Henriëtte Holthausen Blad BENT V OOK ZO N MAN 0pen briel (j^<t Dan heelt AL HEEL WAT HUWELIJKEN IN STAND GEHOUDEN Vlot voorjaarstoiletje ZONDAG ZATERDAG 2 MAART 1963 GAAT DE LIEFDE VAN DE MAN INDERDAAD DOOR DE MAAG? Beëdigd tolk-vertaalster, Frans, Duits, Engels, mu zieklerares, wereldreizigster, culinair adviseuse, boeiend causeuse, medewerkster van zes bladen, tenslotte (of al lereerst?) echtgenote van een professor en dat alles verenigd in onze pittige, charmante gastvrouw met de prettige, lage stem, de vriendelijke, besliste mond: Henriëtte Holthausen. Haar naam (mooie alliteratie) van voren Frans, van achteren Duits, verraadt: zij werd gebo ren in de Elzas. Daar was haar vader een heel bekende restaura teur en o.m. eigenaar van Mai- son Rouge in Straatsburg. Van hem erfde ze de liefde voor al les wat met koken samenhangt, en op een leeftijd, dat andere meisjes hinkelden, kocht ze van haar schamele zakgeld een kook boek. ,,Ik heb het nog!" Ze sprak natuurlijk vloeiend Frans en Duits, maar toen ze in Nederland naar de HBS. ging, bleek het Nederlands beestachtig moeilijk. ,,In die tijd heette ik geen Hen riëtte. mijn echte naam was... waar ze muzieklessen volgde en haar vierde taal. de Italiaanse, opdeed. Ze bezocht ook de kook school. een voorloper van de te genwoordige hotelschool. Terug in Nederland gaf ze jarenlang pia no-lessen in Amsterdam. Onder haar vrienden telde ze Alfred Cor- tot en Stephan Askenase. Diner-geven ,.Ik ben jong getrouwd en vond het diner-geven thuis het leukste, verzon zelf, experimenteerde. Zonder fantasie en zonder liefde voor de edele kookkunst mislukt, ook het beste recept." Het klinkt als een spreekwoord en met woorden" kreeg Henriëtte nog van alles te maken. Na 1945 kan men haar in Londen vinden, de Engelse taal krijgt ze onder de knie, en ze werd als beëdigd tolk- vertaalster ingeschreven bij de rechtbank in Rotterdam. In 1953 overleed haar vader die haar een collectie uitgelezen recepten na liet. Op de vraag van een uitge ver: „Schrijf voor mij eens een boek" zei ze in die tijd: ,,Ik kan niet schrijven!" Ze begon voor zichtig met een artikel in de N.R.C. eens per maand. Na een jaar werden het er acht. en nu zijn het er ruim twintig per maand voor zes bladen, en nooit verschijnt een artikel dubbel. Intussen wijdde ze vele huis vrouwen in tot kook-kunstenaressen door het schrijven van negen boe ken op culinair gebied, het hou den van lezingen vier tot zes per maand ook allemaal ver schillend. Bovendien is Henriëtte Holthausen culinair adviseuse van twee grote Nederlandse concerns, waarvoor ze o.a. recepten ont werpt en advertenties schrijft. Druk pratend („ik ben een ech te flapuit") vertelt ze van haar boeiend leven. In de nacht In India te gast bij mevrouw Puri, eigenares van een restau rant, haar dochter 'schilderde en haar man was architect. ■i houdt ze dit allemaal vol? Wel iswaar heeft ze huishoudelijke hulp en een secretaresse, die ze met de professor deelt. ..Ik ga vroeg naar bed en sta om twee uur op en werk dan tot 's mor gens half vijf dan worden de echte recepten „geboren". Op haar nachtkastje ligt constant een blocnote, dan kunnen de ideeën haar niet ontglippen. Haar nach telijke gastronomie wordt muzi kaal begeleid door Bach, of door jazz: „ik ben dol op muziek". „Waarom doet u dat allemaal?" „Ik vind het leuk en dit is de beste manier om van het Neder landse volk gastronomen te ma ken. Ik houd van hard werken". Henriëtte Holthausen kreeg een lumineus idee: een reis om de wereld. Van ieder land een ver haal, een achtergrond, en recep ten. Denken en doen is één bij haar en nu is ze bezig aan dat internationale kookboek, waarvoor een Nederlandse en een Engelse uitgever belangstelling