ik het zei. Dan loer
ik behoedzaam in de bus: is de
krant er al? Maar mijn dochter
van 13 die met mj boodschappen
wil doen, trekt me mee en zegt
koeltjes: „Nog geen Openbare
Biecht in de bus Mam!" Zo gaat
dat, mensen!
Dan hoeft er wat meerderen
betreft niets onthouden te wor
den. Niet dat het zo vlugger
gaat. maar 't werk wel pret
tiger.
Met 'n ordner. Wist u dat
u als huisvrouw heel wat kunt
hebben aan zo'n alphabetische
ordner? Mevrouw Portcngcn-
Randeraad uit Klundert stopt
er van alles ;n zoals bi na
tronen, garantiebewijzen, reke
ningen, alle mogelijk adressen,
kortom wat zij maar bewaren
wil. Zoeken om dit of dat pa
piertje terug te vinden is er
nu nooit meer bij
Tegen 't rotten. Wil' u
voorkomen dat houtwerk tzo-
als palen en balken) half in
de grond staande verrot, dan
heeft de heer J. A. R. Peters
uit Dordt een advies voor u.
Als er één cm. boven de begane
grond gaatjes in het hout wor
den geboord en deze met car-
boleum worden ingespoten,
gaat dit wegteren sterk tegen.
Dit moet zo vaak herhaald
worden tot de carboleum niet
meer wordt opgezogen, waarna
de gaatjes worden gedicht.
'T IS JAMMER, MAAR...
Een lange lijst, zoals ik aan het
begin van de rubriek al vertelde.
Deze bevat dan de namen van
dhr. F. W. uit Den Ilaag: mevr.
J. G. van O. den H. uit Oude We
tering; mej. C. de G. uit Rotter
dam; mevr. M. B. uit Haastrecht;
mevr. M. G.-B. uit Oude Wete
ring; mevr. J. W. E .te Voorscho
ten; dhr. J. van S. uit Leiden:
mevr. D. van K. uit Alphen aan
de Rijn; mevr. A. V.-K. uit Lei
derdorp; mevr. De R.-V. uit
Rijswijk; mevr. J. D. van M. uit
s-Gravcndeel (wat een gezellig
lange brief! Helaas was er'niets
bij, hoe "t me ook spijt); dhr. P.
Q. uit Abbenes; mevr. A. E. v.
d. G.-K. uit Vuren; mevr. A. L.
Z.-van der Z. uit Rotterdam; dhr.
E. v.d Z. uit Leerdam; mevr.
H. T. D.-B. uit Den Haag; mej.
J. v, d. L. uit Zwijndrecht; mevr.
J. O. uit Kampen; dhr. W, J.
B. K. uit Gorlnchem; dhr. J. H
N uit Llssc; mevr. A. M.-K. uit
Schiedam: mevr. J. V. uit Vlaar-
dingen; mevr. H. uit Sassenhelm;
mevr. H. J. van W. uit Leid-
schcndam; mevr. Van H. uit
Wassenaar; mevr. E. H. B.-W. uit
Delft: mevr. P. H.-R. uit Zoeter-
meer; dhr. J. G. uit Schiedam;
R. van de B. uit Berkenwoude:
mevr. A. H. uit St. Annaland:
mevr. M. H.-S. uit Den Haag:
mevr. H. K.-v.d. V. uit Halsteren;
mevr. V. uit Kr. a d. IJssel; me-
\r, C. van H. uit Zwijndrecht;
Aly K. uit Numansdorp: dhr. en
mej. P. uit Dordt; mevr. I. P.-
v.d. V. uit Leiden: Freek K. uit
Leiden; dhr. B. W. F. uit Schie
dam: mevr. J V. uit Baren-
drccht; dhr. G. K. uit Sliedrecht;
mevr. E. J. M. uit Den Haag;
mevr. H. de V.-K. uit Zoetermeer;
mevr. M. de S.-van W. uit Brand
wijk; dhr A. W. de V. uit Zoe
termeer (dank voor 't compli
mentje); dhr. P. J. K. de L. uit
Kr. ad. IJssel (wie 't eerst
komt...); mevr. M. R.-H. uit
Dordt; mevr. Van E.-van K. uit
Rijnsburg; mevr M L. K, uit
Schoonhoven; mevr. C. te Ridder
kerk: mevr. H. C. H.-S. uit Krim
pen a d. IJssel; mevr. P. C. van
der V.-van der Z. tc Den Haag;
mevr. K. L.-D. uit De Uer; dhr.
T. Z. te Den Haag; dhr. J. B,
te Scheveningen en dhr. P. A. V.
te Den Haag.
Iedere gepubliceer
de „Bent u ook zo'n
man"-inzending dingt
automatisch mee in de
wedstrijd: „Win hon
derd guldek voor uw
vrouw".
Voor iedere tip en elk
doe-het-zelf idee in deze
rubriek ontvangt u een
van onze tipboeken:
„Dat zit zo" of „Tippa-
rade Twee" (naar keu
ze).