hebben. Het zal tegelijktertijd verschij nen mevrouw vertaalt zelf en reist soms via Zestienhoven op een dag heen en weer tussen Rotterdam waar ze woont, en Londen. Maar vooraf deed ze haar stof op in Mexico. Saigon (50 gr. in de schaduw), de Sahara, waar de lamskoppen op straat worden ge grilleerd, want lamsvléés is te duur! Ze bezocht India en Hong Kong in het Verre Oosten en zag hoe vrouwen met twaalf kinderen om de beurt mochten slapen in de sampans omdat er geen plaats was. Ze bezocht de Ween- se en de -Turkse hotelscholen, en gluurde wat de pot schaft achter het ijzeren gordijn in Polen. „En nooit is me een recept gewei gerd". Zij bezit dan ook een in ternationale perskaart en een lidmaatschapskaart „Dame de la Chaine des Rotisseurs" en die werkten als een Sesam open u. Ze zag de eeuwenoude culinaire cultuur der Chinezen en ze verge leek. Te lang koken „Er wordt in Holland veel meer verknoeid door te lang, dan door te kort koken", is haar mening. In Japan wor den de meeste gerechten zelfs aan tafel bereid. Het moeilijke was nu, om die internationale gerechten goedkoop te maken. Voor alles is een weg te vinden, en zo „vertaalt" Henriëtte de recepten met Hollandse mogelijkheden: een kip stoven in een doodge woon flesje sinas b.v., je moet er maar opko men! Haar leidraad is de zegswijze van haar va der „Wat je niet in de pan doet, haal je er niet uit." „Proeft u alles, wat ze u voorzetten op uw reis?" „In principe wil ik nergens vies van zijn dan mis je de sfeer van het land". Ik wil zijn dit is typerend voor deze boeiende, markante vrouw. „In negen jaar ben ik niet écht met va kantie geweest, zonder portable. „Het leven is kiezen of delen: kies iets, en geef daar je hele leven aan". Dat laatste is haar de vies. „Wat je op je neemt, dat moet je altijd doen; en ben je aan de top, denk dan niet, dat je er bent, want dan duikel je het vlugst. Weet u, ik ben bij elk recept nog bang: „is het wel echt goed?". Anti-snijden Een grote troost voor u en mij, gewone huis-tuin-en keukenprinses sen: zelfs bij zo'n prima donna als mevrouw Holthausen mislukt wel eens wat in de keuken. Ze nodigt haar vragenstelsters in die rich- le tegenstelling daarmee is de ar moede in India of onder de vluch telingen in Hong Kong. Zoiets kun nen wij ons hier niet voorstellen. En ondanks de armoede moet ik zeggen, waren ze echt tevreden. Hun godsdienst is een leefregel daarom verdragen ze zoveel," zegt mevrouw Holthaussen. Hardwerkende vrouwen vond zij overigens overal ter wereld. In India was zij gast bij mevrouw Puri: eigenares van een restau rant en bovendien een perfecte huisvrouw die alles alleen fikste. Haar dochter was kunstschilder en haar echtgenoot architect schat tige mensen. „In een wonderlijke welvaart leven wij," herhaalt mevrouw Holthausen. In haar keuken is een groot gasfornuis met zes pit ten, een grill en een oven, daar boven hangen de antieke koperen pannen die haar vader haar naliet, keurig achter glas. In een klem kruidenkastje staan geheimzinnige potjes en busjes exotische krui den, zelf meegebracht van haar reis om de wereld. De Siamese poes met de blauwe ogen is ech ter inheems, en vecht met zijn langharige college om de sympa thie van de vrouw: „Ik ben dol op dieren". Goede recepten Met één oog op de portemon- naie en de andere op de moge- lijkheden van het seizoen levert 1 Henriëtte Holthausen ons, Neder landse vrouwen, goede recepten. Lieve mede-keukenprinsessen, laat p ons moed scheppen als we onze culinaire scheppingen verdwenen zien in de magen van onze huis- genoten, en ons een akelige stapel afwas rest. Koken is een beelden- de Kunst in kleur, geur, vorm en i smaak geloof Henriëtte Holt- hausen maar. De Hindoese vrouw en moeder De Hindoese vrouw en moe der, door dr. Cora Vreede-De Stuers, met voorwoord van prof. dr. J. van Baal. Voor het Ko ninklijk Instituut voor de Tro pen uitgegeven door De Arbei derspers, Amsterdam. Dit onderwerp heeft reeds lang grote belangstelling in het Wes ten. Het kinderhuwelijk, de vroe ger gebruikelijke weduwenver- brandmg, de moeilijke tegenwoor dige positie van de weduwen wek ken onze belangstelling. De schrijfster verklaart de heersende toestanden aan de hand van de godsdienstige opvattingen, waar uit zij voortgevloeid zijn. Zij ver telt (afgezien van de vele onder linge verschillen die er in India bestaan) hoe de vrouw geen zelf standig leven heeft, hoe het hu welijk voor het meisje de enige mogelijkheid is om deel te ne men aan het familieritueel, hoe haar enige bestemming is huwe lijk en moederschap. De vader van een meisje uit hoge kaste kan geen huwelijksaanzoeken af wachten. Hij moet een bruidegom zoeken, waarmee de familie (en men leeft in familieverband) eer kan inleggen. Hij zal bereid zijn haar jong te laten trouwen en grote geschenken te bieden. Bo vendien moet hij een ruime uit zet en de kosten van de brui loftsgasten gedurende drie tot vijf dagen dragen. De kosten zijn schrikbarend. Het leven van de vrouw is afgesloten en onderwor pen. De schrijfster geeft aan hoe traag en waarom zo traag nieu we opvattingen doordringen. Aan de hand van statistieken betoogt zij hoe de jeugdige huwelijksleef tijd teruggedrongen wordt. Hoe er gestreefd wordt naar verbetering van de financiële positie dei- vrouw. En hoeveel moeite er no dig is om enige verandering te brengen ten gunste van de wedu wen. Men leert zien hoe diep be paalde verschijnselen geworteld zijn en hoe de leiders van het volk daarin verbetering trachten te brengen. Men bedenke dat ver schijnselen in India, die men an ders zou willen zien, het gevolg zijn van worteling, in het Westen dikwijls van ontworteling. Mede dank zij veel aspirine, een boel sinaasappelen en de ene warme kruik na de ande re (wat doe je al niet in je griepnarlgheid) kunnen we de ze week weer antwoord ge ven op de bekende hierboven- staandc vraag. Eerst echter een opmerking: die griep, dus die ene week niet verschijnen van deze rubriek, is er ook de oorzaak van dat het aan tal brieven voor ,,'t Is jam mer maar" nogal is opgelo pen. Daarom wil ik er even op attenderen, dat ook zij die nu al weer een paar weken geleden een brief voor deze hoek van de krant op de bus deden, pas nu hun naam kun nen tegenkomen. En dan nu aandacht voor de inzender, de heer J. Ykema uit Zuidland, die probeert de honderd gulden voor zijn vrouw te verdienen met een autowieg, speciaal gemaakt voor gebruik in een Volkswa gen. Dit type auto heeft na melijk achter de bank nog een bagageruimte, een „kattebak", zoals de kinderen van de heer Ykema zeggen. Vooral als men met een kleintje gaat week-enden lijkt het ons bij zonder handig toe die ruimte te benutten als „stalling" voor een zelfgemaakte reiswieg. welke wieg men dan gelijk op het logeeradres prettig kan gebruiken. Voor- en eindschot bestaan uit stukken meubelplaat, waar in op de vier hoeken gaten zijn geboord (zie tekening). Door de twee bovenste gaten wordt een stuk U-vormig ge bogen waterleidingpijp (kopert geschoven en idem door de twee onderste gaten. De schot jes worden nu door vier stuk ken koperen olieleiding (8/10) aan elkaar verbonden. De bodem bestaat uit een plaatje multiplex, dat op een randwerk van latten is gespij kerd. Ter bevestiging van bo dem en zijschotten laat men de twee lange latten één cen timeter doorsteken voorbij de korte zijden van de bodem; in de eindschotjes komen inke pingen, waarin de aldus ont stane oren precies passen. De verbinding van de eindschot jes kan gelijmd, gespijkerd of geschroefd worden. De zijden van de autowieg bestaan uit een kleurige stof met zomen, die eerst om de pijpen wordt geschoven voor ze door de schotjes zijn gestoken. De reiswieg is dan klaar. De heer Ykema gebruikte het on derstel van een kinderstoel (tafel en stoeltje) om er de wieg op te zetten; heeft u zo iets niet. dan kan het bakje worden gemaakt door twee U- vormig gebogen elektriciteits- of gasbuizen aan elkaar te ver binden d.m.v. boutjes. Ter versteviging maakt u aan de bovenkant een ketting. De piek tenslotte maakt u van hout of betonijzer; een lapje stof er over en u hebt een complete wieg gekregen, die u zonder moeite in de V.W. kunt zetten. ..enzo n vrouwe Inhakertjes. Van twee le zeressen een inhakertje gekre gen op geplaatste „mannen"- ideetjes. Zo wil mevrouw H. Visser-Maatjes uit Voorburg in aansluiting op de kapstok doorge'ven, dat zij bij kléin- kinderbezoek een paar gekleur de koorden aan haar kapstok hangt. In het onderaan ge maakte lusje komt een kleer- hangertje en zo kunnen de kleintjes zelf hun jas weghan gen. Voor klein behuisde ge zinnen, waar geen ruimte is voor een kinderkapstok, mis schien ook een voordelige op lossing? Inhakertje nummer twee kreeg ik van mevrouw K. J. van Vliet-Parlevliet uit Leiderdorp. Zij heeft om haar naaimachine een kleed ge maakt i.p.v. een kastje, zoals een lezer suggereerde. „Voor wie niet timmeren kan wel licht een idee", schrijft deze lezeres, die door de bovenste zoom van de lap een elastiek haalde en zo het geval met plooien naar beneden liet val len. De opening kwam midden voor zodat de zaak niet weg gehaald hoeft te worden als de naaimachine wordt gebruikt. Met het ijzer. Toen het zoontje van mevrouw Snater- se uit Nieuw Vennep onlangs uitgebreid met een bouwplaat was bezig geweest zat hij on der de velpon. Zij kreeg de lijm er heel gemakkelijk met het strijkijzer uit, zodat blouse en tinneroy-broek weer lijm- vrij waren na de strijkbeurt. Met aceton gaat 't natuurlijk ook, maar dat heeft niet ieder een altijd in huis. Twee tegelijk. Uit Emmel- oord komt van mevrouw G. Korteweg-Timmermans even de wenk dat het bij breien van tr»;°n en vesten handig is twee mouwen tegelijk te breien. ting dan ook uit: „Kom eens kij ken". Ze verkondigt: „Als een huisvrouw wil, kan ze een heel maal in een uur klaar krijgen, inclusief de vuile rommel aan de kant. Begin met wat het langste duurt! Voorts ben ik anti-snijden. Kroppen sla, andijvie, witlof, wor den in zijn geheel gewassen. Het eten zet ik met vers, kokend wa ter op, want de groente behoudt er zijn kleur door. Dat heb ik als kind van de koks geleerd." Haar wereldreis heeft haar nog meer geleerd: „de wonderlijke welvaart waarin wij leven. We bezitten brommers, scooters, televisie, maar onlangs is nog vastgesteld dat velen van ons geen volwaar dige voeding krijgen". In schril- Met onze garderobe denken we graag een beetje vooruit en daar om hebben we ditmaal een vlot voorjaarstoiletje op het „repertoi re" genomen, een leuke deux-piè- ces, gedacht in een klein ruitje. Door het schuingesneden heupstuk, dat met een paar leuke knopen wordt gegarneerd, krijgt dit model een aparte lijn. De rok is .niet zo nauw en heeft aan de achterkant een diepe plooi. De patronen zijn verkrijgbaar in de maten 44, 46 en 48. Men heeft voor dit modelletje ongeveer 2.25 meter stof van 1.40 meter breedte nodig. Onder vermelding van nummer 369 is dit patroon aan onze bureaus verkrijgbaar tegen betaling van 0.50 per stuk. De patronen kun nen ook per post worden toegezon den. De prijs wordt dan f 0.60. Dit bedrag gelieve u in postzegels te plakken aan de adreszijde van de briefkaart, waarop u uw bestelling doet, en wel naast het gewone frankeerzegel. Bestellingen moeten uiterlijk 9 maart a.s. in ons bezit zijn. Na die datum kunnen geen opdrachten meer worden aanvaard. Voorjaarsbeurs 1963 in Utrecht De eerste tekenen van het voor jaar zijn ook de berichten over de a.s. Voorjaarsbeurs in Utrecht. De gaanderij van de Beatrix-Ire- nehal zal van 11 tot 19 maart in een tuin worden herschapen, waarin we dan in een zo natuur lijk mogelijke omgeving alle tuin en terrasattributen kunnen bewon deren. Van de tuin naar de techniek is maar een stapje in Utrecht. Der tig Amerikaanse firma's zullen in de Bernardhal op het Croeselaan- terrein exposeren op een totale expositieruimte van tweeduizend vierkante meter. Het is een groot scheepse première in de geschie denis van Amerika, deze buiten landse deelname aan een beurs. Naast allerlei technische mannelij ke zaken is de tentoonstelling van wasserij- en dry-cleaning machi nes, verkoopautomaten en elektri sche apparaten voor de vrouw van belang. Over doel en omvang van dit Amerikaanse initiatief zullen we ongetwijfeld nog meer verne men. Het is wonderlijk lioc een onder werp dat jc eens in de Open Brief aanroerde, kan gaan dwa len. Vroeger bliezen wij zeep bellen: sommigen aarzelden in de warme zomerlucht, bleven han gen boven de tuin, sloegen stuk tegen een boomtak; andere na men vrij en frank de heg of de schutting, dwarrelden omhoog en stierven een glanzende hoge dood- ineens, zoals het hoorde naar on ze kindermening. En nog weer andere deden raar, die dreven weg tussen de daken, maakten onzekere bewegingen zoals een deur op de tocht, kort en goed: die verdwaalden. Zo verdwalen de gedachten die ik had gelegd in het begrip „ver staanbaarheid" van een paar we ken geleden \.n die ik toch naar ik meen steeds in verband had gebracht met liefde van mens tot mens, nu aan de hand van enke le briefschrijfsters naar rassen discriminatie. naar vreemde stu denten en buitenlandse arbeiders, naar wat je doen moet als een van je kinderen met zo iemand thuiskomt, en bij één briefschrijfster zelfs naar reizen in het buitenland, jacht om over al geweest te *ijn en wat leer je ervan: niets, want je kunt die mensen toch niet verstaan! Dit laatste moge nu wat potsierlijk aandoen, vooral als briefschrijf ster mij vermaakt met de be schrijving van een dagje naar Katwijk dat ook al niet lukken wou en duidelijk in zijn pech aan gaf dat het verreweg het beste is thuis tc blijven toch doen al die opmerkingen en vragen en ver halen wel eens als de rare zeep bel: immers, het gebeurde vroe ger dat er eentje in de wonder lijke dwarreling van zonnewarm te en zachte bries over de daken terugkeerde in de tuin. Hij was de oude maar toch nieuw. Zo is inderdaad ook bij verstaanbaar heid te denken aan het verstaan van, aan het leven met mensen die ons even voor een een schok zetten: zij zijn als wij mens, maar toch nieuw, anders. Nu vraagt mijn ene briefschrijf ster mij hier eens iets over ras sendiscriminatie te willen zeggen; dat wil ik zoals de vraag er staat, beslist niet doen. Want ik geloof niet dat u met het woord bedoelt wat u schrijft. U bedoelt nikkers. U bedoelt: anderen. Mensen die niet alleen anders praten maar er ook anders uit- zien. Mensen die andere leefge woonten hebben, die om andere dingen lachen, Spanjaarden mis schien, Italianen, Grieken, wie weet een enkele Fransman die met zijn donkere ogen en diepere huidskleur voor u anders is dan een Nederlander. Toch behoren al die laatstgenoemden net als u tot het blanke ras. Bovendien hou den uw gedachten over ras en vijandschap (er zit voor u iets van zonde in de gedachte: ras. zo van: dat komt van al die ru zie vroeger) op bij Zuid-Afrika, Amerika, en hebt u zich waar schijnlijk nooit het hoofd gebroken over de vraag of een blanke ge makkelijker trouwt met een Bir- maanse dan met een Kongolese, en of ze van thuis minder tegen hebben op een meisje uit China dan op een uit Senegal. Nee, praten over de rassen kwestie wordt zo een wazig iets. Maar of een verbintenis van twee totaal verschillende mensen mo gelijk kan zijn als de verstaan baarheid, de liefde in Christus er is. daarop wil ik wel ingaan. En wel direct met een: ja. Ik zeg er bij dat ik het maar zeer zel den mogelijk acht, maar moge lijk is het. Er is namelijk maar één soort verstaanbaarheid, en dat is die ten aanzien van onze naaste. De wereld wordt dagelijks klei ner. Zeiden we vroeger verbaasd tegen een bekend gezicht in Am sterdam: „Pardon, kennen wij elkaar van de pont tussen Vlissin- gen en Breskens?" (om maar niet van de IJ-pont te spreken), of op zijn hoogst, terwijl je met je zusje op een terrasje in Stre- sa zat: „Zeg, is dat jog daar niet die vent van de Sneker zeil- week van vorig jaar?" nu overkomt het zelfs mij. huismoe der al, dat ik een vriendin op be zoek heb. Engelse door haar hu welijk, en veel op reis, maar van oorsprong een lief dominees- dochtertje uit een Drents stadje, die verbaasd tegen een inlopend huisvriend zegt: „Waar zag ik u eerder? Op het vliegveld in Zü- rich?" maar nee. het blijkt To kio geweest te zijn... en zij zeg gen niet eens: wat is de wereld toch klein, want dat weten ze al lang. Je merkf. ook aan hen dat zij afgeleerd hebben iemand naar zijn ,,anders"-zijn te beoordelen. Zij kunnen luisteren, zij hebben een diepe belangstelling. Daar voor is tijd nodig, en liefde, en opvoeding. Maar vooral is de ander geworden tot de naaste. Dat is niet een kwestie van een dag. De bittere historie van onze kerken is hiervan wel een bewijs. Hadden wij allen de naaste ge zien in plaats van de ander, dan zouden we nu niet alles van bo- ven-af behoeven te organiseren. Grote bijeenkomsten voor onker- kelijkcn omdat de typiste, de ambtenaar, de arbeider en de huismoeder vergeten hebben dat er iemand naast hem of haar leefde, lachte, debatteerde en werkte die hongerde en dorstte naar de gerechtigheid. Grote bij eenkomsten: ,,U hier, meneer?" „Ach ja, ik kreeg een brief van dominee X. vond het aardig eens te komen, bijzonder sympathieke man die dominee.... ach, en dan, ja. ik bèn niet erg kerkelijk, en u?" „Pardon, ik ben niet wat men noemt buitenkerkelijk, maar meer rènd, ziet u, rand in de randstad Holland, ha ha" en de kerkmensen maar toezien hoe het lukt! Ik las eens een boek over een man die zijn vrouw verdacht van afspraakjes, zij was zo dikwijls van huis. Hij liet haar schadu wen door een detective, en wat bleek? Dat zij lange middagen in kerken doorbracht, doodstil wach tend, waarop? Wel, op God. Zij had een afspraak met God. Maar God liet geen fluisterstem door de kerk gaan, God liet haar geen ingeving krijgen, want God was Zijn hoge afspraak al eeuwen her nagekomen: Zijn Zoon, en in Hem wij, haar naasten. Er lopen studenten uit Ghana in Amsterdam en jongens uit Suriname door Delft. Op de sui- kerschool in Deventer zijn zoons van stamhoofden uit Tanganyika, in Wageningen studeren jonge mannen van de Ivoorkust. In Lei den zitten Chinese meisjes op de college banken. Links van ons is een artiestenpension met Italia nen, Mexicanen en Grieken, rechts een thuis voor Spaanse ar beiders. Wij overstelpen deze mensen niet met belangstelling. Hiervoor waren het Brazilianen, ingenieurs. binnenhuisarchitec ten, sommige met vrouw, kroost en kinderjuffrouw, en zoals de meesten wisten zij zeer goed in een vreemd land te leven. Maar als zij zich op onze weg plaat sen, dan moge het ons gegeven zijn te weten dat wij onze naaste ontmoeten. Er is geen verschil tussen de een en de ander. Er is maar één ding nodig: dat ik mijn facade prijsgeef. Een absolute nederig heid, dat is geloof ik het enige dat in deze tijd nog christenen van ons maakt. Dit schrijf ik nu, en als het zaterdag is, ben ik al weer half vergeten hoe ik het zei. Dan loer ik behoedzaam in de bus: is de krant er al? Maar mijn dochter van 13 die met mj boodschappen wil doen, trekt me mee en zegt koeltjes: „Nog geen Openbare Biecht in de bus Mam!" Zo gaat dat, mensen! Dan hoeft er wat meerderen betreft niets onthouden te wor den. Niet dat het zo vlugger gaat. maar 't werk wel pret tiger. Met 'n ordner. Wist u dat u als huisvrouw heel wat kunt hebben aan zo'n alphabetische ordner? Mevrouw Portcngcn- Randeraad uit Klundert stopt er van alles ;n zoals bi na tronen, garantiebewijzen, reke ningen, alle mogelijk adressen, kortom wat zij maar bewaren wil. Zoeken om dit of dat pa piertje terug te vinden is er nu nooit meer bij Tegen 't rotten. Wil' u voorkomen dat houtwerk tzo- als palen en balken) half in de grond staande verrot, dan heeft de heer J. A. R. Peters uit Dordt een advies voor u. Als er één cm. boven de begane grond gaatjes in het hout wor den geboord en deze met car- boleum worden ingespoten, gaat dit wegteren sterk tegen. Dit moet zo vaak herhaald worden tot de carboleum niet meer wordt opgezogen, waarna de gaatjes worden gedicht. 'T IS JAMMER, MAAR... Een lange lijst, zoals ik aan het begin van de rubriek al vertelde. Deze bevat dan de namen van dhr. F. W. uit Den Ilaag: mevr. J. G. van O. den H. uit Oude We tering; mej. C. de G. uit Rotter dam; mevr. M. B. uit Haastrecht; mevr. M. G.-B. uit Oude Wete ring; mevr. J. W. E .te Voorscho ten; dhr. J. van S. uit Leiden: mevr. D. van K. uit Alphen aan de Rijn; mevr. A. V.-K. uit Lei derdorp; mevr. De R.-V. uit Rijswijk; mevr. J. D. van M. uit s-Gravcndeel (wat een gezellig lange brief! Helaas was er'niets bij, hoe "t me ook spijt); dhr. P. Q. uit Abbenes; mevr. A. E. v. d. G.-K. uit Vuren; mevr. A. L. Z.-van der Z. uit Rotterdam; dhr. E. v.d Z. uit Leerdam; mevr. H. T. D.-B. uit Den Haag; mej. J. v, d. L. uit Zwijndrecht; mevr. J. O. uit Kampen; dhr. W, J. B. K. uit Gorlnchem; dhr. J. H N uit Llssc; mevr. A. M.-K. uit Schiedam: mevr. J. V. uit Vlaar- dingen; mevr. H. uit Sassenhelm; mevr. H. J. van W. uit Leid- schcndam; mevr. Van H. uit Wassenaar; mevr. E. H. B.-W. uit Delft: mevr. P. H.-R. uit Zoeter- meer; dhr. J. G. uit Schiedam; R. van de B. uit Berkenwoude: mevr. A. H. uit St. Annaland: mevr. M. H.-S. uit Den Haag: mevr. H. K.-v.d. V. uit Halsteren; mevr. V. uit Kr. a d. IJssel; me- \r, C. van H. uit Zwijndrecht; Aly K. uit Numansdorp: dhr. en mej. P. uit Dordt; mevr. I. P.- v.d. V. uit Leiden: Freek K. uit Leiden; dhr. B. W. F. uit Schie dam: mevr. J V. uit Baren- drccht; dhr. G. K. uit Sliedrecht; mevr. E. J. M. uit Den Haag; mevr. H. de V.-K. uit Zoetermeer; mevr. M. de S.-van W. uit Brand wijk; dhr A. W. de V. uit Zoe termeer (dank voor 't compli mentje); dhr. P. J. K. de L. uit Kr. ad. IJssel (wie 't eerst komt...); mevr. M. R.-H. uit Dordt; mevr. Van E.-van K. uit Rijnsburg; mevr M L. K, uit Schoonhoven; mevr. C. te Ridder kerk: mevr. H. C. H.-S. uit Krim pen a d. IJssel; mevr. P. C. van der V.-van der Z. tc Den Haag; mevr. K. L.-D. uit De Uer; dhr. T. Z. te Den Haag; dhr. J. B, te Scheveningen en dhr. P. A. V. te Den Haag. Iedere gepubliceer de „Bent u ook zo'n man"-inzending dingt automatisch mee in de wedstrijd: „Win hon derd guldek voor uw vrouw". Voor iedere tip en elk doe-het-zelf idee in deze rubriek ontvangt u een van onze tipboeken: „Dat zit zo" of „Tippa- rade Twee" (naar keu ze).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1963 | | pagina 15